o E~ T N K T vTSCH.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Binnenlaiidsch Nieuws.
Woensdag 3 Maart 1909
o3ste Jaargang. No. 4 1(> 1
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
Alumni Hints-
Alrattitu- LuttiifUit
ssauaaraeuni
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau SCSiAGE$$s Laan 4.
In tere. Tclephoon Ac». 20,
Uit^e^rers TÈAPftftMI Co.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
DU nummer bestaat uil twee bladen
Zitting van Dinsdag 2 Maart 1909.
Melkvervalsching.
t Was geen drukke dag vandaag voor het E.A.
college. Een zitting met een vijftal zaakjes, die geen
van allen veel om 't lijf hadden.
't Eerste gevalletje dat heden berecht moest wor
den, kon gevoegelijk worden ondergebracht bij de ru
briek „vervalsching van levensmiddelen", welke ru
briek nogal gevuld belooft te worden bij: dezen voort
gang, want zoo af en toe komen zulke grapjes voor
de vierschaar.
Ook nu waren we tamelijk gauw met de behande
ling gereed.
Wél vreesden we, onder een wolk van cijfers van
een deskundigen rapporteur te worden bedolven,
't betreft hier namelijk eene melkvervalsching —maar
dat onweer idreef grootendeels voorbij. We waren in
een ommezientje door de cijfers opsomming heen
Het kwam zoo ver, dat er handtastelijkheden van
kwamen en. de dronken Schaper de jas van Van Twisk
scheurde.
De kastelein deed aangifte en voor beklaagde restte
heden niet veel anders dan bekennen dat hij 't ge
daan had en dronken was geweest.
De President informeerde of beklaagde nogal vaak
zoo was, maar daar wou onze Rein niet heen! Hij
beweerde dat het tot de groote zeldzaamheden be
hoorde.
De O. v. J. echter beschreef hem als een minder
gunstig bekend staand persoon. Meermalen heeft Scha
per feiten gepleegd, die verband houden met drank
misbruik, o. a. mishandeling van dienstdoende ambte
naren en wederspannigheid. Eens zelfs lieeft hij des
wege drie maanden gevangenisstraf opgeloopen.
Eene vrijheidsstraf voor 't plegen van deze ongemoti
veerde daad vond spreker beter dan boete opleggen.
De eisch was een.e week gevangenisstraf.
Geen koolbladeren in publiek water.
Arie Kossen van Broek op Langendijk was absent.
Jammer! Anders had hij vandaag m,ooi eens kunnen
vertellen waarom hij dezen zomer op een mooien Juli
dag koolbladeren in eene openbare sloot vaarwater
heeft gegooid, die uitloopt op een ander Broelter
vaarwater, de Achterburggracht genaamd.
Maar eene bepaling van de Politieverordening dier
De 57-jarige' Arie Schouten van'Schoort,die zich T TVT 'T
in |de arbeiders- en melkleveranciers-wereld verdien- uienafval etc Dat moet
stelijk tracht te maken, betracht daarvoor eene min- ffb6"rea °Lvlak b i 1 spo°r op *ene door balken afge-
der aanbevelenswaardige manier van doen. Immers, op j slo^n jnplVa"'Sandeld wa7 maakte Te
20 Januari j.1. nog kwam er een© zeer ernstige ver- xr„„„,wv,0 aa ,f "auoeid was maakte
denking tegen hem op bij den melkcontroleur Jaap Noordscharwouder rijksveldwachter C. v. d. Molen pro-
Dobber uit Schoorl, ten opzichte van zijne leveran
tie van melk aan de fabriek „Wjlhelmina" aldaar.
Dobber deelde zijn argwaan mee aan den Directeur
en aan den politieman Van der Kerk. Deze drie hee- i
ren begaven zich met gezwinden pas naar den huize
Schouten, om eens eene melkaflevering mee te ma-
ken en meteen 's even een paar monsters te nemen, i
die vervolgens door apotheker H. J. Wanna uit Alk- i
maar verder bewerkt zouden worden.
Men was spoedig klaar en nadat den volgenden dag
nog een paar stalmonsters waren genomen, had men
voor den heer Wanna ook genoeg „stof" (in casu
vloeistof) tot onderzoeking.
Deze heer toog nu aan het werk en de uitkomsten
wettigden ten volle de tegen Schouten gekoesterde
verdenking, als zou hij zijne melk met water hebben
vervaischt.
We zullen ons' in beschouwingen over zooveel per
cesverbaal op en terechtstelling volgde. Bij 't Alk-
maarscbe Kantongerecht eischte de Ambtenaar van
het Openbaar Ministerie f 3 boete of 1 dag hechtenis,
maar... de kantonrechter deed vrijspraak.
Hooger beroep... en de zaak verzeilde naar 't Am,
sterdamsche gerechtshof, dat de kwestie ter berechting
andermaal naar Alkmaar verwees. Maar nu naar de
Arrondissements-rechtbank.
HUBmasBJOsnasB
die in één oogenblik een glasruit, aan gruizelementen
de kamer in doet sluiven.
En met zooveel geweld, dat de stukken en brok
ken tot heel achter de kachel vlogen.
Wat is er intusschen gebeurd?
Buurvrouw Neeltjc Beek, de ega van Arie Koe
man, had haren broer Kees hooien praten en was
even komen luisteren, buiten.
Toen begon de stem des bioeds te spreken en hel
zusterlijk verlangen werd zóó sterk dat ze niet lan
ger het contact met broerlief kon derven. Wat kon
haar de eenige hinderpaal .daarvoor, - dat ellendige
glasruit ook eigenlijk schelen? Dc zenuwen begon
nen op Ie zetten, bijt Neel, zie je en dan,... Berg
j>c\... Toch.-.., eerst even aantikken! Fatsoenlijk we
zen. .Maar ze tikte zoo, hard, dat de rinkelend bin
den stuivende stukken glas het zeer onveilig maak
ten en de theegasten vertrokken dan ook al gauw,
begeleid door De Heer en echtgenoote.
Buiten gekomen restten nog meer aangename
verrassingen. Arie Koeman sprak zwager Kees aan en
Neellje schold Kees' vrouw uil voor alles wat maar
leelijk is en slecht.
En hierbij bleef 't niet, want de zenuwen waren
Neel-buur zóó de baas, dat er geen eind aan was.
-Ziji meende dat er kwaad van haar gesproken werd
en ze sloeg haar schoonzus Maarte op den koop toe
nog wat at ook. Vandaag wou ze hare lijdensgeschie
denis oplepelen le beginnen met de tweede helft van
1908, maar de Praeses had daarin volstrekt geen zin
en achtte dan hel leed niet te overzien. De O. v. J.
overzag 't geval zoo, dat Neel als een furie was te
keer gegaan en 't bewijs voldoende was geleverd tot
't eis enen van straf.
Z.E.G. stelde voor, te straffen met f 15 boete, subs.
15 dagen hechtenis.
'k Laai 't er niet bij zitten, liet Neel grimmig lot
afscheidsgroet hooren
A.s. Dinsdag uitdeeling van eventueele straffen.
De O. v. J. achtte 't bewijs voldoende geleverd.
Z.E.G. kon zich zeer goed vereenigen met den eisch, I
in eerste instantie door den Ambtenaar van 't O. M.
gedaan.
Ook de O. v. J
hechtenis.
mensch beschouwde, van adel te zijn. Ook de heer W.
Roos als Dietrich von Vinck beviel ons best. Minder
evenwel de zoon van den Baron, die wel goede oogen-
blikken had, maar over 't algemeen te beweeglijk was:
te druk met de armen en vooral met den mond.
Van de dames voldeed ons 't meest Misstress Hanna
Stephenson. Mary evenwel scheen ons wat vermoeid:
haar stem klonk meermalen mat.
En het stuk zelve... nu, die „oude geschiedenis" mag
gehoord worden, telkens weer, vooral als ze met tal
van zulke leuke, geestige waarheden gepaard gaat.
Voegen we hier nog aan toe, dat de kleeding keu
rig was, dan behoeven we zeker niet te herhalen, dat
we met heel veel genoegen West-Frisia gezien en ge
hoord hebben.
We zullen het gaarne hier terugzien, maar dan voor
eeneivolle zaal.
Een enkele aanmerking doch niet over 't spel,
maar over een deel van 't publiek, 't Schijnt, dat
sommigen door het betalen van hun entree in de
meening verkeeren, dat ze als publiek vrij zijn in hun
doen en laten. Dus dat ze ook het recht hebben in
de zaal een sigaar te rooken, niettegenstaande er dui
delijk staat: „Verboden te rooken".
Zulk een meening is een groote dwaling. Een atmos-
jfeer met rookwolken past in 't geheel niet voor men-
schen, die door inspannend sprekpn of zingen een
tijdlang hun keel moeten gebruiken. Men vergete dit
niet: ze hebben recht op zooveel mogelijk zuivere lucht.
Wie zulk een slaaf van rooken is, dat hij het een
paar uur niet kan laten, behoort niet naar een der
gelijke uitvoering te gaan.
Barsingerhorn.
Tot machinist aan hel gemaal van den Kaagpol-
der is benoemd de heer Schild van N. Niedorp.
Hoogwoud.
Ter voorziening in de vacalure-Reuzenaar, had Dins
dag j.1. de stemming plaats voor een Hoofdingeland
der Banne Hoog- en Aartswoud.
Aan dé stemming namen slechts 18 personen deel,
uitbrengende 41 stemmen, op den heer C. Klaver Wz.
waren 19 stemmen, op den heer D. van Diepen Jnz.
12 stemmen, op den heer K. Glas 2 stemmen en op
Heer-Hugowaard.
Voor de verkiezing van drie Hoofdingelanden van den heer A. Donker 5 stemmen uitgebracht, zoodat
eischte nu f 3 boete of 1 dag c^el1 polder zijn door de R.-Kath. kiesvereeniging can- er eene herstemming moet plaats hebben lussehen de
didaat gesteld de periodiek aftredende heeren J. Nieuw- [wee eerstgenoemde)).
Mpt ai- h t land en J. van der Oord en voor de vacature P. van at h
Eert .soortgelijk zaakje had Jan Kok, ook een in- langen als Heemraad benoemd' de heer D' Scbilder' Zaterdagavond j.1. werd door hel Hoofd van den
woner van Broek op Langendijk, aan de hand1. (Harenkarspel), Waarland. tweejarigen landbouwcursus, -den heer IJ. van Ree,
Hij had 't zich op den hals gehaald, door 1enr'; O® initiatief van Mej. N. M. Plaatsman is alhier, eene openbare les gegeven, in tegenwoordigheid Van
cent ^vetgehalte en zooveel percent vetvrije droge stof aanschouw© van Rijksveldwachter Van der Molen uit evenals elders, een vrouwenvereeniging „Hulp in. Nood" 5 leden van de Commissie van 'Toezicht. Dooi' de
enz. niet gaan verdiepen. Arie was verplicht, volgens ^ijn groentenschuiL niet een vork wat hloemkoolbala- opgericht, welke zich ten doel stelt aan behoeftigen jeerli
1 1 I 1 1 1 1 kg ratnlrf r> trAvnf rwlrAvirl a m 1 rl rl a! rvn 4-av tt Avrt ttAlrlr av» u at» t
contract, aangegaan met Directeur Modderman, om zui- deren in t Water te smijten ter plaatse waar zulks ver-
vere melk te leveren, waaraan niets was onttrokken boden is.
of toegevoegd, terwijl de prijzen varieerden n'aar den 1 kn 11 verband met de ziekten-, waarmee Lange
tijd van 't jaar. In November is beklaagde al begon- dijk-s dorpelingen weieens geteisterd worden, is heit ver- kleinere jaarlijksche bijdrage verbonden.
bij ziekte versterkende middelen te verstrekken. Een
groot aantal ingezetenen hebben zich reeds bij deze
1 nuttige vereeniging aangesloten en tot een grootere of
nen met ontrooming der melk.
Zijne handelwijze, die hij heden ter terechtzitting
bod om van de talrijke wateren in deze koolstreek
Breezand.
leerlingen van dén cursus werden aan het Hoofd een
viertal boeken geschonken.
Groentenspoorlijn.
De gegarandeerde opbrengst van het groentespoor
van Broek op Langendijk naar Alkmaar, welke garantie
door de verschillende omliggende gemeenten en pol
een Idrijv-end magazijn van rotienden groentenalVal te j in de Maandagavond gehouden vergadering van aan- ders wordt gedragen, groof f 7200, is van 1902 tot
th 7u.1/ Zl 1' wrnl li» mui-mii on non »»/-] i re 11 n-r» 1 rvn.lL 1 /in i ,111jj i1 j. l 1 „1.,„ i aaa i t t-i-imr- r\r\-é
bekende, vond de President zeer onverantwoordelijk. De maken, zeker wel te prijzen en waardig, nageleefd em j deelhouders der kaasfabriek alhier is tot kaasmaker einde 1908 gedaald tot' f 5775.821/2.'
-- - in eere gehouden te worden - -
heer Officier eischte wegens aflevering van vervalsch-
te levensmiddelen, waarvan beklaagde wist dat ze
vervaischt waren, eene gevangenisstraf van 3 weken.
Hij was dronken geweest.
De 24-jarige Reindert Schaper van Bovenkarspel was
ook belangstellend genoeg om heden te verschijnen,
nu het zijne beurt was voor 't spelen van de rol van
beklaagde.
Hij is een Hoornsche van geboorte, doch wat zijne
vernielzucht betreft, kon ie veilig Kennemerlander zijn
een oord, waarvan immers onlangs Mr. Sluis ver
klaarde dat het door zijne grillige, hier en daar hoogst
onregelmatig afgebroken duinenreeks den Hollandschen
jongens tot vernieling opwekt en hen als hemelsche
muziek in de ooren doet klinken: het rinkelen van
brekend glas, het kraken van onder hunne schendende
hand bezwijkend hout, enz.
Reintje dan was den eersten Woensdag dezes jaars
knapjes kachel en werd lastig en vervelend voor den
caféhouder Van Twisk te Bovenkarspel.
Door
ERNST VON WILDENBRUCH.
gekozen de heer S. Kossen te Wijde Wormer.
Het aandeel in deze garantie is alsnog1 voor de
gemeente en den polder St. Pancras ieder 1' 1042.851_..
Rijkspostspaarbank.
De Staatscourant van 17 Februari j.1. bevat het
i talrijker was, vinden we vreemd. Zijn de a.s. uitvoering Koninklijk Besluit van 29 Januari j.1., houdende o.m.
De O. v. J. eischte ook in deze zaak, die even- j West.Frisi, Wierinaerwaard
rehtT1! kLanl°nge,redlt ,CI{ - CJerechtshof naar deze Zond ga£\)We&t-Frisia" van Hoorn alhier een voor
hechtenis beklaag<k 13 b°'ete' °f 1 da§ j stelling voor een klein publiek. Waarom dit niet veel
Een echte furie. van het gezelschap Verkade te Schagen en die van de intrekking der art. 8 en 9 van onze spaar-
Ook 'tslotzaakje speelde le Langedij'k. Maar in wat, j Philotechnie alhier er wellicht de schuld van? Mis- bankwet.
Noordelijker streek, Noordseharwoude namelijk. j schien. Maar in elk geval is 't jammer, dat niet veel Die art. schrijven voor dat de inlegger, na eiken
't Is een fraaie historie. Luister maar. meer hebben kunnen genieten van de vertolking van inleg van f 25 of hooger, van den Directeur der Rijks-
1 ooneel der handeling: De Langestraat. I „Twee Wapens", zooals dit blijspel hier, vooral door postspaarbank binnen een bepaalden tijd moet ont-
Personen: Een stelletje huren met theegastenj do hoofdpersonen, gegeven is. vangen: een kennisgeving dal die inleg ten zijnen na-
de overige personen nader te omschrijven. j Wat de heeren Wilson als Baron von Wettingen en me bij. die instelling is geboekt, en dat hij1 zich, hij
't Is 's avonds een uur of 7, en gezellig ten "huize als Thomas Forster weergaven, was o. i. geen spel van de ontvangst van dat stuk, moet verzekeren of de
van Klaas de Heer en zijn vrouw Aatje Ruiter. j rederijkers, maar meer van met eere optredende too- inschrijving in zijn boekje daarmede overeenstemt.
De theegasten Kees Beek (broer van Neellje) en neelspelers. Steeds bleven ze in hun rol. Geen wonder Bedoeld besluit (reedt reeds binnen enkele dagen
zijne vrouw Marie Nol luidjes uit St. Pancras, dan ook dat we volop genoten hebben bij de vertolking jn werking, en dus worden de kennisgevingen wei-
vinden wel: „Scheiden tut \V,ehmaar niettemin - door den heer Jac. Wilson, die den typischen, werk- dra afgeschaft.
wordt over opstappen gedacht. zamen Amerikaan weergaf, en niet minder bij die door Deze afschaffing houdt oorzakelijk verband met de
Doch onaangenaam, alleronaangenaamst worden al- den heer Joh. Wilson, die zoo uitnemend den Baron invoering van nieuwe conli öle-maatrcgelen, waardoor
Ier gehoorvliezen aangedaan door een geweldigen slag, typeerde, die 't als 't grootste voorrecht van den de kennisgevingen overbodig zijn geworden.
11.
Eigenlijk kon de reden, waarom Iduna Schneideband
haren buurman had afgewezen, Peter Alchschnitzer
gladweg onverschillig zijn, maar toch hield hem
do gedachte bezig of de schrijver van den brief en de
afgewezen vrijer een en dezelfde persoon zou zijn.
Wanneer dat zoo was, dan moest deze man Iduna
werkelijk hebben lief gehad. Misschien had hij haar
nog wel lief. Want onder die hoffelijke woorden ademde
Iets als een onderdrukte gloed. Men kon uit den brief
voelen, dat de schrijver zich om de vrouw angstig had
gemaakt, dat hij terwijl zij misschien bewusteloos
lag met haar ziekte te worstelen, voor haar had ge
zorgd. Daarom was het den man een behoefte geweest,
om zoodra de macht van de ziekte was gebroken en
Iduna buiten gevaar was, aan zijn vreugde daarover
uitdrukking te geven. Daarom had hij geschreven.
Daarom had hij, lettend op zijn eigen gevoelens, aan
genomen, dat ook de echtgenoot bezorgd moest zijn.
Wanneer Peter Alchschnitzer bedacht, hoe geheel deze
veronderstelling bezijden de waarheid was, hoe hij
zich in 't geheel niet bezorgd over Iduna had gemaakt,
dan had hij kunnen lachen. Maar eigenaardig hij
lachte tiiet. Zijn zinnelijkheid was ruw, maar zijn ver
stand zeer fijn; hij begreep wat daar voorviel: deze
onbekende man, die door de vrouw versmaad was, had
die vrouw nog steeds lief, en ofschoon hij zichzelf
moest zeggen, dat zij door haar huwelijk voor hem
voor altijd verloren was, juichte hij toch bij de ge
dachte, dat zij in het leven zou blijven. Dat noemt men
onzelfzuchtige liefde.
Adellijk was de naam Peter Alchschnitzer zeide
zichzelf dat achter dezen hoogen naam ook een waar
achtig hoog mensch stond. En deze vrouw, die h e m
zoo waardeloos was toegeschenen, hoe waardevol kon
zij voor een ander zijn. Zonderling. Als de reflex van
het zonlicht, dat van uit de vensters van een huis
aan de andere zijde van de straat in onze in de scha
duw liggende kamer geworpen wordt, zoo leek hem
do liefde van dezen vreemden man en gaf een zekere
bekoring aan de hem zoo onsympathieke figuur van
Iduna.
Niet dat het' hem ijverzuchtig maakte, daarvoor ging
het hem niet diep genoeg, maar dat zij goed verpleegd
werd, dat" Was hem toch zeer lief.
Het was hem lief, want nu had liij rust, e:i nu
begon hij weer te werken.
Peter Aichschnitzer begon weer te werken, ja, wel
met gropte energie, evnals vroeger, maar niet zoo
verwoed als de laatste weken, alsof hij met alle men
sehen in de wereld geheel had afgerekend. Want ter
wijl hij nu schreef en studeerde kwam er in zijn
binnenste een gevoel op, dat hij zichzelf eerst niet
wist te verklaren, omdat hij nog nooit iets dergelijks
had gevoeld, maar dat hem zich niet, meer zoo
eenzaam deed gevoelen als den laatsten tijd. Steeds
leek er nu wel iemand bij hem te zijn, die toekeek
op zijn werk, die luisterde naar het krassen van zijn
pen op het papier. Stond dat achter hem? Naast hem?
Het was geheel onzichtbaar, hij kon het niet zeggen.
Maar het hield zich heel stil, ademloos stil, opdat
het hem maar niet stoorde.
En eigenaardig, terwijl vroeger een dergelijk idee
hem zenuwachtig zou hebben gemaakt, tot woede en
razernij zou hebben gedreven, was het hem nu niet
onaangenaam, ja bijna het tegendeel; want heel duide
lijk voelde hij, hoe dat onzichtbare iets, dat als een
levenlooze schaduw achter hem stond, van stille ver
rukking sidderde, terwijl het hem zag arbeiden, hoe het
uit dezen aanblik levensbloed dronk.
Vroeger, wanneer hij geschreven en geschept had,
was het geweest als het eenzame gebrul van een
woest dier, dat alleen zijn stem laat uitgaan om zijn
eigen wilde gevoelens lucht te geven nu was die
mensch-vijandige proloog veranderd in een tweegesprek,
want ieder woord dat hij uitbracht, elke zin die werd
neergeschreven werd door een onzichtbareii toehoorder
opgenomen, en niet opgenomen alleen, maar ook in
het harte bewaard.
Zoo sterk werkte dit nieuwe gevoel op hem in, dat
hij diep ademhalend achterover in zij» stoel leunde.
Moest hij vragen wie de onzichtbare toehoorder was?
Wist hij niet, dat het eene vrouw was, en wie die
vrouw was? Zijn ruwe mannenaard had tot dusverre
elke inmenging van den vrouwelijken geest grof afge
wezen voor de eerste maal in zijn leven drong het
besef tot hem door, hoeveel waarde ook de geeste
lijke bijstand van de vrouw voor den man kan heb-
Het gevolg van dat alles was, dat, terwijl hij met
een soort van grimmige woede aan zijn werk was be-
gonnen hij met groote opgewektheid daarmee door
ging. Én dat bracht weer als gevolg met zich, dat
toen hij na eenige weken zijn arbeid beëindigde
en het geschrevene overlas, hij tot zichzelf moest
zeggendat hem nog nooit zoo'n schitterend werk
was gelukt. Diep haalde hij adem, terwijl hij het ven
ster uitkeek het kwam hem voor, als geschiedde
het sedert weken voor de eerste maal, en bespeur
de, dat het intusschen lente was geworden, en de
kastanjeboomen in bloei stonden. Hoe heerlijk was die
lentegeur. Was het slechts het ontlastende bewustzijn,
dat hij een groot werk achter dén rug had, of had hij
nieuwe zinnen gekregen, dat hij nu de betoovering van
het nieuw ontluikende leven met een welbehagen in
zoog als nooit te voren?
Een onnatuurlijke gedachte sprong in hem op: hij
wilde naar buiten, naar Iduna. Dreef hem het verlan
gen naar haar? Nauwelijks te zeggen eigenlijk sléchts
een onbestemde drang. Wilde hij haar spreken? Wat
wilde bij met haar spreken? Nauwelijks te zeggen.
Eigenlijk een lentetocht, die hem aanlokte en de ge
dachte de plaats te leeren kennen waar dat vreem
de menschenkind, dat zijn vrouw was, vandaan kwam.
Dat de plaats waar Iduna's landgoed lag, per spoor
was te bereiken, en dat hij daar nauwelijks anderhalf
uur over werk zou hebben, dat had hij in minder
dan geen tijd vastgesteld. Vandaag was het te laat,
maar wanneer het morgen zulk heerlijk weer zou zijn,
dan morgen.
En op den volgenden dag was het weer zoo mogelijk
nog mooier, zat hij al vroeg in den spoortrein.
Tegen het middaguur bereikte hij de plaats zijner
bestemming. Het stationsgebouw stond eenzaam ineen
eenvoudig landschap. In de verte, daarboven, verhieven
zich de daken van een dorp en zijwaarts de omtrek
ken van dicht bebladerde hoornen. „Een mooi park,"
stelde Peter voor zichzelf vast en al spoedig hoorde
hij, dat dit behoorde aan Iduna Schneideband.
Een breede weg, die als een zandstroom van het
dorp naar het station liep, wees aan, hoe men had
te loopen. Ongeveer een kwartier van het dorp boog
een tweede weg af, links naar het park. Een eigenlijke
omheining of afrastering had het park niet, het lag
open in het veld. Het voetpad, dat er' gedeeltelijk
omheen liep en de grens was, volgde Peter. Wat hij
doen, wat hij zeggen zou, hoe zijn komst te verklaren,
dat wist hij zelf nog niet; met gebogen hoofd liep
hij verder, de lentegeuren van de pas omgewoelde
aarde insnubr^end. Hij was nieuwsgierig .waarheen de
weg hem leiden zou, en wat er uit dit alles zou wor
den. Nu boog het pad in een bocht naar rechts
en door de boomen werd het heerenhuis zichtbaar,
een ouderwetsch gebouw met een verdieping, met roo-
de, door mos en andere planten reeds half groen
geworden pannen. En nadat Peter nog eenige schreden
had gedaan, bleef hij staan; hier ontdekte hij menschen
j op de voorplaats van het huis, zoo ongeveer aangs-
j geven door hoogopgaande boomen. Rondom stonden
1 roodbloeiende kastanjeboomen. Onder de boomen was
een tuintafel neergezet, daarom stonden stoeien en
daarop zaten menschen, twee, een vrouw en een man.
De vrouw was diegene, die Peter Aichsilmitzer zijn
1 echtgenoote noemde, Iduna; den man, die haar gezel-
1 schap hield, kende hij niet. Hij kon ongeveer dertig
jaar oud zijn, had een donkerblonden vollen baard
en een nog jeugdig, hoewel wat ernstig gelaat. Dat
dat gelaat regelmatig gevormd was, en oprallencl bleek,
en dat het een uitdrukking toonde, als had - de man
veel pijn geleden, misschien nog leed, dat bemerkte
Peter Aichschnitzer zeer duidelijk.
Hij stond op korten afstand achter een dikken beuke-
boom, die hem bepaald voor die twee menschen zou
hebben verborgen gehouden, ook al hadden zij opge
keken. Maar zij keken niet naar hem, zij waren met
elkaar bezig, zoo 'druk, dat zij bepaald voor andere
1 zaken geen gedachten hadden. De handen in den schoot,
de schouders door een gehaakten doek bedekt, zat Idu-
na, in een rieten stoel achterovergeleund. Een hand-
werkje had zij niet bij zich; zij luisterde terwijl de
ander haar iets voorlas. Niet uit een boek las deze,
I maar uit. een manuscript, dat op tafel voor hem lag.
En dat manuscript zag er heel vreemd uit: het leek
wel een berg enkele vellen papier. Langzaam hief de
I voorlezer het eene blad na het andere op en zin
voor zin las hij aan Iduna den inhoud voor.
Wat het wel zou zijn, wat hij las? Peter Aichschnit
zer kon het niet verstaan, hij stond te ver af; maar
de inhoud scheen hen moeilijkheden te bereiden, dat
kon men wel zien aan de zeer nadenkende gezichten
van deze twee menschen en hun duidelijk pogen, om
het gelezene te begrijpen.
Lang en zonder zich te vervelen, ofschoon het beeld
geen afwisseling bood, stond Peter Aichschnitzer achter
den boom. Heerlijke lentegeuren vervulden de lucht
en de gebaren van die twee menschen, die met hun
vreedzaamheid zoo precies pasten in deze omgeving
vol vrede en rust, vervulden Peter met een ongekend
gevoel van welzijn. Het was hem een genot dat schil
derij daar voor hem te bekijken. Hij deed het als
iemand die met de oogen daaraan slechts heeft deel
te nemen, zonder dat het innerlijk er door in beroering
wordt gebracht. Die vrouw die hij daar zag zitten, die
toch eigenlijk zijn eigen vrouw was als een schemer
verdween dat voor hem, zoodat hij het bijna vergat.
Slot volgt.