Toch onschuldig. *jstss£ ma 7 Donderdag 30 September 1000. 53ste Jaarpa»e. No. 4582. Binnenlaodsch Nieuws. AIicreei Nieuws Alinuitit- /Ktitv&vssamH Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot s morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau SCHi&GEW» Laan CS 4. Inlerc. Telcphoon No. 20. Uitgevers t TRAPtSSM Co, Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uil een blad. Bekend makingen GEMEENTE 8 C 11 A G E o— NATIONALE MILITIE. Zitting van den Militieraad. o Burgemeester en Wethouders der Gemeente Sclia- gen maken bekend, dat de Zitting van den Militieraad voor deze gemeente zal worden gehouden op Maan dag, den li October aanstaande, des voormiddags te 9.30 uren, te Alkmaar, in het Raadhuis. Zij brengen daarbij onder de aandacht van belang hebbenden, dat in deze zitting uitspraak zal worden gedaan omtrent: i I a. de lotelingen, door of voor wie eenige reden van vrijstelling wordt ingebracht; b. de lotelingen, die hetzij voor goed, hetzij voor- loopig van den dienst moeten worden uitgesloten; en c. alle overige lotelingen. Het opgeven of doen opgeven van eene reden van vrijstelling bij het doen van de aangifte ter inschrij ving of bij de loting, zoomede het doen opmaken en bij den Burgemeester inleveren van de vereischte be wijsstukken is iüet voldoende om zich de gewcnschte vrijstelling te verzekeren; de reden van vrijstelling moet in elk geval op het tijdstip hiervoren vermeld worden ingebracht bij den Militieraad. Ook het niet ontvangen eener persoonlijke kennisgeving nopens de zitting van den Militieraad ontheft niet van de verplichting tot het verschijnen voor dien Raad of tot het indienen van de tot staving der redenen van vrijstelling gevor derde bewijsstukken. Voorts maken zij belanghebbenden indachtig op de navolgende bepalingen Het recht op vrijstelling wegens eigen dienst en we gens broederdienst is alleen dan geldig, zoo het bestond op den lsten Augustus 1.1., het recht öp vrijstelling wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken en wegens gé- mis van de gevorderde lengte moet bestaan tijdens de zitting van den Militieraad. In persoon moetien voor den Militieraad verschijnen do lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of wegens gemis van de gevor derde lengte. De lotelingen echter, die wegens ziekte of gebre ken buiten staat 'zijn voor den Raad te verschijnen en binnen het Rijk verblijf houden, worden onderzocht ter plaatse waar zij zich bevinden, mits zij van de onmogelijkheid, waarin zij verkecren om voor den Raad te verschijnen, tijdig bij gefrankeerden brief aan den Voorzitter van den Militieraad kennis geven, on der overlegging eener door den Burgemeester hunner woonplaats gelegaliseerde geneeskundige verklaring. Houden lotelingen als hier bedoeld verblijf buiten het Rijk, .dan kan worden volstaan met het tijdig bij ge- frankeerden brief aan den Voorzitter van den Militie raad inzenden eener door twee bevoegde geneeskun digen afgegeven behoorlijk gelegaliseerde verklaring van ongeschiktheid voor den dienst. In persoon moeten voor den Militieraad ook verschij nen de lotelingen, die als tweelingbroeders of als in hetzelfde jaar geboren broeders eene overeenkomst van dienstplichtruiling hebben aangegaan. Verschijnen deze personen op het hierboven aangegeven tijdstip niet voor den Raad, dan kan ingevolge de wet hunne overeen komst geen gevolg hebben. Voor het aangaan dier over eenkomst behoeven minderjarigen de toestemming van hem of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij uit oefent. Deze toestemming moet staande de zitting van den Militieraad mondeling worden gegeven, zoo niet een schriftelijk bewijs van toestemming wordt overge legd. Is verschijning in persoon niet noodzakelijk, dan kan do reden van vrijstelling behalve door Ren loteling zeiven ook worden ingebracht door diens vader, moe der, voogd, curator of door oen gemachtigde. Lotelingen, die verblijf houden buiten het Militie- district waarin door of voor hen is geloot, kunnen met goedvinden van den Commissaris der Koningin in de Provincie, binnen welke zij voor de Militie zijn inge schreven, verschijnen en hunne aanspraken op vrij stelling doen gelden voor een anderen Militieraad, al- zoo ook voor den Militieraad, binnen welks rechts gebied zij verblijf houden. Het verzoek daartoe moet tijdig rechtstreeks aan dien Commissaris der Konin gin worden gedaan; het behoeft niet op gezegeld papier te zijn gesteld, doch moet gefrankeerd worden toegezon den. Ten slotte brengen Burgemeester en Wethouders nog ter kennis: lo. dat de zitting van den Militieraad is openbaar en dat tegen de beslissingen van dien Raad gedurende tien dagen, te rekenen van den dag der uitspraak, bij Gedeputeerde Staten der Provincie, behalve door den Militiecommissaris alleen bezwaren kunnen worden in gebracht a. door den loteling omtrent wien uitspraak is ge daan, of door diens vader, moeder, voogd of curator; b. door den loteling, wiens nummer ten gevolge van de uitspraak zou worden opgeroepen, of door diens vader, moeder, voogd of curator; en c. door den reeds ingelijfden loteling die ten ge volge van de uitspraak niet uit den dienst zou worden ontslagen, of door diens vader, moeder, voogd of cu rator; 2o. dat de bezwaren, zoomede de verzoeken tot het doen van herkeuring moeten worden gericht aan Ge deputeerde Staten bij een behoorlijk onderteekend en door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, hetwelk ongezegeld kan zijn, doch binnen de tien da gen, hiervoren vermeld, tegen bewijs van ontvang moet worden ingeleverd bij den Burgemeester dezer Ge meente 3o. dat echter geen bezwaren kunnen worden inge bracht tegen eene uitspraak, waarbij a. een loteling voor den dienst is aangewezen, zon der dat door hem op bovenvermeld tijdstip in de zit ting van den Militieraad eenige reden van vrijstelling was ingebracht; en b. vrijstelling van dienst is verleend of geweigerd op grond van het niet of al bezitten van de gevorderde lengte; 4o. dat van de door Gedeputeerde Staten gedane uitspraak, zoo deze althans niet geldt het al of niet verleener. van vrijstelling wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, gedurende tien dagen, te rekenen van den dag waarop zij ter kennis van belanghebbenden is ge bracht, bij de Koningin in beroep kan worden geko men door den Commissaris der Koningin en verder alleen a. door den loteling, wiens bezwaren door de uit spraak niet zijn weggenomen, of door wiens vader, moeder, voogd of curator; b. door den loteling, wiens nummer ten gevolge van de uitspraak zou worden opgeroepen, of door diens vader, moeder, voogd of curator; en c. door den reeds ingelijfden loteling, die ten ge volge van de uitspraak niet uit den dienst zou worden ontslagen, of door diens vader, moeder, voogd of cu rator; 5o. dat het bezwaarschrift, waarbij dit beroep wordt ingesteld, op ongezegeld papier kan zijn gesteld, doch, behoorlijk onderteekend, rechtstreeks aan de Koningin moet worden toegezonden; het behoeft niet gefrankeerd te worden; 6o. dat, waar in deze bekendmaking gesproken wordt van, vader", „moeder'' of „voogd", dit betrekking heeft op den minderjarige en de uitdrukking „vader" strekt voor h et geval dat de vader de ouderlijke macht uitoefent, de uitdrukking „moeder" voor het geval dat de moeder de ouderlijke macht uitoefent, de uitdruk king „voogd" voor het geval dat de minderjarige on der voogdij staat; waar aldaar gesproken wordt van „curator" geldt deze uitdrukking den meerderjarige, die onder curuteele staat. Voor zoover omtrent een en ander nadere inlich tingen worden geiwenscht, vervoege men zich ter Ge meentesecretarie op een werkdag, tusschen 9 en 12 ure des voormiddags. Schagen, den 23 September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, H. J. POT. De Secretaris, ROGGGEVEEN. Feuilleton. RAAD HEERHUGOWAARD. Vergadering van den raad der gemeente Heerhugo- waard, gehouden op Woensdag 29 September 1909. 's namiddags 2 uur. Voorzitter de heer P. Wonder Az., burgemeester. Alle leden zijn aanwezig. Na opening der vergadering worden de notulen ge lezen, die onveranderd worden goedgekeurd. Ingekomen was een schrijven van Ged. Staten in zake onbewoonbaarverklaring van eenige woningen, waarvan sprake is en ten opzichte waarvan wordt aan gedrongen op het onverwijld uitlokken van besluit daaromtrent. Voorzitter licht toe, dat de door de Gezondheids commissie te Hoorn voorgestelde onbewoonbaarver klaring de volgende woningen geldt: a. van de wed. Appel (thans hertrouwd met zekerer Schoutse, vroeger bewoond door K. Blom, staande aan het Zuidereind); b. van Jb. Koning aan den Kabel; c. van mej. Baafje Boot, wed. D. Raat, vroeger wed. W. Vader, in tweeën bewoond door: Jh. Schoen en wed. Jb. Schuit, speciaal wat laatstgenoemde be treft, staande bij de fabriek; d. van 't gemeentebestuur, bewoond door A. Koe man; e. van H. Mooi te Alkmaar, bewoond door M. Kla ver. Ten opzichte van een schrijven der Gezondheids commissie zegt voorzitter dat deze het er op aan houden dat B. en W. den raad voorstellen, die wo ningen onbewoonbaar te verklaren. Voorzitter nu vindt, het zijn waarlijk niet de beste woningen in deze gemeente, maar wanneer hij eens in den spoor trein naar Alkmaar zit en uitziet valt hem wel op een gebouwtje te St. Pancras, vroeger door spreker voor een varkensboet bekeken dat... bewoond wordt. En zóo erg zijn de perceelen hier lang niet. En als 't daar zóo gaat, moeten we dan hier maar aap het onbewoonbaarverklaren gaan? Dit weerhield spreker juist en thans wil hij het oerdeel van den raad wel eens vernemen. Onbewoonbaarverklaring is hier lastig. Als de be trokken lieden geld hadden was 't minder, maar dit bezitten ze niet. Besloten wordt, dat ten aanzien der woning van mej. de wed. D. Raat wijziging en verbetering zal worden voorgeschreven en dat de andere woningen zullen worden onbewoonbaar verklaard met last tot ontruiming uiterlijk 1 Mei 1910. Voorzitter deelt verder nog mede, dat 't met 't on derwerp vrije- en orde-oefeningen nog wel wat zal duren. Komt aan de orde de gemeentebegrooting voor 1910. Ze heeft gecirculeerd bij de leden. Behoudens een kleine wijziging, noodig door eene onbeduidende onachtzaamheid, die echter op de eind cijfers geen invloed uitoefent, wordt de begrooting goedgekeurd en vastgesteld en wordt algemeen goed gevonden haar ter verdere goedkeuring aan Ged. Sta len te zenden. Ze sluit in ontvangst en uitgaaf met f 24677.54, met een post voor onvoorziene uitgaven van f 1064.80. De jongste kasverificatie heeft aangegeven een kas saldo van f 3117.591/j, wat conform is met boeken en bescheiden en op voorstel van den Voorzitter voor kennisgeving wordt aangenomen. Rondvraag. De heer Van der Oord brengt ter sprake, dat de kosten van leermiddelen en schoolbehoeften wat hoog zijn in vergelijking met anderen, 't Scheelt wel de helft! 't Hoofd der school, bestelling doende, kan in het geval door den heer Van der Oord bedoeld, voor 280 kinderen met eene geldsom beneden f 200 toe. Een jaar, waarin voor wel bijna f 300 aan natuur kundige instrumenten is aangeschaft geworden, maak te natuurlijk geheel eene uitzondering. 't Bedoelde schoolhoofd verklaarde, zooveel te kun nen krijgen (op leermiddelen doelende), als hij wenschte, doch hij verlangde niet meer. De heer de Boer en anderen merken op, dat hier voor leermiddelen ongeveer op f 1.40 per kind moet worden gerekend. Voorzitter vindt nu, dat maar moet worden aanbe steed de levering van leermiddelen en schoolbehoef ten. Dat moet dan maar worden geprobeerd. Algemeen vindt de raad dit goed. Voorzitter wil dan opgave vragen van de Hoofden I der Scholen in deze gemeente, wat ze noodig heb ben. De heer Van der Oord is er voor, dat er dan goed wat publiciteit aan wordt gegeven. Voorzitter belooft dit te zullen doen. De heer Van Slooten spreekt er zijne' verwonde ring over uit dat van den onlangs benoemden Amb tenaar van den Burgerlijken Stand, den heer P. Won der Pz., die in plaats van wijlen den heer H. Tauber is benoemd, nog geen bericht is ingekomen, dat hij die benoeming aanneemt. Voorzitter ligt toe, dat de benoemde wel heeft te kennen gegeven, dat hij zóo niet op de benoeming kan ingaan. Wordt echter de jaarwedde wat verhoogd, dan wil hij de benoeming wel aannemen. Hierna volgt sluiting. CHOLERA. Te Lopik hebben zich twee gevallen van cholera asiatica voorgedaan. Eén der patiënten is reeds over leden. VERDACHT ZIEKTEGEVAL. Naar uit Sliedrecht wordt geseind, heeft zich een vermoedelijk geval van cholera voorgedaan te Lange- rak. KERMISVOLK. Te Woensel (N.-B.), waar thans kermis is, heeft de politie in verschillende woonwagens, in de buurt van het kermisterrein een inval gedaan. Dit staat in verband met voortdurende diefstallen, welke in de laatste dagen in de omstreken gepleegd worden. Vooral verdwijnen vele gewassen van het IJ veld. Roman van Hoeker. 15. Antje liep met den jongen graaf langs het weinig begane voetpad dwars door het bosch naar den mo len van Almenrode. Zij babbelden samen over allerlei. Eensklaps bleef Antje staan. „U komt mij zoo bekend voor," meende zij aarzelend, ,,ik moet u reeds een maal gezien hebben." „Dat is zeer wel mogelijk," antwoordde graaf Wolf, „wij zijn om zoo te zeggen buren... ik ben name lijk de oudste zoon van den graaf van Wolfenstein." Antje week onthutst een paar schreden terug, ter wijl een donkere blos haar gelaat overdekte. „Ah zoo," antwoordde zij, „ja nu weet ik het zeer goed, waar ik u reeds eenmaal heb ontmoet," en zij vertel de den verbaasden Wolf, hoe hij eens haar speelge noot Martin had geslagen, omdat deze hem had wil- J len beletten Antje een potje met aardbeien te ont- nemen." „Daar verneem ik voor de eerste maal welk een booswicht ik als jongen ben geweest," lachte Wolf, nadat Antje haar verhaal geëindigd had. „Dan moet u mij veroorloven juffrouw, dat ik bij gelegenheid mijn misdrijf weder goed maak,"... en onwillekeurig de blanke hand van het meisje vattend, voegde hij er met schitterende oogen aan toe: „Wanneer ik u n eer eens mocht ontmoeten mejuffrouw Antje Sturm, ?anh.m°et u mij toestaan, u een kleine vergoeding aan "eten voor de toenmaals ontroofde aardbeien." wén 7il niet n°odig," stamelde het meisje ver- ir het te,w? werkeliik blijde intusschen den molen meer dwalen 66V,egen te ''ebben. „Nu kunt gij niet woning en vlak daa^i "daar is reeds mijnS VaderS binnen een half uur'kLnw l0°Pt d®, StraatWhef f? menrode zijn, mijnheer de grea?" °P scheid1'1" vroen^Wolf011 Z6ker wel een hand tot af" !u moet mij fenminste toestaan"i"nprap,nd?n toon' uwe goedheid" toestaan u te bedanken voor brul* op „et 1„„„! den wijzen Maar nu moet ik naar huis, ik heb evengoed al te lang 0p mijn lievelingsplekje vertoefd en moe der zal knorren, dat ik haar niet help in de keuken." Zij knikte den jongen man vriendelijk toe en verwij derde zich toen met Sultan in de richting van den molen. Wolf was blijven staan en staarde haar na tot haar slanke gestalte in den molen verdween; daarna vervolgde ook hij zijn weg. HOOFDSTUK VII. Tegen een der hooge vensters van het nieuwe woon vertrek op het slot Wolfenstein leunde een oud en gebogen man, die staarde met doffe oogen naar het heerlijke zomerlandschap, dat zich in groote pracht voor zijn blik uitbreidde. Groene weiden en landou wen, golvende graanvelden, overal een heerlijke rijk dom der natuur. Daartusschen lagen in het vriendelijk groen van het woud gedeeltelijk verscholen, aardige dorpen. Een breede, gelijk zilver blinkende stroom slingerde zich door het land, en aan den horizon strekte zich een onafzienbare bergketen uit. Maar de eenzame tegen het venster leunende man, scheen geen oog te hebben voor al die heerlijk heid der natuur. Van tijd tot tijd zuchtte hij diep, alsof hij gebukt ging onder zwaar geheim leed. Som tijds streek hij met de blanke, vermagerde hand over de oogen, en het was alsof hij een traan uit zijn oogen wegveegde. Moeilijk zou men in dezen gebogen man met zijn vergrijsd haar en verwelkte gelaatstrekken, den trot- schen en gebiedenden graaf Wolf van Wolfenstein hebben herkend, zooals die voor ongeveer twintig ja ren zich presenteerde. Onheilspellend had de onmeedoogende tijd het vroeger zoo mooie gelaat van den graaf verwoest en de tijd had een trouwen bondgenoot gevonden in den daemon in den eigen boezem van den majoraats heer. Gewetenswroeging en knagend zelfverwijt had den den trotschen man al die jaren rust noch duur gegund en hadden des te sterker hun invloed doen gelden, omdat de graaf nog maar steeds angstvallig het verleden verborgen hield en de nabijheid van den schurkachtigen kamerdienaar moest dulden. O, wat hij er niet voor gegeven zou hebben, wan neer hij het gebeurde ongedaan had kunnen maken. Nog eenmaal voor de beslissende keuze geplaatst, hoe gaarne zou hij dan met de zijnen liever nood en el lende hebben getrotseerd, in plaats van de vergulde ellende te dragen, die hem in de oogen van andere menschen stempelde tot een der benijdenswaardigste en gelukkigste der stervelingen, terwijl hij zelf schier bezweek onder de ellende van eigen hart en gewe ten. Als een drenkeling had hij zich vastgeklampt aan GASONTPLOFFING. Door de onvoorzichtigheid van een werkman had gisteravond, tusschen 9 en 10 uur, een geweldige gas ontploffing plaats in de autogarage van den heer H. Engelbert en Co., Bezuidenhout 71, Den Haag. On der den vloer van de groote hal, waar eenige auto's en rijwielen stonden opgesteld, is eene bewaarplaats van steenkolen, waarin zich een vrij groote hoeveel- datgene wat hem redding dacht te brengen, maar hij was in de lange jaren tot de erkentenis gekomen, dat alles wat hij had ondernomen om zich te red den, van de ellendige vertwijfeling des harten, tever geefs was gebleven. Hij was onredbaar vervallen van kwaad tot erger en moest blijven gebukt gaan onder den vloek van onverzoende schuld. De tijd van worstelen en kampen was nu voorbij, graaf Wolf gaf zich nu over aan den loop der din gen. Het was hem alles onverschillig. Gravin Clotilde begreep haar echtgenoot niet meer. Zij daaht niet aan de offers die haar man had ge bracht omdat zij die natuurlijk niet kende. Zij dacht alleen aan eigen verdriet en eigen offers, die zij had moeten brengen en dit vervreemdde haar steeds meer van haar man. De verhouding tusschen de beide echt- genooten werd steeds koeler en vormeiijker. Met bloedend hart zag graaf Wolf dit. Hij had zijn eichtgenoote nog steeds zielslief en dit was het eenige wat hem op de wereld nog interesseerde, de liefde van zijn vrouw. Zijn grootste ergernis bleef zijn kamerdienaar, die zich steeds tusschen hem en zijn vrouw plaatste. Eerst had hij den strijd met Frans aangebonden, maar die was verre zijn meerdere en sterkere en moest hij dus het onderspit delven. Steeds beleefd en dienstvaardig, waar zijn diensten als dienaar wer den gevraagd, stond hij toch steeds alle toenadering tusschen de beide echtelieden in den weg. Zijn blik was voldoende om een lachje van de lippen van den graaf te verdrijven en zijn hatelijke tegenwoordig heid was voldoende om de warmere gevoelens, die gravin Clotilde bestormden, te doen bevriezen. Aan dat alles dacht de ongelukkige eenzame man, toen hij het weelderige landschap aan zijn voeten aanschouwde en zijn verwrongen gelaatstrekken ver rieden duidelijk de hevige zielepijn. Op den weg die naar Wolfenstein voerde weerklonk plotseling het geratel van een naderend rijtuig. Graaf Wolf, die nog altoos in gedachten verdiept was, schrikte op. Hij had geheel en al vergeten, dat hij vandaag bezoek verwachtte van den baron van Al menrode met diens dochter en nog eenige familiën uit den omtrek. Hoe moeilijk het hem ook moest vallen, in dit oogenblik den gelukkigen en gastvrijen huisheer te spelen, durfde hij er toch niet aan den ken om den een of anderen vreemde een blik te laten werpen ln de onbeschrijfelijke ellende van zijn gemoed. Zoo trotsch mogelijk, het hoofd fier omhoog ging hij daarom zijn gasten tegemoet. I Ook gravin Clotilde had de komst der gasten be- j merkt. Zij trad op hetzelfde oogenblik de kamer uit en de gang in, toen haar man daar verscheen. Zij begroetten elkaar vriendelijk maar vormelijk, hun groet maakte een groot verschil bij de warme teeder- heid van jaren geleden. Graaf Wolf reikte zijn gemalin den arm, en zoo liepen beiden de breede met tapijten belegde trap af, naar de gasten die beneden reeds op den hof wa ren aangekomen De oudste zoon van het grafelijk paar was niet thuis, maar wel graaf Erich. Dezen troffen de ouders bij hun gasten aan. Hij had hen reeds begroet en bracht ze nu bij zijn ouders. Graaf Erich was lang niet zulk een mooie man als zijn broeder. Hij bezat ook niet zulke innemende manieren. Hij had slechts een middelmatige gestalte, daarbij een ernstig stug gelaat en was toch het spre kend evenbeeld zijner moeder, ofschoon hij al hare gratie miste. Zijn blik sprak van een standvastig en eerlijk ka rakter, maar ook van goedhartigheid en trouw. Bij den eersten blik op het gelaat van dezen jongen man, moest een ernstig toeschouwer zichzelf beken nen, dat wat graaf Erich miste aan uiterlijk schoon, volkomen werd vergoed door den rijkdom van zijn gemoed en door zijn aangeboren begaafdheid. Het gezelschap, bestaande uit den baron van Almen rode en nog een grafelijke familie uit den omtrek, begaf zich onder vroolijk gebabbel naar het park, waar men eerst zou koffiedrinken en de verdere gas ten afwachten. Later tegen den avond, zouden de jongelui onder do gasten een bal-champêtre houden, terwijl de oude- j re dames en heeren een spelletje whist zouden ma- i ken I De avondpartijen op het slot Wolfenstein waren in den omtrek bekend om hare gezelligheid; vooral sedert de jonge graaf zich weder met de leiding had be last. Deze was onuitputtelijk in het bedenken van nieuwe verrassingen. Nu eens improviseerde hij een vuurwerk, een ander maal wist hij door een mooie verlichting der parklanen een verrassend effect te bereiken. Men kan het zich best verklaren, dat Wolf de ver klaarde lieveling van zijn vader was, terwijl de kalme Erich het zeer natuurlijk vond dht hij voor de schit terende begaafdheden en groote aantrekkelijkheden van zijn broeder wat op den achtergrond moest blij ven .Toch waren er vele gasten, die er de voorkeur aan gaven met den jongsten zoon te verkeeren in plaats van met den oudsten. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1