I' Soldaten=eer. FEUILLETON. Plaatselijk Nieuws. Zaterdag 3 Juli 1909. 53e Jaargang. No. 4532. VIERDE BLAD. INGEZONDEN. Gemengd Nieuws. .iiii i i 1 AAN IJK KIEZERS VAN BAIiSINGERHOItN, KOI,- HOliN EN HARINGHUIZEN. Over eenige degen wachl ons weer de stembus. I Is dezen keer eene verkiezing voor den Gemeente raad, die onze aandacht vraagt. Op het biljet, den kiezers tnuis bezorgd, komen de namen voor van twee zittende gemeenteraadsleden, de heeren k. Jonker en (i. Smit, benevens de naam van een nieuwen candidaal. den heer D. Langedijk. Ben ik wel ingelicht, dan is de bedoeling der ean- didaatstellers den heer Langedijk te plaatsen tegen over den heer Jonker, die, naar wordt beweerd, om zijne functie van Armbestuurslid door enkelen minder geschikt wordt geacht voor den gemeenteraad. In de kiesvereeniging, die alhier dit voorjaar ter ruste ging, maakte de vereenigbaarhcid der funeliPn van raads- en armbestuurslid meermalen een punt uil van langdurige bespreking en bij die gelegenheden werd steeds dit argument aangevoerd ,.De gemeenteraadsleden moeien de rekeningen na zien .van het armbestuur. De eersten zullen hiertoe beter in staat zijn, wanneer in hun midden geen le den van het armbestuur zitting hébben. Nu lijkt dit argument mij weinig anders dan eene drogreden, zoolang de armbesluursleden in den ge meenteraad eene kleine minderheid vormen, zooals dii in onze gemeente het geval is, n.l. Iwee van de zeven. Steeds toch zullen de gemeenteraadsleden, die slaan buiten hel armbestuur, de arm voogdij-re koningen heb ben na te zien .zooals dit ook in onze gemeente tol herten steeds is geschied en nog wel in eene bijeen komst, waarbij geen armbestuurslid tegenwoordig was. Vinden nu de commissieleden uil den gemeenteraad in de annvoogdijrekeningen iets, wal hen dwingt nadere opheldering te vragen, mij dunkt, dan zijn zij hiertoe in de volgende gemeenteraadszitting volkomen in staat juist door de tegenwoordigheid van twee armbestuurs leden. En mocht nu Ier eeniger lijd eene commissie uil den gemeenteraad fouten vinden in de rekening van ons armbestuur, met groote gerustheid kan zij deze fouten in den raad openbaar maken, immers de groote meerderheid van niet-armbestuursieuen, (5 tegen 2) is waarborg genoeg voor een eerlijke^ onpartijdige behan deling. Bovendien zijn de raadszittingen openbaar, voor ieder toegankelijk en is de pers tegenwoordig, welker verslagen zoo noodig den kiezers de oogen kunnen openen. Voldoende meen ik hiermede aangetoond te hebben, dat de tegenwoordige toesland niet het minste gevaar oplevert; ik meen zelfs een stapje verder te mogen gaan en te beweren, dal de vertegenwoordiging van hel armbestuur in aen gemeenteraad groot voordeel biedt. liet burgerlijk armbestuur toch is eene instelling van burgerlijken aard. destijds door het burgerlijk gezag, nu de gemeenteraad, ingesteld. Reeds uit dezen oorsprong blijkt duidelijk, welk een belangrijk onderdeel van den gemeentedienst het armwezen vormt. Noodzakelijk moeten dan ook zaken, rakende dit armwezen, af en toe bij den gemeenteraad in behan deling komen en dan zal het oordeel, dat de raads leden zich daarover hebben te vormen, beslist juister zijn door de voorlichting hunner collega's, die ais arm voogden volkomen met het gemeentelijk armwezen op de hoogte zijn. In tal van groote gemeenten van ons land, waar een burgerlijk armbestuur is ingesteld, heeft men dit be grepen en is gewoonlijk een der wethouders, soms een raadslid, voorzitter van het burgerlijk armbestuur. Bedriegt mijn geheugen mij niet, dan was ook in eene mijner vorige woonplaatsen, n.l. in de stad Zaan dam. bij verordening voorgeschreven, dat een der raads leden voorzitter moest zijn van het burgerlijk armbe stuur. Het komt mij daarom voor in het belang te zijn onzer gemeente, den ouden toestand te bestendigen en den heer Jonker te herkiezen. In de hoop. dat het bovenstaande iets zal mogen bijdragen, om de kiezers op de hoogte te brengen van den toestand, dank ik U, mijnheer de redacteur voor de welwillende opname. Hoogachtend, Uw Dw. Dn., W. DE BOER. Kolhorn. 3 Juli 1909. 32 HOOFDSTUK XXI. Kalinka's verdwijnen behoorde reeds tot het oude nieuws. De meesten met wie Kalinka had omgegaan, deelden het gevoelen van Schoenrock, al spraken zij er zich ook niet over uit. Het was hun toch hoogst onaangenaam, om een man van zulk een geringe af komst in hun kringen geduld te hebben. De verloving van Schoenrock met Tonia Eger baar- ook weinig opzien. Slechts éen persoon was daar- JlDia/diep geschokt: Hermann Kalsbach. Zijn hart t'cjy i Tonia nog niet vergeten en zij aan wier liefde zoo vast had geloofd, had reeds na zulk een >pjrte poos haar hart geschonken aan den man die zijn vijand was geweest en nog was. Het was zijn blinde grootmoeder die hem het meest troostte en moed insprak. „Kind," sprak zij, terwijl zij zijn hand vast in de hare drukte, „achter mij ligt een lang leven vol rijke ervaringen en die hebben mij de vaste overtuiging ge geven, dat alleen die menschen gelukkig met elkaar kunnen worden, die bij elkander passen. Toen gij u verloofdet met de dochter van Eger, heb ik u geluk gewenscht, maar in het geheim heb ik gevreesd voor uw geluk. Ik kende het meisje niet, doch wat ik va» haar hoorde, dat beviel mij niet recht. Maar nietwaar, ik kon verkeerd ingelicht zijn maar er was ook nog iets anders, dat mij zeer beangstigde. Jouw vader en Eger zijn tegenstanden, in al hun denken en voelen. Wat Eger voor gerechtigd en geoorloofd houdt, heeft uw vader als oneerlijk bestreden, en waarin Eger zijn eer stelt, dat houdt uw vader met recht voor een dwaasheid. Dat zijn tegenstellingen, die nimmer tot elkander kunnen worden gebracht, want zij hebben hun invloed doen gelden op de beide karakters, zij zÜn als het ware in het bloed opgenomen, en datzelfd bloed stroomt in de aderen van jou en Egers doch ter. Ik wil evenwel guarne gelooven, dat het hart van het meisje goed was, want anders zoudt gij u wel licht nooit met haar hebben verloofd, maar toch beste jongen is zij opgegroeid onder de leiding en invloed van haar vader en dat kan toch niet die oprechtheid en zelfstandigheid in zich dragen, die u aangeboren 's- Ik zag verwikkelingen ontstaan, waartegen 't hart van het meisje niet zou zijn opgewassen en daarom vreesde ik voor Jouw geluk. Wat ik voorzag, dat is Ie COOPEltATIEVK VEREENIÖING. Donderdagmorgen vergaderde in Cérès de Eerste Coö peratieve Vereenigiug tot aankoop van veevoeder, enz. De lieer K. Koster Hz. opende niet een gepast woord de vergadering, waarna de lieer C. kooij, administra teur, de notulen las, die onveranderd werden goedge keurd. De financieele commissie, beslaande uit de heeren I). Hoogland, Dirkshom, K. Wil, Scliagen en Jb. Bak ker, Anna Paulowna, rapporteerde bij monde van den laatste, dal de rekening en verantwoording in goede orde was De .vergadering keurde haar goed. De ontvang sten waren t 88U02.07*, de uitgaven 1 S6729.375 dus hel batig slot 1273.30, bier moest nog at f 687.DB voor korting aan de leden I 687.63, zoodat liet kas saldo der vereenigiug bleef I ">85.67, een vooruitgang van f 42.335. Door de vereenigiug is afgeleverd 672000 K.G. lijn koeken, 136850 K.G. 1 iiomasphospliaat, 32600 K.G. kat niet, 129150 K.G. superpliosphaat. 22200 K.G. eiiili, 1502 K.G. lijnkockstof. Oj) 1 levering van lijnkoeken is korting toegepast. Het Jaarverslag noemt den toestand, der vereenigiug zeer gunstig, in alle artikelen is de omzet dit jaar hon ger. Bedankt hebben 19 leden, toegetreden zijn er 22 nieuwe, het ledental steeg van 271 lot 277. Wie de totale ontvangst vorig jaar f 77785.42, dil jaar t 88002.67*; deze vermeerder'ng is eensdeels toe te schrijven pan ceil jjrooteren om/el, anderdeels aan den hongeren prijs der lijnkoeken^ cue verschilt van f 10.35 tot f 11. Met op 1 na algemeene stemmen werd de heer ,C. v. d. Oord herbenoemd tot commissaris. Tot leilen der financieelecommissie voor het vol gend jaar werden benoemd de heeren D. Hoogland, Dirkshom, K. Blaauboer. Schagen en II. Kaan, Anna Paulowna. Algemeen was men er voor ,dat de Vereenigiug zich aansloot bij de Algemeene Handelsvoorwaarden. Een zomerleven ng van lijnkoeken zal plaats heb ben en tevens zal onderzocht worden of gedroogde pulp ook in aanmerking kan komen voor veevoeder, om dat uil alles is at te leiden, dat de oogst van het 'veevoer dil jaar niet schitterend zal zijn. Hierna sluiting. VROUWENKIESRECHT. Donderdag 1 Juli hield de afdeeling Schagen van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht een flink bezochte ledenvergadering, op de bovenzaal van den heer B. Kaan. Na opening werden door de secretaresse de notulen voorgelezen, welke werden .goedgekeurd. Daarna wer den de ingekomen stukken voorgelezen en voor ken nisgeving aangenomen. Nadat de beschrijvingsbrief, voor de 11 Juli a.s. te honden zonierverjjadcring, welke te Arnhem zal plaats hebben, behanueld was, werd na eenij stemmen lot afgevaardigde naar bovengen, vergadering benoemd mevr. A. Wiglama—Eriks en lot plaatsvervangster mevr. N. Roggeveen—Stammes, die uciden deze benoeming aannamen. Daarna volgde benoeming van een bestuurslid, we gens bedanken van mej. Atcma; in baar plaats werd benoemd mej. H. v. Albada, die niet aanwezig was. maar haar zal hiervan worden kennis gegeven en ge vraagd of ze deze benoeming aanneemt. "Hiermede was de agenda teneinde en werd door rngj. J. Roggeveen op verdienstelijke wijze voorgelezenaar- om heeft de werkende vrouw het kiesrecht noodig'?"; en stelde mej. T. Roggeveen zich beschikbaar een vól genden keer iels ter vergadering voor te lezen. Mét een woord van dank aan de leden voor hunne goede opkomst en vooral aan den lieer Nobel voor zijn welwillendheid met de a.s. winterpropuganda, waar voor de heer Nobel zich bereid verklaarde ons te willen inlichten met verschillende staathuishoudelijke zaken, sloot de Presidente de vergadering. AANBESTEDING. De houw van een huismanswoning onder Winkel aan den Westfrieschen dijk, is gegund aan den heer A. Droog te Kolhorn voor f 3737. Inschrijvers waren de heeren: K. Bakker, Win kel f 4262; P. Smit, Lutjewinkel f 4090; H. Moer beek, De Kreil f 4050; K. Beek, Barsingerhorn f 4000 J Kossen, Barsingerhorn f 3969; P. Eriks, Barsin gerhorn f 3785; A. Droog, Kolhorn f 3737. BRUTALE AANSLAG. Dezer dagen is een zeer brutale aanslag gepleegd op generaal Sitin, hel hoofd van de gendarmerie in hel gouvernement Kielee (Russisch-Polen). Deze generaal is wegens zijn onmenschelijke gestrengheid zeer ge haat. Met zijn familie nu keerde generaal Sitin onlangs in drie rijtuigen van een in de nabijheid van Kiclce gelegen badplaats, naar deze stad terug. In het eerste rijtuig bevond zich de vrouw van den generaal met haar oudste en jongste dochter, in het tweede de ge neraal met zijn andere dochter, Lydia. Zij waren on geveer halverwege toen zij op den weg twee jonge jonge mannen opmerkten, .die blijkbaar niet op de reizigers Ietten. Toen echter het eerste rijtuig voorbij was en het tweede naderde, haalden de beide mannen plotseling hun revolvers le voorschijn en In-gonneti zij op de reizigers te vuren. De eerste kogel trof de dochter van den generaal, Lydia in den slaap, zoodat hel meisje onmiddellijk gedood werd, de overige kogels troffen den generaal m de long en brachten den koetsier zware wonden loe. Toen de daad volbracht was namen de aanvallers de vlucht. Intusschen was het eerste rijtuig terugge keerd en brachten vrouw en dochters van den ge wonde de eerste hulp. De aanvallers zijn nog niet ontdekt. Wel werden eenigen tijd na den aanslag een paar jongelieden door de politie bij Kielee aangehouden, maar als eenig ant woord. trokken zij hun revolvers en schoten zjj den beambte neer. Na dien heeft men geen spoor meer gevonden. LEVEND BEGRAVEN. In het kanton St. Gallen heerscht groote spanning over het lot van een jongen werkman, die levend begraven is. Zooals we gemeld hebben, is Dinsdag van de vo rige week, 's avonds 8 uur, de Bruggwaldtunnel van den in aanleg zijnden spoorweg Toggenburg meer van Constans over een lengte van 25 meter ingestort. Twee werklieden ontkwamen, vijf werden gewond uit de tunnel gehaald, van negen kon worden vastge steld, dat ze waren omgekomen; terwijl er nog zes of zeven man werden vermist. Het reddingswerk werd zeer bemoeilijkt door nieuwe instortingen van het tunnelgewelf en zijn ten slotte geheel opgegeven. In 't laatst van de vorige week liep er een gerucht, dat men een mensehenstem in de tunnel gehoord zou hebben, maar met allen nadruk werd toen de mogelijkheid ontkend, dat er nog een levende in de tunnel zou kunnen zijn. Dinsdagochtend vroeg echter hoorden werklieden, bezig met het opruimen van puin in de tunnel, dui delijk hulpgeroep. Een oogenblik waren zij heelemaal de kluts kwijt. Daarna riepen zij terug en zij wer den toen gewaar, dat de man, die hulp geroepen had, was de 22-jarige Giovanni Pedersoli. De hoofdinge nieur Mast werd gehaald, die daarop, wat geen der werklieden had gedurfd, in een gat kroop om dichter bij den man te komen. De heer Mast kon toen met Pedersoli praten en vernam van hem, dat hij geen noemenswaardig letsel had gekregen, bij een wagen was ingesloten, maar nog een kleine ruimte had om zich te bewegen. Hij klaagde over honger. Men heeft toen overwogen, of het niet mogelijk zou zijn, den man oogenblikkelijk door een pijp voed sel toe te voeren; toen dit zeer bezwaarlijk bleek, is met groote haast begonnen met het graven van een gat door de ingestorte aardmassa. 't Levensgevaarlijke werk vorderde maar langzaam, vooral toen men stuitte op balken, die in kleine stukken gezaagd moesten worden. Vervolgens stuitte men op wagens, waaromheen moest worden gegraven. Waar Pedersoli precies zit, weet men niet: links of rechts, naast of onder een wagen. Blijkens een bericht van gisteren was men er toen nog niet in geslaagd, den man te redden. Wel wist I men, dat hij nog leefde: 's morgens had men nog duidelijk zijn stem gehoord. Later meldt men: De hoop om den in den ingestorten Bruggwaldtun nel levend begravene nog te redden is niet opgegeven. Het reddingswerk, hoe moeilijk en gevaarlijk het ook is, wordt met kracht voortgezet. Woensdagmiddag gaf de man weer een levensteeken en 'antwoordde hij nog .Hij deelde mede dat hij ongedeerd is en onge veer drie meter bewegingsruimte heeft, daar op de plaats waar hij zich bevindt blijkbaar de steunbalken van den tunnel niet zijn bezweken. Hij had alleen gebrek aan voedsel, licht en aan werktuigen om zelf aan zijn bevrijding mede te werken. Om zijn dorst te lesschen zoog hij de door het doorsijpelende wa ter vochtige kleeren uit. De reddingsbrigade is voor zien van buizen en slangen, om zoodra het mogelijk is, den begravene levensmiddelen te kunnen doen toe komen. SLANGENVELLEN. De Java-Bode schreef: „De slangen, die lange, sterke, gevaarlijke dieren, zij zijn toch nog ergens goed voor, en van hunne huiden weet men, al is het niet gemakkelijk ze te verkrijgen, zeer aardige en mooie voorwerpen te ma ken; Portefeuilles, portemonnaies, boekjes, ja zelfs schoenen, ziedaar voorwerpen, die het meest er van worden vervaardigd. Tot dusver geschiedde de ver vaardiging van deze voorwerpen hoofdzakelijk in Eu ropa. Frankrijk, Duitschland, Engeland en ook Wee- nen hebben geen onbeteekenende fabrieken. De ex- 1 port van slangenvellen vormt dan ook in tropische landen geen onbelangrijken tak van handel; ook Java voert veel slangenhuiden uit. Verscheidene firma's op J Java houden zich geregeld met de export van onbe- I reide slangenvellen bezig en bewerkt komen ze dan in den vorm van voorwerpen van allerlei aard hier te rug. Hoe verkrijgt men die slangenvellen? Helaas, op i een wreede manier. Met stokken en haken wordt op de slangen jacht gemaakt. Vallen worden nog weinig gebruikt doch komen meer en meer in zwang. Uit i vele wonden bloedend, vervoeren de Javanen (de bes- i te slangen jagers naar men ons vertelde) de slangen in manden naar hunne woningen in het binnenland. Men spant de slangen dan tusschen twee boomen of palen en zij worden dan het is gruwzaam wreed, maar volgens de Javanen niet anders mogelijk als palingen, levend gevild .De vellen worden in de zon gedroogd pn vervolgens, naar de lengte gemeten en de kleur geoordeeld, aan de exporteurs verkocht. De familie Benielli alhier, die wij elders in verband met de schoenenindustrie noemen, neemt sinds ge- ruimen tijd proeven met slangenvellen, door de ver werking van de huiden, die voorheen in Europa ge schiedde, thans hier te doen plaats hebben. Men heeft een procédé voor het looien der huiden uitge vonden en is er in geslaagd de huid te verwerken tot i leer van een buitengewone fijne en soepele qualiteit. Schoenen, taschjes en andere dergelijke voorwerpen zijn reeds van dit slangenleer vervaardigd en voldoen uitstekend. Wij waren ln de gelegenheid om een col- I lectie van hier bereide slangenvellen te zien; het is zeer merkwaardig hoe zacht en fijn geteekend dit leer is en bovendien hoe sterk. ln een huid vau 7 meter lengte zagen wij hier en daar enkele gaten en wij vernamen, dat deze er in gekomen waren bij het vangen. Toen vroegen wij ook of het waar was dat die dieren levend gevild werden. De heer Benielli bevestigde ons dit, doch gaf ons tevens de verzekering, dat hij alles in het werk stelde om dit misbruik tegen te gaan. Tegenwoordig liet hij de slangen levend bij hem aan de fabriek bren gen, daar werden zij gedood en vervplgens dadelijk gevild. Bij leveranties aan fabrieken kan het villen gecontroleerd worden, maar in het binnenland gaat zulks moeilijk. Toch mag men verwachten, dat, nu men hier ook met de verwerking der huiden gaat be ginnen, ook meer en hoogere eischen aan de slangen jagers zal kunnen gaan stellen. Men zegt wel eens, dat het levend villen nood zakelijk zou zijn om de huid gemakkelijk en fraai in handen te krijgen, maar dit is niet zoo. De heer Benielli verzekerde ons, dat het in het geheel niet noodig is en bij hem tegenwoordig ook niet gebeurt. Het is wel goed dit bekend te maken, aangezien zich anders bij velen een tegenzin tegen deze industrie zou kunnen vormen, welke haar vee) kwaad zou doen. ln buitenlandsche bladen, onlangs nog in de China Gazette" van den 19en April (ons uit Sjanghai toege zonden) is de aandacht op deze wreede praktijken op Java beoefend, gevestigd. Het doet ons genoegen, die beschuldigingen, althans wat de Europeesche indus- trieelen betreft, te kunnen tegenspreken." iBBA.taA ap appatqosaS .ia.\snp jox pSip.iuuA.i3A nap.ioAv EEN ZEEMONSTER. Eenige weken adal Messina door de ramp van de aardbeving was geteisterd, vingen zeven visschers uil Catania bij kaap Santa Croce een grooten dolfijn. Ter wijl zij hem nog onder water hielden, zagen zij hooge golven en een groot monster verscheen, dat den dol- iijn eerst den staart afbecl en hem toen inslokte. Toen de visschers waren bijgekomen van hun eersten schrik, vervolgden zij hel monster, doodden het met een harpoen en sleepten het naar de haven van Ca tania. Zij openden het lichaam en ontdekten vol om zetting de overblijfselen van menschclijke ledematen. De directeur van het instituut van gerechtelijke ge neeskunde, prof. Perrando. l>egon een onderzoek en ontdekte dat de overblijfselen waren van drie verschil lende personen, een man, een vrouw en een kind. De man moet zoowat vijflig jaar oud zijn geweesl en naar zijn zware laarzen en grove kousen le oor- deeleu hebben behoord lot het voTk. Een stuk van de kleeding der vrouw scheen ook 'te bewijzen, dat zij lol het volk behoort. Het kind tnoel naar hel ske let te oordeelen vijf of zes jaar oud zijn geweesl. Men weet niet of de slachtoffers tot een zelfde' familie lw- hoorden. ■Prof. Perrando besluit uil den toestand der ingewan den. dat de armé slachtoffers op den morgen van de aardbeving den 28en December hun dood vonden. Waarschijnlijk werden zij levend opgegeten. Hun in gewanden waren n.l. nog niet tot ontbinding overge- gaan. Waarschijnlijk zijn zij door een golf in zee ge worpen: en heeft dan het monster zc onmiddellijk ge grepen. Prof. Condarelli heefl geconstateerd, dat het monster een „Carcharodon earcharias L" is, d.w.z. een groote soort haai, die zieb hij Sicilië zelden in zee bevindt, maar af en toe in de Straat van Messina een visschers- boot aanvalt. In de Musea komen slechts weinig exem plaren van deze visch voor, die zeer sterk is, steeds honger schijnt te hebben én daarom zich met alles voedt. In zijn maag vindt men stukken hout, naast katten eu honden, pannen en koffiemolens en 'helaas ook menschelijke ledematen. De zeelieden en reizi gers Mie in de Middellandsche Zee overboord vallen, worden bijna altijd 'zijn prooi. EEN WRAAKNEMING. Op minder aangename wijze is een feestmaal te Navia, in de provincie Oviedo, verstoord. Een groot grondbezitter zat met eenige vrienden in zijn kasteel aan tafel ,toen plotseling door een venster een bom op tafel werd geworpen. Het moordtuig sprong uit elkaar en deed de aanzittenden onder hèt instor tende.plafond geraken. De gastheer, zijn echtgenoote, dochter en drie gas ten waren onmiddellijk dood; vier andere geiuxxligden zijn zoo ernslig gewond, dat men voor hun behoud vreest. Waarschijnlijk is hier een politieke wraakneming in het spel. geschied, God zij dank, nog vroeg genoeg. Hermann ik kan mij heel levendig voorstellen, dat het gebeurde je zeer veel leed doet, maar werkelijk jongen trek het je niet te veel aan, verheug je er om, dat Toni niet je vrouw is geworden, want met haar zoudt ge nimmer gelukkig geworden zijn. Een verloofde, die zoo gemakkelijk haar geliefde vrij laat, en haar hart zoo vlug weer wegschenkt aan een an der, weet niet wat liefde is, zij heeft het nooit ge voeld. Wat twee menschen voor het geheele leven moet verbinden en tot in den dood in trouw en ge hechtheid moet doen stand houden, dat mag niet door de eerste windvlaag worden omver geworpen. Het was geen windvlaag, het was alleen nog maar do wensch van haar vader, die zich had verrekend in het voordeel dat zijn aanstaande schoonzoon hem moest aanbrengen. Het was do speculatie van den geldman, anders niet." „Toni heeft dat niet geweten," riep Hermann uit. die onafgebroken had toegeluisterd. „Zeker niet, maar zij is toch niet sterk genoeg ge bleken om den wil van haar vader te weerstaan." „Wie weet welke middelen ook daartoe zijn aange wend." De blinde schudde langzaam het hoofd. „De ware liefde is door geen enkel middel te vernietigen," zei- de zij. „Wanneer gij wat kalmer zijt geworden, dan zult ge mij zeggen, dat .k gelijk heb, en al zegt ge het mij dan ook niet, denken zult ge het bepaald. Uw vader is van dezelfde meenin(j en hij koestert geen anderen wensch, dan u gelukkig te zien." Eugen von Schoenroek was zeer tevreden over zijn verloving, omdat hij zich inbeeldde, dat de geheele stad alleen over hem sprak. De gedachte, dat zijn verloofde een burgerlijke was, zette hij zoo ver mo gelijk van zich af. Tot Bülow maakte hij de opmerking, dat zij werke lijk heel aardig was. Hij wilde nu zijn eigen vermogen en dat van zijn schoonvader gebruiken om een groote rol te spelen. Eger stelde hem enten dag zijn equi page ter beschikking, en hij maakte daarvan rijkelijk gebruik. Hij schepte er bijzonder veel behagen in, wanneer hij den overste ontmoette, trotsch in het rij tuig te gaan zitten en dt.i overste tartend aan te zien, zonder hem te groeten. „Ik zal hem ergeren," zeide hij tot Toni. „Die man rijdt een afschuwelijk paard en draagt het hoofd zoo hoog, alsof hij generaal was! Bespottelijk! Wan neer wij gehuwd zijn, zal ik veel partijen geven, maar die man zal mijn drempel niet betreden." Midden in deze opgeruimde stemming ontving hij een brief, die hem een geheel andere wijs voorzong. De brief was namelijk van zijn moeder, die reeds sedert verscheidene maanden in Engeland vertoefde, om in het proces, dat reeds sedert jaren tegen haar om hare bezittingen, groote mijnwerken, gevoerd werd met haar advokaat beter te kunnen beraadslagen. Zij schreef: „Mijn geliefde Eugen, mijn zoon! „Gisteren is het proces afgeloopen. Mij ontbrak de kracht, u te schrijven, en ook heden gevoel ik mij nog zoo zwak, dat ik ternauwernood de pen kan vast houden. Voor ons is alles verloren onze tegen standers hebben overwonnen het is ontzettend, want er blijft mij geen hoop meei over, daar deze uit spraak beslissend is! Ik zou dit verlies niet dragen, wanneer mij niet de gedachte aan u, mijn zoon, aan het leven bond. „Nog kan ik het niet begrijpen, dat ik zoo ineens een bedelares ben geworden. Mijn tegenpartij is zelfs het recht toegekend, alles van mij terug te eischen, wat ik sedert jaren uit de mijnen ontving; ik kan het hun niet geven, omdat ik niets meer bezit. Ik heb het aan hunne grootmoedigheid te danken, dat zij mij mijne goederen laten behouden, zoodat ik door deze te verkoopen, eenigen tijd mijn leven kan ver lengen. Het buigt mij diep ter neder, deze grootmoe digheid te moeten aannemen, en toch ben ik daartoe gedwongen. Mijn arm hoofd kan dat alles evenwel nog niet begrijpen ik denk aan u, gij zijt van uw jeugd af verwend, ik heb u in uwe uitgaven nooit beperkt nu kan ik u niets meer geven. Uwe ver loving stelt mij gerust, want de vader uwer beminde is immers een rijk man. Gij zult u wel is waar eenigs- zins moeten matigen, doch uw toekomst is toch ver zekerd. Handel verstandig, Eugen, en tracht het lot, dat ons zoo zwaar treft, geheim te houden; uw aan staande schoonvader mag het in geen geval verne men. Zoek uw huwelijk te bespoedigen. Mijn advo kaat, Dr. Samson, heeft getoond voor mij een waar vriend te zijn, ofschoon ik hem voor zijne moeiten niet eens beloonen kan. „Aan zijn tussehenkomst heb ik het te danken, dat de uitslag van het proces niet door de dagbladen openbaar wordt gemaakt. Dr. Samson heeft gisteren aan onzen bankier in de residentie geschreven, dat ik u voorshands het noodige geld van hier zend, want ook hij mag de waarheid niet vernemen. Denk, onge lukkige zoon, niet aan uw rampzalige moeder, voor wie er geen redding meer is, maar denk alleen aan u, aan uw toekomst. Vertoon aau uw verloofde en haar vader een opgeruimd gelaat en bespoedig de vol trekking van uw huwelijk. Zoolang niemand het ont zettende vermoedt, zult gij tenminste crediet heb ben, maak daarvan een wijs gebruik. „Verbrand dezen brief dadelijk, opdat niemand bui ten u hem leze. Ontvang een kus van Uwe ongelukkige Moeder." Het bloed was uit Schoenrock's gelaat geweken, onafgebroken staarde hij op die regels, die hem het noodlottige bericht verkondden. Het proces, dat reeds sedert jaren tegen zijn moeder begonnen was, had hem weinig belang ingeboezemd, omdat hij het voor onmogelijk hield, dat zijn moeder het proces kon verliezen. Van zijn jeugd af verwend, had hij altijd zooveel geld te zijner beschikking gehad, als hij wenschte, en de gedachte, dat het eens anders zou kunnen worden, was niet bij hem opgekomen. Nu was datgene, wat hij voor onmogelijk had ge houden, op eens werkelijkheid geworden. En hij kon er niet aan twijfelen, daar hij zijn moeder te goed kende en hij wist, dat zij hem dat niet zou geschre ven hebben, wanneer er ook nog maar een schijn van hoop was geweest. Een zware zucht ontsnapte aan zijn borst. Hij zag in, dat er in zijn levenswijze eene verandering moest komen, maar hoe dat mogelijk was, begreep hij toch niet, want hij geloofde niets te kunnen ontberen. De weelde en de verkwisting waren voor hem niet alleen gewoonten, maar ook behoeften geworden. Toen dacht hij aan Eger en in zijn lichtzinnigheid keerde zijn goed humeur terug. De handelsraad was immers rijk, die moest hem het noodige geld geven. De gedachte, dat hij een lui leven zou leiden van het geld zijner vrouw, had voor hem niets beleedi- gends en vernederends, daartegen kwam zijn eerge voel nu niet op. Bespottelijk! Eger moest het zich immers tot een eer rekenen, dat hij een adellijken schoonzoon kreeg. Kalmer geworden las hij den brief van zijn moe der nog eens over en hij lachte dat de slimme vrouw aan alles had gedacht. Zij had gelijk. Eger mocht voorloopig niets bemerken, hij moest hem trachten te bedriegen en het huwelijk doorzetten. Was Toni eenmaal zijn vrouw, dan was het hem onverschillig of haar vader een bedremmeld gezicht zette. Hij be sloot dan ook den raad zijner moeder te volgen en een onbevangen, opgeruimd gelaat te toonen. Het was een eigenaardig toeval, dat op den dag, waarop Schoenrock bericht ontving, dat hij alles had verloren, ook Eger een zeer gevoelig verlies leed. In den laatsten tijd waren eenige zijner ondernemingen geheel en al mislukt; het geluk dat hem jarenlang tei zijde had gestaan, scheen hem op eenmaal den rug te hebben toegekeerd. Hij was er evenwel verre van om den moed te laten zakken, want hij had van zijn zaakkennis een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 13