DE INKTVISCH.
53e Jaargang. No. 4J51.
Zaterdag 13 Febr. 1909.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Binnenlandse!) Nieuws.
Door
PAOLO LOMBROSO.
„De Amerikaansche milliardairs zijn aangekomen."
„En met wat een gevolg! Voor bediening hebben
ze niet minder dan twaalf personen: Hofmeester, la
keien, kok, kamenier
„Heb je gekeken toen ze de kleeren uit de koffers
de trap op brachten? Er is een japon bij van kant
uit Jiura.nodie alleen is al twintigduizend lire waard!"
„En de kok, ze geven hem een salaris als den ech
ten professor!"
Kortom, hot is een evenement, en in liet kleine
stadje aan de Lago Maggiore, dat vreemdelingen niet
onbekend is, spreekt men van niets anders; iedereen
benijdt gravin Lavarello om dien verstandigen zet bij
het verhuren harer villa en om het geluk, dat ze
zoo in eens in nauwe aanraking met die goddelijke
overkomen. De dames Lavarello nemen de honneurs
waar en de champagne vloeit bij stroomen.
Gravin Maria bad eens den wensch te kennen ge
geven, te lceren fietsen en. dadelijk liet Mr. Smith
een liets komen uil Milaan en stelde die ter harer
beschikking. In bonte afwisseling worden allerlei tocht
jes ondernomen, rijitoertjes, boottochten of pienics, of
wel er worden nieuwe feestjes beraamd.
Op zekeren dag laat Mrs. Emmi aan do meisjes haar
juwêelen, paarlen, ringen en broches zien, cn toen
Gravin Anna een antieke speld bewonderde, wil ze
haar die mei alle geweld cadeau doen. Ze laat kalmp
jes toe, dat de meisjes haar blouses namaken, daar
zo met de coupe toch niet haar sehoonen lichaamsvorm
kunnen overnemen. Anna en Maria gaan arm in arm
met haar wandelen en als ze 's avonds afscheid ne
men, is het een gekus en een omhelzing zonder einde,
een teeder: „Tol weerziens, lieve meisjes!"
Do gravinnetjes hebben zich nog nooit zoo goed ge
amuseerd. En dan ook zijn ai die Amerikaansche
vrienden van Mrs. Sfnith zoo beleefd, zoo voorko
mend en maken haar zóó het hof, dat ieder dei- drie
zustere voortdurend in afwachting is van oen schitte
rend huwelijk.
Maar op zekeren dag treedt de zoon, de jonge
losbol, de kamer zijner moeder binnen! cn sluit de
deur met slot en grendel, zeggende: „Zoo kunnen de
meisjes ons tenminste niet hooren. Want ziet u, ma
ma, ik heb u een medededeoting te doen, die alles
alles ondersteboven gooit. Uwe milliardaire, de dame
met wie jullie allemaal familiaarder bent, dan met
een eigen nichtje, weet u, wat die is? Dat is nou,
dat is me een mooie dame, een een hoe zal ik
het u zeggen cocotte."
„Ben je wel malzegt dc gravin, die in haar
hart echter voelt, dat het waar is. „Wie heeft je zul-
ken onzin verteld? Zeker de kwaadaardige tong van
iemand, die jaloersch is, geen uitnoodiging te hebben
milliardairs is gekomen.
Reeds Üe manier waarop ze haar luiis verhuurd Uee t, gekregen.
was iets bijzonders. De gravin placht ieder jaar de „O, ik heb volledige zekerheid van de zaak. Ik heb
Dépendance te verhuren, een bescheiden Dépendance mljn inlichtingen uit een authentieke bron, van ie-
met acht kamers. Het was haar nog nooit in de ge- mand, die de dame al geruimen tijd intiem Kent
dachlo gekomen, haar eigen zomerverblijf te verlui
ren, een historische villa met beroemde fresco's in
het salon; met marmeren trappen en een tuin, die
zich uitstrekte tot aan het meer. Nu gebeurde het,
dat een Amerikaan, Mr. Smith, hij1 het bezichtigen
van de Dépendance ook in de villa kwam. Hij raakte
er over in verrukking en had de vermetelheid aan
do gravin voor te slaan of zijl niet naar de Dépen
dance zou willen verhuizen, zoodat hij met zijn jonge
vrouw het seizoen in de historische villa zou kunnen
doorbrengen.
Aan die mogelijkheid had de gravin nooit gedacht,
zoodat eerst deze voorslag van de Yankee., zich zoo
zonder complimenten in haar villa te vestigen, haar
zeer vermetel toescheen. Toen ze echter het bod hoor
de, vijftigduizend lire voor drie maanden, bezag ze
den inval van den milliardair van een ander ge
zichtspunt.
Vijftigduizend lire zijn niet te versmaden, zelfs niet
voor ©en gravin van onvervalscht blauw bloed, vooral
wanneer liaar erfgoed, met inbegrip van de villa, is
lx:zwaard met hypotheken, wanneer ze drie huwbare
dochters heeft en een zoon op studie, die meer in de
schuld zit dan in de college-zaal.
En zoo geschiedde het, dat de gravin, nadat ze te
genover haar talrijke vrienden en bekenden de mo
derne vrouw had gespeeld, die geen stands-vooroor-
deelen kent (waar het op de beurs aankomt') werke
lijk haar intrek nam in de bescheiden Dépendance, van
waar uit ze vol nieuwsgierigheid de komst der mil
liardairs te gemoet zag.
Mr. Smith had bij het sluiten van het contract de
gravin verzocht, zich als koningin! en meesteres der
villa te blijven beschouwenhij van zijn kant zou
het als een groot geluk beschouwen, haar zijn jonge
vrouw te mogen voorstellen, en hen vriendschap met
elkaar te zien sluiten.
Reeds veertien dagen na hun komst was de harte
lijkste vriendschap, versterkt door warme sympalhie,
ontstaan tusschen de families Smith en lavarello.
,,'t Is me, alsof ik een nieuwe dochter had gekre
gen", zei de gravin teeder.
En wat voor een dochter: Mrs. Emmi is bepaald,
een wonder van schoonheid met haar groote, guitige
en kinderlijke oogen en haar massa goudblond haar.
Ze is altijd geheel in 't wit; witte schoentjes, witte
kousen, witte handschoenen, onnoemelijk veel witte ja
ponnen van zij; mousseline, crêpe, batist- en in deze
verblindend© blankheid lijken de hals en de bloote
armen zoo schoon van vorm en] zoo glad als van
de marmerbeelden van Canova. Ze heeft een heel apar
te manier van loopen, van 't opnemen van haar japon
en het eenigszins overhellen van het bovenlijf, hetwelk
maakt, dat de menschen op straat zich omkeeren om
haar na te kijken. Ze draagt reusachtige diamanten,
rookt sigaretten als een Odaliske, speelt kaart, ram
melt wat op de piano, en spreekt van Monte Carlo ah
van haar vaderstad, doch voor de rest is ze Ameri-
kaansch beminnelijk.
lederen dag noodigt ze een van de gravinnetjes uit
om te komen dineeren, soms ook alle drie. 's Avonds
steeds groot© recepties voor de vrienden van de La-
varello's, die aan haar zijn voorgesteld, en voor En-
gelsche en Amerikaansche vrienden, die uit Milaan
Door
ERNST VON WILDENBRUCH.
heelcmaal geen kwaadaardige tong heeft."
„Maar, tot nu toe kende haar toch niemand hier!"
De jonge graaf aarzelt een oogenblik met zijn ant
woord, maar dan, in 't geheel niet beschroomd te la
ten doorschemeren, hoe hij bij de vrouwen in de gunst
slaat, Zegt hij met een onbevangen lachje: „Nu, als
u het dan bepaald weten wilt, ik heb het van Miss
Betty ,haar kamenier! Op het oogenblik heeft uw
vriendin de gril voor een enkel seizoen de eerbare ge
trouwde vrouw te spelen, maar in Monte Carlo, in
Newport zijn haar briljanten, haar schoonheid, haar
luimen <jn haar aanbidders maar al te goed bekend.
Overigens had men dat zonder zulke inlichtingen ook
wel kunnen begrijpenU ziet toch, hoe ze zich dé-
colleteert; voor miji zegt dat genoeg."
„O, dat decolleteeren! Als dat je gegronde rede
nen en je bewijzen zijn... decolleteeren is nu een
maal mode in de voorname kringen. Denk je, dat de
dames aan het hof minder gedecolleteerd zijn, en dat
zijn dan hofdames!"
„En toch kan ik u de verzekering geven, dat Betty
er niet het minste belang bij had. Ze heeft het me
integendeel als een geheim toevertrouwd, en ik heb
het. alleen gezegd om de gevolgen."
Breken' denkt de gravin ontsteld. Maar hoe kan
men nu breken met buren, die zulke lekkere diners
geven, alle feestelijkheden van het seizoen betalen en
de meisjes in de gelegenheid stellen, zooveel men
schen te zien?
„Kort en goed," zegt ze, „hier in de plaats is er
niets van hekend, en ik wil niet de intrigante en bab
belkous zijn, die praatjes rondbazuint. Ons zijn ze
voorgesteld als Mr. en Mrs. Smith, ze zijn zoo voor
komend mogelijk voor ons, bewaar dus je geheim en
spreek er niemand over. Je begrijpt me'"
De jonge graaf begrijpt, en de vriendschap tusschen
de villa en de Dependance wordt steeds inniger; en
hoewel de gravin verschillende dingen nu eerst recht
begrijpt, gaat ze voort de nieuwe dochter liefdevol in
bescherming te nemen en haar dochters arm in arm
met haar te laten wandelen.
Zoo gaat voor de familie Lavarello de zomer voorbij
onder allerlei pretjes, en men is juist bezig met al
lerlei toebereidselen voor een feest op 22 September,
den verjaardag van Mrs. Smith, toen er een boodschap
kwam, als een donderslag bij helderen hemel. Mar-
chesa Issim laat de gravin verzoeken, onmiddellijk
bij haar te komen.
„Lieve," zegt de markiezin, terwijl ze met een be
grafenis-gezicht haar vriendin tegemoet komt, „ik heb
je zonder komplimenten laten verzoeken bij me te
komen, omdat het een heel ernstige en gewichtige zaak
geldt. Men heeft op schandelijke wijze misbruik ge
maakt van je vertrouwen."
„Wat bedoel je?" vraagt de gravin, wel begrijpende
wat volgen zou.
„Jullie jullie Smith is noch een Smith, noch een
aanzienlijke dame, maar een Amerikaansche cocotte'"
De gravin weet aan haar gezicht een uitdrukking te
geven van matelooze ontsteltenis.
„Is het mogelijk, is het heusch waar? In wat voor
een wereld leven we toch, heilige Maagd!"
„Het is maar al te waar! Teodoro, de vriend van
mijn man, dien wij gisteren aan haar gepresenteerd
hebben, want ook wij converseeren met haar, nadat
jij haar met zooveel aplomb aan ons bad voorge
steld
De gravin luistert vol deemoed.
„Nu, Teodoro heeft haar in Monte Carlo gezien,
haar en haar EngetschmanZe is er zoo eentje,
weet je, als de mooie Otero, die haar half millioentje
per jaar op haar gemak verteren."
„Wat een onbeschaamdheid'" roept de gravin uit.
„En ik, die alles blindelings heb geloofd! Mijn zoon j
heeft gelijk, als hij zegt: „Gij fatsoenlijke vrouwen
zijt te iatsoenlijk om iets te begrijpen. Ach God, ik
raak mijn hoofd kwijt' We moeten ons onmiddellijk
terugtrekken, dat spreekt, maar wat moet ik aan mijn
argeiooze, onschuldige doelilers zeggen?
Men heeft ons schandelijk bedrogen.!" En ik heb
toegelaten, dat mijn meisjes dezelfde lucht met dat
menseh inademden, ze hebben met haar gesprokenen
zich in 't openbaar met baar vertoond'"
üe gravin smeekte haar vriendin, haar met haar wel-
méenenden raad bij] te staan, neemt dankbaar af
scheid cn keert in opgewonden stemming huiswaarts.
„Waar zijn mijn dochters?" vraagt ze aan de dienst
bode.
„Bijl Mrs. Smith."
„Ga ze dan dadelijk halen."
Óp datzelfde oogenblik Lreden de meisjes onverwachts
de kamer binnen.
„O Mama, de dingen voor den cotillon op den twee
en twintigsten zijn gekomen, ze zijn verrukkelijk
Plechtig deelt hare moeder nu het groote nieuws
mee: Jullie moogt van bals en van pretjes en van
die Smithen heelemaal niet meer spreken. Die vrouw
is geen fatsoenlijk menschi Jullie moogt geen stap
meer zetten in haar huis en moet je hoofd naar den
anderen kant koeren, als je haar op straat tegenkomt!
De meisjes zijn geheel ontdaan, dat ze dezen in
teressanten omgang moeten opgeven, maar met plich
ten valt niet te spotten. En terwijl ze Vóór den spiegel
J den minachtenden blik jnstudeeren, waarmee ze de
gewaande groote dame willen verpletteren, denken ze
I in haar liart, dat die domoor van een Marchese Teo
doro best een maand had kunnen wachten met zijn
onthullingen't Is nu eenmaal zoo, goede vrien
den heb je enkel om je een pretje te bederven.
Gemeenteraad van Hoogwoud.
Vergadering van den Laad der gemeente Hoogwoud,
gehouden op Donderdag 11 Februari 1909, voorm.
1OV2 uur.
Voorzitter de heer J. Breebaart Dz., Burgemeester.
Afwezig de heer P. Kooij, wegens verhindering.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna lezing
der notulen volgt. Onveranderd worden ze goedgekeurd
1 en vastgesteld.
I Voorzitter betuigt er zijn leedwezen over, dat de
heer liooij wegens 't overlijden zijner echtgenoote ver
hinderd is deze vergadering bij te wonen.
Betreffende het ongevraagd ontslag-besluit van den
Raad ten opzichte van den onderwijzer den heer L.
Hazelhoff aan de Kerkelaan-school, is nog geen goed-
keuring ingekomen. En zoolang er die niet is, blijft
de heer Hazelhoff nog in funelie, want het bedoelde
besluit treedt eerst na daarop ingekomen goedkeuring
in Wérking.
Wel is ingekomen van Ged. Staten eene goedkeu
ring op het besluit in zake de landverhuring in de
Bennemeer.
i Ook kon de kasleening, die de Raad zich voornam,
de goedkeuring van Ged. Staten wegdragen blijkens in
gekomen schrijven,
j Die leening is dan ook bereids aangegaan.
Nog zijn ingekomen eene missive van Ged. Staten,
j benevens eene van Z.Ex. den Minister van Binnen-
I landsche Zaken, waarbij] naar aanleiding van het des
betreffende kieswetsartikel en na ingewonnen advies bij;
Ged. Staten, door Z.Ex. is goedgevonden, dat bij] stem
ming voor leden van den Raad onmiddellijk na afloop
der werkzaamheden zitting door het Hoofdstembureau
7.
En terwijl de eigenares van het pension haar weder
varen verhaalde, aan Iduna, ging het liaar, zooals het
een mensch vergaat, wiens verbeeldingskracht sterker
is dan de werkelijkheidszin. Zulke menschen zetten hun
wenschen in gebeurde feiten om; zij liegen niet met
bewustzijn, maar zij beelden zich in, dat zij de waar
heid spreken.
Omdat zij bemerkt had, dat Peter haar brief had
gelezen, zette zich in haar hoofd de voorstelling
vast, dat zij gedurende zijn bezoek steeds met hem
over den inhoud van haar brieven had gesproken.
Wijl zij begeesterd geweest was, toen zij de brieven
schreef, verbeeldde zij zich maar, dat ook hij ze
met begeestering had gelezen. Dat in werkelijkheid
alleen zij had gesproken, en hij zwijgend, bijna loerend
tegenover haar had gezeten, van dat alles had zij niet
meer de minste bezinning. Menschen zooals zij worden
gesuggereerd door hun eigen stemming; zij hooren
zichzelf spreken en gelooven, dat het de stem is van
een ander.
Alles, wat zij aan Peter over Iduna had geschre
ven. dat had hij haar gezegd. Hij had haar een ware
voordracht gehouden over het meisje, een gloeiende
redevoering was het geweest, en hij was verliefd, ver-
Nefd, ja verliefd op haar, Iduna. In dezen zin berichtte
zif haar vriendin, met een welbespraaktheid, dat de
woordenstroom voor het grootste gedeelte over het
hoofd van het arme kind heenging. Zij was half ver
doofd.
Verdoovend ja, werkte die woordenstroom op Iduna.
'U nam den inhoud van wat de ander tot haar zeide,
voor goede munt aan. Wat een gedachte voor haar,
e®n man toe te behooren, een getrouwde vrouw zijn
een gevoel van angst bekroop haar zij kon zich'
niet voorstellen, hoe zij dat zou kunnen. Het ge
voel van vereering, dat zoo sterk in haar was, had
met verliefdheid niet het minste te maken en gemeen.
Een vrouw echter, die de oogen niet worden toegedrukt
Moor de kleine, zachte hand der verliefdheid, houdt
de oogen wijd open voor de schaamte. Met gebogen
hoofd, gloeiende wangen, zat Iduna daar.
Langzamerhand werd zij kalmer. Uit de- diepte van
haar felbewogen ziel doken langzamerhand weer wat
andere gevoelens op, en haar verstand, dat haar reeds
7.00 dikwijls had gered, als een machtiger gevoel haar
het evenwicht dreigde te doen verliezen, schoot haar
ook nu te hulp.
Een huwelijk ja maar hoe heel anders zou dit
huwelijk zijn als dat, wat men er gewoonlijk onder
verstaat, zoodat men het nauwelijks zoo noemen kon.
Niet een gewoon, zinnelijk, maar een rein geestelijk
naast-elkaar-leven, en onophoudelijk elkaar steunen en
helpen van twee geestmenschen, die beiden zoo goed
wisten, dat zij van het getrouwd-zijn, niet datgene
verwachtte, wat zoovele anderen daarvan verlangden.
Want twee geestmenschen, dat waren zij. Van haarzelf
was zij volkomen zeker, en ook van hem had zij het
immers ervaren, dat hij het was. Zijn ziel had zij
leeren kennen, toen hij haar van zijn geestesgaven had
voorgezet.
En bij dat alles kwam nu nog liet feit, wat zij nu
hoorde van haar vriendin die tegenover haar zat: de
man verlangde naar haar.
Mijn hemel had de schrik haar zoo egoistisch ge
maakt, dat zij had kunnen vergeten het diepe mede
lijden dat zij gevoeld had, toen zij had aanschouwd
de misverhouding tusschen den geest van dezen man
en zijn misvormd lichaam? Als een bewustzijn van.
schuld kwam deze gedachte over haar; het was haar
te moede, als had zij tegenover hem wat goed te ma
ken.
Omdat hij erkend had, dat zij de eenige was die
hem begreep, daarom verlangde hij naar haar; omdat
hij een mensch noodig had, die hem heenhielp over
de gruwelijke tegenstelling in zijn bestaan, en omdat
zij deze mensch was, daarom strekte hij de hand naar
haar uit.
En voor zulk een noodkreet had zij haar ooren kun
wordt gehouden.
Wat den Raad heel wat gemakkelijker voorkomt,
dan zooals voorheen, den volgenden dag daarvoor tij
dig aanwezig te moeten zijn.
Van de Holl. IJzeren Spoorw. Mij:, is een schrij
ven ingekomen, omtrent de overdracht van de aan
deden in de stoomtramweg-Mij. Westfriesland.
Het contract, bevattende de overdrachtsvoorwaarden,
is geteekend en door den Raad teruggezonden, den
29 Januari j.1., dus dat is afgeloopen.
Komt ter tafel eene missive van den Raad van
State, inzake de aanhangige kwestie tusschen N. Nie-
dorp en Hoogwoud over de verordening, (regelende
de jaarwedden en verdere belooning van het onder
wijzerspersoneel) voor hunne gemeenschappelijke school
aan de Irangereis.
Voorzitter deelde mede, dat het niet noodig is ge
acht, eene Raadsvergadering te beleggen voor de be
handeling van dien brief. Het Dagelijksch Bestuur heeft
als nadere memorie en bewijsstukken alle stukken, het
geschil betreffende waarlijk een heel boekdeel
aan den Raad van State toegezonden.
Nu valt er alleen nog af te wachten wat de Raad
van State beschikt.
Van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim
is nevens de mededeeling dat in hare vergadering lot
voorzitter de heer H. van Ree en tot secretaris de
hoer M. de Jong is verkozen, ingekomen oen verslag
over 1908. In d_.it jaar werden vier vergaderingen ge
houden, waarvan drie 0111 de ouders van schoolgaande
kinderen te onderhouden over hun plicht om de kin
deren naar school te zenden.
Voor kennisgeving aangenomen.
Volgt mededeeling, dat er een nalatige belasting-schul
dige is, die weigert zijnen lloofdelijken Omslag te be
talen. Dit zaakje is echter niet blijven rusten, maar
deurwaarder A. J. vart Schoten uit Medeinblik is in
den arm genomen, 0111 in dit zaakje de behulpzame
hand te bieden.
Hij zal op kosten van den nalatige aan 't werk
gaan. We zullen hopen, zegt Voorzitter, dat het zich
tot dit geval beperkt.
Echter is de deurwaarder voor oubepaaldcn tijd aan
gezocht, dus als 't noodig is, kan hij weder optreden.
Eveneens voor kennisgeving aangenomen.
Thans doet Voorzitter mededeeling van een monde
ling verzoek, geuit door den heer Jacob Vetman in
den Groetpolder, die graag zijn kind, dat met Mei
a.s. zijne intrede in de school zal doen, te Aarts-
woud zou willen laten schoolgaan, aangezien het dan
gezelschap heeft aan andere daar schoolgaande kin
deren uit den Boezem. B. en \V„ die 't zaakje be
spraken, zijn er niet tegen, zijn verzoek in te willigen,
vooral omdat er op die school drie leerkrachten zijn.
Maar't breedste komt achterf 12.50 zal jaar
lijks hiervoor als vergoeding moeten worden betaald.
Daaronder is dan ook het schoolgeld begrepen.
Allen zijn' er voor, om op die voorwaarde het ver
zoek toe te staan.
Met intrekking van de vorige besluiten, te dezer zake,
■wordt een ontwerp-besluit ter tafel gebracht, bepalen
de, dat vastgesteld w:ordt
a. voor schoolhoofden, onderwijzers en onderwijze
ressen voor het geven van herhalingisonderwijs aan de
scholen in Kerkelaan, Aartswoud en Weere, eene be
zoldiging van 80 cents per gegeven lesuur;
b. aan schoolhoofden f 15 per jaar voor gegeven
herhalingsonderwijs en
c. dat bij: verhindering door ziekte (hoogstens 2 maan
den) volle belooning zal worden gegeven.
Volgende 2 maanden halve belooning.
En bij! verhindering, langer durende dan 4 maan
den, na het verstrijken der eerste 4 maanden, geen
verdere uitkeering.
De heer Hartog vindt, dat dit besluit verbetering
brengt. I I J
Voorzitter zegt, dat 't daarvoor ook gedaan is: wé
wilden den zieken mensch gezond maken..
Met algemeen© instemming aangenomen.
Nu wordt aan die orde gesteld een, puntje betreffende
de veiligheid in de gemeente.
Ja..,, het is onveilig gebleken te zijn inl Hoogwoud!
Het gevaarlijke element, hier ter sprake gebracht,
is slechts eene.... iersloot.
Wethouder Vijn was ter oore gekomen dat er ie
mand in .dien jervoorraad was terechtgekomen. Dat
geschiedde in de Weere.
En naar aanleiding van dit geval kwam het B. en
W, zeer gewenscht voor, middelen te beramen, om
verder gevaar te voorkomen. Zij] wilden plaatsing van
een ijzeren hek, Daar de af te hekken ruimte onge
veer 60 M. lang is en de kosten 1 gulden per Meter
zullen bedragen, is er ten naastebij! 60 gulden noodig
voor 't zaakje. Doch dit zal afdoende zijn.
De heer Ilartog zou indien mogelijk, liever de sloot
dempen. Niet alleen dat zij' dicht langs den wegloopt,
maar ze bevat ook erg vuil water.
Aan demping blijken echter te voel bezwaren ver-
honden te zijn. En, wil men er later toe overgaan,
dan is een hek toeli noodig. De plaatsing daarvan
wordt ten slotte algemeen goedgevonden.
Thans yiog iets in verband met ontheffingsaanvra-
gen van de Bouw- en Woningverordening.
Een drietal ingekomen verzoeken om gedeeltelijke
ontheffing van het biji art. 35 der Bouw- en Woning
verordening bepaalde, gaven aanleiding tot behande
ling. De verzoekers zijn de heeren Wit, Benit en Smak.
Daar alle drie aanvragen gebouwen betreffen, die
buiten de bebouwde kom zullen komen te staan, wil
den B. en W|. er wel gunstig op beschikken. Ook
de Raad is er algemeen voor, om de gevraagd© ont
heffing te verleenen.
Nu krijgen we den hoofdschotel voor deze vergade
ring, het punt, waarvoor deze hoofdzakelijk is belegd,
n.1. de benoeming van een Hoofd der School in de
Weere, waarvoor zich 16 sollicitanten hebben aange
meld.
Alvorens tot de benoeming over te gaan, wou Voor
zitter gaarne den datum voor in-funetie-treding J>epa-
len. Deze wou spreker op 1 April a.s. stellen.
De heer Vijn wou met het oog op de vacantie 15
April daarvoor aanwijzen.
Voorzitter oppert daartegen eohter financieele bezwa
ren we missen dan een halve maand Rijksvergoe
ding. En daar we evengoed al 3 maanden Rijksver
goeding missen dit jaar, wil spreker zich liever tot
den eereten April bepalen.
Allen voor, behalve de heer Vijn.
De voordracht (alphabetisch), bestaat uil de heeren:
E. H. Leenderts te Rotterdam; ,T. Schaper te Oude
nen sluiten? Zoo diep had zij gevoeld, dat wat van
haaT werd verlangd een offer was, dat zij had verge
ten aan welk soort van een man dat offer moest wor
den gebracht. Wat een lage gedachten had zij gekoes
terd' Het was om zich te schamen!
De pensionsmoeder wier woordenstroom gestold was,
zoodra Iduna het hoofd beschaamd had gebogen, en
stil en zwijgend tegenover haar had gezeten, sprong
bijna verschrikt op: Iduna was plotseling van haar
stoel opgestaan, met die schokkende beweging door
het geheelo lijf. die haar steeds zoo vreemd deed schij
nen .Nu stond zij hoog opgericht voor haar, en zij
zag er anders uit dan gewoonlijk. Het leek wel of zij
in deze weinige minuten nog gegroeid was. De gloed
van haar wangen was verdwenen, haar gelaat was
bleek, doorschijnend, bijna sneeuwwit. En in haar
oogen was een uitdrukking, zoo merkwaardig, dat haar
dikke, onbeduidende vriendin haar verbaasd aankeek.
Zoo iets kon zij zich niet verklaren.
Alleen dat er in het binnenste van Iduna wondere
dingen voorvielen, dat begreep zij. En nu zonder een
woord te spreken, met een bijna plechtigen eenvoud,
trad zij op haar vriendin toe, boog zich over haar heen,
en terwijl zij haar beide armen om haar heensloeg,
drukte zij haar hoofd in een stomme, hartstochtelijke
beweging aan haar hart.
„Juffrouw Iduna," wilde zij zeggen, „liefste vriendin,"
maar de woorden bleven haar in de keel steken. Een
hartstochtelijk snikken bewees haar, dat het nu geen
tijd was om in welgekozen woorden tot deze ontstelde
vrouw te spreken.
Om datgene wat hier werd afgespeeld, geheel in
zijn volle beteekenis in zich op te nemen, daarvoor
was haar natuur te vlak. Maar terwijl zij voelde, hoe
het lichaam dat zij in de armen hield, tot in al zijn
zenuwen sidderde, en schokte van een diep steunend
snikken, kreeg zij er toch eenig besef van, dat hier
een vreeselijke strijd gestreden werd. Daarom wachtte
zij zwijgend af tot het jonge meisje wat kalmer ge
worden was. Zij kon immers wachten, want de vesting
stond toch voor de overgave gereed, dat voelde
zij en bij al het medelijden voor haar lijdende vrien
din vervulde het bewustzijn daarvan haar met verruk
king.
Eindelijk toen zij meende dat haar oogenblik geko
men was. maakte zij de armen, die nog steeds om beur
hals waren geslagen, zachtkens los en bevrijdde zich
uit de omhelzing. Met een weiwillenden glimlach keek
zij in de rood-beschreide oogen. Dan trok zij haar
vriendin naast haar op een stoel. „Liefste, eenigste"
zij drukte haar vleezige hand op de magere vingers
van Iduna en boog zich naar haar toe, om fluisterend
door haar verstaan te kunnen worden: „om over dat
gene heen te komen, wat je nu verontrust, moet ge
maar aan de toekomst denken. Hoe heerlijk en prach
tig zal dat alles zijn, niet waar?"
Dat was in stilte ook de gedachte van Iduna. Zij
knikte, heel even. „Daarom slechts moed, liefste, slechts
moed. En hem" zij schoof nog wat naderbij -
„zult ge ook wat moed geven. Begrijp je hoe ik dat
bedoel?"
Het gelaat van Iduna liet duidelijk genoeg bemerken,
dat zij het niet begreep.
„Het moet den man nog steeds moeilijk vallen, den
beslissenden stap te doen, dat begrijpt ge toch niet
waar? Wanneer ge hem een teeken kondet geven, dat
hij kan komen? Je bent steeds zoo geheel in 't zwart,
gekleed, 7.00 diep in 't zwart in 't zwart kunt
ge wel blijven, ofschoon het bijna reeds een jaar is,
dat uw vader dood is. Maar een weinigje vriendelijk
heid tusschen al die treurigheid. Wat meent ge? Ja?
Een weinigje uitgesneden aan hals en schouders? Ja?
Dat alles is toch mooi en blank en jong; het is dood
jammer, dat alles zoo weg te stoppen. Liefste wan
neer hij de volgende maal de voordracht komt houden,
mag ik dan eerst even bij je komen, om wat toilet
te maken?"
Met beide handen had zij de hand van Iduna vast
gegrepen en drukte die stevig.
„Ik mag komen? Ge zegt ja? Niet waar, gij zegt
ja?" Met een klein lachje om den mond wendde Iduna
zich ter zijde en schudde het hoofd. Doch dat hoofd
schudden beteekende geen weigering, maar alleen ver
bazing. Moest zij het dan steeds weer ontdekken, hoe
al deze menschen den man in 't geheel niet begrepen?
Hoe vreemd was het toch, dat zoodra er van een
man en een vrouw sprake was, allen steeds maar dach
ten aan die gewone gemeenschap. Met een zucht wend
de zij zich weer tot haar vriendin. En deze bemerkte
aan de uitdrukking van haar gelaat, dat zij niet meer