DE INKTVISCH.
Woensdag 20 Januari 1909
ö3st,e Jaargang. No. 4437
Bureau SCHAG£H, Laan O 4.
UitgeversTRAPBfiASi Co,
Bekendmakingen
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
AüeiËCD Nitus-
MiMt- Luüiivllil
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, "Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
In tere. Tclephoon No. 20.
Pry's per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIËN van 1 tot 6 regels f 0.25iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit één blad.
0—
NATIONALE MILITIE.
Indeeling van lotelingen bij de Bereden Korpsen.
ALGEMEENE BEPALINGEN.
Voor indeeling bij een der Bereden Korpsen komen
in de eerste plaats in aanmerking de lotelingen, die
zich daartoe tijdig vrijwillig aanmelden en bij een daar
toe voor de inlijving in te stellen geneeskundig onder
zoek voor den dienst bij die korpsen geschikt zijn
bevonden.
Verdere vereischten zijn:
voor de Bereden Artillerie eene lichaamslengte van
ten minste 1.62 Meter;
voor de Cavalerie eene lichaamslengte van ten minste
1.65 Meter en een lichaamsgewicht van ten hoogste
75 K.G.
VOORDEELEN.
In vergelijking met de miliciens bij de onbereden
korpsen genieten de lotelingen der Bereden Korpsen
de volgende voordeelen:
lo. eene hoogere soldij van 5 cents per dag;
2o. minder herhalingsoefeningen;
3o. geen landweerdienst; en
4o. bij verlenging van het verplicht verblijf onder
de wapenen met vrijwillig verblijf eene premie van
vijftien gulden voor elke drie maanden en eene verhoo
ging van 7 cents per dag boven het vroeger genoten
soldijbedrag, zonder dat het noodig is zich daarbij
als vrijwilliger te verbinden.
WIJZE VAN AANMELDING.
De aanmelding geschiedt per request, dat niet op
gezegeld papier behoeft te zijn gesteld. Dit request
kan gericht worden aan den Minister van Oorlog, en
echter ook gericht worden aan den Provinciale-Adju-
dant in de Provincie, in welke de Gemeente gelegen
is, waar de loteling heeft geloöt. De toezending aan
den Provinciale-Adjudant, die steeds woonachtig is in
de hoofdplaats der Provincie, moet echter geschieden
bij gefrankeerden brief.
In het request moet de loteling vermelden:
a. naam en voornamen;
b. beroep;
kan alsdan ongefrankeerd worden verzonden. Het kan
c. woonplaats, met aanduiding van straat of wijk
en huisnummer;
d. het korps, waaraan hij bij voorkeur zou wenschen
te worden toegewezen;
e. de Gemeente, waar hij voor de militie is inge
schreven;
f. het jaar, waarin hij aan de loting voor de militie
heeft deelgenmoen; en
g. het hem bij de loting ten deel gevallen lotings
nummer.
Ook dient' de loteling, indien hij bij voorkeur in
Maart zou wenschen te worden ingelijfd, dit in het
request mede te deelen met opgave van redenen. Re
gel toch is, dat de lotelingen, die zich voor de Bereden
Korpsen aanmelden en daar voor geschikt zijn bevon
den, eerst in de tweede helft van September worden in
gelijfd. Slechts bij uitzondering kan aan deze lotelingen
worden toegestaan reeds in Maart te worden ingelijfd.
Zij, aan wie dit wordt toegestaan, kunnen alleen be
stemd worden tot treinsoldaat of tot paardenverzor-
ger.
ling bij een der Bereden Korpsen heeft beschikbaar
gesteld, ontvangt van den Provinciale-Adjudant eene
oproeping om zich op den dag, het uur en de plaats,
in die oproeping vermeld, aan te melden tot het onder
gaan van een geneeskundig onderzoek. Dit onderzoek
heeft plaats in een garnizoen in de nabijheid der woon
plaats van den loteling. Bestaat er van de woonplaats
naar het garnizoen reisgelegenheid per spoor, tram of
stoomboot en is de afstand tusschen beide plaatsen
meer dan 5 K.M. (een klein uur gaans), dan ontvangt
de loteling bij den brief van oproeping tevens een
vervoerbewijs tot kosteloos vervoer.
Na afloop der keuring ontvangt de loteling van den
Chef der Militaire Ziekeninrichting, waarin het genees
kundig onderzoek plaats had, een gulden als vergoe
ding en verder een vervoerbewijs voor de terugreis
naar zijne woonplaats.
TIJD YAN AANMELDING.
De inzending van het request moet geschieden uiter
lijk in de maand Januari; het verdient echter ten
zeerste aanbeveling het zoo spoedig mogelijk in te die
nen.
Schagen, den 16 Januari 1909.
De Burgemeester,
H. J. POT.
Wieriugen.
GENEESKUNDIG ONDERZOEK.
De loteling, die zich tijdig per request voor indee-
1 Vergadering van de afdeeling Wjeringen van den
Nederlandschen Protestantenbond, gehouden op Maan
dag 18 Januari 1909, des avonds half acht, op de
bovenzaal der Hen'. Kerk te Hippolytushoef
Aanwezig 23 dames en 28 heeren.
I Na opening door den voorzitter, den heer Ds. Bax,
met een hartelijk welkom, worden door den Secretaris
den heer L. Berghuis, de notulen der vorige verga
dering gelezen en onveranderd onder dankzegging goed
gekeurd.
Door den Penningmeester den heer T. Visser, werd
nu rekening en verantwoording gedaan. De rekening
was nagezien door een commissie bestaande uit de
heeren L. Berghuis, D. J. Lont en M. Jb. Mostert.
Bij monde van den heer Berghuis, rapporteerde deze
commissie dat zij; alles in goede orde had bevonden.
De ontvangsten waren f 388.07V2, de uitgaven waren
f 330.88V2, alzoo een batig saldo groot f 57.19. Onder
dankzegging aan den penningmeester voor zijn nauw-
keurig beheer werd de rekening met algemeene stem
men goedgekeurd.
I Hierna bracht Ide Secretaris het jaarverslag uit,
I waaruit wijl aanstippen dat de afdeeling 100 leden telt,
dat er verleden jaar vier algemeene vergaderingen zijn
gehouden, dat die vergaderingen altijd zoowat door het
zelfde clubje worden bijgewoond een 30 5 40 perso-
nen, dooh dat vele notabele ingezetenen welke ook
lid zijn, gewoonlijk door afwezigheid schitterden, dat
het toezicht in de Zondagsscholen door verschillende
1 heeren die zich hiervoor hadden opgegeven, veel te
wenschen overlaat
Nu volgden bestuursverkiezingen. Ie. .Wegens perio
diek aftreden van den heer F. Visser.
Deze werd herkozen met 24 stemmen van 34 en
nam de functie weder aan.
2e. Wegens vertrek van den heer S. de Vries naar
Landsmeer. Na drie stemmingen gehouden te hebben,
stond men voor een dubieus geval, waarin het regle
ment niet voorzag namelijk dat op de heeren A. Kooij
en P. Kaan ieder 17 stemmen werden uitgebracht.
Voorzitter stelde voor nu maar bij loting keuze te
doen hetgeen werd goedgekeurd en tot uitslag had dat
Door
ERNST VON WILDENBRUCH.
2.
En zijn pen, die was voor hem wat voor den jager
het geweer was, een werktuig waardoor de geheele
wereld zijn buit werd. Het was een geweldig werk
tuig, want zijn pen was geweldig. Een dichter was hij
niet geweest, maar een criticus dat was hij en een
machtig ook.
Alles wat hij zooeven had gezien en opgemerkt, dat
werd door zijn pen beschreven. Dan werd zijn pen
dorsehvlegel en onder het neerschrijven van zijn
aanmerkingen vlogen de koppen in het rond. Maar
critiek oefenen was niet het eenige wat hem behaagde
en hij zich eigen maakte, onverdroten studeerdei de
man verder. Over allerlei onderwerpen schreef zijn pen,
over allerlei schrijvers gaf hij zijn meening en vertelde
hij allerlei bijzonderheden. Alles rondom hem was stil
en stom het papier onder zijn handen sprak. Alles
in hem was koud de woorden die hij schreef fonkel
den van geest, evenals ijskristallen, die door de zon
werden beschenen en den indruk geven alsof zij zelf
eveneens warm zijn.
De gevolgen daarvan waren, dat alle couranten, niet
alleen de Berlijnsche couranten, maar overal waar de
Duitsche taal gesproken en gelezen werd, vochten
als 't ware om zijn verslagen. Hij werd niet
alleen bekend, maar ook beroemd, want het publiek
was als op zijn lectuur verzot. Den gouden sleutel die
toegang gaf tot het paleis des levens had hij zich
eenmaal in de handen gewenscht den stalen, waar
mee hij de deur van den tegenwoordigen tijd kon ont
sluiten, die liever las over gedichten, dan de gedich
ten zelf, dien had hij nu in zijn bezit. Maar hij kon niet
alleen schrijven, maar ook spreken. Vroeger had hij
in salons tot de mooie vrouwen gesproken nu sprak
bij in volks hoogescholen en overal, bij elke gelegen
heid, die zich maar aanbood, voor een hoorderskring
bestaande uit tientallen van mannen en vrouwen. Even-
a's zijn lezers met een gezicht van bewondering zijn
lectuur uit handen legden, zoo gingen hoorders en hoor
deressen onder den indruk van het gehoorde uit de
zaal, wanneer de kleine, kromme man met het groote
voorhoofd van den katheder af tot hen had gespro
ken.
Juist in dezen tijd hield hij in een der meest aan
zienlijke Berlijnsche leeszalen een voordrachtencyclus
over de literatuurgeschiedenis. Van de oude schrij
vers was hij begonnen en tot de nieuwere en nieuw
ste ging hij verder; heel in den beginne, was hij war
mer en warmer geworden, hoe verder hij kwam. En
warm en warmer werden ook de vrouwen en meisjes,
die tot hem opkeken en naar hem luisterden.
De lezing van vandaag was geëindigd. Uit het wijd
geopende portaal van de leeszaal stroomden de toe
hoorsters. Aan de massa die naar buiten drong,
zag men dat de zaal overvuld was geweest en aan
de hooggekleurde gezichten en het op de straat ijverig
voortgezet onderhoud, hoe sterk de indruk moest zijn
geweest, die er van den kleinen man was uitgegaan.
Onder de groote menigte bewoog zich een groep
dames, die blijkbaar bij elkaar' behoorden, ofschoon
men dadelijk bemerkte, dat zij geen bloedverwanten
van elkaar waren. Een band hield haar bijeen, zij be
woonden namelijk een der groote pensions in het
Westen van Berlijn. In het midden van de groep liep
de eigenares van het pension, een reeds bejaarde we
duwe, misschien ook wel een oude jongejuffrouw, wier
welwillend, met een gouden bril versierd gelaat den
stempel droeg van levendigheid en ervaring. Voor en
achter haar, in kleine groepjes van drie of vier gin
gen haar elegante huisgenooten, pratend, lachend mis
schien ook een onheiligen spot drijvend over den per
soon van Peter, die nauwelijks boven den rand van
den katheder had kunnen heenkijken. Heel ernstig en
zwijgend was die dame, die vlak naast de eigenares
van het pension liep en in stomme opmerkzaamheid
naar haar woorden scheen te luisteren. Zij was niet
ouder dan de anderen, mogelijk nog wat jonger
dan velen van haar, hoog en slank, schoon van gestal
te, zoodat zij naast de dikke pensionsdame opvallend
afstak. Misschien viel zij ook wel op door de zwarte
japon die zij droeg, of door het bleeke gelaat, waardoor
haar gansche persoonlijkheid iets vreemds kreeg. Daar
van scheen zij zelf evenwel niets te weten. Men zag
het haar aan, dat zij met haar gedachten nog geheel
bij het gehoorde was, zoodat zij niet de minste notitie
nam van haar eigen verschijning en den indruk dien
zij op anderen maakte.
de heer A. Kooij1 werd gekozen en zijn benoeming aan
nam.
Thans was aan de orde het uitreiken der cadeaux
aan de 12 dames der Zondagsscholen, door den voor
zitter, den heer Ds. Bax. Voorzitter deed dat met een
hartelijke toespraak, zich 111 't bizonder tot de dames
der Zondagsschool wendende, vol waardeering voor
haar werk.
Na deze prijsuitdeeling volgde de rondvraag.
De heer Ds. Onnes zou gaarne zien dat de centen
der kinderen welke zij voor de Zondagsschool meebrach
ten, ook apart werden besteed en die niet in de kas
werden gestort. Voorzitter zegt dat dit thuis behoort
bij het bestuur en niet in de algemeene vergadering.
De heer Ds. Onnes zegt, hierover al eens in een
bestuursvergadering te hebben gesproken en dan werd
zulks van de hand gewezen, zoodat hij die is belast
met de regeling van boekjes, kaartjes enz. voor de
Zondagsschool, voor die regeling dan bedankt.
Voorzitter zegt, hiervan nota te zullen nemen en spoe
dig een bestuursvergadering zal laten uitschrijven.
De heer Berghuis vraagt of er op de volgende bij-
eenkomst weer chocolade geschonken moet worden, I
hetgeen toestemmend wordt beantwoord. Ook zou de
heer Berghuis 't wenschelijk achten om den toegang
tot de volgende bijeenkomst ook voor niet-leden open j
te stellen, aangezien er dan een spreker van buiten
komt en wel op den len Febr. a.s., als Ds. van Wijk
van Den Helder zal optreden. Algemeen goedgevonden.
Niemand meer het woord verlangende, deelt voorzit
ter nog mede, dat a.s. Zondag 24 Januari weder een
avondpreek zal worden gehouden in de Herv. Kerk te
Hippolytushoef door Ds. Onnes.
Thans wordt door den voorzitter nog een kleine lezing
gehouden getiteld „De Vuurtoren" door Dr. E. Lau-
rillard, die zeer in den smaak viel. De heer Ds. Onnes
dankte spreker voor de keurige lezing.
Voor dat voorzitter tot sluiting overging, werd door I
hem nog een woord van dank gebrcaht aan den heer
S. de Vries die steeds zijn beste krachten aan onze
afdeeling had gewijd hetgeen door 't bestuur en ook
door de afdeeling op hoogen prijs werd gesteld. Ik
wensch, zegt voorzitter, dat het u en de uwen in uw
toekomstige woonplaats Landsmeer goed moge gaan.
Ook brengt voorzitter een woord van dank aan den
heer Koppedraijer, die ook spoedig ons eiland gaat
verlaten, het doet spr. genoegen dat de onderwijzers
hier zoo veel belang in de afdeeling van den Protes-
tantenbond stellen en hij hoopt dat waar zij ook heen
mogen gaan dit altoos zoo moge blijven. Applaus.
Hierna sloot voorzitter onder dankzegging voor op
komst en medewerking de vergadering. Alvorens de
vergadering uiteenging, zeide de heer S. de Vries dat I
hij van zijn kant ook reden tot dankbaarheid had, daar
zijn rol als bestuurslid een zeer bescheidene was en hij
aan de afdeeling menigen genotvollen en leerzamen
avond had te danken. Wat mij steeds 't meest aan
trok en waarvoor ik respect had, dat was voor de dames
der Zondagsschool die voor dit werk zoo menig vrij
uurtje opofferden, ik hoop dat dit zoo moge voortgaan I
en u allen dit werk steeds met mij zult respecteeren. j
Dat het u allen verder wel ga, aldus eindigde spreker.
Wieringen.
De heer Koppedraaijer, onderwijzer aan de O. L.
school te Westerland alhier, is als zoodanig benoemd
te Harenkarspel en heeft die benoeming aangenomen.
Winkel.
Voor de lichting 1909 moeten worden ingelijfd, 4
lotelingen voor volledige oefeningen en 1 voor korte
oefeningen.
Winkel.
Door de lotelingen H. de Wit, Y. Brouwer en C.
Boor is met gunstig gevolg afgelegd het examen ter ver
krijging van bewijzen van militaire bekwaamheid en
lichamelijke geoefendheid.
Aartswoud.
Zondagmorgen j.1. had de herstemming plaats voor
een notabel der Ned. Herv. Kerk alhier. Op den heer
Br. Pluister D4 iwaren 23 en op den heer Jb. de
Beurs 16 stemmen uitgebracht, zoodat de eerstgenoem
de gekozen is.
Hoogwoud.
Het aandeel der lichting 1909 van de Nationale Mi
litie is Voor deze gemeente bepaald op 7 manschappen,
van welke 5 voor volledige en 2 voor korte oefenin
gen.
Hoogwoud.
Van den heer F. Kuiper, aan de Langereis alhier,
is door het Rijk ter slachting overgenomen een rund,
hetwelk lijdende was aai; tuberculose, dat is de eerste
maal dat een dergelijk geval alhier voorkomt.
Aartswoud.
Zondagmiddag hield de Kiesvereeniging alhier ten
huize van den heer Keijzer eene vergadering.
Aan de orde werd gesteld de verkiezing van be
stuursleden, aftredend de heeren D. Slooves Az., Jb.
Kuiper Cz. en J. Koorn Dz. Deze personen waren
volgens het reglement niet herkiesbaar. In hunne plaats
werden gekozen de heeren C. Leeuw, D. Rempt en R.
de Wit. v
Vervolgens werd de rekening over het jaar 1908
ter tafel gebracht, wtelke nagezien en in orde bevon
den werd. De ontvangsten hadden bedragen f 22.95 en
de uitgaven f 1.25, alzoo een voordeelig saldo van
f 21.70.
Noordscharwoude.
Tot tijdelijk onderwijzeres alhier (openbare school)
is benoemd mejuffrouw Heerikhuizen van Amsterdam.
De nieuwbenoemde onderwijzer kan eerst met 1 Maart
in functie treden.
Zitting van Dinsdag 19 Januari 1909.
De familie Leijen van Den Helder.
'n Oud lessie, dat maanden te vuur heeft gestaan,
moest eerst 's even worden opgemaakt.
't Was voor ons een ware verrassing, het strafzaakje
contra het trio Leijen te Den Helder opnieuw te hoo-
ren uitroepen. Dit genoegen was ons 14 dagen geleden
bij de behandeling der uitspraken reeds in uitzicht
gesteld.
Nu konden we dan smullen aan het kostelijke zaakje,
door Helena Maria Peetoom, de mishandelde en aan
klaagster, de wereld ingeschopt. Daar we echter ver
leden najaar dit voorval al in den breede hebben be
sproken, rest ons nu uit den aard der zaak eene min
of meer beknopte beschouwing.
Met een enkel woord zullen we, ter opfrissching van
het geheugen van onze belangstellende lezeressen en
lezers aanstippen, hoe op 6 September jl. de heele
Heldersche Achtergracht, waar zoowel juffrouw Peet
oom als de dames en mijnheer Leijen resideeren, in
hevige ontroering werd gebracht door knetterend, knal
lend, bommend, sissend, donderend en ratelend vuur
werk. Juffrouw Peetoom kreeg over een voetzoeker,
die machteloos voor Leijen's drempel lag te razen, her-
En zoo was het ook. Iduna von Schneideband had
Peter vandaag voor de eerste maal hooren spreken en
de indruk op haar was dan ook buitengewoon geweest.
Zij kende hem reeds van vroeger, reeds lang, maar
niet persoonlijk, slechts als schrijver uit zijn geschriften.
Met het eerste woord dat zij van hem had gelezen,
was zij gevangen geweest, en sedert had zij alles ge
lezen wat er van zijn hand was verschenen. Couran
ten, tijdschriften, alles, wat zij maar van hem kon vin
den, had zij zich weten te verschaffen en alles gelezen.
Moeilijk was haar dit niet gevallen, want zij had veel
geld, en dus alle gelegenheid om zich aan te schaf
fen wat zij maar wilde. Inspanning had het haar ook
niet gekost, want zij was een hartstochtelijk lezeres,
bijna een boekenwurm. En tijd daarvoor, och meer dan
genoeg. Het leven dat zij leidde, gaf haar een
schat van vrijen tijd.
Met haar vader, die een landgoed in de Mark bezat
en wiens eenig kind zij was, had zij jaren en jaren
lang in landelijke eenzaamheid, juister gezegd, in volle
afzondering geleefd. Verkeer of omgang had zij zoo
goed als met niemand, want noch haar vader, noch
zij zelf had daar behoefte aan. Het was zeer gelukkig
voor deze beide menschen geweest, dat zij in neiging
en smaak zoo ongeveer overeenstemden. De moeder waf
allang dood. Mogelijk dat zij zich met haar man had
verveeld, want hij was niet onderhoudend. Zijn bezig
heid bestond daarin, dat hij den ganschen dag denkend
op en neer liep, en ten slotte voor zijn schrijftafel
ging zitten, waar alle vakken en laden zich langzamer
hand vulden met een kolossaal manuscript.
Wanneer hij met zijn werk klaar zou komen, dat
was niet te zeggen, misschien wel nooit. Eiken dag,
sedert jaren schreef hij een blad, menigmaal ook maar
een half, of nog minder, dat dan maar weder op den
berg werd neergelegd. Veelal geschiedde het ook, dat
den volgenden dag, het gister geschrevene weer werd
verscheurd. Op deze wijze kwam hij niet vlug vooruit,
maar daarover bekommerde hij zich niet; hij schreef
immers alleen voor zichzelf. Het was een mensch, wiens
leven in een groote samenspraak met zichzelf verliep.
Monologen hebben alleen waarde voor het theater; in
het leven beteekenen zij niets, zij zijn stom. Wie steeds
stom blijft, wordt vervelend, dus had de vrouw, die
een verstandige huisvrouw was en volstrekt niet filo
sofisch aangelegd, zich ten slotte verschrikkelijk ver
veeld en alzoo was zij, zonder dat het evenwel tot
een verwijt was gekomen, met het bewustzijn, dat haar
oude filosoof, dien zij in den grond van haar hart
hartelijk liefhad, met de dochter die hem overbleef,
goed tevreden zou zijn, stil en ongemerkt heengegaan.
En dat bewustzijn was geen vergissing. Iduna de doch
ter had geheel den aard van haar vader, was geheel
anders dan haar moeder. Voor haar was het steeds na
denken van haar vader een omstandigheid van zwij
gende vereering en de papiermassa die de schrijftafel
vulde een soort van heilige berg.
Al haar zinnen en doen was er steeds op gebaseerd,
dat de filosofeerende man niet werd gestoord. De
huishouding, de zorg voor het landgoed, alles nam zij
hem van de schouders en deed al dat werk zelf.
En zij deed dit alles zoo goed, dat het leven van
den oude als een stipt werkende machine voortging.
Geruischloos ging het, want daar haar vader weinig
sprak, zoo zeide Iduna ook niet veel en omdat de oude
niet gestoord wenschte te worden werden Aê woorden
steeds kariger. Zoodoende kwam het, dat zij beiden zoo
langzamerhand met elkaar omgingen als twee stomme
menschen. Dat was evenwel geen gedachte die hen
ongelukkig maakte; integendeel zij leefden geheel vol
gens hun natuur en aanleg en voelden zich volkomèn
gelukkig. Precies als een wekker, was Iduna eiken
morgen vroeg op de been. Met zachte schreden, terwijl
haar vader nog sliep, ging zij het huis door. De werk
kamer van haar vader bracht zij zelf in orde. Geen
vreemde hand had de schrijftafel met het hei
lige manuscript mogen aanraken. Zij bezat een sleutel
van die schrijftafel en eiken morgen was het een oogen-
blik van stomme aandacht voor haar, wanneer zij de
tafel opensloot en met voorzichtige hand de losse bla
den zorgvuldig weer op elkaar legde. De inhoud? Daar-
I van wist zij eigenlijk zoo goed als niemendal; zij had
slechts hier en daar een enkel woord gezien. Niet
dat zij geen belang stelde in den inhoud, maar haar
diepe eerbied hield haar ervan terug in deze papieren
te snuffelen. Haar was het steeds te moede, als zij voor
deze papieren stond, als stond zij voor het manuscript
van den bijbel, het boek des levens. Plet mocht niet
onthuld worden, dan door haar vader zelf. En deze deed
het niet. In zichzelf verzonken, zooals gedurende het
leven zijner vrouw, ging hij ook nu naast zijn doch
ter. Zoo kwam het dat Iduna, zich langzamerhand ge
wende in het manuscript iets te zien, dat niet bestemd
was om ooit klaar te komen, maar waarvan het doel
alleen daarin bestond, dat daaraan geschreven werd.
Wordt vervolgd.