H>! lis
Soldaten=eer.
Donderdag 22 April J909.
53ste Jaargang. No. U9ü
EERSTE BLAD.
Uit en voor de pers.
Bia&enlaiidsch Nieuws.
FEUILLETON.
Bureau SCHAGEfiB, Laan U 4.
üitïjewers i TRffcPfifflüN êt Co,
Bekendmakingen
p
IJ 1
Mm
1
ff H
m
nii
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensd a<g-,
Donderdag- en Zaterdagavond. By inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
In (ere. Telephoon No. 20.
«r.wrapuaaaai
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Gemeente SCIIAGEN.
o—
Keuring van Marktvee.
De Burgemeester der Gemeente SCHAGEN, brengt
Ibij deze ter algemeene kennis dat de keuring van
het per spoortrein of per vaartuig aan te voeren,
voor de markt bestemde vee, reeds bij de lossing moet
geschieden.
Schagen, 19 April 1909.
De Burgemeester,
H. J. POT.
o
Verzoekschriften
ter bekoming van Jacht- en Vischakten.
Burgemeester en Weihouders der Gemeente Scha-
gen maken bekend, dat ter Gemeentesecretarie koste
loos verkrijgbaar zijn blanco-verzoekschriften ter be
koming van jacht -en vischakten en van kostelooze
vergunningen tot uitoefening der visscherij met één
vischtuig, voor het nieuwe seizoen, aanvangende 1 Juli
aanstaande en eindigende 30 Juni van het volgende
jaar. en noodigen belanghebbenden uit hunne aanvra- j
gen ter bekoming dier akten en vergunningen, zooveel -
mogelijk, vóór den 8sten Mei e.k. ter Secretarie in
te dienen. I
De bepaling, dat hij, die de visscherij met meer
dan één vischtuig wil uitoefenen van eene grootere
vischakte moet zijn voorzien, is ingetrokken, zoodat
voorlaan aan een en denzelfden persoon meerdere
kleine vischakten kunnen worden verstrekt.
Schagen, 14 April 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Staatspensionneering.
Mr. M. W. F. Treub schrijft in zijn slot-artikel
over dit onderwerp in Land en Volk onder meer:
Ook de Vaderlander zal wel inzien, dat men ter
wille van de sociale verzekering het maatschappelijk
kapitaal niet moet, mag of kan aantasten; doch dat
het probleem is, hoe men door verhooging van de
nationale productiekracht en door verbetering dn de ver
deeling van het nationale product, van het nationale
inkomen zooveel kan afzonderen, dat een goed georga
niseerd, met den minst mogelijken omslag in elkaar
gezet stelsel van sociale verzekering geleidelijk inge
voerd kam worden, en eenmaal ingevoerd zijnde, kan
wonden volgehouden zonder de economische kracht van 1
de bevolking te ondermijnen.
Dat probleem kan noch De Vaderlander, noch wie
cok oplossen, tenzij men voorzichtig te werk ga en
ook die klassen der bevolking, naar het beginsel van
vergoeding van verkregen voordeel, laat bijdragen in
de kosten der sociale verzekering (met inbegrip der
staatspensionneering) voor wie die verzekering recht-
streeksehe baten afwerpt.
En verder:
Of wij, mijne medestanders in deze en ik, dam niets
willen? Men weet wei beter. Maar toch wil ik, in
aansluiting aan het eerste artikel van deize reeks, 'nog
kort aangever, wat wij niet en wat wij wel willen.
Wij willen niet meedoen aan lagere politiek, die de
ruggen der oude armen uitkiest als terrein voor den
verkiezingsstrijd. Wij willen, nu over de sociale verze
kering, inzonderheid over de ouderdomsverzekering
de meeningen vam links en rechts allengs meer tot
elkaar naderen, en de velden hier 'wit staan om te
oogsten, dien oogst niet door strijdende politieke
legers zien vertrappen.
Wij willen in e e n woord oude, invalide en zieke ar
beiders niet maken tot dupe van verkiezingsmanoeuvres
Wat wij wel willen, is e-e-n behoorlijk opgezet en
geleidelijk in te voeren plan van sociale verzekering,
ten deele te betalen door de direct-belanghebbenden,
ten deele te bekostigen uit algemeene, naar draagkracht
geheven belastingen.
Wij erkennen intusschen, dat van zulk een plan van
sociale verzekering, de ouden van dagen slechts na
een betrekkelijk langen overgangstijd de vruchten zul
len plukken. Wij beseffen ook, dat men eenerzijds de
ouden van dagen niet mag paaien met het uitgalmen
van verkiezingsleuzen, die bij nuchter onderzoek op
niets kunnen uitloopen, en anderzijds hen niét naar
een verre toekomst, wanneer zij er niet meer zullen
zijn, verwijzen kan.
Daarom meenen wij, dat wel aan de ouderdomsver
zekering als onderdeel van een goed ineengezet stelsel
van sociale verzekering moet worden vastgehouden, doch
dat de staat goed zal doen met reeds thans, in af
wachting dat de verzekering de ouden van dagen hel
pen zal, hen zooveel mogelijk langs den. weg van ver
beterde 'armenzorg tegemoet te komen. „Zooveel mo
gelijk", daarmede bedoel ik, zooveel als mogelijk is,
eensdeels zonder de belastingen te hoog op te voe
ren, anderdeels zonder de andere, takken, van sociale
verzekering en, algemeener nog, de andere sociale plich
ten, welke de staat te vervullen heeft, te na te kooien.
Het Deensche stelsel van ouderdomszorg door armen
zorg kost daar omstreeks f 1.50 per hoofd -der bevol
king. Welnu, laat de staat hier ongeveer evenveel voor
dit doel ten koste leggen, dus een som van f 8 a 9 i
millioen. Laat hij ter goede besteding daarvan de hulp
inroepen van burgerlijke armbesturen, kerkelijke diaco
nieën en particuliere liefdadigheidsgenootschappen. Dan
zal niet de. eene of andere politiek, maar zullen de
ouden van dagen, die thans niet verzorgd worden en
die het meest hulpbehoevend zijn, worden gebaat. En
dit moet toch het doel zijn!
Maar indien de staat dezen weg uitgaat, zij hij zich
wel bewust, dat dit slechts een voorbereidende, een
noód-maatregel is, die hoe eer hóe beter moet plaats
maken voor eene verzekering, die den pensioentrekker
het voor het behoud van zijn eigenwaarde zoo nuttige
besef geeft, dat hij op zijn ouden dag geniet van het
geen, hij zelf in de kracht van zijn leven heeft helpen
bijeenbrengen.
DE ONREGELMATIGHEDEN AAN HET POSTKAN
TOOR TE HALFWEG.
Naar aanleiding der onregelmatigheden in het be
heer van den waarnemenden brievengaarder te Half
weg wordt van daar aan het Hdbld. geschreven:
Deze zaak heeft opnieuw een blik doen werpen, in
de administratie en inrichting van de hulpkantoren
der posterijen, waarop, ook vam de zijde der brieven
gaarders, meermalen is gewezen. Wij willen hier niet
in bijzonderheden treden omtrent den aard der on
regelmatigheden, waarbij trouwens reeds voldoende is
gebleken dat diefstal, met de bedoeling zich ten koste
van anderen te verrijken, hier niet bestaat, maar meer
de aandacht vestigen op het beheer van zoodanige
hitlpkan toren.
Uit het onderzoek bleek dat aan bovengenoemd hulp
kantoor, behalve de vrij drukke- administratie der poste
rijen, niet minder dan een 1400 spaarbankboekjes lie
pen, groote-ndeels uit aangrenzende gemeenten; door
het -een en ander was het beheer van grooter omvang
en de werkzaamheden voor den brievengaarder druk
ker dan -aan menig postkantoor met meerdere ambte
naren!
Hier was slechts een persoon voor alle takken
van dienst werkzaam, iemand die. nooit opleiding voor
de posterijen had ontvangen en alleen bij aanstelling,
een paar jaar geleden, een .14 dagen onder leiding van
oen postambtenaar had gewerkt. In het primitieve kan
toortje is ook het telepboonto-estel geplaatst, want de
postambtenaar is ook nog tel-ephoonh-ouder' Nog wordt j
den brievengaarder ten platteland© vergund bijzaakjes -
of bijbetrekkingen waar te nemen, wijl in den regel j
de tract-ementen onvoldoende, zijn; te meer wijl zij zelf
voor kantoor moeten zorgen, dus wanneer in zijne
woning geen gelegenheid voor kantoor bestaat, zooda- j
nige localit-eit, die toch alleen voor 's Rijks dienst is
'bestemd, zelf moet huren'
Dus nog bijzaakjes bij eene administratie, waar op
meerdere plaatsen twee of drie ambtenaren voor staan' I
Bevreemding wekt het dan ook geenszins, wanneer
het beheer niet wordt gevoerd zooals het mooist zijn
en onregelmatigheden worden geconstateerd,
Aan wien mede schuld in dergelijke gevallen?
Te Halfweg was al jaren geleden sprake van den
houw van e-en postkantoor; wel noodig wanneer men I
daarbij nog bedenkt dat, zoo wij vernamen, aan het
hulpkantoor aldaar meer omgaat dan aan een naburig
postkantoor en een ander hulpkantoor tezamenein-1
delijk zijn de plannen tot uitvoering gekomen, een i
postkantoor is nu in aanbouw. j
GYMNASTIEK. I
De gewone maan-delijksche repetitie voor de gym-
nastiekvereeniginge-n, welke zijn -aangesloten bij den
Bond „Hollands Noorderkwartier" wordt gehouden op
Zondag 25 April a.s. bij den heer J. Moejes te WIN-
KEL. I
De voorturnersles van h-et Gewest heeft 4 Mei plaats
te HOORN.
Alkmaar.
Op de voorjaarspaardenmarkt van heden waren aan
gevoerd 153 paarden. De handel was stug. De prijzen
varieerden van f 100 tot f 600.
Barsingerïiorn.
De knecht van den wagenmaker J. Jonk te Winkel,
de heer R. Mantel alhier, had het ongeluk bij zijn
werk uit te glijd-en en zoodanig te vallen, dat hij
per rijtuig naar zijn woning moest worden vervoerd.
Winkel.
Voor lid der gezondheidscommissie gezeteld te Hoorn
(vacature Mr. Hengeveld), worden door Burg. en Weth.
aanbevolen de he-eren J. J. Winkel te Medemblik en
P. Pijper IJz. te Twisk.
Wieringcn.
Naar men ons mededeelt is door het comité, ge
vormd te Helder, ten bate van de wed. D. Takes en J.
Bais ingezameld ©ene som van f 246.02 en is dat
bedrag afgedragen aan den Burgemeester.
I>e storm op de Zuiderzee.
Toen gistermiddag twee uur het schip „Het Loods
wezen" op de haven te Urk aankwam werd het door
een golfslag met kracht tegen den Oostdam geworpen.
Terstond waren een 40-tal personen ter plaatse, wien
het na veel moeite gelukte het schip uit zijn, gevaar
lijke positie te verlossen.
De bij Urk visschend-e Vollenhover vissch-ers vielen
gistermiddag met -hun zwaar ..geladen schuiten 42 en
6 de haven binnen. Door den storm sloeg eeh der
sloepen om. De eerste en tweede knecht wisten nog
juist bijtijds op de schuit te springen, zoodat alleen
het verlies van de rijke vangst te betreuren valt.
Oude Niedorp.
Aan mejuffrouw T. M. Beun, onderwijzeres aan de
openb. lagere school te Zijdewind in deze gemeente,
is door Burgemeester en Wethouders, wegens onge
steldheid, overeenkomstig haar verzoek 6 weken ver
lof toegestaan.
Nekkramp.
Wegens een geval van besmettelijke nekkramp in
het kamp bij Oldebroek zijn de schietoefeningen uit
gesteld, is het kamppersoneel afgezonderd en zijn de
miliciens die onderweg waren, naar kazernes doorge
stuurd.
Brie dozijn biggen.
Als een bijzonderheid uit de dierenwereld wordt uit
Wedde gemeld, dat hij een landbouwer op een dag
een zeug 19 biggen ter wereld bracht en een an
dere 17.
Vossenjacht.
Na een vergeefsche jacht met geweren in het Om-
merbosch, voor eenige weken gehouden, mocht het den
vossevanger Jan Slaat te Ommen gisteren gelukken
het hol op te sporen en daaruit met 6 jongen ook
de oude moervos uit te graven. Het kostte nog al
eenige moeite deze laatste met de schop te dooden,
de jongen werden levend meegenomen.
Winkel.
Door een verschil ontstaan bij het spelen met knik
kers, geraakten de 12-jarige. K. L. en de 12-j-arige H.
K. handgemeen, waarbij K. L. -het onderspit moest
delven, doch daarover zoo verstoord was, dat hij met
een geopend zakmes zijn tegenstander -een z-oodanige
wond in den rug toetor-acht, dat geneeskundige hulp
moest worden ingeroepen.
Raadsverkiezing Anna I'aulowna.
Uilslag der Woensdag gehouden stemming voor een
lid van den Gemeenteraad van Anna Paulowna, va-
cature-Ehrmann.
BLANKEVOORT. H. KAAN. Th. SMITS.
Kleine Sluis 139 20 38
Breezand 43 7 88
Totaal 182 27 126
Dus gekozen de heer BLANKEVOORT.
HET GESCHENK DER HOLLANDSCHE DAMES IN
ENGELAND.
Reuter meldt uit LondenHet comité van Holland-
sche vrouwen le Londen besloot aan Koningin Wilhel-
mina, hij, gelegenheid -d-er blijde verwachting, aan te
bieden een kinderjurk van fijn kamerdoek, versierd met
Iersch-e kant.
Het overschot van het geld, bijl de inschrijving te
Londen bij-eengebrachl zal bestemd worden voor het
verplegen van zieke Ilollandsche kinderen in Engeland
wonende. Het daarvoor bestemde fonds zal den naam
dragen van Koningin Wilh-elmina-fonds."
DE VLAG OP DEN TOREN.
Als de vlag op den toren staat, dan zoo had
een Leeuwarder firma kort gel-eden bekend gemaakt
zou zij' aan de kinderen mondharmonica's cadeau
doen. Als de vlag op den toren staat.... natuurlijk
als.... enfin „de blijde verwachting", „de heugelijke ge
beurtenis". Maar de firma had heelemaal niet op den
13.
„Kijk eens, mijn waarde mijnheer Eger," zoo ging
Albrecht Kalsbach voort, „daar heeft u bijvoorbeeld
een geval van voor eenige jaren. Ik heb toen steeds
den minister aangevallen en telkens betoogd dat het
Voor hét belang van ons land hoog noodig was, dat
hij als minister aftrad en dat is ten slotte gebeurd.
Maar ziet u, nu zal bet mij niet in mijn hersens op
komen, om dien man als mijn vijand te beschouwen.
Op neutraal terrein zou ik als eiken anderen vreemdeling
hem behandelen, want al deugde hij niet als mini-ster,
dat sluit toch niet uit, dat hij toch een zeer achtens
waardig man kan zijn."
Eger had hierop gezwegen, maar later toch het hoofd
geschud. Dit alles begreep hij niet. Hij had het toch
maar niet gewaagd om verschillende personen, die hij
anders heel gaarne hij zich had gezien bij zich te noo
digen.
Het getal gasten was ondanks dat nog zeer groot;
het viel nu nie-t in het oog, dat luitenant Schoen-
rock eerst laat verscheen. Alleen de schilder Kalinka
had hem gemist en hem reeds in verschillende ver
trekken, ja zelfs tot in de tuinkamer gezocht. Eindelijk
zag hij den langen luitenant en snelde op hem toe.
„Ben je zooeven aangekomen?" vroeg hij, terwijl
hij hem terzijde trok.
„Ik was te laat, maar ik denk niet dat ik hier
veel verzuimd heb."
„Nietsniets," verzekerde de schilder hem lachend.
„De thee is rondgediend, waarop de handelsraad zoo
trotsch is, omdat hij dat goedje direct uit China heeft
laten komen. Heb je soms te lang vertoefd by je
kleine minnares?"
„Da duivel hale alle minnaressen," bromde de lui-
teüant boos.
„Bezorgt de kleine je wat last? Dat heb ik je voor
speld. Maar kom mee, er wordt heel erg naar ons
Sekeken en wie jou wat van -nabij kent, kan -alles
°P je gezicht lezen."
Kalinka legde zijn hand op den arm van den luit -
"ant en wandelde met hem langzaam de verschillende
v®rtrekken door naar den tuin.
„Vertel mij nu eens," zoo ging hij voort. „Ik ben
Wel is waar niet erg geschikt voor biechtvader, maar
Wanneer je niet al -te groote dwaasheden hebt begaan,
schenk ik je bij voorbaat reeds absolutie en misschien
kan ik je nog wel een goeden raad geven."
„Het is om razend te worden, maar al mijn pogingen
Het dat meisje zijn tevergeefs geweest," riep de
luitenant uit.
j „Waar toestaan die dan in?" vroeg Kalinka. „Ver
tel mij alles, and-ers kan ik ook geen raad geven."
i Aarzelend deelde de luitenant nu alles mede.
I „Ik voorzie dat die broer baar nu elke-n avond aan
i de woning van mevr. de weduwe Kalsbacto zal afhalen,"
voegde hij er bij. „En dan is elke gelegenheid om
haar te naderen afgesneden."
„Heb je mij zooeven niet gezegd, dat die broer in
jouw regiment dient?" vroeg Kalinka.
„Ja."
„Welnu dan heb je dien kerel ook heelemaal in je
macht."
„Denk jij dan, dat hij mij zijn zuster zal overgeven?"
„Voorloopig nog niet," riep de schilder lachend uit.
„Maar ik weet dat jou een menigte kleine middelen
ten dienste staan om hem wat handelbaarder te ma
ken, Is je dat eenmaal gelukt, welnu dan zal d-at
baasje er zich wel voor wachten je weer in den weg
te treden. Je -zult hem toch -zeker niet laten merken,
dat je bevreesd voor hem h-ent? Dan heb je beslist
alles verloren."
Schoenrock luisterde gretig naar deze woorden, zij
versterkten hem in zijn voornemen om Bruno alles
eens betaald te zetten.
„Je hebt gelijk," riep hij uit.
„Zeker heb ik gelijk," her-haalde -de schilder. „Denk
je soms, dat ik je dan anders een dergelijken raad
zou hebben gegeven?"
De schild-er had er alleen belang bij om den luite
nant van de barones te vervreemden en zijne bereke
ning was dan ook zeer sluw. Hij kende Schoenrock te
jgoed om niet te weten, -dat deze in zijn optreden tegen
Bruno bepaald -te ver zou gaan. Er zou maar heel
weinig voor noodig zijn, om hem er toe te brengen
Bruno te mishandelen. En kwam dit ter oore van den
overste, die in zijn eerlijke gestrengheid nooit duldde
dat een soldaat mishandeld werd, dan zou Schoenrock
spoedig uit het leger worden weggejaagd. Was hij
dan geen officier meer, dan geloofde Kalinka hem niet
meer te behoeven te vreezen als medeminnaar en hij
was er dan ook vast van overtuigd dat hij -dan ook
de stad -zou verlaten.
„Ik zal hem wel tam maken," riep de luitenant en
rekte zijn lange gestalte uit als om aan te toonen,
dat het hem niet aan kracht en beslistheid ontbrak.
„Beste vriend, wees vooral voorzichtig," ging Kalin
ka listig voort. „Verraad je plan niet. Het is verre
van mij, tegen den een of and-er uwer kameraden eenige
-verdenking te opperen, maar hoe meer die er van
weten, des te gemakkelijker kan de overste er iets
van hooreu en je heele plan zou spoedig verijdeld zijn.
Vergeet niet, dat de meesten van hen, u uw rijkdom
misgunnen en er zich over ergeren, dat zij zooveel
bescheidener moeten leven. Maar kom nu mee, wij
mogen ons nie-t te lang aan het gezelschap onttrek
ken, opdat niemand zou kunnen denken dat je boos
was, omdat de dochter van den handelsraad je ont
gaan is."
„Och Heer! Dat raakt mij de koude kleeren niet
meer!" antwoordde de luitenant laatdunkend. „Ik had
wel zeer veel lust hier niet te komen, want ik vind
zulk een verlovingsplechtigheid een vervelenden 'bo-el.
Wat een dwaasheid om je zoo te binden,"
„Ik stem volkomen met je in, maar amice dat is
verschil van sm-a-ak," lachte de schilder.
„Geloof Je nu werkelijk dat zij dien vent, dien refe
rendaris liefheeft?" vroeg Schoenrock.
„Misschien wel," was het antwoord.
„Hoe dwaas. Zoo'n onuitstaanbare pedante kerel."
„Zeg, vriendlief, zet nu een, vriendelijk gezicht
ik zal in de volgende dag-en, een copie voor je schil
deren van zeker -heel mooi meisje en als je het per
se wilt schilder ik je den broer ook."
„Bespottelijk!" riep de luitenant waarop heiden de
tuinkamer binnenstapten.
Het gezelschap verkeerde in een ernstige stemming,
weinig passend bij de blijde gebeurtenis, welke men
vierde. De met vorstelijke weelde ingerichte salons
en rijkvoorziene buffet-s wa-ren niet in staat -een gevoel
van bedruktheid dat zich blijkbaar van alle aanwezig-en
had mees-ter gemaakt, te doen verdwijnen. Tevergeefs
liep -de handelsraad met -het meest vriendelijke gezicht
tussch-en -de gasten door, sprak hier een vriendelijk
woord, noodigde, daar tot eten uit, of prees een zeker
soort wijn, als een groote delicatesse aan. Zijn opge
ruimdheid had iets gedwongens, zijn blozend gelaat
had niet de uitdrukking van iemand die tevreden is.
Velen viel de afwezigheid van overste Kalsbach op,
ofschoon hij door den rouw over zijn jongsten zoon
voldoende verontschuldigd was. Toch geloofde men in
zijn afwezigheid de bevestiging van de. breuk tusschen
de beide broeders te moeten zien.
Anderen ontging ook het ernstige gelaat vam. Dr.
Albrecht Kalsbach niet. En fluisterend, vertrouwelijk,
vertelde de een aan den and-er, dat deze met de
verloving van zijn zoon niet zeer was ingenomen.
De stemming vam Dr. Kalsbach was zeer ernstig
en hij wist zelf niet -hoe dat eigenlijk kwam. Hij had
zich het verlovingsfeest van zijn eenigst kind altijd
zoo heel anders voorgesteld, als een van de mooiste
dagen van zijn leven. Uit dit groote gezelschap, waar
van velen hem onbekend waren, sprak niet een toon
van warme genegenheid. Hij voelde zich hier zoo
vreemd. De overdreven pracht en pralerij van den
handelsraad waren hem hoogst onaangenaam. Het
geheel leek meer op een tooneelvertooning dan op
een werkelijk feest.
De verloofde van zijn zoon beviel hem wel. Hij
beschouwde haar als een goed en fijngevoelig meisje.
Maar de afkeer dien hij voor haar vader koesterde,
nam nog meer toe. De handelsraad was tegenover hem
I
de beleefdheid en voorkomendheid zelf en sloeg zulk
een v-ertrouwelijken toon tegenover hem -aan, alsof -zij
nu niets anders dan, gemeenschappelijke belangen had
den te bevorderen.
„Kom, beste mijnheer Kalsbach," zeide de bankier
tot be-m, op hem toetredend en bij den arm vatt-end.
„Wij beide oudjes hebben het recht om ons wat uit
de drukte terug te trekken. Ik ben wat moe. In mijn
kamer kunnen we wat uitrusten, we zij-n daar onge
stoord, -en u vindt d-aar e-en sigaar die u wel zal
smaken."
Eger bracht Kalsbach naar zijn werkkam-er. Ook
hier heerschte overdadige weelde en het was zeer moei
lijk te zeggen, waarom dit de werkkame-r van d-en
heer des huizes heette.
„Zie zoo," zeide Eger. „Nu zijn wij voor enkele
oogenblikken veilig. Ik zag het reeds aan u, dat die
drukte u begon te verv-elen. Ga zitten en maak het
u gemakkelijk. Bedien u. Hier zijn twee soorten siga
ren, lichte en zware voor de -echtheid ervan sta
ik u borg."
„Ik kom zelden in groote gezelschappen," gaf Dr.
Kalsbach ten antwoord. „Den ge-heelen dag door ben
ik met werk overladen en 's avonds ben ik gewoonlijk
zoo vermoeid, dat ik -elke nieuwe inspanning vermijd."
„Juist als ik," verzekerde de h-andelsraacl, ofschoon
bij hem juist het tegendeel waar was, want hij ver
veelde zich als hij een avond in zijn gezin moest
doorbrengen. Hij blies den rook zijner sigaar door
zijn neus om zich aan den heerlijken reuk te ver
gasten. „Ik geloof heel graag dat u h-et zeer druk heeft,
maar waarde vriend, kunt u niet een d-eel van uw werk
op andere schouders leggen?"
„Zeker, maar ik weet niet, of ik mij op die andere
schouders wel zoo veilig kan verlaten als op de
mijne. Het werk is voor mij een behoefte geworden
en zoo ik de verantwoordelijkheid der redactie draag,
kan ik mijn arbeid moeilijk beperken, want ik moet
alles lezen en onderzoeken."
I, „Waarom draagt u de verantwoordelijkheid niet aan
een uwer redacteuren over? Zooals u nu doet kan u
dat in de grootste onaangenaamheden brengen."
j „De verantwoording die ik draag, dwingt mij tot d-e
grootste voorzichtigheid en nauwgezetheid," aratwoord-
de Kalsbach. „Aan deze belde eigenschappen dank ik
vooral de uitbreiding mijner courant en ik houd er
mij dus streng aan."
I „Ik ben blij dat ik eens open en gemoedelijk met
1 kan praten," ging de bankier voort. „Weet u wel,
beste vriend, dat ik u altijd eigenlijk gevreesd heb?"
„Waarom
„Wel mijn waarde, je hebt mij het leven, dikwijl®
heel moeilijk gemaakt."
Kalsbach haalde glimlachend de schouders op.
Wordt vervolgd.