I' I. Toch onschuldig. Zaterdag 21 Augustus 1909. 53e Jaargang. No. 4559. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. K Binnenlandscb Nieuws. h IiXXXL MHjLIOENEN verkregen door vee teelt EN LANDBOUAV. I)e Nederlandsche veestapel bestond in 1901 uit on geveer 300.000 paarden, 1.700.000 runderen, Goo.ooo schapen en 850.000 varkens. Volgens een matige be rekening hebben deze dieren te zamen een waarde van 25Ö millioen gulden. Als het bankpapier in Ne derland in omloop is niet voldoende om dit bedrag te betalenwant dit gaat niet ver over de 200 mil- lioen gulden. Dat onze veestapel jaarlijks reusachtige opbrengsten geeft, kunnen wij met cijfers aantoonen. In 1907 was de waarde der uit Nederland uitgevoerde paarden If 3.765.000; die van slachtvee f 7.000.000; die van fok- I vee f 11.360.000; die van varkens f 13.500.000 en die run schapen f 800.000. De waarde van het uitgevoerde levende vee in 1907 was dus 36V2 millioen gulden ongeveer. Toch is clit maar een deel van den goudstroom, voortvloeiende uit de veeteelt. De waarde der uitge voerde boter was in 1907 ruim 37 millioen gulden; i die der kaas 281/2 millioen gulden; die van het rund- en kalfsvleesch 10 millioen guldendie van het scha- penvleesch 6 millioen gulden; die van liet versche var- kensvlcesch 111/2 millioen gulden; die van het gezouten vleesch, spek, 1 millioen gulden; die van huiden en haar 7 millioen gulden; die van wild en gevogelte I I1/4 millioen gulden. twijfel. De toenemende welvaart van deze klasse Neder landers kan dit getuigen. Met cijfers kan men iets zeer juist voorstellen, maar het lezen van veel gelallfcn is ook vermoeiend, vooral als het groote bedragen geldt. W ie er belang in stelt, nog meer hoogst interes sante cijfers over landbouwaangelegenheden onder de oogen to krijgen, koope het Verslag over den Land bouw in Nederland over 1908, dat over zeer veel din gen inlichtingen geeft. De prijs is slechts f 0.50. Enkele grepen wil ik er hier uit overnemen. ,1 1i„ I1 overal op veld en akker een drukke bedrijvigheidhet is de tijd van den oogst. Het vlas wordt getrokken, het koren gezicht, de vroege aardappelen gedolven. Een'en ander geeft handen vol werk en zet veel leven bij aan hot in dezen tijd van het jaar zoo schoone en schilderachtige landschap met zijn overvloed van wee- lig opgroeiende gewassen en zijn velden met rijken kunnen redden, is niet opgehelderd, oogst beladen. Schoen is thans van alles: vrouw, kinderen, huis, 7<l1s men, zooals wij dat dezer dageu deden, rustig inboedel en bedrijf beroofd; de vrouw was 28, de voortpeddelt op zijn onvermoeibaar ros langs de wel- drie meisjes 4, 2, en 1% jaar oud. pende binnen te komen was eveneens verplicht voor den rook te wijken, zoodat beide kinderen moesten omkomen, zonder dat iets tot hulp kon worden ge daan. Ook de echtgenoote van Schoen, die men dui delijk kon hooren roepen, kwam met het derde kind in de vlammen om. Waarom de vrouw zich niet heeft oorfpedttelt op zijn o-cderhouden grintwegen van Frieslands Noorder- Het vuur, dat in 't van hout gebouwde huis snel UYVI IIVRIVU, o» 1 1 1 1 I Dat er In 'de laatste jaren een aardige stijging in kwartier en al dezie bedrijvigheid kalmpjes gadeslaat, om zich heen greep, tastte zeer spoedig ook de wo- iderstaande tabel, den merkt men hier en daar, soms op verren afstand, ning van D. Slom aan, die mede evenals die van dc graanprijzen is gekomen, leert onderstaande Groolhandelsprijzen te Rotterdam per last (30 II.L. Gerst. Haver. Tarwe. Rogge. Einde 1903 f 185 f lÜ 1904 195 146 1905 210 165 1906 180 145 1907 255 210 1908 240 185 f 110 115 135 130 158 138 f 90 105 112V2 115 120 100 Over den veehandel kan het volgende gemeld wor den: België betrok in 1908 uit Nederland 65.659 stuks rundvee tegenover 55.426 in 1907. Italië heeft nog nooit uit ons land zooveel vee ont vangen als in 1908. Dit land was een afnemer zoowel voor volwassen koeien als voor jong vee. Frankrijk begon in het laatst van Juli reeds gras kalveren te koopen en hield zulks vol tot aan het einde van het seizoen. Het besteedde hooge prijzen. Nadat in Augustus de quarantaine in Spanje was opgeheven, werd dit land weer een geregelde afne mer van melkkoeien evenals andere jaren. In de drie maanden, dat Zweden voor ons vee open was, werden daarheen uit Friesland eenige zendingen eerste klasse fokvee, uitsluitend stamboekvee, gezon den tegen zeer hooge prijzen. Ook waren Galicië en Polen beste afnemers van Friesch fokvee, terwijl Ja pan en Brazilië mede fokstieren en jongvee betrok ken. De paardenhandel in het binnenland, zoowel als naar het buitenland, was het grootste gedeelte van het jaar zeer levendig, verminderde echter aanmer kelijk in het najaar, vooral wat aangaat de gekruiste koudbloedveulens en de anderhalfjarigen. Over het algemeen werden hooge prijzen besteed en een enkel maal ook zeer nabij, een breed uitwapperen- Schoen totaal afbrandde. Dit huis behoorde aan P. do vlag op; het is Neerlands driekleur, gebonden aan Eiskes. een zeer langen stok, rechtstandig in een. bouwland Een ander huis met twee woningen aan de noord- geplant. Daaromheen is het een gewoel en gewirwar zijde van het eerste grenzende en dat bewoond was van mensehen, die alle zeer druk in de weer zijn, daar door den visscher K. Vet en de weduwe Bleij en in is de kloedbaas met zijn kleed. Hij is met zijn staf eigendom toebehoorde aan D. Kleijn, onderging het- van werklieden bezig het koolzaad te dorschen op het zelfde lot. veld, waar dit landbouwgewas nog onlangs zijn helder Ook hiervan bleef niet meer dan de steenen voor- Als men dit alles bij elkaar neemt, krijgt men on- -werd zeer veel, vooral voor Duitschiand bij de geveer 110 millioen gulden! fokkers aan huis gekocht of op monsteringen nabij Nederland leverde dus in een enkel jaar aan vee hunne woonplaatsen. De prijzen voor den tusschen- l en veeproducten aan het buitenland voor zulk een handel, gedreven door de Nederlandsche paardenhan- reusachiig bedrag. delaars, werden daardoor zóo hoog, dat gerust mag Maar wij hadden nog meer ten verkoop. In ge- aangenomen worden, dat deze handelaren allen in noemd jaar leveiden wij aan het buitenland o.a. nog jgos met verlies hebben gewerkt, voor 9 millioen gulden bloembollen en voor 14 milli- Ook was hiervan mede de oorzaak het bijna geheel oen groenten vruchten en boomen. wegblijven der handelaren uit Frankrijk en Engeland, Hier komt bij voor 11 millioen gulden aardappelen, wejke voor de beste paarden de hoogste prijzen be- 8 millioen gulden aaidappelmeel, -Vs millioen gulden talen. In die beide landen wordt de paardenhandel suikerbieten; 10 millioen gulden beetwortelsuiker, 6 mil- zeer gedrukt door de belangrijke uitbreiding van het hoen gulden carton, 41/4 millioen gulden vlas, ruim aantal automobielen! 2 millioen gulden karwij en 2 millioen gulden hooi j Naar Duitschiand gingen ook dit jaar weer paar- en stroo. den van anerlei soort, kwaliteit en prijs, te zamen Als men aan bovenstaande cijfers nog toevoegt de :10477 stUks. Dit is veel meer dan naar alle andere waarde der met afzonderlijk genoemde landbouwpro- jancjen 4e zamen. België kocht heel wat jonge koud- ducten, die ook 111 1907 zijn uitgevoerd, komt men hloedpaarden uit Zeeland en Limburg, aan een totaal van -10 millioen gulden. Voor het leger werden 173 paarden voor de veld- In 10 jaar üjds steeg de waarde van den uitvoer f.rtiiierie in Nederland aangekocht, van vee en veeproducten van 8o tot 140 nul boen gul-, De groot6 vlucht> welke de piuimVeeteelt in de den en <he van tuinbouwartikelen van 1d tot 23 inil- jaa4ste jaren genomen heeft, is vooral te danken aan °w gu'dcn. ,-ii het werken der V. P. N. (de Vereeniging: tot bevor- Wanneer men de waarde der uitgevoerde artikelen deri van de Piuimveehouderij in Nederland), zoo eens onderling vergelijkt, valt het tegen dat de De eierhandel ging beiangrijk vooruit, uitgevoerde kool slechts 9 ton «aarde bezat; dat is In 1904 was de uitvoer nog 2.626.240 K.G. minder nog mmder dan de waarde der uien, die ruim 1 mil- dan de in en in 190g was de uitvoer reeds hoen gulden bedroeg. Dat wij voor 1 millioen aan 199 000 KG meer dan de in zoodat er jn 5 komkommers en augurken en voor ruim 1/2 millioen jaren een vooruitgang is van 5.825.240 K.G. eieren aan aardbeien naar het buitenland zenden, valt zeker ter waarde van 3% milli0en gulden. erg mee. I De groote uitbreiding der tulpenteelt schijnt thans De veestapel en de akker- en tuinbouw hebben na- tot staan gekomen te zijn. Als gevolg daarvan konden tuurlijk nog veel meer opgebracht, wat in ons eigenlijk de pryzen der duurdere soorten, welke in vorige land is aangevoerd en verbruikt. jaren gaarne voor de teelt werden gekocht, zich niet Die 210 millioen gulden was sleehls de waard v handhaven. De goedkoopere handelssoorten gingen heigeen naar het buitenland werd geleverd vlug van de hand. De beschikbare voorraad is ten at, d« landbouw de hoofdbron van bestaan is voor d heel imd Nederland, zal men uit de groote waarde van den uil- De sulkebrbieten beteelde oppervlakte bedroeg voer gemakkelijk kunnen afleiden. in 1908 ruim 47000 H.A., in alle provinciën was uit- In het buitenland moesten wij weer veel terugkoo- - 1 Hotv 1 Q millirvon T-T T forur» R milli. gele bloemenpracht ten toon spreidde, een lust der oogen, dat tot op zeer verren afstand gezien wordt en dan een gele streep aan den horizon ai teekent. Thans ligt het Ier aarde geveld door de sikkei van den zich- ter, in losse schoven op het veld te wachten tot den tijd d.ut de kleedbaas met zijn kleed zijn tenten komt opslaan op het veld, om het rijpe zaad in de zakken te verzamelen en het ultgedorselite slroo mee^t als niets waardige ballast te verbranden op dc plaats waar het is blijven liggen, soms hoog opeengehoopt. Do hoofdpersoon van dezen stoet van werklieden is do kloedbaas, van hem is het dorschkleed en de daar bij behoorende werktuigenliet dorschblok, de vorken, gaficls, enz. Eigenaardig is het, dat al de mannen van zijn staf hun bizondere plaats innemen op het veld en dan ook oen typischen naam of titel dragen, dienovereenkom stig. Naast den kleedbaas, dien de zaak dus aangaat, cn die met den landman overeenkomt over het loon, ver vuil zijn rol: de procureur, dat is de man, die het eige: lijk© dorschen op liet groote kleed regelt. Dit dorschkleed is vooraf op een daartoe zooveel mogelijk ellen gemaakte plaats midden op het veld, strak uitgespannen op den grond en met pinnen be vestigd. De boer levert de paarden, die geblinddoekt het dorschblok in een cirkelgang vrij snel moeten rond trekken; een moeilijk of liever lastig werkje, waaraan de beesten niet gewend zijn; ze moeten dan ook dik wijls door andere worden afgewisseld. Dan hebt gij den procureur-verklikker, die de bevelen van den procureur overbrengt en tevens op de paar den toezietvervolgens de jager, en jongen, die de paarden bestuurt en op een er van plaats neemt; verder zijn er drie schekkerszij werken het stroo los, tel- Vlammen naar buiten, zoodat het door den rook en kens als het onder het dorschblok vandaan komt; zij het vuur onmogelijk was het huis weder binnen te schudden het stroo op en zorgen met den procureur dringen. muur gespaard. Van het huis met twee woningen van de Zuidzijde verbrandde de helft; het gedeelte waarin P. Valk, los werkman woonde, het andere deel, dat tot woning van den schoenmaker K. Mulder diende, bleef behouden. Aan de achterzijde stond een houten huis waarin de weduwe Bogert woonde. Ook dit werd geheel door het vuur vernield. Sommigen konden nog een deel van hun inboedel redden; overigens ging alles ver loren. Behalve de inboedel van Stom was alles verze kerd. Onder de bewoners aan den Zuiddijk heerscht groo te verslagenheid en deernis met den getroffene. De lijken zijn reeds uit het puin opgegraven. Omtrent de oorzaak van den brand wordt nog het volgende gemeld: De brand is waarschijnlijk ontstaan door het schroeien van den zolder door de lamp, waarbij Schoen den vorigen avond tot elf uur had zitten te werken. Door het smeulen gedurende den nacht moet zich toen het huis met rook gevuld hebben. De vrouw, die het eerst wakker werd, wekte haar man, die toen ijlings het bed verliet en met de twee oudste kinderen, Geertruida en Jannetje, getracht heeft weg te komen. In de gang bij de deur gekomen, die hij op den tast, daar het door den rook stikdonker was, be reikte, is hij toen over den stoel gevallen. Opstaan de heeft hij daarop de deur open geworpen, met het voornemen daarna ook de twee kinderen te red den. Zoodra echter de deur geopend werd en de lucht kon toetreden, sloegen langs alle zijden de en den procureur-verklikker, dat het zaad uit liet stroo komt. Nu volgen twee dwarsbongelerszij1 wer ken de 3 schekkers tegen, om te beter het losse zaad uit liet strooi te schudden. Ook zijn er twee, die den naam dragen van klau wers, deze werken het korte stroo, dat de 3 schekkers hebben laten liggen, uit het kleed. Dan is er een oude en een jonge roekzij zijn belast met het zeven van het uitgedorschle zaad. Twee „beeren" dragen liet to dorschen koolzaadslroo en brengen het in een kleed, dat aan twee stokken vastzit in het groote kleed. Het zaad Joch zit slechts zeer los in de peulen en er zou veel van verloren gaan, vcoral bij feilen zonne schijn, wanneer niet het stroo-, heel voorzichtig in een kleed gelegd, verdragen werd. De twee mannen die tot taak hebben liet koolzaadslroo in het kleine kleed te leggen, heeten kikkerts. Met deze 16 personen trekt de kleedbaas uit. Zoo noodig worden de beeren bijgestaan door de dwars bongelers (tegenstrevers). De boer sielt bij dit perso- neel van den kleedbaas nog iemand aan als lioanne- byter, die moet zorgen dat hel uitgcdorschte stroo aan ecu hoop komt en ©en of twee ooievaars, die de enkele koolzaadhalmen opzoeken van het veld, welke de kikkerts hebben laten liggen. Bij het einde van het werk wordt de vlag medegevoerd naar huis. Onder luid gezang, en trompetgeschal vaak, trekt men huis waarts, zoodat men in het dorp reeds op verren af stand de kooldorschers hoort naderen. Ze «orden door pen, b.v. meer dan 19 millioen H.L. tarwe, 6 milli- temfé de dorpsjeugd gewoonlijk ingehaald en met gejuich oen H.L. rogge, 9 millioen H.L. gerst. 6 millioen H.L. gemiddeld 16.8 De prijs was goed, zoodat men haver. 209 millioen K.G. tarwe-, rogge- en boekweit- T7 A o nl^i «sa BRAN?_ TE ZAANDAM. (Zie telegram vorig no meel. jaren blijven! D. E. LANDMAN. DE KLEEDBAAS EN ZIJN KLEED. Men schrijft uit Friesland aan de N. Ct.: Er heers dit in Frieslands bouwhoek tegenwoordig snelde, zag hij een zijner buren, den sigarenmaker G. Schoen voor de deur zijner woning liggen, terwijl uit het huis vlammen en dikke rookwolken opsloegen sej. *n de camPagne :l2'03/1909 zijn 1167 millioen K.G. Toen Woensdagnacht om ongeveer drie uur de bak- Wij betrokken vandaar bovendien nog veel maïs, ea verwerkt in 28 fabrieken. De gemiddelde prijs ker van vliet, wonende aan den Zuiddijk, nabij het lijnzaad veevoeder en andere artikelen, doch vooral f 12 ,per..1000 ,f-G" blfen- it tm«i De Popprijzen liepen, franco plaats van bestem- Ete invoer van kunstmest is zeer groot. In 1908 ming, van f 2_f 3 per 1000 K.G., naar gelang de leve bedroeg deze voor chilisalpeter 166 millioen K.G., aan bietenleveranciers of andere vee voor zwavelzuren ammoniak 40 millioen K.G., voor rT. v r kalimeststoffen 157 millioen K.G., voor thomasslakken- bd wcrd naêenc*g 210 millioen K.G. meel 143 millioen K.G. voor superphosphaat 222 miL- ir erkreêen- lio» K.G, voor andere k„«to£s.i«.0P - afc T'SAS'^Ï m iS'X 800 millioen K.G. kunstmest ingevoerd, ter waaixle van meer dan Mblf7r!endc, ^nigmgsTeven. Moge dit zóó nog lange 40 millioen guldens! Ais ergens uit blijken kan, hoe het landbouwbedrijf vooruitgaat en meer en meer op een modernen leest geschoeid wordt, dan is het zeker uit de enorme waarde van deze in één jaar aangewende kunstmest. Dat die 40 millioen gulden met groote winst door verhoogde opbrengsten uit veeteelt en akkerbouw zijn teruggekeerd in de beurzen der landbouwers, lijdt geen Bij de opgraving zijn de lijkjes der beide kinderen op dezelfde plek gevonden waar de vader ze had moeten achterlaten. De vrouw vond men met het jongste kindje van een half jaar bij zich, dat ze reeds uit het wiegje had gehaald. Zij zijn heiden waarschijnlijk heel spoedig door den verstikkenden rook bedwelmd. De agent van politie Schulink werd door het omvallen van een gedeelte muur getroffen, zoodat hij bewusteloos per brancard moest worden vervoerd. Vermoedelijk zijn echter alleen de beide beenen gekneusd. Hdbld. twee menschen verbrand. Men seint uit Zundert: In het naburige Rijsber- gen heeft Woensdagnacht een noodlottige brand ge woed, welke twee slachtoffers heeft geëischt. Om streeks 12 uur werden de inwoners gewekt door brandgeroep. Het vuur bleek te woeden in de wo ning van het bejaarde echtpaar Lambertus Backx, veehandelaar en bierhuishouder. In korten tijd was de woning in de asch gelegd zonder dat men er in slagen kon de bewoners te redden. De geheel vei» kooide lijken van het bejaarde echtpaar vond men in de woning, de blinde tachtigjarige vrouw in de bedstede, den zeventigjarigen man, die klaarblijke lijk door den rook en de vlammen overvallen was voor hij zich en zijn vrouw kon redden, voor het bed. De oorzaak van den brand is onbekend. De deelneming in het dorp is groot. De justitie uit Breda vertrok Donderdag, vergezeld van dr. Butner, naar Rijsbergen. in verband met den brand, waarbij twee mensehen het leven lieten. Naar gemompeld wordt, zijn er vermoedens .gerezen, dat de Hanenpad, op een angstig hulpgeroep naar huiten 1SC'1Cn- CCrsl VCI 'noord zouden zijn en dat 1 daarop de woning in brand gestoken is („Br. Ct.") EEN BIG VERZORGD DOOR EEN HOND. pogingen doende om weer het brandende huis d°rPJe Noorden nabij Leiden wordt bij den binnen te gaan landbouwer Van Diemen gedurende drie weken reeds Zoodra Schoen, die zwaar mank gaat en zonder 0eiiHbig g®zo°£d door een hond aan wie de jongen werden ontnomen. kruk niet loopem kan, het gevaar had gezien, had hij het eerst aan redding van zijn vrouw en drie kinderen gedacht. En bijna had hij twee meisjes, waar van hij er een onder den arm en een op den rug droeg in veiligheid gebracht, toen hij onverwachts over een stoel struikelde waardoor hij wijl hij zijn kruk in de ontsteltenis had vergeten de kin deren liet vallen. Hoewel hij de kleinen nog pa'tje, pa'tje hoorde roepen, was hem door den dikken rook de pas afgesneden weer in het brandende huis te gaan. De moeder is vol teedere zorg voor het zonder linge pleegkind. EEN DUBBELGANGER. Gisteren kwam voor het Haarlemsche kantonge recht een jongen, die ontkende de hem ten laste ge legde overtreding te hebben gepleegd. De verbalisant herkende hem niettemin, maar toen de jongen vol hield dat hij part noch deel aan de zaak had gehad, werden 's middags andere personen opgeroepen. Toen bleek, dat een andere jongen de overtreder was, die De hakker Van Vliet, die daarop trachtte krui- j óenzelfden naam draagt, op denzelfden dag en in Roman van Hoeker*. 5. Beneden op het slotplein waren de kinderen nog druk aan het spelen, maar daar ontdekten zij hun ouders voor het raam. De kleine, vroolijke knapen begonnen luid te juichen en verlangden dat hun moeder bene den zou komen. De gravin vroeg of haar man met haar mee ging, maar deze weigerde. Dit deed haar blijkbaar leed, want haar gezicht be trok. ,.Ga maar vooruit, ik kom dadelijk", zeide de graaf, „ik moet met Frans nog het een en ander be spreken." „Altijd en steeds die man", antwoordde de gravin knorrig. „Alles ontneemt hij ons, jou en je goed hu meur.... cn nu zelfs iaan mij en dc kinderen je te genwoordigheid." De graaf knikte zijn zrouw een vriendelijk afscheid toe. De deur was nauwelijks achler de gravin gesloten, °f de graaf d rukte op de bel. Dadelijk daarop ver scheen de zwarte, gladgeschoren mail, die in onderda nige houding naderbij trad. Wolfenstein die intusschen in een fauteuil was gaan zitten, knikte den knecht flauwtjes toe. „Wat zijn dat voor geschiedenissen, die mijn vrouw mij vertelt", riep hij den huisknecht op strengen toon toe. „(uinds in het dorp, moet men weer verbazend boos <op u zijn mijn anno vrouw ziet in haar verbeelding reeds de ganschc boerenbevolking legen ons in opstand.'" b kamerdienaar haalde even dc schouders op cn 1 trek van zijn onbeweeglijk gelaat veranderde. „Er 'iet meer cn niet minder voorgevallen dan anders, ;oordde hij op afgemeten toon. „Eenige weinigen hiun geld in den kroeg verteren, in plaats van u verschuldigde tiendrecht te betalen, heb ik la- aanpokken. ik heb hun bocdeltje ialen verkoo- n zeer nauwkeurig gehandeld volgens uwe voor- g< is an <lii ten. |t is best mogelijk, maar je weet, eens voor dat ik nooit over dergelijke zaken lastig ge vallen wil worden. Ge vat de zaak bepaald niet goed aan, hoe zouden anders de boerinnen op de gedachte komen mijn vrouw te molesteeren." Een spottend lachje speelde er een oogenblik om de lippen van den kamerdienaar. „Ik zal er voor zor gen, dat dit niet weer gebeurt," antwoordde hij lako- niek. „Bovendien ben ik zeer slecht over u tevreden," ging de graaf na een kleine jiauze voort, terwijl hij het angstvallig vermeed den kamerdienaar in de oogen te zien. „Gij verstaat niet de kunst om met mijn vrouw op een goeden voet te leven... Wat moet dat in de toekomst geven; nu reeds dringt zij er voortdurend op aan, dat ik jou je ontslag geef." „Dat zal mijnheer de graaf bepaald niet doen," antwoordde Frans onverstoorbaar kalm. De graaf werd bleek. „Zeer juist," riep hij op barschen toon uit. „Ik ken je zeer trouwe diensten en weet die te waardeeren." De kamerdienaar boog diep. „Maar," ging de graaf voort, zonder dat hij het ironische lachje van den kamerdienaar bemerkte: „jij brengt jezelf in een onhoudbaren toestand, wanneer je er niet in slaagt het mijn vrouw beter naar den zin te maken. Dat zou je toch zeer gemakkelijk val len." Wederom vertoonde zich het cynische lachje om den mond van den kamerdienaar. „Het is mij on mogelijk, mijnheer de graaf, een zoo ingekankerden haat to doen verdwijnen. Ik moet mij daarvoor ge heel verlaten op de welwillende tusschenkomst van u.' Graaf Wolfenstein wilde toornig opspringen, maar toen hij den blik zag, waarmee de ander hem aan staarde, sloeg hij de oogen neer en bedwong zich. „Je kunt gaan, ik heb je niet meer noodig." De kamerdienaar boog onderdanig en wilde zich verwijderen, maar hij had de deur nog niet bereikt, of een driftig uitgesproken bevel van den graaf hield hem terug. „Treedt nader, dicht bij mij," gebood de graaf. Voor Frans moest zulk een bevel niets vreemds zijn, want hij gehoorzaamde dadelijk en luisterde met on bewegelijk gelaat naar de schildering, die de graaj! op gedempten toon gaf, van zijn ontmoeting met den gFToen graaf Wolfenstein weder zweeg, glimlachte Frans de kamerdienaar en haalde de schouders op. Deze oude dwaas is rijp voor het gekkenhuis, meen- "Twf, d,atpn het is esn geluk, dat men aan zijn krankzinnig g'ezwets geen geloof schenkt." Daarbij keek hij den graaf zeer doordringend aan. Deze werd rood en bleek en sloeg de oogen neer. I Een korte poos was hij zeer onder den indruk, maar daarna stampte hij als dol met den voet. „Mensch, duivel, waartoe hebt gij mij al niet ge- bracht met je duivelachtige raadgevingen en inblazin gen?" stamelde hij met loodkleurige lippen. „Mijnheer de graaf miskent mijn goede bedoelingen," antwoordde Frans. „Mijn nederig streven is, u van dienst te kunnen zijn. Ik heb voor u zonder eenige overdrijving: eer, positie en rijkdom gered." Op elk gesproken woord legde Frans grooten nadruk. Graaf Wolfenstein draaide hem den rug toe en liep gehaast de kamer op en neer. Daarna bleef hij vlak voor den kamerdienaar staan. „O, had ik maar nooit gehoor gegeven aan je inblazingen," zeide hij zenuwachtig „hoe gelukkig zou ik dan nu zijn... welk een groote gewetensschuld zou er dan niet op mij drukken." j „Ik mag dat zeker wel even in twijfel trekken, mijnheer de graaf," antwoordde Frans sarcastisch. „Wat ik deed, deed ik toch niet om mijnentwille... en bovendien, u is geen kind en had dus mijn raad gevingen niet behoeven te volgen." Maar mijnheer do graaf weet zelf ook wel, dat dc odelmoedige spelen, heel moeilijk zou zijn gegaan, bij de verwachtingen die hij nu eenmaal van hel leven heeft, en do eisclicn die hij er aan stelt." „Jij bent oen duivel met jc koelen glimlach", beet hij den kamerdienaar loe. „Geloof jc soms. dat ik je niet doorzie. Je hebt van mij een gewillig werk tuig willen maken, en dat is je maar al te goed ge lukt, want ik ben reddeloos in je macht." D© kamerdienaar maakte een diepe buiging. „Mijn arm© vrouw en mijn beide lieve jongens," j zuchtte graaf Wolfenstein. Frans trad dicht op zijn meester toe. „U moet cn mag niet vergeten, dat wat ik u aangeraden heb te doen, juist geschiedde voor mevrouw cn de beide jon gens. Iladt u dan nu soms liever den houtvester Anton als rechtmatige heer en meester hier op het slot ge zien? Ik geloof niet dat de graaf en nog minder de gravin zich zoo kalmpjes maar hadden neergelegd bij de verandering der zaken, die daarvan het gc- i volg zou zijn geweets. Stel u eens voor, dat u daar nu in do houtvesterij woonde en in allo eer en deugd u\v brood verdiende." De graaf bedekte zijn gelaat met beide handen. „En toch ben jij mijn boooze geest geweest", riep hij hartstochtelijk uit. „O, had ik maar nooit naar je inblazingen geluisterd. Ware ik lic er arm en bespot geworden dan had ik een zuiver cn rein geweten behouden en zou ik mijn vrouw vrij en vrank in ;Ic oogen kunnen zien." j i' rans haalde kalm de schouders op. j „Dat had u alles voor dien tijd moeten bedenken" 1 antwoordde hij droog, ...nu is het te laat, en hebben we dus alleen rekening te houden met de feiten „Helaas ja," riep de graaf. Bijna met geweld trok de kamerdienaar de beide handen van het gelaat van zijn meester. „Wees toch een man, zeide hij op een toon, die geheel in tegen spraak was met zijn anders zoo ootmoedige houding. Toen de houtvester Anton mij meedeelde, dat hij uw zoogbroeder was geweest en de eigenlijke erfgenaam, toen hadt gij het in uw macht een beslissing té nemen .Ik deed u voorstellen, die je later aannaamt en uitvoerdet. Dat ik daarbij mijn eigen voordeel niet heb vergeten, wie zal mij dat euvel kunnen duiden. Het is volkomen waar, wij beiden zijn nu voortaan onafscheidelijk, ons lot is te sterk aaneengesmeed. De schuld heeft ons verhonden en deze boeien zijn duurzamer dan het meest wisselvallige geluk. Maar het ergste is nu immers al reeds voorbij," zoo ging hij op geruststellenden toon voort, „alleen dat tee dere, zachte geweten in je binnenste" hij lachte sarcastisch „belet u uw geluk volkomen en naar waarde te genieten. Al je mededingers zijn uit den weg geruimd, dank zij mijn slimheid en uw daden." „Ja, ja," zeide de graaf haperend, „maar de schuld... die hatelijke schuld... ik durf mijn vrouw nauwelijks in de oogen te kijken. Het is steeds te vergeefs dat ik mij voor haar tracht te herstellen, want zij leest het brandende Kaïnsteeken op mtin voorhoofd." „Klinkklare onzin," viel de kamerdienaar den graaf scherp in de rede. „Wanneer gij een man zijt, wan neer gij u kunt verzoenen met vaststaande feiten..." I Driftig greep de graaf hem bij den arm. „Mensch, je bent werkelijk een duivel in levenden lijve!" fluis- j terde de graaf in bange ontroering/ „Snap je niet, i hoe juist vandaag al mijn zenuwen in opstand zijn" De kamerdienaar lachte. „Och de graaf denkt aan d.icn armen duivel, aan den zoon van den groeten boer, dien zij vandaag in de stad onthoofd hebben. Ja, dat is verduiveld jammer geweest voor den armen kerel, dat hij er zichzelf zoo handig heeft in gewerkt. Maar wanneer mijnheer de graaf dan zoo teergevoelig en goedhartig is, waarom dan het leed van dien armen duivel niet verzacht? Hij had een vrij en gelukkig huisvader kunnen zijn en nu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 5