Soldaten-eer. Woensdag 2 Juni 1900. 53ste Jaargang. No. 451%. Biureau SCHAGEföi, Lasan O 4. INGEZONDEN. Binneiilandscb Nieuws. te OUDESLUIS. FEUILLETON. Hierna Nieuws- msp Maerteitie- LuMlil Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. luiere. Telephoon No. 2i). ISitfl evers TRAPMAN Cï©„ V&WiïSTMIiXm Pry's per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. ■HanRnMBHBUMBR Dit nummer bestaat uit een blad. BEKENDMAKINGEN. Gemeente SCHAGKN. o— Openbare vergadering van den Raad der gemeente SG1IAGEN, op Vrijdag 1 Juni 1909. des namiddags ten acht uur. Punten van behandeling zijn: 1. Ingekomen stukken. 2. Aanbieding gemeenteverslag. 3. Benoeming stembureau; en hetgeen verder zal worden voorgedragen. Schagen, 1 Juni 1909. De Burgemeester, H. J. POT. een tijdperk dat aller belangstelling gaande maakte, haar meerderheid rechts was. Nooit nog heeft een geworden door de antithese van den grooten man, si .'tHrt» mSh^e^Mpnat«??1?is*erle. 200 moell«k geregeerd. En al had dit mi- die ons volk had gedeeld in twee kampen, er werd h L Cj ir n ir i Ut,tene niemendal uitgericht dan nog mocht het daar- een strijd gestreden tusschen geloof en ongeloof, zoo dus waren deze verkozen verklaard. ov-r geen verwijt hooren. Maar dat is niet zoo, met als het heette. Spr. betreurde dat ook met in die districten, waar gerustheid mag dit ministerie met den grooten man Toen is het ministerie De Meester opgetreden. En de vrijzinnigen geen kans van slagen hadden geen Kuyper een vergelijking aangaan. Waar men alles gescheiden vond, verdeeld door die vrijzinnige candidaten waren gesteld. Maar dat is Dr. Kuyper gaf ons de drankwet, welke wet zulk ellendige leuze, trad dit ministerie verzoenend op met de rechtsche partijen in het Noorden in vele dis- een plaagziek karakter heeft, dat niemand er ooit iets Het mogelijk makend dat men met elkaar kon wer- tricten ook het geval, zij hebben daar niet de minste goeds van heeft kunnen zeggen. Deze wet heeft voor ken, wegdoezelend de groote, scherpe verschillen. En kans van overwinnen en toch, telkens om de 4 jaar Dr. Kuyper noch voor den heer Talma als voorzitter al had dit ministerie dat alleen gedaan, had het dan worden hun candidaten gesteld, telkens weer de krach- der commissie van rapporteurs, eenigen lauwer kun- niet meer aanspraak op de dankbaarheid van heel ten gemeten. Het aantal stemmen op hun candidaten nen vlechten. ons volk, dan de groote man Kuyper, die ons volk stijgt telkens, steeds geeft dat nieuwe kracht om Daartegenover kan De Meester niets zetten, maar verdeelde en vaneen spleet?. zich aaneen te sluiten, het geeft moed en energiè dat is geen nadeel. De vrijzinnigen kunnen gerust elke vergelijking met ook aan andere deelen van het land. Bij de vrijzin- Dr. Kuyper heeft gegeven groote wetten op het de rechtsche regeering aanvaarden, zeker als zij er nigen is dat anders, daar is niet die geest, bij de gebied van onderwijs, zoowel op het hooger als lager van kunnen zijn dat die vergelijking in hun voordeel vrijzinnigen bestaat veel te veel lauwheid, de slechte onderwijs. Maar is door die wetten het volksonder- uitvalt, opkomst van hedenavond zegt spr., is er weer het wijs verbeterd, onze volksontwikkeling gediend? Is bewijs van. Overal in den lande is het stil en wei- er door het maken van deze wetten iets gedaan, dat En hoe gaat het nu in 1909. nig opgewekt, 't Is of men er zich geen rekenschap ons volk beter in staat werd gesteld zich te bekwa- De Christelijke partijen verwijten den vrijzinnigen van geeft wat belangen bij deze verkiezing op het men voor den levensstrijd, zich beter te ontwikkelen hun onmacht van regeeren. Zeker, wij vrijzinnigen PINKSTEREN. spej staan. En dat is toch heusch wel der moeite en beschaven? Neen, dat is het doel niet geweest, die zijn niet in staat alleen een meerderheid te vormen. Pinksteren! Feest van jeugd en schoonheid; van waard, dat de vrijzinnigen alle krachten moeten in- wetten zijn alleen gemaakt met het doel om te die- Maar dat is niet erger dan 4 jaar geleden, dat is lieven en van hopen! Alles tooit zich in de schoonste spannen om hun candidaat die in dit district is een nen de particuliere belangen der rechterzijde, om die minder erg. Door den strijd die toen brandde, was kleuren. Veld en weide, bosch en heide, alles wijst man van groote beteekenis, verkozen te krijgen, om rechterzijde meerdere voordeelen te geven. het bijna onmogelijk practische politiek te drijven, ons op verjonging cn vernieuwing der natuur, liet hun geliefde beginselen te doen overwinnen. De Meester heeft daar tegenover te stellen een Dat is nu anders, nu kunnen de practische vragen van doet ons 't bloed sneller stroomen, 't hart hooger klop-En wat staat in 1909 bij deze verkiezing dan op klein wetje, dat niet is gemaakt voor éen partij, den tijd onder de oogen worden gezien, pen en brengt over ons dat gevoel van voldaanheid, het spel? welke beteekenis heeft deze verkiezing dan Dat wetje gaf aan alle onderwijzers, zoowel van het Maar hoe is het bij de rechterzijde? dat ons toeschijnt 't hoogste geluk voor ons uit te voor het landsbelang? openbaar als bijzonder onderwijs een hooger salaris Dr. Kuyper, de leidende staatsman, hij heeft het maken. De kiezers van ons vaderland zijn in twee hoofd- Dat wetje kwam allen ten goede. verkiezingsprogram gemaakt voor de anti.revolution- Evenwel niet allen in ons vaderland voelen met groepen verdeeld. De linkerzijde, waar ge vrijzinni- Voor de ontwikkeling en de welvaart van onzen nairen. Deze en de Katholieken denken gelijk en trek- ons 't bloed sneller stroomen, 't hart hooger klop- gen en Sociaal-Democraten weer tegenover elkaar landbouw heeft Dr. Kuyper niets gedaan. Een minis- ken samen op voor de overwinning der rechterzijde, pen. Velen zijn er wien 't feest der bloemen één groote vindt, en de rechterzijde waartoe Katholieken, Anti- terie van Landbouw heeft Dr. Kuyper beloofd. De Men is het volkomen eens over de hervormingen die immortellenkrans gelijkt. Voor hen geen blijde hope revolutionnairen, Christelijk Historischen en ook Meester heeft het gegeven. Dr. Kuyper stond ver- men ons volk zal brengen. Zoo lijkt het, maar zoo is op mooie zomer-avonden, op heerlijk natuurgenot. Voor Staalman behooren. schillende verbeteringen van den landbouw voor, hij het niet. hen is 't heerlijk avond-dauwen, mist; 't heerlijk mor- Het ware te wenschen dat de strijd zuiverder werd icwam met zijn wetje op de landbouwraden, dat zoo Het programma door Dr. Kuyper voorgesteld, is door gengloren één lange zucht, 't Zijn de ouden van da- gestreden, dat men alleen had conservatieven en de- ongunstig door onze landbouwers werd ontvangen, de Katholieken aanvaard, maar de Christelijk-Histo- Jjj die 1 K 1 „-m /\v*, dr, 1 wa. «TAAlnnrtl i»aa/J n n i.v. d a4- tv a1- aa*v d -r-rr no ATrAT* d A lln CT1 Tl CJdIo Tt j. j. .1 1J 1. 2^ -1— nA w TA Tt1. 1-1_ L t l -1J T\ OT op levensavond moet verlichten, de mist avonddauw moet antithese weer scherp naar voren gebracht, ons volk rechten afgeschaft. nisterie-ïleemskerk steunen. Dat wil zooveel zeggen als maken, den immortellenkrans een van rozen. weer gescheiden in geloovigen en ongeloovigen en op het gebied van sociale wetten vindt ge van dat Dr. Kuyper met hun zin geen minister wordt. Ja, hoelang nog? die scheiding ook gebracht op politiek gebied. Die £>r Kuyper niets. Wel heeft de groote man over Men heeft alleen overleg gepleegd door het verdoelen Binnen enkele weken zal ook in ons Vaderland ver- scheiding had men bij de vorige verkiezingen, die verbeteringen van ons wetboek van arbeid gesproken, der (districten. Maar is men eenmaal in de Tweede nieuwing en hernieuwing plaats vinden in ons Hoogste heeft men ook nu. Ook in dit district is de rechter- gedaan heeft hij niets. Kamer, heeft de rechterzijde de meerderheid, dan zijn Staatscollege, den Raad van 100. En wij medeburgers zijde gecoaliseerd. Katholieken, Antirevolutionnairen, p)e Meester heeft gemaakt de wet op de arbeids- de Christelijk-Historischen geheel' vrij, zij hebben zich moeten daaraan medewerken. Als in de natuur, waar Christelijk Historischen, Christen-Democraten, alles overeenkomst. Zeker van die wet zijn te groote ver- toch niet verbonden. En wat is het gevolg? Hetzelfde elk blaadje, elk bloempje medewerkt een schoon ge- gaat broederlijk samen. En nu mag Staalman zeggen vvachtingen gekoesterd, alles wordt nu niet op slag en als in 1901. heel te vormen, zoo ook wij, medekiezers, om den en schrijven in zijn laatste werkje, dat hij niet staat s^,ot door die wet geregeld, maar toch is het een Staalman riep toen luide in de Kamer: Waar moet Raad van 100 voltallig te maken. Wie zullen het zijn, in de coalitie, maar naast de coalitie, wij weten dat dje een eind heeft gemaakt aan de alleenheer- dat heen? de conservatieven geven in alles den door wie moeten het zijn? Hierop het antwoord te geven is dat precies hetzelfde beteekent. De naastenliefde der vaak moeilijk. Toch niet zoo moeilijk als men voor anderen voor Staalman is wel zoo groot, dat zij hem oogen heeft hen, de afgeleefde werkers, die het ons vvel spoedig in de coalitie zullen halen. Let maar op, toeroepen: hoe lang nog? Wij kunnen niet langer geen hoe in de laatste dagen al de Christen-Democratische dag en geen nacht! Daarom medekiezerSj als gij U candidaturen in Enkhuizen, Amsterdam, Sneek enz. afvraagt, wie zal het zijn. wie moet het zijn? laat de zjju ingetrokken. Dat was gevaarlijk voor de rechter- keuze voor ,U dan niet moeilijk zijn, maar weet de zijde en op een wenk van Dr. Kuyper werden zij vraag eenvoudig op te lossen door te kiezen dengene, ingetrokken. Voelt ge nu niet, kiezers, zegt spr., wat die is voor: Staatspensioen? Die er voor is te zorgen, dat staan van Staalman naast de coalitie beteekent? dat eenmaal, en zoo spoedig mogelijk, 't feest derbloe- staalman is de candidaat der geheele rechterzijde men werkelijk een bloem en feest is voor allen, bovenal en het is daartegen dat al wat vrijzinnig denkt strijd voor de arme ouden. Dus: Pinksteren G. H. HULSMAN. r. BOS scnappij vaTrxteTrwerkgever. slag. Dat Staalman dat deed is hem terecht kwalijk Bij de militaire uitgaven was het weer minister De genomen, hij kon het toen weten, evenals nu, dat in Meester die gepoogd heeft met zijn ministerie den de coalitie de conservatieven den doorslag geven, hij druk daarvan kleiner te maken. Bij Dr. Kuyper was kon het weten, evenals nu, dat de Christelijk-Histo- geen sprake van vermindering van eenigen druk van rischen in het Kabinet op zooveel zetels voor hun militaire uitgaven. Werd daarvoor meer geld gevraagd, ministers aanspraak maken. In het geheele regeerings- de Tweede Kamer, volgzaam als zij den grooten man beleid der rechterzijde geven de Christelijk-Histori- was, gaf het. schen den doorslag, zij zitten op de wip, dat wist De Meester heeft in 1905 getracht de militaire Staalman toen, hij weet het ook nu en dan behoeft uitgaven te beperken, niet alleen in geld, maar ook hij er straks zich ook niet over te verbazen of er een in persoonlijke lasten, die op ons volk drukten. Wij verwijt van te maken. De Christelijk-Historischen zijn weten hoe het minister Staal is gegaan. de baas, van een hervorming1 in democratischen zin En nu hoe is het met het kiesrecht? De Meester is geen sprake, zij zijn daarvoor nooit te vinden. Dat is durven opkomen voor een begin daarvan, voor wist men vooruit, dal weet ook Staalman nu, dus komt grondwetsherziening om zoodoende de beletselen voor hij in de Kamer, hij behoeft er zich straks niet over te algemeen kiesrecht uit de. grondwet weg te nemen, beklagen. Dat is een daad van moed geweest, getuigende van En wat beloven de Antirevolutionnairen? Gezinshoof- daan en gezegd dat het ministerie De Meester niets j vertr0Uwen in de Democratische beginselen. Men zag den-kiesrecht, ook huismanskiesrecht genoemd, wat men goeds heeft kunnen uitvoeren, evenmin als de vrij- aan de rechterzijde dat het dit ministerie en den vrij- langzamerhand zoo heeft uitgebreid, dat ook hoofden zinnigen in de toekomst iets kunnen doen. Welnu, zjnuigen ernst was met het algemeen kiesrecht. En van onvolkomen gevormde gezinnen zijn uitgevonden laat ons eens vergelijken in de laatste 8 jaar die toen t,egreep men zijn spelletje niet langer te kun- en inwonende zoons. op politiek gebied achter ons liggen, wat de recht- nen speiell) men ijet minister van Rappard tuimelen, Maar van algemeen kiesrecht, van een groote uit- sche partij onder den grooten man Kuyper ons land lieel gljm 'en kreeg zoodoende ook algemeen stem- breiding komt niets. Het Katholieke blad De Tijd, heeft gebracht, en wat we hebben gekregen van een recht van de heeft het nog dezer dagen geschreven: over grond man als minister De Meester. En nu, zegt spr., herhaal ik steeds weer mijn wetsherziening denken we niet. Zoo ziet men het gevolg Voorop stelt spr. dat Dr. Kuyper heeft geregeerd vraag. kóe staat een man als minister De Meester van het samenbrengen van allerlei vogels in hetzelfde J J 1 AU IA /I A I TTT AOn A n CX i Tr n TT!1 AM,. V* 1-n V, A—TT IA 1 AAA IA ifl V» ,1 V t A A 1 WA A A-A 1-A A VA I I 11 W I 1 »AA A A I rTA Al/AIAW 1 1» voert. En wanneer de rechterzijde de overwinning bij de stembus behaalt, zal ons volk jarenlang de ge volgen voelen. En als we dan eens willen weten wat de toekomst ons onder een rechtsche regeering zal brengen, raad plegen wij het verleden. Staalman heeft dat ook ge- Dr. daat De Meester. zijn hand. Zoo sterk als Kuyper heeft nog nooit eenig kalans naar zyn kant ten zeerste zal overslaan, al dat het huismanskiesrecht er niet kan komen zonder De vergadering, uitgeschreven door de kiesvereeni- ministerie gestaan. heeft hij dan ook onder veel ongunstiger omstandig- grondwetsherziening, de kentcekenen van art. 80 zit- ging Noord-Zijpe, werd door den voorzitter den heer j)e Meester had geen meerderheid in de Tweede jlcden geregeerd. ten ook hier in den weg. En grondwetsherziening wil- J. van Leverink met een gepast woord geopend. Kamer, hij beschikte over een 35 h 37 stemmen van Maar behalve deze wetten te maken heeft het mini- len noch de Katholieken, noch de Ghr.-Historischen Dr. Bos, het woord verkrijgend, begon met er op de 100. Hij had bovendien dezelfde le Kamer als sterje jje Meester nog meer gedaan. In 1905 liep en van al het beloofde komt niets, te wijzen hoe dien dag een begin was gemaakt aan Kuyper, dus eene die hem niet welgezind was, in ong ge}jee]ö volk te hoop, opgezweept als het was En nu de sociale hervormingen: Verzekering tegen 25. ,,Ik meen overste," zeide Bülow, „dat mijnheer Kalsbach de uitdaging niet had mogen weigeren." „Waarom niet?" „Volgens mijn overtuiging laat een dergelijke hou ding zich niet vereenigen met de eer van een offi cier." „U meent dus dat de officier in vele opzichten boven sommige wettelijke bepalingen van den staat staat?" „Ja," antwoordde Bülow na eenig nadenken. „Dat is ook mijne overtuiging," zeide de overste. ..De eer is het onschendbaarste goed dat de officier bezit, daaraan mag door niemand worden getornd en die mag ook niet bevlekt worden. De eer wordt niet bepaald door zekere paragrafen van wetboeken, "naar zij is bepaald door den geest die in het leger beerscht en naar dezen geest moet een elk onzer rich schikken en regelen, of hij behoort niet tot dien stand hij is dien onwaardig. Ik ben geen vriend van het duel, ik verwerp het beslist als 't tot speel bal wordt gebruikt en op de meest lichtzinnige manier Wordt gehandhaafd. Het moet het laatste 't nood- wapen zijn voor den officier, maar men mag zich n'tit onttrekken aan den dienst van dit wapen. Ik zal de wetgevers, die voor het duel vestingstraf geven, n'et laken, zij kunnen op de verschillende standen niet ^feeds acht slaan. De grondstelling dat voor de wet uUe burgers gelijk zijn, heeft tot de gevolgtrekking ®e'eid, dat de wet dan ook voor allen dezelfde is. En J°Cli is het een noodzaak dat een verwijt, dat ik een J°ngen man doe, ternauwernood iets beleedigends beeft, terwijl het voor een Jong meisje onteerend zou wn. De zedenwet heeft gedeeltelijk andere bepalin gen dan de wet. Ik geloof dat de raad van eer ook beslist zou hebben, dat Hermann Kalsbach het recht had de uitdaging af te wijzen, omdat hij het bepaald scherpe oordeel over Schoenrock heeft uitgesproken in zijn kwaliteit van verdediger, terwijl de door hem aangevoerde feiten allen schijn van waarheid heb ben. Maar dat is nu te laat, Kalsbach heeft reeds voor uit een beslissing genomen. De raad van eer heeft daarover nu geen beslissing te nemen. Breng Iler- mr.nn Kalsbach mijn bevel over, dat hij mij zijn wei gering en de redenen daarvoor schriftelijk moet toe zenden." „Mijnheer de overste, zal ik pogen hem er toe over te halen, dat hij zijn weigering intrekt en zich neer legt bij de beslissing van den raad van eer?. Mis schien kan ik dat alles zonder veel opzien te baren nog wel klaar spelen." Feodoor Kalsbach wachtte eenige minuten met hier cp te antwoorden, Hij vond geen verontschuldiging voor Hermanns weigering. Hij hield deze weigering onvereenigbaar met de eer van den officier en wie die eer had bezoedeld, kon niet meer behooren tot het korps officieren. En toch was hij het met zichzelf daarover niet geheel eens. Hij had tegen zijn broedei een aanklacht ingediend, moest hij nu weer optreden tegen diens zoon en een poging wagen, om hem uit het leger verwijderd te krijgen? Laadde hij daardoor niet den schijn op zich, alsof hij deze menschen haat te? Velen hadden het nu reeds in hem afgekeurd dat hij tegenover zijn broeder was opgetreden. Het beeld van zijn oude en blinde moeder kwam hem voor den geest. Wat zou hij tot haar zeggen, wanneer zij hem beschuldigde van hardvochtigheid tegenover zijn neef? Zij begreep immers niet, dat de eer van den militairen stand waartoe hij behoorde, bij hem boven alles ging; dat die eer bij hem hooger stond dan elke bloedverwantschap. En toch dacht hij j ook aan zijn overleden zoon Kurt. Hij had immers gemeend tegenover dezen ook zeer rechtvaardig te zijn opgetreden en toch had de angst voor zijn gestreng- j heid het arme kind in den dood gedreven. „Hebt ge Schoenrock het antwoord vaii mijn neef reeds meegedeeld?" vroeg hij. „Ja." „En wat zeide hij?" „Hij is zeer verbitterd omdat hij de reden van de weigering valsch beoordeelt." ..Hoe?" „Ja hij beschouwt haar als gebrek aan moed. „Hebt ge hem de ware reden dan niet meege deeld?" „Zeker. Ik heb dat op zeer duidelijke en besliste wijze gedaan, daar ik er vast van overtuigd ben, dat hot mijnheer Hermann Kalsbach niet aan moed ont breekt, maar ik weet niet, oi' ik Schoenrock wel over tuigd heb." De overste kneep de lippen stijf opeen. „Het blijft dus bij hetgeen ik u zooeven heb op gedragen," antwoordde hij. „Schoenrock is niet in staat zich te beheerschen. Hij is te opbruischend dan dat hij zijn tegenpartij niet dadelijk van lafheid zou beschuldigen. Ik heb zoo iets dergelijks gemeend en nu is elke bemiddeling overbodig en blijft mij maar éen weg over. Mijnheer von Bülow, velen zullen mijn stap veroordeelen; daar velen zullen gelooven, dat ik mijn eenigen broeder haat en mij bezighoudt hem te benadeelen. Mijn broeder en ik zijn tegenstan ders in onze beschouwingen, maar ik durf ronduit be weren, dat wij beiden eerlijke tegenstanders zijn, want her is ons alleen om de zaak te doen. Ik ben er trotsch op, dat ik de eer van mijn stand steeds zoo gestreng mogelijk ophoud; geloof mij, het is mij niet steeds gemakkelijk gevallen, want mijn hart heeft menig offer moeten brengen. Het is misschien de zwaarste strijd aan een plicht te moeten gehoorza men, wanneer het hart daaronder bloedt. Maar ga nu ga nu!" De luitenant verwijderde zich, hij had zijn overste nog nooit zoo ontroerd gezien. HOOFDSTUK XVII. Hermann Kalsbach had het bevel van den overste ontvangen, en hij twijfelde er niet aan, wat het ge volg zou zijn van zijn weigering. Hij had er geen berouw over, en toch huiverde hij min of meer voor de gevolgen. Hij was er trotsch op als officier tot het leger te behooren, bijna al zijn jongere collega's bij het gerecht bekleedden een dergelijke positie als hij in de gelederen en die band tusschen hem en zijn kameraden had hem menig genoeglijk uur be zorgd. Nu zou die band misschien worden verbroken, en opeens zag hij zich losgerukt van een menigte hem lief geworden betrekkingen. Hij deelde zijn vader ruiterlijk en onomwonden zijn gevoelens mede. „Ik begrijp je volkomen," zeide deze. „Ik heb het voorzien, dat het zoo zou komen, daarom wenschte ik dat ge mij niet zoudt verdedigen, maar ik mocht het u toen niet zeggen. Ge treedt nu voor de eerste maal in uw leven voor uw innige overtuiging in de kampplaats, ge zult nu offers moeten brengen, die zwaar zullen zijn. Ik zal er u in het allerminst geen verwijt van maken, als uw hart bloedt, maar dit moet ik u toch zeggen: blijf uzelf getrouw. Een ol'fer, at is het ook nog zoo groot, dat zult ge te boven ko men, het lijkt op een wond, die als zij is genezen, een litteeken achterlaat, waarop men trotsch is, on danks al de pijn die men er door heeft geleden. Maar een verraad jegens een mensch zijn innige overtui ging lijkt op een sluipende koorts, die met steeds toe nemende kracht dieper invreet en verteert. Ik had een vriend mijner jeugd, met wien ik door dezelfde beschouwingen zeer innig was verbonden. Hij had een zeer helder hoofd, waarop ik groote verwach tingen had gebouwd, ofschoon er in hem een verte rende eerzucht leefde. Zijne finantieele middelen wa ren zeer bescheiden, hij moest veel ontberen en dat veroorzaakte in den beginne bij hem een gevoel van onwil en groote ontevredenheid. Daar leerde hij de dochter kennen van een rijk man en zeer hoogge plaatst ambtenaar. Het meisje beminde hem, maar hij had alleen het vooruitzicht de toestemming van haar vader te winnen, wanneer hij met zijn vrijzin nige beginselen brak en zijn innigste overtuiging ver loochende. Hij deed het, want aan de eene zijde stond een moeitevol bestaan, een leven vol ontberingen, aar. de andere zijde wenkten hem rijkdom en snelle bevordering. Zijn karakter bezat geen weerstand ge noeg om aan deze verleiding het hoofd te bieden. Hij trouwde het rijke meisje en werd een ander dan hij tot. dusver was geweest; hij klom schielijk van trap tot trap en bekleedt nu de betrekking die eenmaal zijn schoonvader bekleedde." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1