PI! Plaatse Nieuws. Gemengd Nieuws. Tweede Kamer. dus f 77.23r'. Volgt bestuursverkiezing. De voorzitter de heer J. v. d. Stok moest in 1909 aftreden en is niet her kiesbaar. In zijne plaats wordt als bestuurslid gekozen de heer A. Visser, die de benoeming aanneemt. Voor de vacature J. de Vries Az., vroeger Hoofd der school te .Moerbeek, die in 1912 moest aftreden, wordt be noemd de heer Ds. 1 laars, die eveneens aanneemt. Daarna vindt benoeming plaats van eene commissie tot het nazien der rekening voor 't volgende jaar. De heeren J. Goet, G. Butler en D. Koorn worden benoemd en nemen 't aan. De vraag wordt nu gesteld of schoolfeest gehouden zal worden. Bij acclamatie aangenomen. Op voorsteL van den heer J. Kuilman de penning meester, wordt met het oog op den slechten toestand van de kas tot een eenvoudig schoolfeest besloten, be staande in een rijtoer naar SchoorL en Bergen. Dit voorstel bij acclamatie aangenomen. Woensdag 9 Juni wordt voor 't houden van 'tscliool- fecbepaald. De aftredende Voorzitter wil tol sluiting der ver gadering overgaan. Alvorens dat geschiedt, brengt Ds. Haars hartelijke woorden van dank aan den schei denden voorzitter, den hoer Van der Stok. Na afloop der vergadering benoemde het bestuur den heer Ds. lfa?"s als voorzitter.. SPOORWEGDRUKTE. Aan de stations, vooral aan het Hollandsehe spoor wegstation te 's-Gravenhage heersehlc Maandag, ter ge- tegenheid der 'Prinsessefeesten een ongekende drukle. Naar Rotterdam en ook in de richting van Amsterdam reden Üe treinen voortdurend af en aan. Voel extra materiaal was in dienst gesteld. Doch wat baatten die honderden waggons tegenover den steeds krachtiger j aanzwellendcn stroom van feestgangers, die, toen het later in den avond werd ,naar hun haardsteden wil- den terugkeeren. Ten einde te groot gedrang op per- rons te voorkomen, werd de menigte slechts bij groep jes toegelaten, zoodat bet aantal' der buiten wachten den steeds aangroeide, en die file over hetStations plein tot een eindweegs op den Stationsweg geschaard stond. Maar wat nood, de feeststemming bleef er ook in. waartoe een paar rondreizende muziekkorpsen liet hunne bijdroegen. Tegen tweeën vertrok de laatste trein naar Rotter dam. Toen waren en kwamen er nog steeds andere feestgangers opdagen, maai- 't was nu genoeg, er kwam anders toch geen einde aan. EEN RAADSELACHTIG GEVAL. Zondagnacht omstreeks half een hooiden de reizi gers in eens afdeeling 3 e klasse van den laats ton trein van Rotterdam naar Dordrecht tusschen de stations Barendrccht en Zwijndrecht een vrouw gillen. Ver moedende dat die gil uit den damescoupé van den zelfden wagg'on kwam ,stak een der passagiers het hoofd uit het portier en zag de deur van die afdee ling open staan. Op zijn roepen keek daar een dame naar buiten ,-die vertelde, dat even te voren een heer. dien zij hij name kende, langs de treeplank naar haat- coupé was gekomen, de deur had geopend en haar te lijf wilide. Zij had getracht de noodrem over te halen, maar de indringer had haar dat belet. De-angst had haar kracht gegeven en met een Binken duw had zij hem uit den trein gestooten, zoodat hij waarschijn lijk op den weg was gevallen. Ook de deur van den coupé van het rijtuig, waarin de indringer had ge zeten. stond nog open. Te Zwijndrecht werd van hei geval mededeeling gedaan aan den hoofdconducteur, die terstond een onderzoek instelde, en in den coupé van den verdwenen passagier nog een jongmensch aan trof, die den hoed en wandelstok van zijn vriend in bezit had. maar weigerde zijn naam op te geven en den conducteur zelfs dreigde te lijf te gaan, van welke feiten ideze door den stationschef proces-verbaal lief opmaken. Bedoelde persoon kon echter met den trein de reis naar Dordt voortzetten. Do verdwenen passa gier is later te voet naar Dordt teruggekeerd. Hij beweerde, in den trein in slaap t© zijn geval len en ter hoogte van het voormalig station Pieterman 1 van hel fluiten der machine wakker geschrikt en uil den trein gevallen te zijn. Hij had echter nog tijd gehad op de treeplank te springen en was zoo een j eindweegs meegereden, maar opnieuw er afgevallen, waarbij hij zich eènigszins aan de hand bezeerd had. j Toen was hij genoodzaakt te voet naar Zwijndrecht j te gaan. van waar hij omstreeks half 2 te Dordt terug keerde. Vreemd mag het zeker heeten, dat zijn vriend geen aanleiding heeft gevonden om den trein lot staan te brengen, toen liij zijn vriend er uit zag vallen. Welke lezing hier de ware is, zal het onderzoek moeien uitmaken. (Dordt. Cl.") DOOD. Dinsdagmorgen is het 2-jarig zoontje van den heer K. uit de 1ste Oosterparkstraat 67 te Amsterdam, Öat voor zijn huis stond te spelen door een bierbrou- werskar van „De Amstel" over het hoofd gereden en onmiddellijk naar het O. L. V. Gasthuis gebracht waar hij bij aankomst reeds bleek te zijn overleden. Vandaar werd het ongelukkige knaapje naar zijn wo ning teruggebracht. Feuilleton. SoIdaten«eer. 18. Vroeger dan gewoonlijk keerde Hermann van zijn verloofde terug naar huis. Den volgenden dag ontweek hij zijn vader zooveel mogelijk, want hij zou niet in staat geweest 'zijn, hem te verbergen wat er' in zijn binnenste omging. Een dag later kwam zijn vader zelf bij hem in de kamer. Hij was kalm en vriendelijk als altijd, maar zijn gelaat was bleeker dan gewoonlijk. „Is u niet wel?" vroeg Hermann bezorgd. „Wel zeker," antwoordde Kalsbach lachende. „Je weet dat mijn lichaam zeer sterk is, en veel kan ver dragen- Maar mijn jongen, ik heb het een en ander met je te bespreken. Ik kom je oordeel als jurist vragen. Zet nu alle andere gevoelens eens ter zijde en onderzoek nu eens zeer objectief datgene, wat ik je nu ga vertellen. Geloof jij, dat mijn artikel, dat ik over die zaak van Bruno heb geschreven, iets beleedi- gends en strafbaars bevat? Lees het nu eens bedaard over hier is het." Hij gaf zijn zoon de courant. Hermann las het artikel nog eens langzaam over, elk woord nauwkeurig overwegend. „Volgens mijn overtuiging bevat het artikel niets beleedlgends, noch formeel, noch zakelijk," antwoordde hij. „Het zal natuurlijk in zekere kringen veel ergernis verwekken, omdat, u een feit wereldkundig hebt ge maakt. dat men gaarne had willen doodzwijgen, maar u hebt dit gedaan op een zeer kalme en zakelijke manier er waar u er een berispend oordeel aan toevoegt, doet u het om de belangen van duizenden te bescher men, en dat is de plicht van u als vertegenwoordiger van de pers. Dat is mijn meening." „Dat is ook mijn meening geweest," merkte Kals bach lachend op. „Maar je hebt het zeer voorzichtig gezegd: naar jouw meening. Je neemt dus ook de ver onderstelling aan, dat andere menschen er ook een andere meoning op kunnen nahouden?" „Natuurlijk." „Dat er dus op grond van bestaande wetten er uit dit artikel een beleediging is te zoeken?" wet 01' liev0r de uitleg van de wet is zeer ^eh^Tti Sn.""'61 redeU „lkVheb*h^arttkeHmAt° antwoo>'ddc Kalsbach. en zal ieder woord vollen naam onderteekend zou mijzelf weinig t^Taar^e^6'^'wfl dienen, zou het schaden, wanneer ik veroordeeld werd" BLOEDVERGIFTIGING. Zaterdag slachtte de slager C. v. d. L. te uit Gastel een rund, dat. was aangetast door miltvuur. Door een wondje in het gezicht on 1 vreese- giftiging bij den man, zoodat gezicht IUDe°PsZlSr "is gisterenavond aan de gevolgen over leden. EEN ONGELUK MET AFLOOP. De heer S. te Laren (N.-H.) schrijft aan de N. R. Het gebeurde gisteravond omstreeks half tien. Met le lichtelijk beruchte Gooische stoomtram keer de ik, als eenig passagier, van Hilversum naar het lipfliik land van Mauve. Trachtende bij het walmende olielampje n krant je te lezen, was ik juist bezig m n oogente be derven toen de tram met 'n krachtig gesehok, mid den op den weg, plotseling, bleet' staan. Machinist en stoker sprongen van de machine en, doodsbleek onder hun zwart masker, riepen zij den conducteur toe: ,,'n man angereje! De conducteur was onmiddellijk buiten liet rijtuig en ik volgde hem. In het half duister zagen wij, op een afstand van -ongeveer dertig meter, ter zijde van de rails een ïnenschelijk lichaam liggen en 'n paar meter verder, tusschen de spoorstaven, een been. 't Was een afschuwelijk gezicht. De maan kwam nieuwsgierig door de dreigende donkere wolken glu ten en belichtte het griezelige tooneel. We traden nader. De getroffene bleek een schamel gekleed mail van middelbaren leeftijd te zijn. Hij lag- op z'n rug, onbewegelijk, blootshoofds, de oogen gesloten, 'n Rimpelige kop, door- zon en wind gebruind, 'n grijzende knevel, dik en krullend hoofdhaar. Type chemineau, kon 'n broer van Jean Richepin zijn. Een knoestige stok en 'n slappe, breedgerande, zwarte vilthoed, lagen op korten afstand bij hem. Teekenen van leven gaf hij niet. 'n Dun straaltje bloed siepelde uit een schaafwond aan den linkerkant van z'n onder- kaak en toen we z'n hoofd een weinig optilden, zagen wij den ruigen haardos aan het achterhoofd met don- kerrood bloed doordrenkt. Zijn rechterbeen was on- geschonden, het linkerbeen bij de knie afgesneden. Meer uitwendig letsel was niet waar te nemen. „Ja," mompelde de onthutste machinist, als om 'zich te verontschuldigen, ,,'k zag 'm erg besthij j liep behoorlijk langs den wegmaar vlakbij slin- gerde-d-ie op eens teuge de machinezelf is-t-ie der teugenop geloopeen dan vroeg hij dof: „zou- die dood zijn?" Met 'n „dat zal 'k 'ns kijken" boog ik me over den verminkte neer, de drie trammenschen ademloos rond me. 't Onderzoek duurde niet lang en mijn diag nose luidde: „Hij ademt flink en z'n adem geurt sterk naar geestrijke dranken.' Het trampersoneel heradem de en, met de zekerheid geen reddeloos cadaver voor me te hebben, zette, ik, nu bijgelicht door een der lantaarns van de locomotief, kalmer en nauwkeuriger i m'n onderzoek voort. Huiverend bracht ik m'n hand naar het akelig stompje linkerbeen en toen eerst viel het mij op, dat uit het gerafelde, met stof en zand bedekte eindje broekspijp geen bloed stroomde. Onwillekeurig dwaal den mijn blikken naar het afgereden been en plotse ling, als voelde ik mij het slachtoffer eens Koepenieker listelings, snauwde ik, tot verbazing der tramlieden: ,,'t Is verdraaid 'n houten poot"' En zoo was het. De delinquent had z'n houten been laten afrijden. We hebben hem in de tram ge laden en naar Hilversum getransporteerd. Onder het transport kwam hij wat bij en bazelde zielig: ,,'k ben toch zoo'n ongelukkige man en 'k heb nog nooit iemand kwaad gedaan" Dan hebben wij hem aarf het station neergelegd en 'n brancard gerequireerd. ('k Zal vandaag eens aan 't ziekenhuis naar hem inform-eeren.) En toen ik gisteren voor de tweede maal naar huis reed, dacht ik zoo hij mijn eigen: Waarlijk, er is een God voer dronken menschen. DIEFSTAL VAN DIAMANTEN. De juweliersfirma Asscher te Amsterdam kon sinds, enkele weken constateeren, dat zij In haar zaak be stolen werd, maar slaagde er niet in de diefstallen te ontdekken. Het aantal in bewerking gegeven diaman ten bleef wel aanwezig, maar uit de gewichtsverminde ring van het totaal geslepen product kon de diefstal worden afgeleid. Toen bracht een onverwachtsche con trole de ontdekking. Het personeel doet voor het vér- laten der fabriek de in bewerking zijnde diamanten in bakken en deze worden des nachts in de kluis opgeborgen. Zaterdag, toen het personeel afwezig was, zijn de firmanten den inhoud van die bakken eens gaan controleeretn. Daarbij werd geconstateerd, dat vier diamantsnijdsters de steentjes, welke zij onderhanden hadden, niet in de hakken opgeborgen maar blijkbaar mede naar huis genomen hadden. Een voortgezet onderzoek bracht hiervan Zondag de bevestiging. De diamanten werden medegenomen en geruild voor kleinere steenen of voor steenen van mindere qualiteiten. Zoo is de firma over een groot tijdsverloop voor een aanzienlijk bedrag bestolen. Een diamantsnijdster bekende haar schandelijke diefbt^ de anderen hielden haar onschuld vol, maai konden geen afdoende reden opgeven, waarom zij de dlama ten mee naar huis namen en tiaar werk niet 111 was. Alle vier zijn op staand en voet ontslagen. WEGGELOOPEN. De 'politie te Hilversum heeft een 17-jarigen jongen aangehouden, die heimelijk uit het Weeshuis te Den Helder weggeloopen was. De knaap had in Den He - der een rijwiel gehuurd, was er mee naar Hilversum gepeddeld en had het daar verkocht. Hij is woei naar Den Helder teruggebracht. ONGELUK AAN BOORD. Aan boord van den steenkolentranshordeur „Pluto van het Steenkolensyndicaat, liggende naast het 8$. „Nordland" in de Rijnhaven te Rotterdam, stond de 18-jarige stoker Van E. in de machinekamer op den transportband. Doordat deze plotseling doorschoot, viel hij met het hoofd tusschen den band en een rad; liet hoofd werd letterlijk afgeknepen. De ongelukkige was dadelijk een lijk. EEN WAARSCHUWING. Afgaande op het medelijden der menschen met het treurig drama, dat voor een paar weken in de Zuidei- zee is afgespeeld, maken enkele individuen misbruik van den oproep in de dagbladen gedaan ten behoeve der nagelaten betrekkingen door den heer J. H. Berg- mann, secretaris van de Schippersvereniging „Schut- tev-aer". Zij laten, een lijst circuleeren, voorzien van bekende namen op philanthropisch gebied, waarop gpoote bedragen geteekend zijn en de handteekeningen juist nagemaakt. Toevallig werd dit feit ontdekt, doordat een inwoner van Weesp de lijst met een bedrag van 25 gulden rechtstreeks naar Amsterdam stuurde met de bemer king, dat het geld liever per post gezonden werd dan aan loopers medegegeven. Door dezen verstandigen en voorzichtigen maatregel is de oplichting ontdekt. Men zij dus gewaarschuwd voor dergelijke praktijken. Volgens de recherche zijn het vermoedelijk nieuwe trucs van bij den handel bekende oplichters. Ten overvloede zij nog medegedeeld, dat. voor boven genoemd doel geen lijsten zijn rondgezonden. NoordseliarwomJo. De Vooruitstrevend Liberale Kiesvereeniging alhier heeft candidaat gesteld voor den gemeenteraad (vaoa- ture-Opperdoes) den heer K. Opperdoes, zoon van den overleden wethouder. /.niducharnomle. Gisteren is te Zuidscharwoude de koslelooze cursus in handwerken voor on- en minvermogenden geopend met aanvankelijk 19 leerlingen. De dames N. Buurs en L. A. Greidanus, beide onderwijzeressen aldaar, ge ven de lessen. De deelneemsters verbinden zich, des winters de herhalingsschool te bezoeken. De cursus is ingesteld door de afdeeling Heerhugowaard en Om streken van den Bond van Ned. Onderwijzers. OOK EEN FEESTELIJKHEID Waar hel aankomt op feestvieren, moeten de kleine gemeenten natuurlijk ver achterblijven bij de groote sleden, maar lodi heeft men in het dorpje Kapelie (Zuid-Beveland) kans gezien een nummer op het feest programma te brengen, dat werkelijk treffend is van j originaliteit. Na een kerkdienst en een schoolfeest, zal' ér lus- j schen een zeventigtal jongens een wedstrijd worden gehouden, wie het:snelst een pijp kan iiilrooken. i Of de dag voor de aam dezen, wedstrijd, deelne- mende jongens ook een feestdag zal wezen, en of het advies van de dorpspaedagogen is gevraagd, Ls on bekend. Hel zou intusscheti wel aanbeveling ve-rdkiiiem,, bij i dit feest een geneeskundigen dienst te organiseeren. PAPIER GENOEG. Blijkens een publicatie in de Slaats-Coupmt zal de levering van papier, benoodigd voor de 9e volkstelling worden aanbesteed. Daarvoor is maai- eventjes noodig: 340.000 vellen liehl-geel kaartpapier; 350.000 wit 8.700 wit 7.700 grijs 18.000 oranje 17.000 lichtrose 350.000 linnenpapier 175.000 gewoon papier van de kleur van hel linnenpapier. Elk vel kaarlpapier moet eene lengte van 78 en eene breedte van 65 c.M. hebben, elk vef linnen- en gewoon papier eene lengte van 88 en eene breedte van 57 c.M» Zoo ook over een wijziging vaii welke zonder stemming went De heer v DEVENTER gorde /l,Ul jau alb ver. dediger van den majoor POSNO d.e zoo en onrechtvaardig in Indiü beimndildHnwwel, Vol. geus den heer v. Deventer een m allo opzichten z,0|. (bekwaam officier, gesierd mei „moed Inlud en ti()u^, I wiens lijver, plichtsbetrachting en bekwaamheid le wen schen overlaten, werd hij toch voor een h0o% oer -commando gepasseerd en moest ten s o o J' V1 I I I I.. ,,,Yf I-I II Dill L eer -commaiuio neuiissiW^ tlcit dienst verlaten. Als minderheid dringt hij op eer-l10r. stel aan en hoopt dat de minister zal erkennen, hier wetsschennis heeft plaats gehad. Morgen is de minister aan net woont. KONINKLIJKE DANKBETUIGING. Bil den Burgemeester onzer Gemeente is van II. M de Koningin ©ene telegrafische dankbetuiging onlvan. gen op het telegram van gelukwensch, Haar door den Burgemeester gezonden. De dankbetuiging luidt: „Hare Majesteit de Koningin laat U allen danken „voor gelukwenschen. Adjudant SCHIMMELPENNINCK." I HARMONIE-JUBILEUM. De Harmonie doet van haar kant alles om haar aandeel in het muzikale gedeelte van haar leest wél Ic doen slagen. Behalve haar vaste repetitie-avond be gint ze nu ook al te repeteeren met de zangverecni- gingen te Schagen en te Schagerbrug, die de cantate in studie hebben genomen, op de repetilie-avonden van deze vereenigingen. Dinsdag n.s. wordt in bel ,V-H. Koffiehuis alhier een gezamenlijke repetitie gehouden van alle drie ter kennismaking. Daarna gaal onze Harmonie met lessenaars en instrumenten en Eupho- nianen naar Schagerbrug om later weer op een Vrij dag de Euphonia's in de gelegenheid le stellen in liet N.H. Koffiehuis alhier bij haar te komert repeleeren. Waar zulk een ijver beloond wordt, kan liet niet uitblijven of de Cantate zal een succesnummer yan het feest worden. SC IIAGEit KAASMARKT. Woensdag 12 Moi 1909. Aangevoerd waren 14 stapels Kleine Kaas. Hoogste- prijs f 26.50. at. Middelb. kaas, f - Aan gewicht 4650 K.G. naar waarnemingen verricht in den morgen van 12 MEI, medegedeeld door het Koninklijk Nederlandsch Meteo rologisch Instituut te De Bilt. In het algemeen lieeft de verwachting betrekking op. een tijdperk van 24 uur, loopende van den avond van den dag waarop deze werd uitgesproken tot den avond van den volgenden dag. Bij bewolking en temperatuur wordt echter hoofd zakelijk op den volgenden dag bedoeld. OVERZICHT. In het gebied van de waarneming is de hoogste be kende stand van den barometer 774.7 te Seydisfjord. De laagste stand van den barometer Ls 756.7 m.M, te Skuddesneas.. VERWACHTING. Zwakke tot matige Zuidwestelijke tot Noordweste lijke wind. Gedeeltelijke bewolking. Kans op regen in het Noorden. Zélfde temperatuur. Zitting van 11 Mei 1909. De bespreking van het Schoolverslag, welke was uitgesteld, omdat er blijkbaar nog al belangstelling voor j bestond, liep vrijwel op niets uit en we kunnen er gevoegelijk over zwijgen. DE POST- EN TELEGRAAFAMBTENAREN TE PARIJiS STAKEN. PARIJS, 11 Mei. Hedenavond 7 uur heeft de Bond van postambtenaren het bevel tot staken uitgevaar digd. De spoorwegpostambtenaren aan de stations te Lyon ®n St. Nazaire hebben het werk neergelegd. De sprekers deelden mede dat er een meeting zal wor den gehouden. Geen enkele brief mag morgen te Pa rijs bezorgd worden, zeiden zij verder. Op het centrale telegraafbureau wordt slechts ge werkt o-m de stakingsbevelen over te brengen. Volgens een telegram uit St.. Nazatre aan de In- transignant hebben de bij de marine ingeschrevenen geweigerd 500 zakken, de briefwisseling voor Midden- Amerika en de Antillen vormende, aan boord te bren gen. De geheele zending gaat naar Parijs terug. Een nieuwe zwendelarij op het gebied der Zuivelin dustrie, He-t Maandblad tegen de Vervalschingen schrijft: ,Wii ontvingen voor eenigen tijd het bezoek van een zuivelfabrtkant, die een aanbieding had ontvan- „U ziet de zaak veel te donker in, niemand zal een aanklacht -tegen u instellen." „Dat is evenwel reeds gedaan, en vanmorgen is mij de ar van kennis gedaan," zeide Kalsbach, terwijl hij driftig opstond. „BeoordeeL mij niet verkeerd, het is niet de eerste maal in mijn ieven, dat ik hen aange klaagd, maar tot nu toe ben ik steeds zegevi-erend uit -het strijdperk getreden, ditmaal treft mij dit des te erger, want het is mijn eigen broer, die de aanklacht bij den rechter van instructie heeft ingediend." „De overste?" riep Hermann uit. Kalsbach knikte bevestigend, terwijl hij het vertrek op en neder liep. „Hier is de aanklacht lees!" zeide hij toen, terwijl hij zijn zoon een dichtgevouwen brief overhandigde. „In mijn woorden, dat de meerderen een verwijt treft voor de misstappen van hunne ondergeschikten en dat een zorgvuldige bewaking zulke gevallen als deze mis handeling had kunnen voorkomen, wordt een beleediging gezocht. Ik beschuldig daardoor de meerderen van het verzaken van bun plicht. Verder wordt het woord mis handeling gekenschetst als een beleedigend en onwaar woord daar hier hoogstens sprake kan zijn van een te ver gedreven dienstijver." I Hermann had de aanklacht gelezen en een vurig rood bedekte zijn wangen. „Vader, laat mij u verdedigen!" riep de jonge man opgewonden uit. Over het gelaat van Kalsbach gleed een tevreden lachje. i „Hermann je weet, dat ik in advocaat Richter een zeer ervaren rechtsgeleerde bezit," antwoordde hij. „Hij heeft mij menigen dienst reeds bewezen en ik zou hem niet gaarne beleedigen, door in dit geval zijn bijstand niet in te roepen." „11c zelf zal hem vragen, of hij mij de verdediging van u wil overlaten." „Vergeet niet, dat zijn rijke ervaring, zijn uitge breide kennis, zijn onwrikbare kalmte, hem reeds me nige overwinning deden behalen. Heim ontgaat niet de minste zwakheid van de tegenpartij." „Vader, hier is van geen beteekenis de grootste er varing zelfs en de meest uitgebreide rechtskennis. De zaak is zeer eenvoudig. Het komt er alleen maar op aan de feiten goed voor te stellen, het juiste licht te laten vallen op de abnormale toestanden van ons leger en dat kan Richter niet zoo goed als ik, want hij is geen soldaat geweest. Ik ken luitenant Schoenrock, weet hoe opvliegend hij is en dat Jiij voor niets terug deinst, omdat hij alles met zijn geld dénkt te kunnen overwinnen. Zoo warm als Ik, kan niemand u verdedi gen. Ik wil gaarne, als u het verlangt, alles vooraf met Richter hespreken." „Goed, laat (het dan maar zoo gebeuren," zeide Kals- bach. „ik zal je toonen hoe volkomen ik je vertrouw. derT v™°°ral „Ve™ek lk 3e' stel Iliet '"ij" persoon op den voorgrond, maar alleen de zaak. De straf zou mij at heel onverschillig zijn-, wanneer die de zaak niet juist schaadde. Word ik voroordeeld, dan zullen mijn tegenstanders het zoo voorstellen, alsof het gebeurde niet eens waar is. Stel u goed op de hoogte van de feiten, opdat niet het -geringste je aandacht ontgaat, want wij moeten glashelder de waarheid bewijzen." „Ik zal niets verzuimen," antwoordde: Hermann. „Ik weet immers hoeveel e-r voor u v-an de uitspraak af hangt ik h-oop dat u over mij tevreden zult zijn." HOOFDSTUK XI. Niemand had zich meer verheugd over het artikel in de courant dan de schilder Kalinka. Op slimme wijze verstond hij de kunst om de opgewonden stemming nog wat op te schroeven. Nu achtte hij Schoenrock niet meer gevaarlijk, want hij kende den trots_ van de ba rones. Deze kon onmogelijk nog langer belangstellen in een luitenant,, die gedwongen, was zijn ontslag te nemen en zich het misnoegen en de afkeuring v-an de geheele stad op den hals had gehaald. Met een gevoel van veel dichter tot zijn doel gena derd te zijn, omdat zijn medeminnaar op zij gedrongen was, bracht hij een bezoek aan de barones. Oharlotte von Ortho ontving hem vriendelijk maar koel. He-t ontging den schilder niet, dat zij zeer ge jaagd was, maar dit achter een voorgewende bedaard heid trachtte te verbergen. Om haar fijn besneden mond speelde zoo nu en dan een spottend lachje, haar slanke vingers speelden zenuwachtig met haar waaier. ,Wait zult u doen, om uw vriend den luitenant in, bescherming te nemen?" vroeg zij, toen Kalinka tegen over haar had plaats genomen. De schilder had deze vraag niet verwacht, hij werd er door overvallen en haalde langzaam de schouders op, om zoodoende tijd te vinden wat te kunnen be denken. „Hebt u het artikel in de courant gelezen?" vroeg hij. „Zeker." „Ik ben met Schoenrock bekend," antwoordde, de schilder, „maar onder vrifendschap versta ik een wat warmer verhouding, dan er tusschen ons bestond. Maar al was ik zijn vriend, dan nog zou ik niemen dal kunnen doen, om zijn handelingen in bescherming te nemen." „U houdt dus die beschuldigingen voor waar?" „Ja de luitenant bestrijdt die immers zelf ook niet." De barones sloeg met haar waaier driftig in haar hand, zonder dat dit haar de minste pijn scheen te doen. „Ik ben er van overtuigd, dat alles zeer overdreven is. In elk geval wordt er aan het gebeurde een groo- ter beteekenis gegeven dan noodig is. Wij zijn er al reeds aan gewoon geraakt dat Schoenrock in alles wat te ver gaat. Ik beschouw deze daad meer als liet ge volg van zijn temperament." „Waardoor dan toch maar het leven, of op zijn minst de gezondheid van een veelbelovend jong man is verwoest," zeide de schilder. „Dat is wel mogelijk. Maar hecht u zooveel waarde aan het leven van een mensch? In een oorlog wordt niet eens gelet op het leven van duizenden," „Dat is een treurige noodzakelijkheid, hier was bet een gewone oefening op het exercitieterrein." „Deze oefeningen worden toch gehouden met het oog op den oorlog. Wordt er bijv. bij een groote leger- manoeuvre wat om gegeven of een aantal ruiters van hun paard vallen' en zich geducht bezeeren of er het leven bij inschieten?" „Dat zijn ongelukkige voorvallen waar niemand eenige schuld aan heeft." „U gelooft dus, dat het het zoeken v-an dein luite nant is geweest, om den jongen man zoo ver te pijni gen tot dat hij er tenslotte bewusteloos bij neerstortte en het tot een bloedspuwing moest komen, wat de luitenant eveinwel volgens mijn meening niet kon voor zien." „Dat geloof ik ook niet," zeide Kalinka. Hij begreep de barones ntet, het was hem onverklaarbaar» hoe zü nu nog Schoenrock in bescherming kon nemen. „Dus ook hier een ongelukkig toeval," ging de ba rones voort. „Ik schijn u misschien gevoelloos toe, doch ik ben het toch niet; ik kan evenwel niet treuren om het lot van enkele -menschen, die ik niet eens ken. Dan zou ik onafgebroken moeten klagen, want dage lijks komen er zoovele menschen o-m, hetzij op zee, hetzij door een ander ongeluk! Misschien treft mÜ vandaag ook nog een ongeluk! en lk verlang niet dat iemand ter wereld zich daarover moeilijk zal ma ken." „Ook uw vrienden niet?" vroeg de schilder. „Heb ik dan vrienden?" vroeg de barones, terwijl voor zich heenkeek, alsof zij de vraag tot zichzelf richtte. ,Ik ben niet dwaas genoeg, om ieder die mij ket hof maakt voor mijn vriend te houden." „Een vriend op wiens trouw ge u kunt verlateD, bezit ge!" „Wien?" vroeg de schoone vrouw, terwijl zij deB schilder ln de oogen keek. „Moet ik u zijn naam noemen?" vroeg Kalinka ver wijtend. „Kalinka uw trouw moet nog bewezen worden," 9 L „Welnu stel me dan op de proef. Geef me de 1 gelegenheid het u te bewijzen." I „Ik twijfel zelfs aan het bestaan van de vriendschap-1 ik zie er een ideaal in, dat niet te bereiken isWrieth1 I schap elscht steeds opoffering en wij allen zijn egotsf ten. Die vriendschap tusschen man en vrouw is 0 liefde, of beleefdheid méér niet. Wij noemen hon derden menschen vriend, omdat het beter klinkt, da11 beende of kennis. Wordt verVolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 2