DE INKTVISCH. TWEEDE IU,A7>. Gemengd Nieuws. 53e Jaargang. No. 4455. Zaterdag 20 Febr. 1909. Bekendmakin e n Bmneulaudsch Nieuws. FEUILLETON. tiemoeiite SCUAOKN. o— er zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op ge- Inrichtingen, welke gevaar, schade of hir.der kunnen veroorzaken. Burgemeester cn Wethouders der Gemeente Scha ften brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente secretarie ter inzage ligt een verzoek mét bijlagen van S.do Vries te Schagen, om vergunning tot het oprich ten van eene huidenzouterij: in het perceel gelegen aan de Molenstraat, kadastraal bekend in Sectie C, No. 894. Op Donderdag, den 4 Maart 1909, des voormid dags te elf uren, zal ten Raadhui ze gelegenheid beslaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling ion schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake ingekc van nek vestigd, (dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het Gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Schagen, den 18 Februari 1909. Burgemeester en 'Wethouders voornoemd, De Burgemeester, II. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. Hoogwoud. De jongeheer M. H. P. van der Veen, leerling op de kweekschool voor Electriciens le Amsterdam, is bevorderd tot de 5e klasse. Waard en Groet. De heeren K. Breebaart Jz. te Winkel en P. Laten- stein te Zaandam, zijn weder herkozen als Hoofdin gelanden van den polder Waard en Groet. EnkhuizenStavoren. De veerponten tusschen Enkhuizen en Stavoren heb ben den dienst hervat. Voor den dag met den naam! In „De Ned." kwam dezer dagen het bericht voor dat de moderne kerkeraad van een ten deele recht zinnige gemeente in Friesland besloten zou hebben een hem toebehoorende boerderij1, welke een rechtzin nige boer ongeveer 30 jaar bewoond heeft, niet lan ger voor dezen beschikbaar te stellen. Deze zaak is het onderwerp geweest van een twist geschrijf tusschen liet „Hervormd ZondagsbLad" (or gaan wan de Friesche Predikantenvcreeniging) dat het eerst ervan melding heeft gemaakt, en het „Week blad voor de Vrijzinnige Hervormden", dat de vraag deed: „In welk Friesch dorp gebeurde het?" De redacteur van het Zondagsblad wit den naam van het dorp niet noemen. Hij; deelde alleen mede, dat in een dorp dicht grenzend aan liet dorp waar deze gebeurtenis zich afspeelde, iets dergelijks had plaats geluid. Daar staan twee nieuwe arbeiderswonin gen, door een orthodoxen predikant gebouwd, omdat de vrijzinnige kerkvoogden niet duldden dat in kerk voogdijwoningen menschen woonden, die niet beslist met de modernen meestemden. Hierop wordt door het "Weekblad voor de Vrijzin nig Hervormden" nogmaals verklaard, dat het de zaak niet in het duister wit behandelen. En de eisch wordt herhaald: Voor den dag met den naam! Logische paradox. ..De Hagenaars zijn leugenaars"' Zóó sprak onlangs een Hagenaar, Oodc hij: was dus een leugenaar, Doch, was hij zelf een leugenaar (Dit, dunkt me, is duidelijk klaar,) Dan waren ook de Hagenaars, Niet wat hij zei geen leugenaars; En waren nu de Hagenaars (Dit volgt er uit) geen leugenaars, Dan was ook hij: geen leugenaar; Maar, was hij zelf geen leugenaar Dan waren (dit is ook weer klaar) Wel degelijk de Hagenaars, Zooals hij' zeide, leugenaars. Feestvieren. Men deelt mede dat zich in Den Helder een co mité van militaire en burgerlijke autoriteiten heeft ge vormd, om, na de blijde gebeurtenis, een grooten feestdag voor de ingezetenen te organlseeren. Het hoofdmoment van dien feestdag zal zijn een uitvoering van alle zang- en muziekverenigingen te zamen, onder leiding van den hr. M. II. van ,'t Kruijs, uil s-G raven hage, die daartoe bereids uitge- digd is. Een oud-Hollandsch gebruik. Ier gelegenheid van de door 11. M. de Koningin te verwachten heugelijke gebeurtenis, heeft mevrouw I jaden Modders, van de bekende philantropische spijs- kokerij enz. De Metropool, te 's-Gravenhage, het denk beeld opgevat, om met haar dochtertjes aan dc arme kinderen van Den Haag en Seheveningen beschuiten met muisjes uit te deelen op den blijden dag. De landbouw in Friesland. Men schrijft uit Friesland aan de N. 11. Ct. Zoo in één provincie van Nederland, dan heeft de ont wikkeling van landbouw en vee teel!, met alles wat daar toe behoort, in de laatste jaren in Friesland' een hooge vlucht genomen. Voor een groot .gedeelte fs dit wel lo danken aan de Friesche Maatschappij van Land bouw, die nu eenige jaren geleden haar gouden jubi leum mocht vieren, maar tevens aan de Krachtige be vordering van genoemd hoofdbestaan in Friesland door het gewestelijk bestuur, dat nu reeds sedert lang jaar op jaar weinig minder den f 10.000 tot genoemd doel uit de prov. fondsen verstrekt. Daarbij; komt het landbouw-onderwijs, tot het ontvan gen waarvan al meer en meer op tal van plaatsen in <le provincie, mede door toedoen van genoemde Maatschappij, de gelegenheid wordt gegeven. Zoo zijn er thansop 20 plaatsen een cursus uitsluitend voor landbouwerszoons, waaraan door meer dan 300 jon gelingen wordt deelgenomen; op 9 plaatsen een cur sus voor volwassenen in bemestingspcocven; op 2 plaat sen een cursus voor volwassenen in de behandeling van het grasland; op 1 plaatsen e.n cursus voor volwas senen in de gezondheidsleer van liet vee;- op 15 plaat sen een cursus in paarden- en veekennis; op 3 plaat sen. een cursus in het landbouw-boekhouden. Al deze cursussen, worden door het Rijk gesteund met tezamen f 7200 °s jaars. Bovendien zijn er te Leeuwarden een landbouw- cursus voor onderwijzers en vanwege genoemde Maat schappij: 3 cursussen voor melkonderzoek; voorts op 5 plaatsen een cursus voor liet personeel van zui velfabrieken, uitgaande van den bond van coöpera tieve zuivelfabrieken in de provincie, op 2 plaatsen een cursus voor .hoefbeslag, uitgaande van de ver- eeniging Het Friesch Paardenstamboek, geldelijk ge steund door het Rijk en de provinciale regelingscom missie voor de paardenfokkerij; in de provincie. Vanwege het llijk zijn er nog 2 inrichtingen; de landbouw-winterscliool te Leeuwarden, die jaarlijks door vele jongelieden uit den omtrek wordt bezocht, en de xuivelschool te Bolsward, van welke dit laat ste niet kan worden gezegd. Het gemiddelde getal leer lingen dezer school is niet meer dan 15. De fout ligt in de plaats, waar deze school is gevestigd. Zoo als men wel zal weten, was Leeuwarden liet middel punt der provincie, er voor aangewezen. Ware hier aan gevolg gegeven, dan zou de school zeker tot bloei zijn gekomen. Door verschillende invloeden werd ten slotte Bolsward er voor gekozen, maai- nu lijdt de school ook een kwijnend bestaan, wat dadelijk werd voorspeld toen het w ijzigingsbesluit was genomen. Kolhorn. Woensdagavond j.1. vergaderde ten huize van den heer P. Rempt alhier onze Vrijzinnige Kiesvereeni- ging. De voorzitter, de heer K. Breebaart Dz., opende de vergadering met een woord van hulde aan het af getreden Raadslid den heer P. de Zeeuw cn hoopte, dat de vereeniging heden avond een candidaat zou mogen, aanwijzen, in slaat dc plaats van den hr. De Zeeuw met cere in te nemen. Nadat de notulen onveranderd waren goedgekeurd, ging men over tot het eerste punt der agendaregie- inentswijziging. Bijl meerderheid van stemmen werden dc volgende wijzigingen aangebracht lo. inzake btaalspcnsionneering verklaart de ver- j eeniging zich voor Staatspensioen zonder premiebeta ling voor behoeftige mannen en vrouwen. 2o. Een gemeenteraadslid mag geen zitting hebben in het bestuur der kiesvereeniging. De voorzitter, tevens lid van den gemeenleraaad, ver- i klaarde zich bereid dadelijk hel presidium neer te leg- gen. De vergadering vond dit voor dezen avond niet noodig. Daar de uitgebreide discussies veel tijd hadden ge vorderd, gat de voorzitter iu overweging de reglements wijziging voorloopig te staken en over te gaan tot ver kiezing van een candidaat. Na langdurige bespreking werd besloten van de gewoonte at te wijken en twee candidaten le stellen. Als zoodanig werden aangewe zen de heeren J. Kistemaker Jz. en J. Dikstaal. Bei den verklaarden zich bereid de candidatuur te aan vaarden. Ter vergemakelijking liet de voorzitter eene candidntenlijst voor de aangewezen heeren rond gaan, doch nu liloek, dat slechts 5 léden genegen waren deze lijst te teekenen, niettegenstaande de candidaten respec tievelijk met 16 en 15 stemmen de meerderheid be haalden. Beide candidaten, diep gegriefd door zulk eene handelwijze, bedankten voor hunne candidatuur. Langzamerhand verliep de vergadering. De over- blijvenden (besloten voor Zaterdag 20 Febr. de leden te convoceeren tot eene vergadering ter bespreking van ontbinding der vereeniging. Staande de bijeenkomst had nog bet bestuur, bij monde van den voorzitter medegedeeld, dat het en bloe zijne functiën nedcrlegde. De aap als dief. Sedert eenige dagen werd er in dc groote maga zijnen van Parijs een man opgemerkt, die maar rond slenterde (zonder iels te koopen. Waar hiji voorbij gekomen was daar werden telkens voorwerpen van de uitstallingen vermist. Nu zijn er in de groote Pa- rijsche magazijnen altijd inspecteurs van politie, die op dieven loeren. Maar dezen verdachten slenteraar had den zij maar niet kunnen betrappen. De lieer Hamard werd gewaarschuwd. Twee inspecteurs van den vei ligheidsdienst werden bepaaldelijk belast met het be spieden van dat individu. Dinsdagmiddag hebben deze inspecteurs het raadsel ontdekt. Zij: zagen in een der magazijnen aan den rechter Seine-oever een man, die voor alle kijktafels even bleef staan, en dan weer doorliep. Bij de juweelkasten sprak liij een bediende aan en vroeg naar de prijzen van verschillende kost baarheden. De inspecteurs hielden de oogen niet van hem af. En daar op eens zien zij, uit den zak van 's mans overjas het kopje en armpje van een aap te voorschijn komen. De apenhand deed een greep in de halfopen vitrine en in een oogwenk was de heele verschijning weer in den zak verdween. De bediende, druk in gesprek met den bezoeker, merkte er niets van. De bezoeker, die aan de bewegingen in zijn zak gevoeld had, dat zijn kameraadje zijn slag geslagen had, bedankte den bediende beleefd voor de inlich tingen, en liep door. De inspecteurs vonden het ge val te mooi om dadelijk in le grijpen en lieten hun prooi doorloopen. Voor de afdeeling kantwerken bleef hij opnieuw staan, liet zich prachtige kanten uitpak ken. Weer kwam het apenliandje te voorschijn en een rolletje kant verdween in den overjaszak. Daarop gingen de inspecteurs naar den bezoeker loe en verzochten hem, mee te gaan. Buiten dc deur, op straat, (namen zij hem in hechtenis. Ook het aapje werd in hechtenis genomen ondanks zijn tegenspartelen. Do eigenaar van den aap heet Miguel Anderval. Hij is een man van tegen dc 50 jaar, kunstemaker van beroep, geboortig uit Mexico. Het reizen in Japan. In liet Maartnummer van de „Süddeutsclie Mo- natshefte", dat nog moet verschijnen, vertelt de be kende katholieke geleerde professor Joseph -Schnitzel- van zijn reis naar Japan. Aan z'jn belangwekkend ver haal is het volgende ontleend Hoe prettig en aangenaam is liet in een coupé van een Japanschen spoorweg, waarin men zoo voortreffe lijk zit' Langs de zijwanden zijn beklecde banken, waarop de Japanners, naar 's lands gebruik, dc boenen gekruist, het zich gemakkelijk gemaakt hebben. En als ze uit vreemden mond dc .schoonheden van hun mooi land te hooren krijgen, dan sloven ze zich uit om den vreemdeling diensten te bewijzen en aange naam te zijn. De een slaat een stuk rijstkoek af, de ander biedt u fruit aan, een derde geeft een Engel- sche courant. Men merkt telkens zaken op, die navol ging verdienen. Zoo is op elk station de naam van liet eerstkomende station aangegeven; zoo vindt men aan ieder slation een groot bord, waarop in duidelijk leesbaar schrift iu het Japansch en in liet Engclseh de bezienswaardigheden van de plaats en haar omgc- •ving en de afstanden vermeld staan. Zelfs aan dc kleine stations zijn couranten, fruit, tabak, dranken en spijzen te verkrijgen en daarbij is ook rekening gehouden met den smaak van vreemdelingen voor wie er houten kistjes met broodjes, ham, kaas, eieren en zout in voorraad zijn. Betrouwbare pakjesdragers nemen den reizigers, als de trein nog nauwelijks stil staat, hun bagage af en helpen hen bij: het inruilen van kaartjes. Tijdens de reis loopcn opmerkzame jongens door de waggons eerste en tweede klassen, stoffen de banken af, maken den vloer schoon, borstelen de reizigers af en brengen op verlangen thee en andere ververschingen. En dan de buitengewone goedkoopte van het reizen in Japan! Voor een veertienurige reis met een sneltrein betaal den wij: 3 yen 93 sens, dus ongeveer f 4.80, terwijl bijv. het kortere traject Mimehen—Weenen f 17.31 kost. In het teeken der slang. Uit (Parijs komt het bericht, dat levende slangen en hagedissen steeds meer de lievelingen der dames worden. Mevrouw Kegge met haar twee „charmante"' hondjes js uil den tijd. In het weelderig boudoir geen imet satijn gevoerd hondenmandje meer, maar een glazen kom, waarin de slang naar hartelust haar schubbenpantser kan rekken en strekken. Zoo is de hertogin d'Uzès trotsch op haar twee prachtige slan gen, die een familielid haai- uit Afrika zond. Elk variëteiten-theater, dat zich voelt, moeL kun nen hogen op een artiste, die levende, goed afgerichte slangen vertoont. Volgens een der beroemdheden op dit gebied, Madame Valéry, moeten slangen zeer leer zaam en gehoorzaam zijn, en weinig moeile veroor zaken. Het is alsof zij: zelf pleizier hebben in de kun sten die zij; op het tooneel moeten vertoonen, en voor muziek zijn zij zeer ontvankelijk. Een andere slan- gentemster, Miss ,Suralt, die avond aan avond het New-Yorksche publiek een aangename rilling 'bezorgt door een zeer realistisch gevecht met twee levende slangen, Vindt zelfs ieis aantrekkelijks in de wijze, waarop de slang haar prooi aanvalt en doodt. Moest zijl een gewelddadigen dood voor zich kiezen zij liet zich bijten door een slang (een giftige, (natuur lijk!) Een onhoorbaar zich oprichten van het lenige li chaam, een sissen, een steek, en alles is voorbij zonder rumoer of bloedvergieten! - Voorloopig zal echter de "afkeer van de slang, 'die den meesten menschen eigen is, wel verhinderen, dat ons bij: het binnenkomen bij' een goede vriendin een slang .verwelkomt in plaals van een blaffend hondje of een aanhalige poes. De liefde voor al wat slang is zal zich in het algemeen wel bepalen tot sieraden En ofschoon colliers en armbanden in slangenvorm zich altijd wel in de gunst der dames mochten ver heugen, zijn het op liet oogenblik al weer de Ame- rikaanschen, die hierin den toon aangeven. Als voor beeld hiervan mag genoemd worden de rivière in den vorm eener slang, die mevrouw William Lynch haar eigendom noemt, en wier gouden geledingen versierd worden door 68 buitengewoon groote diamanten. Een groote langwerpige smaragd hangt het dier als tong uit den geopenden bek. Twee kleinere smaragden vor men zijn oogen. Een rij fonkelende robijntjes loopt over den lang uitgestrekten kop, waar de staart zich overheen slingert en zoo een aardige afsluiting van den collier maakt. In de groote juweliers winkels te New-York ziet men de slang in allerlei gedaantenbehalve als colliers en armbanden, ook als ringen, kapspelden, ja zelfs als kousenbanden. Men moet veel smaak hebben, om een juiste keus te doen. Zeer modern zijn ook dc slangen colliers en armbanden van git of zwart email, waar van de kop met brillanten bezet is. Zij' worden bij voor keur gedragen bij doorschijnende zwarte stoffen. Vorstendankbaarheid. Toen de welbekende Afrilca-reiziger, Dr. Robert Fel- kin, bij den bloeddorstigen koning Utesa van Uganda vertoefde, vele jaren geleden, verlangde de koning, tot dankbaarheid voor de medische behandeling van zijn I bezoeker, diens hoofd af te houwen. Dr. Felkin ver- Door ERNST VON WILDENBRUCH. 8. Op de uitnoodiging van Iduna om vooral toch over zijn werk te spreken, begon hij daarover te spreken. Hij wilde, zooals hij zeide, voordrachten houden in de academie. Met een uitdrukking van groote vreug de luisterde Iduna toe, en met een lachje van blijde verwachting de pensionsmoeder. „Mijnheer de professor, zal 't u niet in uw arbeid storen, als ge nu gaat trouwen?" „Zeg dat vooral niet!" Iduna viel haar hartstochte lijk in de rede. „Gij zult toch niet met die gewone praatjes instemmen, dat het huwelijk den man stoort in zijn arbeid? Dat zou immers vreeselijk zijn. Een ongeluk voor den mail en voor de vrouw, maar voor de vrouw nog het grootst. Een vrouw die moet den ken, dat zij haar man tot last is, kan dunkt mij geen enkel rustig uur meer hebben." Haar lippen trilden. Zij was in zulk een opgewonden heid, dat haar vriendin haar hand greep om haar wat rustiger te stemmen. Maar Iduna was daar niet toe te krijgen. Misschien dat zij de gelegenheid gekomen za8 om haar toekomstigen echtgenoot, die nog maar heel weinig van haar wist, haar opvatting van het huwelijk mee te deelen, misschien ook, dat zij zich- ze|f wilde rechtvaardigen, omdat haar gevoel met den hand, dien zij zooeven had gesloten, niemendal had maken. •■Dubbel zal hij arbeiden en scheppen, dubbel en drievoudig, want hij zal iemand aan zijn zijde hebben, h'e ai de gewone hindernissen uit zijn weg zal ruimen h'e anders zijn geestesbezigheid zoo kunnen hinderen. :p"e zorgen en kleine onaangenaamheden des levens, mmand, die hij dicteeren kan, wanneer het schrijven hem te veel aangrijpt, die voor hem zijn manuscripten overschrijft, wanneer hij zijn werk in haast op het Papier heeft gebracht. Iemand hoe zal ik het noe- ttiGn ^let een plotselinge beweging greep zij naar de hand van Peter Aichschnitzer! „Ach, gij hebt het straks zelf gezegd, zoo mooi, en ik ben u daar dankbaar voor eene vriendin." Zij drukte hem de hand, zij keek hem voor de eerste maal in de oogen: „Zoo dankbaar ben ik u daar voor, zoo dankbaar Even vlug als zij daarnaar had gegrepen, liet zij deze hand ook weer los, zij haalde haar zakdoek uit haar zak, drukte dien tegen haar oogen en barstte in een hartstochtelijk snikken los. De pensionsmoeder troostte Iduna zooveel zij kon. „Het grijpt haar een weinig aan," verklaarde zij met een mat glimlachje tot den bezoeker. Deze zeide niets. Hij had zijn hand laten vastgrijpen, hij had deze laten drukken, zonder dien druk evenwel te beantwoorden. Nu zat hij met een welwillend deel nemend gezicht daar. „Ik geloof bijna," zeide hij dan, terwijl hij het woord weer tot de bemiddelaarster richtte, „het zal voor ons allen goed zijn, wanneer wij dezen voorloo- pigen toestand veranderen in een definitieven." „Vooral geen lang engagement!" Als geëlectriseerd stemde de pensionsmoeder met hem in. „Geheel mijne bedoeling." Zij droogde Iduna's wangen en streelde haar. „En jij, lieveling, ben jij het met mij eens?" Heftig knikte Iduna met het hoofd. „Dat hij maar vooral niet in zijn werk wordt gehin derd. Natuurlijk, natuurlijk. Wanneer hij zulk gewich tig werk voor de borst heeft. Peter Aichschnitzer grijnsde even: zijn werk en steeds weer zijn werk, dat was haar eenige gedachte. Er zweefde hem een bemerking op de tong, dat juf frouw Iduna Scheideband zich eigenlijk meer scheen te huwen met zijn manuscripten dan met hem zelf. Na tuurlijk zeide hij daarvan geen woord en vergenoegde er zich mee, om welwillend naar Iduna te kijken. Dan zou Iduna er misschien ook wel vrede mede kun nen hebben, dat de traditioneele huwelijksreis hem bespaard bleef en dadelijk hun huis te Berlijn werd betrokken. „In de woning," voegde hij er lachend aan toe, „waar mijn schrijftafel staat." „Ja, dadelijk aan de schrijftafel! Dadelijk aan de schrijftafel!" riep Iduna, terwijl zij hem nogmaals de handen toestak. Peter Aichschnitzer stond op. Het treft namelijk zeer merkwaardig," zeide hij langs Iduna heen tot de pensionsmoeder. Wanneer onze vriendin met de inrichting tevreden kon zijn, die tk mij zoo heb gedacht, dan behoefden wij niet eens een nieuwe woning te betrekken. Alles,kon dan blijven zooals het was, en mijn schrijftafel behoefde dan niet eens verplaatst." „Ja maar de corpulente dame toonde een beden kelijk gezicht, „in uw jonggezëllenwoning is toch moeilijk plaats voor u beiden." Peter Aichschnitzer lachte even. „Neen, natuurlijk niet." En nu drukte hij zich wat duidelijker uit: hij had tot dusverre de helft van de etage bewoond. Juist was dezer dagen ook de andere helft vrij gekomen. Beide woningen waren door een deur verbonden, die tot dusverre gesloten was geweest en met tapijten en gordijnen aan het oog was onttrok ken. Zoodra men nu dat wegnam, kwam de deur voor den dag en de verbinding was weer daar en de beide gescheiden woningen waren weer vereenigd. „Dat moet ik morgen dadelijk eens opnemen," ver klaarde de pensionsmoeder, „dat schijnt mij zeer goed uitvoerbaar! Op deze wijze, heer professor, blijft u ge heel ongestoord in uw oude omgeving en de andere helft, dat zijn dan zeker de apartementen van juf frouw Iduna?" Peter maakte andermaal een kort 'toestemmend ge baar. „Liefste, eenigste zoo wendde de dame des hui zes zich tot Iduna, „wat zegt ge daar nu wel van? Zoudt ge lust hebben om morgen eens mee te gaan, om te zien of alles in orde is?" Peter weerde lachend af. „Neen, neen, dat maken wij wel in orde, plaag onze vriendin daarmee nu maar niet." De pensionsmoeder hield Iduna bij de hand vast. „Maar of jou ons idee bevalt, dat moet je me toch zeggen! Denk je eens," zij lachte fijntjes „eigen lijk blijft alles alsof er niets is voorgevallen. Hij blijft aan zijn schrijftafel zitten en werkt kalm door Hebt ge niet zelf gezegd dat hij zoo weinig mogelijk mag worden gestoord." Iduna knikte toestemmend. „En gij zelf, dat gij daarnaast een woning zult krij gen, waar gij geheel voor jezelf kunt wonen, alsof andermaal lachte zij zij had willen zeggen, alsof de gansche rommel je niets aangaat, maar zij zeide dat toch maar liever niet. „Zeg eens, hoe vindt je het, mij schijnt dit idee al heel goed, bevalt het jou?" Toen Peter Aichschnitzer hoorde, hoe deze vraag tot Iduna werd gericht, richtte hij van terzijde den blik op Iduna. Steeds met die welwillende uitdrukking, die hij den ganschen tijd reeds had bewaard; maar op dat oogenblik bespiedde hij haar. Het leek wel alsof het meisje als verlost herademde. Ja het was bepaald wel naar haar zin. Aan zulk een mogelijkheid had zij in het geheel niet gedacht. En die mogelijkheid, die zich daar aanbood, verloste haar van iets zwaars, en druk kends, dat zich op haar had neergelegd. Dat alles kon men haar duidelijk aanzien. Op haar gelaat was nu direct een veel rustiger uitdrukking dan zooeven, bijna iets opgewekts. „O ja, zeker," zeide zij, „dat idee bevalt mij nit- muntend." Uit het diepst van haar ziel kwamen deze woorden en het klonk alsof zij weer voor de eerste maal eens vrij kon ademhalen. Peter Aichschnitzer greep naar zijn hoed. In een halfluid gevoerd gesprek met de pensionsdame stelde hij de ontmoeting voor het bekijken van zijn woning vast op morgen. Dan gaf hij Iduna de hand en ver trok. Zoodra hij de buitendeur achter zich hoorde dicht vallen, verdween de welwillende uitdrukking van zijn gelaat. Hij keek leelijk en boos. Hetgeen hem zooeven daar was gepasseerd, dat was het wat zoo geducht op zijn humeur had gewerkt. Haar verlicht ademhalen bij de gedachte dat zij in een andere woning zou huizen, zoo geheel alleen, eigenlijk gansch van hem gescheiden. Hij had het voorstel met deze woning gedaan omdat die verhuizing hem zoo onaangenaam leek. Nu hij het voorstel had gedaan, ergerde hij zich bijna dat dit voorstel met zooveel gejuich was ontvangen. Maar het was nu eenmaal ge daan en aangenomen. Waarom dan ook deze ergernis? Verlangde hij dan naar deze vrouw? Was het voor hem dan een behoefte steeds met haar in een kamer te zijn? Belachelijk!! Juist vandaag in haar hoekigheid en kinderachtige huilbuien, was zij hem onsympathieker geweest dan ooit te vcg-en. Maar dat zij zoo openhar tig liet zien, dat zij bang was voor zijn nabijheid, dus niet met hem samen zijn wilde, dat kwelde zijn ijdelheid, maakte hem woedend. Hij had het op de tong gehad, haar te zeggen, dat zij zeker dacht te trouwen met zijn schrijftafel, maar niet met hem. Een blauwkous was die vrouw die voor niets zin en leven had dan voor een dicht beschreven blad 'papier. Een vrouw zonder bekoring. En die zou hij nu levenslang naast zich hebben, houden en meesleepen. Zooiets paste hem niet. Zijn zinnelijke natuur verzette zich. Wanneer hij trouwde dan wilde hij er ook wat van hebben. Hij wilde niet alleen een secretaris, maar ook een vrouw, een werkelijke vrouw, bij wie men uitrust van zijn arbeid, niet zulk een eeuwig verstandige vriendin, die je steeds weer naar je werk toesleept. Had hij dan zoo iemand noodig? Had hij er eene noodig die zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 5