Donderdag 2 September 1909.
53ste Jaargang. No. 45ti(>.
Bureau SCHAGE^, Laan D 4.
Uitgevers s TRAPM&M Co.
Binnenlandsch Nieuws.
Hollandsche Maatschappij
van Landbouw.
GE CHOLERA.
SGHAGER
Allfltll Mitlli-
COURANT.
Alïemie- LuttiifUil
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Interc. Telephoon No. 20.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0 25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad.
Hoogwoud.
Aan den milicien-verlofganger P. Silver dezer ge
meente, is gedurende zijn verblijf onder de wapenen
ingevolge het Kon. besl. van 1-1 Januari 1909, no. 32,
krachtens art. 111 der Militiewet 1901, door den Mi
nister van Oorlog eene vergoeding toegekend van '10
cents j)er dag.
Wieringen.
Door het stormachtige weder geraakten j.1. Woens
dag een groot aantal wierkappen in de Hoelmerkoog
van hun fundamenten af en werden in den omtrek
neergesmeten. Sommige zijn geheel verbrijzeld.
Dat dit een groote schadepost voor de visschers is,
laat zich gemakkelijk begrijpen.
SLORDIGHEID BIJ HET VERLEENEN VAN KO
NINKLIJKE ONDERSCHEIDINGEN.
Het llaagsche Correspondentiebureau deelt het vol
gende mede:
In sommige bladen heeft een aan een der groote
bladen ontleend bericht gecirculeerd, dat op voor
dracht van den minister van binnenlandsche zaken
een tweetal verdienstelijke Nederlanders zouden zijn
gedecoreerd, die reeds vroeger eenzelfde onderscheiding
hadden ontvangen. (Ook in dit blad vermeld).
De min of meer stekelige opmerkingen, in verband
hiermede aan het adres van het departement van
binnenlandsche zaken gericht, zijn in elk geval mis
plaatst
Gelijk n.1. van zelf spreekt, wordt niet aan ieder
departement een register gehouden van alle, op voor
dracht der onderscheidene ministers, verleende ridder
orden. Dit ware geheel onevenredige omslag, want
daartoe dient een centraal bureau, de kanselarij1 der
Nederlandsche orden. Alvorens een voordracht tot het
verleenen ©ener onderscheiding aan H. M. de Konin
gin wordt gedaan, pleegt dan ook elk departement zich
aan dat centraal bureau te vergewissen, dat de be
wuste persoon nog niet in het bezit der hem toege
dachte onderscheiding is.
Mochten er dus thans ten deze vergissingen, zijn
begaan, dan moet de schuld zijn te zoeken bij de
administratie der kanselarij en niet bij het betrok
ken departement van algemeen bestuur.
TE VEEL WATER.
Bij Heerenveen hebben verschillende veehouders hun
rundvee wegens den hoogen waterstand op stal moeten
zetten, waar het met gras gevoederd wordt. Dat gras
moet eiken dag gemaaid worden en dat is me een
werkje! De maaiers staan tot over de enkels in het
water om hun werk te verrichten.
AANSLAG IN HET PALAIS ROYAL TE AMSTER
DAM.
Het gerechtshof te Amsterdam in hooger "beroep
uitspraak doende in de zaak van den arts dr. C. C.
C. H. Möller, beschuldigd dat hij op 20 Juni van
het vorig jaar, in het „Palais Royal" waar hij eenige
maanden had gelogeerd, een geladen revolver op het
bovenlichaam van den directeur, den heer A. Meyer
Ezn. had gericht, met het doel hem van het leven te
berooven, vernietigde het vonnis van de rechtbank, Voor
zooveel betreft de poging tot doodslag, maar qualifi-
ceerde het feit als bedreiging met eenig misdrijf tegen
het leven gericht. Nochtans, zich vereenigen de met
het rapport van den deskundige dr. Van Londen, dat
appellant lijdende is aan paranoia chronica simplex,
zoodat hem het op genoemden datum gepleegde feit 'niet
kan worden toegerekend, achtte het Hof hem deswege,
hoewel schuldig niet strafbaar, ontsloeg hem van rechts
vervolging, doch gelastte (conform het vonnis van do
rechtbank) zijn plaatsing in een krankzinnigengesticht,
den proeftijd van een jaar niet te boven gaande.
Op appeilants verzoek, aan het slot van de behande
ling der zaak in de vorige zitting dat alsnog de bi
bliothecaris van het Leesmuseum zou worden gehoord
en tegen de gehoorde getuigen rechtsingang zou wor
den verleend, verklaarde het hof, niet in te gaan.
Aandachtig doch met een gestadig glimlachje, luis
terde dlr. Möller naar de voorlezing van dit arrest.
ALGEMEENE VERGADERING TE GOUDA.
Onder voorzitterschap van mr. Zaayer ving Dins
dagmorgen te Gouda de 83ste algemeene vergadering
aan van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw.
De voorzitter opende haar met een rede, waarin
hij in de eerste plaats onder applaus der zeer druk
bezochte vergadering de blijde geboorte van Prinses
Juliana in herinnering bracht. Hij heette voorts allen
welkom.
Dan wees de spreker op het streven der Duitsche
agrariërs om de productieve krachten van den eigen
bodem zoo groot te maken dat op eigen houtje in
de levensbehoeften van het land kan vooizien woi-
den Deze opvatting in Duitsche kringen bij monde
van graaf Schwerln Lowitz gehuldigd en door den ge
wezen Rijkskanselier Bülow onderschreven, wordt
in Duitschland vrij algemeen gedeeld, zelfs door den
onlangs opgerichten Bauernbond, die wel hervorming
wil doch tevens voortzetting van de beproefde be-
schermingspolitiek.
Deze opvattingen nopen mr. Zaayer tot een ver
gelijking met ons eigen vaderland, waar een eigen
lijke landbouwpolitiek tot dusver onbekend is. De
regeering, haar zorg over den landbouw uitstrekken
de, denkt niet bij voorkeur aan mogelijk oorlogsge
vaar; geen beschermende rechten hebben tot beper
king van invoer en verhooging der prijzen, doch daar
mede tevens tot beperking van den uitvoer bijgedra
gen. De staat doet het zijne om door verschillende
middelen de voorwaarden, waaronder geproduceerd
wordt, te verbeteren en om dientengevolge den land
bouw langs natuurlijken weg tot mededinging met
het buitenland in staat te stellen. Ginds het vizier
gericht op den krijg en de prijzen kunstmatig ver
hoogd; hier de productie als vanzelve verbeterd en
vergroot en de landbouw het vredesbedrijf bij uit
nemendheid!
De tegenstelling tusschen het groote Duitschland
en het kleine Nederland is dus, zegt spr., wel scherp
op dit gebied. Komt het misschien daardoor, vraagt
hij', dat de Duitschers in de laatste jaren belang
stelling voor onzen landbouw gaan openbaren? Onze
landbouw een export-bedrijf geworden, zegt spr., het
oog vestigen op de behoeften, niet enkel van het
binnenland, maar ook van het buitenland: dat is,
meent spr., het tegenwoordige en verheffende richt
snoer der land- en tuinbouwproductie. Aan succes
hapert het daarbij niet. Spr. wijst op de lauweren,
welke de Nederlandsche tuinbouw in de laatste jaren
in het buitenland behaald heeft. Maar niet alleen op
tentoonstellingen, ook in werkelijkheid, in door cijfers
gestaafde uitvoerkwantiteiten, valt op goeden uitslag
te bogen.
Drie factoren treden daarbij op den voorgrond: een
goed geleide Staatszorg voor den landbouw; een
zeer verbreid en zich verder ontwikkelend vereeni-
gingsleven; de ontwaakte en sedert wakker gebleven
energie bij den boerenstand. Het komt spr. voor, dat,
naast het geluk, dat den landbouw gediend heeft,
deze aangegevene analyse volkomen juist is.
Van de staatszorg ondervindt de landbouw telkens
nieuwe blijken.
De beide andere factoren voor den bloei van den
landbouw, bet ontwikkelde vereenigingslevei en de
energie van den boer, zijn wederkeerig van elkander
afhankelijk. Over het ontbreken dier beide factoren i
mag, zegt spr., in den tegenwoordigen tijd niet wor-
den geklaagd. Aan de wilskracht en de volharding
der veehouders is de oprichting van zoovele fok- en
controlevereenigingen in de beide Hollanden te dan
ken. In Noordholland hebben de fokvereenigiugen een
provincialen bond van rundvee-fokvereenigingen ge-1
vormd. Deze bond heeft in Juni jongstleden zijn beste
beentje voorgezet, toen voor de bezoekers van het
Landhuishoudkundig congres te Hoorn 'n paar pracht
exemplaren van iedere fokvereeniging ter bezichtiging
werden gesteld. Hier brengt spr. een woord van hulde j
aan de beide zuivelconsulenten der maatschappij voor
hunne voorlichting en opwekking bij het oprichten
dezer vereenigingen.
Ook op ander gebied vertoont zich de lust tot
coöperatie bij onze landbouwers, en liij houdt in dit
verband een krachtige aanbeveiing tot aansluiting
bij de Centrale Landbouw Onderlinge. Deze véreeni-
ging beoogt om over geheel Nederland door de land
bouwers onderling te doen dragen het risico der be
drijfsongevallen in den landbouw.
Ter vergadering bleken vertegenwoordigd 75 afdee- j
lingen met te zamen 630 stemmen. Voorts waren aan
wezig 20 leden der algemeene vergadering.
Aan de orde was het jaarverslag, reeds in het
„Nederlandsch Landbouwweekblad" gepubliceerd.
De heer Teunissen, sprekende namens de afdee-
ling Amsterdam, maakte zich tot tolk van de vele
klachten over het Nederlandsch Landbouwweekblad
en drong aan op de oprichting van een eigen or
gaan.
De Voorzitter achtte de zaak thans niet aan de 1
orde, verwees haar naar het einde der vergadering.
Het jaarverslag werd goedgekeurd.
De zuivelconsulent der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw voor Noordholland, dr. L. T. C. Schey,
wees op een algemeenen misstand in het zuivelbe
drijf van deze provincie. Het nortonwater blijkt name
lijk vrijwel algemeen verontreinigd door onpractischen
aanleg van put en pomp. Spreker geeft de versprei
ding van een brochure met teekeningen in overweging
om aan te toonen hoe de aanleg behoort te zijn. Het
instituut voor den landbouw te Wageningen zou zich j
met de uitgave verdienstelijk kunnen maken.
Den spreker werd na eenige discussie dank gezegd
voor zijne voorlichting, waarna mr. D. A. Kley mede-
deelingen deed omtrent de onderlinge brandverzeke
ring voor de leden der Maatschappij. De jaren 1907
en 1908 waren zoo ongunstig dat een tekort van
f 9000 door hoofdelijken omslag moest worden gedekt
Dit jaar ging het verzekerd bedrag met drie ton voor-
uit.
Volgen nu eenige mededeelingen over de boter- en
kaas-controlestations.
Punt 9 van de agenda is een voorstel van de afd.
Putten om middelen te beramen om de schade, door
losloopende kippen op eens anders weiland veroor
zaakt, in bet vervolg te voorkomen.
Het hoofdbestuur wijst er op, dat in enkele gemeen
ten van Noordholland bij gemeentelijke verordening is
verboden kippen op eens anders grond te laten loo-
pen, Ook in Zuidholland bestaan .enkele van zulke
verordeningen, o. a. te Zuidland. De afdeelingen heb
ben dus te beproeven dergelijke verbodsbepalingen in
haar gemeente ingevoerd te krijgen.
De afdeeling Putten kan met het prae-advies niet
mee gaan en stelt een motie voor om vanwege de
regeering maatregelen te verzoeken.
De voorzitter bestrijdt deze motie, die daarna wordt
verworpen.
Nadat de heer K. Czn. de Boer had uiteengezet
hoever de Centrale Landbouw Onderlinge thans met
haar werkzaamheden is gevorderd, werd een voorstel
van de afd. Zaanlandsche gemeenten om een onder
linge bedrijfsverzekering in 't leven te roepen, inge
trokken.
De heer H. J. Lovink, directeur-generaal van den
1 Landbouw, houdt een voordracht over de bestrijding
van het mond- en klauwzeer. Spreker heeft de eer
ste sporen van eenige officieele bemoeiing met die
ziekte kunnen vinden in een rapport, dat 10 Oct.
1879 door Mac. Gillavry en dr. AVirtz werd uitge-
bracht, ingevolge een opdracht van den Minister van
Binnenlandsche Zaken om in Londen een onderzoek
in te stellen naar aanleiding van klachten der Lngel-
sche regeering in zake invoer van vee in, Engeland.
Gewezen werd toen van Engelsche zijde op het ont-
i breken van ©enigerlei maatregel tegen de verspreiding
i van mond- en klauwzeer. Genoemde rapporteurs lcwa-
men -dan ook tot de overtuiging der dringende nood-
I zakelijkheid van het nemen van maatregelen en 14
j Maart 1880 werd het mond- en klauwzeer onder de
besmettelijke ziekten in de wet van 1870 opgenomen.
Spreker releveerde de moeilijkheden waarmee de re-
geering en hare ambtenaren te kampen hadden bij
de bestrijding der ziekte en keurde den maatregel van
1898 om het mond- en klauwzeer niet meer te be
strijden maar het door te laten zieken, af. Paedagogisch
heeft deze maatregel op onze landbouwers oen zeer
slechten invloed gehad en het verschoont veel voor
hen toen wij in 1907 voor de derde maal weer voor
de moeilijkheden van ©en epizoötie stonden.
Spreker staat dan langdurig stil bij do methode
welke nu gevolgd wordt bij de bestrijding van het
mond- en klauwzeer, waarbij gewezen werd op het
feit hoezeer die bestrijding in ons voordeel gebleken
is, waarna de heer Lovink tot de beantwoording komt
van de vraagwaarom wij het mond- en klauwzeer
bestrijden.
Alle landen van Europa doen zulks en daarbij! is
overal een streven naar scherper optreden merkbaar.
Eik end dient echter de billijkheid dat het buitenland,
evenals wij1, er voor waakt dat geen ongewenschte ziek
ten kunnen worden ingesleept. Aldus komende tot het
standpunt dat landen moeten innemen die vee expor
teeren, wees spreker op de maatregelen in verschil
lende Europeesehe rijken nu en dan zeer ten nadeele
van onzen export genomen om besmetting van eigen
veestapel tegen te gaan, om daarna qp de noodzakelijk
heid niet alleen, maar ook qp de groote economische
beteekenis van ©en krachtdadige en afdoende bestrij
ding der ziekte het volle licht te doen vallen.
Immers de belemmering van den vee-uitvoer staat
tegenwoordig niet alleen meer op het spel. Ook an
dere producten zouden ernstig kunnen getroffen wor
den. Zeker, Nederland kan er trotsc.h op zijn vele
veeziekten te hebben uitgeroeid. Ons vee is wegens
zijn superieure eigenschappen over de geheel© wereld
bekend en beroemd, maar onze concurrenten slapen
niet en -doen alles om met ons te wedijveren. Onzer-
zijd; mag dan ook niets nagelaten worden om qp de j
wereldmarkt voorkomende moeilijkheden steeds het j
hoofd te kunnen bieden.
Dank aan regeering en volksvertegenwoordiging
voor haar bemoeiingen, aldus besloot spreker, kan
men het best bejvijzen door zelf krachtig mede te
werken en elk ziektegeval onmiddellijk aan te geven.
Dan behooren epizoöten als die van 1907 en vroeger
tot de geschiedenis. (Krachtig applaus.)
Na een toespraak van den heer K. Breebaart Jz.,
die zijn groote verdiensten jegens de Holl. Maatschap
pij van Landbouw prees, werd de lieer S. C. Korteweg
uit 's-Gravenhage, periodiek aftredend hoofdbestuur
der, maar niet herkiesbaar, bij acclamatie tot eere
lid van dat hoofdbestuur benoemd. In zijn plaats werd
gekozen tot lid van het hoofdbestuur de heer P. S.
Overwater te Strijensas.
In de plaats van den heer K. de Boer Czn. van
Assendelft, eveneens periodiek aftredend en niet her
kiesbaar hoofdbestuurslid, werd gekozen de heer K.
Breebaart Jzn. te Winkel. De heer mr. P. Blussé van
Oud-Alblas te Dordrecht, werd gekozen tot lid der
financieele commissie in plaats van mr. A. Ferf te
Den Haag, aftredend en niet herkiesbaar.
De volgende jaarlijksche algemeene vergadering zal
te Hoorn worden gehouden en ook met een tentoon
stelling gepaard gaan.
Vermelden wij nog dat de middagvergadering werd
bijgewoond door den minister van landbouw, handel
en nijverheid ds. A. S. Talma en den oud-minister
van landbouw mr. J. D. Veegens.
Bij monde van den Voorzitter werd den heer Lo
vink de bijzondere erkentelijkheid betuigd voor zijn
betoog.
De heer A. Bosch, zuivelconsulent voor Zuidhol
land, deed eenige mededeelingen in verband met de
landbouwtentoonstelling, die door de afgevaardigden
ter vergadering straks zou bezocht worden. Spreker
weidde daarbij over de qualiteiten van 't kaasproduct
uit en vroeg bijzonder aandacht te willen schenken
aan de resultaten der botercontrole en aan den vee-
aanfok
Hierna kreeg de heer Teunissen nog het woord over
een door hem ingediend voorstel tot benoeming eener
commissie, welke de oprichting van een eigen orgaan
zal hebben te overwegen. Dit voorstel werd aange
nomen.
Tot commissaris van de Onderlinge Brandverzeke
ring werd in de vacature-Loeff benoemd de heer S.
W. de Clercq te Haarlemmermeer.
De Voorzitter huldigde nog de verdiensten van het
afgetreden hoofdbestuurslid K. de Boer, een der dra
gers van het „Agrarisch intellect", dien men spoedig
in het hoofdbestuur hoopt terug te zien.
Na een enkele bespreking bij rondvraag, waarbij
o. a. de afd. Westland op wijziging van de wet op
de tuberculose aandrong tot billijker schadeloosstel
ling aan betrokkenen en op verlaging van den prijs
van 30 centen voor het inenten van een varken, en
nadat de heer Van Rappard vergoeding had bepleit
voor beesten die plotseling aan miltvuur gestorven
zijn, werd de vergadering door den voorzitter geslo
ten.
Volgde een bezoek aan de tentoonstelling en des
avonds een gemeenschappelijken maaltijd.
Vlieringen.
Schoolfeest op Dinsdag 31 Aug. 1.1. De kinderen
der scholen van Oosterland en Hippolytushoef (Wes-
terland doet niet mede, wat te betreuren is) vierden
feest. De Vereeniging ter bevordering van getrouw
schoolbezoek had besloten ook weder dit jaar, Ier ge
legenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin,
aan de schoolkinderen, die niet mede op reis waren
geweest naar Amsterdam, een feestje te geven.
Zij heeft eer van haar werk gehad, want ondanks
het gure AugustusApril weder is het feest goed ge
slaagd.
Om 1 uur verzamelden zich de verschillende rij
tuigen met kinderen voor de school te Hippolytushoef
en voort ging het naar Den Oever, waar hun een
goéde ontvangst ten deel viel. Het ontbrak daar niet
aan versnaperingen en de aanwezigheid van het tal
rijk publiek bewees, dat ook daar het schoolfeest dé
sympathie van allen wegdraagt.
Na er ruim een uur vertoefd te hebben, gingen de
circa zestig rijtuigen naar Hippolytushoef terug en nam
de school de 235 kleinen met hun begeleiders in /kb
op. Krentenbrood, koek, koekjes, jodenkoek, melk, enz.,
alles liet zich wel smaken na den frissehen rit. Door
de met vlaggen versierde straten ging het onder be
geleiding van de muziek van onze Harmonie naar het
Feestterrein. Daar kon men mot zakloopen, ballen wer
pen, vlaggetjes en stokjes rapen, flesschen vullen, enz.,
enz., do schoonste prijzen verwerven, welke later in
de school wenden gegeven aan de overwinnaars, ter
wijl elk der overige kleinen een klein cadeautje ont
ving.
Na afloop der spelletjes weer optocht en toen naar
school, waar weder versnaperingen wachtten en eindelijk,
toen de zon reeds ter ruste was gegaan, keerden de
kleinen hoogst voldaan huiswaarts.
Dank aaii allen die _h>ri der Vereeniging gemakke
lijk hebben gemaakt deze zwaren plicht te vervullen.
Zij doet het met liefde en voelt zich ruimschoots be
loond door de hulp en waardeering van allo Wierin-
gers.
HET AFTREDEN VAN MINISTER IDENBURG.
Naar aanleiding van de ook door ons overgenomen
mededeeling van „De Vaderlander", betreffende het
aftreden van minister Idenburg, schrijft men aan het
(anti-rev.) „Arnh. Dagbl.":
Het bericht in „De Vaderlander" is onjuist. Het
aftreden van den heer Idenburg kon geen verband
houden met een verschil in den boezem van het
Kabinet wat aangaat de waardeering van en vereering
voor dr. Kuyper, daar zulk een verschil niet bestond.
Dat de heer Idenburg, ook afgezien van zijne be
noeming tot Gouverneur-Generaal, wellicht als Minis
ter zou zijn afgetreden, is overigens niet onmogelijk;
het is bekend dat hét Ministerambt door hem èn in
1902 èn in 1908 alleen is aanvaard uit plichtsbesef,
in strijd met zijn persoonlijke wenschen. Naar wordt
gefluisterd is èn aan zijne aanvaarding van eene porte
feuille in 1908 èn aan zijn optreden als Gouverneur-
Generaal de uiting van den persoonlijken wensch van
H. M. de Koningin niet vreemd.
Om misverstand te voorkomen worde hier bijge
voegd, dat de omstandigheid dat de heer Idenburg
met dien wensch te rade zou zijn gegaan, natuurlijk
niets afdoen zou aan de ministerieele verantwoordelijk
heid voor zijn benoeming.
Anna Paulowna.
Aan het postkantoor te Anna Paulowna en de daar
onder resorteerenda hulppostkantoren werd gedurende
de maand Augustus 1909 ingelegd f 6077.02 en te
rugbetaald f 7764.09. Het laatste, door dat kantoor uit
gegeven boekje draagt het nummer 924.
Oude Niedorp.
Alhier heeft zich een commissie gevormd, die bin
nen korten tijd een vergadering zal beleggen, om te
geraken tot plaatsen van straatlantaarns in de kom
van het idorp.
NIEUWE \TERI)ACHTE GEVALLEN.
Nieuwe verdachte gevallen hebben zich te Rotter
dam voorgedaan:
Aan boord van den lichter Johanna II, bij het 6-
jarig dochtertje van den schipper A. B., wiens vaar
tuig ligplaats had aan paal 4 in de Maashaven Z.Z.
en naar de Waalhaven is verhaald;
in de Cronjéstraat no. 6 bij het aldaar wonende
S-jarige meisje J. P.;
bij J. L. in de Compagniestraat no. 19;
bij C. K. aan de Boezemkade no. 25;
bij G. van W. aan de Passarelstraat no. 18a;
bij C. H., een man zonder vast woonverblijf.
Al deze personen zijn naar t de barakken overge
bracht.
Voorts is een verdacht geval voorgekomen bij den
bootwerker S. in de Adrianastraat no. 375, die in
zijn woning verpleegd wordt.
Alzoo 7 nieuwe verdachte gevallen.
Een dochtertje van den werkman N. B. uit de
Rubroekstraat no. 86, wiens vrouw aan cholera is
overleden, is uit de observatieinrichting op den
Schiedamschendijk naar de barak overgebracht. Bij
het kind hebben zich verdachte verschijnselen ge
openbaard.
Te Hillegom hebben veel bloembollenhandelaren
uit Frankrijk bericht ontvangen de reeds bestelde
bloembollen en planten voorloopig niet af te zen
den wegens het voorkomen van cholera hier te
lande.
VERDACHT GEVAL BIJ UTRECHT.
Gisterochtend is een 30-jarige vrouw van 'n schuit,
liggende in het Merwedekanaal bij Utrecht en afkom
stig van Rotterdam, als verdacht te lijden aan cho
lera, overgebracht naar de daarvoor bestemde barak
ken. De noodige voorzorgsmaatregelen zijn aanstonds
genomen.
Ook hier hebben B .en W. de openbare badplaat
sen doen sluiten.
Naar uit IJmuiden aan De Scheepv. bericht wordt,
bevindt zich aan boord van het stoomschip Fiducia,
van Archangel komende, een zieke schepeling. Deze
is naar de barakken overgebracht ter observatie.
VOORZORGSMAATREGELEN TE BERGEN OP
ZOOM.
Te Bergen op Zoom zijn de volgende maatrege
len genomen; le. de militairen, die Zaterdag met
verlof geweest zijn naar Rotterdam, 70 personen, zijn
Zondagavond bij terugkomst in het militaire hospi
taal opgenomen, om daar 8 dagen in observatie te
blijven; 2e op verzoek van de gezondheidscommissie
zijn de waterfeesten bij de viering van het Konin-
ginnefeest geschrapt van het program; 3e. is even
eens op advies van de plaatselijke gezondheidscom
missie de gemeente bad- en zweminrichting gesloten;
4e. aan het gemeentebestuur is verzocht geregeld
geneeskundig toezicht toe te passen op schepen die
j van uit Rotterdam in de haven komen en het ver
krijgbaar stellen van water uit de gemeente-drink
waterleiding; 5e heeft de militaire autoriteit bepaald
dat geen verlof meer wordt gegeven naar Rotter
dam en andere plaatsen.
Het Tijdschrift voor Sociale Hygiëne schrijft:
„De cholera treedt in Rusland opnieuw krachtiger
op. In de 2 laatste berichtsweken van de maand
Juli kwamen daar in 14 districten 1666 gevallen
van cholera met 732 sterfgevallen voor.
In de eerste week van Augustus bedroeg het aan
tal nieuw waargenomen gevallen in 15 districten
614 met 295 sterfgevallen.
Van tijd tot tijd vonkelen gevallen naar Duitsch
land en andere naburige rijken over, vooral naar
Duitschland, wat er toe heeft geleid, dat personen,
die uit Rusland naar Berlijn komen en minder dan
6 dagen geleden uit Rusland afgereisd zijn, te Ber
lijn onder observatie worden gesteld, waarvoor het
hoofd des gezins of de hotelhouder verplicht is de
politie te waarschuwen.
Van de hier te lande de vorige maand langs de
zeezijde ingevoerde verdachte schepelingen bleek
slechts een matroos aan cholera te lijden; hij is
thans hersteld uit de quarantaine-inrichting aan den
Maasmond ontslagen.
Ook de in Augustus te Rotterdam geconstateerde
gevallen hebben vermoedelijk hun ontstaan aan be
smetting door schepen uit besmette havens afkom-