V R S L A G
Landbouw proefvelden
in loordoHolland,
gedurende 1908.
Proefvelden van de Afdeeling Haarlein-
mernieer der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw.
s.
s.
P-
s.
s.
P-
- OVER DE -
Contróleveldjes.
Beheerder S. W. DE CLERCQ te Haarlemmermeer.
Deze proefvelden hadden alle ten doel te onderzoeken aan
welke stoffen behoefte bestond op de landerijen, waar zij wer
den aangelegd.
Zij werden alle op dezelfde wijze bemest en bestonden alle
uit 5 veldjes van i Are. De bemesting was per H.A. als volgt
ingelicht.. Super. Patontkali. Chili.
Perceel A. Alle meststoffen 600 400 300
S. Zonder stikstof 600 400
p. phosphorzuur 4°° 3°°
l K. kali 600 300
O. Onbemest
De gevolgtrekkingen, die onder iedere proef voorkomen, zijn
gesteld door den heer De Clerccj. Voorzoover ik mij daar niet
geheel mee heb kunnen vereenigen of een aanvulling noodig
achtte, heb ik een opmerking daaraan toegevoegd.
74. S. VAN SPLUNTER, ÏJweg b. d. Kruisweg.
Zware kleigrond. Aardappelen (Bravo's) na tarwe.
De meststoffen zijn alle op 10 April gestrooid en daarna is
het veld tweemaal geëgd.
De aardappelen zijn op 14 April machinaal gepoot op 60
c.M. wijdte en 40 c.M. pootafstand.
Het gewas heeft zeer weinig geleden door ziekte en was in
stand steeds overal gelijk.
De opbrengsten waren per H.A. als volgt in K.G.:
Vergelijking van perc.^SkstotaUonTerhjk^fch
ntt ttaTd taÏtenV 't voordeel schipjt hier gelegen te zijn
in gelijktijdige toediening van kali en stikstof.
Wn "hebben1 ook hier weer het eigenaardige geval, dat de
opbrengst van onbemest belangrijk lager is, dan die van
minste der andere veldjes. Toch is blijkens de opbrengsten van
^orc K P S. genoeg kali, phosphorzuur en stikstof in den
grond om een oogst van 76950 K.G. te leveren en moest bij
gevolg ook op veldje O. die opbrengst zijn verkregen. Het schijnt
mij daarom gevaarlijk uit deze cijfers een conclusie te trek
ken als de heer De Clercq doet.
77. D. ENTHOVEN, Ringdijk bij Lisse.
Zware zavelgrond. Suikerbieten, na paardeboonen.
i De meststoffen zijn gestrooid in de eerste helft van April
en daarna ingeëgd.
De bieten zijn gezaaid einde April, de opkomst was rede
lijk. De stand was gedurende den zomer matig; de proefnemer
deelde mede, dat de chili erg den bladgroei bevorderde. 1 us-
schen de verschillende perceelen was weinig verschil waar te
nemen, half Juli leek perc. K. het beste, daarna perc. S., daar- j
na perc. O., daarna perc. A., terwijl perc. P. het minste was
Het rooien geschiedde op 30 October en de opbrengsten wa
ren als volgt in K.G. per H.A.:
de chili: deze werd drie weken later gestrooid. De bieten zijn
gezaaid op 23 April, kwamen goed op en gaven weinig verschil
te zien. Perceel 1 was plekkerig; (Je bieten groeiden op alle per.
ceelen uitstekend, wat trouwens wel verwacht mocht worden,
daar zij als voorvrucht klaver hadden en bovendien 111 den herfst
nog met stalmest waren bemest.
De opbrengsten waren per H.A. ii
Perceel A. Alle meststoffen
S. Zonder stikstof
P. phosph.zuur
l K. kali
O. Onbemest
K.G.
Bruto.
49OOO
55900
546OO
580OO
557OO
Suikorgolialto.
20,1 <Vo
21,4
20
19.1
>9,6
Perceel A.
K.
P-
O.
Alle meststoffen
Zonder stikstof
kali
phosphorzuur
Onbemest
Bruto.
Netto.
42800
40650
41000
39000
51900
49300
44850
42600
49900
47400
weinig,
maar maak-
Perceel A.
K.
O.
Alle meststoffen
Zonder stikstof
phosphorzuur
kali
Onbemest.
Ctroote.
Poters en
I925O
5300
I95OO
5000
189OO
4850
I985O
5300
18450
4650
Gevolgtrekkingen:
Chilisalpeter verhoogde de opbrengst
te zich lang niet betaald.
Ook hier schijnt de kalibemesting beslist nadeelig gewerkt
te hebben.
Bemesting was blijkbaar niet noodig.
78. Wed. VAN TOL, Hoofdvaart bij Abbenes.
Zavelgrond. Suikerbieten.
De meststoffen zijn gestrooid op 24 April, de chili echter
slechts voor een derde, een derde is 14 dagen later en een
derde nog 14 dagen later gestrooid. De bieten zijn gezaaid op
25 April en kwamen goed op, doch zeer verschillend. De stand
van het gewas was op de verschillende perceelen zeer ongelijk.
Perc. K. was voortdurend het best, daarna perc. A., dan perc.
S., dan Onbemest, terwijl perc. P. voortdurend veel bij de an
dere achterbleef; .later werden evenwel de verschillen kleiner.
De opbrengsten waren per H.A. als volgt in K.G.:
Van elk perceel werden 6 bieten op gehalte onderzocht, /ij
zijn lang bewaard en daardoor uitgedroogd; het gehalte van hef
geheele stuk bedroeg 16,7 p.Ct. De stand van het gewas en
ook de cijfers wijzen er op, dat hier aan bemesting geen be
hoefte bestond. Andere conclusiën meenen wij uit de cijfers niet
te mogen trekken. Opmerking verdient, dat ook hier de kali
nadeelig schijnt te hebben gewerkt.
82. R. W. BRONKHORST, Sloterireg bij Vijfhvizerireg.
Zandige kleigrond. Voederbieten.
Daar de bieten op dit proefveld zeer ongelijkmatig opkwa
men, werd er op 25 Mei opnieuw zaad door heen gezaaid. De
cijfers van dit proefveld konden dus geen waarde hebben en
de opbrengsten zijn daarom niet bepaald.
83. J. VISSER.
Gemengde grond. Haver.
Daar er in den stand der verschillende perceelen geen ver
schil was waar te nemen, is de oogst van de veldjes niet uit
elkander gehouden.
84. S. W. DE CLERCQ, Lisserweg.
Zavelgrond. Suikerbieten na klaver.
De bieten zijn gezaaid op 28 April. Het perceel zonder phos
phorzuur bleef veel bij de anderen ten achteren, tprwijl er tus
schen de andere weinig verschil te zien was. Op 24 October
zijn de bieten gerooid; de opbrengsten waren per H.A. in K.G.:
Perceel A.
S.
K.
P.
Alle meststoffen
Zonder stikstof
kali
phosphorzuur
Bruto.
50000
4745°
46650
42600
Netto.
47500
45100
44300
40500
Gevolgtrekkingen:
De verschillen in opbrengst zijn gering. Vreemd is het, dat
kali de opbrengst heeft verminderd. Bij vergelijking van perc.
A. en S. blijkt het stikstofgebrek niet bestond, een stikstofgift
zelfs de opbrengst niet verhoogde. Vergelijking van perc. P.
en O. zou weer tot de slotsom leiden, dat kali en chili teza
men de opbrengst wel iets verhoogden. Waarschijnlijk wettigen
evenwel de geringe verschillen geen dergelijke gevolgtrekkin
gen.
In elk geval blijkt, dat bemesting hier onnoodig was. Zelfs
de goedkoopste meststof, superphosphaat waaraan ook nog
de gunstigste werking toekwam maakte zich niet betaald.
(Meeropbrengst door 600 K.G. super: per H.A. 10 zak groote
en 13 zak kleine aardappelen. Waarde f 16.50, bemestingskos-
ten 6 x f 2.80 f 16.80).
i - 1 1
75. A C. NIEUWENHUIZEN, Hoofdvaart b.d. Vijfhuizerweg.
Zavelgrond. Suikerbieten na tarwe.
De meststoffen zijn gestrooid en ingeëgd op 22 April, be
halve de helft der chili, welke op 18 Mei werd gegeven. De
bieten zijn einde April zeer ondiep gezaaid. De opkomst was
goed; einde Mei zijn ze gedund en een week later op stuk
|;ezet. Het gewas groeide best en gaf zeer weinig verschil te
zien. Op 22 October zijn de bieten gerooid; het gehalte is
niet onderzocht.
De opbrengsten waren per H.A. als volgt in K.G.
Perceel A.
P-
K.
O.
Alle meststoffen
Zonder phosphorzuur
stikstof
kali
Onbemest
Bruto.
525OO
48500
63300
68250
63250
Netto.
49875
46100
60150
64800
60100
Gevolgtrekkingen:
De opbrengstcijfers loopen verrassend ver uiteen. Phosphor
zuur schijnt de opbrengst verhoogd te hebben (vergel. perc. A.
en P.). Het verschil is 3800 K.G. p. b., waarvan de waarde is
3.8 X f 11.75 f 44-65. 600 K.G. superph. kost 6 X f 2.80
f 16.80, zoodat hiermede een voordeel van bijna f 28 p. b. is
behaald.
Opmerking:
Uit den stand van het gewas volgt genoegzaam, dat er zeer
groote behoefte aan phosphorzuur bestond en de cijfers klop
pen daarmee volkomen. Overigens zijn deze cijfers te onregel
matig om conclusiën uit te trekken.
79. A. G. VOORDENDAG, Hoofdvaart bij Bennebroekerweg.
Zavelgrond. Paardenboonen.
De meststoffen zijn gestrooid op 26 April, de chili echter
slechts voor een derde, een derde werd gestrooid op 16 April,
een derde op 7 Mei. Er was tijdens den groei geen verschil
te ziende opbrengstcijfers volgen hierachter in K.G. per H.A.
Perceel A.
S.
P-
K.
O.
Alle meststoffen
Zonder stikstof
phosphorzuur
kali
Onbemest
Bruto.
58900
51100
58700
58200
51500
Netto.
54200
47IOO
54000
53600
47400
Perceel A.
P-
S.
K.
O.
Alle meststoffen
Zonder phosphorzuur
stikstof
kali
Onbemest
Paardeboonen.
Stroo.
25OO
2750
2550
2900
2550
2900
2450
2600
2500
2550
Gevolgtrekkingen:
Bemesting met kali en super blijkt overbodig te zijn ge
weest. Ook kali en super tezamen heeft totaal geen verhoo
ging van opbrengst veroorzaakt (vergel. perc. S. en O.). De
hoogere opbrengst van perc. A. is dan ook alleen aan de stik
stofbemesting te danken.
De netto-opbrengsten van perc. A. en S. zijn 542 en 471 K.G.,
't verschil is dus 71 K.G. of per H.A. 7100 K.G. De waarde
hiervan is 7.1 X f 12 f 85.20.
300 K.G. chilisalpeter kost 3 X f 13.50 f 40.50, zoodat
hiermede een geldelijk voordeel van pl.m. f 45 per H.A. be
haald is.
Bij deze berekeningen is het suikergehalte niet in aanmerking
genomen.
76. J. VAN ZIJVERDEN, Ringdijk-Oost.
Zavelgrond. Jaapjes voederbieten.
De meststoffen zijn gestrooid op 1 Mei en daarna ingeëgd,
behalve de helft der chili, die op 27 Mei werd gestrooid. De
bieten zijn op 4 Mei met de machine gezaaid. De opkomst
was goed, de stand was voortdurend goed. Het perceel zon
der super (S.) bleef eerst achter, doch haalde later de andere
in. Het rooien geschiedde op 26 October en de opbrengsten
waren per H.A. in K.G.:
Gevolgtrekking:
De verschillen zijn zóó gering, dat ze aan fouten kunnen won
den toegeschreven.
Behoefte aan bemesting bestond niet.
80. J. D. BULK,. Hoofdvaart, hoek Lisserweg.
Zavelgrond. Suikerbieten.
De meststoffen zijn gestrooid op 2 Mei en daarna onderge-
egd. De bieten zijn gezaaid op denzelfden dag, doch zij moesten
op 26 Mei worden overgezaaid. De bieten zijn voor de tweede
maal best opgekomen. In den groei van het gewas op de ver
schillende perceelen was geen verschil waar te nemen. De op
brengsten waren per H.A. als volgt in K.G.:
Perceel A.
K.
O.
Alle meststoffen
Zonder stikstof
phosphorzuur
kali
Onbemest
Bruto.
84600
81000
84200
81700
70800
Netto.
80350
76950
80000
77600
67250
Gevolgtrekkingen:
Deze grond heeft klaarblijkelijk geen phosphorzuurgebrek
(vergelijking van perc. A. en P.), wel gebrek daarentegen aan
kali en stikstof.
Vergelijking van perc. P. en O. leert, dat 400 K.G. patent
kali en 300 K.G. chili een oogstvermeerdering van 12750 K.G.
bieten bewerkten per H.A.
Deze zijn waard: f 6.x 128/4 f 76.50; de meststoffen
kosten 4 xfó-50 i 3 X f 13.50 f 66.50, zoodat een gel
delijk voordeel van f 10.per, H.A. behaald is.
Perceel A. Alle meststoffen
S. Zonder stkstof
K. kali
P. phosphorzuur
O. Onbemest
Bruto.
53000
52550
50250
45250
49850
Netto.
49800
49400
47250
42550
46850
Gevolgtrekkingen:
Stikstofbehoefte schijnt niet te bestaan.
Bemesting met 400 K.G. patentkali (kostende f 26) verhoogde
de opbrengst met 2550 K.G. bieten. Waarde 2.55 x f 12.30
f 31.36® en gaf dus een voordeel van ruim f 5 per H.A.
Bemesting met 600 K.G. super (kostende f 16.80), verhoog
de de opbrengst met 7250 K.G. bieten, waarde 7.25 x f 12.30
f 89.175 en gaf dus een voordeel van ruim f 72 per H.A.
Kaligebrek. Zeer groot phosphorzuurgebrek.
Waarom 't onbemeste perceel een zoo hooge opbrengst gaf,
kan ik niet verklaren.
Opmerking:
In verband ook met het feit, dat in den groei van het ge
was zoo weinig verschil was, schijnt het mij gewaagd uit deze
oogstcijfers een zoo sterke conclusie te trekken, temeer nog,
omdat het perceel onbemest een hoogere opbrengst gaf dan het
veldje zonder phosphorzuur.
81. B. BIESHEUVEL, Kruisweg.
Zavelgrond. Suikerbieten na klaver.
De meststoffen zijn 22 April gestrooid, behalve de helft van
Gevolgtrekkingen:
't Verschil tusschen perc. A. en S. is 2400 K.G. p.b., gere
kend tegen f 12. is de waarde daarvan 2,4 X f 12 - f 28.80,
300 K.G. chili kost f 40.50; 't verschil tusschen perc. A. en
K. is 3200 K.G. p. b., waarde 3,2 x f 12 f 38.40, 400
K.G. patentkali kost f 6.50 X 4 f 26.
't Verschil tusschen perc. A. en P. is 7000 K.G. p. b., waar
de 7 x f 12 f 84; 600 K.G. super kost 6 x f 2.80 f 16.80.
Stikstofbemesting verhoogde dus wel de opbrengst, maar
maakte zich niet betaald; de kalibemesting gaf een voordeel van
f 12 per H.A., de phosphorzuurbemesting van f 67 per H.A.
Op hetzelfde stuk land is dit jaar ook eene proef in 't groot
genomen met kaïniet, de linkerhelft kreeg 800 K.G. kaïniet
p. b., de rechterhelft niet, 't verschil in opbrengst bedroeg 4 wa
gens van pl.m. 1000 K.G. per 11/4 b., dus pl.m. 3200 K.G. per
bunder, waarde pl.m. f 37.60 (118/4) 800 K.G. 'kaïniet kost
8 X f 2.40 f 19.20, waarmede dus een voordeel behaald werd
van pl.m. f 18 per bunder.
Het proefveld lag op de kaïniethelft; alle veldjes hadden dus
reeds kaïniet gekregen; desondanks gaf de patentkalibemesting
nog een geldelijk voordeel.
Algemeene gevolgtrekkingen.
Waar de grond in de Haarlemmermeer op verschillende plaat
sen zoo verschillend van aard is, waar ook de bemestingstoestand
op de verschillende boerderijen zoo uiteenloopt, is het niet te
verwonderen, dat de in 1908 genomen proeven zulke uiteenloo-
pende uitkomsten geven.
Bij 74' 81, 77 en 79 bleek geen behoefte aan bemesting te
bestaanof wanneer de bemesting al een kleine opbrengstver
meerdering veroorzaakte, maakte zij zich niet betaald.
Op 83 zijn het heele jaar geen verschillen te zien geweest,
de opbrengsten werden niet bepaald; proef 82 mislukte.
Omdat aan een onderzoek op suikergehale van enkele bieten
van een klein perceeltje weinig waarde gehecht kon worden, en
omdat de hieruit te maken gevolgtrekkingen elkaar zoo vaak
tegenspreken, is het suikergehalte hier niet in aanmerking geno
men, en werden alleen de gewichtshoeveelheden vergelékón.
Op 75 bestaat groot gebrek aan stikstof.
Op 76 bestaat groot gebrek aan stikstof en kali gezamenlijk.
Elk afzonderlijk maakte zich niet betaald.
Op 78 bestond gebrek aan phosphorzuur.
Op 80 bestond zeer groot gebrek aan phosphorzuur, terwijl
ook kali de opbrengst iets verhoogde en zich betaald maakte.
Op 84 bestond gebrek aan alles, voornamelijk aan phosphor
zuur, dan aan kali. De stikstofbemesting maakte zich niet be
taald.
Algemeene gevolgtrekkingen zijn moeilijk te maken, alleen
valt op te merken, dat stikstof op sommige perceelen eenigszins
nadeelig op wortelopbrengst werkte, misschien te veel bladont
wikkeling veroorzaakt heeft.
Op 74' 81, 78 en 77 toonde de patentkalibemesting een be
slist nadeelige werking. Aanbeveling verdient het daarom, met'
deze bemesting voorzichtig te zijn.
Het blijkt vaak, dat zeer onverwachts, soms zelfs onverklaar
bare uitkomsten worden verkregen.
Daarom mag aan één proef niet al te veel waarde worden ge
hecht, maar verdient het aanbeveling gedurende een reeks van
jaren hiermede door te gaan, men krijgt zoodoende een vrij goed
inzicht in de behoeften van zijn grond ,en al zal het ook dan
nog niet mogelijk zijn een bepaald bemestingsrecept te geven,
men zal toch kunnen vermijden totaal overbodige bemestingen,
veel te zware of veel te ontoereikende hoeveelheden te ge
ven. 0
Het afdeehngsbestuur heeft den weg gewezen door ditmaal
de leiding der proeven in handen te nemen, maar vertrouwt,
dat nu in t vervolg ieder voor zich daartoe zal overgaan
Opmerking: b
Met bovenstaande algemeene opmerkingen kan ik mii wel ver-
ma"E' VOOr rver di'niet in str»d 15 met roijne hiervoor gc
he^ natentkab' u' 1 Z°U 'k WÜlen doen «Pmerkcn, dat
het patentkah over het algemeen zeer laat gestrooid is en de ge
constateerde nadeelige werking van dit zout misschien aan het
ate uitstrooien moet worden toegeschreven. Het verdient aan
beveling de meststoffen patentkali en superphosphaat veel eer-
voo^het zaaien.1"" b l>aar maanden
De Rijkslandbouwleeraar voor Noord-Holland,
C. NOBEL.