Üaaa* de Ardennen.
Gemengd Nieuws.
jong van zes- of acht en twintig (hij was de jongste
uit grootva"s gezin) zóo verliefd op Geurtje van
Biesters, dat zij er allemaal om lachten. Hij kon met
gemak een uur in den stortregen op 'r staan wach
ten... En als, met kermis, een ander met haar dan
sen woü, dan flikkerde 't in Derk z'n oogen of er
kompleet vonkjes in zaten... Derk was altijd een
driftkop geweest. Vader herinnerde zich nog best,
dat z'n oude moeder eens tegen den jong gezegd had
,.Derk, luister naar m'n woorden. Als jij je niet leert
betoomen, dan loopt 't nog eens slecht met je af!"...
En éénmaal had 't een haartje gescheeld of er wils
een ongeluk gebeurd. Ook om diezelfde Geurt Bies
ters. Als hij, vader, toen niet net bijtijds de hand
van broer Derk gegrepen had, waar het vlijmscherpe,
nieuwe mesje in geklemd was, dan zou die lange
Piet Donker... Ja, nou herinnerde Eggers 't zich
alles of 't gisteren den dag gebeurd was. Geurt
d'r broer had de zaak geketst.
Die had eigenlijk thuis meer te zeggen dan de
moeder, al sinds jaren weduwe. In dien tijd zaten
ze er bij Biesters niet zoo bijzonder goed voor... Dat
wisten, toen, maar sommigen. Jan Eggers had er
de lucht van... En ook waarom Geurt d'r broer met
alle geweld wou doordrijven dat trouwen van z'n
zus met den veertigjarigen Mulder, van de Kerke-
wijk... Die 'm eigenlijk aan de hand was gedaan
door den notaris, die dat liypotheekje moest regelen,
waar ze bij Biesters zoo over in-zaten...
De boer pufte zulke dichte rookwolken uit z'n pijp,
dat er een nevel in de kamer hing. En duidelijk
roeide hij nu 't stooten van z'n vrouw d'r knie
tegen zijn been... En hem-zelf was 't ook, of er
een drukkend, onrustig, klemmend gevoel in zijn
borst opkroop... Want hij kende Derk zoo goed...
,,Je zegt geen woord, oome," zei Aaltje, rood van
nijdigheid. En net dat zij moeder aankeek... Van
wat die er wel van vond... Bespeurde zij, zoo
schemerig en rookerig als 't in het vertrek mocht
wezen, dat moe haar knikjes en oogknipjes gaf...
Van verbazing liet Aal het naaiwerk, waar zij mee
bezig was, op haar schoot neerzinken...
Wat beduidde dat nou!...
De stilte spande heviger in de sombere kamer.
Men hoorde nog slechts, nu, het bonken van Manus
z'n slingerbeenen tegen de stoelpooten...
„Nog een kommetje, Derk," vroeg de boerin haar
zwager en zij zocht de lucifers, want het zaakje maak
te haar angstig. u-MÊSS
„Dank-ie" zei Derk.
Hij was opgestaan .Had z'n pet al gegrepen. Een
pruim achter de kiezen gestopt... Knoopte z'n jas
dicht. Vader hield zich bedaard, maar 't hart bonkte
hem in het lijf... Verbeel-je dat Kees en Gesien nu
eens net toevallig thuis kwamen... In zoo'n stem
ming was Derk in staat...
Plotseling onderbrak oome de bange stilte.
Hij kwam vlak bij de tafel staan. Zijn ruige, for-
sche knuisten trilden...
„Jij mot weten wat je met jouw kinders doet,"
zei hij tegen z'n broer, „maar dit wil ik je wèl ver
tellen"... nu onderstreepte hij z'n woorden met har
de tikken op 't tafelblad...
„Dit wil ik je wèl zeggen... as je Gesien met den
jongen van dien vent laat trouwen, dan krijgen jelui
nooit van z'n leven een rooie cent van me... Geen
duit!... En... en..."
Hij stotterde van opwinding...
„En... en... as je maar weet, Jan... Dat ik mijn
centen van dat huisie... Die hypotheek van de Junus-
hoeve... met Pinksteren van 't volgend jaar... zón
der pardon... En... en... afijn, je zult nog wel
Moeder was naast hem komen staan. Probeerde zwa
ger te sussen... Trok hem aan z'n mouw... Kom,
hij most nu eens gaan zitten... Ze had Aaltje on
Manus al de kamer uitgewenkt...
Eggers zelf keek zwijgend voor zich uit. Wist wel,
dat er toch niet met Derk te praten viel in zulke
omstandigheid...
En vader had gelijk. „Nee, la me los!" zei zwager
en hij rukte z'n mouw uit de hand van de boerin.
„Je weet 't nou!" zei hij alleen nog, „laat je Ge
sien met een anderen, jong trouwen, allebeneur...
Dan zel-je merken wat oome doet..."
Er kwam glans in z'n oogen. Zijn gezicht verhel
derde... Hij geloofde hen te kunnen overreden, nog.
„Tweehonderd gulden!" schreeuwde-ie, nu met Je
vlakke hand bonzend op de tafel „contant op tafel,
as-ze met een ander trouwt...! Zwart op wit ken-je
't van me krijgen!... Voor d'r uitzet. En een prachtig
kedo, op de bruiloft, ziedaar nou!... Maar met
dien schooier van 'n Biesters...? Geen rooie cent...
En..."
Weg was Derk.
Moeder had de lamp nog niet aangestoken. Bevend
van de doorstane aandoening stond zij vlak bij d'r
man. Hij, de boer-zelf, rookte, smookte maar door
In de donkere kamer fluisterde ze nog wel een
halfuur, 't Was een als-schuifelend gesis van klan
ken, soms heftig van gang...
Moeder had een zwaren strijd. Want op stuk van
centjes was Jan Eggers taai genoeg... En het idee,
dat-ie, als Derk die hypotheek opzegde, Biesters te-
voet zou moeten vallen... Iets anders zou er toch
niet opzitten... Dat maakte hem reëel-duvelseh...
Even voelde moeder, dat ze terrein verloor... Dat
de boer koppig begon te worden... En even weifelde
ze...
Dacht ze er aan, dat zij 't zou moeten biechten...
Want een leugen was en bleef 't, dien ze ging zeg-
gen...
Maar 't moest. Ze zag Gesien vóór zich, hoe
die huilen zou als ze hoorde... En God weet... Want
Gesien hield écht van Kees Biesters... Ze dacht aan
Jaantje van den veldwachter toen die ook gedwars
boomd werd en haar vader met alle geweld woü
dat ze dien kameraad van 'm, dien veldwachter uit
Nederhorst, zou trouwen... Ze zag, in de donkere
kamer, dien stoet langs haar deur gaan... In haar
verbeelding... met Jaantje op een berrie, een laken
gespreid over het lichaam van het meisje, dat uit
wanhoop in de vliet gesprongen was...
't Moest maar...
„Maar" zei ze trachtend haar stem zoo flink moge
lijk te houden, „nou as je 't dan met alle geweld
weten wilt..."
De steenen pijp viel te gruizel op den vloer.
En de vuist van den boer patste op de tafel
Hij vloekte zwaar.
Smeet z'n stoel in een hoek. Liep weg, 't dorp
in
Moeder wist dat ie niet vóór halfelf terug zou
komen... En dan, in die stemming, verre van frisch
zou weerzien...
In vredesnaam... Ze moest er maar doorheen bij
ten
't Voornaamste was, dat de bruiloft zou doorgaan...
want twijfelen aan wat zij hem verteld had, van Ge
sien, zou vader niet...
En ze troostte zich met de vaste hoop, dat heer
oom, wanneer die hoorde waaróm ze haar man had
voorgelogen... Dat anders haar kind diep-ongelukkig
zou zijn geworden... Hij haar wel absolutie zou
schenken...
En al-zoekend naar de lucifers prevelde moeder al
vast een gebedje, toch gedrukt door de gedachte
aan wat ze gedaan had... En ook wel, soms-eventjes,
aan de kostelijke centen die weg waren... Aan het
hypotheekje...
I
De boer, die als eerste getuige charge had op 1
te komen, droeg zijn arm nog in een verband, na
al de weken die er verloopen waren sinds die vecht
partij. I
Voorlezing was gedaan van het verslag, door den
arts, die hem behandeld had, uitgebracht.
„Hoe her. je ertoe gekomen," vroeg de president
en beklaagde Dirk Eggers, om dezen man op zoo'n
ruwe, laaghartige wijze te mishandelen? Kun-je ons
OCn drhfvlser noemen voor zoo'n
beestachtige wijze van optreden?" I
De beschuldigde bleef zwijgen. Hoe kon hij dien
heeren duidelijk maken, hoe 'L gekomen was, dat
toen dat huwelijk tusschen Gesien en Kees toch werd den schrik van zijn omgeving.
tuberculose?
doorgezet... Ondanks zijne bedreiging... Zijn belof
ten... Dat, toen-ie zijn broer de helft van de hypo
theek had willen cadeau-geven, als-ie... Dat Jan toen
Te Aywaille, een plaatsje zoo groot als Schagen,
vertoefden we weer een poosje.
Voor een zeer zindelijk hotel het is over het
geweigerd had, botweg, onherroepelijk... Dat toen geheel zindelijk in de Ardennen vonden we een
de razende, machtelooze woede steeds heftiger in hem mooi zitje om langs drie wegen het gaan en komen
was gaan gloeien, prikkelen... De gedachte, dat de van menschen, rijtuigen en auto's waar te nemen,
zoon van Biesters tóch z'n neef zou worden... Geld Voor ons Hollanders was het opvallend, dat de
zou krijgen, waar Derk z'n ouders voor geploeterd paarden voor bijna alle vrachtwagens, die we zagen,
hadden, hem dag en nacht vervolgde... Na al die [voorzien waren van luid klinkende bellen, Reeds in
jaren het beeld van Geertje weer in hem begon op de verte verkondigen die bellen de komst van de
te levenZoodat-ie 's nachts als een jongen lag zware wagens, langzaam voortgetrokken door de
te grienen op z'n bed... De verbittering van onblusch- sterke dieren.
bare veete, hem in het boerenbloed zittend, hem dol Remouchampshet doel van onzen rijtoer
maakte... Totdat-ie Biesters ontmoette en er die ilgt niet ver van Aywaille. In afwachting van den
rooie sluier voor zijn oogen kwam... Hij jenever trein, met welken we naar Trois Ponts zouden ver
bad gedronken, glas-op-glas... En toen hij bij-kwam, trekken, wandelden we het plaatsje door, dat een
ijzeren „braceletjes" om z'n polsen klemden... Hij, heerlijk gezicht biedt op een oud, maar goed onder
als gevangene, van zware mishandeling beschuldigd, houden slot, hoog boven op den berg gebouwd en
in het cachot zat... met weelderig groen omringd. Aan den voet van
„Wat was de aanleiding tot uw misdrijf, beklaag- den berg, waarop het kasteel gebouwd is, stroomt de
de?" vroeg de president der Rechtbank, wat onge- Amblève. Over een viaduct van 22 meter hoogte en
duldig van toon, want de vent, die daar terechtstond, igO meter lengte, is de spoorlijn gelegd. Het hooge
was hem bijzonder antipathiek... viaduct met op den achtergrond de groote vierkante
Derk Eggers schudde den kop. toren van het hoofdgebouw van het slot en het ron-
j „Je was zoo dronken, hé?" viel de officier in, hem sianke torentje van het bijgebouwde paviljoen,
nijdig-minachtend aankijkend... ,,'t Oude liedje. Je bieden met het groen der hoornen en struiken en
moest je schamen..." dg snei stróomende Amblève een schilderachtigen
„Was dronkenschap de eenige oorzaak van uw aanblik,
wangedrag?" vroeg de voorzitter, die gaarne de lei- A]s kruispunt van onderscheidene wegen wordt Re
ding der zitting stiptelijk aan zich hield... Tikje,ont- moUchamps veel bezocht en is het een zeer gewaar-
stemd over onstuimig interrumpeeren door het O. M. deerd rustoord met heel wat hotels.
„O neen!" kwam er bij Derk uit, vóór hij 't De piaats heeft ook evenals Han een na-
zelf wist... tuurlijke grot van drie spelonken boven elkaar met
O neen!... de grilligste stalagmieten en stalactieten. Zelfs een
De drift, waarmee 't gezegd was, viel den heeren plotseling in een trechter verdwijnende beek ont-
op... breekt hier niet. Dames, die de grot bezoeken, knj-
„Wat dén?" vroeg de voorzitter... gen daarvoor een apart costuum.
Maar er was, verder, niets uit den beklaagde te Eigenaardig, dat vele van deze grotten en spelon
krijgen. r ken in de Ardennen zoo laat ontdekt zijn. Aan de
i De officier eischte drie maanden eventjes... Ze Qurthe js er een en nog wel een groote, die nog
moesten maar eens 'n lesje hebben, die bekkensuij- maar een vijftig jaar bekend is; die te Remouchamps
dersnog geen honderd jaar.
j Broer Jan, onder de getuigen present, werd er j-je gpoorrit van Remouchamps naar Trois Points
wit als een doek van. En Aaltje, ook getuige, barstte is zeer ioonend. Omdat het dal zoo eng is heeft men
ze mocht dan een hekel hebben aan oome Derk zeer goed gelegenheid de streek op te nemen en
of niet in tranen uit. bet merkwaardigste al is het dan ook vluchtig
Drie maanden. toch goed te zien.
Eventjes ging er een schok door het zware, gro- j jjej. woeste landschap van de Fonds de Quarreux
ve lichaam van den beklaagde, maar hij hield zich b y genjet men ten volle.
taai... Richtte de oogen strak op het verband om jjier voorai wordt de Amblève in haar loop gehin-
Biesters zijn arm... i der(i door tal vaii reuzenrotsblokken, die het water
Grooter dan het verdriet, de schrik over iat re- dwingen rechts en links en als het ware worstelend
quisitoir, zooeven gevallen, was het gevoel van lieer- et de hinderpalen zijn weg te banen,
lijke bevrediging bij 't terugdenken aan de schram- l Qok beeft men vanuit den trein, wiens baan hoog
men, stooten, slagen, die het lichaam van veelgeha-
ten vijand, broer van mooi-Geurtje, had moeten
verduren.
MAiTRE CORBEAU.
Ja, door allerlei oorzaken, als: uitputtende ziekten
uitspattingen, overmatigen geestelijken en licharnelü'
ken arbeid, zorg en verdriet, onvoldoende voeding. „J'
on-
me,
it
voo,
twee
koud
om
u
in.
In een prettig rijtuig met een flink vierjarig paard
een klein beetje schrikkig van vreemde dingen
cp den weg en gemend door den eigenaar zelf,
reden we van Esneux naar Remouchamps.
Dat is een heele afstand; driemaal moesten we
pleisteren om 't paard wat rust te gunnen en ons zelf
van een hartversterkinkje te voorzien.
Maar de heele weg was prachtig en dikwijls zeer
interessant.
De groote kalk- en zandsteengroeven en andere
mijnwerken verhoogden hier en daar de schoonheid
van het landschap juist wel niet, maar ze boden toch
telkens een verrassende afwisseling.
Op onderscheidene plaatsen waren in de Ourthe
kunstmatige watervallen gevormd door stevig ge
bouwde waterkeeringen, die ten behoeve van som
mige industriëele établissementen te snelle wegvloei
ing van het water moesten verhinderen.
Prachtig schitterden die watervallen in het zon
licht, dat de neerstroomende vochtsluiers met een
tegen den berg is aangelegd, een zeer goed gezicht
op den beroemden waterval van Coo. De Amblève
maakt daar een bocht van ongeveer een uur en
komt dan op bijna dezelfde plaats weer aanstroomen
waar de bocht begint. In de 18de eeuw nu hebben
monniken van een nabijzijnd klooster twee rotssple
ten zoodanig verwijd en uitgediept, dat het meeste
water van de Amblève als een tweevoudige waterval
met groot geruisch naar beneden stort en dus den
weg van een uur niet meer aflegt. De tweevoudige
waterval is overbrugd en zoodoende heeft men van
boven een prachtig gezicht op het woest schuimende
water, dat met groote snelheid neervalt op de rotsen
van den rivierbodem.
Het landschap met zijn tot 390 meter hoogte stij
gende bergen is daar zeer schoon.
Van Trois Ponts uit wandelden we den weg op
naar Coo en genoten van de mooie gezichten, die bij
elke bocht als verrassingen zich voor ons oog opde
den.
Trois Ponts is zoo genoemd naar drie bruggen, die
gebouwd zijn over drie riviertjes, die daar in het
dal bijeenstroomen.
Het plaatsje verschuilt zich als het ware achter
steile rotsen en klippen met geweld doorbroken ten
behoeve van de spoorbanen, die vandaar!naar drie
kanten heen gelegd zijn.
Onze baan voerde naar Spa.
In den beginne bleef de weg nog zeer bezienswaar
dig, maar na Stavelot werd het uitzicht al minder
mei
zilverglans overgoot.
Hoog tegen de bergen trokken sterke maar kleine moQ. voorbij Francorchamps zagen we niets dan
locomotieven zwaar beladen waggons met erts ot m„len yer h00gVeen, slecht begroeid en heel weinig
steen naar de plaatsen, waar deze materialen bewerkt bebolwd
moesten worden.
Steeukloppende arbeiders, door een driehoekig zeil
doekhutje beschut voor al te koelen wind, zagen
we bij tientallen hoog op de bergkammen of langs
de hellingen ijverig bezig met hun zwaren arbeid.
Het is daar zeer levendig aan de Ourthe en aan
de Amblève.
Op een enkele plaats werd onze voerman door
handopsteken gewaarschuwd even stil te staan met
zijn rijtuig Omdat in de bergen juist een dynamiet-
ontploffing zou plaats hebben.
Trompetsignalen Vaarschuwden in het gebergte
zelve de arbeiders voor mogelijk gevaar.
Dof klonken de ontploffingen een oogenblik later
door het dal en toen alles was afgeloopen gaf een
langgerekt trompetsignaal het sein dat we weer kon
den verder rijden en dat ieder weer aan den arbeid
kon gaan.
Natuurlijk, dat visschers aan den oever dei- rivier
of soms er midden in staande, nergens ontbraken.
Van het rijk en schoon geboomte heb ik u reeds
verteld.
De trein voerde ons tot 560 meter hoogte. Geen
wonder, dat er twee locomotieven noodig waren om
die stijging te volbrengen. Bij Hockai maakt de baan
een groote bocht om naar het slechts 280 meter
hoog gelegen Spa af te dalen.
Dat ging snel.
Tot bij Spa was er nog niet veel moois ^te zien.
Die plaats zelve mocht ons dus wel eenige* vergoe
ding geven voor het minder mooie, dat we hadden
moeten doorsporen om haar te bereiken.
In een volgenden brief zullen we meedeelen in hoe
verre Spa aan onze verwachtingen en aan onze hoop
in deze heeft voldaan.
M. V.
Wordt vervolgd.
Toch nog winst.
Een apothekersbediende had 'n recept klaargemaakt
Soms vormden de boomen langs den weg lange, en bemerkte, toen de cliënt er mee verdwenen was, dat
breede lanen, dan weer bleef het gezicht op de rivier h(j een valschen halven gulden en een dubbeltje had
vrij en verhief zich het begroeide gebergte alleen te ontvangen.
eener zij soms tot 250 meter hoogte. Doet er niet toe, zei de apotheker laconiek. Als het
Enkele kale rotsblokken of steile punten staken dubbeltje maar echt is, verdienen we toch nog vijfcen-
door het groen heen en gaven vorm en kleur aan ten.
de landstreek.
Finish!
Mooi begroeide eilandjes beneden in de rivier vei- de Nijkerksche Courant ontlaadt zich een dichter,
hoogden meermalen de schilderachtigheid van het dj0 tjljjkbaar geen voorstander is van lange-afstandwed-
strijden, aldus:
Wat trapten die mannen! Met voeten van lood!
De wangen vaalbleek; de oogen bloedrood.
Zij waren bek-af. Maar het loon is ook groot.
Een gouden medaille! Een hartkwaal 1! De dood!.
geheel.
Aan die eilandjes vooral konden we zien, dat het
in de Ourthe-streek ontzettend geregend moest heb
ben.
Heele boomen waren ontworteld; struiken lagen
nog diep met hun takken onder het water; groote
brokken aarde en steen waren van de oevers losge
scheurd; het gras zag wel een hal ven meter hoog
LONGTUBEItCULOSE EN LONGTERING.
De geneesheer-directeur van het sanatorium Oran-
dor en onoogelijk door het slik en de steenen die j© Nassau-oord, dr. A. Schuld, heeft een zeer nut-
ei waren langs geschuurd.
tig boekje geschreven, waarin hij in beknopten vorm
Gelukkig, dat we van zóo'n regen verschoond zijn vermeldt, wat zooveel mogelijk een ieder moet wc-
gebleven.
ten ter voorkoming of bestrijding van bovengenoem-
Te Poulseur, onze eerste pleisterplaats, zagen we de, terecht zoozeer gevreesde kwaal
aan de overzij van de rivier hoog op den berg de nog
machtige overblijfsels van een groote burcht.
Tegenover die burcht stond eens het slot Mont-
Het boekje behandelt het onderwerp op onderhou
dende en bevattelijke wijze.
Met het oog op het nuttige doel dat met het ge-
fort, bekend uit de geschiedenis der vier Heems- schriftje wordt beoogd drukken wij het voor de le-
kinderen, eens keizer Kareis wakkere ridders. zers van ons blad in zijn geheel af:
Voorbij Poulseur verengt zich het dal en kunnen
rivier, spoor- en rijweg soms nauwelijks genoeg ruim- 1. Wat verstaat men onder tuberculose'?
te vinden om van elkander vrij te blijven. Tuberculose is een besmettelijke ziekte, die alle dec-
Waar dit heel moeilijk gaat heeft men voor de len van het menschel ijk en dierlijk lichaam kan aan
spoor eenvoudig maar een tunnel gemaakt. Aan die tasten. Het veelvuldigst tast zij de longen aan, als
doorgangen is in de Ardennen geen gebrek. In een longtuberculose.
volgenden brief kom ik hier nog eens op terug als 2. Is tuberculose en borst- of longtering hetzelfde?
ik wat van de Vesdre vertel. Neen. Eerst wanneer de tuberculose van 'de long
Comblain du Pont was onze laatste pleisterplaats langcren tijd bestaat, kan zij overgaan in, borst- en
aan de Ourthe. Daar verlieten we de hoofdrivier om longtering.
langs de Amblève verder te gaan. 3. Kan men dezen overgang van longtuberculose
Een aardig watertje, die Amblève. in longtering voorkomen?
Diep is ze niet, maar snel stroomt ze. In vele gevallen, ja, en wel door tijdig de long-
Dit is vooral te zien waar tientallen van steen- tuberculose te behandelen,
blokken haar weg trachten te versperren en het 4. Wat is de oorzaak der tuberculose?
water dan huppelend en springend om en over en De oorzaak der tuberculose is, dat de tubcrculose-
langs die steenen zijn baan moet vinden. Een liefe- bacil, die van buiten in het lichaam dringt zieh daarin
lijk geruisch bereikt dan het oor, heerlijke muziek vermenigvuldigt.
in zoo'n heerlijk landschap. Bacillen zijn plantjes, zoo klein, dat men ze slechts
Ook aan de Amblève is, naar de sage zegt, een door de sterkste vergrootglazen (microscopen) te zien
burcht van de vier Heemskinderen. De ruïnen van kan krijgen.
die burcht bewaren echter nog meer de herinnering 5. Krijgt men altijd tuberculose, wanneer tuberkcl-
aan een edelman uit latere tijden, aan den wilden bacillen het lichaam binnen dringen?
graaf Willem van der Marck. Neen, slechts wanneer men vatbaar is voor tuber-
HrhrH e°n ™"er rotnans schilderde Engelands groote culosc.
rijver Valter Scott dezen Ardenner woesteling, G. Kan een gezond mensch vatbaar worden voor
gezond beroep, maar vooTal door drankmisbruik
door het bewonen van ongezonde, slecht gereinigd?
en slecht geventileerde woningen.
7. Is tuberculose erfelijk?
Neen, wel zijn de kinderen van lijders aan lub,)
eulose zeer vatbaar voor deze ziekte eh moeten 4
nóg zorgvuldiger dan anderen opgevoed worden
8. Kan men de tuberculose ontgaan, zelfs als
er vatbaar voor is?
Ja, in de eerste plaats door op een gezonde wtj»
te leven en aldus de vatbaarheid te verminderen:
de tweede plaats door de tuberkelbacillen te vcnv
deren en mede te werken tot hun verdelging.
I 9. Hoe moet men leven 0111 zijn vatbaarheid v
tuberculose te verminderen?
Houd dag en nacht (óók 's nachts) één of
ramen van zit- en slaapkamer open.
asch u vóór li et uankleeden geheel met
water.
j Kleed u doelmatig; vraag hierin den dokter
raad.
j Zorg voor goede geregelde voeding; rook niet 0
matig; vermijd het verblijf in vertrekken, waar gerooid
wordt en maak geen misbruik van sterken drank.
p.Gt. der dronkaards sterft aan tuberculose.
Neem geregeld één of twee uren per dag lichaams
beweging in de open lucht; liefst wandelen.
10. Wat moet men doen 0111 tuberkelbacillen te v-
mijden en mede te werken tot hun verdelging? I
ln de meeste gevallen komen de bacillen voor]/,,
het door een lijder aan longtuberculose opgehoes,
slijm. Daarin zitten millioenen tuberkelbacillen.
dra zij zijn opgedroogd en tot stot geworden, kom
het stof met de tuberkelbacillen in de lucht en kunnen
deze door mond en neus in het lichaam van anderen
dringen.
Daarom: spuw niet op den grond, zelfs al gelooft
gij u vrij van longtuberculose, want men kan reeds
ziek zijn, zonder het te weten en men geeft in ieder
geval een slecht voorbeeld aan anderen.
Slechts wie zelf niet op den grond spuwt, kan het
met recht aan anderen verbieden.
Elke lijder aan longtuberculose, die opgeeft,
tegenover gezin en omgeving verplicht, het opge.
hoeste slijm in sputum-flacons of spuwbakjes op te
vangen. Spuwen in den zakdoek is ten strengste af
te keuren, daar het slijm in den doek opdroogt en
later, bij het uit den zak halen van den zakdoek,
(het stof met de bacillen in de lucht en aan de hair
'den komt.
Wie opgeeft, schaffe zich een zaksputum-flacon aa:
voor zeer billijken prijs in eiken instrumentwinke,
te verkrijgen.
In fabrieken, werkplaatsen, scholen, kazernes, kan
toren, café's enz. plaatse men spuwbakken in voldoend
aantal, gevuld met wat water, of beter nog,
wat 10 lysol.
Men ledige sputum-flacons en spuwbakken in kaehe
of privaat en reinige ze dagelijks.
Draai het hoofd om en houd de hand voor
mond, als gij hoest of niest. Moet gij hoesten of
geven, ga dan even uit het gezelschap.
Bedwing uw hoest, als gij niet behoeft op te ge
ven.
Dit is zeer goed mogelijk.
Moeders, als gij longtuberculose hebt, zoent uv
kinderen niet op den mond, maar op het voorhoofd
Wascht uw handen dikwijls en voor het eten aitij!
zorgt, dat ook uw huisgenooten dit doen.
11. Is een lijder aan tuberculose gevaarlijk voo
anderen?
Zeker, indien hij bovenstaande voorschriften nie
opvolgt.
Komt men ze echter nauwgezet na, dan is m
niet alleen niet gevaarlijk, doch kan zelfs, door ande
ren te onderrichten, veel goed doen in zijn omgang.
12. Kan men het stof ook onschadelijk maken?
Ja. In de eerste plaats door het zonlicht, dat
tuberkelbacillen vrij snel doodt, er op te laten schij
nen.
Men zorge dus voor veel licht in huis (dunne goi
dij nen en deze meestal open geen bedsteden of ai
coven
In de tweede plaats door nooit droog te vegen
doch altijd nat, met natte doeken of met vochtig
theebladeren. Het stof trekt in die bladeren, welk
men in kachel of privaat gooit.
Ten derde door al hetgeen met een lijder in aai
raking is geweest, te laten ontsmetten (liefst de gf
heele kamer; vraag hierin den dokter om raad).
Ten vierde door geen kleeden doch vloerzeilen 1
gebruiken of houten vloeren of tegelvloeren, voora
in slaapkamers.
Verder door altijd buiten in het zonlicht kleede
enz. uit te kloppen.
13. Moet men ook niet met voedingsmiddelen ot
passen?
Ja, vooral met de melk, daar een groot gedeeli
der koeien tuberculose heeft (paarlziekte) en
melk tuberkelbacillen kan bevatten.
Drink dus slechts gekookte of ziektekiemvrije meh
Door koken sterft de tuberkelbacil.
14. Moet men bij het kiezen van een woning 00
voorzichtig zijn?
Ja. Heeft in een woning tuberculose geheerst!
dan late men haar eerst ontsmetten; ook bij twijff
Verder kieze men bij voorkeur een woning met t«
en zoo mogelijk ruim. Lucht en licht zijn de eers
vereischten voor een goed huis.
15. Is tuberculose geneeslijk?
Ja, doch alleen onder zekere voorwaarden.
Een bepaald middel uit de apotheek, dat zeker t
nezing brengt, bestaat niet, ook al bezwerenTe
kwakzalvers u dat.
Echter wordt vaak genezing verkregen door r°
frissche lucht; goede voeding en goed geneeskuWl
toezicht.
16. Moet men daarvoor naar een sanatorium?
Ja, althans eenigen tijd.
Ten eerste is de lucht niet overal zoo gezoni
daar, waar de sanatoria gebouwd zijn.
Ten tweede hebben slechts weinige menschen ze
beheersching genoeg om te midden der huisgenoo
die volstrekte rust te houden, welke voor de genez
noodzakelijk is, en bovendien leeft men thuis te
mede met alle dagelijksche beslommeringen en
gen. Ook de geest moet rusten.
Ten derde ontbreekt vaak de juiste, d. w. z. 8°
en goed geregelde voeding en het geregeld toez'
van den dokter.
Dit alles vindt men in een sanatorium, waar
nauwkeurig leert, hoe men zich met het oog op 11
ziekte heeft te gedragen.
Bovendien volgt men daar gemakkelijker de f(,(
schriften wijl het gezamenlijk geschiedt.
Men kuurt gemakkelijker met allen dan allee" I
17. Wanneer moet men naar een sanatorium
Zoodra de ziekte ontdekt is.
Wie aan zijn gezondheid twijfelt, raadplege !1
dokter en late zich onderzoeken.
Werkt allen mede tot verspreiding van
staande wenken opdat de tuberculose als volkszieJ
vermlndere of verdwijne. De tijd, dat men door lol
tuberculose aangetast, aan tering moet bezwPeD'|
voorbij.
Voor velen is wellicht heel wat van het bovensta5?
de bekend, voor nog meerderen veel, waarover I
nog niet zoo dachten. J
En de eenige ware manier, om deze volksz'rj
met vrucht te bestrijden^ is ze te voorkomen- I
kan dat door bovengenoemde wenken en voorsc 1
ten getrouw in acht te nemen, op te volgen en 1
te passen.
«1