AllElES 1 NiElIS"
Adïerteniie- Laiiimllai,
Binnenlandscb Nieuws.
Donderdag 22 Juli 1909.
53ste Jaargang. No. 4543.
ra
S
Bekendmakingen
m een zonderling geval.
Gemengd Nieuws.
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
1 VYU1U'"JJI Ai; V 2js\± JJjIN llüilN 111 Llüü OOI
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
IS&sr-eau SCMIMGEïS, Laan O 4.
Iiitere. Telephoon No. 2o.
SJïftfjewers a TRAPWSAK
Prijs por jaar f 3.—. Franco per post f 3 60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.26: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad.
LANDWEER.
Overgang van het Leger naar de Landweer.
De Burgemeester der Gemeente Schagen;
Gezien het 3de lid van 10 der Landweerinstruc
tie I;
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
lo. de dienstplichtigen bij de militie te land, die
in den loop van dit jaar een achtjarigen dienst bij
de militie hebben volbracht of alsnog zullen volbren
gen, dat zijn in het algemeen zij, die behooren tot
de lichting van 1901, op 1 Augustus a.s. zullen over
gaan naar de Landweer, met uitzondering van hen,
die:
a. behooren tot een der bereden korpsen of tot
het Korps Torpedisten;
b. in het genot zijn van ontheffing van den werke-
lijken dienst, om het even of de ontheffing werd
verleend als geestelijke enz., dan wel wegens kostwin
nerschap of om eenige andere reden van bijzonderen
aard;
2o. de dienstplichtigen, die uitstel hebben genoten
j van eerste-oefening of van verblijf onder de wapenen,
I gaan evenveel jaren later naar de Landweer over als
het uitstel heeft geduurd; vroeger genoten ontheffing
rekent echter mede als diensttijd en brengt alzoo
geen vertraging in den overgang naar de Landweer;
3o. zij, die overgaan naar de Landweer en binnen
het Rijk verblijf houden, moeten zich vóór 31 Au
gustus a.s. in persoon aanmelden bij den Burgemees
ter hunner woonplaats en bij deze aanmelding inleve
ren hun zakboekje met daarin gehechten verlofpas;
terwijl zij, die naar de Landweer overgaan en bui
ten het Rijk verblijf houden, zich niet in persoon be
hoeven aan te melden, doch alsdan verplicht zijn
i hun zakboekje met daarin gehechten verlofpas bij
j aangeteekenden brief waarin hun adres buitens-
lands duidelijk en volledig moet worden vermeld
toe te zenden aan den Burgemeester hunner laatste
i woonplaats binnen het Rijk;
4o. Zij, die op 1 Augustus a.s. naar de Landweer
overgaan, zijn van dien datum af onderworpen aan
alle voorschriften voor de Landweer gegeven;
Vestigt met nadruk de aandacht op de navolgende
bepalingen der Landweerwet:
I Artikel 24. De verlofganger van de Landweer meldt
I zich binnen dertig dagen na den dag van zijn over-
gang naar de Landweer of na dien, waarop hem de
verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester zijner
I woonplaats aan, ten einde deze den verlofpas, hem
bij de Landweer of laatstelijk bij de militie uitge
reikt, voor gezien of opnieuw voor gezien teekene.
De verlofganger van de Landweer, die buiten het
Rijk woont of verblijf houdt, of die zich bij zijn ver
trek met verlof buiten het Rijk begeeft, kan, ter ver-
vulling van de verplichting in het vorig lid omschre
ven, binnen den daarin vermelden termijn zijn ver-
lofpas bij aangeteekenden brief ter afteekening toe
zenden aan den Burgemeester zijner laatste woon
plaats binnen het Rijk. De verlofpas wordt hem door
I dien Burgemeester bij aangeteekenden brief terugge-
I zonden
Artikel 25 .De verlogfanger van de Landweer, die
1 zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft
daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woon-
plaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij
komt in de gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt
hij zich aan bij den Burgemeester dier gemeente, ten
I einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene
Artikel 27. De verlofganger van de Landweer mag
zich zonder toestemming van Onzen Minister van
I Oorlog niet langer dan gedurende een jaar buitens-
I lands begeven.
Aan den verlofganger van de Landweer, die niet in
verzuim is, wordt deze toestemming, wanneer zij ge-
li vraagd wordt en blijkt noodig te zijn ter zake van uit-
J oefening van of opleiding tot landbouw, handel of nij
verheid, in gewone tijden niet geweigerd.
Bij de toestemming kan de verlofganger worden
I vrijgesteld van de verplichting tot deelneming aan
i de oefeningen in artikel 11 vermeld, tot het bijwonen
van het bij artikel 29 voorgeschreven onderzoek en
I tot het komen in werkelijken dienst in geval van
l oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone om-
F standigheden.
Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige
voorwaarden worden verbonden, als in het belang van
den dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28. De verlofganger van de Landweer, die
j artikel 24, 2 5 of 27 niet naleeft, wordt in werkelij
ken dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste
eene maand gehouden. De duur van dezen dienst
wordt bepaald door Onzen Minister van Oorlog, die
tevens het korps van het leger aanwijst waarbij de
werkelijke dienst moet worden vervuld.
Zij, die familiebetrekkingen hebben, die in het bui
tenland verblijf houden en in de termen vallen van
overgang naar de Landweer, worden uitgenoodigd be
langhebbenden te herinneren aan de bepaling van ar-"
tikel 24 bovengenoemd.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
1 Iloogwoud.
1 De milicien-verlofganger dezer gemeente, 'lichting lJOb,
'fl Daniël Nierop, Jbehoorende tot lvct 4e Regiment Ves-
fing Art., is opgeroepen 'omj op 23 Augustus in wcrkc-
lijken dienst te treden voor hcrhalings-oefeningem
De milicien-verlofganger, lichting 1901, Pieter SL1-
.ver, -lo Regl. Vesting Art., op 6 September a.s.
Dinsdagavond omstreeks tien uur hoorde de portier
•>an een electrischo vernikkelinrichting in de Nieuwe
3Iolstraat tc 's-Gravcnliage gerueht in het kantoor.
Toen de man, die juist op het punt stond naar bed,
le gaan, ging zien wat er aan de hand was, werd hij
aangegrepen en buiten de deur in do gang gezet. Ilij
kon nog juist zien, dat hij met drie man en een vrouw
ie doen Ixad. Uaar Jiij de straatdeur fliet kon open-
krijgen, sloeg hij oen grooto ruit aan de straatzijde
«ui imt voorkantoor in, luidkeels om hulp roepende,
jjjfl'oeu op het hulpgeroep politie kwam toesnellen, bleek
dat hier niet aan inbraak was te denken, maar dat
de in het achter de fabriek gelegen huis aan de Am-
Sterdamsche Veerkade wonende vroegere directeur, die
meent nog rechten te kunnen doen gelden, zich door
den tuin heen toegang verschaft had tot de fabriek,
waarvan de sleutels nog in zijn bezit zijn. Aan do
politie toonde hij' een huurcontract, volgens hetwelk
het perceel, waarin de fabriek gevestigd is, lot het
volgend jaar Mei aan hem is verhuurd. Hierover wordt
al geruiraen tijd geprocedeerd, daar de quaestie aan
den burgerlijken rechter is onderworpen. Natuurlijk
wekte een en ander in de gewoonlijk stille straat groote
opschudding en verzamelde er zich een groote men-
schenmenigte, onder wie de moest fantastische verha
len de ronde deden.
DIENSTWEIGERAAR.
De dienstweigeraar Kamper werd gisteren door den
krijgsraad te Haarlem veroordeeld tot 6 maanden ge
vangenisstraf.
JONGE HAAI.
Dinsdagmiddag is door eenige jongens in 't Zui-
der Buiten Spaarne, te Haarlem, een jonge haai, van
1.25 Meter lengte, gevangen.
Callsmtsoog.
Tot leden van het Kiescollege der Ned. Herv. ge
meente alhier zijn Zondag gekozen de heeren Johs.
Vis, A. Baken G.Az., S. Baken Cz. en J. A. Vos.
(Aftredenden waren de heeren Johs, Vis, F. Mooij,
J. Brouwer en D. Hoornsman.) In de plaats van den
heer J. Hoornsman, die vertrokken is en van den
heer P. Kooger, die benoemd is tot ouderling, zijn
gekozen de beeren M. Mooij Fz. en M. Vries.
Tot Notabel is gekozen de beer C. Hoogschagen,
In de plaats van den beer S. Biersteker, die vertrok
ken is.
DE HEER NOLTING VERVOLGD?
De heeren A. Kreuzen Azn. en J. J. Mons, brand
stof fenhandelaren en als zoodanig respectievelijk ge
vestigd aan de Brouwersgracht 224 en 115 te Am
sterdam, zijn voornemens, tegen den heer P. Nolting,
een aanklacht in te dienen wegens beleediging, hun
personen in het openbaar aangedaan, en van welke
beleediging zij nadeel in hun zaken verwachten.
De heer Nolting zou zich bij de zijnerzijds gevoerde
campagne tegen de aftredende raadsleden Ter Haar
en mr .De Vries, en in verband met de door hem
geschetste, oneerlijke actie bij de Kamerverkiezing
in district VIII, in het openbaar ongunstig over ge
noemde heeren hebben uitgelaten.
Hij zou dit volgens genoemde beeren hebben ge
daan op een kiezersvergadering in het Wilhelmina-
lokaal, Spaarndammerstraat, en op de vrijz.-dem. over-
winnings-bijeenkomst in Palais Royal.
DE STRIJD TEGEN DE VLIEGEN.
Met het oog op de nu ingetreden „vliegenmaan-
den" achten wij het ten zeerste in het algemeen be
lang, te wijzen op de meest afdoende middelen om
deze insectenplaag op een doelmatige wijze te bestrij
den.
Van verschillende zijden is formaldehyde aanbevo
len, en volgens onze proefneming blijft het volgende
mengsel op een schoteltje uitgegoten, gedurende lan
gen tijd in onbedorven staat.
Men schudde 15 deelen formaldehyde met 15 dee-
len melk, 5 deelen suiker en 65 deelen water. De
kosten zijn gering, en hoewel wij nog geen gelegen
heid hadden gelukkig wegens afwezigheid van de
vliegen, de doodende werking te observeeren, zijn de
berichten dienaangaande zeer overtuigend. Ieders hulp
is noodzakelijk om deze walgelijke en besmetting ver
oorzakende insecten zooveel mogelijk te verdelgen.
EEN GEVAARLIJKE HUWELIJKSCANDIDAAT.
De dochter van mej. Den H., te Roon, was ver
loofd met L. Op een goeden dag ontving de jonge
dame een hoogst eigenaardigen brief, waarin haar
werd medegedeeld, dat haar verhouding met I.. den
schrijver altijd een doorn in het oog was geweest.
Deze beval haar daarom den omgang met L. af te
breken en verlangde, dat zij in het huwelijk zou tre
den met een jongeling, dien de schrijver voor haar
op het oog had. Daartoe moest zij zich vrijmaken
en zij werd gewaarschuwd, dat gevaar en ellende haar
dreigde, wanneer zij zich niet naar de gegeven beveler
schikte.
De moeder zelf ontving eenige dagen later even
eens een brief van denzelfden schrijver, waarin haar
werd medegedeeld, dat het de wil van den schrijver
was, dat ook zij zoo zou handelen. Zij moest overtuigd
zijn van den ernst van den toestand en haar doch
ter met raad en daad bijstaan.
Ten opzichte van den bedoelden jongeling deelde
de schrijver mede, dat deze was rap van leden, be
voorrecht met een helder verstand en vlug van
geest, terwijl zijn koelbloedigheid in tijden van ge
vaar dikwijls de bewondering van den schrijver had
opgewekt.
De derde brief, gericht aan het meisje, vertelde
wie nu eigenlijk wel de jongeling was, door den
schrijver als haar toekomstige echtgenoot bestemd.
Na de meening te hebben uitgesproken, dat zij op
deze openbaring zeker wel met ongeduld en nieuws
gierigheid zou hebben gewacht, volgde de naam van
een 20-jarigen jongeling, eveneens wonende te Roon. I
De vierde brief was weder gericht aan de moeder
en sprak van God en wrekende gerechtigheid. De
moeder moest haar dochter leeren waar zij haar ge
luk kon vinden; wilde zij in vrede leven, dan werd
haar aanbevolen het hare tot de zaak bij te dragen.
Veertien dagen na dagteekening van den brief ver-
langde de schrijver, dat aan zijn wil gevolg zou zijn
gegeven; zoo niet, dan zou hij na verloop van dien
tijd maatregelen van dood en verderf nemen door
middelen, die door Satan waren uitgevonden en die
de familie met allerlei verschrikkelijke dingen be-
dreigden. De familie had dus nu te kiezen tusschen j
hemel en hel. Natuurlijk werd aan al dit moois geen
gevolg gegeven, maar op zekeren dag in Maart ont
ving de bedreigde familie een als postpakket verzon
den kistje, waarvan het adres aan de ontvangers be
kend en daardoor verdacht voorkwam. Men nam het
daarom mede naar het platte dak en wierp het van
daar in den tuin. Het kistje viel kapot en een schot
ging af. De inhoud bleek te bestaan uit een revolver,
die met een touwtje zoodanig aan het deksel was be
vestigd, dat bij opening van het kistje een schot
moest afgaan.
Tevens was een brief bijgevoegd, van zeer eigen
aardigen inhoud. „Begrijpt u nu, dat het geen gek
heid is?" „Hoe durfde u het wagen?" „Dacht u,
dat ik een eed even gemakkelijk breek als een pijpe-
StGöl
Met nog meer verschrikkelijks werd gedreigd; „men
behoorde blijkbaar tot die menschen, die tot hun
bestwil moesten gedwongen worden. In geen geval
mocht het huwelijk met L. tot stand komen, anders
zou de schrijver dezen pillen laten slikken, dieniet
gemakkelijk te verteren waren." Als straf werd aan
mej. Den H. bevolen f 10.000 aan de Ned .Herv. Ge
meente te schenken. De brief eindigde met de woor
den: Boete of de dood zoo waar helpe mij God al
machtig, en eenige minder lieflijke beschouwingen
over politie en justitie, waaraan men zich in geen
geval moest toevertrouwen.
De 20-jarige, de aanbevolen jongeling, beklaagd
van het eigenhandig schrijven van deze brieven en
het verzenden van het kistje, had zich gisteren voor
de rechtbank te Rotterdam te verantwoorden.
Deze jongen, met zijn stevig boerenjongenslijf,
heeft 'n goed gevormd hoofd met lange zwarte, ar
tiestenharen. Donkere, diepliggende oogen, een goed
gevormde, eenigszins gebogen neus, waaronder een
aankomend zwart snorretje. Hij ontkende de brieven
te hebben geschreven, ontkende in eenig verband tot
de zaak te staan.
De jongedame getuigde, dat zij erg, verschrikke
lijk bang was geworden door al die brieven, zij durf
de niet meer de deur uit te gaan en mocht dit ook
niet van haar moeder.
Deze verklaarde, dat ook zij een minder plezierigen
invloed van die dreigende epistels had ondervonden,
terwijl de zoon des huizes zich na verkregen verlof
met een geladen revolver had gewapend.
De postbeambte L. H. J. Kluit, te Barendreclit,
herkende den beklaagde als den afzender van het
pakje, waarin zich de revolver bevond; zoo verklaar
den nog andere getuigen hem beslist te herkennen
in eenig verband met deze zaak. De deskundigen, de
heeren G. Kamerbeek en J. Koffyberg, die bet schrift
der brieven hebben onderzocht, hebben in hun daar
over uitgebracht rapport verklaard, dat beklaagde de
schrijver is. Behalve de reeds genoemde vijf brieven
zijn er nog, nadat v. d. H. in hechtenis was geno
men, twee briefkaarten verzonden aan het adres der
familie Den H.
De deskundigen hebben echter verklaard, dat deze
laatste schrifturen van een ander dan beklaagde af
komstig zijn, waardoor dus de meening wordt beves
tigd, dat door een tot nog toe onbekend gebleven hel
per deze laatste twee briefkaarten zijn geschreven,
met het doel het te doen voorkomen alsof beklaag
de inderdaad onschuldig werd verdacht.
De officier van justitie, mr. Wolfson, achtte het
ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en
bracht in dit verhand het door de schriftgeleerden uit
gebrachte rapport ter sprake. Mr. Wolfson ging het
karakter van den inhoud dezer brieven nog eens na,
en noemde dit zeer ernstig. De zaak heeft den offi
cier van justitie altijd ten zeerste geïnteresseerd, dik
wijls is bij hem de vraag gerezen of deze beklaagde j
niet enkel „een dwaze jongen" is. Zijn houding ter te
rechtzitting heeft echter uitgewezen, dat het bij hem
was: „het doel heiligt de middelen" en dat hij een
strenge straf verdient. Gerequireerd werd éen jaar
gevangenisstraf. j
Mr. J. H. C. v. d. Kun meende, dat de inhoud
der brieven niet voldoet aan het ten laste gelegde,
nergens wordt een daad bedoeld, die dood of zwaar
lichamelijk letsel tengevolge zou kunnen hebben, re
den waarom beklaagde zal moeten worden vrijgespro
ken. Mocht de rechtbank van andere meening zijn,
dan verzocht de verdediger de rechtbank een onder
zoek naar de toerekenbaarheid van beklaagde te wil
len instellen.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 27
Juli
Wieringen. v
Heden had alhier eene keuring plaats vanwege de
commissie tot bevordering der paardenfokkerij in
Noord-Holland en wel voor merrieveulens, jaarling-
merriën en tweejarige merriën. Aangevoerd werden
1 veulen en 20 tweejarige paarden. Er werden slechts
twee prijzen toegekend: de le groot f25 aan bet 2-
jarige paard van den heer C. Jb. Kool en de 2e
groot f 15 aan het 2-jarige paard van den heer J.
Hermans. Tevens werd de hengst Robert IV goedge
keurd en aan hem een premie van f 200 toegekend.
Deze hengst behoort aan de hengstenvereeniging
„Wieringen". Voor het Stamboek werden nog 3 paar
den gekeurd, doch allen onvoldoende geacht.
NAGELS KNIPPEN.
Het is bij roofdieren, die in dierentuinen worden
gehouden, soms noodig de nagels te knippen, wijl an
ders de dieren zich zelf of kooigenooten verwonden.
Vroeger ging zoo'n operatie lastig. O mi den klauw
werd. ©en lus geworpen; de poot werd tusschen de
tralies doorgesjord en dan werd geknipt. Tegenwoordig
wordt in zoo'n geval het dier onder narcose gebracht.
Eergisteren is dat met goed gevolg gedaan hij1 een
der grootste leeuwen van de Londensehe diergade.
Ilct knippen der -npgels kon nu zonder moeite of
gevaar worden verricht.
Tot dusverre was in de Londensehe diergade het
onder narcose brengen van roofdieren, wel loegcpasl
op do kleinere dieren, pooit op een der volwassen
leeuwen of tijgers.
LUCIFERS! LUCIFERS!
Na den 30en September 'zullen de lucifers 1e Ber
lijn honderd procent duurder iwórden.... De Rijksdag
heeft het gcwiljd, de iregeering heeft hot gewild'. Het
licht, en alles waL licht kan brengen in de duisternis
moest duurder worden in het Duitsche rijk. En is duur
der geworden. Van tien tot honderd procent.
De Bcrlijner, wiens hoofd nu niet staat naar een
zomerreis1— hoe groot zal zijn aandeel zijn in de
500 milLioen extra jaarlijks? al zou het weer min
der Novembcr-slormseh zijn, besteedt zijn tijd nuttig,
reist de winkels af om lucifers te koopen. Elke tien
doosjes geven een winst in de toekomst van tien doos-
Naar WertheimI Derde verdieping: huishoudelijke ar
tikelen. „Früulein, tien pakken Zweden". Fraulein ant
woordt. „Parterre, afdeefing parfumeriën". In een klein
hoekje, waar zelfs dweilen, kaarsen verkocht worden,
is dichL gedrang.' Verkoopsters met vuurroode gezich
ten, overdrukke gebaren, woeste oogen, rennen heen
en weer. Zijn er nog lucifers? De knechten galoppec-
ren naar het pakhuis in den kelder. Komen terug met
karretjes vol. Het publiek bestormt hem, die zijn schat
verdedigt en de voorraad aan de juffrouw ^eeft.
Opnieuw gedrang voor de toonbank. Oude dames
'sasezzvkm
worden kwaad in de benauwdheid. Jonge idem. De
heeren trachten het tc winnen met lonkjes en lieve
lachjes, 't Helpt niets. Een ieder moet wachten tot
hij op zijn beurt dóór dringt. En krijgt dan hoogstens
twee pakjes.... twintig doosjes.
Vroeger 15 pfennig de twee. Gisteren om negen
uur 's morgens 9 pfennig per pluk, om 12 uur 11
pfennig.
Zoo is het hij Tietz, Jandorf, Passage-Kaufhaus des
Westerns.
Een warenhaus is thans een speculatie-beurs in lu
cifers
KUNNEN DIEREN DENKEN?
Onder dezen titel vertelt luitenant Tj'rell in Tien
..Spectator" een aantal staaltjes van intelligenle dieren.
De officier had in zijn huis in Indië een aap, dien
hij eens op een dag een spiegel voor den neus zette,
om 'te zien, hoe het beest zich vis h vis zijn beel
tenis gedragen zou. De aap, die natuurlijk een stam
genoot meende te zien, sprong herhaaldelijk rond om
den spiegel, om rijn kameraad te ontdekken. Daarna
volgde een manoeuvre, alsof hij onderzoeken wilde,
of de spiegel-aap een levend wezen was, ja dan neen.
Star keek hij den sinjeur tegenover zich aan, hoog
langzaam en voorzichtig zijn hand om den hoek van
't glas en voelde of aan (ie rugzijde van den spiegel
een aap te vinden was. Gedurende al dien tijd ver
loor hij zijn beeltenis niet uit 't oog. Een anderen
keer las Tyrell op zijn veranda oen dienstbericht, ter
wijl de aap met zijn ketting aan een pilaar zat, en
een ordonnans met 't geweer voor zich 't antwoord
van den luitenant afwachtte. Den aap interesseerde 't
geweer levendig en hij probeerde 't te bereiken, maar
de ketting was te korL Fluks greep hij een stok, die
in de buurt stond, en* raakte daarmee het vuurwapen
aan, beklopte het onderzoekend op kolf en loop en
legde toen den stok met een tevreden gezicht neer.
Tyrell herinnert hij deze gelegenheid aan den be
roemden papegaai van Richard Wagner, en aan den:
„ironischen papegaai", dien de gebroeders Margueritte
in hun roman ,,Le desastre" laten optreden. Dit ver
standige beest was door zijn eigenaar meegenomen naar
het slagveld bij Wörth, en woonde er de klucht van
het Fransche leger hij. Als met opzet klonk boven
't strijdgewoel zijn kreet: „A Berlin, a Berlin!"
In aansluiting van dit verhaal wordt in den „Spec
tator" nogmaals de vraag geopperd, of 't werkelijk voor
komt, dat paarden zich uit gemakzucht kreupel hou
den. Bewezen is, volgens de redaclie, dat herhaalde
lijk trekdieren om 'n zvvaren arbeid te ontgaan, zich
mank hielden.
MENSCHEN- EN RUNDVEETUBERCULOSE.
In de Fransche Akademie van Wetenschappen is
een verhandeling van Calmeüe en Guérin ingediend
over de bepaling van de pfkomst, van runderen of
menschen, van bacillen van Koch, afgezonderd uit tu
berculeuze beleedigingen bij den mensch.
De schrijvers herinneren eerst aan een vroegere ver
handeling, waarin zij de aandacht hebben gevestigd op
de eigenschap van ründer-tuberkelbacillen" ,om voort
te telen in een mengsel van ossengal en 5 yct. gly
cerine. Tegelijkertijd deelden zij mede dat tuberkel
bacillen, afkomstig van menschen of vogels, in zulk
een mengsel niet groeien willen, terwijl zij zich, on
derscheidenlijk, zeer goed ontwikkelen op menschengal
of kippengal.
Onlangs hebben zij de juistheid van deze waarne
ming bevestigd gezien bij het bestudeeren van vier
nieuwe „monsters" van menschelijke bacillen, waar
van twee van Amerikaansehen oorsprong (uit het sa
natorium aan liet Saranac-mcer) waren, een door hen-
zelven uit het halsgangiion bij een kind van acht jaar
afgescheiden en het vierde door Borrel verstrekt was.
Geen van deze bacillen ontwikkelden zich op aardap
pels, gedrenkt in ossengal. terwijl zij op menschengal
goed opkwamen.
Daarentegen bleek een vijfde monster, dat Salim-
beni in het instituut Pasteur had afgezonderd uit de
milt van een kind, Raymond P., die op den leeftijd
van vijf maanden aan acute miliaire tuberculose be
zweken was, zich uitstekend op ossengal te ontwikke
len.
Proeven met infectie van geilen met dezen cultuur,
tegelijkertijd met controle-proeven bij geiten met an
dere cultures van menschelijken oogsprong genomen,
bevestigden dat Raymond P. met rundertuberculose be
smet moest zjjn. liet kind was met de zuigflesch groot
gebracht. Uit de heele ziektegeschiedenis van liet kind
en de waarnemingen bijl'de obductie bleek, dat de be
smetting met rundertuberkelbacillen van de ingewan
den uitgegaan moest zijn.
De onderzoekers concludeercn, dat de besmetting
ipet rundertuberculose in dit geval aangenomen moet
worden: lo. wegens de virulentie van den uit de milt
van het kind aïgezonderden bacil hy een intra-mam-
mair ermee ingeente geit; 2o'. omdat deze bacil zich
op ossengal gemakkelijk ontwikkelde.
De theorie van Koch, dat rundertuberculose niet op
den mensch kan overgaan, lijkt in het licht van deze
proefnemingen moeilijk houdbaar.
VAN EEN DIEFSTAL.
Do correspondent der N. R. Ct. te Weenen schrijft
d.d. 20 Juli.
Om 119.000 kronen in 30 seconden op klaarlichten
dag uit een postkantoor tc stelen, dat vol menschen
is, en daarbij niet gesnapt te worden, dat is in zijn
soort een kunststuk en tevens een buitengewoon be
wijs van tegenwoordigheid van geest, van koelbloe
digheid en van b et berekenen der kansen door do
daders die dat stukje hebben uitgehaald. Natuurlijk
Amerikanen, want de justitie speurt naar een zeke
ren Hendèrson, die volgens oppervlakkige signale
menten den diefstal kan bedreven hebben. Toen
's avonds na afloop der kantooruren de politie do
misdaad in het lokaal liet overdoen, had ze er 50
seconden voor noodig. Of dit nu komt omdat de
zielsrust, waarmee de politie den diefstal kon nadoen,
kalmeerend werkte in vergelijking van de spanning
waarin do dieven wel moesten verkeeren, wil ik niet
beslissen. Alleen staat het vast, dat de misdaad vlug
ger was dan de gerechtigheid en dat de eigenschap
pen, die de Amerikanen in staat stellen om milliar-
dairs te worden, zich bij deze schavuiten niet verloo
chend hebben.
Het postkantoor, dat ojp die wijze vliegensvlug van
zijn kas beroofd werd, staat op 'den „Minoriten-
platz" in de buurt van groote banken, die aan dit
kantoor dagelijks enorme sommen laten bezorgen. Zoo
als overal, zit op dit bureau achter een glazen schuif
de beambte, die de postwissels vlijtig incasseert, ze