isi i
Stiefmoeder.
Van dit en van dat.
Met de laatste regels
slotte dit overzicht te
„Heil u! Heil
Heil u! Schager Harmonie"'
Ik zag al-bejaarde advocaat aan.... Meneertje met
der Cantate wenschen we ten had gehoord of gelezen, maar nu begreep zij de volle m n ongeluk zijn i- .,is ;c 0D 7;n /wellend vetbuikj© en bolk' wangetjes. Zoo heelemaal
buiten: waarheid hiervan: een vrouw kan nooit houden van Toen had Van Datenws Jft°P scepticus, op wien nog maar Tiéél-wemig van men-
-U' ,a" he' n andereÏ'S Kp'ie deno j Mn* A. Tod. ik
ien zoo groote zelfoverwinning altijd hui is, op de chose in, dan win ik zekei geen ziu. m'J»-;'
icht voor hem te zijn, dat meer bijna Ze waren samen opgestapt, karei zweeg[twefc dne I Want om i nuycig
was. En waar de vrouw haar stiefkind straten lang.... De patroon woonde een ^o^ihjkemd d oeve Iüsuge^-.
i.ut wn uit..„n /b> Iid-erenornciit. on de hoogte waai 1 icck zn met weui geopeiwi, n
M. VISSER.
Door
JEANNE REYNEKE VAN STUWE.
Zij wist het niet, waarom zij niet van dit kind hou
den kon. Het was toch een zachte en stille en gewilli
ge jongen. eigenlijk had zij nooit last van hem.
En toch... neen... zij kon niet... zij kon niet... zij had
dit kind niet lief.
En zij peinsde er dikwijls over, wat daarvan de
reden kon zijn. Zij had hem, die nu haar man was,
nooit anders dan ais weduwnaar gekend, met het fijne,
bleeke zoontje. Nooit had zij zijn eerste vrouw ge
zien, met wie hij in een zeer korten echt verbonden
was geweest... zij kon dus zelfs niet de pijnlijke ge
dachte hebben, dat hij, eenmaal, die vrouw boven haar
had verkozen. Toen zij hem voor het eerst ontmoette,
en later dikwijls sprak, was haar oorspronkelijk gevoel
voor hem medelijden geweest, medelijden om zijn een
zaamheid. En daarna, toen was haar meegevoel voor
hem nog sterker geworden. En de aanvang van haar
liefde lag in deze gedachte: Wat zou het heerlijk zijn,
als ik hem mocht troosten, en hem zijn verlies kon
vergoeden
Maar toen hij ook haar had liefgekregen, en haar
bewees, dat zijn liefde voor haar niet minder krachtig
was en oprecht, dan die hij gevoeld had voor zijn eer
ste vrouw, toen scheen zij wel te veranderen. Het was
niet alleen meer haar wensch, te geven... te geven,
alles wat zij aan goedheid en zachtheid bezat... zij
verlangde ook veel voor zichzelve. Zij wilde al zijn
gedachten... zelfs al zijn gedachten... en het verleden,
had zij wel het liefste gewild, mocht voor hem even
min bestaan als voor haar.
En dan het kind...?...
Als zij goed na-dacht, geloofde zij, dat met deze
overweging haar antipathie tegen den kleinen jongen
begonnen was. Of antipathie... was te sterk... Zij moch'
hem niet... maar zij zou toch altijd goed voor hem
zijn, hem nooit moedwillig leed of kwaad berokkenen
Kan niet houden van het kind eener andere...... j nou
Het kostte ai een
vriendelijk en zacht
iets onmogelijks
geheel behandelde als haar eigen, moest dit een uit
zondering genoemd, en moest die vrouw wel zeer be
wonderd worden. Dan was zij het ideaal van vrouwe
lijke liefheid en teederheid
Maar de meeste vrouwen waren, natuurlijk, zoo niet
En ook zij wist zich heel goed anders te zijn. Het
preciese „waarom" kon zij zich niet verklaren. Zij zou
wel graag nauwkeurig weten, wat de reden was, dat
zij niet hield van het kind... Omdat dit haar voort
durend herinnerde aan zijn moeder, de eerste vrouw
van haar man... zijn eerste liefde?... Dacht zij daar
dan altijd aan, als zij liet kind maar zag? Weineen,
bijna nooit. Hinderde het kind in de gezellige intimiteit
van haar en haar man? Weineen, want 's avonds, als
hij vrij was, en bij haar kon zijn, lag het kind reeds
te bed... Nu, dat het kind niet dwingerig, ongedurig,
humeurig was, daar was zij het met zichzelf al over
eens. Wat dan? wat dan...?...
Er was geen oplossing van dit raadsel. Zachte, brave
vrouwen werden hard en koud, waar het een stiefkind
betrof... en de onverschilligen en zelfzuchtigen schroom
den geen wreedheid zelfs. Arme kinderen, arme stief
kinderen
Dus toch? Toch had zij medelijden met den kleinen
jongen? Toch... ondanks haarzelve? Zij vond hem
immers niet te beklagen straks... integendeel! En nu...
Ach ja, maar het was ook een verschrikkelijk lot,
een stiefkind te moeten zijn... Geen liefde te onder-,
vinden nooit een spontane hartelijkheid.... en al het
van de Heerengracht, op de hoogte
vijfhonderd pop moest uittellen...
advocaatje ine verleide Eneek's
in hoe, doordien het loketje
ij, de vijf lapjes niet kwijt kon
worden1'oèn zag ik de echte deernis op z'n ge-
Ka rel tic had het precies uitgerekend: daar en daar laat schrijnen. Wijl hij stond tegenover een dier tra
begin ik er weer over. En hij zei, heel onverschillig: j gische gevallen, waarin wreed spel van fatum vermeit
Als Marie wist, dat jelui, op eerlijke manier, voor wat mooie strijd in men.schenzicl had willen behou-
j'e aanslaand huishoudentje, zoo'n twee of drie lapjes den....
van honderd konden uitwinnenJongetje, ik geloof Gevallen die toch meer voorkomen dan sommige
toch vóst, dat ze jou een uil, een idioot, zou vinden zwart-getabberden 111 de rechtszaal wel venrnKHlcji....
a'SJè weel wat ik je gezegd heb, Van Dalen!"
was al wat breek antwoordde. De ander zag best,
dat 't in hom kookte, stormde, raasde; d.il-ie te veen- j
ten had met de verleiding, maar de angst om Marie
to verliezen dreef boven. En wal Kavelt)© ook deed.... j
Door
laten -
nou Hij moest 't zich toch eens
ie daar met zoo'n paar lapjes van honderd aankwam
V
Riik neworden.
zich op zekeren dag in beursspeculatie» wikkelde en
Van^ondercM ongF Genoeg wn dc helft van je hiventa- op "n mooie, morgen tot de ontdekking kwam, dat hij
ris te bKigenl8 't Gaf geen zier. I de honing van de beurs was en misschien .wel de
Het kantoorgebouw was al, heel in de verte, te rqjgtemayan,de
Zien. Ti,.i 1 me nmtrenl IA inren Beleden verbon-
ïqatcip oen uiterste nosdne. Het' 'luksvogel was omtrent 25 jaren geleden verbon
denkbeeld dat daar straks,' over vijl minuten, die kos- den aan '11 circus; Jujl„bezat Jn klem kapitaaltje en
vriendelijke, dat hem aangedaan werd, eigenlijk te moe
ten beschouwen als een bewijs van bizondere welwil
lendheid, van overmatige genade
Neen, het was te erg. Zoo mocht een kind in haar
huis niet behandeld worden. Hij moest zich gelukkig
voelen, ondanks dat hij een stiefkind was. En spon
taan riep zij tot het kind, dat wat verder-op in de
kamer op den grond zat te spelen:
Bertie!
Het kind keek op, een beetje verschrikt, alsof hij
vreesde weer eens iets verkeerds te hebben gedaan.
Maar nu deed die blik, die haar altijd zoo ergeren
v, kon haar geen verwijt richten tot hem, maar een ver-
Wat een mooie voornemens had zy gehad by het zi(fhzelve DaJt kind was bang voor haar? Er
aangaan van haar huwelijk... O, als zij daaraan dacht...
TT kwam geen klare, argelooze glans in zijn oogjes, als
Haar moeder had veel en ernstig met haar ov r dez faem riep? Maar dat mocht toch niet! Het kind
;;rK.sr»- san
tuurlijk óók van zou kunnen profiteeren.... Die ge- nen gewonnen en de door wijze profeten v001 spelde
riopiifp minkl'P lifin reizend instorting blcof uit.
Zoodat hij! 'Freek hij den arm greep, zoo sle- Van deze speculatie werd Bern at o, de gewezen cir-
kwestie gesproken... of zij wel goed wist, wat zij
deed... of zij wel goed wist, wat dit beteekende: het
kind te moeten opvoeden van een ander... Of zij wel
wist, in welk een moeilijke, dikwijls misschien zelfs
onaangename positie dit haar brengen zou?
Zeker, zij wist dit alles wel. Zij begreep heel goed
dat niet alles even gemakkelijk zou gaan. Maar zoo
waren er in elk huwelijk dingen, die men wel liever
anders zou zien. Het kind was lief... een teere, aan
hankelijke jongendie toch te «beklagen was, om
het vroege verlies van zijn moeder... En heusch, zij
kon er zich gelfs in verheugen, zij zou er trotsch op
zijn, als het kind zijn gemis nooit behoefde te voelen,
als hij in haar, als 't ware, zijn eigen moeder her
vond.
Illusies... waan... natuurlijk.
Het kind was nog veel te klein, om iets van haar
„grootmoedigheid" te bemerken, om onderscheid te zien
tusschen haar zooals zij was: teeder en lief en ge
duldig voor hem, en haar, zooals zij had kunnen zijn
tegen hem: onvriendelijk, stug, onverdraagzaam... een
moest van haar houden... haar vertrouwen vooral
Kom 's hier, Bertie.
Het kind, wat angstig, gehoorzaamde toch dadelijk.
Hij kwam zich weer gelaten aan zijn lot overgeven,
dacht zij even, met de oude, wat minachtend-scherpe
ironie. Maar dat zou hem dan nu toch mee-vallen.
Kom 's hier op m'11 schoot zitten, vent.
Het kind, gewend in alles onmiddellijk gedwee te
bewilligen, klauterde, zonder veel verbazing te toonen,
op haar knie. Dat stelde haar teleur, zij had gedacht,
dat hij wonderblij en verrast tot haar opgesprongen
zou zijn, en zijn armpjes om haar hals had geslagen.
Maar die gedachte was kinderachtig, hield zij zich
onder het oog. Hoe kon het kind nu weten, dat hij
geen reprimande zou krijgen?
Zeg, Bertie?... kijk Maatje 's aan... zou je niet
liever 's wat anders willen hebben, om mee te spelen,
dan altijd die blokkendoos... Heb je geen zin in sol
daatjes... mooie soldaatjes
Soldaatjes?
Ja, soldaatjes, zooals Nico ze heeft... en dan
via dat de ander niet" kon voortstappen, - en zeicusman, die al zijn hebben en houden op du. Céne
Hoor nou toch 's, kerel.;.. Wees nou tod; 's...." kaart gezet had een zéér onvoorzichtige daad wel-
Maar met een forschen ruk had Freek zich losge- dra het middelpunt. Hij; was begonnen met 11 zee;
maakt klein bedrag in „Kaffirs" te beleggen, had t geluk te
't Was uit Hij wipte al de trappen van het stoepje winnen, verdubbelde den inzet, won weer, en vol ver-
op De groote glazen deuren in de vestibule knar- trouwen op zijn goed gesternte, waagde hij zijn tel-
sten kens gemaakte winsten op nieuw en was, eer bij t
Kareitje liep achter „om aan. Waaróm wist-ie ei- zelf wist, millionair. Hij: speelde voort mei dolzinnige
vermetelheid, won opnieuw, won telkens weer, won
altijd i
Thans wordt hij bcsdiouwd als iemand, die voor
eenige honderden millioenen niet opslaat. Een van zijn
kleine eigendommen is een bank iu de City, die oor-
genlijk zelf niet.
Hij zag alleen dat Freek de groote gele enve
loppe in z'n hand hield en tikte, tikte, tegen liet lo
ketraampje.
Karei had 'm kunnen aanvliegen, maar hier
sfcl Pf D106fl6ï*
'n fort... en echte kanonnetjes, om mee te schieten?...
Stiefmoeder... hatelijk, akelig woord. Het was, of E! t1_
daaraan altijd het denkbeeld van, onrechtvaardigheid, an n j
s™d HP? i Het kind' had zijn handjes in elkaar gelegd, en keek
by het woord „moeder dadelijk dacht aan het lief- algQf volkomen- begre€p Neen>
hoe zou hij die plotselinge belangstelling in zijn din
getjes ook begrijpen!
Ik weet 't niet.
Weet je 't niet? Maar... als Maatje dan 's meti
ste, het mooiste, wat op aard kan beetaan
Er waren toch ook wel goede stiefmoeders... zij had
er een willen zijn. Maar ook zij had het niet gekund...
als zoovelen.
Dat kind
Eigenlijk hinderde hij haar altijd, was hij haar een mee-speelde... he? Wat zou je daarvan zeggen...?v zicht.
voortdurende ergernis. Als hij stilletjes zat te spelen E/ kwfa™. ^1eerf *een Juichtoon, zelfs geen glim-
met een bouwdoos, of prentjes keek uit een boek, ^acl?: Het ^md hleeJ aankyken, straE, ernstig, een
dan dacht zij geprikkeld: wat zit hij toch altijd sut beetje wan rouwend zelfs.
en futloos in een hoek... hij is toch een jongenfr°uste ^en haar wenkbrauwen 111 ergernis. Kon
Waarom draaft en stoeit en springt hij niet eens, en 1 hy haar toenadering dan niet een beetje aardiger op
maakt lawaai door het huis, totdat hij mij ook vroolijk v,att®n? HlJ haar maar.,aa'x te, starfals drons de
doet worden... Dan zou ik wel met hem spelen... ik zin harer woorden nauwelijks tot hem door.
zou hem aardig vinden... waarom is hij zoo niet? Waar- bom, kind, kijk nu niet zoo onnoozel. Begnjp
om zit hij daar maar in zijn eentje die blokjes te ]e met- wat lk vraag? Speel je met graag met Maatje?
Ik wete... t... met...
leggen, eindeloos geduldig... eindeloos vervelend
waarom praat hij niet, lacht hij niet... alsof hij, een
beetje treurigjes, zijn leventje zoet en gedwee zit te
dulden
Vervelend kind... dat haar al aankeek, verschrikt,
ah zij een enkel minder zacht en gefleemd woord tot
hem zeidat letterlijk niets kon verdragen... en
dat haar, door zijn overgevoeligheid, staag prikkelde tot
sterker drift
Als hij ferm was en blozend, een gezonde, stevige
baas, ondeugend en schalksch, dan zou zij toch wer-
Het aarzelend gegeven antwoord maakte haar driftig.
Maar zij bedwong zich nog. Het kind wit", immers niet
eens, wat het was: met Maatje spelsn?
Bertie?
Maar het kind werd onrustig onder haar vriendelijk
heid, die hij nooit ondervond, en dus ook niet begreep.
Hij wendde zijn oogen af, en bleef, met een ongeluk
kig, verward gezichtje voor zich uit zitten staren.
Zij kreeg een kleur; zij voelde het, alsof zij een
mal figuur had geslagen. Zij onderdrukte de gedachte
zoo haastig moest zijn... Want nu haar goede bedoe
ling niet anders dan dit negatieve resultaat opleverde
bij hem, voelde zij zich gekrenkt, bijna boos.
Kom, ga maar weer weg... ga maar weer spelen sloten
mei je blokken, zei ze, en schoof hem onzacht van
haar schoot.
Het oogenblik was voorbij
N. R. Ct.
^an het kind overwonnen,
waarom Uch nV" ni6t houden van dat kind. En
«£le\brïtaal' hij
verlangde zij dan van heir ftroke,n- Wat toch
kclijk geen zoeL gemlkkeliiter kfmf1^ ,tO0h wer"
hare was, verlangen.!!.. J 'nd' dat niet bet
Zij wist niet meer, wie het gezegd had, of zij het
Voor het loketraam.
Tragisch conflict.
De twee jongens liepen naast elkaar voort. Hij,
Freek, klemde de hand tegen den kant van z'n borst
waar-ie liet pakje voelde, dat hij, nog vóór kantoor
sluiting moest bezorgen bij Hermans en Co. op de
Heerengracht.
Hij tuurde strak voor zich uit en de kleur van z'n
gelaal was onnatuurlijk-bleek, vaal. 't Was een vrij
zoele dag, maar hij had 't blijkbaar koud, want nu
nn /I o'n lr 1 o nnnrf ni-»v/-l A <v 1-i in,. 1i„ 11.
kelijk meer van hem houden. Zijn stilheid was haar da*- bet kind winnen mocht dotyr geduld^ en met
een verwijtzijn bleekheid was haar een verwijt...
het kind verweet haar voortdurend met zijn oogen,
met zijn houding, met zijn zwijgenin alles, alles
wat hij deed of zeide, zag zij, voelde zij, een verwijt.
O, als het kind vroolijk was... dan...
Maar als hij eens, in zelfvergetelheid, wild was als
andere jongens, als hij zich mos en rood had gestoeid,
en zijn gezichtje een en al opgewondenheid was, en
hij druk praatte en rumoerde... dan... wat dan?
Dan, dadelijk berispte zij hem: hoe had hij zoo wild
kunnen zijn, hij hijgde ervan... zijn voorhoofd was
heelemaal nat... en wat zag hij vuurrood... hij deed
maar beter niet met die woeste jongens mee te doen,
en v/at stiller en bedaarder te zijn voortaan
En als hij dan weer kalm en rustig naast haar zat
op den grond, en blokjes bouwde tot huisjes, en er
figuren mee legde, dan... ja! natuurlijk! dan prikkelde
haar dat ook, en kwam het licht-minachtende, onvrien
delijke gevoel, dat zij voor hem had, weer nanr bo
ven.
Zij kon eigenlijk niets van hem velen
Vluchtig, een enkele maal, dacht zij wel eens: arm
kind... maar dan, onmiddellijk rectificeerde zij dat ge
voel van medelijdende zachtheid. Arm kind... waarom?
Had hij het dan niet good? Hoorde hij ooit, als hij
liet niet verdiende, een hard of bitter woord van haar?
Verzorgde zij hem niet? Ontbrak het hem ergens aan...
Neen, dan kende zij waarlijk wel andere „stiefmoe
ders"... die hun stiefkind sloegen bij het minste ver
grijp, die het werkleijk slecht behandelden, die het
te kort deden komen in zijn kleeding, in zijn voedsel
zelfs.
Neen, dan was zij heilig, bij die anderen vergele
ken... en haar man roemde haar dikwijls om haar toe
wijding, om haar onbaatzuchtigheid... Hij was dus te
vreden, over-tevreden met haar behandeling van zijn
kind... YVas dit dan niet het beste bewijs...
Och, zij was eerlijk genoeg, wanneer zij onbevangen
in zichzelve zag, om te bekennen, dat alle hartelijk
heid in den omgang met het kind ontbrak. Hartelijk-
liefde... ja, die kon zij hem niet ook nog
geven... onmogelijk, neen.
Het kind bleef een vreemde voor haar, meer nog,
iets waarvan de voortdurende nabijheid haar hinderlijk
en hatelijk was. Daar kon zij niets aan veranderen. Dat
kwam door den aard van het kind.... en door de om
standigheden.
Ook door de omstandigheden... want als dit bleeke,
stille ventje haar eigen kind was geveest... dan
dan had zij zijn witte wangetjes immers wel warmrood
gezoend... dan had zij door haar opgewektheid en
van^oiTl A aanm0ediginB de inzichzelf gekeerdheid
van nei Kinn (wprwnnnon
moest hij zich inhouden. Wjlt. 't '111 ook kostte... Toen spronkelijk een kapitaal bezat van 12Vs millip.enen nu
werd er ineens iels in hem wakker van vurige blijd- op 100 millioen geschat wordt,
schap en opwinding.... Waarom 't zoo-was besefte hij Dit is echter met voel meer dan n appeltje voor
eigenlijk niet maar een vaag begrijpen van dat tóchden dorst. Bernatos vooinaanisten rijkdom beslaat in
Want 't duurde zoo lang aan het loketje. De oude, '11 grooten voorraad „Kaffirs. Als hij deze tegen
grimmige kassier was er anders als de kippen bij. Die marktprijs ging verkoopen, dan zou hij er ongetwijfeld
liet je geen tien minuten Wachten.... Schoof het raampje meer geld voor ontvangen, dan eenig mensch ter
mei een ruk op; keek je dan aan met 't scherp© geloer wereld bezit.
van z'n oogen, door de glinsterende hriileglazen. p Deze 19de en 20ste eeuwsche Aladin is echter wel
Freek stond er nog steeds. In star onbewegelijke '11 geldkoning, maar onder al die wisselende omstandig
pose.... De vingers geklemd om de gele enveloppe, heden 'n „goeie vent" gebleven. Ofschoon gestegen tot
Er jijratn een kop voor het loket-raampje.... Gesoig- '11 duizelingwekende hoogte van macht en aanzien, is
neerde blonde coiffure van volontair op" bankierskan- hij noch hoogmoedig, noch trotsch, noch opgeblazen
toor. Tikje uit de hoogte observeerend de figuur van geworden, maar eenvoudig en welwillend gebleven. Op
wachtenden klerk. Toen, mei zeer-bedaarde, gewild-af- zijn kantoor in de City is hij ongenaakbaar; zoo onge-
gepaste bewegingen, 't raampje openend. Naar Freek naakbaar als de Keizer van China, maar zijn huis in
luisterend met iets verdrietig-minachtend ongeduld, Ier- West-End staat voor alle bezoekers open. Daar komen
wijl de slanke, blanke vingers streken 't ontkiemende financiers, vorsten, kunstenaars, die hij allen als zijn
zijige kneveltje. Daarna aanvattend, met datzelfde welkome bezoekers ontvangc. Maar lachen en pret
loom-hautaine, ijzig-onverscliillige de groote gele en- maken doet hij 't meest als'n oud-circusvriend bij hem
veloppe. Ernaar kijkend met koud-trotsche oogen van aanklopt, en ze gaan praten over de dagen van vroeger,
jongmensch uit zeer-goeien kring, die beseft hoe blij Voor die is hij „Barney" gebleven,
burger-joggie-in-vestibule is dat hij zn \ijflionderd poj; Een hulpvaardige.
goed en wel behoorlijk kwijt is.... Een hulpvaardig man kwam eens in de tram te zitten
Karellje kwam stillckens, zacht voortsluipend tegenover twee dames, die met elkaar zaten te praten.
naderbijliet gevoel van naderende verheugenis Onmiddellijk spitste hij zijn ooren, want 'n hulpvaardig
werd warmer in hen;.... mensch heeft altijd grooten lust zich met andermans
Hij zag echten, gróolen schrik op Freek zn ge- 7.aken te bemoeien. En hij hoorde:
ht. En ik verzeker je, zoo zei de eene dame tot de
De blonde volontair had de wenkbrauwen hoog-op- andere, dat hij 'n ware tiran is. Hij regeert het heele
getrokken. Schudde^, met zeer besliste, schoon deftig- huishouden als 'n despoot, als 'n Russisch keizer:
voorname bewegingen, t hoofd. hij ontziet niets of niemand.
Tja. de kassier was al weg. Ook feitelijk te 0cb kom! antWoordde de andere dame, deelne-
laat voor dergelijke zaken.... Moest meneer..re... Tod; mend en de hulpvaardige meneer voelt zijn verontwaar
weten, hè?.,, Morgen-od;iend, legen halfelf, dan ging diging gaande worden. Hij neemt zich reeds voor, de
't beter. Dan was meneer Koenders 'r immers... En gepiaagde en klagende -ruow zijn diensten aan te bie-
de koude oogen van voornaam volontairtje keken den. Maar zij gaat voort:
Freek aan met ongeduldig-veronlwaardigd: Sta-jc daar zooajs ik u zeg: niets of niemand ontziet hij,
nu nog?en als er iets niet naar zijn zin gaat, dan slaat hij
„Bewaart u l dan zoo lang' zei I'leek, en hij aiieg kort en klein wat eronder zijn bereik komt. Gis-
sprak 't op zoo vreemden, heeschen angsttoon dat de teren beeft hij 'n heei servies van de tafel getrokken;
ander hen; nu aankeek met smal-spitsig gezichtje^ van €r was geen kopje heel.
scherp-minachtende trekken.... Met een hoonend spol- Nu kan de hulpvaardige zijn toorn en verontwaar-
lachje erdoor heen.... O, ben-je van die kracht,diging niet langer bedwingen. Hij staat op, neemt met
De blanke, mooi-beringde vingers lieten nu rustig- ridderlijken zwier zijn hoed af en zegt tot de arme
langzaam, doch onvermijdelijk-beslist het raampje zak- vrouw:
kén. Mevrouw, zeg mij,... wees zoo goed, mij te zeg
„Morgenochtend halfelf Iiij zei t op geaffec- gen, waar die barbaar te vinden is! Is 't uw echtgenoot,
teerden, vermoeiden toon. En keerde zich dadelijk om, dan zal ik u tegen zijn schandelijk gedrag weten te
met de vingertoppen knippend ais om het viezige van beschermen! Ik zal
zóó n ontmoeting van zich at te w ippenVerwonderd kijkt de dame den man aan en zegt:
l De portier van het gebouw slapie met dreunpassen Maar meneer, er is heelemaal geen sprake van
Tellier nen vooriDaar-direet werden de deuren ge- >n barbaar of van mijn echtgenoot; ik had 't over mfjn
kleinen jongen, die gisteren 'n jaar geworden is, en
de liefste engel van de wereld is.
Tableau.
Prijzen, die beroemde schrijvers voor hunne wer
ken ontvingen.
Byron ontving van zijn uilgever Murray nagenoeg
400.000 frs., De natuurkundige Cuvier verkocht zijn
aanteekeningen op Plinius voor ongeveer 11.000 frs.
Freek stond nog steeds met z'n gele enveloppe in
de hand. Vóór het doode, onvcrbiddellijke loketraampje
Maar Karei was al actief... Had hen;, bij: een slip
van z'n jas trekkend, meegetroond.
„Kerel, ga toch meel... Wat motte ze nou toch
van je denken!
En zij gingen.
Dadelijk zag Kareltje t: bij Freek was de kracht aan (|en uitgever Panncoucke. Wal ter Scott heeft twee
verbruikt. Hij wist dat zn kameraad geen reus was millioen frs. voor zijn werken ontvangen. Chateaubri-
111 „Asdauer en, had stellig gemeend .straks, toen ze aiuj heeft liet recht tot de uitgave zijner werken aan de
van „den baas kwamen te zullen overwinnen. Dat vereenigde boekhandelaren verkocht voor 550.000 frs.
was, 7.m, ^gen-geslagen. Maar Nu— Lamartine stond aan Charles Gosselin twee zijner wor-
t Gekste was dat die malle breek, met zn ver- hen af voor de som van 100.000 frs.; „Chut d'un
moeide gezicht en zn angstige oogen, waarin de durf Ange" bracht hem 45.000 frs. op. Victor Hugo ver-
om tegen de verleiding te vechten, nu gedoofd was kocht het handschrift van zijn Notre Dame" voor 60.000
Zoodat ze doodsch, glazig, hulpeloos leken... Dat breek frs Lamenais heeft zijn werken verkocht voor 15.000
hem, gewillig als een lammetje volgde. Eerst naar do frs. heel. Tiers heeft het „Consulat et l'F.mpiro"
kennisjes, in de stamkroeg. Kareltje was wonderbaar- afgestaan aan Paulin voor 'n half millioen francs.
j. ....jroyaal. Iracteerde of-ie een prins was.... "De referent van bovenslaande herinneringen, 'n Hol
en dan klajipertandde hij... En er was ook iets straks, „Drink uit, kerelSta om, jo, je ziet r beroerd hinder, en ook schrijver, helaas, in 't ilollundsch
iets gewrongens in z'n manier van voortstappen. ,llt!' K;: 1
De ander loerde telkens naar Freek z'n gezicht...
Of hij dan toch waarachtig geen kans had... Telkens
probeerde hij z'n kameraad lot zachtcr-voortloopen te
brengen... Stilstaand en dan zeggend, met het schorre
stemgeluid van dol-opgewonden knaap:
- „Wacht nou 's effen... Kerel, daar schiet me wat
te-binnen... Freek dan.... Zeg nou!"
Maar 't baatte niet. Ineens was de ander weer zes
acht huizen verder... De afstand tusschen liet punt
waar hij nu stond en 't kantoor op de Heerengracht
werd al-kleiner, korter.... Hij: balde de vuisten van nij
digheid. Zoo'n stijfkop ook.... Ilij dacht eraan dat, als-
ie Freek er maar toe brengen kon 0111 ergens, 'n café
binnen te gaan en daar wat te drinken... Iets, wat 'm
vuur in het bloed bracht... Dat-ie dan gewonnen spel
zou hebben. Maar 't was vruchteloos werk geweest.
Van de seconde af, dat Freek van den ouden boek
houder had gekregen de f 500 om nog vóór sluitings
uur te bezorgen, had hij, doorgemarcheerd als een dol
leman.... Er was geen land mee te bezeilen. Toen
ze tien pas van „den haas" af waren, had Karei z'n
kameraad apart geroepen, en 'm toegefluisterd:
„Jó, nou ken-je morgen tweehonderd pop rijker
zijn... Op z'n minst.... Als je".
Maar al-direct had hij 't in de gaten dat Freek
niet in een bui was om tc doen wat-ie wou. "Hij had
'111 met zijn oogen van eerlijk, helder blauwi iiksch
aangezien, terwiil-ie bezig was z'n jasje stijf dicht te
knoopen. En hij: had gezegd:
,wtAan Dalen, ik heli gister-avond Marie beloofd, op
ni n éórewoord, dat ik nooit meer spelen zou. Op hand-
dan maaktiaLe^; ZOm orop b'egcven. Doe ik "I toch,
zxj ons •encrflöipm,rstvi ia-i
behoort bij; 't woord „schrijver" de verzuchting: „he^
En tegelijk knipoogde Kareltje stiekum tegen een laas!» schreef ro'mall) -/erkocht dien aan 'n «it-
1110 is
niet
Vraau >t mo TJ?ch ,wat Mall.e voor daar hebben ze, naar mijn inniee ovcrintai,,,, opk
an te-
mede-stamgast van goklokaaltje, waar ze straks heen gever te Rotterdam voor honderd gulden en heeft er
zouden trekken, zoo zeker als twee maal twee vier is... n0oit 'n cent van ontvangen
Om zeven uur zat Freek verwezen, idiotig- c
lachend; met vurige plekjes van doorstane emotie on-n, ,,e,vi® geval van bloedvergiftiging,
der de oogen, ergens in een „bar" sherry-cobler te Duitsche diaconessenhuis te Cairo (Egypte) f»
slurpen, terwijl het geurige en weelderig-uitgebreede (lez(!r dagen juffrouw Gerda von Siemens behoo-
kapsel van de buffetjuffrouw z'n wangen beroerde...
Om acht uur stapte hij: binnen 't goklokaaltje van v. oezen naam en een kleindochter van den ns
/luizige atmospheer. Mei de scherp-loercnde hebzucht- huirvorscner Helrnholtz na een smartelijk lijdel
>ogcn van de ingewijde stamgasten.... Van 't rondge- aal1 vergiftiging overleden. De jonge dame zoi
v
oogen van de ingewijde stamgasten.... Van 't rondge
trippel der damekens, die, al-fluisterend eji -wondersnel
begrijpend, van haar lastgevers in gokhuisje instrue
rende tot do beroemde Berlijnsche industrieel© fami
lie van dezen naam en, een kleindochter van den na-
lijden
- -
met haar familie een reis 0111 de wereld doen. Kort
voor het vertrek liet zij: zich door haar kamenier een
w JO JA- HWUUU- 1 TA I
tiën hadden gekregen.... En om 6611 uur, h\ee uur,' 0111 sniJden. Deze bracht hierbij per ongeluk baar
drie uur, zag men staan jongmensch met van koortsige moes'eres een kleyie wonde toe. Hel meisje had de
opwinding gloeiende oogen.... Op wiens trekken iets ®nvoorzichtigheid, zwarte kousen aan te trokken. P®
was, nóg erger dan dolle angst, die leeft in liet hart „n 1)Cg°n te zwellen, maar het meisje, hoewel vee'
\\T1 i TAlin h/vkkrvnrl.0 1 1 i. e
reltjc, vuunood gezicht, sohitteroogen, -graaiend
naar'wat naar 'm toestroomde.... Van de buit waar- j m£Pr',
van liij gedroomd had dien heelcn dag. Van dat de kameluer> d|e innig aan haar jonge meesteres ge
baas" hem de vijf lapjes had toevertrouwd, totdat" I llccl3t was; hccft °P het vernemen van haar dood, ui'
De blanke, slanke vingers van voornaam-voloiUairijë VV" .?°P m hct Hi'iinewald hij Berlijn zelfmoord ge-
weigerden hot loket te openen.
„Weel-je zei de advocaat van den negenlienjari-
gen gedetineerde, toen ik hem sprak over 't geval van
den wegens diefstal en verduistering in hechtenis zijn-
den Freek, drie dagen na Wild goknachtje gearresteerd
„Wccl-jc, ze houden dien jongen voor zeer gevaar-
vraag 't me nou."os-jr\n'n"VH;n,ie iV°°.r <la,al', ze, naar mijn innige ovcrluiging,
meerGeloof me, jongen, 'i „ïóg nicri 't Zou rcelü' komt 8een slcek meer v:
pleegd.
Sneeuwstormen in Rusland.
De tijdingen over de gevolgen der sneeuwstormen,
en verschrikkelijke koude in Rusland luiden ontzet
tend. Zoo bezweek er een passagierslrein tusschen Ho- I
stow en.Kief onder den zwaren'snoeuwlast. Het aantal
dooden en gewonden moet veel grootcr zijn dan de
eerste berichten meldden, 't Moet een verschrikkelijk
noodweer geweest zijn; naar 't heet zouden er 500
personen door koude en sneeuwstormen zijn omge
komen. In de Zwarte zee zijn vele schepen verongelukt.