Nieuwe Abonné's
Soldaten=eer.
BinneBlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Donderdag 24 Juni 1909.
53ste Jaargang. No. 4527.
m
O 4.
op dit blad ontvangen van
heden af tot 1 Juli a.s. de
courant
gratis.
Het eindresultaat.
Aliticei Niens-
ASïtritilit- LulliiilliL
iniMeiSWfcKin i
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau S©&ïAC31E£Ss Laatrs
luiere. Telephoon No. 20.
TRAPMAN 80
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 (Jent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad.
Over den einduitslag der verkiezingen, waarbij
voor rechts de overwinning nog is vergroot, schrijft
de N. R. Crt.
Zestig-veertig.
In de nieuwe Kamer, die hare werkzaamheden met
September aanvangen zal, beschikt het ministerie
over eene meerderheid van twintig stemmen. Ziedaar
het droevig eindresultaat van deze verkiezing. De
rechterzijde zal heer en meester zijn over het land,
en van de machtspositie, waarin zij gekomen is, het
gebruik kunnen maken, dat haar goeddunkt. Veel
consideratie zal er niet worden gebruikt, en behoeft
met zulk een overwegende meerderheid ook niet te
worden gebruikt. Eene grondwetsherziening naar an-
tirevolutionnairen trant, verplichte verzekering; een
tarief van invoerrechten, waaronder onze handel en
nijverheid gebukt zullen gaan, en waarmede de prijs
van tal van verbruiksartikelen zal worden in de hoogte
gedreven; en, als sluitstuk, een regen van schoolsub-
sidies
Dat alles, althans, is de rechterzijde, volgens de
verkiezingsprogramma's, waarmee zij ter stembus op
trok, verplicht tot stand te brengen. Wel bleek men
aan de roomsche zijde, reeds vóór de verkiezingen,
niet algemeen op al wat beloofd werd gesteld te zijn,
maar de groote stuwkracht, de motor is dan ook in
de antirevolutionnaire partijDat maakt de vooruit
zichten nog troosteloozer. Kuyper-triumphator! Het
voorspelt inderdaad weinig goeds, dat dit de uitslag
is geworden van dezen strijd. Eene nieuwe Kuyper-
periode op komst! Slechts éen hoop rest: dat, dank
zij het gebrek aan overeenstemming van staatkun
dige beginselen onder de rechterzijde, van de be
loofde wetten de meeste het niet verder zullen bren
gen, dan tot het tweede deel van het Staatsblad
van de firma Nederbragt. Wij zullen dan de laatsten
zijn, om daarover te klagen.
De grootste verliezen zijn door de vrije liberalen
geleden. Zij verloren Amsterdam VII (Biooker), Haar
lem (Van Styrum), Utrecht II (Roëll), Rotterdam
IV (Plate), en Oostburg (Hennequin) J] waar geen
vrije liberaal candidaat is geweest. Dit zijn de zwaar
ste verliezen, niet alleen in getal, doch ook wat het
gehalte betreft. Het pleit zeker niet voor ons kiezers
corps, dat mannen van de kennis en het intellect, als
dezen, in hunne districten de meerderheid niet kon
den behalen. En dit spreekt nog te sterker, wanneer
men de candidaten ziet, die tegenover hen hebben
gewonnen.
In hun val zou eene kleine aanwijzing kunnen
worden gezocht, dat het kiezerscorps, althans voor
zoover het links stemt, van meer gematigde vertegen
woordigers begint afkeerig te worden. Enkelen van
hen immers, de heeren Roëll en Plate, vielen, door
dat zij den steun der sociaal-democraten, dien zij
in 1905 hadden, thans bij de herstemming- moesten
missen. Doch aan hun niet-verkiezing is, onzes in
ziens, deze beteekenis toch niet te hechten. Ware het
kiezerscorps aan het opschuiven naar de meer radi
cale partijen, dan had dit moeten uitkomen in het
aantal verkozenen der vrijzinnig-democraten en soci
aal-democraten. De sociaal-democraten blijven ech
ter, zonder winst, op hun oude getal zij verliezen
Hoogezand (Ter Laan), Schoterland (Van derZwaag)
en Enschede (Van Kol), en winnen Amsterdam IX,
waar de heer Vliegen gekozen is, 's-Gravenhage I,
waar de heer Ter Laan onder kwam, en Zaandam,
waar de heer Duys de overwinning behaalde. En de
vrijzinnig-democraten boeten drie van de elf plaatsen
in. Zij verliezen Amsterdam VIII (Nolting), Amster
dam IX (Van Deventer), 's-Gravenhage I (Limburg)
en Rotterdam V (Mees). Terwijl hun zetel van Den
Helder (Z. van den Bergh) Unie-liberaal werd, gin
gen de Unie-liberale zetel van Zuidhorn (Zijlma) en
de vrije liberale van Oostburg (Hennequin) aan hen
over.
De Unie-liberalen zijn er in geslaagd bij de her-
stemming hun oude getal op drie na weer te herwin
nen. Voor Kampen (Reync, als Unie-liberaal gekozen. I
doch 1111 vrije liberaal). Enkhuizen (Goeman Borge- j
sius), Gorinchem (Pierson). Amsterdam II (Lely), j
Zaandam (De Boer) en Zuidhorn (Zijlma). districten, die j
zij verloren, kregen zij Hoogezand (gekozen Rink). Scho-
terland (gekozen De Meester) en Den Helder (geko- j
zen De Meester) in do plaats. Maakt in totaal een
verlies van drie zetels.
Van de partijen der rechterzijde bleef natuurlijk de
roomsch-katholieke op het oude getal 25. Dit zijn de
vaste districten, waarmee deze partij genoegen neemt,
zonder kans op meer. Bij1 de, met de roomsch-katho
lieke partij verbonden, protestantsche partijen zit het
anti-papisme, eenmaal door het vurig geschrijf van
De Standaard er ingebracht zóó diep. dat zelfs in
voor de coalitie gunstige tijden, als wij beleven, een
katholiek candidaat het in niet één ander district, dan
de 25 van de ouds bekende.halen kan. „Wij Calvinis
ten" doen er hun voordeel mee, en daar doen zij,
van hun standpunt bezien, wel aan.
Dank zij de roomsche hulptroepen, waarop de an
tirevolutionnaire partij bij deze stembus voor Calvijn
opnieuw heeft mogen rekenen, gaat zij met het
leeuwenpart van den buit uit het strijdperk heen. Zij
wint daardoor de zetels in Amsterdam VII en VIII.
j Enschedé, Rotterdam IV en V en Utrecht II, ter
wijl de betere stemming, waarin dé oude Friesch-
christelijk-historischen, thans bij de christelijk-histori-
sche Unie aangesloten, ten aanzien van de anti-revo-
lutionnairen op liet oogenblik verkeeren, Gorinchem
en Kampen deed winnen. Daarenboven kon Enkhui
zen, waar de steun der christen-democraten werd ver
kregen met toezegging van steun in Den Helder
worden heroverd.
Tegenover dit winstcijfer 9, staat voor de partij
slechts één veiliespunt. Ede, door den tot commis
saris der Koningin in Gelderland benoemden antire-
volutionnair Van Citters bezet, ging aan de chris-
telijk-historische partij over. Dit verlies, gevoegd bij
het échec, dat dr. Kuyper te Dordrecht leed, bevat
eene aanwijzing dat de oude Kuypervrees er bij de
kiezers links én rechts nog diep in zit. De candi
daat, die te Ede gesteld was, is een zoo hartstoch
telijk anti-revolutionnair, als er nauwelijks een derde
wordt aangetroffen, een volbloed Kuyperiaan, die voor
niets staat. Met een minder geprononceerd candidaat
had de anti-revolutionnaire partij ongetwijfeld het dis-
tricl, dat volgens het gesloten stcmbusaccoord aanhaar
toekwam, behouden. Deze candidaat kon echter bij
de christelijk-historische kiezers geen genade vinden,
Run partijleiders en partij-pers ten spijt.
Voor het Kabinet konden deze twee verkiezingen
eene vingerwijzing bevatten, welken kant het bij zijn
bestuur niet moet opgaan, zou inderdaad de profetie
van dr. Kuyper, dat de rechterzijde voor ten minste
twaalf jaar aan het bewind komt, eenige kans op ver
vulling willen krijgen. Doch wij vreezen, dat de macht,
waarover dr. Kuyper nu in de Kamer komt te be
schikken, zelfs wanneer bij het Kabinet de wil goed
was, dit zal beletten. Reeds toen de anti-revolutionnairo
partij in de Kamer nog maar over 15 zetels be
schikte, gaf het Kabinet op den eersten wenk uit Om
men gereedelijk toe. Hoe zou het dan nu den aan
drang weerstaan?
De christelijk-historische partij won, behalve Ede,
daarenboven Amsterdam li en Haarlem. Het zijn
overigens zeer zwakke districten, die zij ah winst
boeken moet. In Amsterdam II heeft do omstandig
heid, dat de tegencandidaat was de sociaal-democraat
Oüdegeest, uit de spoorwegstaking overbekend, zeker
het hare tot de overwinning van den christelijk-his
torischen heer Snoeck Henkemans bijgedragen. En in
Haarlem heeft de naijver, die tot ons leedwezen bij
ue herstemming is blijven bestaan tusschen de voor
standers van den aftredenden vrijen liberaal en die
van den vrijzinnig-democraat, die tegenover hem was
gesteld, waarschijnlijk tot het succes van den christe
lijk-historischen candidaat den doorslag gegeven. Het
stemmenverschii der twee candidaten was slechts 56.
De vrijzinnigen, die, direct of indirect, de verkiezing
van den christelijk-historischen candidaat hebben hel
pen bevorderen en zoodoende de rechterzijde nóg .een
stem sterker hebben gemaakt, hebben eene verant
woordelijkheid op zich geladen; mogen zij zich dit
later niet te zeer berouwen.
Het blad betreurt daarna zeer den val van de
heeren Plate en Van Raalte.
De uitkomst staat vast, en daaraan is in de eer
ste vier jaren niets te veranderen, Het Kabinet en
de rechterzijde der Kamer zullen nu van het woord
tot de daad moeten overgaan. Wij zullen het handelen
afwachten, en daarop nauwkeurig toezien.
De heer Hennequin werd elders Unie-liberaal
genoemd.
ALKMAAR.
Zooals wel was te verwachten, is het district Alk
maar voor links behouden gebleven. Het is evenwel
ook hier niet zonder kleerscheuren voor links kun
nen gebeuren, het verschil tusschen rechts en links is
kleiner geworden. Kreeg bij de herstemming in 1905
bij een kiezerstal van 9543, waarvan 8683 geldige
stemnjen werden uitgebracht, Foreest 5174 stemmen,
nu in 1909 bij een kiezerstal van 10270 en een gel
dig aantal stemmen van 8712, kreeg deze candidaat
er 4953, een daling dus van 221 stemmen. De recht-
sche candidaat steeg van 3509 in 1905 tot 3759 in
1909 (herstemming). Het is een waarschuwing
voor de vrijzinnigen in Alkmaar, en voor de thuisblij
vers in het bijzonder.
DEN HELDER.
Hartelijk verheugt ons, we behoeven het eigenlijk
niet te zeggen, de verkiezing van den heer DE MEES
TER voor Den Helder, en de val van den heer
Staalman. De eigenaardige, leelijke strijd, die steeds
in dat district wordt gestreden, maakt den uitslag-
steeds zeer wisselvallig. Voor Staalman is uit den
uitslag van dezen strijd weinig verheffends te conclu-
deeren voor de toekomst. Wel rees zijn stemmeutal
van 2938 in 1905 op 3282 in 1909, maar dat van
den linkschen candidaat ging vooruit van 3420 tot
3891. Rees Staalman 344 stemmen, zijn tegenstan
der 471.
In het district Helder is kranig gestemd. Als voor
beeld: Anna Paulowna, van de 595 kiezers stemden
er 510; Callantsoog, van de 154, 147; Petten, van
de 52, 45; Wieringen, van de 581, 469; en dan de
Zijpe, van de 781 kiezers stemden er 731; Koegras
(Helder), van de 112 kiezers, kwamen er 105. Dat
zijn cijfers die respect afdwingen.
Hoe weinigen op deze plaatsen van Staalman zijn
gediend, blijkt wel uit het feit dat zij alleen voor
een groote 600 stemmen meerderheid voor De Mees
ter zorgden.
Hoogwoud.
Dinsdagavond hield de afdeeling Hoogwoud van den
Bond voor Staatspensionneering, ten huize van den
heer H. Slotemaker aan de Gouwe eene algemeene
vergadering.
Tegenwoordig waren twintig leden.
v De voorzitter opende de vergadering en heette de
aanwezigen welkom, waarna door den secretaris de
notulen der laatstgehouden vergadering werden ge
lezen en goedgekeurd.
Ingekomen was: 1. Eene schrijven van de afdee
ling Aartswoud meldende dat ons schrijven om deze
afdeeling en die te Aartswoud samen te doen smel
ten, in de eerste algemeene vergadering zal behan
deld worden. 2. Idem van de afdeeling Haarlem,
waarin medegedeeld wordt dat door deze afdeeling als
candidaten voor het Hoofdbestuur zijn gesteld de hee
ren Wentholt, secretaris der afd. Haarlem, en Kanis,
voorzitter der afd. Amsterdam, met verzoek deze can
didaten te steunen.
Besloten wordt onzen afgevaardigde in deze vrij
mandaat te geven.
3. Idem van de Districtsfederatie te Enkhuizen,
waarin zij mededeelt, dat onze afdeeling nog niet aan
gesloten is bij genoemde Districtsfederatie.
Na eenige besprekingen wordt met algemeene stem
men besloten zich bij bovengenoemde federatie aan te
sluiten.
Verder wordt door den voorzitter medegedeeld dat
door den penningmeester als contributie aan het
Hoofdbestuur is afgedragen f 6.57E, na aftrek van
de oprichtingskosten.
Van de afdeeling Arnhem was een schrijven ont
vangen dat onze afd. haar instemming zoude uitspre
ken met de poging om de afd. Utrecht te doen be
sluiten hare voorstellen voor de algemeene vergade
ring in te trekken.
Na eenige besprekingen over genoemd punt werd
met algemeene stemmen besloten dat onze afgevaar
digde in deze tegen het voorstel-Utrecht zal stem
men. Verder lokte de beschrijvingsbrief geen discus
sie uit.
Tot afgevaardigde naar de Algemeene vergadering
werd gekozen de heer Ds. J. Aalbers.
Door den secretaris werd medegedeeld dat het aan
tal leden bedraagt: 69 gewone leden en 24 buitenge
wone leden.
Verder niets meer aan de orde zijnde, volgde slui
ting. Alvorens daartoe over te gaan, werd op voorstel
van den heer Van Wijk besloten de eerstvolgende
algemeene vergadering te houden te Hoogwoud bij
den heer P. Has.
31.
Kalinka antwoordde stekelig:
„Ik zal dit niet verzwijgen, maar daar ik niet van
half werk houd, zal ik ook het slot van ons ritje mede-
declen ik zal1 vertellen hoe twee jonge meisjes, waar
onder 'Marie Soltau, die gij bemind hebt, in het meer
gevallen zijn en gij er tegen opzaagt, haar te redden,
niettegenstaande gij een uitstekend zwemmer zijt
dat was immers het slot."
„Bespottelijki Dat zult gij niet zeggen! nep Schoen-
rock uit.
„Waarom niet? Wie zal mij dat beletten? vroeg
Kalinka kalm.
Ik 1"
Waardoor?"
„Ik zou u eenvoudigdoch het is bespottelijk
riep do luitenant uit eti keerde den schilder verwoed
den rug toe.
Een uur later zat de barones omgeven door Ka
linka, Schoenrock en nog eenige andere heeren, in
eene kleine kamer naast de tuinsalon. De stemming
was zeer levendig, want de bedienden brachten onaf
gebroken „sekt" aan.
Schoenrock was het luidruchtigst. Daar hij nog al-,
tijd in den waan verkeerde, dat do partij om hem
was gegeven, zoo geloofde hij ook verplicht te zijn,
al zijn best te moeten doen, om de vroolijkheid te
verhoogen Hij gaf zich veel moeite, aardig te zijn.
maar dinar hij juist daartoe den minsten aanleg had,
vielen al zijn geestigheden in het water.
Behalve hij zelf, lachte er alleen de barones em.
KalinJia was stil1. Hij ergerde zich over hot luid-
1 uclitige gedrag van Schoenrock en diens drieste vleie
rijen aan het 'adres der barones, hij ergerde zich ook
°ver Charlotte von Ortho, omdat zij volgens zijn mee-
"ing veel te vriendelijk tegen den luitenant was.
„Kalinka, waarom zijt gij zoo ernstig?" vroeg Schoen
rock.
Beeft gij mij redenen om te lachen en ik zal gaar
ne lachen, antwoordde de gevraagde.
De luitenant wierp het hoofd in den nok.
„Gij hebt geen smaak voor scherts!" riep hij, even
de schouders ophalende.
„Ik houd zeer veel van scherts, maar het moet ten
minste dragelijk zijn", gaf Kalinka ten antwoord.
„Hebben die woorden betrekking op mij?" riep
Schoenrock geraakt uit.
„Wij spreken niet van u", antwoordde Kalinka rus-
rig.
„En wanneer dit ook eens het geval was, dan kunt
1 gij toch niet verlangen, dat ik het juist met u eens
ben
i „Geen twist, mijne heeren", kwam de barones op
de vriendelijkste wijze tusschenbeide. „Ik zou u wel
een voorstel willen doen. De avond is zoo buitenge-
woon prachtig, zoo rustig en zoo warm, dat wij nog
verscheidene uren bijeenblijven, dan een uurtje rusten
en morgen vroeg uitrijden; we gaan 'naar het meer,
want ik heb sinds vele jaren geen zonsopgang gezien."
„Een goddelijke gedachte!" riep Schoenrock uit.
„Hemeisch! Werkelijk grootsch-
„Ik laat dadelijk nog een wagen bestellen", ging
de barones voort. „Wie er niet aan wil deelnemen,
blijft natuurlijk hier, ik heb kamers genoeg, waar gij op
de sofa ©enigen tijd kunt uitrusten, tenzij gij er de
voorkeur aan mocht geven, u met sekt wakker te
houden. ,Wie van u zal zich bij mij aansluiten?"
„Ik waarde mevrouw ,ik!" riep de luitenant
het eerst. „Een onvergetelijk idee: Ik rijd mede, al ging
de reis ook dadelijk naar de Noordpool-1"
„Ook de overige heeren behalve Kalinka gaven gul
hun toestemming.
De schilder zweeg en slaardje voor zich uit.
„Mijnheer Kalinka, gij schijnt geen lust te hebben?"
vroeg Charlotte en wierp den schilder een blik van
verstandhouding ,toe. „Hebt gij vergeten, welke dag
het morgen is en dat ik beloofd heb, u een antwoord
te zullen geven?"
Schoenrock had den blik ook bemerkt en was er
ongerust over.
„Waarde mevrouw, daar- wij zeer vroolijk willen
zijn, zoo behoeft niemand er aan deel te nemen, die
het'niet gulhartig doet!" riep hij uit.
.Zeker zal ik mederijden", zeide nu Kalinka tot
de' barones. „Ik zweeg', omdat ik meende, u reeds
mijne deelneming verzekerd te hebben."
„Geen woord ervan hebt gij gezegd!" riep Schoen
rock uit. „De heeren hier zijn mijne getuigen!"
Een hoonend lachje vertoonde zich om Kalinka's
mond, hij antwoordde niet.
„Mijnheer Kalinka heeft gelijk," zeide de barones.
,Ik deelde hem hedenmorgen mijn plan mede, toen
heeft hij mij inderdaad beloofd er deel aan te zul
len nemen."
De luitenant perste de lippen vast op elkander. Hij
vond het onbegrijpelijk, dat de barones den schil
der vroeger had ingewijd dan hem. Dat mensch werd
hem ondragelijk.
De bediende der barones trad binnen en berichtte,
dat er in de voorkamer een oude vrouw was, die
Kalinka dringend wenschte te spreken.
De schilder verbleekte, hij wilde opstaan, maar de
kracht daartoe scheen hem te ontbreken.
wie is het?" vroeg de barones.
„Ik weet het niet. Daar zij armoedig gekleed is,
wilde ik haar afwijzen, doch zij staat er op, mijn
heer Kalinka te spreken."
„Zij wil zich misschien laten uitschilderen," riep
Schoenrock lachend uit, terwijl hij meende een fa
meuze geestigheid gezegd te hebben.
„Ik zal zelve gaan zien," zeide de barones en
stond op.
,Neen, neen!" riep Kalinka uit, terwijl hij op
stond en naar de deur snelde. „Een vergissing
ik zelve ik zelve
Zijn stem beefde zoo hevig, dat hij niet in staat
was, den zin te voleindigen. Hij merkte niet op,
dat ook Schoenrock was opgestaan en hem volgde.
Toen hij in de voorkamer kwam en de oude vrouw
zag, die afgemat op een stoel was nedergevallen,
kromp hij ineen en scheen hij te bezwijken.
.Kasimir mijn Kasimir!" riep de oude vrouw
uit en strekte verlangend beide armen naar hem
uit.
Schuw keek Kalinka om; hij zag Schoenrock ach
ter zich, hij hoorde de stem der barones met
•geweld verzamelde hij al zijn krachten.
„Wie is die vrouw? ik ken haar niet!" vroeg
hij op koelen toon den bediende.
„Kasimir, ik ben het... ik ben het, uwe..."
„Ik ken haar niet," viel Kalinka de oude in de
rede, terwijl hij zich tot den bediende wendde. „Het
schijnt een krankzinnige te zijn; breng haar weg!"
„Kasimir!" klonk het nog eens vol vertwijfeling.
Hij wendde zich af, zag het valsch lachende gelaat
van den luitenant en trad op de barones toe, die
naar hem toe kwam
„Wie was het? Gij ziet er ontroerd uit!" vroeg
Charlotte.
„Niet ontroerd, maar eerder geërgerd, omdat een
waanzinnige mij hier opzocht," gaf Kalinka ten ant
woord.
„Kent gij haar niet?"
„Ik heb haar nooit gezien."
„Ik zal den bediende een berisping geven," ging
Charlotte voort en wilde in de voorkamer gaan.
„Waarde mevrouw, hem treft niet het minste ver
wijt," zeide Kalinka gejaagd en hield haar terug.
Die vrouw is weg en daarmede is deze zaak afgedaan.
Ik zou het zeer betreuren als dit voorval ook
maar de minste stoornis in het feest bracht."
„Noemde die vrouw uw naam niet?"
„Ja. Zij zal dien toevallig gehoord hebben, hij
zal in haar arm, ziek hoofd de eene of andere her
innering hebben wakker geroepen; zij heeft misschien
wel een zoon gehad die Kasimir heette die naam
komt veelvuldig voor toen is zij hierheen gesneld."
„Misschien heeft zij wel hulp noodig."
„Dan zou zij niet op dit uur zijn gekomen. Ik
zal evenwel morgen onderzoek naar haar laten doen,
en wanneer er iets voor haar gedaan kan worden,
dan zal dat ook gebeuren."
„Doe mij dan het genoegen en deel mij den uit
slag van uw onderzoek mede," zeide Charlotte me
delijdend.
„Bepaald!" verzekerde Kalinka en streek met de
hand over het voorhoofd, waarop het zweet parelde.
„Hoe heeft u dit toch zoo kunnen doen ontstellen?'
vroeg Charlotte deelnemend. „Ge ziet er bepaald zeer
aangedaan uit uw gelaat is doodsbleek."
„Het is dwaasheid bijgeloof en toch zijn
het in den regel dwaasheden, die ons het meest doen
schrikken," gaf Kalinka ten antwoord, terwijl hij
moeite deed, om rustig te schijnen en te lachen.
Met de rechterhand leunde hij op een stoel en zijn
hand sidderde zoo hevig dat de stoel bewoog. „Ge
zult om mijn zwakheid lachen als ik het u vertel,
ik zal er dus liever over zwijgen."
„Ik bid u, vertel het mij."
Kalinka aarzelde een oogenblik, hij moest adem
halen, zijn bloed kalmer loop geven, zijn hoofd dwin
gen helder te blijven.
„Het was eenige jaren geleden in Parijs," zeide
hij toen. „Ik bevond mij met eenige vrienden in
een zeer vroolijlce stemming, wij hadden nogal wat
wijn gedronken, toen een oude vrouw op ons toetrad
en aanbood ons uit de lijnen der hand waar te zeg
gen. Wij lachten er om, want niemand onzer geloofde
aan dergelijke voorspellingen, maar ten slotte stak
ieder onzer zijn hand aan de oude vrouw toe en zij
vermaakte ons met haar orakelspreuken. Mij voor
spelde zij dat ik eens een groot geluk het mijne
zou mogen noemen. Maar dat ik gevaar zou loopen
het door een oude vrouw te verliezen. Wij lachten
er om, Ik had niet meer aan die profetie gedacht
geen enkele maal maar ik herinnerde ze mij
eensklaps toen de bediende binnentrad en berichtte,
dat een oude vrouw mij wenschte te spreken. In dat
oogenblik maakte een onbeschrijflijke angst zich van
mij meester.
Ik dacht er aan, dat 't geluk waarop ik hoop en
zonder 'twelk ik niet kan leven, voor mij vernietigd
zou kunnen worden dat denkbeeld joeg mij het
angstzweet naar de slapen. Maar nu lach ik er zelf
weder om, evenals vroeger, want het noodlot zal mij
niet den hemel laten zien, om mij dadelijk daarop
ter helle te doen varen."
„Ik begrijp dat die herinnering aan die voorspelling
u heeft aangegrepen," zeide de barones met een
vriendelijk lachje. Maar gij moest meer vertrouwen
stellen in uw geluk."
„Wanneer ik het maar eerst het mijne mag noe
men," ziede Kalinka op zachten toon. „Zoolang zal
ik vreezen. Heb ik het eenmaal verworven, dan zal
ik met mijn leven verdedigen."
„Gij zijt opgewonden, kom mee en drink een glas
champagne. Dat zal al die dwaze gedachten wel doen
verdwijnen."
Wordt vervolgd.