I'
Soldaten=eer.
FEUILLETON.
Plaatselijk Nieuws.
Zaterdag 3 Juli 1909.
53e Jaargang. No. 4532.
VIERDE BLAD.
INGEZONDEN.
Gemengd Nieuws.
.iiii i i 1
AAN IJK KIEZERS VAN BAIiSINGERHOItN, KOI,-
HOliN EN HARINGHUIZEN.
Over eenige degen wachl ons weer de stembus.
I Is dezen keer eene verkiezing voor den Gemeente
raad, die onze aandacht vraagt.
Op het biljet, den kiezers tnuis bezorgd, komen de
namen voor van twee zittende gemeenteraadsleden, de
heeren k. Jonker en (i. Smit, benevens de naam van
een nieuwen candidaal. den heer D. Langedijk.
Ben ik wel ingelicht, dan is de bedoeling der ean-
didaatstellers den heer Langedijk te plaatsen tegen
over den heer Jonker, die, naar wordt beweerd, om
zijne functie van Armbestuurslid door enkelen minder
geschikt wordt geacht voor den gemeenteraad.
In de kiesvereeniging, die alhier dit voorjaar ter ruste
ging, maakte de vereenigbaarhcid der funeliPn van
raads- en armbestuurslid meermalen een punt uil van
langdurige bespreking en bij die gelegenheden werd
steeds dit argument aangevoerd
,.De gemeenteraadsleden moeien de rekeningen na
zien .van het armbestuur. De eersten zullen hiertoe
beter in staat zijn, wanneer in hun midden geen le
den van het armbestuur zitting hébben.
Nu lijkt dit argument mij weinig anders dan eene
drogreden, zoolang de armbesluursleden in den ge
meenteraad eene kleine minderheid vormen, zooals dii
in onze gemeente het geval is, n.l. Iwee van de zeven.
Steeds toch zullen de gemeenteraadsleden, die slaan
buiten hel armbestuur, de arm voogdij-re koningen heb
ben na te zien .zooals dit ook in onze gemeente tol
herten steeds is geschied en nog wel in eene bijeen
komst, waarbij geen armbestuurslid tegenwoordig was.
Vinden nu de commissieleden uil den gemeenteraad
in de annvoogdijrekeningen iets, wal hen dwingt nadere
opheldering te vragen, mij dunkt, dan zijn zij hiertoe
in de volgende gemeenteraadszitting volkomen in staat
juist door de tegenwoordigheid van twee armbestuurs
leden.
En mocht nu Ier eeniger lijd eene commissie uil
den gemeenteraad fouten vinden in de rekening van
ons armbestuur, met groote gerustheid kan zij deze
fouten in den raad openbaar maken, immers de groote
meerderheid van niet-armbestuursieuen, (5 tegen 2) is
waarborg genoeg voor een eerlijke^ onpartijdige behan
deling. Bovendien zijn de raadszittingen openbaar, voor
ieder toegankelijk en is de pers tegenwoordig, welker
verslagen zoo noodig den kiezers de oogen kunnen
openen.
Voldoende meen ik hiermede aangetoond te hebben,
dat de tegenwoordige toesland niet het minste gevaar
oplevert; ik meen zelfs een stapje verder te mogen
gaan en te beweren, dal de vertegenwoordiging van
hel armbestuur in aen gemeenteraad groot voordeel
biedt.
liet burgerlijk armbestuur toch is eene instelling van
burgerlijken aard. destijds door het burgerlijk gezag,
nu de gemeenteraad, ingesteld. Reeds uit dezen oorsprong
blijkt duidelijk, welk een belangrijk onderdeel van den
gemeentedienst het armwezen vormt.
Noodzakelijk moeten dan ook zaken, rakende dit
armwezen, af en toe bij den gemeenteraad in behan
deling komen en dan zal het oordeel, dat de raads
leden zich daarover hebben te vormen, beslist juister
zijn door de voorlichting hunner collega's, die ais arm
voogden volkomen met het gemeentelijk armwezen op
de hoogte zijn.
In tal van groote gemeenten van ons land, waar een
burgerlijk armbestuur is ingesteld, heeft men dit be
grepen en is gewoonlijk een der wethouders, soms een
raadslid, voorzitter van het burgerlijk armbestuur.
Bedriegt mijn geheugen mij niet, dan was ook in
eene mijner vorige woonplaatsen, n.l. in de stad Zaan
dam. bij verordening voorgeschreven, dat een der raads
leden voorzitter moest zijn van het burgerlijk armbe
stuur.
Het komt mij daarom voor in het belang te zijn
onzer gemeente, den ouden toestand te bestendigen en
den heer Jonker te herkiezen.
In de hoop. dat het bovenstaande iets zal mogen
bijdragen, om de kiezers op de hoogte te brengen van
den toestand, dank ik U, mijnheer de redacteur voor
de welwillende opname.
Hoogachtend,
Uw Dw. Dn.,
W. DE BOER.
Kolhorn. 3 Juli 1909.
32
HOOFDSTUK XXI.
Kalinka's verdwijnen behoorde reeds tot het oude
nieuws. De meesten met wie Kalinka had omgegaan,
deelden het gevoelen van Schoenrock, al spraken zij
er zich ook niet over uit. Het was hun toch hoogst
onaangenaam, om een man van zulk een geringe af
komst in hun kringen geduld te hebben.
De verloving van Schoenrock met Tonia Eger baar-
ook weinig opzien. Slechts éen persoon was daar-
JlDia/diep geschokt: Hermann Kalsbach. Zijn hart
t'cjy i Tonia nog niet vergeten en zij aan wier liefde
zoo vast had geloofd, had reeds na zulk een
>pjrte poos haar hart geschonken aan den man die
zijn vijand was geweest en nog was.
Het was zijn blinde grootmoeder die hem het meest
troostte en moed insprak.
„Kind," sprak zij, terwijl zij zijn hand vast in de
hare drukte, „achter mij ligt een lang leven vol rijke
ervaringen en die hebben mij de vaste overtuiging ge
geven, dat alleen die menschen gelukkig met elkaar
kunnen worden, die bij elkander passen. Toen gij u
verloofdet met de dochter van Eger, heb ik u geluk
gewenscht, maar in het geheim heb ik gevreesd voor
uw geluk. Ik kende het meisje niet, doch wat ik va»
haar hoorde, dat beviel mij niet recht. Maar nietwaar,
ik kon verkeerd ingelicht zijn maar er was ook nog
iets anders, dat mij zeer beangstigde. Jouw vader en
Eger zijn tegenstanden, in al hun denken en voelen.
Wat Eger voor gerechtigd en geoorloofd houdt, heeft
uw vader als oneerlijk bestreden, en waarin Eger
zijn eer stelt, dat houdt uw vader met recht voor een
dwaasheid. Dat zijn tegenstellingen, die nimmer tot
elkander kunnen worden gebracht, want zij hebben
hun invloed doen gelden op de beide karakters, zij
zÜn als het ware in het bloed opgenomen, en datzelfd
bloed stroomt in de aderen van jou en Egers doch
ter. Ik wil evenwel guarne gelooven, dat het hart van
het meisje goed was, want anders zoudt gij u wel
licht nooit met haar hebben verloofd, maar toch beste
jongen is zij opgegroeid onder de leiding en invloed
van haar vader en dat kan toch niet die oprechtheid
en zelfstandigheid in zich dragen, die u aangeboren
's- Ik zag verwikkelingen ontstaan, waartegen 't hart
van het meisje niet zou zijn opgewassen en daarom
vreesde ik voor Jouw geluk. Wat ik voorzag, dat is
Ie COOPEltATIEVK VEREENIÖING.
Donderdagmorgen vergaderde in Cérès de Eerste Coö
peratieve Vereenigiug tot aankoop van veevoeder, enz.
De lieer K. Koster Hz. opende niet een gepast woord
de vergadering, waarna de lieer C. kooij, administra
teur, de notulen las, die onveranderd werden goedge
keurd.
De financieele commissie, beslaande uit de heeren
I). Hoogland, Dirkshom, K. Wil, Scliagen en Jb. Bak
ker, Anna Paulowna, rapporteerde bij monde van den
laatste, dal de rekening en verantwoording in goede orde
was De .vergadering keurde haar goed. De ontvang
sten waren t 88U02.07*, de uitgaven 1 S6729.375 dus
hel batig slot 1273.30, bier moest nog at f 687.DB
voor korting aan de leden I 687.63, zoodat liet kas
saldo der vereenigiug bleef I ">85.67, een vooruitgang
van f 42.335.
Door de vereenigiug is afgeleverd 672000 K.G. lijn
koeken, 136850 K.G. 1 iiomasphospliaat, 32600 K.G. kat
niet, 129150 K.G. superpliosphaat. 22200 K.G. eiiili,
1502 K.G. lijnkockstof.
Oj) 1 levering van lijnkoeken is korting toegepast.
Het Jaarverslag noemt den toestand, der vereenigiug
zeer gunstig, in alle artikelen is de omzet dit jaar hon
ger. Bedankt hebben 19 leden, toegetreden zijn er 22
nieuwe, het ledental steeg van 271 lot 277.
Wie de totale ontvangst vorig jaar f 77785.42, dil
jaar t 88002.67*; deze vermeerder'ng is eensdeels toe
te schrijven pan ceil jjrooteren om/el, anderdeels aan
den hongeren prijs der lijnkoeken^ cue verschilt van
f 10.35 tot f 11.
Met op 1 na algemeene stemmen werd de heer ,C.
v. d. Oord herbenoemd tot commissaris.
Tot leilen der financieelecommissie voor het vol
gend jaar werden benoemd de heeren D. Hoogland,
Dirkshom, K. Blaauboer. Schagen en II. Kaan, Anna
Paulowna.
Algemeen was men er voor ,dat de Vereenigiug zich
aansloot bij de Algemeene Handelsvoorwaarden.
Een zomerleven ng van lijnkoeken zal plaats heb
ben en tevens zal onderzocht worden of gedroogde
pulp ook in aanmerking kan komen voor veevoeder, om
dat uil alles is at te leiden, dat de oogst van het
'veevoer dil jaar niet schitterend zal zijn.
Hierna sluiting.
VROUWENKIESRECHT.
Donderdag 1 Juli hield de afdeeling Schagen van de
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht een flink bezochte
ledenvergadering, op de bovenzaal van den heer B.
Kaan.
Na opening werden door de secretaresse de notulen
voorgelezen, welke werden .goedgekeurd. Daarna wer
den de ingekomen stukken voorgelezen en voor ken
nisgeving aangenomen. Nadat de beschrijvingsbrief, voor
de 11 Juli a.s. te honden zonierverjjadcring, welke
te Arnhem zal plaats hebben, behanueld was, werd
na eenij stemmen lot afgevaardigde naar bovengen,
vergadering benoemd mevr. A. Wiglama—Eriks en lot
plaatsvervangster mevr. N. Roggeveen—Stammes, die
uciden deze benoeming aannamen.
Daarna volgde benoeming van een bestuurslid, we
gens bedanken van mej. Atcma; in baar plaats werd
benoemd mej. H. v. Albada, die niet aanwezig was.
maar haar zal hiervan worden kennis gegeven en ge
vraagd of ze deze benoeming aanneemt.
"Hiermede was de agenda teneinde en werd door rngj. J.
Roggeveen op verdienstelijke wijze voorgelezenaar-
om heeft de werkende vrouw het kiesrecht noodig'?";
en stelde mej. T. Roggeveen zich beschikbaar een vól
genden keer iels ter vergadering voor te lezen.
Mét een woord van dank aan de leden voor hunne
goede opkomst en vooral aan den lieer Nobel voor
zijn welwillendheid met de a.s. winterpropuganda, waar
voor de heer Nobel zich bereid verklaarde ons te
willen inlichten met verschillende staathuishoudelijke
zaken, sloot de Presidente de vergadering.
AANBESTEDING.
De houw van een huismanswoning onder Winkel
aan den Westfrieschen dijk, is gegund aan den heer
A. Droog te Kolhorn voor f 3737.
Inschrijvers waren de heeren: K. Bakker, Win
kel f 4262; P. Smit, Lutjewinkel f 4090; H. Moer
beek, De Kreil f 4050; K. Beek, Barsingerhorn f 4000
J Kossen, Barsingerhorn f 3969; P. Eriks, Barsin
gerhorn f 3785; A. Droog, Kolhorn f 3737.
BRUTALE AANSLAG.
Dezer dagen is een zeer brutale aanslag gepleegd op
generaal Sitin, hel hoofd van de gendarmerie in hel
gouvernement Kielee (Russisch-Polen). Deze generaal
is wegens zijn onmenschelijke gestrengheid zeer ge
haat. Met zijn familie nu keerde generaal Sitin onlangs
in drie rijtuigen van een in de nabijheid van Kiclce
gelegen badplaats, naar deze stad terug. In het eerste
rijtuig bevond zich de vrouw van den generaal met
haar oudste en jongste dochter, in het tweede de ge
neraal met zijn andere dochter, Lydia. Zij waren on
geveer halverwege toen zij op den weg twee jonge
jonge mannen opmerkten, .die blijkbaar niet op de
reizigers Ietten. Toen echter het eerste rijtuig voorbij
was en het tweede naderde, haalden de beide mannen
plotseling hun revolvers le voorschijn en In-gonneti zij
op de reizigers te vuren.
De eerste kogel trof de dochter van den generaal,
Lydia in den slaap, zoodat hel meisje onmiddellijk
gedood werd, de overige kogels troffen den generaal
m de long en brachten den koetsier zware wonden
loe. Toen de daad volbracht was namen de aanvallers
de vlucht. Intusschen was het eerste rijtuig terugge
keerd en brachten vrouw en dochters van den ge
wonde de eerste hulp.
De aanvallers zijn nog niet ontdekt. Wel werden
eenigen tijd na den aanslag een paar jongelieden door
de politie bij Kielee aangehouden, maar als eenig ant
woord. trokken zij hun revolvers en schoten zjj den
beambte neer. Na dien heeft men geen spoor meer
gevonden.
LEVEND BEGRAVEN.
In het kanton St. Gallen heerscht groote spanning
over het lot van een jongen werkman, die levend
begraven is.
Zooals we gemeld hebben, is Dinsdag van de vo
rige week, 's avonds 8 uur, de Bruggwaldtunnel van
den in aanleg zijnden spoorweg Toggenburg meer
van Constans over een lengte van 25 meter ingestort.
Twee werklieden ontkwamen, vijf werden gewond uit
de tunnel gehaald, van negen kon worden vastge
steld, dat ze waren omgekomen; terwijl er nog zes of
zeven man werden vermist. Het reddingswerk werd
zeer bemoeilijkt door nieuwe instortingen van het
tunnelgewelf en zijn ten slotte geheel opgegeven.
In 't laatst van de vorige week liep er een gerucht,
dat men een mensehenstem in de tunnel gehoord
zou hebben, maar met allen nadruk werd toen de
mogelijkheid ontkend, dat er nog een levende in
de tunnel zou kunnen zijn.
Dinsdagochtend vroeg echter hoorden werklieden,
bezig met het opruimen van puin in de tunnel, dui
delijk hulpgeroep. Een oogenblik waren zij heelemaal
de kluts kwijt. Daarna riepen zij terug en zij wer
den toen gewaar, dat de man, die hulp geroepen had,
was de 22-jarige Giovanni Pedersoli. De hoofdinge
nieur Mast werd gehaald, die daarop, wat geen der
werklieden had gedurfd, in een gat kroop om dichter
bij den man te komen. De heer Mast kon toen met
Pedersoli praten en vernam van hem, dat hij geen
noemenswaardig letsel had gekregen, bij een wagen
was ingesloten, maar nog een kleine ruimte had om
zich te bewegen. Hij klaagde over honger.
Men heeft toen overwogen, of het niet mogelijk
zou zijn, den man oogenblikkelijk door een pijp voed
sel toe te voeren; toen dit zeer bezwaarlijk bleek,
is met groote haast begonnen met het graven van
een gat door de ingestorte aardmassa.
't Levensgevaarlijke werk vorderde maar langzaam,
vooral toen men stuitte op balken, die in kleine
stukken gezaagd moesten worden. Vervolgens stuitte
men op wagens, waaromheen moest worden gegraven.
Waar Pedersoli precies zit, weet men niet: links of
rechts, naast of onder een wagen.
Blijkens een bericht van gisteren was men er toen
nog niet in geslaagd, den man te redden. Wel wist
I men, dat hij nog leefde: 's morgens had men nog
duidelijk zijn stem gehoord.
Later meldt men:
De hoop om den in den ingestorten Bruggwaldtun
nel levend begravene nog te redden is niet opgegeven.
Het reddingswerk, hoe moeilijk en gevaarlijk het ook
is, wordt met kracht voortgezet. Woensdagmiddag gaf
de man weer een levensteeken en 'antwoordde hij
nog .Hij deelde mede dat hij ongedeerd is en onge
veer drie meter bewegingsruimte heeft, daar op de
plaats waar hij zich bevindt blijkbaar de steunbalken
van den tunnel niet zijn bezweken. Hij had alleen
gebrek aan voedsel, licht en aan werktuigen om zelf
aan zijn bevrijding mede te werken. Om zijn dorst
te lesschen zoog hij de door het doorsijpelende wa
ter vochtige kleeren uit. De reddingsbrigade is voor
zien van buizen en slangen, om zoodra het mogelijk
is, den begravene levensmiddelen te kunnen doen toe
komen.
SLANGENVELLEN.
De Java-Bode schreef:
„De slangen, die lange, sterke, gevaarlijke dieren,
zij zijn toch nog ergens goed voor, en van hunne
huiden weet men, al is het niet gemakkelijk ze te
verkrijgen, zeer aardige en mooie voorwerpen te ma
ken; Portefeuilles, portemonnaies, boekjes, ja zelfs
schoenen, ziedaar voorwerpen, die het meest er van
worden vervaardigd. Tot dusver geschiedde de ver
vaardiging van deze voorwerpen hoofdzakelijk in Eu
ropa. Frankrijk, Duitschland, Engeland en ook Wee-
nen hebben geen onbeteekenende fabrieken. De ex-
1 port van slangenvellen vormt dan ook in tropische
landen geen onbelangrijken tak van handel; ook Java
voert veel slangenhuiden uit. Verscheidene firma's op
J Java houden zich geregeld met de export van onbe-
I reide slangenvellen bezig en bewerkt komen ze dan in
den vorm van voorwerpen van allerlei aard hier te
rug. Hoe verkrijgt men die slangenvellen? Helaas, op
i een wreede manier. Met stokken en haken wordt op
de slangen jacht gemaakt. Vallen worden nog weinig
gebruikt doch komen meer en meer in zwang. Uit
i vele wonden bloedend, vervoeren de Javanen (de bes-
i te slangen jagers naar men ons vertelde) de slangen
in manden naar hunne woningen in het binnenland.
Men spant de slangen dan tusschen twee boomen of
palen en zij worden dan het is gruwzaam wreed,
maar volgens de Javanen niet anders mogelijk als
palingen, levend gevild .De vellen worden in de zon
gedroogd pn vervolgens, naar de lengte gemeten en
de kleur geoordeeld, aan de exporteurs verkocht.
De familie Benielli alhier, die wij elders in verband
met de schoenenindustrie noemen, neemt sinds ge-
ruimen tijd proeven met slangenvellen, door de ver
werking van de huiden, die voorheen in Europa ge
schiedde, thans hier te doen plaats hebben. Men
heeft een procédé voor het looien der huiden uitge
vonden en is er in geslaagd de huid te verwerken tot
i leer van een buitengewone fijne en soepele qualiteit.
Schoenen, taschjes en andere dergelijke voorwerpen
zijn reeds van dit slangenleer vervaardigd en voldoen
uitstekend. Wij waren ln de gelegenheid om een col-
I lectie van hier bereide slangenvellen te zien; het is
zeer merkwaardig hoe zacht en fijn geteekend dit leer
is en bovendien hoe sterk.
ln een huid vau 7 meter lengte zagen wij hier en
daar enkele gaten en wij vernamen, dat deze er in
gekomen waren bij het vangen. Toen vroegen wij ook
of het waar was dat die dieren levend gevild werden.
De heer Benielli bevestigde ons dit, doch gaf ons
tevens de verzekering, dat hij alles in het werk
stelde om dit misbruik tegen te gaan. Tegenwoordig
liet hij de slangen levend bij hem aan de fabriek bren
gen, daar werden zij gedood en vervplgens dadelijk
gevild. Bij leveranties aan fabrieken kan het villen
gecontroleerd worden, maar in het binnenland gaat
zulks moeilijk. Toch mag men verwachten, dat, nu
men hier ook met de verwerking der huiden gaat be
ginnen, ook meer en hoogere eischen aan de slangen
jagers zal kunnen gaan stellen.
Men zegt wel eens, dat het levend villen nood
zakelijk zou zijn om de huid gemakkelijk en fraai
in handen te krijgen, maar dit is niet zoo. De heer
Benielli verzekerde ons, dat het in het geheel niet
noodig is en bij hem tegenwoordig ook niet gebeurt.
Het is wel goed dit bekend te maken, aangezien
zich anders bij velen een tegenzin tegen deze industrie
zou kunnen vormen, welke haar vee) kwaad zou doen.
ln buitenlandsche bladen, onlangs nog in de China
Gazette" van den 19en April (ons uit Sjanghai toege
zonden) is de aandacht op deze wreede praktijken op
Java beoefend, gevestigd. Het doet ons genoegen, die
beschuldigingen, althans wat de Europeesche indus-
trieelen betreft, te kunnen tegenspreken."
iBBA.taA ap appatqosaS .ia.\snp jox pSip.iuuA.i3A nap.ioAv
EEN ZEEMONSTER.
Eenige weken adal Messina door de ramp van de
aardbeving was geteisterd, vingen zeven visschers uil
Catania bij kaap Santa Croce een grooten dolfijn. Ter
wijl zij hem nog onder water hielden, zagen zij hooge
golven en een groot monster verscheen, dat den dol-
iijn eerst den staart afbecl en hem toen inslokte.
Toen de visschers waren bijgekomen van hun eersten
schrik, vervolgden zij hel monster, doodden het met
een harpoen en sleepten het naar de haven van Ca
tania. Zij openden het lichaam en ontdekten vol om
zetting de overblijfselen van menschclijke ledematen.
De directeur van het instituut van gerechtelijke ge
neeskunde, prof. Perrando. l>egon een onderzoek en
ontdekte dat de overblijfselen waren van drie verschil
lende personen, een man, een vrouw en een kind.
De man moet zoowat vijflig jaar oud zijn geweesl
en naar zijn zware laarzen en grove kousen le oor-
deeleu hebben behoord lot het voTk. Een stuk van
de kleeding der vrouw scheen ook 'te bewijzen, dat
zij lol het volk behoort. Het kind tnoel naar hel ske
let te oordeelen vijf of zes jaar oud zijn geweesl. Men
weet niet of de slachtoffers tot een zelfde' familie lw-
hoorden.
■Prof. Perrando besluit uil den toestand der ingewan
den. dat de armé slachtoffers op den morgen van de
aardbeving den 28en December hun dood vonden.
Waarschijnlijk werden zij levend opgegeten. Hun in
gewanden waren n.l. nog niet tot ontbinding overge-
gaan. Waarschijnlijk zijn zij door een golf in zee ge
worpen: en heeft dan het monster zc onmiddellijk ge
grepen.
Prof. Condarelli heefl geconstateerd, dat het monster
een „Carcharodon earcharias L" is, d.w.z. een groote
soort haai, die zieb hij Sicilië zelden in zee bevindt,
maar af en toe in de Straat van Messina een visschers-
boot aanvalt. In de Musea komen slechts weinig exem
plaren van deze visch voor, die zeer sterk is, steeds
honger schijnt te hebben én daarom zich met alles
voedt. In zijn maag vindt men stukken hout, naast
katten eu honden, pannen en koffiemolens en 'helaas
ook menschelijke ledematen. De zeelieden en reizi
gers Mie in de Middellandsche Zee overboord vallen,
worden bijna altijd 'zijn prooi.
EEN WRAAKNEMING.
Op minder aangename wijze is een feestmaal te Navia,
in de provincie Oviedo, verstoord.
Een groot grondbezitter zat met eenige vrienden in
zijn kasteel aan tafel ,toen plotseling door een venster
een bom op tafel werd geworpen. Het moordtuig sprong
uit elkaar en deed de aanzittenden onder hèt instor
tende.plafond geraken.
De gastheer, zijn echtgenoote, dochter en drie gas
ten waren onmiddellijk dood; vier andere geiuxxligden
zijn zoo ernslig gewond, dat men voor hun behoud
vreest.
Waarschijnlijk is hier een politieke wraakneming in
het spel.
geschied, God zij dank, nog vroeg genoeg.
Hermann ik kan mij heel levendig voorstellen, dat
het gebeurde je zeer veel leed doet, maar werkelijk
jongen trek het je niet te veel aan, verheug je er
om, dat Toni niet je vrouw is geworden, want met
haar zoudt ge nimmer gelukkig geworden zijn. Een
verloofde, die zoo gemakkelijk haar geliefde vrij laat,
en haar hart zoo vlug weer wegschenkt aan een an
der, weet niet wat liefde is, zij heeft het nooit ge
voeld. Wat twee menschen voor het geheele leven
moet verbinden en tot in den dood in trouw en ge
hechtheid moet doen stand houden, dat mag niet
door de eerste windvlaag worden omver geworpen.
Het was geen windvlaag, het was alleen nog maar
do wensch van haar vader, die zich had verrekend
in het voordeel dat zijn aanstaande schoonzoon hem
moest aanbrengen. Het was do speculatie van den
geldman, anders niet."
„Toni heeft dat niet geweten," riep Hermann uit.
die onafgebroken had toegeluisterd.
„Zeker niet, maar zij is toch niet sterk genoeg ge
bleken om den wil van haar vader te weerstaan."
„Wie weet welke middelen ook daartoe zijn aange
wend."
De blinde schudde langzaam het hoofd. „De ware
liefde is door geen enkel middel te vernietigen," zei-
de zij. „Wanneer gij wat kalmer zijt geworden, dan
zult ge mij zeggen, dat .k gelijk heb, en al zegt
ge het mij dan ook niet, denken zult ge het bepaald.
Uw vader is van dezelfde meenin(j en hij koestert
geen anderen wensch, dan u gelukkig te zien."
Eugen von Schoenroek was zeer tevreden over zijn
verloving, omdat hij zich inbeeldde, dat de geheele
stad alleen over hem sprak. De gedachte, dat zijn
verloofde een burgerlijke was, zette hij zoo ver mo
gelijk van zich af.
Tot Bülow maakte hij de opmerking, dat zij werke
lijk heel aardig was. Hij wilde nu zijn eigen vermogen
en dat van zijn schoonvader gebruiken om een groote
rol te spelen. Eger stelde hem enten dag zijn equi
page ter beschikking, en hij maakte daarvan rijkelijk
gebruik. Hij schepte er bijzonder veel behagen in,
wanneer hij den overste ontmoette, trotsch in het rij
tuig te gaan zitten en dt.i overste tartend aan te
zien, zonder hem te groeten.
„Ik zal hem ergeren," zeide hij tot Toni. „Die
man rijdt een afschuwelijk paard en draagt het hoofd
zoo hoog, alsof hij generaal was! Bespottelijk! Wan
neer wij gehuwd zijn, zal ik veel partijen geven, maar
die man zal mijn drempel niet betreden."
Midden in deze opgeruimde stemming ontving hij
een brief, die hem een geheel andere wijs voorzong.
De brief was namelijk van zijn moeder, die reeds
sedert verscheidene maanden in Engeland vertoefde,
om in het proces, dat reeds sedert jaren tegen haar
om hare bezittingen, groote mijnwerken, gevoerd werd
met haar advokaat beter te kunnen beraadslagen.
Zij schreef:
„Mijn geliefde Eugen, mijn zoon!
„Gisteren is het proces afgeloopen. Mij ontbrak de
kracht, u te schrijven, en ook heden gevoel ik mij
nog zoo zwak, dat ik ternauwernood de pen kan vast
houden. Voor ons is alles verloren onze tegen
standers hebben overwonnen het is ontzettend,
want er blijft mij geen hoop meei over, daar deze uit
spraak beslissend is! Ik zou dit verlies niet dragen,
wanneer mij niet de gedachte aan u, mijn zoon, aan
het leven bond.
„Nog kan ik het niet begrijpen, dat ik zoo ineens
een bedelares ben geworden. Mijn tegenpartij is zelfs
het recht toegekend, alles van mij terug te eischen,
wat ik sedert jaren uit de mijnen ontving; ik kan
het hun niet geven, omdat ik niets meer bezit. Ik
heb het aan hunne grootmoedigheid te danken, dat
zij mij mijne goederen laten behouden, zoodat ik door
deze te verkoopen, eenigen tijd mijn leven kan ver
lengen. Het buigt mij diep ter neder, deze grootmoe
digheid te moeten aannemen, en toch ben ik daartoe
gedwongen. Mijn arm hoofd kan dat alles evenwel
nog niet begrijpen ik denk aan u, gij zijt van uw
jeugd af verwend, ik heb u in uwe uitgaven nooit
beperkt nu kan ik u niets meer geven. Uwe ver
loving stelt mij gerust, want de vader uwer beminde
is immers een rijk man. Gij zult u wel is waar eenigs-
zins moeten matigen, doch uw toekomst is toch ver
zekerd. Handel verstandig, Eugen, en tracht het lot,
dat ons zoo zwaar treft, geheim te houden; uw aan
staande schoonvader mag het in geen geval verne
men. Zoek uw huwelijk te bespoedigen. Mijn advo
kaat, Dr. Samson, heeft getoond voor mij een waar
vriend te zijn, ofschoon ik hem voor zijne moeiten
niet eens beloonen kan.
„Aan zijn tussehenkomst heb ik het te danken,
dat de uitslag van het proces niet door de dagbladen
openbaar wordt gemaakt. Dr. Samson heeft gisteren
aan onzen bankier in de residentie geschreven, dat ik
u voorshands het noodige geld van hier zend, want
ook hij mag de waarheid niet vernemen. Denk, onge
lukkige zoon, niet aan uw rampzalige moeder, voor
wie er geen redding meer is, maar denk alleen aan
u, aan uw toekomst. Vertoon aau uw verloofde en
haar vader een opgeruimd gelaat en bespoedig de vol
trekking van uw huwelijk. Zoolang niemand het ont
zettende vermoedt, zult gij tenminste crediet heb
ben, maak daarvan een wijs gebruik.
„Verbrand dezen brief dadelijk, opdat niemand bui
ten u hem leze. Ontvang een kus van
Uwe ongelukkige Moeder."
Het bloed was uit Schoenrock's gelaat geweken,
onafgebroken staarde hij op die regels, die hem het
noodlottige bericht verkondden. Het proces, dat reeds
sedert jaren tegen zijn moeder begonnen was, had
hem weinig belang ingeboezemd, omdat hij het voor
onmogelijk hield, dat zijn moeder het proces kon
verliezen. Van zijn jeugd af verwend, had hij altijd
zooveel geld te zijner beschikking gehad, als hij
wenschte, en de gedachte, dat het eens anders zou
kunnen worden, was niet bij hem opgekomen.
Nu was datgene, wat hij voor onmogelijk had ge
houden, op eens werkelijkheid geworden. En hij kon
er niet aan twijfelen, daar hij zijn moeder te goed
kende en hij wist, dat zij hem dat niet zou geschre
ven hebben, wanneer er ook nog maar een schijn
van hoop was geweest.
Een zware zucht ontsnapte aan zijn borst. Hij zag
in, dat er in zijn levenswijze eene verandering moest
komen, maar hoe dat mogelijk was, begreep hij toch
niet, want hij geloofde niets te kunnen ontberen. De
weelde en de verkwisting waren voor hem niet alleen
gewoonten, maar ook behoeften geworden.
Toen dacht hij aan Eger en in zijn lichtzinnigheid
keerde zijn goed humeur terug. De handelsraad was
immers rijk, die moest hem het noodige geld geven.
De gedachte, dat hij een lui leven zou leiden van
het geld zijner vrouw, had voor hem niets beleedi-
gends en vernederends, daartegen kwam zijn eerge
voel nu niet op. Bespottelijk! Eger moest het zich
immers tot een eer rekenen, dat hij een adellijken
schoonzoon kreeg.
Kalmer geworden las hij den brief van zijn moe
der nog eens over en hij lachte dat de slimme vrouw
aan alles had gedacht. Zij had gelijk. Eger mocht
voorloopig niets bemerken, hij moest hem trachten
te bedriegen en het huwelijk doorzetten. Was Toni
eenmaal zijn vrouw, dan was het hem onverschillig of
haar vader een bedremmeld gezicht zette. Hij be
sloot dan ook den raad zijner moeder te volgen en
een onbevangen, opgeruimd gelaat te toonen.
Het was een eigenaardig toeval, dat op den dag,
waarop Schoenrock bericht ontving, dat hij alles had
verloren, ook Eger een zeer gevoelig verlies leed. In
den laatsten tijd waren eenige zijner ondernemingen
geheel en al mislukt; het geluk dat hem jarenlang tei
zijde had gestaan, scheen hem op eenmaal den rug
te hebben toegekeerd.
Hij was er evenwel verre van om den moed te
laten zakken, want hij had van zijn zaakkennis een