PI!
Plaatse
Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Tweede Kamer.
dus f 77.23r'.
Volgt bestuursverkiezing. De voorzitter de heer J.
v. d. Stok moest in 1909 aftreden en is niet her
kiesbaar. In zijne plaats wordt als bestuurslid gekozen
de heer A. Visser, die de benoeming aanneemt. Voor
de vacature J. de Vries Az., vroeger Hoofd der school
te .Moerbeek, die in 1912 moest aftreden, wordt be
noemd de heer Ds. 1 laars, die eveneens aanneemt.
Daarna vindt benoeming plaats van eene commissie
tot het nazien der rekening voor 't volgende jaar.
De heeren J. Goet, G. Butler en D. Koorn worden
benoemd en nemen 't aan.
De vraag wordt nu gesteld of schoolfeest gehouden
zal worden.
Bij acclamatie aangenomen.
Op voorsteL van den heer J. Kuilman de penning
meester, wordt met het oog op den slechten toestand
van de kas tot een eenvoudig schoolfeest besloten, be
staande in een rijtoer naar SchoorL en Bergen.
Dit voorstel bij acclamatie aangenomen.
Woensdag 9 Juni wordt voor 't houden van 'tscliool-
fecbepaald.
De aftredende Voorzitter wil tol sluiting der ver
gadering overgaan. Alvorens dat geschiedt, brengt Ds.
Haars hartelijke woorden van dank aan den schei
denden voorzitter, den hoer Van der Stok. Na afloop
der vergadering benoemde het bestuur den heer Ds.
lfa?"s als voorzitter..
SPOORWEGDRUKTE.
Aan de stations, vooral aan het Hollandsehe spoor
wegstation te 's-Gravenhage heersehlc Maandag, ter ge-
tegenheid der 'Prinsessefeesten een ongekende drukle.
Naar Rotterdam en ook in de richting van Amsterdam
reden Üe treinen voortdurend af en aan. Voel extra
materiaal was in dienst gesteld. Doch wat baatten die
honderden waggons tegenover den steeds krachtiger j
aanzwellendcn stroom van feestgangers, die, toen het
later in den avond werd ,naar hun haardsteden wil-
den terugkeeren. Ten einde te groot gedrang op per-
rons te voorkomen, werd de menigte slechts bij groep
jes toegelaten, zoodat bet aantal' der buiten wachten
den steeds aangroeide, en die file over hetStations
plein tot een eindweegs op den Stationsweg geschaard
stond. Maar wat nood, de feeststemming bleef er ook
in. waartoe een paar rondreizende muziekkorpsen liet
hunne bijdroegen.
Tegen tweeën vertrok de laatste trein naar Rotter
dam. Toen waren en kwamen er nog steeds andere
feestgangers opdagen, maai- 't was nu genoeg, er kwam
anders toch geen einde aan.
EEN RAADSELACHTIG GEVAL.
Zondagnacht omstreeks half een hooiden de reizi
gers in eens afdeeling 3 e klasse van den laats ton trein
van Rotterdam naar Dordrecht tusschen de stations
Barendrccht en Zwijndrecht een vrouw gillen. Ver
moedende dat die gil uit den damescoupé van den
zelfden wagg'on kwam ,stak een der passagiers het
hoofd uit het portier en zag de deur van die afdee
ling open staan. Op zijn roepen keek daar een dame
naar buiten ,-die vertelde, dat even te voren een heer.
dien zij hij name kende, langs de treeplank naar haat-
coupé was gekomen, de deur had geopend en haar
te lijf wilide. Zij had getracht de noodrem over te
halen, maar de indringer had haar dat belet. De-angst
had haar kracht gegeven en met een Binken duw had
zij hem uit den trein gestooten, zoodat hij waarschijn
lijk op den weg was gevallen. Ook de deur van den
coupé van het rijtuig, waarin de indringer had ge
zeten. stond nog open. Te Zwijndrecht werd van hei
geval mededeeling gedaan aan den hoofdconducteur,
die terstond een onderzoek instelde, en in den coupé
van den verdwenen passagier nog een jongmensch aan
trof, die den hoed en wandelstok van zijn vriend in
bezit had. maar weigerde zijn naam op te geven en
den conducteur zelfs dreigde te lijf te gaan, van welke
feiten ideze door den stationschef proces-verbaal lief
opmaken. Bedoelde persoon kon echter met den trein
de reis naar Dordt voortzetten. Do verdwenen passa
gier is later te voet naar Dordt teruggekeerd.
Hij beweerde, in den trein in slaap t© zijn geval
len en ter hoogte van het voormalig station Pieterman 1
van hel fluiten der machine wakker geschrikt en uil
den trein gevallen te zijn. Hij had echter nog tijd
gehad op de treeplank te springen en was zoo een j
eindweegs meegereden, maar opnieuw er afgevallen,
waarbij hij zich eènigszins aan de hand bezeerd had. j
Toen was hij genoodzaakt te voet naar Zwijndrecht j
te gaan. van waar hij omstreeks half 2 te Dordt terug
keerde. Vreemd mag het zeker heeten, dat zijn vriend
geen aanleiding heeft gevonden om den trein lot staan
te brengen, toen liij zijn vriend er uit zag vallen.
Welke lezing hier de ware is, zal het onderzoek
moeien uitmaken. (Dordt. Cl.")
DOOD.
Dinsdagmorgen is het 2-jarig zoontje van den heer
K. uit de 1ste Oosterparkstraat 67 te Amsterdam,
Öat voor zijn huis stond te spelen door een bierbrou-
werskar van „De Amstel" over het hoofd gereden
en onmiddellijk naar het O. L. V. Gasthuis gebracht
waar hij bij aankomst reeds bleek te zijn overleden.
Vandaar werd het ongelukkige knaapje naar zijn wo
ning teruggebracht.
Feuilleton.
SoIdaten«eer.
18.
Vroeger dan gewoonlijk keerde Hermann van zijn
verloofde terug naar huis. Den volgenden dag ontweek
hij zijn vader zooveel mogelijk, want hij zou niet in
staat geweest 'zijn, hem te verbergen wat er' in zijn
binnenste omging.
Een dag later kwam zijn vader zelf bij hem in de
kamer. Hij was kalm en vriendelijk als altijd, maar
zijn gelaat was bleeker dan gewoonlijk.
„Is u niet wel?" vroeg Hermann bezorgd.
„Wel zeker," antwoordde Kalsbach lachende. „Je
weet dat mijn lichaam zeer sterk is, en veel kan ver
dragen- Maar mijn jongen, ik heb het een en ander
met je te bespreken. Ik kom je oordeel als jurist
vragen. Zet nu alle andere gevoelens eens ter zijde
en onderzoek nu eens zeer objectief datgene, wat ik
je nu ga vertellen. Geloof jij, dat mijn artikel, dat ik
over die zaak van Bruno heb geschreven, iets beleedi-
gends en strafbaars bevat? Lees het nu eens bedaard
over hier is het."
Hij gaf zijn zoon de courant.
Hermann las het artikel nog eens langzaam over,
elk woord nauwkeurig overwegend.
„Volgens mijn overtuiging bevat het artikel niets
beleedlgends, noch formeel, noch zakelijk," antwoordde
hij.
„Het zal natuurlijk in zekere kringen veel ergernis
verwekken, omdat, u een feit wereldkundig hebt ge
maakt. dat men gaarne had willen doodzwijgen, maar u
hebt dit gedaan op een zeer kalme en zakelijke manier
er waar u er een berispend oordeel aan toevoegt,
doet u het om de belangen van duizenden te bescher
men, en dat is de plicht van u als vertegenwoordiger
van de pers. Dat is mijn meening."
„Dat is ook mijn meening geweest," merkte Kals
bach lachend op. „Maar je hebt het zeer voorzichtig
gezegd: naar jouw meening. Je neemt dus ook de ver
onderstelling aan, dat andere menschen er ook een
andere meoning op kunnen nahouden?"
„Natuurlijk."
„Dat er dus op grond van bestaande wetten er uit
dit artikel een beleediging is te zoeken?"
wet 01' liev0r de uitleg van de wet is zeer
^eh^Tti Sn.""'61 redeU
„lkVheb*h^arttkeHmAt° antwoo>'ddc Kalsbach.
en zal ieder woord vollen naam onderteekend
zou mijzelf weinig t^Taar^e^6'^'wfl
dienen, zou het schaden, wanneer ik veroordeeld werd"
BLOEDVERGIFTIGING.
Zaterdag slachtte de slager C. v. d. L. te uit
Gastel een rund, dat. was aangetast door miltvuur.
Door een wondje in het gezicht on 1 vreese-
giftiging bij den man, zoodat gezicht
IUDe°PsZlSr "is gisterenavond aan de gevolgen over
leden.
EEN ONGELUK MET AFLOOP.
De heer S. te Laren (N.-H.) schrijft aan de N. R.
Het gebeurde gisteravond omstreeks half tien.
Met le lichtelijk beruchte Gooische stoomtram keer
de ik, als eenig passagier, van Hilversum naar het
lipfliik land van Mauve.
Trachtende bij het walmende olielampje n krant
je te lezen, was ik juist bezig m n oogente be
derven toen de tram met 'n krachtig gesehok, mid
den op den weg, plotseling, bleet' staan.
Machinist en stoker sprongen van de machine en,
doodsbleek onder hun zwart masker, riepen zij den
conducteur toe: ,,'n man angereje!
De conducteur was onmiddellijk buiten liet rijtuig
en ik volgde hem.
In het half duister zagen wij, op een afstand van
-ongeveer dertig meter, ter zijde van de rails een
ïnenschelijk lichaam liggen en 'n paar meter verder,
tusschen de spoorstaven, een been.
't Was een afschuwelijk gezicht. De maan kwam
nieuwsgierig door de dreigende donkere wolken glu
ten en belichtte het griezelige tooneel.
We traden nader. De getroffene bleek een schamel
gekleed mail van middelbaren leeftijd te zijn. Hij
lag- op z'n rug, onbewegelijk, blootshoofds, de oogen
gesloten, 'n Rimpelige kop, door- zon en wind gebruind,
'n grijzende knevel, dik en krullend hoofdhaar. Type
chemineau, kon 'n broer van Jean Richepin zijn. Een
knoestige stok en 'n slappe, breedgerande, zwarte
vilthoed, lagen op korten afstand bij hem. Teekenen
van leven gaf hij niet. 'n Dun straaltje bloed siepelde
uit een schaafwond aan den linkerkant van z'n onder-
kaak en toen we z'n hoofd een weinig optilden, zagen
wij den ruigen haardos aan het achterhoofd met don-
kerrood bloed doordrenkt. Zijn rechterbeen was on-
geschonden, het linkerbeen bij de knie afgesneden.
Meer uitwendig letsel was niet waar te nemen.
„Ja," mompelde de onthutste machinist, als om
'zich te verontschuldigen, ,,'k zag 'm erg besthij j
liep behoorlijk langs den wegmaar vlakbij slin-
gerde-d-ie op eens teuge de machinezelf is-t-ie
der teugenop geloopeen dan vroeg hij dof: „zou-
die dood zijn?"
Met 'n „dat zal 'k 'ns kijken" boog ik me over
den verminkte neer, de drie trammenschen ademloos
rond me. 't Onderzoek duurde niet lang en mijn diag
nose luidde: „Hij ademt flink en z'n adem geurt sterk
naar geestrijke dranken.' Het trampersoneel heradem
de en, met de zekerheid geen reddeloos cadaver voor
me te hebben, zette, ik, nu bijgelicht door een der
lantaarns van de locomotief, kalmer en nauwkeuriger i
m'n onderzoek voort.
Huiverend bracht ik m'n hand naar het akelig
stompje linkerbeen en toen eerst viel het mij op,
dat uit het gerafelde, met stof en zand bedekte eindje
broekspijp geen bloed stroomde. Onwillekeurig dwaal
den mijn blikken naar het afgereden been en plotse
ling, als voelde ik mij het slachtoffer eens Koepenieker
listelings, snauwde ik, tot verbazing der tramlieden:
,,'t Is verdraaid 'n houten poot"'
En zoo was het. De delinquent had z'n houten
been laten afrijden. We hebben hem in de tram ge
laden en naar Hilversum getransporteerd. Onder het
transport kwam hij wat bij en bazelde zielig: ,,'k ben
toch zoo'n ongelukkige man en 'k heb nog nooit iemand
kwaad gedaan"
Dan hebben wij hem aarf het station neergelegd en
'n brancard gerequireerd. ('k Zal vandaag eens aan
't ziekenhuis naar hem inform-eeren.) En toen ik
gisteren voor de tweede maal naar huis reed, dacht
ik zoo hij mijn eigen: Waarlijk, er is een God voer
dronken menschen.
DIEFSTAL VAN DIAMANTEN.
De juweliersfirma Asscher te Amsterdam kon sinds,
enkele weken constateeren, dat zij In haar zaak be
stolen werd, maar slaagde er niet in de diefstallen te
ontdekken. Het aantal in bewerking gegeven diaman
ten bleef wel aanwezig, maar uit de gewichtsverminde
ring van het totaal geslepen product kon de diefstal
worden afgeleid. Toen bracht een onverwachtsche con
trole de ontdekking. Het personeel doet voor het vér-
laten der fabriek de in bewerking zijnde diamanten
in bakken en deze worden des nachts in de kluis
opgeborgen. Zaterdag, toen het personeel afwezig was,
zijn de firmanten den inhoud van die bakken eens
gaan controleeretn. Daarbij werd geconstateerd, dat vier
diamantsnijdsters de steentjes, welke zij onderhanden
hadden, niet in de hakken opgeborgen maar blijkbaar
mede naar huis genomen hadden.
Een voortgezet onderzoek bracht hiervan Zondag
de bevestiging. De diamanten werden medegenomen
en geruild voor kleinere steenen of voor steenen van
mindere qualiteiten. Zoo is de firma over een groot
tijdsverloop voor een aanzienlijk bedrag bestolen. Een
diamantsnijdster bekende haar schandelijke diefbt^
de anderen hielden haar onschuld vol, maai konden
geen afdoende reden opgeven, waarom zij de dlama
ten mee naar huis namen en tiaar werk niet 111
was.
Alle vier zijn op staand en voet ontslagen.
WEGGELOOPEN.
De 'politie te Hilversum heeft een 17-jarigen jongen
aangehouden, die heimelijk uit het Weeshuis te Den
Helder weggeloopen was. De knaap had in Den He -
der een rijwiel gehuurd, was er mee naar Hilversum
gepeddeld en had het daar verkocht. Hij is woei
naar Den Helder teruggebracht.
ONGELUK AAN BOORD.
Aan boord van den steenkolentranshordeur „Pluto
van het Steenkolensyndicaat, liggende naast het 8$.
„Nordland" in de Rijnhaven te Rotterdam, stond de
18-jarige stoker Van E. in de machinekamer op den
transportband. Doordat deze plotseling doorschoot, viel
hij met het hoofd tusschen den band en een rad;
liet hoofd werd letterlijk afgeknepen. De ongelukkige
was dadelijk een lijk.
EEN WAARSCHUWING.
Afgaande op het medelijden der menschen met het
treurig drama, dat voor een paar weken in de Zuidei-
zee is afgespeeld, maken enkele individuen misbruik
van den oproep in de dagbladen gedaan ten behoeve
der nagelaten betrekkingen door den heer J. H. Berg-
mann, secretaris van de Schippersvereniging „Schut-
tev-aer". Zij laten, een lijst circuleeren, voorzien van
bekende namen op philanthropisch gebied, waarop
gpoote bedragen geteekend zijn en de handteekeningen
juist nagemaakt.
Toevallig werd dit feit ontdekt, doordat een inwoner
van Weesp de lijst met een bedrag van 25 gulden
rechtstreeks naar Amsterdam stuurde met de bemer
king, dat het geld liever per post gezonden werd dan
aan loopers medegegeven. Door dezen verstandigen
en voorzichtigen maatregel is de oplichting ontdekt.
Men zij dus gewaarschuwd voor dergelijke praktijken.
Volgens de recherche zijn het vermoedelijk nieuwe
trucs van bij den handel bekende oplichters.
Ten overvloede zij nog medegedeeld, dat. voor boven
genoemd doel geen lijsten zijn rondgezonden.
NoordseliarwomJo.
De Vooruitstrevend Liberale Kiesvereeniging alhier
heeft candidaat gesteld voor den gemeenteraad (vaoa-
ture-Opperdoes) den heer K. Opperdoes, zoon van den
overleden wethouder.
/.niducharnomle.
Gisteren is te Zuidscharwoude de koslelooze cursus
in handwerken voor on- en minvermogenden geopend
met aanvankelijk 19 leerlingen. De dames N. Buurs
en L. A. Greidanus, beide onderwijzeressen aldaar, ge
ven de lessen. De deelneemsters verbinden zich, des
winters de herhalingsschool te bezoeken. De cursus
is ingesteld door de afdeeling Heerhugowaard en Om
streken van den Bond van Ned. Onderwijzers.
OOK EEN FEESTELIJKHEID
Waar hel aankomt op feestvieren, moeten de kleine
gemeenten natuurlijk ver achterblijven bij de groote
sleden, maar lodi heeft men in het dorpje Kapelie
(Zuid-Beveland) kans gezien een nummer op het feest
programma te brengen, dat werkelijk treffend is van j
originaliteit.
Na een kerkdienst en een schoolfeest, zal' ér lus- j
schen een zeventigtal jongens een wedstrijd worden
gehouden, wie het:snelst een pijp kan iiilrooken. i
Of de dag voor de aam dezen, wedstrijd, deelne-
mende jongens ook een feestdag zal wezen, en of
het advies van de dorpspaedagogen is gevraagd, Ls on
bekend.
Hel zou intusscheti wel aanbeveling ve-rdkiiiem,, bij i
dit feest een geneeskundigen dienst te organiseeren.
PAPIER GENOEG.
Blijkens een publicatie in de Slaats-Coupmt zal de
levering van papier, benoodigd voor de 9e volkstelling
worden aanbesteed. Daarvoor is maai- eventjes noodig:
340.000 vellen liehl-geel kaartpapier;
350.000 wit
8.700 wit
7.700 grijs
18.000 oranje
17.000 lichtrose
350.000 linnenpapier
175.000 gewoon papier van de kleur van hel
linnenpapier.
Elk vel kaarlpapier moet eene lengte van 78 en
eene breedte van 65 c.M. hebben, elk vef linnen- en
gewoon papier eene lengte van 88 en eene breedte
van 57 c.M»
Zoo ook over een wijziging vaii
welke zonder stemming went
De heer v DEVENTER gorde /l,Ul jau alb ver.
dediger van den majoor POSNO d.e zoo
en onrechtvaardig in Indiü beimndildHnwwel, Vol.
geus den heer v. Deventer een m allo opzichten z,0|.
(bekwaam officier, gesierd mei „moed Inlud en ti()u^,
I wiens lijver, plichtsbetrachting en bekwaamheid
le wen schen overlaten, werd hij toch voor een h0o%
oer -commando gepasseerd en moest ten s o o
J' V1 I I I I.. ,,,Yf I-I II Dill L
eer -commaiuio neuiissiW^ tlcit
dienst verlaten. Als minderheid dringt hij op eer-l10r.
stel aan en hoopt dat de minister zal erkennen,
hier wetsschennis heeft plaats gehad.
Morgen is de minister aan net woont.
KONINKLIJKE DANKBETUIGING.
Bil den Burgemeester onzer Gemeente is van II. M
de Koningin ©ene telegrafische dankbetuiging onlvan.
gen op het telegram van gelukwensch, Haar door den
Burgemeester gezonden.
De dankbetuiging luidt:
„Hare Majesteit de Koningin laat U allen danken
„voor gelukwenschen.
Adjudant SCHIMMELPENNINCK." I
HARMONIE-JUBILEUM.
De Harmonie doet van haar kant alles om haar
aandeel in het muzikale gedeelte van haar leest wél
Ic doen slagen. Behalve haar vaste repetitie-avond be
gint ze nu ook al te repeteeren met de zangverecni-
gingen te Schagen en te Schagerbrug, die de cantate
in studie hebben genomen, op de repetilie-avonden van
deze vereenigingen. Dinsdag n.s. wordt in bel ,V-H.
Koffiehuis alhier een gezamenlijke repetitie gehouden
van alle drie ter kennismaking. Daarna gaal onze
Harmonie met lessenaars en instrumenten en Eupho-
nianen naar Schagerbrug om later weer op een Vrij
dag de Euphonia's in de gelegenheid le stellen in liet
N.H. Koffiehuis alhier bij haar te komert repeleeren.
Waar zulk een ijver beloond wordt, kan liet niet
uitblijven of de Cantate zal een succesnummer yan
het feest worden.
SC IIAGEit KAASMARKT.
Woensdag 12 Moi 1909.
Aangevoerd waren 14 stapels Kleine Kaas. Hoogste-
prijs f 26.50. at. Middelb. kaas, f - Aan gewicht
4650 K.G.
naar waarnemingen verricht in den morgen van
12 MEI,
medegedeeld door het Koninklijk Nederlandsch Meteo
rologisch Instituut te De Bilt.
In het algemeen lieeft de verwachting betrekking op.
een tijdperk van 24 uur, loopende van den avond van
den dag waarop deze werd uitgesproken tot den avond
van den volgenden dag.
Bij bewolking en temperatuur wordt echter hoofd
zakelijk op den volgenden dag bedoeld.
OVERZICHT.
In het gebied van de waarneming is de hoogste be
kende stand van den barometer 774.7 te Seydisfjord.
De laagste stand van den barometer Ls 756.7 m.M,
te Skuddesneas..
VERWACHTING.
Zwakke tot matige Zuidwestelijke tot Noordweste
lijke wind. Gedeeltelijke bewolking. Kans op regen in
het Noorden. Zélfde temperatuur.
Zitting van 11 Mei 1909.
De bespreking van het Schoolverslag, welke was
uitgesteld, omdat er blijkbaar nog al belangstelling voor j
bestond, liep vrijwel op niets uit en we kunnen er
gevoegelijk over zwijgen.
DE POST- EN TELEGRAAFAMBTENAREN TE
PARIJiS STAKEN.
PARIJS, 11 Mei. Hedenavond 7 uur heeft de Bond
van postambtenaren het bevel tot staken uitgevaar
digd. De spoorwegpostambtenaren aan de stations te
Lyon ®n St. Nazaire hebben het werk neergelegd. De
sprekers deelden mede dat er een meeting zal wor
den gehouden. Geen enkele brief mag morgen te Pa
rijs bezorgd worden, zeiden zij verder.
Op het centrale telegraafbureau wordt slechts ge
werkt o-m de stakingsbevelen over te brengen.
Volgens een telegram uit St.. Nazatre aan de In-
transignant hebben de bij de marine ingeschrevenen
geweigerd 500 zakken, de briefwisseling voor Midden-
Amerika en de Antillen vormende, aan boord te bren
gen. De geheele zending gaat naar Parijs terug.
Een nieuwe zwendelarij op het gebied der Zuivelin
dustrie,
He-t Maandblad tegen de Vervalschingen schrijft:
,Wii ontvingen voor eenigen tijd het bezoek van
een zuivelfabrtkant, die een aanbieding had ontvan-
„U ziet de zaak veel te donker in, niemand zal een
aanklacht -tegen u instellen."
„Dat is evenwel reeds gedaan, en vanmorgen is mij
de ar van kennis gedaan," zeide Kalsbach, terwijl hij
driftig opstond. „BeoordeeL mij niet verkeerd, het is
niet de eerste maal in mijn ieven, dat ik hen aange
klaagd, maar tot nu toe ben ik steeds zegevi-erend uit
-het strijdperk getreden, ditmaal treft mij dit des te
erger, want het is mijn eigen broer, die de aanklacht
bij den rechter van instructie heeft ingediend."
„De overste?" riep Hermann uit.
Kalsbach knikte bevestigend, terwijl hij het vertrek
op en neder liep.
„Hier is de aanklacht lees!" zeide hij toen, terwijl
hij zijn zoon een dichtgevouwen brief overhandigde.
„In mijn woorden, dat de meerderen een verwijt treft
voor de misstappen van hunne ondergeschikten en dat
een zorgvuldige bewaking zulke gevallen als deze mis
handeling had kunnen voorkomen, wordt een beleediging
gezocht. Ik beschuldig daardoor de meerderen van het
verzaken van bun plicht. Verder wordt het woord mis
handeling gekenschetst als een beleedigend en onwaar
woord daar hier hoogstens sprake kan zijn van een
te ver gedreven dienstijver." I
Hermann had de aanklacht gelezen en een vurig rood
bedekte zijn wangen.
„Vader, laat mij u verdedigen!" riep de jonge man
opgewonden uit.
Over het gelaat van Kalsbach gleed een tevreden
lachje. i
„Hermann je weet, dat ik in advocaat Richter
een zeer ervaren rechtsgeleerde bezit," antwoordde hij.
„Hij heeft mij menigen dienst reeds bewezen en ik
zou hem niet gaarne beleedigen, door in dit geval zijn
bijstand niet in te roepen."
„11c zelf zal hem vragen, of hij mij de verdediging
van u wil overlaten."
„Vergeet niet, dat zijn rijke ervaring, zijn uitge
breide kennis, zijn onwrikbare kalmte, hem reeds me
nige overwinning deden behalen. Heim ontgaat niet de
minste zwakheid van de tegenpartij."
„Vader, hier is van geen beteekenis de grootste er
varing zelfs en de meest uitgebreide rechtskennis. De
zaak is zeer eenvoudig. Het komt er alleen maar op
aan de feiten goed voor te stellen, het juiste licht te
laten vallen op de abnormale toestanden van ons leger
en dat kan Richter niet zoo goed als ik, want hij is
geen soldaat geweest. Ik ken luitenant Schoenrock,
weet hoe opvliegend hij is en dat Jiij voor niets terug
deinst, omdat hij alles met zijn geld dénkt te kunnen
overwinnen. Zoo warm als Ik, kan niemand u verdedi
gen. Ik wil gaarne, als u het verlangt, alles vooraf
met Richter hespreken."
„Goed, laat (het dan maar zoo gebeuren," zeide Kals-
bach. „ik zal je toonen hoe volkomen ik je vertrouw.
derT v™°°ral „Ve™ek lk 3e' stel Iliet '"ij" persoon op
den voorgrond, maar alleen de zaak. De straf zou mij
at heel onverschillig zijn-, wanneer die de zaak niet
juist schaadde. Word ik voroordeeld, dan zullen mijn
tegenstanders het zoo voorstellen, alsof het gebeurde
niet eens waar is. Stel u goed op de hoogte van de
feiten, opdat niet het -geringste je aandacht ontgaat,
want wij moeten glashelder de waarheid bewijzen."
„Ik zal niets verzuimen," antwoordde: Hermann. „Ik
weet immers hoeveel e-r voor u v-an de uitspraak af
hangt ik h-oop dat u over mij tevreden zult zijn."
HOOFDSTUK XI.
Niemand had zich meer verheugd over het artikel
in de courant dan de schilder Kalinka. Op slimme wijze
verstond hij de kunst om de opgewonden stemming
nog wat op te schroeven. Nu achtte hij Schoenrock niet
meer gevaarlijk, want hij kende den trots_ van de ba
rones. Deze kon onmogelijk nog langer belangstellen
in een luitenant,, die gedwongen, was zijn ontslag te
nemen en zich het misnoegen en de afkeuring v-an
de geheele stad op den hals had gehaald.
Met een gevoel van veel dichter tot zijn doel gena
derd te zijn, omdat zijn medeminnaar op zij gedrongen
was, bracht hij een bezoek aan de barones.
Oharlotte von Ortho ontving hem vriendelijk maar
koel. He-t ontging den schilder niet, dat zij zeer ge
jaagd was, maar dit achter een voorgewende bedaard
heid trachtte te verbergen. Om haar fijn besneden
mond speelde zoo nu en dan een spottend lachje, haar
slanke vingers speelden zenuwachtig met haar waaier.
,Wait zult u doen, om uw vriend den luitenant in,
bescherming te nemen?" vroeg zij, toen Kalinka tegen
over haar had plaats genomen.
De schilder had deze vraag niet verwacht, hij werd
er door overvallen en haalde langzaam de schouders
op, om zoodoende tijd te vinden wat te kunnen be
denken.
„Hebt u het artikel in de courant gelezen?" vroeg
hij.
„Zeker."
„Ik ben met Schoenrock bekend," antwoordde, de
schilder, „maar onder vrifendschap versta ik een wat
warmer verhouding, dan er tusschen ons bestond.
Maar al was ik zijn vriend, dan nog zou ik niemen
dal kunnen doen, om zijn handelingen in bescherming
te nemen."
„U houdt dus die beschuldigingen voor waar?"
„Ja de luitenant bestrijdt die immers zelf ook
niet."
De barones sloeg met haar waaier driftig in haar
hand, zonder dat dit haar de minste pijn scheen te
doen.
„Ik ben er van overtuigd, dat alles zeer overdreven
is. In elk geval wordt er aan het gebeurde een groo-
ter beteekenis gegeven dan noodig is. Wij zijn er al
reeds aan gewoon geraakt dat Schoenrock in alles wat
te ver gaat. Ik beschouw deze daad meer als liet ge
volg van zijn temperament."
„Waardoor dan toch maar het leven, of op zijn
minst de gezondheid van een veelbelovend jong man
is verwoest," zeide de schilder.
„Dat is wel mogelijk. Maar hecht u zooveel waarde
aan het leven van een mensch? In een oorlog wordt
niet eens gelet op het leven van duizenden,"
„Dat is een treurige noodzakelijkheid, hier was bet
een gewone oefening op het exercitieterrein."
„Deze oefeningen worden toch gehouden met het
oog op den oorlog. Wordt er bijv. bij een groote leger-
manoeuvre wat om gegeven of een aantal ruiters van
hun paard vallen' en zich geducht bezeeren of er het
leven bij inschieten?"
„Dat zijn ongelukkige voorvallen waar niemand eenige
schuld aan heeft."
„U gelooft dus, dat het het zoeken v-an dein luite
nant is geweest, om den jongen man zoo ver te pijni
gen tot dat hij er tenslotte bewusteloos bij neerstortte
en het tot een bloedspuwing moest komen, wat de
luitenant eveinwel volgens mijn meening niet kon voor
zien."
„Dat geloof ik ook niet," zeide Kalinka. Hij begreep
de barones ntet, het was hem onverklaarbaar» hoe zü
nu nog Schoenrock in bescherming kon nemen.
„Dus ook hier een ongelukkig toeval," ging de ba
rones voort. „Ik schijn u misschien gevoelloos toe, doch
ik ben het toch niet; ik kan evenwel niet treuren om
het lot van enkele -menschen, die ik niet eens ken.
Dan zou ik onafgebroken moeten klagen, want dage
lijks komen er zoovele menschen o-m, hetzij op zee,
hetzij door een ander ongeluk! Misschien treft mÜ
vandaag ook nog een ongeluk! en lk verlang niet
dat iemand ter wereld zich daarover moeilijk zal ma
ken."
„Ook uw vrienden niet?" vroeg de schilder.
„Heb ik dan vrienden?" vroeg de barones, terwijl
voor zich heenkeek, alsof zij de vraag tot zichzelf
richtte.
,Ik ben niet dwaas genoeg, om ieder die mij ket
hof maakt voor mijn vriend te houden."
„Een vriend op wiens trouw ge u kunt verlateD,
bezit ge!"
„Wien?" vroeg de schoone vrouw, terwijl zij deB
schilder ln de oogen keek.
„Moet ik u zijn naam noemen?" vroeg Kalinka ver
wijtend.
„Kalinka uw trouw moet nog bewezen worden," 9 L
„Welnu stel me dan op de proef. Geef me de 1
gelegenheid het u te bewijzen." I
„Ik twijfel zelfs aan het bestaan van de vriendschap-1
ik zie er een ideaal in, dat niet te bereiken isWrieth1 I
schap elscht steeds opoffering en wij allen zijn egotsf
ten. Die vriendschap tusschen man en vrouw is 0
liefde, of beleefdheid méér niet. Wij noemen hon
derden menschen vriend, omdat het beter klinkt, da11
beende of kennis.
Wordt verVolgd.