H>! lis Soldaten=eer. Donderdag 22 April J909. 53ste Jaargang. No. U9ü EERSTE BLAD. Uit en voor de pers. Bia&enlaiidsch Nieuws. FEUILLETON. Bureau SCHAGEfiB, Laan U 4. üitïjewers i TRffcPfifflüN êt Co, Bekendmakingen p IJ 1 Mm 1 ff H m nii Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensd a<g-, Donderdag- en Zaterdagavond. By inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. In (ere. Telephoon No. 20. «r.wrapuaaaai Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Gemeente SCIIAGEN. o— Keuring van Marktvee. De Burgemeester der Gemeente SCHAGEN, brengt Ibij deze ter algemeene kennis dat de keuring van het per spoortrein of per vaartuig aan te voeren, voor de markt bestemde vee, reeds bij de lossing moet geschieden. Schagen, 19 April 1909. De Burgemeester, H. J. POT. o Verzoekschriften ter bekoming van Jacht- en Vischakten. Burgemeester en Weihouders der Gemeente Scha- gen maken bekend, dat ter Gemeentesecretarie koste loos verkrijgbaar zijn blanco-verzoekschriften ter be koming van jacht -en vischakten en van kostelooze vergunningen tot uitoefening der visscherij met één vischtuig, voor het nieuwe seizoen, aanvangende 1 Juli aanstaande en eindigende 30 Juni van het volgende jaar. en noodigen belanghebbenden uit hunne aanvra- j gen ter bekoming dier akten en vergunningen, zooveel - mogelijk, vóór den 8sten Mei e.k. ter Secretarie in te dienen. I De bepaling, dat hij, die de visscherij met meer dan één vischtuig wil uitoefenen van eene grootere vischakte moet zijn voorzien, is ingetrokken, zoodat voorlaan aan een en denzelfden persoon meerdere kleine vischakten kunnen worden verstrekt. Schagen, 14 April 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester H. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. Staatspensionneering. Mr. M. W. F. Treub schrijft in zijn slot-artikel over dit onderwerp in Land en Volk onder meer: Ook de Vaderlander zal wel inzien, dat men ter wille van de sociale verzekering het maatschappelijk kapitaal niet moet, mag of kan aantasten; doch dat het probleem is, hoe men door verhooging van de nationale productiekracht en door verbetering dn de ver deeling van het nationale product, van het nationale inkomen zooveel kan afzonderen, dat een goed georga niseerd, met den minst mogelijken omslag in elkaar gezet stelsel van sociale verzekering geleidelijk inge voerd kam worden, en eenmaal ingevoerd zijnde, kan wonden volgehouden zonder de economische kracht van 1 de bevolking te ondermijnen. Dat probleem kan noch De Vaderlander, noch wie cok oplossen, tenzij men voorzichtig te werk ga en ook die klassen der bevolking, naar het beginsel van vergoeding van verkregen voordeel, laat bijdragen in de kosten der sociale verzekering (met inbegrip der staatspensionneering) voor wie die verzekering recht- streeksehe baten afwerpt. En verder: Of wij, mijne medestanders in deze en ik, dam niets willen? Men weet wei beter. Maar toch wil ik, in aansluiting aan het eerste artikel van deize reeks, 'nog kort aangever, wat wij niet en wat wij wel willen. Wij willen niet meedoen aan lagere politiek, die de ruggen der oude armen uitkiest als terrein voor den verkiezingsstrijd. Wij willen, nu over de sociale verze kering, inzonderheid over de ouderdomsverzekering de meeningen vam links en rechts allengs meer tot elkaar naderen, en de velden hier 'wit staan om te oogsten, dien oogst niet door strijdende politieke legers zien vertrappen. Wij willen in e e n woord oude, invalide en zieke ar beiders niet maken tot dupe van verkiezingsmanoeuvres Wat wij wel willen, is e-e-n behoorlijk opgezet en geleidelijk in te voeren plan van sociale verzekering, ten deele te betalen door de direct-belanghebbenden, ten deele te bekostigen uit algemeene, naar draagkracht geheven belastingen. Wij erkennen intusschen, dat van zulk een plan van sociale verzekering, de ouden van dagen slechts na een betrekkelijk langen overgangstijd de vruchten zul len plukken. Wij beseffen ook, dat men eenerzijds de ouden van dagen niet mag paaien met het uitgalmen van verkiezingsleuzen, die bij nuchter onderzoek op niets kunnen uitloopen, en anderzijds hen niét naar een verre toekomst, wanneer zij er niet meer zullen zijn, verwijzen kan. Daarom meenen wij, dat wel aan de ouderdomsver zekering als onderdeel van een goed ineengezet stelsel van sociale verzekering moet worden vastgehouden, doch dat de staat goed zal doen met reeds thans, in af wachting dat de verzekering de ouden van dagen hel pen zal, hen zooveel mogelijk langs den. weg van ver beterde 'armenzorg tegemoet te komen. „Zooveel mo gelijk", daarmede bedoel ik, zooveel als mogelijk is, eensdeels zonder de belastingen te hoog op te voe ren, anderdeels zonder de andere, takken, van sociale verzekering en, algemeener nog, de andere sociale plich ten, welke de staat te vervullen heeft, te na te kooien. Het Deensche stelsel van ouderdomszorg door armen zorg kost daar omstreeks f 1.50 per hoofd -der bevol king. Welnu, laat de staat hier ongeveer evenveel voor dit doel ten koste leggen, dus een som van f 8 a 9 i millioen. Laat hij ter goede besteding daarvan de hulp inroepen van burgerlijke armbesturen, kerkelijke diaco nieën en particuliere liefdadigheidsgenootschappen. Dan zal niet de. eene of andere politiek, maar zullen de ouden van dagen, die thans niet verzorgd worden en die het meest hulpbehoevend zijn, worden gebaat. En dit moet toch het doel zijn! Maar indien de staat dezen weg uitgaat, zij hij zich wel bewust, dat dit slechts een voorbereidende, een noód-maatregel is, die hoe eer hóe beter moet plaats maken voor eene verzekering, die den pensioentrekker het voor het behoud van zijn eigenwaarde zoo nuttige besef geeft, dat hij op zijn ouden dag geniet van het geen, hij zelf in de kracht van zijn leven heeft helpen bijeenbrengen. DE ONREGELMATIGHEDEN AAN HET POSTKAN TOOR TE HALFWEG. Naar aanleiding der onregelmatigheden in het be heer van den waarnemenden brievengaarder te Half weg wordt van daar aan het Hdbld. geschreven: Deze zaak heeft opnieuw een blik doen werpen, in de administratie en inrichting van de hulpkantoren der posterijen, waarop, ook vam de zijde der brieven gaarders, meermalen is gewezen. Wij willen hier niet in bijzonderheden treden omtrent den aard der on regelmatigheden, waarbij trouwens reeds voldoende is gebleken dat diefstal, met de bedoeling zich ten koste van anderen te verrijken, hier niet bestaat, maar meer de aandacht vestigen op het beheer van zoodanige hitlpkan toren. Uit het onderzoek bleek dat aan bovengenoemd hulp kantoor, behalve de vrij drukke- administratie der poste rijen, niet minder dan een 1400 spaarbankboekjes lie pen, groote-ndeels uit aangrenzende gemeenten; door het -een en ander was het beheer van grooter omvang en de werkzaamheden voor den brievengaarder druk ker dan -aan menig postkantoor met meerdere ambte naren! Hier was slechts een persoon voor alle takken van dienst werkzaam, iemand die. nooit opleiding voor de posterijen had ontvangen en alleen bij aanstelling, een paar jaar geleden, een .14 dagen onder leiding van oen postambtenaar had gewerkt. In het primitieve kan toortje is ook het telepboonto-estel geplaatst, want de postambtenaar is ook nog tel-ephoonh-ouder' Nog wordt j den brievengaarder ten platteland© vergund bijzaakjes - of bijbetrekkingen waar te nemen, wijl in den regel j de tract-ementen onvoldoende, zijn; te meer wijl zij zelf voor kantoor moeten zorgen, dus wanneer in zijne woning geen gelegenheid voor kantoor bestaat, zooda- j nige localit-eit, die toch alleen voor 's Rijks dienst is 'bestemd, zelf moet huren' Dus nog bijzaakjes bij eene administratie, waar op meerdere plaatsen twee of drie ambtenaren voor staan' I Bevreemding wekt het dan ook geenszins, wanneer het beheer niet wordt gevoerd zooals het mooist zijn en onregelmatigheden worden geconstateerd, Aan wien mede schuld in dergelijke gevallen? Te Halfweg was al jaren geleden sprake van den houw van e-en postkantoor; wel noodig wanneer men I daarbij nog bedenkt dat, zoo wij vernamen, aan het hulpkantoor aldaar meer omgaat dan aan een naburig postkantoor en een ander hulpkantoor tezamenein-1 delijk zijn de plannen tot uitvoering gekomen, een i postkantoor is nu in aanbouw. j GYMNASTIEK. I De gewone maan-delijksche repetitie voor de gym- nastiekvereeniginge-n, welke zijn -aangesloten bij den Bond „Hollands Noorderkwartier" wordt gehouden op Zondag 25 April a.s. bij den heer J. Moejes te WIN- KEL. I De voorturnersles van h-et Gewest heeft 4 Mei plaats te HOORN. Alkmaar. Op de voorjaarspaardenmarkt van heden waren aan gevoerd 153 paarden. De handel was stug. De prijzen varieerden van f 100 tot f 600. Barsingerïiorn. De knecht van den wagenmaker J. Jonk te Winkel, de heer R. Mantel alhier, had het ongeluk bij zijn werk uit te glijd-en en zoodanig te vallen, dat hij per rijtuig naar zijn woning moest worden vervoerd. Winkel. Voor lid der gezondheidscommissie gezeteld te Hoorn (vacature Mr. Hengeveld), worden door Burg. en Weth. aanbevolen de he-eren J. J. Winkel te Medemblik en P. Pijper IJz. te Twisk. Wieringcn. Naar men ons mededeelt is door het comité, ge vormd te Helder, ten bate van de wed. D. Takes en J. Bais ingezameld ©ene som van f 246.02 en is dat bedrag afgedragen aan den Burgemeester. I>e storm op de Zuiderzee. Toen gistermiddag twee uur het schip „Het Loods wezen" op de haven te Urk aankwam werd het door een golfslag met kracht tegen den Oostdam geworpen. Terstond waren een 40-tal personen ter plaatse, wien het na veel moeite gelukte het schip uit zijn, gevaar lijke positie te verlossen. De bij Urk visschend-e Vollenhover vissch-ers vielen gistermiddag met -hun zwaar ..geladen schuiten 42 en 6 de haven binnen. Door den storm sloeg eeh der sloepen om. De eerste en tweede knecht wisten nog juist bijtijds op de schuit te springen, zoodat alleen het verlies van de rijke vangst te betreuren valt. Oude Niedorp. Aan mejuffrouw T. M. Beun, onderwijzeres aan de openb. lagere school te Zijdewind in deze gemeente, is door Burgemeester en Wethouders, wegens onge steldheid, overeenkomstig haar verzoek 6 weken ver lof toegestaan. Nekkramp. Wegens een geval van besmettelijke nekkramp in het kamp bij Oldebroek zijn de schietoefeningen uit gesteld, is het kamppersoneel afgezonderd en zijn de miliciens die onderweg waren, naar kazernes doorge stuurd. Brie dozijn biggen. Als een bijzonderheid uit de dierenwereld wordt uit Wedde gemeld, dat hij een landbouwer op een dag een zeug 19 biggen ter wereld bracht en een an dere 17. Vossenjacht. Na een vergeefsche jacht met geweren in het Om- merbosch, voor eenige weken gehouden, mocht het den vossevanger Jan Slaat te Ommen gisteren gelukken het hol op te sporen en daaruit met 6 jongen ook de oude moervos uit te graven. Het kostte nog al eenige moeite deze laatste met de schop te dooden, de jongen werden levend meegenomen. Winkel. Door een verschil ontstaan bij het spelen met knik kers, geraakten de 12-jarige. K. L. en de 12-j-arige H. K. handgemeen, waarbij K. L. -het onderspit moest delven, doch daarover zoo verstoord was, dat hij met een geopend zakmes zijn tegenstander -een z-oodanige wond in den rug toetor-acht, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Raadsverkiezing Anna I'aulowna. Uilslag der Woensdag gehouden stemming voor een lid van den Gemeenteraad van Anna Paulowna, va- cature-Ehrmann. BLANKEVOORT. H. KAAN. Th. SMITS. Kleine Sluis 139 20 38 Breezand 43 7 88 Totaal 182 27 126 Dus gekozen de heer BLANKEVOORT. HET GESCHENK DER HOLLANDSCHE DAMES IN ENGELAND. Reuter meldt uit LondenHet comité van Holland- sche vrouwen le Londen besloot aan Koningin Wilhel- mina, hij, gelegenheid -d-er blijde verwachting, aan te bieden een kinderjurk van fijn kamerdoek, versierd met Iersch-e kant. Het overschot van het geld, bijl de inschrijving te Londen bij-eengebrachl zal bestemd worden voor het verplegen van zieke Ilollandsche kinderen in Engeland wonende. Het daarvoor bestemde fonds zal den naam dragen van Koningin Wilh-elmina-fonds." DE VLAG OP DEN TOREN. Als de vlag op den toren staat, dan zoo had een Leeuwarder firma kort gel-eden bekend gemaakt zou zij' aan de kinderen mondharmonica's cadeau doen. Als de vlag op den toren staat.... natuurlijk als.... enfin „de blijde verwachting", „de heugelijke ge beurtenis". Maar de firma had heelemaal niet op den 13. „Kijk eens, mijn waarde mijnheer Eger," zoo ging Albrecht Kalsbach voort, „daar heeft u bijvoorbeeld een geval van voor eenige jaren. Ik heb toen steeds den minister aangevallen en telkens betoogd dat het Voor hét belang van ons land hoog noodig was, dat hij als minister aftrad en dat is ten slotte gebeurd. Maar ziet u, nu zal bet mij niet in mijn hersens op komen, om dien man als mijn vijand te beschouwen. Op neutraal terrein zou ik als eiken anderen vreemdeling hem behandelen, want al deugde hij niet als mini-ster, dat sluit toch niet uit, dat hij toch een zeer achtens waardig man kan zijn." Eger had hierop gezwegen, maar later toch het hoofd geschud. Dit alles begreep hij niet. Hij had het toch maar niet gewaagd om verschillende personen, die hij anders heel gaarne hij zich had gezien bij zich te noo digen. Het getal gasten was ondanks dat nog zeer groot; het viel nu nie-t in het oog, dat luitenant Schoen- rock eerst laat verscheen. Alleen de schilder Kalinka had hem gemist en hem reeds in verschillende ver trekken, ja zelfs tot in de tuinkamer gezocht. Eindelijk zag hij den langen luitenant en snelde op hem toe. „Ben je zooeven aangekomen?" vroeg hij, terwijl hij hem terzijde trok. „Ik was te laat, maar ik denk niet dat ik hier veel verzuimd heb." „Nietsniets," verzekerde de schilder hem lachend. „De thee is rondgediend, waarop de handelsraad zoo trotsch is, omdat hij dat goedje direct uit China heeft laten komen. Heb je soms te lang vertoefd by je kleine minnares?" „Da duivel hale alle minnaressen," bromde de lui- teüant boos. „Bezorgt de kleine je wat last? Dat heb ik je voor speld. Maar kom mee, er wordt heel erg naar ons Sekeken en wie jou wat van -nabij kent, kan -alles °P je gezicht lezen." Kalinka legde zijn hand op den arm van den luit - "ant en wandelde met hem langzaam de verschillende v®rtrekken door naar den tuin. „Vertel mij nu eens," zoo ging hij voort. „Ik ben Wel is waar niet erg geschikt voor biechtvader, maar Wanneer je niet al -te groote dwaasheden hebt begaan, schenk ik je bij voorbaat reeds absolutie en misschien kan ik je nog wel een goeden raad geven." „Het is om razend te worden, maar al mijn pogingen Het dat meisje zijn tevergeefs geweest," riep de luitenant uit. j „Waar toestaan die dan in?" vroeg Kalinka. „Ver tel mij alles, and-ers kan ik ook geen raad geven." i Aarzelend deelde de luitenant nu alles mede. I „Ik voorzie dat die broer baar nu elke-n avond aan i de woning van mevr. de weduwe Kalsbacto zal afhalen," voegde hij er bij. „En dan is elke gelegenheid om haar te naderen afgesneden." „Heb je mij zooeven niet gezegd, dat die broer in jouw regiment dient?" vroeg Kalinka. „Ja." „Welnu dan heb je dien kerel ook heelemaal in je macht." „Denk jij dan, dat hij mij zijn zuster zal overgeven?" „Voorloopig nog niet," riep de schilder lachend uit. „Maar ik weet dat jou een menigte kleine middelen ten dienste staan om hem wat handelbaarder te ma ken, Is je dat eenmaal gelukt, welnu dan zal d-at baasje er zich wel voor wachten je weer in den weg te treden. Je -zult hem toch -zeker niet laten merken, dat je bevreesd voor hem h-ent? Dan heb je beslist alles verloren." Schoenrock luisterde gretig naar deze woorden, zij versterkten hem in zijn voornemen om Bruno alles eens betaald te zetten. „Je hebt gelijk," riep hij uit. „Zeker heb ik gelijk," her-haalde -de schilder. „Denk je soms, dat ik je dan anders een dergelijken raad zou hebben gegeven?" De schild-er had er alleen belang bij om den luite nant van de barones te vervreemden en zijne bereke ning was dan ook zeer sluw. Hij kende Schoenrock te jgoed om niet te weten, -dat deze in zijn optreden tegen Bruno bepaald -te ver zou gaan. Er zou maar heel weinig voor noodig zijn, om hem er toe te brengen Bruno te mishandelen. En kwam dit ter oore van den overste, die in zijn eerlijke gestrengheid nooit duldde dat een soldaat mishandeld werd, dan zou Schoenrock spoedig uit het leger worden weggejaagd. Was hij dan geen officier meer, dan geloofde Kalinka hem niet meer te behoeven te vreezen als medeminnaar en hij was er dan ook vast van overtuigd dat hij -dan ook de stad -zou verlaten. „Ik zal hem wel tam maken," riep de luitenant en rekte zijn lange gestalte uit als om aan te toonen, dat het hem niet aan kracht en beslistheid ontbrak. „Beste vriend, wees vooral voorzichtig," ging Kalin ka listig voort. „Verraad je plan niet. Het is verre van mij, tegen den een of and-er uwer kameraden eenige -verdenking te opperen, maar hoe meer die er van weten, des te gemakkelijker kan de overste er iets van hooreu en je heele plan zou spoedig verijdeld zijn. Vergeet niet, dat de meesten van hen, u uw rijkdom misgunnen en er zich over ergeren, dat zij zooveel bescheidener moeten leven. Maar kom nu mee, wij mogen ons nie-t te lang aan het gezelschap onttrek ken, opdat niemand zou kunnen denken dat je boos was, omdat de dochter van den handelsraad je ont gaan is." „Och Heer! Dat raakt mij de koude kleeren niet meer!" antwoordde de luitenant laatdunkend. „Ik had wel zeer veel lust hier niet te komen, want ik vind zulk een verlovingsplechtigheid een vervelenden 'bo-el. Wat een dwaasheid om je zoo te binden," „Ik stem volkomen met je in, maar amice dat is verschil van sm-a-ak," lachte de schilder. „Geloof Je nu werkelijk dat zij dien vent, dien refe rendaris liefheeft?" vroeg Schoenrock. „Misschien wel," was het antwoord. „Hoe dwaas. Zoo'n onuitstaanbare pedante kerel." „Zeg, vriendlief, zet nu een, vriendelijk gezicht ik zal in de volgende dag-en, een copie voor je schil deren van zeker -heel mooi meisje en als je het per se wilt schilder ik je den broer ook." „Bespottelijk!" riep de luitenant waarop heiden de tuinkamer binnenstapten. Het gezelschap verkeerde in een ernstige stemming, weinig passend bij de blijde gebeurtenis, welke men vierde. De met vorstelijke weelde ingerichte salons en rijkvoorziene buffet-s wa-ren niet in staat -een gevoel van bedruktheid dat zich blijkbaar van alle aanwezig-en had mees-ter gemaakt, te doen verdwijnen. Tevergeefs liep -de handelsraad met -het meest vriendelijke gezicht tussch-en -de gasten door, sprak hier een vriendelijk woord, noodigde, daar tot eten uit, of prees een zeker soort wijn, als een groote delicatesse aan. Zijn opge ruimdheid had iets gedwongens, zijn blozend gelaat had niet de uitdrukking van iemand die tevreden is. Velen viel de afwezigheid van overste Kalsbach op, ofschoon hij door den rouw over zijn jongsten zoon voldoende verontschuldigd was. Toch geloofde men in zijn afwezigheid de bevestiging van de. breuk tusschen de beide broeders te moeten zien. Anderen ontging ook het ernstige gelaat vam. Dr. Albrecht Kalsbach niet. En fluisterend, vertrouwelijk, vertelde de een aan den and-er, dat deze met de verloving van zijn zoon niet zeer was ingenomen. De stemming vam Dr. Kalsbach was zeer ernstig en hij wist zelf niet -hoe dat eigenlijk kwam. Hij had zich het verlovingsfeest van zijn eenigst kind altijd zoo heel anders voorgesteld, als een van de mooiste dagen van zijn leven. Uit dit groote gezelschap, waar van velen hem onbekend waren, sprak niet een toon van warme genegenheid. Hij voelde zich hier zoo vreemd. De overdreven pracht en pralerij van den handelsraad waren hem hoogst onaangenaam. Het geheel leek meer op een tooneelvertooning dan op een werkelijk feest. De verloofde van zijn zoon beviel hem wel. Hij beschouwde haar als een goed en fijngevoelig meisje. Maar de afkeer dien hij voor haar vader koesterde, nam nog meer toe. De handelsraad was tegenover hem I de beleefdheid en voorkomendheid zelf en sloeg zulk een v-ertrouwelijken toon tegenover hem -aan, alsof -zij nu niets anders dan, gemeenschappelijke belangen had den te bevorderen. „Kom, beste mijnheer Kalsbach," zeide de bankier tot be-m, op hem toetredend en bij den arm vatt-end. „Wij beide oudjes hebben het recht om ons wat uit de drukte terug te trekken. Ik ben wat moe. In mijn kamer kunnen we wat uitrusten, we zij-n daar onge stoord, -en u vindt d-aar e-en sigaar die u wel zal smaken." Eger bracht Kalsbach naar zijn werkkam-er. Ook hier heerschte overdadige weelde en het was zeer moei lijk te zeggen, waarom dit de werkkame-r van d-en heer des huizes heette. „Zie zoo," zeide Eger. „Nu zijn wij voor enkele oogenblikken veilig. Ik zag het reeds aan u, dat die drukte u begon te verv-elen. Ga zitten en maak het u gemakkelijk. Bedien u. Hier zijn twee soorten siga ren, lichte en zware voor de -echtheid ervan sta ik u borg." „Ik kom zelden in groote gezelschappen," gaf Dr. Kalsbach ten antwoord. „Den ge-heelen dag door ben ik met werk overladen en 's avonds ben ik gewoonlijk zoo vermoeid, dat ik -elke nieuwe inspanning vermijd." „Juist als ik," verzekerde de h-andelsraacl, ofschoon bij hem juist het tegendeel waar was, want hij ver veelde zich als hij een avond in zijn gezin moest doorbrengen. Hij blies den rook zijner sigaar door zijn neus om zich aan den heerlijken reuk te ver gasten. „Ik geloof heel graag dat u h-et zeer druk heeft, maar waarde vriend, kunt u niet een d-eel van uw werk op andere schouders leggen?" „Zeker, maar ik weet niet, of ik mij op die andere schouders wel zoo veilig kan verlaten als op de mijne. Het werk is voor mij een behoefte geworden en zoo ik de verantwoordelijkheid der redactie draag, kan ik mijn arbeid moeilijk beperken, want ik moet alles lezen en onderzoeken." I, „Waarom draagt u de verantwoordelijkheid niet aan een uwer redacteuren over? Zooals u nu doet kan u dat in de grootste onaangenaamheden brengen." j „De verantwoording die ik draag, dwingt mij tot d-e grootste voorzichtigheid en nauwgezetheid," aratwoord- de Kalsbach. „Aan deze belde eigenschappen dank ik vooral de uitbreiding mijner courant en ik houd er mij dus streng aan." I „Ik ben blij dat ik eens open en gemoedelijk met 1 kan praten," ging de bankier voort. „Weet u wel, beste vriend, dat ik u altijd eigenlijk gevreesd heb?" „Waarom „Wel mijn waarde, je hebt mij het leven, dikwijl® heel moeilijk gemaakt." Kalsbach haalde glimlachend de schouders op. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1