DE INKTVISCH.
TWEEDE IU,A7>.
Gemengd Nieuws.
53e Jaargang. No. 4455.
Zaterdag 20 Febr. 1909.
Bekendmakin
e n
Bmneulaudsch Nieuws.
FEUILLETON.
tiemoeiite SCUAOKN.
o—
er zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op ge-
Inrichtingen, welke gevaar, schade of hir.der kunnen
veroorzaken.
Burgemeester cn Wethouders der Gemeente Scha
ften brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente
secretarie ter inzage ligt een verzoek mét bijlagen van
S.do Vries te Schagen, om vergunning tot het oprich
ten van eene huidenzouterij: in het perceel gelegen
aan de Molenstraat, kadastraal bekend in Sectie C,
No. 894.
Op Donderdag, den 4 Maart 1909, des voormid
dags te elf uren, zal ten Raadhui ze gelegenheid beslaan
om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze
mondeling ion schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde
tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen
van de ter zake ingekc
van nek
vestigd, (dat volgens de bestaande jurisprudentie niet
tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig
art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag
voor het Gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Schagen, den 18 Februari 1909.
Burgemeester en 'Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
II. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Hoogwoud.
De jongeheer M. H. P. van der Veen, leerling op
de kweekschool voor Electriciens le Amsterdam, is
bevorderd tot de 5e klasse.
Waard en Groet.
De heeren K. Breebaart Jz. te Winkel en P. Laten-
stein te Zaandam, zijn weder herkozen als Hoofdin
gelanden van den polder Waard en Groet.
EnkhuizenStavoren.
De veerponten tusschen Enkhuizen en Stavoren heb
ben den dienst hervat.
Voor den dag met den naam!
In „De Ned." kwam dezer dagen het bericht voor
dat de moderne kerkeraad van een ten deele recht
zinnige gemeente in Friesland besloten zou hebben
een hem toebehoorende boerderij1, welke een rechtzin
nige boer ongeveer 30 jaar bewoond heeft, niet lan
ger voor dezen beschikbaar te stellen.
Deze zaak is het onderwerp geweest van een twist
geschrijf tusschen liet „Hervormd ZondagsbLad" (or
gaan wan de Friesche Predikantenvcreeniging) dat het
eerst ervan melding heeft gemaakt, en het „Week
blad voor de Vrijzinnige Hervormden", dat de vraag
deed: „In welk Friesch dorp gebeurde het?"
De redacteur van het Zondagsblad wit den naam
van het dorp niet noemen. Hij; deelde alleen mede,
dat in een dorp dicht grenzend aan liet dorp waar
deze gebeurtenis zich afspeelde, iets dergelijks had
plaats geluid. Daar staan twee nieuwe arbeiderswonin
gen, door een orthodoxen predikant gebouwd, omdat
de vrijzinnige kerkvoogden niet duldden dat in kerk
voogdijwoningen menschen woonden, die niet beslist
met de modernen meestemden.
Hierop wordt door het "Weekblad voor de Vrijzin
nig Hervormden" nogmaals verklaard, dat het de zaak
niet in het duister wit behandelen. En de eisch wordt
herhaald: Voor den dag met den naam!
Logische paradox.
..De Hagenaars zijn leugenaars"'
Zóó sprak onlangs een Hagenaar,
Oodc hij: was dus een leugenaar,
Doch, was hij zelf een leugenaar
(Dit, dunkt me, is duidelijk klaar,)
Dan waren ook de Hagenaars,
Niet wat hij zei geen leugenaars;
En waren nu de Hagenaars
(Dit volgt er uit) geen leugenaars,
Dan was ook hij: geen leugenaar;
Maar, was hij zelf geen leugenaar
Dan waren (dit is ook weer klaar)
Wel degelijk de Hagenaars,
Zooals hij' zeide, leugenaars.
Feestvieren.
Men deelt mede dat zich in Den Helder een co
mité van militaire en burgerlijke autoriteiten heeft ge
vormd, om, na de blijde gebeurtenis, een grooten
feestdag voor de ingezetenen te organlseeren.
Het hoofdmoment van dien feestdag zal zijn een
uitvoering van alle zang- en muziekverenigingen te
zamen, onder leiding van den hr. M. II. van ,'t Kruijs,
uil s-G raven hage, die daartoe bereids uitge-
digd is.
Een oud-Hollandsch gebruik.
Ier gelegenheid van de door 11. M. de Koningin
te verwachten heugelijke gebeurtenis, heeft mevrouw
I jaden Modders, van de bekende philantropische spijs-
kokerij enz. De Metropool, te 's-Gravenhage, het denk
beeld opgevat, om met haar dochtertjes aan dc arme
kinderen van Den Haag en Seheveningen beschuiten
met muisjes uit te deelen op den blijden dag.
De landbouw in Friesland.
Men schrijft uit Friesland aan de N. 11. Ct.
Zoo in één provincie van Nederland, dan heeft de ont
wikkeling van landbouw en vee teel!, met alles wat daar
toe behoort, in de laatste jaren in Friesland' een hooge
vlucht genomen. Voor een groot .gedeelte fs dit wel
lo danken aan de Friesche Maatschappij van Land
bouw, die nu eenige jaren geleden haar gouden jubi
leum mocht vieren, maar tevens aan de Krachtige be
vordering van genoemd hoofdbestaan in Friesland door
het gewestelijk bestuur, dat nu reeds sedert lang jaar
op jaar weinig minder den f 10.000 tot genoemd doel
uit de prov. fondsen verstrekt.
Daarbij; komt het landbouw-onderwijs, tot het ontvan
gen waarvan al meer en meer op tal van plaatsen
in <le provincie, mede door toedoen van genoemde
Maatschappij, de gelegenheid wordt gegeven. Zoo zijn
er thansop 20 plaatsen een cursus uitsluitend voor
landbouwerszoons, waaraan door meer dan 300 jon
gelingen wordt deelgenomen; op 9 plaatsen een cur
sus voor volwassenen in bemestingspcocven; op 2 plaat
sen een cursus voor volwassenen in de behandeling van
het grasland; op 1 plaatsen e.n cursus voor volwas
senen in de gezondheidsleer van liet vee;- op 15 plaat
sen een cursus in paarden- en veekennis; op 3 plaat
sen. een cursus in het landbouw-boekhouden. Al deze
cursussen, worden door het Rijk gesteund met tezamen
f 7200 °s jaars.
Bovendien zijn er te Leeuwarden een landbouw-
cursus voor onderwijzers en vanwege genoemde Maat
schappij: 3 cursussen voor melkonderzoek; voorts op
5 plaatsen een cursus voor liet personeel van zui
velfabrieken, uitgaande van den bond van coöpera
tieve zuivelfabrieken in de provincie, op 2 plaatsen
een cursus voor .hoefbeslag, uitgaande van de ver-
eeniging Het Friesch Paardenstamboek, geldelijk ge
steund door het Rijk en de provinciale regelingscom
missie voor de paardenfokkerij; in de provincie.
Vanwege het llijk zijn er nog 2 inrichtingen; de
landbouw-winterscliool te Leeuwarden, die jaarlijks
door vele jongelieden uit den omtrek wordt bezocht,
en de xuivelschool te Bolsward, van welke dit laat
ste niet kan worden gezegd. Het gemiddelde getal leer
lingen dezer school is niet meer dan 15. De fout
ligt in de plaats, waar deze school is gevestigd. Zoo
als men wel zal weten, was Leeuwarden liet middel
punt der provincie, er voor aangewezen. Ware hier
aan gevolg gegeven, dan zou de school zeker tot bloei
zijn gekomen. Door verschillende invloeden werd ten
slotte Bolsward er voor gekozen, maai- nu lijdt de
school ook een kwijnend bestaan, wat dadelijk werd
voorspeld toen het w ijzigingsbesluit was genomen.
Kolhorn.
Woensdagavond j.1. vergaderde ten huize van den
heer P. Rempt alhier onze Vrijzinnige Kiesvereeni-
ging.
De voorzitter, de heer K. Breebaart Dz., opende
de vergadering met een woord van hulde aan het af
getreden Raadslid den heer P. de Zeeuw cn hoopte,
dat de vereeniging heden avond een candidaat zou
mogen, aanwijzen, in slaat dc plaats van den hr. De
Zeeuw met cere in te nemen.
Nadat de notulen onveranderd waren goedgekeurd,
ging men over tot het eerste punt der agendaregie-
inentswijziging.
Bijl meerderheid van stemmen werden dc volgende
wijzigingen aangebracht
lo. inzake btaalspcnsionneering verklaart de ver- j
eeniging zich voor Staatspensioen zonder premiebeta
ling voor behoeftige mannen en vrouwen.
2o. Een gemeenteraadslid mag geen zitting hebben
in het bestuur der kiesvereeniging.
De voorzitter, tevens lid van den gemeenleraaad, ver- i
klaarde zich bereid dadelijk hel presidium neer te leg-
gen. De vergadering vond dit voor dezen avond niet
noodig.
Daar de uitgebreide discussies veel tijd hadden ge
vorderd, gat de voorzitter iu overweging de reglements
wijziging voorloopig te staken en over te gaan tot ver
kiezing van een candidaat. Na langdurige bespreking
werd besloten van de gewoonte at te wijken en twee
candidaten le stellen. Als zoodanig werden aangewe
zen de heeren J. Kistemaker Jz. en J. Dikstaal. Bei
den verklaarden zich bereid de candidatuur te aan
vaarden. Ter vergemakelijking liet de voorzitter eene
candidntenlijst voor de aangewezen heeren rond gaan,
doch nu liloek, dat slechts 5 léden genegen waren deze
lijst te teekenen, niettegenstaande de candidaten respec
tievelijk met 16 en 15 stemmen de meerderheid be
haalden. Beide candidaten, diep gegriefd door zulk
eene handelwijze, bedankten voor hunne candidatuur.
Langzamerhand verliep de vergadering. De over-
blijvenden (besloten voor Zaterdag 20 Febr. de leden
te convoceeren tot eene vergadering ter bespreking
van ontbinding der vereeniging.
Staande de bijeenkomst had nog bet bestuur, bij
monde van den voorzitter medegedeeld, dat het en
bloe zijne functiën nedcrlegde.
De aap als dief.
Sedert eenige dagen werd er in dc groote maga
zijnen van Parijs een man opgemerkt, die maar rond
slenterde (zonder iels te koopen. Waar hiji voorbij
gekomen was daar werden telkens voorwerpen van
de uitstallingen vermist. Nu zijn er in de groote Pa-
rijsche magazijnen altijd inspecteurs van politie, die op
dieven loeren. Maar dezen verdachten slenteraar had
den zij maar niet kunnen betrappen. De lieer Hamard
werd gewaarschuwd. Twee inspecteurs van den vei
ligheidsdienst werden bepaaldelijk belast met het be
spieden van dat individu. Dinsdagmiddag hebben deze
inspecteurs het raadsel ontdekt. Zij: zagen in een der
magazijnen aan den rechter Seine-oever een man, die
voor alle kijktafels even bleef staan, en dan weer
doorliep. Bij de juweelkasten sprak liij een bediende
aan en vroeg naar de prijzen van verschillende kost
baarheden. De inspecteurs hielden de oogen niet van
hem af. En daar op eens zien zij, uit den zak van
's mans overjas het kopje en armpje van een aap te
voorschijn komen. De apenhand deed een greep in
de halfopen vitrine en in een oogwenk was de heele
verschijning weer in den zak verdween. De bediende,
druk in gesprek met den bezoeker, merkte er niets
van. De bezoeker, die aan de bewegingen in zijn zak
gevoeld had, dat zijn kameraadje zijn slag geslagen
had, bedankte den bediende beleefd voor de inlich
tingen, en liep door. De inspecteurs vonden het ge
val te mooi om dadelijk in le grijpen en lieten hun
prooi doorloopen. Voor de afdeeling kantwerken bleef
hij opnieuw staan, liet zich prachtige kanten uitpak
ken. Weer kwam het apenliandje te voorschijn en een
rolletje kant verdween in den overjaszak.
Daarop gingen de inspecteurs naar den bezoeker loe
en verzochten hem, mee te gaan. Buiten dc deur, op
straat, (namen zij hem in hechtenis. Ook het aapje
werd in hechtenis genomen ondanks zijn tegenspartelen.
Do eigenaar van den aap heet Miguel Anderval. Hij
is een man van tegen dc 50 jaar, kunstemaker van
beroep, geboortig uit Mexico.
Het reizen in Japan.
In liet Maartnummer van de „Süddeutsclie Mo-
natshefte", dat nog moet verschijnen, vertelt de be
kende katholieke geleerde professor Joseph -Schnitzel-
van zijn reis naar Japan. Aan z'jn belangwekkend ver
haal is het volgende ontleend
Hoe prettig en aangenaam is liet in een coupé van
een Japanschen spoorweg, waarin men zoo voortreffe
lijk zit' Langs de zijwanden zijn beklecde banken,
waarop de Japanners, naar 's lands gebruik, dc boenen
gekruist, het zich gemakkelijk gemaakt hebben. En
als ze uit vreemden mond dc .schoonheden van hun
mooi land te hooren krijgen, dan sloven ze zich uit
om den vreemdeling diensten te bewijzen en aange
naam te zijn. De een slaat een stuk rijstkoek af, de
ander biedt u fruit aan, een derde geeft een Engel-
sche courant. Men merkt telkens zaken op, die navol
ging verdienen. Zoo is op elk station de naam van
liet eerstkomende station aangegeven; zoo vindt men
aan ieder slation een groot bord, waarop in duidelijk
leesbaar schrift iu het Japansch en in liet Engclseh
de bezienswaardigheden van de plaats en haar omgc-
•ving en de afstanden vermeld staan. Zelfs aan dc
kleine stations zijn couranten, fruit, tabak, dranken
en spijzen te verkrijgen en daarbij is ook rekening
gehouden met den smaak van vreemdelingen voor
wie er houten kistjes met broodjes, ham, kaas, eieren
en zout in voorraad zijn.
Betrouwbare pakjesdragers nemen den reizigers, als
de trein nog nauwelijks stil staat, hun bagage af en
helpen hen bij: het inruilen van kaartjes. Tijdens de
reis loopcn opmerkzame jongens door de waggons
eerste en tweede klassen, stoffen de banken af, maken
den vloer schoon, borstelen de reizigers af en brengen
op verlangen thee en andere ververschingen. En dan
de buitengewone goedkoopte van het reizen in Japan!
Voor een veertienurige reis met een sneltrein betaal
den wij: 3 yen 93 sens, dus ongeveer f 4.80, terwijl
bijv. het kortere traject Mimehen—Weenen f 17.31
kost.
In het teeken der slang.
Uit (Parijs komt het bericht, dat levende slangen
en hagedissen steeds meer de lievelingen der dames
worden. Mevrouw Kegge met haar twee „charmante"'
hondjes js uil den tijd. In het weelderig boudoir
geen imet satijn gevoerd hondenmandje meer, maar
een glazen kom, waarin de slang naar hartelust haar
schubbenpantser kan rekken en strekken. Zoo is de
hertogin d'Uzès trotsch op haar twee prachtige slan
gen, die een familielid haai- uit Afrika zond.
Elk variëteiten-theater, dat zich voelt, moeL kun
nen hogen op een artiste, die levende, goed afgerichte
slangen vertoont. Volgens een der beroemdheden op
dit gebied, Madame Valéry, moeten slangen zeer leer
zaam en gehoorzaam zijn, en weinig moeile veroor
zaken. Het is alsof zij: zelf pleizier hebben in de kun
sten die zij; op het tooneel moeten vertoonen, en voor
muziek zijn zij zeer ontvankelijk. Een andere slan-
gentemster, Miss ,Suralt, die avond aan avond het
New-Yorksche publiek een aangename rilling 'bezorgt
door een zeer realistisch gevecht met twee levende
slangen, Vindt zelfs ieis aantrekkelijks in de wijze,
waarop de slang haar prooi aanvalt en doodt. Moest
zijl een gewelddadigen dood voor zich kiezen zij
liet zich bijten door een slang (een giftige, (natuur
lijk!) Een onhoorbaar zich oprichten van het lenige li
chaam, een sissen, een steek, en alles is voorbij
zonder rumoer of bloedvergieten! -
Voorloopig zal echter de "afkeer van de slang, 'die
den meesten menschen eigen is, wel verhinderen, dat
ons bij: het binnenkomen bij' een goede vriendin een
slang .verwelkomt in plaals van een blaffend hondje
of een aanhalige poes. De liefde voor al wat slang is
zal zich in het algemeen wel bepalen tot sieraden
En ofschoon colliers en armbanden in slangenvorm
zich altijd wel in de gunst der dames mochten ver
heugen, zijn het op liet oogenblik al weer de Ame-
rikaanschen, die hierin den toon aangeven. Als voor
beeld hiervan mag genoemd worden de rivière in den
vorm eener slang, die mevrouw William Lynch haar
eigendom noemt, en wier gouden geledingen versierd
worden door 68 buitengewoon groote diamanten. Een
groote langwerpige smaragd hangt het dier als tong
uit den geopenden bek. Twee kleinere smaragden vor
men zijn oogen. Een rij fonkelende robijntjes loopt
over den lang uitgestrekten kop, waar de staart zich
overheen slingert en zoo een aardige afsluiting van
den collier maakt.
In de groote juweliers winkels te New-York ziet men
de slang in allerlei gedaantenbehalve als colliers en
armbanden, ook als ringen, kapspelden, ja zelfs als
kousenbanden. Men moet veel smaak hebben, om een
juiste keus te doen. Zeer modern zijn ook dc slangen
colliers en armbanden van git of zwart email, waar
van de kop met brillanten bezet is. Zij' worden bij voor
keur gedragen bij doorschijnende zwarte stoffen.
Vorstendankbaarheid.
Toen de welbekende Afrilca-reiziger, Dr. Robert Fel-
kin, bij den bloeddorstigen koning Utesa van Uganda
vertoefde, vele jaren geleden, verlangde de koning, tot
dankbaarheid voor de medische behandeling van zijn
I bezoeker, diens hoofd af te houwen. Dr. Felkin ver-
Door
ERNST VON WILDENBRUCH.
8.
Op de uitnoodiging van Iduna om vooral toch over
zijn werk te spreken, begon hij daarover te spreken.
Hij wilde, zooals hij zeide, voordrachten houden in
de academie. Met een uitdrukking van groote vreug
de luisterde Iduna toe, en met een lachje van blijde
verwachting de pensionsmoeder.
„Mijnheer de professor, zal 't u niet in uw arbeid
storen, als ge nu gaat trouwen?"
„Zeg dat vooral niet!" Iduna viel haar hartstochte
lijk in de rede. „Gij zult toch niet met die gewone
praatjes instemmen, dat het huwelijk den man stoort
in zijn arbeid? Dat zou immers vreeselijk zijn. Een
ongeluk voor den mail en voor de vrouw, maar voor
de vrouw nog het grootst. Een vrouw die moet den
ken, dat zij haar man tot last is, kan dunkt mij geen
enkel rustig uur meer hebben."
Haar lippen trilden. Zij was in zulk een opgewonden
heid, dat haar vriendin haar hand greep om haar wat
rustiger te stemmen. Maar Iduna was daar niet toe te
krijgen. Misschien dat zij de gelegenheid gekomen
za8 om haar toekomstigen echtgenoot, die nog maar
heel weinig van haar wist, haar opvatting van het
huwelijk mee te deelen, misschien ook, dat zij zich-
ze|f wilde rechtvaardigen, omdat haar gevoel met den
hand, dien zij zooeven had gesloten, niemendal had
maken.
•■Dubbel zal hij arbeiden en scheppen, dubbel en
drievoudig, want hij zal iemand aan zijn zijde hebben,
h'e ai de gewone hindernissen uit zijn weg zal ruimen
h'e anders zijn geestesbezigheid zoo kunnen hinderen.
:p"e zorgen en kleine onaangenaamheden des levens,
mmand, die hij dicteeren kan, wanneer het schrijven
hem te veel aangrijpt, die voor hem zijn manuscripten
overschrijft, wanneer hij zijn werk in haast op het
Papier heeft gebracht. Iemand hoe zal ik het noe-
ttiGn
^let een plotselinge beweging greep zij naar de hand
van Peter Aichschnitzer! „Ach, gij hebt het straks zelf
gezegd, zoo mooi, en ik ben u daar dankbaar voor
eene vriendin."
Zij drukte hem de hand, zij keek hem voor de eerste
maal in de oogen: „Zoo dankbaar ben ik u daar
voor, zoo dankbaar
Even vlug als zij daarnaar had gegrepen, liet zij
deze hand ook weer los, zij haalde haar zakdoek uit
haar zak, drukte dien tegen haar oogen en barstte
in een hartstochtelijk snikken los.
De pensionsmoeder troostte Iduna zooveel zij kon.
„Het grijpt haar een weinig aan," verklaarde zij
met een mat glimlachje tot den bezoeker.
Deze zeide niets. Hij had zijn hand laten vastgrijpen,
hij had deze laten drukken, zonder dien druk evenwel
te beantwoorden. Nu zat hij met een welwillend deel
nemend gezicht daar.
„Ik geloof bijna," zeide hij dan, terwijl hij het
woord weer tot de bemiddelaarster richtte, „het zal
voor ons allen goed zijn, wanneer wij dezen voorloo-
pigen toestand veranderen in een definitieven."
„Vooral geen lang engagement!" Als geëlectriseerd
stemde de pensionsmoeder met hem in. „Geheel mijne
bedoeling."
Zij droogde Iduna's wangen en streelde haar.
„En jij, lieveling, ben jij het met mij eens?"
Heftig knikte Iduna met het hoofd.
„Dat hij maar vooral niet in zijn werk wordt gehin
derd. Natuurlijk, natuurlijk. Wanneer hij zulk gewich
tig werk voor de borst heeft.
Peter Aichschnitzer grijnsde even: zijn werk en
steeds weer zijn werk, dat was haar eenige gedachte.
Er zweefde hem een bemerking op de tong, dat juf
frouw Iduna Scheideband zich eigenlijk meer scheen
te huwen met zijn manuscripten dan met hem zelf. Na
tuurlijk zeide hij daarvan geen woord en vergenoegde
er zich mee, om welwillend naar Iduna te kijken.
Dan zou Iduna er misschien ook wel vrede mede kun
nen hebben, dat de traditioneele huwelijksreis hem
bespaard bleef en dadelijk hun huis te Berlijn werd
betrokken. „In de woning," voegde hij er lachend aan
toe, „waar mijn schrijftafel staat."
„Ja, dadelijk aan de schrijftafel! Dadelijk aan de
schrijftafel!" riep Iduna, terwijl zij hem nogmaals de
handen toestak.
Peter Aichschnitzer stond op.
Het treft namelijk zeer merkwaardig," zeide hij
langs Iduna heen tot de pensionsmoeder. Wanneer
onze vriendin met de inrichting tevreden kon zijn,
die tk mij zoo heb gedacht, dan behoefden wij niet
eens een nieuwe woning te betrekken. Alles,kon dan
blijven zooals het was, en mijn schrijftafel behoefde
dan niet eens verplaatst."
„Ja maar de corpulente dame toonde een beden
kelijk gezicht, „in uw jonggezëllenwoning is toch
moeilijk plaats voor u beiden."
Peter Aichschnitzer lachte even.
„Neen, natuurlijk niet." En nu drukte hij zich wat
duidelijker uit: hij had tot dusverre de helft van de
etage bewoond. Juist was dezer dagen ook de andere
helft vrij gekomen. Beide woningen waren door een
deur verbonden, die tot dusverre gesloten was geweest
en met tapijten en gordijnen aan het oog was onttrok
ken. Zoodra men nu dat wegnam, kwam de deur voor
den dag en de verbinding was weer daar en de beide
gescheiden woningen waren weer vereenigd.
„Dat moet ik morgen dadelijk eens opnemen," ver
klaarde de pensionsmoeder, „dat schijnt mij zeer goed
uitvoerbaar! Op deze wijze, heer professor, blijft u ge
heel ongestoord in uw oude omgeving en de andere
helft, dat zijn dan zeker de apartementen van juf
frouw Iduna?"
Peter maakte andermaal een kort 'toestemmend ge
baar.
„Liefste, eenigste zoo wendde de dame des hui
zes zich tot Iduna, „wat zegt ge daar nu wel van?
Zoudt ge lust hebben om morgen eens mee te gaan,
om te zien of alles in orde is?"
Peter weerde lachend af. „Neen, neen, dat maken
wij wel in orde, plaag onze vriendin daarmee nu maar
niet."
De pensionsmoeder hield Iduna bij de hand vast.
„Maar of jou ons idee bevalt, dat moet je me toch
zeggen! Denk je eens," zij lachte fijntjes „eigen
lijk blijft alles alsof er niets is voorgevallen. Hij
blijft aan zijn schrijftafel zitten en werkt kalm door
Hebt ge niet zelf gezegd dat hij zoo weinig mogelijk
mag worden gestoord."
Iduna knikte toestemmend.
„En gij zelf, dat gij daarnaast een woning zult krij
gen, waar gij geheel voor jezelf kunt wonen, alsof
andermaal lachte zij zij had willen zeggen, alsof de
gansche rommel je niets aangaat, maar zij zeide dat
toch maar liever niet. „Zeg eens, hoe vindt je het,
mij schijnt dit idee al heel goed, bevalt het jou?"
Toen Peter Aichschnitzer hoorde, hoe deze vraag tot
Iduna werd gericht, richtte hij van terzijde den blik
op Iduna. Steeds met die welwillende uitdrukking, die
hij den ganschen tijd reeds had bewaard; maar op dat
oogenblik bespiedde hij haar. Het leek wel alsof het
meisje als verlost herademde. Ja het was bepaald wel
naar haar zin. Aan zulk een mogelijkheid had zij in
het geheel niet gedacht. En die mogelijkheid, die zich
daar aanbood, verloste haar van iets zwaars, en druk
kends, dat zich op haar had neergelegd. Dat alles kon
men haar duidelijk aanzien. Op haar gelaat was nu
direct een veel rustiger uitdrukking dan zooeven, bijna
iets opgewekts.
„O ja, zeker," zeide zij, „dat idee bevalt mij nit-
muntend." Uit het diepst van haar ziel kwamen deze
woorden en het klonk alsof zij weer voor de eerste
maal eens vrij kon ademhalen.
Peter Aichschnitzer greep naar zijn hoed. In een
halfluid gevoerd gesprek met de pensionsdame stelde
hij de ontmoeting voor het bekijken van zijn woning
vast op morgen. Dan gaf hij Iduna de hand en ver
trok.
Zoodra hij de buitendeur achter zich hoorde dicht
vallen, verdween de welwillende uitdrukking van zijn
gelaat. Hij keek leelijk en boos.
Hetgeen hem zooeven daar was gepasseerd, dat was
het wat zoo geducht op zijn humeur had gewerkt.
Haar verlicht ademhalen bij de gedachte dat zij in een
andere woning zou huizen, zoo geheel alleen, eigenlijk
gansch van hem gescheiden. Hij had het voorstel met
deze woning gedaan omdat die verhuizing hem zoo
onaangenaam leek. Nu hij het voorstel had gedaan,
ergerde hij zich bijna dat dit voorstel met zooveel
gejuich was ontvangen. Maar het was nu eenmaal ge
daan en aangenomen. Waarom dan ook deze ergernis?
Verlangde hij dan naar deze vrouw? Was het voor hem
dan een behoefte steeds met haar in een kamer te
zijn? Belachelijk!! Juist vandaag in haar hoekigheid
en kinderachtige huilbuien, was zij hem onsympathieker
geweest dan ooit te vcg-en. Maar dat zij zoo openhar
tig liet zien, dat zij bang was voor zijn nabijheid, dus
niet met hem samen zijn wilde, dat kwelde zijn ijdelheid,
maakte hem woedend. Hij had het op de tong gehad,
haar te zeggen, dat zij zeker dacht te trouwen met
zijn schrijftafel, maar niet met hem. Een blauwkous
was die vrouw die voor niets zin en leven had dan
voor een dicht beschreven blad 'papier. Een vrouw
zonder bekoring. En die zou hij nu levenslang naast
zich hebben, houden en meesleepen. Zooiets paste hem
niet. Zijn zinnelijke natuur verzette zich. Wanneer hij
trouwde dan wilde hij er ook wat van hebben. Hij
wilde niet alleen een secretaris, maar ook een vrouw,
een werkelijke vrouw, bij wie men uitrust van zijn
arbeid, niet zulk een eeuwig verstandige vriendin, die
je steeds weer naar je werk toesleept. Had hij dan
zoo iemand noodig? Had hij er eene noodig die zijn