Per Telefoon. te betuigen neen, mijne bewondering. Ik wilde hem zeggen hoe groot en wonderlijk ik het vond, dat hij, die neergeworpen was geworden in duisternis, toch tot het licht zich weder opgeheven had, hij, die, zelf zoo eenzaam en vreugdeloos, voor ons, genot- ziek, dartel jong volk, den ganschen nacht dansjes had gespeeld. Maar ik kon de réchte woorden niet vinden. Nog eenmaal keek ik naar het bleeke, ietwat in gevallen, maar blijmoedige gelaat. En toen ik hem nogeens in zijne oogen zag, toen meende ik dat hij toch niet geheel blind kon zijn dat er toch in die doffe oogappels iets blinken, iets stralen moest een licht maar niet van deze aarde. dat sedert vier jaren zoowat eike redactie wist verklapt. Tideman heeft brutaal o niet bru taal, kiesch of niet ldesch, wettig of onwetUg - het zaakje rollende gemaakt. Tideman is naar van Dr. Beijerman in het N. v N met zijn „vonaw „den boer op gegaan"; ^eEN BNKEl' EIBERAAL BLADTAN ZULK VNRklEZINöSMATERIAAL GE- BRUIK WILDE MAKEN, toen heeftluj er ten te Ommen zelf maar gebruik van fel ,tl.okken en Zoo is Mr Tideman er dan óok in betiOKKen en is 't hem gegaan als mij, toen ik eens 'n paar vech tenden wilde scheiden. Toen de kwam, werd ook mijn naam op ik bepleitte als „poging tot verzoening den rechter kort en bondig als „bemoeizucht" gekwa- leiding heeft Amerika zich vrij gemaakt van Lnge- Iand's ovcrhcersching komt de eer loc de juiste verklaring te hebben gevonden van het wezen dei on- weders en van de daaruit gevolgde uitvinding dei blik semafleiders. j Kernachtig is de spreuk, die het dankbare Ame rika op het graf van dezen groolen Slaatsburgei bij- telcn liet: Eripuit Coelo fulmen, sceptrunique tvrannis d. i. „Hij ontrukte aan Jupiter den bliksem en den scepter aan de tirannen". iir pens n uiuu veiui- Het rechtstreeksche bewijs, dat de bliksem een elec- politie er aan te pas trisclie ontladingsvonk is, leverde Franklin 111 Juni l/;>- dieju frou\\ nresc.hreven; en wat door zijn beroemd geworden vliegorproef. Een \he- "/nonine-" werd door ger van zijde met metalen punt werd tijdens een on- woon meiisi ïaar ik moet u eerst nog wat Kuypw. g« weer Jjdc met metalen punt opgelaten en door een helper werd het vlieger- uen .evrnvei no d t ik had 0])Ke_ touw aan een eind zijden koord vastgehouden. Uit een lificeerd Behalve het terwijl mil sleutel, tusschen het touw en het zijden koord beves- lhuisnde vertroosting wachtte, dat ik nog wel eens tigd kon men vonken doen overspringen als uit eene thuis ae ve of ze]f in >>de kast.. zou eleetrisoor-machine. j liet verdient vermelding, dat deze proef zeer ge- doodgeslagen zou worden, komen. CCII. ,,'n huishouden van keja". Al sedert veertien dagen is 't geyaar, len gevreesd werd en jaren dreigde Dr. Abram Kuyper het middelpunt is geworden van bpn> als ik niet overtuigd wuö, ..au ....j, jn heiHflheid 011 menschdom en heelal, 't Is hem. schoon onge- knap journalist, ik herzeg; dat er van mij, als,eleetnsch® vonk is, slechts 111 Ien„te en hel tig wenscht gegaan als wijlen Alcibiades: toen de knap journalist ook wel iets over verwacht werd. Atheners van lieverlede uitgepraat raakten over zijn jjaar jk ben wijzer geworden; ik blijf er buiten; geleerdheid en over den mooien staart van zijn hond, jk waag mjj niet op ijs, als er geen balken onder I VAN KMA En sedert dlen bemoei ik me heel wat minder met vaarlij-k is en pioressor muim. aar, dat door ve- andermans zaken dan vroeger; en zou ik met dit viel als stóchtoflcr yanden lik 'n feit; nl. dat hoele gev.u „mijn sterflijk hoofd" niet gebroken heb- 1 der lu'chl-etectuciteit nel ©en v s geworden van ik ,det overtuigd was, dat er van mij, als 1.1 weten thans zeker «tal de toen hakte hij dien mooien staart af; en de Athe ners, „die aan niets anders hun tijd besteedden, dan om nieuwtjes te vertellen en nieuwtjes te hoo- ren" (zie Handelingen XVII) hadden 'n nieuwe oorzaak, om de hoofden bij elkander te steken, en te praten over dien staart, die nu afgehakt was. Alci biades kon tevreden wezen en de Atheners waren het ook; ze hadden hun zin. De Atheners hadden voor hun praatzucht weer 'n heen gevonden, om aan te kluiven, en de naam van Alcibiades wien 't om populariteit te doen was was op ieders lippen. Er zijn in de geschiedenis momenten en voorvallen, liggen. Ik lach maar eens; dan is der nog de vraag waarom ik lach; en kan 't wezen dat ik dit doe om dien ijdelen meneer Lehmann, of om die gedienstige juffrouw, of om 't tot uiting ge komen rechtsgevoel van Mr. Tideman; of om allen te Samen. Want ik heb nog nooit zooveel grappigs lijk zien gebeuren. Waar nog bij komt, dat ik ook zou kunnen lachen om Dr. Kuyper, die ze allemaal uitlacht, en die, terwijl verleden week alle kranten daverden van het door hem gepleegde misdrijf, kalm en rustig te Arnhem 'n vergadering bijwoonde der „Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeer- die" meer danYnd"e7e"ëp den'Tomgrend" treden";" en den Grondslag". MinisterHe^ske k f toen nog toch niet altijd voorvallen en momenten, die de we- >>de verzeke ing v s Koningin werd reld uit haar verband lichtten. Maar ieder kent ze, l f* de Vrije Universiteit en aan de Koningin werd ieder weet ze. Ze zijn onthouden door de eigenaardig- j n te:'egram vian hiïldi3 g<jonden. heid van 'n woord, door 't toevallig samentreffen van I En daarom blijf ik er buiten, en daarom zeg ik er andere dingen; en nadenkende onderwijzers slaan ze als spijkers in de bewustheid hunner leerlingen, op dat deze daarvan den verderen inventaris der ge schiedenis, zoo mogelijk in geregelde volgorde op dat. alles gemakkelijk te vinden is zouden bevesti gen. 'n Vrouwennaam: Semiramis; 'n jongetje, dat verdronken moest worden: Mozes; 'n keizer, die de zee beval te wijken: Caligula; 'n vrouw, die zong op den brandstapel: Wendelmoet; voorvallen: het woord van Barlaimont: „Ce ne sont que des queux"; de eed in de kaatsbaan; het woord van Filips tot Willem: „no, nos les estados, ma vos, vos, vost"; het woord van dienzelfden Willem, die 'n verbond sloot „met den Potentaat der Potentaten", en zijn bede: „Ayez pitié, mon Dieu, de moi et de ce pau- vre peuple"; vele woorden van Napoleon, de bewe ring van Thorbecke, dat „kunst geen regeeringszaak" is, enz. enz. E11 ten slotte, - 't was misschien in onze Nederlandsche historie de laatste spijker die hield, het woord van Doctor Kuyper: „Ze kunnen niet wachten, o Heer, geen dag en geen nacht". Woor den, ietsen of nietsen, net zooals men ze nemen wil; gezegd en vergeten, of opgevangen en neergeschre ven, om ze aan kinderen en kleinkinderen na te la ten, als 'n kort begrip van hoe toen en toen de zaken stonden. Zoo'n enkel woord, en heel het tijdvak, waar- zelve toezien, want ik wil over deze dingen geen in het gesproken werd, staat u voor den geest. De rechter zijn. En hij dreet ze weg van voor zijn rech- heele geschiedenis der „Clarendonsche hesluiten", waarin Hendrik II van Engeland (11541189) tegen paus Alexander III (115 91181) optrad, lost zich geen woord over. De lezers moeten dan maar denken, dat ik er geen meening over heb. Eerlijk gezegd, heb ik die ook niet; daarvoor is inij de zaak te ingewik keld en te comisch; en het is nog heelemaal niet te zeggen welke van deze „Alcibiadessen", over wie nu zoo druk gesproken wordt, bij de eindstemming- er 't best af zal komen. En opdat men mij niet verdenke van praeoccupatie voor eenig persoon in dezen, wil ik den laatsten regel citeeren van het hoofdartikel der „Groene" van ver leden week, en zeggen: ,,W ij hebben geen voorkeur." een kort naschrift, dat er niet geheel buiten staat. In Handelingen XVIII: 12 v.v. lezen wij: „Toen Gallio stadhouder van Achaje was, stonden de Joden eendrachtig tegen Paulus op, en brachten hem voor den, rechterstoel, zeggende, dat hij de tot de Joden: Zoo er eenig ongeluk of kwaad stuk verdragen; maar indien er verschil is over een woord als Paulus zijnen mond wilde opendoen, zeide Gallio begaan ware, o Joden, zoo zou ik ulieden met reden menschen aanried, God te dienen tegen de wet. En en namen, en over de wet, die onder u is, zoo zuit Ju meneer, iu»«' --.«ai Vr uen. I begint toch niet over dat hutje \un Lchnu Want dat hangt een mensch al meters ver de keel E11 anderen hebben er maar profijt van Wie hebben daar dan profijt van? Nou... Kuyper en Tideman en die Juffrouw u voorbeeld. Dat begrijp ik niet goed. 't Is toch anders nog al duidelijk, naam wordt in den laatsten lijd meer genoemd d ui oo» Mr. Tideman gebruikt- 't heelemaal als n réclain^' zaakje, en de lintjesjagers weten nu d$n weg, zoq& ffrouw wel aanloop zal krijgen, iwel, zoo denkt er n zetter over; maar n - icnsch niet. Kuyper heeft iri elk geval '11 „dou\v gekregen, en Mr. Tideman '.1 is Biederlack 1111 il0 koord vastgehouden. Uit een zoo dapper voor 'm in de bres gesprongen - toch bewezen, dal hij niel kieskeurig ïs m I Hangtjj, pen en aanwenden van middelen, als hij daarmee 'j politiek tegenstander kan verslaan. Al zou Kuyj*, morgen worden opgehangen wat ik li°m waaraehj. niet gun, al vind ik 'm '11 bliksem dan beeft toijj elk gewoon mensch de .stille convictie, dat l'ideinau particuliere en persoonlijke, en heelemaal niets met 4, zaak te maken hebbende dingen, er met de hatjs bijgesleept heeft, om1..,. Nu, meneer: om. Ja, wat zal ik zeggen'.'! Om.... ook eens net L doen als '11 groot mensch. Maar daardoor juist vergist, hij zich. En al hebben advocaten no de reputatie vat meer listig dan verstandig te wezen, ik zie hem toet niet voor zóó onverstandig aan, dat hij zelf dit njg voelen zoit. Hij mooi voelen ,dal ieder, die 'n ad* caat of 'n curator mocht noodig hebben, en zijn paj dan genoemd woixll, die „ieder dan toch denken, jh „dat is diezelfde man, die toen in dat zaakje van ly. I uci a-uCiC voet particuliere correspondentie, brieven van dertM TlÓ M-etérs^Als slag en bliksem gelijktijdig worden waar- die niets met 't heele faillissement te maken hadden genomen weet ieder, dat liet verschijnsel dicht bij was. aan de openbaarheid prijs gaf." Of Dr Kuyper nu l>e bliksemstraal heeft geen zigzagvorm met scher pe hoeken ,doch een golvende gedaante met zachte rondingen; ook dit heeft men aan de fotogrammen opgemerkt. Die bliksem is een zeer eigenaardige eleclrisehe ont lading, n.1. een zeer korte eleclrisehe stroomstoot, waarvan de sterkte snel tot een maximum bedrag toe neemt en daarna weer evensnel tot nul daalt. De maxi mum stroomsterkte kan 10.000 ampères en daarboven is en professor Kichmann te St. Petersbunj sein- bij het onderzoek iegertoestel. de bliksem, een kolossale derscheiden van de vonken-, die mei toestellen ver kregen worden. De bliksem is in den regel eenige honderden of zelfs duizenden meters lang. Deze lange 't voor ieder an- stralen komen voor, wanneer de bliksem van de eene i wolk op de andere overspringt. De lengte van den 1 bliksem kan1 berekend worden uil zijn fotografische afbeelding, die 's nachts gemakkelijk genomen kan worden terwijl men meteen den afstand van de straal 1 «1--. 1,.wi 1,iw„, tege- i (ot het toestel berekent uit hot tijdsverschil tusschen c& - „11.1i„„ het zien van don bliksem en het hoore.n van den don der. Iedere seconde daartussehen is een afstand van de strop verdiend heeft of niet, dat heeft hier nieis mee te maken. Of Mr. Tideman zooals de- „Resi dentiebode" verlangt nu 'n „disciplinaire straf' ver diend heeft of niet, staat er ook heelemaal buiten. Mr Tideman heeft bewezen niet delicaat te zijn in het kiezen van middelen 0111 '11 tegenstander af te maken, en düt veroordeelt hem; al \vordt Dr.,Kuyper daardoor ook niet vrijgesproken. Wanneer ik 'n vijand hebben zou die mijn copy verscheurde en mij benadeelde waar op in die éene verzuchting des konings: ,,ïs er dan onder al die lafaards, die mijn brood eten, geen en kele, die mij van een oproerig priester bevrijden kan?" Door dit éene woord onthouden we niet alleen de vijandschap tusschen paus en koning, maar staat de figuur van Thomas Becker misschien wel de hoofdfiguur van dit drama in al zijn kerkelijke, dweepzieke grootheid voor ons, en zien we hem op de trappen van 't altaar te Canterbury het leven laten. Groote gebeurtenissen hangen niet zelden aan dunne draden, en nemen vaak hun oorsprong in on- beteekenende voorvallen of gezegden, 'n Mensch dankt zijn populariteit aan 'n daad van moed of aan 'n lafheid; aan 'n wijs woord of aan 'n stommiteit; aan 'n gezegde van hoogen heiligen ernst, of aan '11 phrase, op goed geluk, op den klank af, er maar uit gegooid. En 't beredeneerd overleg, om dit te doen en dat te laten, om daardoor tot grootheid en aan zien te komen, komt gewoonlijk falicant uit. Geschie denis en lot willen hun eigen weg gaan, en niet door menschen, die nog veel minder zien en weten dan zij zelf, den weg gewezen worden. En zij, die de wereldgeschiedenis en het boek van hun eigen leven rnet nadenken lazen, hebben daaruit deze groote een voudige les kunnen leeren, dat des menschen taak geen andere is, dan goed te wezen in woord en daad en al datgene te doen wat zijn hand te doen vond; de rest aan God of lot,... of consequentie over latend. Wie wij zijn en wat wij doen, kan door ons niet zuiver beoordeeld worden; we staan daarvoor te dicht bij ons zeiven en te dicht bij onzen tijd. Later zal terstoel. i ,Maar al de Grieken namen Sosthenes, den overste der synagoge en sloegen hem voor den rechterstoel. „En Gallio trok zich geen van deze dingen aan." Deze houding van Gallio heeft aanleiding gegevén, om natuurlijk in afkeurenden zin te spreken van de Galliosche wijsbegeerte, de wijsbegeerte der onverschilligheid, die Gods water over Gods aklter laat loopen en zich, van zelfs het ergste, niets aan trekt. Men begrijpt, waarom ik dit schrijf. Daarom citeer ik nog uit „Kramers-Bonte" het vol gende: „GALLIONISME. n. onverschilligheid omtrent on derscheid in godsdienst. (Zoo geheeten naar den rom. proconsul Gallio, die den apostel Paulus tegen de Jo den in bescherming nam, dewijl men uit Handelingen XVIII: 12 v.v. VERKEERDELIJK opmaakt, dat bij hem heidendom en jodendom evenveel golden." In overdrachtelij ken zin zal uit het bovenstaande ook „VERKEERDELIJK" kunnen worden opgemaakt, dat de beteekenis van de handelingen der verschillen de partijen voor den schrijver dezer regelen evenveel geldt. Dit ter voorkoming van misverstand en verkeerd oordeel. H. d. h: CORRESPONDENTIE. M. d. G. Ik heb 't niet kunnen vinden. Maar neem er zelf 'n half uur voor, om den brief te lezen. Zóó lang is hij niet, en ik weet zeker, dat 't er in staat. J. M. Misschien wel; maar ik mag er geen ant woord op geven. Voor zoover ik weet, bestaat er zoo'n boekje niet; maar Vorsterman van Oyen weet bedragen. Ter vergelijking diene, dat een electriscbe hij bon, en ik kreeg dan visite, die mij vertelde, dat tram wordt voortgedreven door een stroom van on- 1 1 geveer 50 ampères. De duur van den bliksem is uiterst kort, in den re gel slechts -eenige honderste deelen van een seconde. Gewoonlijk volgen 4 tot 10 ontladingen elkaar snel ach ter elkander op. Met ronddraaiende fotografie-toestellen heeft men dit 's nachts kunnen opnemen. V/je heeft er niet gehoord of gelezen van z.g. „vuur bollen" tijdens het woeden van ©en onweer'? Het be staan van zulke „bolbliksems" is lang in twijfel getrok ken, doch staat thans wetenschappelijk vast. De vuurbollen zijn na-ontladingen. Vlak na een slag ziet men soms plotseling een lichtgevenden bol, Ren jc klaar'? t altijd zoo'n gemeene kerel was geweest, want dat ie gaten in zijn kousen had, zijn kamerhuur niet be taalde of de meid van zijn hospita zoende, dan zou ik van die visite liet mijne denken; en in 't vervolg niet alleen mijn vijand, maar ook dien berichtgever van mijns vijands euvelen in de gaten houden. Want ik zou onmiddellijk gevoelen, dat zijn mededeelingen uit heel iets anders voortkwamen, dan uit heleedigdl rechtsgevoel, en dat hij heel iels anders beoogde, danl hij mij wilde doen gelooven. Maar laat ons daar nu maar van afstappen, anders I komt er van 't opstel, dat ik je dicteeren wou, niets,I zoo groot als een vuist of ©en hoofd met matige snel heid over veld of weg voortdrijven of voorthuppelen. Zoo'n vuurbol verschijnt zelfs wel binnenshuis door een schoorsteen, openstaand venster of deur en ver dwijnt na eenige seconden op gelijksoortige wijze of dooft uif. In dez® gevallen richt de vuurbol geen seha- Ja meneer! Vooruit dan maar: I11 den tijd, toen de Aardt nog niet geschapen was, en de Zon en de Maan, cc '11 groot deel van de sterren nog geboren moest worden, toen er alleen nog maai- '11 Hemel was, waarin God en zijn engelen den tijd doorbrachten met 11a te den- de aan en laat zelfs geen spoor achter. Maar het komt ken over nog te volvoeren scheppingen, toen kwam ook voor, dat hij met een luiden knal uiteenspringt en meer of minder onheil aanricht. In liet laatste geval is zijn .spoor door een nieuwen bliksemstraal gevold, die dan verwoestend optreedt. De gewone vorm van den bliksem is de lijn- of hand- bliksem. Soms gelijkt hij op een reeks vuurbollen en heet dan snoerbliksem. Een ontlading als een vlam heet vlakbliksem en het schijnsel der stralen achter het onderwerp „Aarde en Menschdom" ter sprake. I waarvan de voorstelling in de rijke verbeelding Gods, I al sedert millioenen jaren aanwezig was. God stelde I zich 'n rijke, bloeiende Aarde voor. met vruchtdragend I geboomte en bloemen en dieren, en ook mensen en. 8 De laatsten zou Hij scheppen naar Zijn eigen beeld en I Zijn eigen gelijkenis, ofschoon zij toch ook van de 2 aarde „aardsch" zouden zijn. De engelen waren ver-1 de wolken noemt men weerlicht. Voorat in warme zo- rukt over dit plan; maar een hunner. Satan genaamd meravonden is dit dikwijls waar te nemen. mede een van Gods „zonen" opperde de beden- De kleur van den bliksem Ls meestal wit maar niet king, dat God daar niet veel plezier van beleven zóu. zelden ook blauw of paars en soms geel tot rood. Boomen en bloemen en de Zon. dat ging nog. Beesten Vermoedelijk hangt dit af van de temperatuur der ver- konden er ook nog mee door; maar „menschen" '11 rechtvaardiger oordeel gesproken worden, als de al die dingen .De door U bedoelde wapenspreuk wordt menschen de dingen van nü op 'n afstand zien; zoo als de berg Athos eerst op '11 afstand van vijf mijlen blijkt 'n menschelijk profiel te hebben, waar de boe ren, ploegend in het oor, niets van weten. Evenwel: Dr. Kuyper en het in opspraak gekomen lintje! Juffrouw Westmeijer, de vrouwelijke Alcibia des, wier naam op ieders lippen is, en de heer Leh mann, de moderne Maeeeen, die evenals zijn Romein- sche voorganger kunsten en wetenschappen bescherm de, maar wien 't ook bovendien om lintjes te doen was! De man had er veertien, zelfs een van den „Verlosser", maar verlost van zijn ijdelheid was hij niet; en hij begeerde er nog meer. Daarvoor in sommige landen zijn zulke dingen voor geld. te koop daarvoor gaf hij veel geld uit. En ter oorzake zij ner royaliteit werd hem zelfs „Zon en Leeuw", en „Legioen van eer" niet onthouden. Maar liefde en vriendschap en een overtuiging, en eere, waarachtige eere, zijn evenmin als de zegenen de macht der handoplegging, (zie Handelingen VIII) en evenmin als 'n plaats in den hemel voor geld te koop. Ook dezen „Simon" werd zijn geld tot verderving" - - - vermeld in „De Navorschei"', 58e jaargang, 1909, afl. I, pag. 18. De heer G. Fuldauer, redacteur adres: den uitgever C. L. G. Veldt Amsterdam kan U op al die vragen antwoorden. Wend U tot hem. G. G. Die heb ik nog niet gelezen, omdat ze mij niet zijn gezonden, waarschijnlijk ten gevolge- van 'n misverstand. M. N .d. R. In wat ik er van vinden kon, stond t' jaar 1751. De uitvinder zou dan 'n Jezuïet-zendeling geweest zijn met name Griinaldi. De machine had den vorm van 'n arend, en hij vloog er mee over het Kanaal in den tijd van éen uur. Meer weet ik er niet van, en bevestigd heb ik 't nergens geyonjl^n. hitte lucht De donder is de trilling der lucht tengevolge harcr sterke verhitting door de overspringende bliksemstraal. De verhitte lucht zet zich plotseling krachtig en brengt de lucht over grooten afstand in krachtige golvingen, die ten slotte ons trommelvlies bereiken. Zelden wordt de donder verder gehoord dan 20 Kilometers, d. i. ongeveer 31/2 uur gaans. Neen, dat zou tobberij wezen vnn 't Itegin tot 't einde. I Maak er dieren of maak er engelen van, zoo adviseerde I hij God, maar engel en dier tegelijk, dat zal niet gaan. I God evenwel, in weerwil van dien raad, schiep de I Aarde, de boomen, de bloemen, de dieren en ook men-1 schen. Maar 't viel God niet mee. 't Begon, zooals I Satan voorspeld had, met tobberijaan den eenen kant I werd liet schepsel „mensch" gedreven tot tiet goede Wie iets van de electriciteit geleerd heeft, zal we- en goddelijke, wijl God hem Zijn eigen geest had ten, dat er twee soorten zijn: positieve en negatieve electriciteit. Een positieve lading is altijd geneigd zich met een negatieve te vereenigen. Geschiedt dit door de lucht heen, dan springt een vonk over. Dc aarde is meestal negatief geladen en de lucht lagen positief. De eene luchtlaag is weer sterker ge laden dhn de andeue. - Vooral als er wolkenvorming plaats heeft, kunnen geblazen, en aan den anderen kant had hij neigingen 1 tot het dierlijke, wijl hij tusschen de dieren door, ook I evenals zij, met zijn voeten op de aarde liep. 't Speet God '11 beetje, dat Hij den mensch geschapen V had; maar lankmoedig en geduldig als Hij was, hoopte Hij er 't beste van. Naar hun dierlijken aard ver- j menigvuldigden zich de menschen, wat God dan ook j gewild had. en als Hij soms 'n staaltje zag van hun f er groote spanningsverschillen in de onderscheidene overwegende goddelijkheid dan wees Hij daar rijnen I luchtlagen optreden Dé. laagst hangende wolken heb- zoon Satan op met'zeker welgevallen- want God* lwd ben m den regel eene negatieve lading en de hoogere de menschen lief, en verheugde zich in hun steeds rij-1 eene positieve. Om deze roden verplaatst de bliksem zich zoo vaak van de eene wolkenlaag naar de an dere, maar soms zoekt hij zijn weg naar de aarde en maar al te dikwijls richt hij dan onheil aan. In de steden is de trefkans het kleinst. Bij raak- staan zijn het meestal „koude slagen", die wel vernielen, doch geen brand veroorzaken. per wordende goddelijkheid. Maar Satan bleef aan hun neiging ten goede twijfelen, f Hoe kunt ge daar nu met reden aan blijven twij-1 felen? vroeg Go<l hem. Let eens op mijnen knecht Job:l hij is 'n oprecht en vroom man, godvreezend en het B kwade vermijdend. Jawel antwoordde Satan, maar Joh weet wel.l Buiten is het gevaar grooter; vooral hooge gebouwen waarom hij zoo braaf is „Hebt Ge niet '11 omtuinin». als torens, molens, en boerderijen worden herhaalde- gemaakt voor hem en zijn huis, en voor al wat hij heeftI lijk getroffen, evenals boomen en telegraaf- of tclephoon- rodom,? Heb! Gij het werk zijner handen niet gezegend I palen. De veiligste houding op het veld tijdens een zwaar en is zijn vee niet in menigte uitgebroken in hel land'1 onweder is platliggend op den grond in een laagte Maar ontneem hem dat alles eens en zie dan eens watl op Hinken afstand van zeisen, machines, fietsen, enz. hij doen zal. Tijdens een onweder is men in ©en gebouw het En God liet Satan toe, dat deze Job alles ontnam I meest gevrijwaard tegen gevaar. Men vermijd© de na- wat God hem gegeven had: Zijn ezelen zijn kameelen'B bijheid van de gas- of waterleiding, van lampen, kachels, zijn runderen, zijn graan, zijn schuren' zijn knechten'I naaimachines, fietsen en andere meialen voorwerpen, zijn zonen en dochteren, zijn gezondheid alles Geen als het ONWEDKRS. enkel vak is zoo afhankelijk van het weer, landbouwbedrijf. Droge zomers zijn nadeelig uïneeren den bouw- i'n 1 voor den veehouder, natte jaren verderving omdat hij meende, dat Koninklijke onder j hoer. Regen in hooi- en oogsttijd wordt door beiden o !,n5 ,,r geId verkresen kon worden. En er gevreesd. Vooral de verraderlijke onweersbuien kun- Gelijkvloers is het veiliger dan op een hoogere ver dieping. Een zittende of liggende houding, b.v. met de beenen op een stoel, ongeveer midden in een ver trek is. hpt meest aan te bevelen. Wil' de boomen worden populieren en eiken het meest getroffen en beuken en berken het minst; de oor zaak hiervan is onbekend. Als men bij onweer onder een boom schuilt tegen den regen, mag men nooit tegen of vlak bij den stam gaan staan, maar men hurk© zich neer zoover van den stam als liet beschuttend bladerdak toelaat. Fiets of landbouwwerktuig plaatst men aan de andere zijde. Uit een groep boomen kieze men den laagsten als be schutting. Hooge boomen, zeer dicht bij een gebouw staande, 1 leveren meer gevaar voor bliksemslag op, terwijl ze op ©enigen afstand beveiligend werken. Vaak hoort men de meening verkondigen, dat in is niemand die voor hem zal kunnen bidden, want hen veel onheil stichten. Dc landbouwers, hun vee e eenige etius tot wien hij zich in dit geval en hunne woningen staan liet moest aan de gevaren lot" gegeven^h" d^Vevoorrefhtins?' "deel en van „niakslaan" bloot, daarom kozen we heden dit de laatste tientallen jaren het hliksemgcvaar 'sterk is t-o- Devoorrecntlng, en de centen op- onderwerp ter behandeling uit. e gexT«t„n" Tr j De machtige en vreesaanjagende onwecrsverschijn- e Heilige Geest is er vreemd aan ge- selen hebben door alle eeuwen hoen een geweldigen de ©erste die honderden ini bleven; en men mag vragen voor wien er nu meer indruk gemaakt op den mensch en doen dat ook thans gebeden moet worden voor den verkleeden „Simon", nog. De volken der oudheid beschouwden de ouwe- e de dubbeltjes aanbood en gaf, öi' voor dezen uit ders als dc openbaring hunner goden. Bij de Grieken zijn rol gevallen „Petrus", die voor de uitbreiding van gold de bliksem voor éen vurige schicht door den zijn alias: Gods koninkrijk ze heel goed ge- toonügen Jupiter naar de aarde geslingerd ten ver- ruiken kon, en ze aannam. Het dan aan de conside-derf zijner vijanden terwijl de Germanen hom hielden Jobs vrouw spotte met zijn vroomheid en oprecht heid en ried hem God en zijn geloof in Hem. var" wel le zeggen. Maar Job zeide tot haar: Ge praat naar dat ge v stand hebt; zouden wij wel het goede van God o vangen en het kwade niet? En in al zijn teleurstel! gen en beproevingen zondigde Job niet. Is 't uit, meneer? Ja, eigenlijk wel. 't Eenige, wat ik hier nog bij I zou kunnen voegen, is, dal de lijdende, strijdende, al tijd pogende mensch „Job" nooit gestorven is, maal dat er van Satan in den loop der eeuwen niet veel meer dan 'n vage herinnering is overgebleven. IIoc zou dat komen, meneer? Wel vrind, ik denk, dat God het allergruwelijk ste uit Zijn schepping heeft willen wegnemenen ge zien hoeft, dat er iets vfcel ergers bestond, don n zondig en overtredend mensch. Iels nog ergers?! Wat dan' toegenomen, doch dit is zeer twijfelachtig. Men onderscheidt frontonweders en locale 011 weiiers;' ,n a 11 cmensch, niet vromer of braver da" tij len lang en slechts enkele wste; maar die er nog bovendien 'n hooswichtig II vermaak 111 vond, om dien ander aan le klagen, te ver-Ij raden, te belasteren, verdacht te maken en jjiijs te gel J '"juci y ijunuvu rJJ1 'VIVJ'G/I 11JJUI1G.I UVU1 H1C1UCH e e der geloovigen overlatend, of er nog 'n goed voor den nimmer falendcn hamer van den machtigen ooid kan overschieten voor Juffrouw Westmeijer, i Donar of Thor, die na eiken worp weer terugvloog UlO VOOr d P7.P hpiHo vorworzQVïAw rilJ L O- O (lie voor deze beide verwezenen het koord gedraaid er. den strop geknoopt heeft; en of men ook voor I haar zal bidden. Het is geworden, wat wij Hollanders noemen: j in zijne hand. Aristoteles, de beroemde Grieksehc wijsgeer gaf van I het onweder de volgende natuurwetenschappelijke vcr- ,'n klaring: In de lucht hoopen zich brandbare, zwave - TT,, -„v, Tr M T.. ------ u JUI m VlAri 1UUH I1UGDU1 /viUli LH cLUUXTcU C, ZWUVU G Ji n j/,1 e" bljna niet mogelijk er eru- 1 lige dampen op, die hij hare snelle verbranding den stig bij te blijven. Geen krant, die 't niet hoog op- bfikser neemt; geen journalist, geen redacteur, die er geen kolommen aan wijdde. „Het lintje van Lehmann" den e ge in 011 de daarmee gepaard gaande ontploffing donder veroorzaken. Deze voorstelling bleef bij de 'n naronWawarHa,, lieerden heersehen tot in de achttiende eeuw, teiwiji heid tusschenTe huGen WnT 2*/ en partijdig- de groot© menigte in het woeden der elementen het op HoüandBcL., en. La"ca8tel' of om werk van kwaadwillige geesten bleef zien. welk bij- en Kabeli^mwsnhftii Hoekschen geloof thans, nog lan<fnift overal is Uitgerooid is vo^ral7f1Jta7WaC^n' treedt nu voorschijn in het „Vóór of tegen Kuyper", met nog 'n bijleuze- ot tegen Tideman". Want Tideman h.ee£t i- 1 1 '^roemden Amerikaan Benjamin Franklin „voor die niet alleen een bekwaam natuurkundige, maar ook een zeer groot staatsman was, onder zijn éminente 't geheim tientallen mijlen breed zijn en gemiddeld 40 K.M. per uur afleggen, duren slechts kort, maar woeden over géheele landen tegelijk. De locale of warmte-onweders verplaatsen zich langzaam, woeden dikwijls uren achter een op dezelfde plaats en gaan bijna altijd met zware regens gepaard. Door haar tangen duur zijn zij het ge vaarlijkst. Wie nog in het bezit is van het artikeltje over Blik- semaflciding, door mij den vorigen zomer in deze ru briek gegeven, zal goed doen dit als vervolg op dit stukje over onwoders nog eens door te lezen. D. E. LANDMAN. Hallo! De Schager Courant! In orde! Spreek ik met de zetterij? Ja, meneer! Och zetter, wil je dan even gaan typen? Zeker, meneer I Ik zit al i Vooruit dan maar! aanklacht bij de menschen is spèculeoren op hun vij andige neigingen; en de aanklager leef er Ven «re mee 111. En toen Salan, - - 'n engel des lichts 9 legt er die zich soms klocdf als - daarmee onder de mensc,\c" begon, toen heefl God 'in zeker onschadelijk geibaa^' door hem te doen verdwijnen. De Satan als aankef en vordachtmaker ,s althans nu weinig andere &n 11 legendarische persoonlijkheid. meneer?U(llM1 C' Zulke me|rechen niet \u'«"> fte7«^V°ln0e' man! ^(>c kom je daar aan? Heb ie termen! "wmschen ontmoet, die groeiden in an; tu-1 ondo,r«:u,« of overtreding? Die met pK'^'1 kwaad van anderen vertelden of verzonnen? Maar nu moet Ik afbellen. IIAN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 10