Soldaten=eer.
Woensdag 28 April J909
óJste Jaargang. No. 1 l!);j
A i
Bureau SCJSIA&SEM, Laan O 4.
Uïty ewerss TRAPMAN Co.
"1ËRSTE~SIID:
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
FEUILLETON.
Binnenlandse!} j Nieuws.
Alimssi Nitivs
f
AdTeriEitie- LuttniHil
anHmMSMBRMNMwnMHBnMHH
Dit blad verschijnt viermaal per iveekDinsdag-, Woensdag-,
Do n d e r d a g- on Zaterdagavond. Dy inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
luiere. Tclephooh No. 21).
Prys per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Zitting van Dinsdag 27 April 1909.
Wordt anders nogal vaak de zitting besloten met
de behandeling van een of meer kinderwettenzaken,
thans werd zij er mede aangevangen.
Vóór de pauze werd er niets anders behandeld, na
de uitspraken dan een viertal kinderwettenzaken, be
treffende feiten, gepleegd in Hoorn, Alkmaar en Den
Helder.
Niet minder dan acht jeugdige beklaagden moesten
optreden.
En een aardig ristje getuigen moest mede zorgen,
tijdig present te zijn.
Daarenboven konden de noodige advocaten voor de
verdediging der jeugdige boosdoeners ook niet worden
gemist en 't werd dan ook mooi laat, voor de pauze
intrad.
Nd dat gulden half uurtje kregen we dan de ge-
schiedenisjes, die in aanmerking kwamen voor zitting
met open, of althans ongesloten deuren, 't Waren er
vijf.
AARDIGE DUIFJES.
No. één gold een 18-jarigen arbeider uit Alkmaar;1
Laurentius Beers genaamd, die in het laatst van De
cember des vorigen jaars Ie Oudorp eenige duiven
heeft gestolen. De 14-jarige Kees Buren aldaar, die
ten huize van zijn papa op diens boerderij een vijf
tal aardige duifjes hield, keek op Kerstmorgen raar
op zijn neus, toen hij zijn beestjes allemaal miste.'
Beers intusschen moest van 't stelletje af en wist
alle vijf kirrende gevleugelde vriendjes aan Petrus Ge-
rardus Zwan uit Alkmaar te verkoopen, waar ze na
derhand in beslag werden genomen.
De geloofwaardigheid van den getuige P. Kleijmeer,
een Alkmaarsch- timmermansknecht, werd door den
President waarlijk niet te hoog geschat. Z.E.A. wees
er dezen sinjeur op, hoe hard hij bij de instructie
wel had gelogen. Nu moest echter de waarheid voor
den dag komen.
Wat beklaagde zelf betreft, die hield er al een niet
veel betere soort van verklaring afleggen op na. In
hoofdzaak kwam zijn Beweren hierop neer, dat hij
van een hem onbekend persoon de duiven gekocht had.
Maar In den regel behoeft men niet er naar te trac-h-
ten, om een Officier van Justitie met zulke praatjes
om den tuin te leiden.
Mr. Hanegraaff toonde duidelijk, dat ze bij hem
geen ingang vonden. Wegens diefstal werd 2 weken
gevangenisstraf tegen Laurentius geëischt.
NU WAS HET EEN BLOKSCHAAF.
Tewis Raat uit Schoorl, die juist het vorige jaar j
een kwarteeuw oud is geworden moest nu komen als
beklaagde, om ereis te vertellen waarom of ie nu
eigenlijk een blokschaaf van Piet Obdam, een 22-jarig
Schoorler timmermansknechtje, had gestolen, toen hij
dat stuk gereedschap den, 20sten September jl. buiten
vond liggen bij eene voor mej. Jelgersma in zijne
woonplaats in iaanbouw zijnde villa.
Nou, dat was eenvoudig genoeg en spoedig verteld
meende Raat. Dat had hij maar gedaan, omdat 't
diDg daar zoo voor oud vuil lag en geen waarde had
en hij had 't achteloos in zijne schuur geworpen zon
der er verder profijt van te hebben of er meer naar
om te zien.
Alleen had zijn zwager, Bram Duin, die weieens meer
gereedschappen van Raat gebruikt, op een schoonen
Maartschen lentedag de schaaf gebezigd, wat door Ob-
üams broeder Jacobus was gezien, die 't nummer 68
goed had onthouden, zijnde het nummer van zijn broe
ders timmergereedschap, dat duidelijk op de schaaf
voorkwam.
Nu duurde hat niet lang of rijksveldwachter van
den Burg werd in de zaak gemoeid en spoedig nam
deze de ischaaf in beslag.
De O. v. J. vond beklaagdes verweer, dat hij de
schaaf „zoomaar" meenam en waardeloos vond van
geen beteekenis. De zwager immers gebruikte nader
hand diezelfde schaaf, wat er al op wijst, dat die niet
waardeloos geacht behoefde te worden.
Wegens diefstal eischte Z.E.G. 2 weken gevangenis
straf tegen, Tewis.
KLAAS ONDER DEN INDRUK!
Klaas de Graaf, die in 1868 geboren is te Hoorn,
vindt bet daar zoo leuk, dat bij daar nog altijd is
blijven hangen en deze merkwaardige Westfriescbe
stad nog steeds als zijne woonplaats liefheeft.
Hij resideert thans in eene villa met bijbehoorende
gronden, staande en gelegen in de Peperstraat.
Klaas is een man, die het openbare leven meeleeft,
een leefregel, die vooral in kleine steden en plaatsen
vaak aanbeveling verdient.
Maar den 27sten van de vorige maand presenteerde
hij zich in het openbaar in zijne straat op eene ma
nier, die den politie-agent De Jong gansch niet pas
send voorkwam.
Hij was zoo dronken als een Maleier en had alle
eigenschappen, die zoo'n individu moet hebben, om met j
een verbaal wegens openbare dronkenschap te kunnen
worden' vereerd.
En toen De Jong hem krachtens zijn ambt behoor-1
lijk van de openbare straat wenschte afscheid te
laten, nemen, wat voor de veiligheid in den allerruim-
sten zin van 't woord noodig mocht heeten, toeni
werd er verzet aangeteekend, geen klein beetje.
Alle symptomen, die zoo'n wederspanneling gewoon
lijk eigen zijn bij zulke gelegenheden, vielen ook nu
waar te nemen en de Jongs baantje was op 't moment
niet zoo erg benijdenswaardig.
Schoppen, trappen, slaan en wat dies meer zij, wa-
ren extraatjes waarop de agent rijkelijk werd vergast.
Maar de getabbaarde heeren zouden nu Klaas eens
vergasten.
Het verbaal van De Jong werd als geloofswaardige
voorlichting rijkelijk voldoende geacht, want noch de
rechtbank, noch de O. v. J. achtten het noodig, De
Jong te hooren. Die behoefde niet eens voor 't getui-
genhekje te komen.
De O. v. J. requireerde 2 weken .gevangenisstraf
tegen De Graaf.
NOG EEN DITO!
Een dergelijke sinjeur, maar te Enkhuizen woonach
tig, moest vervolgens optreden wegens een soortgelijk
wangedrag, den 28sten Maart aan den dag gelegd.
Beene Smit, zoo heet dit heerschap, leverde voor
eigen en anderer veiligheid ook al aardig wat ge
vaar op.
Hij had heel wat borreltjes binnen en de agent
van politie Siewert Kiauwers die in Enkhuizen als zoo
danig weieens meer een karreweitje van dien aard zal
hebben meegemaakt in zijn 43-jarigen levensloop, wou
den visschersknecht heel graag transporteeren naar
een veiliger oord dan de publieke weg op 't moment
voor hem was en pakte hem daarom in zijn lurven.
Maar ons vi-sscbertje had geen zin in 't transport
naar het ontnuchteringsappartement en bood heftigen
weerstand, Klauwers daarbij zelfs in de band bijtende.
Vooral toen ze op 't Venedie aankwamen, waar wel
eens meer dronken luidjes wederspannig geworden zijn
bij transport, was 't erg mis.
Beene mankt© het dan ook zóó bont, dat proces
verbaal wel moest volgen en de O. v. J. wist er
geen beteren raad op, dan hem de doos maar in te
stoppen, weshalve Z.E.G. 2 weken gevangenisstraf re
quireerde.
HIJ WAS NIET VERSCHENEN.
De laatste beklaagde was de gcconserveerde-levens-
middclenfabrikant P. Verburg uit Noordseharwoude, die
onlangs als getuige in eene strafzaak, hoewel behoor
lijk gedagvaard, was weggebleven, waardoor aanteekc-
ning op 'l audiëntieblad ontslaan was.
Hij meende, dat 't niet noodig was te komen, daar
hij toch niets van de zaak wist te vertellen.
Zoo heeft op 's heeren Officiers vraag Verburg's be-
drijfboer geantwoord op de zitting die Verburg ver
zuimde bij te wonen. Nu waren geen getuigen opge
roepen in de zaak tegen den fabrikant.
Hij was ditmaal zelf present en verontschuldigde
zich met de bewering dat hij niet wist, dat hij komen
in o e s t.
De president kon deze verontschuldiging niet aan
nemen, hij toch vermeende dat een man als de heer
Verburg wel wist, dat een getuige in een strafzaak
opgeroepen en behoorlijk gedagvaard, voor de recht
bank verschijnen moest.
De O. v. J. eischte 3 dagen gevangenisstraf tegen
Verburg.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Hoogwoud.
In de Maandag j.1. ge-houden vergadering van de
Vereeniging „Volksmin" werden als aftredende bestuurs
leden gekozen de heeren H. de Boer, J. Schagen en
S. Glas.
Uit de rekening van den penningmeester bleek, dat
de ontvangsten in het afgeloopen jaar hadden bedra
gen f 313.20, terwijl de uitgaven waren f 225.31, zoo
dat de rekening sloot met een voordeelig saldo van
f 87.89.
Het voorstel om de oudere kinderen van Hoog
woud op zich zelf te laten feestvieren, werd na eenige
bespreking verworpen.
Besloten werd dezen zomer, den 9 Juni a.s. met
oqgeveer 129 der oudste leerlingen een reisje te maken
naar Den Helder.
Met ongeveer 144 der jongste leerlingen za! dit
jaar een bezoek worden gebracht aan den Kersenboom
gaard te Blokker, als de kersen rijp zijn.
Tevens werd besloten aan het bestuur der R. K.
school alhier eene uitnoo-diging te zenden om de leer
lingen dier school aan de feesten te laten deelnemen.
Van de O. L. scholen bedroeg het aantal verzui
men als volgt: 168 nul verzuimen, 47 een verzuim,
33 twéé verzuimen, 13 drie verzuimen, 7 vier verzui
men, 3 vijf verzuimen, 15 meer dan 5 verzuimen.
Tot eerelid der vereeniging werd bij acclamatie ge
kozen de heer T. J. van Wijk, oud Hoofd der O. L.
school in de Weere.
Rondvraag niets bijzonders 'opleverende, volgt slui
ting.
Hoogwoud.
Maandagavond j.1. verkocht Notaris De Boer alhier
in het lokaal van den lieer M. Bruin te Aartswoud een
huis m. erf groot 0.19.40 H.A., staande en liggend© te
Aartswoud, kadastraal bekend als sectie A, no. 847
en 848 en toebehoorende aan den heer G. Jonker alhier.
Het heeft 't bij opbod kunnen brengen tot f 1200 en bij
den afslag werd het niet gemijnd, dus onverkocht.
TWEEDE KAMER.
De Centrale R. K. Kiesve-reeniging tot het stellen
van candidatcn voor de Tweede Kamer in het kies
district Alkmaar, vergadert Vrijdag a.s. te Alkmaar,
15.
„Die soldaat," en hier wees luitenant Schoenrock op
Bruno, „schijnt nog niet veel van de oefeningen te
snappen," zeide hij tot den onderofficier. „Hoe komt
flat, heb je hem niet voldoende onderwezen? Laat
hem vandaag eens naëxerceeren, ik zal er bij blijven
en mij er eeps van overtuigen, of ge uw plicht wel
floet."
,Tot uw dienst, luitenant," luidde het onderdanige
antwoord van den onderofficier. Met moeite bracht hij
deze woorden uit, woedend als de kerel was. Die
luid uitgesproken berisping hinderde hem in hooge
mate, maar zijn, wrevel daarover kon hij niet koelen
op den luitenant, maar wel op den armen Bruno en
flat geschiedde dan ook op de meest onmenschelijke
manier
Schpenrock stond vlak voor het front, nauwelijks
een paar schreden van Bruno verwijderd, hij keek hem
dreigend en hoonend aan, maar Bruno hield dien blik
idapper vol, niet uit trots maar met den, vertwijfelden
I moed der wanhoop. Hij trachtte zich staande te
houden met de gedachte, dat het toch al niet veel
erger kon worden dan het nu reeds was.
Do exercitie was afgeloopen en de soldaten gingen
üaar de kazerne, alleen Bruno bleef met den onderoffi
cier op het exercitieveld achter.
Bruno stond daar onbeweeglijk, ofschoon hij bijna
geheel uitgeput was. Hij wist waarom hij mishandeld
ïverd, waarom hem onrecht geschiedde, want hij had
ie oefeningen, onberispelijk uitgevoerd, maar de strenge
flienst gedoogde het niet, dat hij een enkel woord ter
zijner rechtvaardiging zeide. Die dienst eischte stipte
gehoorzaamheid, al schreeuwde ook het onrecht dat
tegenover hem gepleegd werd ten hemel, al kwam ook
ni zijn eergevoel tegen een dergelijke behandeling in
opstand.
Zij plaagden hem alleen maar om hem tot ongehoor
zaamheid te verleiden, om hem zoodoende nog stren
ger te kunnen straffen. Bruno beheerschte zich dus
en bleef kalm.
Hij kreeg geen twee minuten om uit te rusten.
De onderofficier was razend, omdat natuurlijk ook
zijn vrije tijd door dit exerceeren, in beslag werd
genomen. Was het niet tegelijk een straf voor hem
zelf? Met een niets ontziende hardvochtigheid liet hij
Bruno de oefeningen steeds overdoen, onafgebroken
zonder een seconde rust.
De kracht-en, van den ongelukkige schenen sterk af
te nemen, zijn gang werd onzeker, zijn armen, verlam
den, Het schemerde voor zijn oogen ep hij spande
al zijn krachten in.
Met lachend gelaat bleef de luitenant toekijken,
„Mijnbeer de soldaat," riep hij spottend, „schijnt
de oefening schouder geweer nog maar steeds niet
goed te snappen. Ik zal het hem zelf eens leeren," en
hij gaf den onderofficier een teeken achteruit te gaan.
„Ik zal tellen en zien, wanneer mijnheer, die zich tot
de studeerende jongelingschap rekent, die eenvoudige
oefening begrijpt. Opgepast!"
Hij commandeerde: „Schouder het geweer, af het
geweer"' Bruno moest dit steeds herhalen, altijd weer,
en de luitenant met zijn door den neus klinkende stem,
scheen zich er bijzonder over te verheugen, dat de
bewegingen van den mishandelde steeds onzekerder
en langzamer werden.
„Een en vijftig twee en vijftig," telde de luite
nant. „Voor den duivel! Opgepast!"
Bruno wankelde, het geweer ontviel aan zijn handen,
hij zonk bewusteloos in elkaar.
De onderofficier sprong zeer ontsteld nader.
„Hij sterft!" riep hij uit, toen hij het doodsbleek
gelaat van den jang-en man zag.
„Hoe dwaas!" riep de luitenant, die niet wilde t-oo-
nen, dat hij zoo ongerust was. Hij keek de exercitie
plaats even rond, want de vrees dat een zijner supe
rieuren hem zou kunnen snappen, dreef hem het bloed
toch wel naar de slapen. Er kwam niemand. Aan het
hek dat de plaats van den publiekeu weg scheidde,
stond een groote menigte, een afkeurend gemompel
drong tot zijn oor door, hij hoorde allerlei bedreigin
gen uiten. Hij wierp een veraehteüjken blik op al dat
plebs en wendde zich toen weer tot den bewustelooze.
„Zeg, maak niet zoo'n spektakel, de kerel haalt im
mers adem. Breng den knaap naar de kazerne, en als
hij straks weer bij is gekomen, laat hem dan naar
huis gaan,"
Hij rekte zich langzaam uit, wierp het hoofd in
den nek en liep langzaam naar de kazerne, alsof hij
de grootste heldendaad bad verricht.
Een half uur later liep Bruno strompelend naar huis.
Met groote moeite hield hij- zich staande. Zijn gelaat
was zoo bleek, dat de menschen staan bleven om
hem na te kijken. Toen hij de kamer binnentrad en
zijn zuster hem zag, sprong zij verschrikt op.
Mijn God, Bruno, wat is er gebeurd?" riep zij uit.
„Niets niets," luidde het doffe antwoord en hij
draaide het gelaat af, om zijn zuster maar niet in
zijn oogen het tegendeel te doen lezen. „Ik ben
Hij kon den zin niet afmaken, want een golf bloed
vloeide uit zijn mond. Bijna bewusteloos -zakte hij op
een stoel in elkaar.
„Almachtige God," schreeuwde Miari-e en zij sloeg
haar armen om haar broer heen, wiens hoofd -slap op
de borst viel.
Een nieuwe golf bloed volgde. Het arme kin-d riep
luidkeels om hulp, daar zij alleen niet in staat was
haar broer te helpen.
Buren snelden haastig toe en hielpen Bruno naar
de slaapkamer te brengen, en op zijn bed neer te
leggen.
Er werd een bode gezonden naar den ouden correc
tor en om een dokter. Beiden traden al heel spoedig
en bijna gelijktijdig de kamer binnen.
Het stond er met Bruno heel slecht voor. Hij was
nauwelijks in staat enkele vragen van. -den dokter te
beantwoorden. Elk woord scheen hem pijn te doen. De
arts die hem zeer zorgvuldig had onderzocht, beval
hem de grootste rust aan en verbood hem beslist te
spreken. Hij verbeelde den vader ni-et, dat er bij de
-minste inspanning weer een nieuwe bloeding zou vol
gen -en dan het leven van den zieke in het grootste
gevaar zou verkeeren.
De oude vader en Mari-e weken niet van het bed.
Bruno lag roerloos en met gesloten oogen, de ademha
ling ging zeer moeilijk, en zijn gelaat vertrok zich
zoo nu en dan pijnlijk. Zijn oogen lagen diep en zijn
wangen waren ingevallen, hij scheen, jaren verouderd.
Wanneer hij de oogen opsloeg was zijn blik dof en
treurig. Langzaam stak hij zijn vader de rechterband
toe, een zwak lachje gleed er over zijn gelaat, alsof
hij daardoor den ouden man wilde geruststellen.
Het stilj<e, bescheiden geluk der kleine familie was
door een hevigen storm bewogen. De volle zonneschijn
van het geluk had den ouden corrector nog nooit ge
hinderd, maar toch was een -enkele verwarmende straal
zijn deel geworden. Hij had in zijn beide kinderen
een geluk gevonden, da-t zijn hart met groote dank
baarheid vervulde. Zij waren zijn geheble vreugde en
met alle energie had hij voor hen trachten te krijgen
wat hemzelf ontzegd was geworden.
En nu was opeens al dit geluk verstoord. Geen en
kele klacht kwam er evenwel den oud-en man over de'
lippen. Hij keek strak voor zich uit. In zijn binnenste
evenwel woedde een hevige strijd. Wat had hij misdaan
dat deae nieuwe slag hem treffen moest? Was zijn
heele leven niet gewijd geweest aan de ernstige ver
vulling van zijn plichten? Had hij niet steeds gezorgd
voor zijn kinderen? Hij had zich dikwijls zeer onge
lukkig gevoeld, hoe gaarne had hij eenige vrije dagen
willen hebben, eens een enkelen dag waarop hij niets
verzuimde, maar nooit was deze dag gekomen en hij
[bad zich in zijn leven van steeds zorg en arbeid ge
schikt.
De avond was gevallen. Marie had zich in de voor
kamer teruggetrokken, om daar eens te kunnen uit-
tot het stellen van een candi-daat voor de a.s. ver-
j kiezingen.
j HULDEBLIJK KONINGIN.
Het te Alkmaar gevestigde Comité voor het hulde
blijk aan H. M. de Koningin, heeft aan de plaatselijke
eomité's bericht, dat uit de overgebleven gelden, 'ten
bedrage van ongeveer 7000 gkl. een fonds zal wor
den gevormd, waarvan dc rente zal worden aangewend
tot het verplegen in de Hendrika-stichling te Egmond
aan Zee, van enkele zwakke onvermogende kinderen
idt de gemeenten, die bijdragen zonden voor het ge
schenk.
SCHAGERBRUG.
Uitslag opepbare verkooping, gehouden ten overstaan
van notaris Vrijburg dd. 26 dezer in, het. Wapen van
de Zijpe aan de Schagerbrug, voor den heer J. de
Carpentier aldaar:
1. Een huis, waarin slijterij, winkelaffaire, woonhuis,
benevens rentenierswoning met erf en tuin, groot 7.01
Aren. Opgehouden op f 3990.
2. Afzonderlijk staand pakhuis, groot 42 centiaren.
Kooper de heer G. Raven Jz. c. s. te Keinsmerbrug
voor f 430.
Harenkarspel.
Tot bestuurslid van den polder Woudmeer, in plaats
van den, heer R. Boon, overleden, is Dinsdag benoemd
de heer C. Bakker Rz. te Kalverdijk.
Anna I'auloivna.
Overgegaan van de le naar de 2e klasse van den
voorbereidenden cursus van de Rijks-Normaalschool
te Den Helder N. Benema. Geslaagd voor de le klasse
der Normaalschool W. E. van Gorkom. Overgegaan
van de le klasse naar de 2e klasse der Normaalschool
M. van Gorkom en M. Sipman en van de 2e naar
de 3e klasse G. van Wijk en D. Reyers. Allen te
Anna Paulowna.
ST. MAARTENSBRUG.
Corn, D. Smit alhier heeft met gunstig gevolg exa
men afgelegd voor de voorbereidende klasse van de
Rijksnormaalschool te Helder.
LUTJEWINKEL.
Aan den heer J. Timmerman te Lutjewinkel is de
volle taxatiesom voor zijne als verdacht van mond
en klauwzeer afgemaakte koeien, toegekend.
DE KENNEMER SPORTCLUB
opent a.s. Zondag 2 Mei hare welbekende baan' te
Bergen.
Ni-et minder dan 20 Courses, -alle vallende op Zondag,
zullen gehouden worden en wel op 2, 16, 23 en 31
Mei; 6, 13, en 27 Juni; 11 Juli; 8 en 29 Augustus;
5 en 26 September; 10, 17, 24 en 31 October; 7, 14,
21 en 28 November.
Een, groote verbetering mag het genoemd worden,
dat voortaan de bezo-ek-ers, die per Stoomtram van
Alkmaar naar Bergen gaan, op bet terrein kunnen uit
stappen, terwijl de toegang tot het guldensterrein niet
meer zal zijn voorbij het buiten van Jhr. van Reenen,
maar daar, waar vroeger de toegang tot het 50 ets.
terrein was.
Oudkarspel.
Voor de deelname aan de schietoefeningen, die
alhier zullen worden gehouden, hebben zich reeds 25
personen aangemeld.
Wierinsen.
De uitslag der beden Dinsdag gehouden stemming
voor 3 hoofdingelanden voor het Heemraadschap, we
gens periodieke aftreding der heeren P. F. Kuut, J. J.
Klein en A. S. Klein Jr. is als volgt.
Uitgebracht werden 13 stemmen verde-eld als volgt
op de heeren P. F'. Kuut 13 st., J. J. Klein 13 st.,
A. S. Klein Jr. 12 st., S. S. Klein 1 st., zoodat de
aftredende leden zijn herkozen.
weenen, zonder haar broer die bij het geringste ge-
ruiseh de oogen opsloeg, hinderlijk te zijn. Bij haar
deed het recht va-n de jeugd zich gelden, met tranen
in de oogen was zij ingeslapen.
-Soltau bemerkte het, toen hij zacht het ziekbed ver
liet, om -naar zijn dochter te zien. Hij gunde -haar de
slaap. Even zacht keerde hij terug naar het ziekbed
van, zijn zoon. Zijn oogen ble/ven strak en droevig, van
vermoeidheid of slaap geen spoór.
Zoo verliep de nacht langzaam o zoo langzaam.
De zieke sliep niet, al lag hij ook -onbeweeglijk en
-met gesloten oogen. En Soitau sliep nog minder. Hij
hoorde hoe het op straat steeds stiller en stiller werd.
Iedere klokslag drong tot hem door. Hij telde de
kwartieren -en hij had ook de minuten kunnen tellen.
Slechts eens in zijn leven had hij zulk een hangen
en langen nacht doorleefd, toe-n hij had gezeten bij het
ziekbed zijner vrouw. Met bang verlangen had hij
toen gewacht op de eerste stral-en van het morgenrood,
en toen die eindelijk het vertrek verlichtten, hadden
zij het bieeke gelaat eëner pas gestorvene beschenen.
Die moeilijke uren stonden hem nu duidelijk voor
den geest, hij vreesde den naderenden morgen. Wanneer
hem nu ook zijn zoon werd ontroofd?! Hij kon er niet
aan denken en drukte vol vertwijfeling de hand op
het voorhoofd.
Maar -de nieuwe dag was hem genadiger gezind, want
toen de ochtend begon te schemeren verried de korte
maar kalmere ademhaling van den zieke, dat hij sliep.
Voorzichtig, zacht stond Soltau op en, trad de woon
kamer binnen. Op tafel stond nog de brandende lamp,
nuaar haar licht scheen geel en zwak tegen het door
brekende daglicht. Marie was in haar slaap van den
stoel gegleden. Haar hoofd leunde tegen de zitting.
Soltau liet het oog rusten op het slapende meisje.
De angst en vree-s stonden nog duidelijk op h-aar ge
laat te lezen. De tranen kwamen he-m in de o-ogen.
Marie werd op dat oogenblik verschrikt wakker, zij
scheen, niet te weten, dat zij lang had geslapen. Ver
baasd keek zij om zich heen en verschrikt merkte
zij haar vader op. j
„Waar is Bruno?" riep zij haar eerste gedachte
gold hem.
Vermanend legde de oude man de vingers tegen de
lippen.
„Stil! gtil! Hij slaapt!" zeide -hij zacht.
Maerie sprong op.
„Ilc heb geslapen," riep zij op gedempteu toon.
„Ja, kind. Maar het is goed dat je geslapen hebt,"
zeide Soltau en streelde het haar zijner dochter,
j „En wie heeft er bij Bruno gewaakt?" vroeg Marie.
„Ik heb het gedaan lieveling. Maar wees nu stil.
We mochten hem eens wakker maken."
Wordt vervolgd.