Onder Inspiratie. Rheumatieklijder sukkelt jaren. 53e Jaargang. No. 44&7. Zaterdag 17 April 19(19. ViaKDK ilLAü. Gemengd Nieuws. Binnenlandse!) Nieuws. r Door W. FR EEMA N. Guthrie Morlon, de redaeteui' van „The Age", leun de achteiover een keek inel een pijnlijk glimlachje, zijnen vriend Kennedy aan. „Mijn beste kerel', zeide hij, „je moet mij ten goede houden dat ik ruiterlijk met je spreek, .tewerk is niet slecht maar voor publicatie is het niet goed genoeg. Er zijn honderd andere, niet slechte stukken, die ik om dezelfde reden moet afwijzen. Er zit geen pit in. Zijl pakken niet.... Zie je, ik wou liever dat je taal- en spelfouten maakte want dóór heb ik mijn corrector voor, en mij iets leverde, dat het publick om zoo iets te zeggen bij de keel grijpt." Kennedy knikte. „Ja, ja. Ik begrijp wel wat je bedoelt. Maar nie mand kan m6ér geven dan hij heeft." „Precies' Het is al veel waard, dat men dit zelf inziet." „En het leven is veel te helseh banaal en pro zaïsch. om iémand op bij, de keel pakkende ideeën te helpen. Wat gebeurt er in? Niets dan de oude, eeuwige sleur. Mijne vrouw Ilij bleef steken en plukte aan zijne handschoenen. Hij was op het punt geweest van iets leelijks te zeggen. Morton keek hem met een zonderlingen, blik aan. „Komaan' zeide hij ,,ik moet aan den slag. Laat. je niet ontmoedigen. Blijf voortgaan met je schrijverij. Maar tracht wat meer karakter in je werk te leggen, hetzij van jezelf of van anderen, en laat mij het dan nog eens kijken." Kennedy knikte maar weer eens. nam zijn hand schrift en liep de straat op. Hij was een groote, blon de man. met ietwat harde, maar niet onaangename trekken. Hij schreef vlijtig, niet uit noodzakelijkheid, maar uit liefhebberij en om zich naam te maken. Hij bezat een aardig inkomen, een aangenaam thuis en eene vrouw aan wie hij wel gehecht was. Hij zou dus gelukkig hebben kunnen zijn, zonder die on zalige schrijvers-ambitie, die tegenwoordig zoo menig een .in de ellénde helpt. Hij wandelde op zijn gemak naar het Waterlöo- station. om daar den trein te pakken naar zijne in eene der voorsteden gelegen woning. Louise. zijne vrouw, bleef in den regel 's middags thuis. Zijl was geen hoogvliegster. zelfs niet littérair, en dus ook niet critiseh juist de vrouw zooals een diléttant- schrijver het best gebruiken kan. Hoe zij aan elkaar gekomen waren? Ja, de aan leiding daartoe was eigenlijk een novelletje geweest, dat van hem in een Familieblad gedrukt was gewor den en waarvoor hij: twee pond honorarium genoten had. Zij had hem hare onschuldige bewondering voor dit verhaaltje te kennen gegeven, en dit had tot eene verloving, lot een huwelijk geleid. De jonge vrouw stond feitelijk alleen op de wereld. Geen plotselinge desillusie was er op het bruiloft gevolgd alleen eene tempering van het sentiment, en overigens aan weerskanten het besef, dat zij over het geheel zeer goed met elkaar overweg konden, zonder evenwel tot eikaars geluk volstrekt onmisbaar te zijn. Zoo had den zij nu vier jaren kalmpjes met elkaar gesleten. Kinderen kwamen er niet. Het motregende, toen Kennedy uit den trein naar zijne .woning stapte. Het huis lag ongeveer tien mi- ten gaans van het eindstation, en hij liep den weg af. peinzende over de kleurloosheid van zijn bestaan. Hij opende de deur met den sleutel. Zijne vrouw had de gewoonte van hem meestal in de gang tege moet te komen. Ditmaal echter was er niemand om hem te begroeten. Alleen de meid schoot in het donker uit de keuken. „Mevrouw is uit, meneer." „Zoo? Heeft zij: niet gezegd waarheen, of wanneer zij thuis zou komen?" „Neen, meneer. Maar er ligt een briefje voor u op de tafel in de eetkamer." Kennedy smeet jas en hoed neer en stapte kwaad gemutst 'naar binnen. De kamer was koud en som ber. Toen hij het gaslicht had aangestoken, vond hij op de tafel het briefje, zorgvuldig verzegeld. Hij vond dit ongewoon en rukte driftig het couvert open. Hij las. vouwde werktuigelijk het papier weer dicht, en viel. verbijsterd en ongeloovig. op een stoel. „Beste Man", zoo schreef Louise, „Ik acht het voor ons beiden beter, dat wijl van elkaar afgaan, en het zal je vermoedelijk pijn besparen, wanneer ik zonder afscheid en uiteenzetting van redenen heenga. Ik heb mijn best gedaan om goed voor je te zijn. Maar ik zie dat je niet gelukkig met mij' bent. én dit maakt voor mij het leven nog zwaarder te dragen, dan voor jou misschien. Ik ga dus weg. naar ie mand, die mij begrijpt en die goed voor mij zal zijn. Tracht niet mij van dezen stap terug te brengen. Onze levens hebben .nooit veel met elkaar gemeen gehad, en ik geloof dus niet dat je mij zeer zult misssen. Ik heb aan niemand gezegd wat ik ga doen. Geef dus aan de zaak die voorstelling, die je zelf het best zult vinden. Louise. „Louise"' HIJ herhaalde het woord als wezenloos. Louise de laatste vrouw op aarde, die hij van zoo iets zou ■hebben kunnen verdenken! Zij, zoo gemakkelijk tevre den, zoo weinig eischend, en zoo ouderwetsch braaf! Het was eene onmogelijkheid! Hij las den brief nogmaals en nogmaals, onder een dof knagend besef, wat haar verlies voor hem betee- Vflndft. Zij was weg. Zij was weg met „iemand die haar begreep" hetgeen hij zelf dus blijkbaar niet deed Deze gedachte zweepte hem op tot plotselinge woede. Met wien kon zij er vandoor zijn?... Hij dacht aan zijne vrienden, die wel bij hem aan huis kwamen. Garry, een Journalist, en Guthrie Morton, den redae- teur, en Hamer, die verzen knutselde en op eigen kos- ten 'in de wereld zond. Tegenover die allen had Louise i nooit anders dan de meestgewone beleefdheid in aoht genomen. Hamer was overigens wel iets van een Don Juan, en hij was rijk. Kennedy's vriendschap was over boord gegaan toen hij hem betrapt had om Louise met Kerstmis onder den mistel te kussen. Sedert was Hamer niet meer in zijn huis genoodigd. Eenige oogenblikken zat de man roerloos Allerlei incrLmineerende omstandigheden schoten hem te binnen Eensklaps sprong hij op, en stak den brief in den zak. Een punt althans kon terstond worden opgeheb derd. Hij schoot In zijne jas en liep naai het telefoon bTenU half uur moest hij wachten, voorhUa^BM- ting kreeg naar Hamers appartement in PiccadtUy. Toen kwam de gonzende stem van .]et de... Mijnheer waa een uur geleden ui '„V t eene dame, donker en slank...? Jawel. 3 haar eene afspraak. Zij was 7 Bzzzzzz! deed het ding, en In t gespr mig hroken. Elke poging om het te hernieuwen g Maar Kennedy had genoeg gel oonl, en lileene w gloeihitte van woede liep hij weg. Hij hunk na wraak, maar wist niet wat te beginnen. Hoe zou hij te weten komen waar het paar was heengegaan? Hoe het achterhalen? Hij besloot zich naar de woning van Hamer te begeven. Op een draf liep hij naar het station. De regen had plaats gemaakt voor een zoo dikken mist, dat men nauwelijks tien schreden voor zich uit kon zien. Kennedy was flauw van honger en onuitsprekelijk moe. Bij een onderzoek bleek, dat hij slechts zeer weinig geld in de fraaie portenronnaie had, die Louise hem als verjaardagsgeschenk had gegeven. Ademloos draaf de hij voort. Maar aan het station gekomen, vernam hij dat de lijn naar de City door eene ontsporing voor de eerstvolgende uren was versperd. lerug dus weer, door den geelgrauwen mist. Een ongeluk komt nooit alleen. Wat een tijdverlies! De gedachte, dat Hamer met zijne vrouw nu reeds vijftig, honderd mijlen ver kon zijn, deed hem tandenknar send vloeken. Half onbewust keerde hij terug naar zijn huls. De meid deed de deur voor hem open. Het scheen wel of zij door het venster naar hem uitgekeken had. „Neen," zeide hij tot haar, in antwoord op hare vraag. „Mevrouw komt vanavond niet thuis. En je hoeft geen warm eten op te disschen. Geef mij wat koffie en een paar eieren." De avond sleepte zich voort tot over acht. Kenne dy trachtte eene courant te lezen; maar wanhopig smeet hij ze weg. Eene radelooze ongedurigheid dreef hem weer naar de straatdeur. Maar een ondoordring bare mist bedekte het gansche land. Daar vond hij op de tafel het manuscript, dat hij eenige uren ge leden van Morton had teruggekregen. Hij nam het op en zag het in. Zijne zenuwen waren tot het uiterste, gespannen, onnatuurlijk wakker en scherp. Voor het eerst zag hij zijn eigen werk als van een afstand, als los van zijne eigen persoonlijkheid; en terwijl hij zich er in ver diepte, vergat hij voor het oogenblik zijn groote leed. Ja, wat hij geschreven had was middelmatig, banaal te banaler nog door een machteloos streven naar oorspronkelijkheid. De handeling was gezocht, de dia loog klonk valsch. Noch het een noch het ander „pak te", zooals Morton had gezegd. Hoe kon het ook an ders, daar hij in zijn eigen leven niets van hetgeen hij beschreef werkelijk gevoeld, feitelijk doorleefd had? Louise'® photografie stond op den schoorsteenman tel. Woedend staande hij er naar. De oude, kalme, kleur- looze dagen, die zij samen hadden doorgesieurd, waren eensklaps voorbij. Hij schoof het manuscript terzijde en rees met eene plotselinge vastberadenheid op. „Schrijf met overtuiging," had Morton gezegd. Dat wilde hij nu gaan doen. De kerkklok sloeg negen, toen Kennedy zich aan zijne schrijftafel zette en zijn verhaal begon. Voor hij drie blaadjes had volgekrabbeld, ontspande zich de druk op zijne hersens. Zijne geestelijke visie werd helderder en verbazend klaar. Hij was zich bewust van eene bui tengewone vloeiendheid van taal en van een ongekend vermogen om zijn eigen verleden te doorzien en te ontleden. Hij zag nu dat hij in vele dingen zeer te laken was. Het was z ij n e schuld geweest, dat hunne leven® dat van Louise en het zijne nooit veel „met elkaar gemeen hadden gehad". Hij had eenvoudig zich neergelegd bij het feit, dat zij intellectueel zijne min dere was, zonder het mogelijk te achten dat er in haar wezen diepten waren, die in het zijne ontbraken. Zeer zelfgenoegzaam en met zichzelf voldaan, was hij in zijne blindheid voortgegaan, en had de waarheid eerst ontdekt nu het te laat was. Hij schreef gestadig voort tot lang nadat de meiden reeds naar bed waren en alles in de nachtrust lag. Hij wilde morgen dit nieuwe manuscript aan Mor ton zenden en de hemel alleen wist wat er morgen verder gebeuren zou. Hij twijfelde niet of het zou worden aangenomen, en evenmin of hij zijne vrouw en Hamer nog vinden zou. Het haardvuur versmeulde en ging uit. Kennedy werkte voort. Blad na blad vulde hij, tot het grauwe Wintermorgenlicht doordrong In de kamer. Het gas brandde geel, en de vloer was bestrooid met sigaretten- asch en weggesmeten papiersnippers. Een uur later kwamen de meiden slaperig beneden, vonden hem daar nog zitten, maakten het vuur aan en haalden de gordijnen op. Kennedy schreef voort. Eindelijk hield hij op. Het werk was af. Hij had de tragedie van zijn huwelijksleven neergeschreven in een verhaal, waarmede vergeleken al bet vroegere, laf en kleurloos was. Hij legde met vaste-hand de vellen bijeen, sloot ze in een couvert en adresseerde dit aan den redacteur van The Age. „Ik ga vroeg naar de stad," zeide hij tot de dienst bode. „Wil je mij zoo spoedig mogelijk het ontbijt brengen?" Hij ging naar boven en wiesch zich, en het koude water koelde zijn overspanning en deed hem weer voelen hoe vermoeid hij was. De slaapkamer verkeerde in een toestand van verwarring; maar Louise's klei- noodiën lagen nog op de toilettafel. Kennedy zag dit terwijl hij een revolver uit de lade nam. 1 Hij dronk beneden een kop thee en zag na dat j er over een half uur een trein ging. Maar daar de dienst nog wel niet zou zijn hervat, zoo maakte 1113 geen haast. Zijn geest broedde voortdurend op zijn laatste gesprek met Morton. „Het leven," had hij ge- zegd „was zoo belsch banaal en prozaisch! En bet Noodlot, dat aan elk mensch zijn deel tragedie bre.igt, scheen dit woord gehoord te hebben. Nu im mers dreef het hem voort om den man te gaan doo- 1 den die hem zijne vrouw ontstolen had. ant dat wilde hijJegens haar was zijn gevoel stomp. Hij laakte haar niet. Zij kon hem zelfs niet veel meei S cll61'G II De dag was grauw en mistig aangebroken; maar dooi den nevel begon nu eene fletse zon te schijnen. en nedy beëindigde zijn ontbijt, nam overjas en hoeden opende de deur. Met de hand reeds aan den knop herinnerde hij zich het manuscript en keerde naar eetkamer terug. Daar stond hij even stil, en eindelijk ging hu lang zaam naar de photografie, die tegen hem g plachte op den schoorsteenmantel. Hu nani ze op, halt m het plan om ze te verscheuren. Daar opende zich zachtjes de kamerdeur. Toen hij zich omdraaide, stond Louise vooi hem. j droeg nare uitgaan skieeren, zorgeloos omgeworpen, als in groote haast. Haar gelaat was gezwollen van het weenen, en bleek, behalve een rood vlekje op elke Eenige seconden lang staarden zij elkaar sprakeloos aan. En toen hoorde Kennedy zijn eigen stem heesch zeggen Wel?" De lippen zijner vrouw bewogen zich, en zij wam een paar schreden nader. q jacjj i" was al wat er uitkwam, met een -kleine, smeekende beweging van de armen En de man moest eene plotselinge golf van teederheid stikken die in hem opwelde. V, el?" herhaalde hij, zonder zich te v®''''oere"e Zijne vrouw kwam nader en legde hare hand heel lk jk heb6 er spijt van," zeide zij ademloos. „Ik ge- loof dat ik krankzinnig was, toen ilt dien briet sc r Ik heb sinds gisteren veel geleerd, Jack. i ook" gaf hij terug, met een giftige gedachte aan Hamer, „En waar is de andeie man. Louise deinsde terug, met opgeheven hoofd, een keren van trots in de vermoeide oogen. Er is ueen andere man. Hoe durf je zoo iets van mft te deakenIk weet dat Ik verkeerd deed met wee te gaan maar o, Jack, Jack brein was als verlamd; maar toch voelde hij pn nnt/aalijke opwelling van dankbaar- Jbaar woord. HU het niet; maar hij voelde een plotselingen greep aan zijnen arm, terwijl Louise wankelde en bezwijmde. Bliksemsnel had hij haar in zijne armen. Mat glim lachend keek zij hem aan. „Ik ben zoo koud en zoo moe," murmelde zij. De thee stond nog op de tafel. Kennedy schonk een kop vol, met eene hand die zoo beefde, dat het tafellaken bemorst werd met vekken. Toen zijne vrouw gedronken had, keerde de kleur langzaam terug op hare wangen. „Vergeef je 't mij?" vroeg zij zacht, 11a een poosje; en bij het zien van hare betraande oogen klemde de man niet een gesnioorden snik hare handen in de zijne. „Best, lieve jongen!" riep zij, met hare armen om zijnen hals. „Ik ben weggeloopen omdat onze levens zoo weinig voeling met elkaar hadden. Ik had behoef te aan iets meer en ik dacht dat het je niet zou kunnen schelen. Ik ging naar mevrouw Morton Guthrie Morton's vrouw. Zij is zoo goed en lief! zij zeide mij al weken geleden, dat ik maar bij haar komen moest, als ooit het leven mij te zwaar mocht wor den. Misschien giste zij wel hoe ik mij voelde. Morton was uit. Hij is bijHamer, die eerstdaags gaat trouwen. Dus waren wij samen alleen. En, Jack je moet het mij niet kwalijk nemen maar ik vertelde haar het een en ander, en de rest scheen zij al te weten, Ik heb den ganschen nacht liggen schreien je ziet 't wel aan mijne oogen, niet waar? en ik hen terug gekomen zoodra die trein weer reed. Ik ik wist nu hoeveel ik toch van je houd... En jij? Heb je mij gemist?" ,Ja," zeide Kennedy, haar aankijkend met hongerige oogen en met een bonk in de keel. „Ik heb je ge mist waarachtig! Ik kan 't je niet zeggen maar jk ,Ik weet 't al," zeide zij zacht. Louise was naar boven gegaan, om haar gezicht te wassehen en zich wat te verkleeden. Kennedy stond hij den schoorsteenmantel. Zijne beenen konden hem nauwelijks meer dragen. Hij staarde naar zijn eigen spiegelbeeld in het glas. Het'haar aan zijne slapen was dik gevlekt met grijs, waar het gisteren nog bruin was geweest. Zoo had deze crisis in zijn leven hem aangetast. Op de tafel lag de enveloppe met zijn manuscript er in. Hij opende ze en, bekeek de eerste bladzijde. Het was onvergelijkelijk het beste wat hij ooit geschre ven had. Dit wist hij zelfs nu, half dood van ver moeidheid. Het scheen luide de passie uit te schreeu wen, die het geschapen had. Het tintelde van leven, van den aanhef tot het slot. Hij wist ook dat hij nooit meer zoo iets weer schrij ven kon. De wervelwind,die het hem had geïnspireerd, was voorgoed gaan liggen. Hij stelde zich Mortons ver- j baring bij het lezen voor. Hij zag zich ineens opgetild op het voetstuk, waarnaar zijne eerzucht zoo gejhun- kerd had. En dan Er kwam een lichte voetstap naar de deur, en Louise trad binnen. Nog nooit had Kennedy haar zoo schoon gevonden, zoo liefelijk, met dien nieuwen glim- 1 lach, half bedeesd en half triomfantelijk, om hare lippen. j Hij keerde zich even om. Zijne vingers sloten zich om het handschrift. Met eene enkele beweging wierp hij het achter zich in de vlammen van den haard. Toen ging hij zijne vrouw tegemoet. „Denkkracht''. ik zal 'l vertalen zooals ik 't vond in „Harper's i Weekly". Ik vond 'l een stukje werkelijk leven en misschien zit er wel 'n zedeles in. „Er was '11 groote lakenfabriek in 'n kleine stad. De fabriek behoorde gedeeltelijk aan 'n koopman, die j l« New-Vork woonde en in laken handelde. Hiji was de denkkracht der fabriek. Hij: ging naar zijn hu- i reau wanneer 't hem paste, en ging naar huis als liij daar zin in had. Hij at en dronk rijkelijk, had paarden en schilderijen, een huis in dé stad, 'n villa huiten; kortom: hij: bezat en deelde in al de gewone weelde van den gegoeden New-Yorker. Betrekkelijk werkte hij: niet hard en het weven werd voor |iem gedaan in de fabriek. In de fabriek werd het wesrk persoonlijk geleid door 'n opzichter, 'n verdienstelijk man ,die verstand had van de weverij, die 's mor- geus vroeg opsiond, den gebeelen dag bij de zaak f was en de fabriek aan den gang hield. Hij; kreeg 'n goed salaris en spaarde geld, dal hij belegde in an dere fabrieken, waarvan de man te New-York even eens de denkkracht was. Plotseling stierf de rijke man te New-York. Zijn erfgenamen en de andere eigenaars der fabriek beslo ten haar niet te verkoopen, en daar de opzichter meer van de zaak scheen te weten dan iemand anders, verhoogden zij1 zijn jaarwedde en stelden hem tijde lijk aan tot denkkracht. Maar 't is heel iets anders denkkracht te wezen van 'n zaak. dan opzichter van 'n weverij. De op zichter was eerlijk en trouw. Nadat hij als opzichter en denkkracht, of als denkkracht en opzichter beide 'n paar jaien had gewerkt, (slechte jaren voor dien tak van bedrijf) werd 't noodig 'n zaakgelastigde aan te steilten. Ook hij; werd daartoe benoemd. Toen duurde het niet lang of de zaak moest ge sloten worden, en 'n poosje later werd ze verkocht voor 'n bediag. dat bijna hoog genoeg was, om de schulden te dekken. De voortreffelijke opzichter, die was opgetreden als denkkracht, had. geholpen door slechte tijden, de waaide der fabriek volkomen uit- gewischl, ook die der andere fabrieken, waarin hij: zijn spaarpenningen had belegd. Handwerk en denken zijn twee. Handwerk is sterk geneigd te meenen, dat de denkkracht in 'nzaak te hoog betaald wordt en niet gerechtigd is tot 't aan vaarden der hooge emolumenten, die zij geniet. Hand werk vindt, dat denkkracht leeft van het zweet van anderer voorhoofd; en handwerk vindt dit niet eerlijk. Maar Handwerk vergist zich hierin. Denkkracht leef de in dit geval ook van Handwerk, en leefde er zelfs goed van; maar toen Denkkracht stierf en Handwerk hare taak overnam, toen moest de fabriek worden stil gezet. Toen bleef handwerk gedurende twee jaren zon der verdienste en de industrie, waarvan handwerk toch ook leefde, was geruïneerd." Zoo vond ik 't in „Harper's Weekly". Volkomen eens1 Je vrouw ziet cr allerliefst uit. Ik wou dat ze de mijne was. Ik ook. Barsingerhorn. Het muziekgezelschap T.O.N.I.D.O bracht j.l. Don derdagavond eene serenade aan zijnen Beschermheer, den Ed.Achtb. Heer J. Spaans Dz., bij diens herbe noeming als Burgemeester van 'Barsingerhorn. Warmenhuizen. Den 12dcn dezer gaf de Zangvereeniging „Varia" in de kolfbaan van den heer G. de Geus Az., tot ge noegen van het flink opgekomen publiek, eene zang en tooneeluitvoering. >Nu, „Varia" heeft haar goeden naam nog weer eens gehandhaafd: 't was een genoeg lijke avond. De groote, volle zaal heeft dan ook ver scheidene malen met een daverend applaus getoond, dat ziji genoot, en alle eer aan het talrijke publiek voer zijn diepe stilte onder de uitvoering. Is gewoon lijk de Paaschuitvocring van „yaria" het slotnummer van het seizoen, nu zal er nog iets volden. Den 25sten April a.s. zullen n.1. de bekende heeren Solser en Uésse. in de kolfbaan optreden, met een geheel nieuw programma, denkelijk ten genoegen van liefhebbers. (Eerst heden ontvangen.) De drank. Woensdagmiddag kwam iemand langs de woning van Maria H. in de Vlaszak te Breda. Hij bemerkte dal ei i ook uit de woning kwam en vreezende dat er brand was, trapte hij: onder 't roepen van brand" de deur der woning in. Binnen komend zag"hij Ma ria 11. voorover op den grond liggen bij; een sloof, waar vuur in was. De kleeren der vrouw waren aan t branden geraakt, met t gevolg dat de vrouw ern stige brandwonden bad bekomen. Nadat de brandende kleeren gedoofd waren werd de hulp van dr. Bossers ingeroepen. Nadat deze de vrouw voorloopig verbonden had, is ze op zijn last per brancard naar het R. K. Gasthuis overgebracht Uit 't onderzoek is gebleken dat de vrouw vermoe delijk in dronken toestand van haar stoel is geval len en op de stoof terecht gekomen. (Dagbl. v. N.-B.) Trein ontspoord. Gisternamiddag derailleerde achter Cromvoirt de werktrein bij hel Drongelenschc Kanaal. H. de Bruin uil Raamsdonk werd gedood, twee levensgevaarlijk en een lichtgewonde zijn naar. hel gasthuis te Waalwijk vervoerd. Winkel. De milicienverlofgangers J. F. Lange en C. Har- tog zijn tot den wcrkelijken dienst opgeroepen, te gen 26 April a.s. respectievelijk bij hunne garnizoe nen te Den Helder en Amsterdam. Winkel. Door den Minister van Oorlog is aan de Wed. Vader alhier, een vergoeding toegekend van f 0.60 per dag, door haar zoon in werkelijken dienst door te brengen. Te vroege vreugde. I Men schrijft aan de Tel.: 1 Kalme Paaschstemming in het rustige hei-dorpje. 1 Een muziekgezelschap in landelijken eenvoud onder het ijle blauw van een Aprilhemel accoorden blazend 1 in de stille atmosfeer. Tuf, tuf... rrrrStofopjagend nadert in de verte sonoor-gonzend de auto-bus van Nijmegen. Chauffeur I zwikt den handle omde rem knarst; in zijn vaart gestuit staat de kolossus, trillend op rubberwielen. Voor op den motor twee vlaggetjes! „Er is een kroon prins geboren", klinkt het overtuigend uit den mond van bestuurder op de vragende blikken der nieuwsgier^ kijkende dorpers. De burgemeester van het plaatske heeft mede be richt ontvangen, dat de „blijde verwachting" is ver vuld. Zenuwachtig-gehaast van agitatie komt de edelacht bare aanstormen uit zijstraatje om den muzikanten in kennis te stellen met het heuglijke nieuws. Wordt besloten op den rijksweg staande het Wilhel mus te spelen. Instrumenten zingen met koperen mon den het aloude lied van Marnix van St. Aldegonde. Een driewerf hoezee klinkt tot slot. De feestelijkheden zul len tot nader order worden uitgesteld. Druk gesprek ovei het groote geluk, dat Nederland te beurt valt. Troep jes menschen zakken langzaam af. De plotselinge op flikkering van enthousiasme is gedoofd. De idyllische rust is weergekeerd. De burgervader is verheugd zoo spoe dig mogelijk uiting gegeven te hebben aan zijne sym- jpathie voor het Huis van Oranje. Den volgenden morgen staarde men verbaasd naar •het blinkende haantje van den ouden kerktoren. Geen nationaal dundoek wapperde vroolijk klapperend aan jden vlaggesteng. Een loos gerucht had de gemoederen der vreedzame ■helbewoners in beroering gebracht, ook zij waren de dupe geworden zoo goed als de bewoners in de Kal- verstraat. Auto-ongeluk. I11 de Kanaalstraat te 's-Gravenhage geraakte gister middag een auto, komende uit de Laan van Roos en Doorn, beklemd tussehen twee electrische trams. De chauffeur wilde met zijn machine de tram. komende van het Kanaal, voorbijrijden, doch zag niet. toen hij de Laan van Roos en Doorn kwam uitrijden, dat er ook van de andere richting, n.i. van de brug bij de Hooigracht, een tram in aantocht was, met het gevolg dat deze zijn auto aan den linkervoorkant aanreed, terwijl de andere tram tegen den achterkant van de automobiel botste. De auto werd geheel ontredderd, zoodat er geen beweging meer in te krijgen was. De auto-reparatiewagen van de train was spoe dig ter plaatse en met behulp der meegevoerde gereed schappen slaagde men er na eenigen tijd in de auto mobiel van de rails te krijgen. De beide tramwagens hadden ernstige schade be komen aan de voorbalkons. Wonder boven wonder had den geen persoonlijke ongelukken plaats. _I>e politie maakte van het gebeurde proces-verbaal °1L bloest zich met stok voortbewegen. Wonderbare genezing door den Klooeterbalseiu. Alhoewel de heer T. Albert van Laar van Tinte len te Ingen den leeftijd van 54 jaar reeds bereikt heeft, zijn er weinig personen die zoo werkzaam zijn als hij:. Evenwel heeft hij jaren niet meer kunnen werken, omdat de snoode Rheumatiek zijn Leven ver woest had, waardoor bij totaal hulpeloos was en hij soms hoogstens in staat was, onder folterende pijnen, zich met een stok voort te bewegen. De echtgenoote van den heer van Laar verklaarde ons „De rheumatische pijnen van mijn man waren be gonnen in de knieën en breidden zich in korten tijd uit tot in den (rug en schouders. De pijnen waren ondragelijk en de folteringen waren zóó groot, dat hij het somwijlen uitschreeuwde van de pijn. 's Nachts moest hij; uit bed komen 0111 tof bedaren te; komen. Werken kon hij niet meer en als hiji moest loopen, kon hij: dit slechts met een stok. Wanneer hij in een rijtuig wilde stappen, moesten drie mail tiem helpen. Hij had reeds allerlei geneesmiddelen gebruikt en hon derden guldens daarvoor uitgegeven, doch niets hielp. Als men, alles geprobeerd beeft en niets helpt, dan begint men weLeens te twijfelen of er nog genezing mogelijk is. Doch toen ik een advertentie van Klooster balsem las en tevens van verschillende kennissen hoorde, dat hel een probaat middel was. liet ik voor mijn, man bij den winkelier Gaasbeek den Kloosterbalseni Faam. Onder eede kan ik verklaren, dat de Itloostcrbalsem mijn man vol komen genezen beeft. Nadat een pot opgesmeerd was, nam zijn eetlust toe en kon ]iij 's nachts heter sla pen en de pijnen verminderden; terwijl hij doorging met Kloosterba l sein Ie gebmiken, ging zijn toestand met den dag vooruit. Toen de vierde pot opgebruikt was, kon hij; zonder stok loopen en na nog eenige potjes gebruikt te hebben, was hij; geheel genezen en waren de pijnen verdwenen. Sedert dien slaapt en eet hij goed en zijn de wanhopige pijnen niet meer teruggekomen en werkt hijl weer als vroeger voor zijne ziekte. De Kloosterbalsem, Klooster Sancta Paulo, is een onovertroffen middel tegen Rheumatiek. Bovendien is het een uitmuntend middel tegen oude en nieuwe wonden, zweren, ring-, baard- en dauwworm, alle ziek ten der hoofdhuid en aambeien (zoowel bloedende als andere). Prijs per pot van 20 gram 35 ct., van 50 gram 75 ct., van 100 gram f 1.20 en van 250 gram f 2.50. •Hoe grooter pot, hoe voordeeliger dusi Verkrijgbaar bij Drogisten, Apothekers en de beken de Depóthouders,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 13