Soldaten-eer.
Woensdag 2 Juni 1900.
53ste Jaargang. No. 451%.
Biureau SCHAGEföi, Lasan O 4.
INGEZONDEN.
Binneiilandscb Nieuws.
te OUDESLUIS.
FEUILLETON.
Hierna Nieuws-
msp
Maerteitie- LuMlil
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
luiere. Telephoon No. 2i).
ISitfl evers TRAPMAN Cï©„
V&WiïSTMIiXm
Pry's per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
■HanRnMBHBUMBR
Dit nummer bestaat uit een blad.
BEKENDMAKINGEN.
Gemeente SCHAGKN.
o—
Openbare vergadering van den Raad der gemeente
SG1IAGEN, op Vrijdag 1 Juni 1909. des namiddags
ten acht uur.
Punten van behandeling zijn:
1. Ingekomen stukken.
2. Aanbieding gemeenteverslag.
3. Benoeming stembureau; en hetgeen verder zal
worden voorgedragen.
Schagen, 1 Juni 1909.
De Burgemeester,
H. J. POT.
een tijdperk dat aller belangstelling gaande maakte, haar meerderheid rechts was. Nooit nog heeft een geworden door de antithese van den grooten man,
si .'tHrt» mSh^e^Mpnat«??1?is*erle. 200 moell«k geregeerd. En al had dit mi- die ons volk had gedeeld in twee kampen, er werd
h L Cj ir n ir i Ut,tene niemendal uitgericht dan nog mocht het daar- een strijd gestreden tusschen geloof en ongeloof, zoo
dus waren deze verkozen verklaard. ov-r geen verwijt hooren. Maar dat is niet zoo, met als het heette.
Spr. betreurde dat ook met in die districten, waar gerustheid mag dit ministerie met den grooten man Toen is het ministerie De Meester opgetreden. En
de vrijzinnigen geen kans van slagen hadden geen Kuyper een vergelijking aangaan. Waar men alles gescheiden vond, verdeeld door die
vrijzinnige candidaten waren gesteld. Maar dat is Dr. Kuyper gaf ons de drankwet, welke wet zulk ellendige leuze, trad dit ministerie verzoenend op
met de rechtsche partijen in het Noorden in vele dis- een plaagziek karakter heeft, dat niemand er ooit iets Het mogelijk makend dat men met elkaar kon wer-
tricten ook het geval, zij hebben daar niet de minste goeds van heeft kunnen zeggen. Deze wet heeft voor ken, wegdoezelend de groote, scherpe verschillen. En
kans van overwinnen en toch, telkens om de 4 jaar Dr. Kuyper noch voor den heer Talma als voorzitter al had dit ministerie dat alleen gedaan, had het dan
worden hun candidaten gesteld, telkens weer de krach- der commissie van rapporteurs, eenigen lauwer kun- niet meer aanspraak op de dankbaarheid van heel
ten gemeten. Het aantal stemmen op hun candidaten nen vlechten. ons volk, dan de groote man Kuyper, die ons volk
stijgt telkens, steeds geeft dat nieuwe kracht om Daartegenover kan De Meester niets zetten, maar verdeelde en vaneen spleet?.
zich aaneen te sluiten, het geeft moed en energiè dat is geen nadeel. De vrijzinnigen kunnen gerust elke vergelijking met
ook aan andere deelen van het land. Bij de vrijzin- Dr. Kuyper heeft gegeven groote wetten op het de rechtsche regeering aanvaarden, zeker als zij er
nigen is dat anders, daar is niet die geest, bij de gebied van onderwijs, zoowel op het hooger als lager van kunnen zijn dat die vergelijking in hun voordeel
vrijzinnigen bestaat veel te veel lauwheid, de slechte onderwijs. Maar is door die wetten het volksonder- uitvalt,
opkomst van hedenavond zegt spr., is er weer het wijs verbeterd, onze volksontwikkeling gediend? Is
bewijs van. Overal in den lande is het stil en wei- er door het maken van deze wetten iets gedaan, dat En hoe gaat het nu in 1909.
nig opgewekt, 't Is of men er zich geen rekenschap ons volk beter in staat werd gesteld zich te bekwa- De Christelijke partijen verwijten den vrijzinnigen
van geeft wat belangen bij deze verkiezing op het men voor den levensstrijd, zich beter te ontwikkelen hun onmacht van regeeren. Zeker, wij vrijzinnigen
PINKSTEREN. spej staan. En dat is toch heusch wel der moeite en beschaven? Neen, dat is het doel niet geweest, die zijn niet in staat alleen een meerderheid te vormen.
Pinksteren! Feest van jeugd en schoonheid; van waard, dat de vrijzinnigen alle krachten moeten in- wetten zijn alleen gemaakt met het doel om te die- Maar dat is niet erger dan 4 jaar geleden, dat is
lieven en van hopen! Alles tooit zich in de schoonste spannen om hun candidaat die in dit district is een nen de particuliere belangen der rechterzijde, om die minder erg. Door den strijd die toen brandde, was
kleuren. Veld en weide, bosch en heide, alles wijst man van groote beteekenis, verkozen te krijgen, om rechterzijde meerdere voordeelen te geven. het bijna onmogelijk practische politiek te drijven,
ons op verjonging cn vernieuwing der natuur, liet hun geliefde beginselen te doen overwinnen. De Meester heeft daar tegenover te stellen een Dat is nu anders, nu kunnen de practische vragen van
doet ons 't bloed sneller stroomen, 't hart hooger klop-En wat staat in 1909 bij deze verkiezing dan op klein wetje, dat niet is gemaakt voor éen partij, den tijd onder de oogen worden gezien,
pen en brengt over ons dat gevoel van voldaanheid, het spel? welke beteekenis heeft deze verkiezing dan Dat wetje gaf aan alle onderwijzers, zoowel van het Maar hoe is het bij de rechterzijde?
dat ons toeschijnt 't hoogste geluk voor ons uit te voor het landsbelang? openbaar als bijzonder onderwijs een hooger salaris Dr. Kuyper, de leidende staatsman, hij heeft het
maken. De kiezers van ons vaderland zijn in twee hoofd- Dat wetje kwam allen ten goede. verkiezingsprogram gemaakt voor de anti.revolution-
Evenwel niet allen in ons vaderland voelen met groepen verdeeld. De linkerzijde, waar ge vrijzinni- Voor de ontwikkeling en de welvaart van onzen nairen. Deze en de Katholieken denken gelijk en trek-
ons 't bloed sneller stroomen, 't hart hooger klop- gen en Sociaal-Democraten weer tegenover elkaar landbouw heeft Dr. Kuyper niets gedaan. Een minis- ken samen op voor de overwinning der rechterzijde,
pen. Velen zijn er wien 't feest der bloemen één groote vindt, en de rechterzijde waartoe Katholieken, Anti- terie van Landbouw heeft Dr. Kuyper beloofd. De Men is het volkomen eens over de hervormingen die
immortellenkrans gelijkt. Voor hen geen blijde hope revolutionnairen, Christelijk Historischen en ook Meester heeft het gegeven. Dr. Kuyper stond ver- men ons volk zal brengen. Zoo lijkt het, maar zoo is
op mooie zomer-avonden, op heerlijk natuurgenot. Voor Staalman behooren. schillende verbeteringen van den landbouw voor, hij het niet.
hen is 't heerlijk avond-dauwen, mist; 't heerlijk mor- Het ware te wenschen dat de strijd zuiverder werd icwam met zijn wetje op de landbouwraden, dat zoo Het programma door Dr. Kuyper voorgesteld, is door
gengloren één lange zucht, 't Zijn de ouden van da- gestreden, dat men alleen had conservatieven en de- ongunstig door onze landbouwers werd ontvangen, de Katholieken aanvaard, maar de Christelijk-Histo-
Jjj die 1 K 1 „-m /\v*, dr, 1 wa. «TAAlnnrtl i»aa/J n n i.v. d a4- tv a1- aa*v d -r-rr no ATrAT* d A lln CT1 Tl CJdIo Tt j. j. .1 1J 1. 2^ -1— nA w TA Tt1. 1-1_ L t l -1J T\ OT
op
levensavond moet verlichten, de mist avonddauw moet antithese weer scherp naar voren gebracht, ons volk rechten afgeschaft. nisterie-ïleemskerk steunen. Dat wil zooveel zeggen als
maken, den immortellenkrans een van rozen. weer gescheiden in geloovigen en ongeloovigen en op het gebied van sociale wetten vindt ge van dat Dr. Kuyper met hun zin geen minister wordt.
Ja, hoelang nog? die scheiding ook gebracht op politiek gebied. Die £>r Kuyper niets. Wel heeft de groote man over Men heeft alleen overleg gepleegd door het verdoelen
Binnen enkele weken zal ook in ons Vaderland ver- scheiding had men bij de vorige verkiezingen, die verbeteringen van ons wetboek van arbeid gesproken, der (districten. Maar is men eenmaal in de Tweede
nieuwing en hernieuwing plaats vinden in ons Hoogste heeft men ook nu. Ook in dit district is de rechter- gedaan heeft hij niets. Kamer, heeft de rechterzijde de meerderheid, dan zijn
Staatscollege, den Raad van 100. En wij medeburgers zijde gecoaliseerd. Katholieken, Antirevolutionnairen, p)e Meester heeft gemaakt de wet op de arbeids- de Christelijk-Historischen geheel' vrij, zij hebben zich
moeten daaraan medewerken. Als in de natuur, waar Christelijk Historischen, Christen-Democraten, alles overeenkomst. Zeker van die wet zijn te groote ver- toch niet verbonden. En wat is het gevolg? Hetzelfde
elk blaadje, elk bloempje medewerkt een schoon ge- gaat broederlijk samen. En nu mag Staalman zeggen vvachtingen gekoesterd, alles wordt nu niet op slag en als in 1901.
heel te vormen, zoo ook wij, medekiezers, om den en schrijven in zijn laatste werkje, dat hij niet staat s^,ot door die wet geregeld, maar toch is het een Staalman riep toen luide in de Kamer: Waar moet
Raad van 100 voltallig te maken. Wie zullen het zijn, in de coalitie, maar naast de coalitie, wij weten dat dje een eind heeft gemaakt aan de alleenheer- dat heen? de conservatieven geven in alles den door
wie moeten het zijn? Hierop het antwoord te geven is dat precies hetzelfde beteekent. De naastenliefde der
vaak moeilijk. Toch niet zoo moeilijk als men voor anderen voor Staalman is wel zoo groot, dat zij hem
oogen heeft hen, de afgeleefde werkers, die het ons vvel spoedig in de coalitie zullen halen. Let maar op,
toeroepen: hoe lang nog? Wij kunnen niet langer geen hoe in de laatste dagen al de Christen-Democratische
dag en geen nacht! Daarom medekiezerSj als gij U candidaturen in Enkhuizen, Amsterdam, Sneek enz.
afvraagt, wie zal het zijn. wie moet het zijn? laat de zjju ingetrokken. Dat was gevaarlijk voor de rechter-
keuze voor ,U dan niet moeilijk zijn, maar weet de zijde en op een wenk van Dr. Kuyper werden zij
vraag eenvoudig op te lossen door te kiezen dengene, ingetrokken. Voelt ge nu niet, kiezers, zegt spr., wat
die is voor: Staatspensioen? Die er voor is te zorgen, dat staan van Staalman naast de coalitie beteekent?
dat eenmaal, en zoo spoedig mogelijk, 't feest derbloe- staalman is de candidaat der geheele rechterzijde
men werkelijk een bloem en feest is voor allen, bovenal en het is daartegen dat al wat vrijzinnig denkt strijd
voor de arme ouden. Dus: Pinksteren
G. H. HULSMAN.
r. BOS
scnappij vaTrxteTrwerkgever. slag. Dat Staalman dat deed is hem terecht kwalijk
Bij de militaire uitgaven was het weer minister De genomen, hij kon het toen weten, evenals nu, dat in
Meester die gepoogd heeft met zijn ministerie den de coalitie de conservatieven den doorslag geven, hij
druk daarvan kleiner te maken. Bij Dr. Kuyper was kon het weten, evenals nu, dat de Christelijk-Histo-
geen sprake van vermindering van eenigen druk van rischen in het Kabinet op zooveel zetels voor hun
militaire uitgaven. Werd daarvoor meer geld gevraagd, ministers aanspraak maken. In het geheele regeerings-
de Tweede Kamer, volgzaam als zij den grooten man beleid der rechterzijde geven de Christelijk-Histori-
was, gaf het. schen den doorslag, zij zitten op de wip, dat wist
De Meester heeft in 1905 getracht de militaire Staalman toen, hij weet het ook nu en dan behoeft
uitgaven te beperken, niet alleen in geld, maar ook hij er straks zich ook niet over te verbazen of er een
in persoonlijke lasten, die op ons volk drukten. Wij verwijt van te maken. De Christelijk-Historischen zijn
weten hoe het minister Staal is gegaan. de baas, van een hervorming1 in democratischen zin
En nu hoe is het met het kiesrecht? De Meester is geen sprake, zij zijn daarvoor nooit te vinden. Dat
is durven opkomen voor een begin daarvan, voor wist men vooruit, dal weet ook Staalman nu, dus komt
grondwetsherziening om zoodoende de beletselen voor hij in de Kamer, hij behoeft er zich straks niet over te
algemeen kiesrecht uit de. grondwet weg te nemen, beklagen.
Dat is een daad van moed geweest, getuigende van En wat beloven de Antirevolutionnairen? Gezinshoof-
daan en gezegd dat het ministerie De Meester niets j vertr0Uwen in de Democratische beginselen. Men zag den-kiesrecht, ook huismanskiesrecht genoemd, wat men
goeds heeft kunnen uitvoeren, evenmin als de vrij- aan de rechterzijde dat het dit ministerie en den vrij- langzamerhand zoo heeft uitgebreid, dat ook hoofden
zinnigen in de toekomst iets kunnen doen. Welnu, zjnuigen ernst was met het algemeen kiesrecht. En van onvolkomen gevormde gezinnen zijn uitgevonden
laat ons eens vergelijken in de laatste 8 jaar die toen t,egreep men zijn spelletje niet langer te kun- en inwonende zoons.
op politiek gebied achter ons liggen, wat de recht- nen speiell) men ijet minister van Rappard tuimelen, Maar van algemeen kiesrecht, van een groote uit-
sche partij onder den grooten man Kuyper ons land lieel gljm 'en kreeg zoodoende ook algemeen stem- breiding komt niets. Het Katholieke blad De Tijd,
heeft gebracht, en wat we hebben gekregen van een recht van de heeft het nog dezer dagen geschreven: over grond
man als minister De Meester. En nu, zegt spr., herhaal ik steeds weer mijn wetsherziening denken we niet. Zoo ziet men het gevolg
Voorop stelt spr. dat Dr. Kuyper heeft geregeerd vraag. kóe staat een man als minister De Meester van het samenbrengen van allerlei vogels in hetzelfde
J J 1 AU IA /I A I TTT AOn A n CX i Tr n TT!1 AM,. V* 1-n V, A—TT IA 1 AAA IA ifl V» ,1 V t A A 1 WA A A-A 1-A A VA I I 11 W I 1 »AA A A I rTA Al/AIAW 1 1»
voert. En wanneer de rechterzijde de overwinning bij
de stembus behaalt, zal ons volk jarenlang de ge
volgen voelen.
En als we dan eens willen weten wat de toekomst
ons onder een rechtsche regeering zal brengen, raad
plegen wij het verleden. Staalman heeft dat ook ge-
Dr.
daat De Meester. zijn hand. Zoo sterk als Kuyper heeft nog nooit eenig kalans naar zyn kant ten zeerste zal overslaan, al dat het huismanskiesrecht er niet kan komen zonder
De vergadering, uitgeschreven door de kiesvereeni- ministerie gestaan. heeft hij dan ook onder veel ongunstiger omstandig- grondwetsherziening, de kentcekenen van art. 80 zit-
ging Noord-Zijpe, werd door den voorzitter den heer j)e Meester had geen meerderheid in de Tweede jlcden geregeerd. ten ook hier in den weg. En grondwetsherziening wil-
J. van Leverink met een gepast woord geopend. Kamer, hij beschikte over een 35 h 37 stemmen van Maar behalve deze wetten te maken heeft het mini- len noch de Katholieken, noch de Ghr.-Historischen
Dr. Bos, het woord verkrijgend, begon met er op de 100. Hij had bovendien dezelfde le Kamer als sterje jje Meester nog meer gedaan. In 1905 liep en van al het beloofde komt niets,
te wijzen hoe dien dag een begin was gemaakt aan Kuyper, dus eene die hem niet welgezind was, in ong ge}jee]ö volk te hoop, opgezweept als het was En nu de sociale hervormingen: Verzekering tegen
25.
,,Ik meen overste," zeide Bülow, „dat mijnheer
Kalsbach de uitdaging niet had mogen weigeren."
„Waarom niet?"
„Volgens mijn overtuiging laat een dergelijke hou
ding zich niet vereenigen met de eer van een offi
cier."
„U meent dus dat de officier in vele opzichten
boven sommige wettelijke bepalingen van den staat
staat?"
„Ja," antwoordde Bülow na eenig nadenken.
„Dat is ook mijne overtuiging," zeide de overste.
..De eer is het onschendbaarste goed dat de officier
bezit, daaraan mag door niemand worden getornd
en die mag ook niet bevlekt worden. De eer wordt
niet bepaald door zekere paragrafen van wetboeken,
"naar zij is bepaald door den geest die in het leger
beerscht en naar dezen geest moet een elk onzer
rich schikken en regelen, of hij behoort niet tot dien
stand hij is dien onwaardig. Ik ben geen vriend
van het duel, ik verwerp het beslist als 't tot speel
bal wordt gebruikt en op de meest lichtzinnige manier
Wordt gehandhaafd. Het moet het laatste 't nood-
wapen zijn voor den officier, maar men mag zich
n'tit onttrekken aan den dienst van dit wapen. Ik zal
de wetgevers, die voor het duel vestingstraf geven,
n'et laken, zij kunnen op de verschillende standen niet
^feeds acht slaan. De grondstelling dat voor de wet
uUe burgers gelijk zijn, heeft tot de gevolgtrekking
®e'eid, dat de wet dan ook voor allen dezelfde is. En
J°Cli is het een noodzaak dat een verwijt, dat ik een
J°ngen man doe, ternauwernood iets beleedigends
beeft, terwijl het voor een Jong meisje onteerend zou
wn. De zedenwet heeft gedeeltelijk andere bepalin
gen dan de wet. Ik geloof dat de raad van eer ook
beslist zou hebben, dat Hermann Kalsbach het recht
had de uitdaging af te wijzen, omdat hij het bepaald
scherpe oordeel over Schoenrock heeft uitgesproken
in zijn kwaliteit van verdediger, terwijl de door hem
aangevoerde feiten allen schijn van waarheid heb
ben. Maar dat is nu te laat, Kalsbach heeft reeds voor
uit een beslissing genomen. De raad van eer heeft
daarover nu geen beslissing te nemen. Breng Iler-
mr.nn Kalsbach mijn bevel over, dat hij mij zijn wei
gering en de redenen daarvoor schriftelijk moet toe
zenden."
„Mijnheer de overste, zal ik pogen hem er toe over
te halen, dat hij zijn weigering intrekt en zich neer
legt bij de beslissing van den raad van eer?. Mis
schien kan ik dat alles zonder veel opzien te baren
nog wel klaar spelen."
Feodoor Kalsbach wachtte eenige minuten met hier
cp te antwoorden, Hij vond geen verontschuldiging
voor Hermanns weigering. Hij hield deze weigering
onvereenigbaar met de eer van den officier en wie
die eer had bezoedeld, kon niet meer behooren tot
het korps officieren. En toch was hij het met zichzelf
daarover niet geheel eens. Hij had tegen zijn broedei
een aanklacht ingediend, moest hij nu weer optreden
tegen diens zoon en een poging wagen, om hem uit
het leger verwijderd te krijgen? Laadde hij daardoor
niet den schijn op zich, alsof hij deze menschen haat
te? Velen hadden het nu reeds in hem afgekeurd dat
hij tegenover zijn broeder was opgetreden.
Het beeld van zijn oude en blinde moeder kwam
hem voor den geest. Wat zou hij tot haar zeggen,
wanneer zij hem beschuldigde van hardvochtigheid
tegenover zijn neef? Zij begreep immers niet, dat de
eer van den militairen stand waartoe hij behoorde,
bij hem boven alles ging; dat die eer bij hem hooger
stond dan elke bloedverwantschap. En toch dacht hij j
ook aan zijn overleden zoon Kurt. Hij had immers
gemeend tegenover dezen ook zeer rechtvaardig te zijn
opgetreden en toch had de angst voor zijn gestreng- j
heid het arme kind in den dood gedreven.
„Hebt ge Schoenrock het antwoord vaii mijn neef
reeds meegedeeld?" vroeg hij.
„Ja."
„En wat zeide hij?"
„Hij is zeer verbitterd omdat hij de reden van de
weigering valsch beoordeelt."
..Hoe?"
„Ja hij beschouwt haar als gebrek aan moed.
„Hebt ge hem de ware reden dan niet meege
deeld?"
„Zeker. Ik heb dat op zeer duidelijke en besliste
wijze gedaan, daar ik er vast van overtuigd ben, dat
hot mijnheer Hermann Kalsbach niet aan moed ont
breekt, maar ik weet niet, oi' ik Schoenrock wel over
tuigd heb."
De overste kneep de lippen stijf opeen.
„Het blijft dus bij hetgeen ik u zooeven heb op
gedragen," antwoordde hij. „Schoenrock is niet in
staat zich te beheerschen. Hij is te opbruischend dan
dat hij zijn tegenpartij niet dadelijk van lafheid zou
beschuldigen. Ik heb zoo iets dergelijks gemeend en
nu is elke bemiddeling overbodig en blijft mij maar
éen weg over. Mijnheer von Bülow, velen zullen
mijn stap veroordeelen; daar velen zullen gelooven,
dat ik mijn eenigen broeder haat en mij bezighoudt
hem te benadeelen. Mijn broeder en ik zijn tegenstan
ders in onze beschouwingen, maar ik durf ronduit be
weren, dat wij beiden eerlijke tegenstanders zijn, want
her is ons alleen om de zaak te doen. Ik ben er
trotsch op, dat ik de eer van mijn stand steeds zoo
gestreng mogelijk ophoud; geloof mij, het is mij niet
steeds gemakkelijk gevallen, want mijn hart heeft
menig offer moeten brengen. Het is misschien de
zwaarste strijd aan een plicht te moeten gehoorza
men, wanneer het hart daaronder bloedt. Maar
ga nu ga nu!"
De luitenant verwijderde zich, hij had zijn overste
nog nooit zoo ontroerd gezien.
HOOFDSTUK XVII.
Hermann Kalsbach had het bevel van den overste
ontvangen, en hij twijfelde er niet aan, wat het ge
volg zou zijn van zijn weigering. Hij had er geen
berouw over, en toch huiverde hij min of meer voor
de gevolgen. Hij was er trotsch op als officier tot het
leger te behooren, bijna al zijn jongere collega's bij
het gerecht bekleedden een dergelijke positie als
hij in de gelederen en die band tusschen hem en
zijn kameraden had hem menig genoeglijk uur be
zorgd. Nu zou die band misschien worden verbroken,
en opeens zag hij zich losgerukt van een menigte hem
lief geworden betrekkingen.
Hij deelde zijn vader ruiterlijk en onomwonden zijn
gevoelens mede.
„Ik begrijp je volkomen," zeide deze. „Ik heb het
voorzien, dat het zoo zou komen, daarom wenschte
ik dat ge mij niet zoudt verdedigen, maar ik mocht
het u toen niet zeggen. Ge treedt nu voor de eerste
maal in uw leven voor uw innige overtuiging in de
kampplaats, ge zult nu offers moeten brengen, die
zwaar zullen zijn. Ik zal er u in het allerminst geen
verwijt van maken, als uw hart bloedt, maar dit moet
ik u toch zeggen: blijf uzelf getrouw. Een ol'fer, at
is het ook nog zoo groot, dat zult ge te boven ko
men, het lijkt op een wond, die als zij is genezen,
een litteeken achterlaat, waarop men trotsch is, on
danks al de pijn die men er door heeft geleden. Maar
een verraad jegens een mensch zijn innige overtui
ging lijkt op een sluipende koorts, die met steeds toe
nemende kracht dieper invreet en verteert. Ik had
een vriend mijner jeugd, met wien ik door dezelfde
beschouwingen zeer innig was verbonden. Hij had
een zeer helder hoofd, waarop ik groote verwach
tingen had gebouwd, ofschoon er in hem een verte
rende eerzucht leefde. Zijne finantieele middelen wa
ren zeer bescheiden, hij moest veel ontberen en dat
veroorzaakte in den beginne bij hem een gevoel van
onwil en groote ontevredenheid. Daar leerde hij de
dochter kennen van een rijk man en zeer hoogge
plaatst ambtenaar. Het meisje beminde hem, maar
hij had alleen het vooruitzicht de toestemming van
haar vader te winnen, wanneer hij met zijn vrijzin
nige beginselen brak en zijn innigste overtuiging ver
loochende. Hij deed het, want aan de eene zijde stond
een moeitevol bestaan, een leven vol ontberingen,
aar. de andere zijde wenkten hem rijkdom en snelle
bevordering. Zijn karakter bezat geen weerstand ge
noeg om aan deze verleiding het hoofd te bieden. Hij
trouwde het rijke meisje en werd een ander dan hij
tot. dusver was geweest; hij klom schielijk van trap
tot trap en bekleedt nu de betrekking die eenmaal
zijn schoonvader bekleedde."
Wordt vervolgd.