Grepen i Land- en Tuinbouw.
ÏÏT inktvis CÜ.
Biimenlandsch Nieuws.
Donderdag 18 Februari J909
ó3ste Jaargang. No. 4154
ia krjp
FEUILLETON.
SC1ACER
AIigbeei Nieuws-
Ata
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau SCHAGEÜ, Laan O 4.
luiere. Telephoon No. 20.
Uitgevers: TRAPMAN Co,
Prjjs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit één blad.
LVI. Zwavelzure Ammoniak.
De verschillende soorten kunstmest zijn gedeeltelijk
delfstoffen, die meer of minder in fabrieken worden
gezuiverd of door scheikundige behandeling beter op
losbaar worden gemaakt, gedeeltelijk bijproducten van
sommige fabrieken. Als voorbeelden der eerste noe
men we cliilisalpeter, superphosphaat, kainiet, patent-
kali en guano; als voorbeelden der laatste rubriek kun
nen gelden: Thomasslakkenmeel, zwavelzure ammoniak,
beendermeel, schuimaarde en landbouwkalk.
Heden willen we iets mededeelen over den zwavel
zuren ammoniak. Hoe belangrijk deze meststof is, kan
het best afgeleid worden uit de onderstaande cijfers.
De wereldproductie van zwavelzuren ammoniak be
draagt jaarlijks 850 millioen K.G. ter waarde van 125
millioen gulden. Engeland en Duitschland leveren ieder
per jaar 300 millioen K.G. Nederland met België en
Zweden 55 millioen K.G., Frankrijk 53 millioen K.G.
De rest wordt geproduceerd in Amerika, Rusland, Oos
tenrijk, Italië enz.
De zwavelzure ammoniak is een bijproduct der gas
fabrieken. Slechts kleine fabrieken maken geen zwavel
zuren ammoniak, maar verkoopen het gaswater aan
grootere zusterinstellingen of laten het, als de trans
portkosten te hoog worden, als afvalwater wegloopen.
Het gas wordt verkregen uit steenkool. Deze brand
stof is ontstaan uit bosschen, die in lang vervlogen
eeuwen welig tierden op de plaatsen, waar nu steen
kool te vinden is. De vorming van hoogveen op heide
velden en die van laagveen in ondiepe plassen is een
dergelijk proces uit den lateren tijd. De steenkool
is dus evengoed als de turf afkomstig van planten.
Aangezien alle planten stikstofverbindingen bevatten,
is het geen wonder, dat er in de steenkool nog zulke
verbindingen aanwezig zijn.
Gaat men plantaardige of dierlijke stoffen sterk ver
hitten, dan komt een deel der stikstof daaruit vrij in
vereeniging met waterstof, waarmee het een gas vormt,
dat ammoniak genoemd wordt. Houdt men een fleschje
met „geest van ammoniak" onder den neus, dan maakt
men kennis met het prikkelende ammoniakgas.
Aan eene gasfabriek worden de kolen in lange buizen
van vuurvasten steen sterk verhit in ovens. Alles wat
bij die groote hitte kan vervluchtigen als gas, teer,
ammoniak, enz. gaat uit de retorten, waarin slechts de
bekende cokes als restant der kolen achterblijven. Het
ruwe gas wordt allereerst afgekoeld, waardoor de teer
hoofdzakelijk wordt afgescheiden en vervolgens gewas-
schen in een reservoir met cokes gevuld, waarop
voortdurend water gesproeid wordt. Dit water lost den
ammoniak op en vloeit weg in een put. Het gaswater
is aan verschillende fabrieken ongelijk van samenstel
ling; het stikstofgehalte varieert van Y* tot 1 procent.
Gaat men het gaswater in een toestel koken met be
hulp van kalk, dan wordt de ammoniak weer vluchtig
en ontwijkt door een buis, die uitmondt in een looden
kuip, waarin sterk zwavelzuur is.
Deze twee stoffen, de ammoniak en het zwavelzuur
vereenigen zich tot een zout, dat den naam draagt
van zwavelzuren ammoniak. Als dit zout geheel zuiver
is, ziet het sneeuwwit en bevat ruim 21 pet. stikstof.
Het ruwe handelsproduct is meestal bruinachtig van
kleur en houdt ongeveer 20 pet. stikstof. De prijs schom
melt tegenwoordig tusschen 16 en 17 gulden per 100
K.G.
Goede zwavelzure ammoniak moet vrij zijn van bij
mengsels, die de gewassen kunnen vergiftigen n.1. rho-
daan- en cyaan-verbindingen alsmede zoo goed als
geen vrij zwavelzuur meer bevatten.
De landbouwer bemest den grond, opdat de plan
ten steeds over drie voedingsstoffen, stikstof-, pnos-
phorzuur- en kali-verbindingen kunnen beschikken. Hij
gebruikt voor de stikstofbemesting: stalmest, ier, 'chili
of zwavelzuren ammoniak.
Door proefneming heeft men bevonden, dat de plan
ten de stikstof het best opnemen en voor haren groei
gebruiken als ze in den vorm van salpeter in. den
bodem te vinden is.
Door de werking van verschillende soorten bacteriën
Door
ERNST VON WILDENBRUCH.
in den grond, zooals rottingsbacteriën en salpeterzuur-
bacteriën worden stalmest, ier en ammoniak-zouton ver
anderd in kalksalpeter. Dat cliilisalpeter zoo vlug
werkt, is nu gemakkelijk :le begrijpen. Deze kunst
mest is voor de voeding der planten kant en klaar.
Omdat zwavelzure ammoniak eerst omgezet moet
worden in salpeter, werkt deze stof in den regel ge
leidelijker dan chili; waarom men er dikwijls voor
langzaam groeiende gewassen de voorkeur aan geeft,
b.v. voor de teelt van late aardappelen en late kool
soorten.
In sommige gronden, vooral in zulke die arm zijn
aan kalk gaat de .salpetervorming uit zwavelzuren am
moniak met snel genoeg en geeft chili geregeld een
beter resultaat. Op heel wat gronden gaat dit in den
zomer gemakkelijk en blijkt zwavelzure ammoniak een
even goede meststof te zijn als chili.
Daar het slikstofgehalte van zwavelzuren ammoniak
20 p.Ct. bedraagt en dat van chili slechts 15 p.Ct.,
volgt hieruit dat 75 K.G. zwavelzuren ammoniak in
slikstofgehalte gelijk staan met 100 K.G. chili. Indien
de chili f 13.50 per 100 K.G. kost en de zwavel
zure ammoniak f 16.50 per 100 K.G., dan koopt
men 15 K.G. stikstof voor f 12.37' als men zwavel
zuren ammoniak neemt en voor f 13.50 als men chili
aanschaft.
Toch kan men niet met zekerheid zeggen, dat het
voordeeliger zal zijn zwavelzuren ammoniak te koo-
pen. Tiet best is, dat men door vergelijkende bemesting
met deze stoffen op zijn eigen land proeven jieemt
bij; verschillende gewassen, op zandgrond b.v. bij'rogge.
Zelden is eene stikstofbemesting noodig bij het zaaien
der rogge in den herfst, daarom geve men deze mest
stoffen in het voorjaar. De zwavelzure ammoniak strooit
men in eens, doch de chili, die door veel regenwater
uitspoelt, liever in twee of drie keer.
In verschillende provinciën van ons land zijn proe
ven genomen ter vergelijking van chili en zwavelzu
ren ammoniak. In het meereiideel der gevallen was
chili voordeeliger. Er zijn echter gewassen, zooals late
aardappelen en late koolsoorten, waarbij zwavelzure
ammoniak zeer gunstig werkte.
In Duitschland neemt het verbruik dezer kunstmest
stof sterk toe. In 1896 was het verbruik 100 millioen
K.G. en in 1907 reeds 270 millioen K.G. dus nage
noeg 3 maal zooveel, daarentegen steeg het cliilisal
peter gebruik daar te lande van 450 millioen K.G. in
1895 tot 520 millioen K.G. in 1905 derhalve slechts 15
percent.
Over de aanwending van zwavelzuren ammoniak
meldt de „Deutsche Ammoniak-Verkaufs-Verein.,
Bochum", tiet volgende. De wintergewassen krijgen den
zwavelzuren ammoniak als overbemesting zoo vroeg
mogelijk in het voorjaar, b.v. van half Februari tot
het einde van April en wel in eens. De aan te wenden
hoeveelheden zijn voor tarwe 100 -250 K.G. perH.A.,
voor rogge 100—200 K.G., voor wintergerst 70—150
K.G., voor winterkoolzaad 160—250 K.G. en voor gras
land 110—200 K.G. (in Februari of Maart in eens
uit te strooien.))
Voor bemesting van de zomergewassen wordt de raad
gegeven den zwavelzuren ammoniak tijdig uit te strooi-
eh, op zwaren grond 3 of 4 weken vóór het zaaien
en op lichten grond 8—14 dagen.
liet zout moet niet onder geploegd worden doch in-
geëgd, daarom zaait men het breedwerpig over het
geploegde land.
Voor zomergerst kan men nemen 70—150 K.G. per
II.A.; voor haver 100—200 K.G., voor voeder- en fa-
brieksbielcn 250—400 K.G., voor aardappelen 200 tot
300 K.G.
Men heeft zich bij het nemen van proeven niet aan
de gegeven hoeveelheden te houden. Menigmaal zal
blijken, dat minder of meer financieel voordeeliger uit
komt. Vooral verzuime men niet vooraf na te gaan,
of chili op zijne landerijen niet meer geëigend is dan
zwavelzure ammoniak. Voorzichtigheid in de keuze
dezer dure meststoffen is iedereen ten zeerste aan te
bevelen.
Het is een zaak van belang biji de aanwending van
chili en zwavelzuren ammoniak, dat men verzekerd
is, dat er ruim genoeg phosphorzuur en kali in den
grond aanwezig is. Heel dikwijls zal het dus noodig
j zijn met 400—800 K.G. superphosphaat of 4001000
K.G. slakkenmeel te bemesten en op lichten grond bo-
vendien met 400—1000 K.G. kaïniet of 200—400 K.G.
patentkali.
Wie zoo verstandig is op elk stuk land een viertal
eontfölc-veldjes aan te leggen om de behoefte van
den grond te leeren kennen, zal de bemesting het
voordeeligst kunnen inrichten. Zwavelzure ammoniak
kan voor het uitstrooien vermengd worden met super
phosphaat, zelfs is ammoniak-supor oen gewone han
delsmeststof. Zij wórdt aangeboden met 7 p.Ct. stik
stof en 9 p.Ct. phosphorzuur en bestaat dan uit i/s
zwavelzuren ammoniak en 8/3 super; ook met 5 p.Ct.
stikstof en 10 p.Ct. phosphorzuur is te koop en ook
al met 3 p.Ct. stikstof en 12 p.Ct. phosphorzuur.
In een prijscourant vind ik genoteerd zwavelzuren
ammoniak 5 f 16.50 per 100 K.G., 14 p.Ct. super
5 f 3.20 per 100 K.G. en ammoniak super met 7 p.Ct.
stikstof en 9 p.Ct. phosphorzuur Af 8.50 per 100 K.G.
Rekent het maar eens uit, dan zult ge zien, dat dit
bijna f 1 per 100 K.G. te duur is. Zulk een gemengde
meststof is dus niet aan te bevelen. Men koope daar
om geen ammoniak-super, kali-super of kali-thomas,
veelal kali-phósphaat genoemd. De eenig ware weg is
iedere meststof afzonderlijk aankoopen. Wil men ze
zelf dooreenmengen even voor het uitstrooien, goed,
mits het zorgvuldig geschiede.
Men kan echter niet alles dooreenroeren. Om voor
ditmaal te blijven bij den zwavelzuren ammoniak,
deel ik mede, dat deze nooit vermengd mag worden
met kalk of met slakkenmeel, (dat steeds veel kalk
bevat), want deze kalk jaagt er den kostbaren ammo
niak uit. Super doet dit niet, omdat ze zuur is en
daardoor ammoniak bindt.
Wanneer men zwavelzuren ammoniak koopt, han
delt men verstandig als men een monster laat onder
zoeken aan het Rijkslandbouwproefstation te Hoorn.
Vereenigingen doen dat wel geregeld, doch parti
culieren moeten hetzelfde doen. Koopt men van een
handelaar staande onder Openbare Contröle der Rijks
landbouwproefstations een partij; kunstmest van f 25 of
meer, dan geschiedt dit onderzoek kosteloos, mits men
de bepalingen in acht neemt. Deze staan gedrukt op
de achterzijde van den garantie-brief, dien de hande
laar verplicht is bij elke partij van f 25 of meer te
zenden. Het veelvuldig onderzoek is in het belang van
den kooper, doch evenzeer van den eerlijken handel,
daar de knoeiers bij scherpe contröle hun oneerlijke
praktijken niet knnnen volhouden.
D. E. LANDMAN.
7.
Iduna was het volstrekt niet vroolijk te moede, en
zij verlangde dan ook niet naar het gezelschap der
andere dames. Haar optreden had Peter verbaasd, dat
stond vast misschien was hij meer dan verbaasd ge
weest, ontgoocheld1 En had hij ook niet volkomen ge
lijk? Wat was dat voor een bespottelijke vertooning
geweest? Had zij niet den ganschen avond bemerkt
hoe verlegen en gedwongen de man geweest was? Nu
was er, toen zij beneden in de vestibule stonden, een
gelegenheid geweest, om zich uit te spreken, nu had
hij verwacht, dat zij spreken zou, hem door een woord,
een teeken, een aanduiding hem het spreken mogelijk
zou hebben gemaakt, en in plaats daarvan had zij
in een kinderachtige opwelling zich zoo bespottelijk
gedragen. Ja, hij had het moeten merken, dat zij op
dat oogenblik een zekeren angst voor hem had gevoeld.
Maar zij had tegenstand daaraan moeten bieden en
zich niet zoo er aan moeten overgeven. Dat was haar
Plicht geweest. Jawel, haar plicht tegenover dezen mis-
deelden man, dien zij helpen moest, moed moest in
spreken en tegemoetkomen, zij moest het eerste en
beslissende woord spreken. Mijn God, mijn God uit
den toon zijner stem had zij immers vernomen, met
wat voor gevoelens hij tegenover haar had gestaan; hot
bij zich in haar bedrogen had gevoeld. Ilij had haar
v°or een verstandige vrouw gehouden, en hij had haar
«ezien a[s een zwakkeling die hem onwaardig was. En
dat was nu de laatste voordracht, vermoedelijk de
'natste maal dat zij samen waren geweest. Of zij nu
Wel weer een gelegenheid zou krijgen om dien ongun-
nHgen indruk weer goed te maken? Schrijven wilde
by - dat had haar vriendin gezegd maar of hij
chrijven zou? En wanneer hij het deed, wat zou hij
an wel schrijven? Dat hij zich in Juffrouw Schneide-
and had vergist en zoodoende zich terugtrok. Daarmee
°u alles uit zijn, en door haar eigen schuld. Door
I ^Vieringen.
Voor de lichting 1910 der Nat. Militie zijn ingeschre
ven 24 manschappen.
Wieriugen.
Bij den landman Jacobus Doves heeft een schaap
j reeds 2 lammeren geworpen. Een drukkere tijd voor
j den boer door de lammerenteelt is aanstaande.
Wieringen.
De alhier gehouden collecte ten behoeve der wedu
we van den verongelukten visscher D. Takes heeft op
gebracht f 850.95.
Koegras.
Dinsdagmorgen geraakten paard en wagen van den
heer C. Klaver bij de kaasfabriek „de Eendracht" te
water. Met verlies van wat melk en na vrij wat moeite
gelukte 't, alles weer op 't droge te krijgen.
Winkel.
1 De levering van onderhoud sgrint gedurende 1909
is door B. en W. opgedragen aan den heer P. Messe-
laar te Alkmaar.
Winkel.
i Voor plaatsing op de kiezerslijst 1909-1910 hebben
zich aangemeld: 2 belastingbetalers uit andere gemeen
ten, 2 spaarbankkiezers, 1 huurkiezer, 1 kiezer onver
deelde nalatenschap, 34 loonkiezers en 9 loonkiezers
als inwonende zoon, totaal 49 kiezers.
Winkel.
De levering van schoolbehoeften voor het jaar 1909
is gegund aan den laagsten inschrijver, den heer W.
C. Meilink te Zutphen.
Winkel.
Op Zondag 21 Februari a.s. zal de rederijkerskamer
„Aurora" te Winkel, in de kolfbaan van den heer J.
Moejes aldaar, een uitvoering geven ten bate der
Staatspensionneering.
haar eigen schuld!
Zoo vervolgde haar het zelfverwijt den ganschen
avond, tot half den nacht, en in den slapeloozen nacht
overwoog zij het plan, een der volgende dagen Berlijn
te verlaten en in haar landelijke eenzaamheid weer
terug te keeren. Een leven had haar voor de deur ge
staan, dat haar zou opheffen, en beschaven, ja, dat
haar een wonderbare geestelijke ontwikkeling bood,
en dat had zij weggeworpen! Nu kon zij in de een
zaamheid verdorren en verjammeren, dat was de boete
die zij zichzelf had toegedacht.
Maar haar besluit kwam niet tot uitvoering.
Den volgenden namiddag, nadat de beide vrouwen in
den morgen elkaar schuw uit den weg waren gegaan,
trad de vrouw des huizes de kamer van Iduna binnen,
met een gezicht, waarop een groote gebeurtenis stond
te lezen. Op haar bij dergelijke plechtige oogenblikken
gebruikelijke wijze, naderde zij Iduna met wijd-uitge-
spreide armen en drukte haar aan het hart.
„Hij heeft geschreven," fluisterde zij.
Iduna werd bleek tot haar lippen.
„Hij doet aanzoek om je," voegde zij haar toe. Dan,
alsof zij aan het eind harer krachten was, zonk zij
op een stoel, de oogen op Iduna gericht: „Wat zegt
ge ervan?"
Iduna'zeide niets; star en bleek als een wassen
beeld stond zij voor haar.
Nu haalde de pensionsmoeder den brief uit haar
zak. Op een teeken van Iduna las zij haar den inhoud
voor.
De inhoud was. dat Peter Aichschnitzer haar zijn
plan meedeelde om juffrouw Schneideband te vragen
zijn vrouw te worden en of zij zoo goed wilde zijn
deze dame met zijn voornemen in kennis te stellen.
Hij zelf, stond er aan toegevoegd, was in die zaken
zoo onbeholpen, dat hij geen anderen weg wist. dan
den schriftelijken. Wanneer zij geloofde dat zijn aanzoek
gehoor zou vinden, zou zij hem een teeken geven
dan zou hij komen.
Langzaam nadat zij den brief had gelezen vouwde
zij hem samen en stond op. Weer sloeg zij haar ar-
Imen om haar vriendin:
1 Juffrouw Iduna, lieve vriendin, moet hij komen.'
Heel dicht aan haar oor, alsof zij het Iduna meende
te moeten besparen luid te spreken, had zij deze vraag
gedaan. Het antwoord liet eenigen tijd op zich wach
ten. Eindelijk kwam het, nauwelijks verneembaar, als
een zucht: „Ja."
„Engel!" riep de oudere dame. Haar plechtigheid was
als door een stormwind weggevaagd; zij rukte haar
vriendin stormachtig naar zich toe en drukte haar
wulpschen mond op de smalle lippen, die zooeven zoo
zacht hadden gesproken. Nog eenmaal en nog eens
kuste zij Iduna, dan wendde zij zich naar de deur;
zij had nu zooveel gewichtigs te doen. Bij de deur
draaide zij zich nog eenmaal om:
„Hadt gij gedacht, dat hij zou komen?"
Iduna keek voor zich heen, zonder den sehelmschen
blik te beantwoorden, waarvan deze vraag vergezeld
ging. Haar was het zoo ernstig te moede. De gedachten
kwamen weer, die haar gedurende den nacht hadden
gekweld. Alle moeilijkheden waren nu opgeheven door
de voornaamheid en hoogheid van den man, die
alles verstond en alles begreep. Hij was nog voornamer j
en verhevener dan zij had gedacht. Van nu af zouden
die kinderachtigheden bij haar niet meer voorkomen.
Een gezellin te zijn, een vriendin, voor wie maar
een doel bestond, den man waardig te zijn, aan wiens
zijde zij door het leven zou gaan, hem te helpen waar
hij hulp noodig had, hem te verstaan, zoo ver zij hem
verstaan kon, zich aan hem aanpassend, in zwijgende
bewondering en aanbidding, dat zou de groote inhoud
van haar volgend leven zijn.
Op den daarop volgenden dag verscheen Peter Aich
schnitzer in het pension. Hij werd in het cabinet van
de vrouw des huizes ontvangen, en daar had een kort
gesprek plaats. Dan stond de dame op om Iduna van
de aanwezigheid van den grooten man melding te ma
ken.
„Wenscht u met haar alleen te zijn?" vroeg zij
even voor het verlaten van de kamer.
„Neen," antwoordde hij kort en beslist.
Iduna had wel reeds vernomen, dat de groote man
gekomen was. Toen haar vriendin bij haar binnen
trad zat zij op een stoel; de armen hingen slap langs
haar neer, zij was zoo bleek dat men den indruk kreeg
als schitterde haar bleeke huid door haar zwart ge
waad heen.
„Wil je komen? Hij is daar," zeide haar vriendin
met zachte pressie.
Gehoorzaam als een schoolmeisje stond Iduna van
haar stoel op.
„Wilt ge met hem alleen zijn?" vroeg de vriendin,
terwijl zij Iduna onder den arm nam.
„Neen," en met een greep, zoodat de ander haar
nagels in haar vleesch voelde dringen, pakte zij de hant
van de huisvrouw.
„Het is zoo dwaas," mompelde zij „het komt
weer."
Het gevoel van angst, evenals dien avond in de
vestibule kwam weer. „Laat mij een oogenblik tot mij
zelf komen" zij bleef staan; men zag hoe zij wor
stelde met zichzelf om haar bedaardheid te herwinnen.
Toen zij den drempel van het cabinet overschreden,
was zij weer bedaard. Terwijl zij de zachte gevoelens
die haar bestormden meester bleef, strafte deze over
winning zichzelf, want terwijl zij tegenover hem stond
was zij nog hoekiger en stijver dan anders.
Peter Aichschnitzer stond midden in de kamer.
Niet in staat een woord te zeggen, liep zij met
moeite op hem toe en reikte hem de hand. Zonder
een woord te zeggen nam hij haar hand in de zijne
en drukte die zacht.
En op deze wondere manier verloofden deze beide
menschen zich met elkaar.
Heel vlug schoof de dame des huizes een paar stoe
len naderbij, zoodat zij met hun drieën weldra in een
intiem kringetje bij elkaar zaten. Zij voelde heel duide
lijk, dat zij deze beide menschen een dienst bewees,
door hen niet met elkaar alleen te laten. Een oogen
blik duurde nog het pijnlijke zwijgen. Dan had Peter
evenwel zijn zekerheid van handelen terug.
„Ik hoop," zeide hij lachend, terwijl hij zich tot
de bemiddelaarster wendde. „U zult mij bij onze vrien
din verontschuldigen, als ik mij niet buitengewoon ge
schikt toon. Wanneer men een zekeren ouderdom heeft
bereikt, kan men och hoe zal ik het uitdrukken
in plechtige oogenblikken als dit, wat moeilijk zich
bewegen. Bovendien-wanneer men voortdurend aan het
werk is," hij richtte een vriendelijk lachje tot Idu
na „maar over mijn arbeid mag ik hier eigenlijk niet
spreken?"
„O ja, doe dat wel!" Met haar gansche bovenlijf
boog Iduna zich naar hem toe. „Ik hoor niet liever,
dan over uw werk."
Het was de waarheid wat zij zeide. Als een verlos
sing was het haar, dat hij over zijn geestelijken arbeid
begon. Zoo beklemd was het haar te moede geweest,
dat zij vergeten was, waarom zij zich met dezen man
had verloofd. Gode zij dank nu wist zij tiet weer.
I I I I
I I
Wordt vervolgd.