Toch onschuldig.
*jstss£ ma
7
Donderdag 30 September 1000.
53ste Jaarpa»e. No. 4582.
Binnenlaodsch Nieuws.
AIicreei Nieuws
Alinuitit-
/Ktitv&vssamH
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot s morgens 9
ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau SCHi&GEW» Laan CS 4.
Inlerc. Telcphoon No. 20.
Uitgevers t TRAPtSSM Co,
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uil een blad.
Bekend makingen
GEMEENTE 8 C 11 A G E
o—
NATIONALE MILITIE.
Zitting van den Militieraad.
o
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Sclia-
gen maken bekend, dat de Zitting van den Militieraad
voor deze gemeente zal worden gehouden op Maan
dag, den li October aanstaande, des voormiddags te
9.30 uren, te Alkmaar, in het Raadhuis.
Zij brengen daarbij onder de aandacht van belang
hebbenden, dat in deze zitting uitspraak zal worden
gedaan omtrent: i I
a. de lotelingen, door of voor wie eenige reden van
vrijstelling wordt ingebracht;
b. de lotelingen, die hetzij voor goed, hetzij voor-
loopig van den dienst moeten worden uitgesloten; en
c. alle overige lotelingen.
Het opgeven of doen opgeven van eene reden van
vrijstelling bij het doen van de aangifte ter inschrij
ving of bij de loting, zoomede het doen opmaken en
bij den Burgemeester inleveren van de vereischte be
wijsstukken is iüet voldoende om zich de gewcnschte
vrijstelling te verzekeren; de reden van vrijstelling moet
in elk geval op het tijdstip hiervoren vermeld worden
ingebracht bij den Militieraad. Ook het niet ontvangen
eener persoonlijke kennisgeving nopens de zitting van
den Militieraad ontheft niet van de verplichting tot
het verschijnen voor dien Raad of tot het indienen
van de tot staving der redenen van vrijstelling gevor
derde bewijsstukken.
Voorts maken zij belanghebbenden indachtig op de
navolgende bepalingen
Het recht op vrijstelling wegens eigen dienst en we
gens broederdienst is alleen dan geldig, zoo het bestond
op den lsten Augustus 1.1., het recht öp vrijstelling
wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken en wegens gé-
mis van de gevorderde lengte moet bestaan tijdens de
zitting van den Militieraad.
In persoon moetien voor den Militieraad verschijnen
do lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke
gesteldheid of gebreken of wegens gemis van de gevor
derde lengte.
De lotelingen echter, die wegens ziekte of gebre
ken buiten staat 'zijn voor den Raad te verschijnen
en binnen het Rijk verblijf houden, worden onderzocht
ter plaatse waar zij zich bevinden, mits zij van de
onmogelijkheid, waarin zij verkecren om voor den
Raad te verschijnen, tijdig bij gefrankeerden brief aan
den Voorzitter van den Militieraad kennis geven, on
der overlegging eener door den Burgemeester hunner
woonplaats gelegaliseerde geneeskundige verklaring.
Houden lotelingen als hier bedoeld verblijf buiten het
Rijk, .dan kan worden volstaan met het tijdig bij ge-
frankeerden brief aan den Voorzitter van den Militie
raad inzenden eener door twee bevoegde geneeskun
digen afgegeven behoorlijk gelegaliseerde verklaring van
ongeschiktheid voor den dienst.
In persoon moeten voor den Militieraad ook verschij
nen de lotelingen, die als tweelingbroeders of als in
hetzelfde jaar geboren broeders eene overeenkomst van
dienstplichtruiling hebben aangegaan. Verschijnen deze
personen op het hierboven aangegeven tijdstip niet voor
den Raad, dan kan ingevolge de wet hunne overeen
komst geen gevolg hebben. Voor het aangaan dier over
eenkomst behoeven minderjarigen de toestemming van
hem of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij uit
oefent. Deze toestemming moet staande de zitting van
den Militieraad mondeling worden gegeven, zoo niet
een schriftelijk bewijs van toestemming wordt overge
legd.
Is verschijning in persoon niet noodzakelijk, dan kan
do reden van vrijstelling behalve door Ren loteling
zeiven ook worden ingebracht door diens vader, moe
der, voogd, curator of door oen gemachtigde.
Lotelingen, die verblijf houden buiten het Militie-
district waarin door of voor hen is geloot, kunnen met
goedvinden van den Commissaris der Koningin in de
Provincie, binnen welke zij voor de Militie zijn inge
schreven, verschijnen en hunne aanspraken op vrij
stelling doen gelden voor een anderen Militieraad, al-
zoo ook voor den Militieraad, binnen welks rechts
gebied zij verblijf houden. Het verzoek daartoe moet
tijdig rechtstreeks aan dien Commissaris der Konin
gin worden gedaan; het behoeft niet op gezegeld papier
te zijn gesteld, doch moet gefrankeerd worden toegezon
den.
Ten slotte brengen Burgemeester en Wethouders
nog ter kennis:
lo. dat de zitting van den Militieraad is openbaar
en dat tegen de beslissingen van dien Raad gedurende
tien dagen, te rekenen van den dag der uitspraak, bij
Gedeputeerde Staten der Provincie, behalve door den
Militiecommissaris alleen bezwaren kunnen worden in
gebracht
a. door den loteling omtrent wien uitspraak is ge
daan, of door diens vader, moeder, voogd of curator;
b. door den loteling, wiens nummer ten gevolge
van de uitspraak zou worden opgeroepen, of door
diens vader, moeder, voogd of curator; en
c. door den reeds ingelijfden loteling die ten ge
volge van de uitspraak niet uit den dienst zou worden
ontslagen, of door diens vader, moeder, voogd of cu
rator;
2o. dat de bezwaren, zoomede de verzoeken tot het
doen van herkeuring moeten worden gericht aan Ge
deputeerde Staten bij een behoorlijk onderteekend en
door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift,
hetwelk ongezegeld kan zijn, doch binnen de tien da
gen, hiervoren vermeld, tegen bewijs van ontvang moet
worden ingeleverd bij den Burgemeester dezer Ge
meente
3o. dat echter geen bezwaren kunnen worden inge
bracht tegen eene uitspraak, waarbij
a. een loteling voor den dienst is aangewezen, zon
der dat door hem op bovenvermeld tijdstip in de zit
ting van den Militieraad eenige reden van vrijstelling
was ingebracht; en
b. vrijstelling van dienst is verleend of geweigerd
op grond van het niet of al bezitten van de gevorderde
lengte;
4o. dat van de door Gedeputeerde Staten gedane
uitspraak, zoo deze althans niet geldt het al of niet
verleener. van vrijstelling wegens ziekelijke gesteldheid
of gebreken, gedurende tien dagen, te rekenen van den
dag waarop zij ter kennis van belanghebbenden is ge
bracht, bij de Koningin in beroep kan worden geko
men door den Commissaris der Koningin en verder
alleen
a. door den loteling, wiens bezwaren door de uit
spraak niet zijn weggenomen, of door wiens vader,
moeder, voogd of curator;
b. door den loteling, wiens nummer ten gevolge
van de uitspraak zou worden opgeroepen, of door
diens vader, moeder, voogd of curator; en
c. door den reeds ingelijfden loteling, die ten ge
volge van de uitspraak niet uit den dienst zou worden
ontslagen, of door diens vader, moeder, voogd of cu
rator;
5o. dat het bezwaarschrift, waarbij dit beroep wordt
ingesteld, op ongezegeld papier kan zijn gesteld, doch,
behoorlijk onderteekend, rechtstreeks aan de Koningin
moet worden toegezonden; het behoeft niet gefrankeerd
te worden;
6o. dat, waar in deze bekendmaking gesproken wordt
van, vader", „moeder'' of „voogd", dit betrekking
heeft op den minderjarige en de uitdrukking „vader"
strekt voor h et geval dat de vader de ouderlijke macht
uitoefent, de uitdrukking „moeder" voor het geval dat
de moeder de ouderlijke macht uitoefent, de uitdruk
king „voogd" voor het geval dat de minderjarige on
der voogdij staat; waar aldaar gesproken wordt van
„curator" geldt deze uitdrukking den meerderjarige, die
onder curuteele staat.
Voor zoover omtrent een en ander nadere inlich
tingen worden geiwenscht, vervoege men zich ter Ge
meentesecretarie op een werkdag, tusschen 9 en 12 ure
des voormiddags.
Schagen, den 23 September 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGGEVEEN.
Feuilleton.
RAAD HEERHUGOWAARD.
Vergadering van den raad der gemeente Heerhugo-
waard, gehouden op Woensdag 29 September 1909.
's namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer P. Wonder Az., burgemeester.
Alle leden zijn aanwezig.
Na opening der vergadering worden de notulen ge
lezen, die onveranderd worden goedgekeurd.
Ingekomen was een schrijven van Ged. Staten in
zake onbewoonbaarverklaring van eenige woningen,
waarvan sprake is en ten opzichte waarvan wordt aan
gedrongen op het onverwijld uitlokken van besluit
daaromtrent.
Voorzitter licht toe, dat de door de Gezondheids
commissie te Hoorn voorgestelde onbewoonbaarver
klaring de volgende woningen geldt:
a. van de wed. Appel (thans hertrouwd met zekerer
Schoutse, vroeger bewoond door K. Blom, staande
aan het Zuidereind);
b. van Jb. Koning aan den Kabel;
c. van mej. Baafje Boot, wed. D. Raat, vroeger
wed. W. Vader, in tweeën bewoond door: Jh. Schoen
en wed. Jb. Schuit, speciaal wat laatstgenoemde be
treft, staande bij de fabriek;
d. van 't gemeentebestuur, bewoond door A. Koe
man;
e. van H. Mooi te Alkmaar, bewoond door M. Kla
ver.
Ten opzichte van een schrijven der Gezondheids
commissie zegt voorzitter dat deze het er op aan
houden dat B. en W. den raad voorstellen, die wo
ningen onbewoonbaar te verklaren. Voorzitter nu
vindt, het zijn waarlijk niet de beste woningen in
deze gemeente, maar wanneer hij eens in den spoor
trein naar Alkmaar zit en uitziet valt hem wel op
een gebouwtje te St. Pancras, vroeger door spreker
voor een varkensboet bekeken dat... bewoond wordt.
En zóo erg zijn de perceelen hier lang niet. En als
't daar zóo gaat, moeten we dan hier maar aap het
onbewoonbaarverklaren gaan?
Dit weerhield spreker juist en thans wil hij het
oerdeel van den raad wel eens vernemen.
Onbewoonbaarverklaring is hier lastig. Als de be
trokken lieden geld hadden was 't minder, maar
dit bezitten ze niet.
Besloten wordt, dat ten aanzien der woning van
mej. de wed. D. Raat wijziging en verbetering zal
worden voorgeschreven en dat de andere woningen
zullen worden onbewoonbaar verklaard met last tot
ontruiming uiterlijk 1 Mei 1910.
Voorzitter deelt verder nog mede, dat 't met 't on
derwerp vrije- en orde-oefeningen nog wel wat zal
duren.
Komt aan de orde de gemeentebegrooting voor 1910.
Ze heeft gecirculeerd bij de leden.
Behoudens een kleine wijziging, noodig door eene
onbeduidende onachtzaamheid, die echter op de eind
cijfers geen invloed uitoefent, wordt de begrooting
goedgekeurd en vastgesteld en wordt algemeen goed
gevonden haar ter verdere goedkeuring aan Ged. Sta
len te zenden.
Ze sluit in ontvangst en uitgaaf met f 24677.54, met
een post voor onvoorziene uitgaven van f 1064.80.
De jongste kasverificatie heeft aangegeven een kas
saldo van f 3117.591/j, wat conform is met boeken en
bescheiden en op voorstel van den Voorzitter voor
kennisgeving wordt aangenomen.
Rondvraag. De heer Van der Oord brengt ter sprake,
dat de kosten van leermiddelen en schoolbehoeften wat
hoog zijn in vergelijking met anderen, 't Scheelt wel
de helft!
't Hoofd der school, bestelling doende, kan in het
geval door den heer Van der Oord bedoeld, voor 280
kinderen met eene geldsom beneden f 200 toe.
Een jaar, waarin voor wel bijna f 300 aan natuur
kundige instrumenten is aangeschaft geworden, maak
te natuurlijk geheel eene uitzondering.
't Bedoelde schoolhoofd verklaarde, zooveel te kun
nen krijgen (op leermiddelen doelende), als hij
wenschte, doch hij verlangde niet meer.
De heer de Boer en anderen merken op, dat hier
voor leermiddelen ongeveer op f 1.40 per kind moet
worden gerekend.
Voorzitter vindt nu, dat maar moet worden aanbe
steed de levering van leermiddelen en schoolbehoef
ten. Dat moet dan maar worden geprobeerd.
Algemeen vindt de raad dit goed.
Voorzitter wil dan opgave vragen van de Hoofden
I der Scholen in deze gemeente, wat ze noodig heb
ben.
De heer Van der Oord is er voor, dat er dan goed
wat publiciteit aan wordt gegeven.
Voorzitter belooft dit te zullen doen.
De heer Van Slooten spreekt er zijne' verwonde
ring over uit dat van den onlangs benoemden Amb
tenaar van den Burgerlijken Stand, den heer P. Won
der Pz., die in plaats van wijlen den heer H. Tauber
is benoemd, nog geen bericht is ingekomen, dat hij
die benoeming aanneemt.
Voorzitter ligt toe, dat de benoemde wel heeft te
kennen gegeven, dat hij zóo niet op de benoeming
kan ingaan.
Wordt echter de jaarwedde wat verhoogd, dan wil
hij de benoeming wel aannemen.
Hierna volgt sluiting.
CHOLERA.
Te Lopik hebben zich twee gevallen van cholera
asiatica voorgedaan. Eén der patiënten is reeds over
leden.
VERDACHT ZIEKTEGEVAL.
Naar uit Sliedrecht wordt geseind, heeft zich een
vermoedelijk geval van cholera voorgedaan te Lange-
rak.
KERMISVOLK.
Te Woensel (N.-B.), waar thans kermis is, heeft de
politie in verschillende woonwagens, in de buurt van
het kermisterrein een inval gedaan.
Dit staat in verband met voortdurende diefstallen,
welke in de laatste dagen in de omstreken gepleegd
worden. Vooral verdwijnen vele gewassen van het
IJ
veld.
Roman van Hoeker.
15.
Antje liep met den jongen graaf langs het weinig
begane voetpad dwars door het bosch naar den mo
len van Almenrode. Zij babbelden samen over allerlei.
Eensklaps bleef Antje staan. „U komt mij zoo bekend
voor," meende zij aarzelend, ,,ik moet u reeds een
maal gezien hebben."
„Dat is zeer wel mogelijk," antwoordde graaf Wolf,
„wij zijn om zoo te zeggen buren... ik ben name
lijk de oudste zoon van den graaf van Wolfenstein."
Antje week onthutst een paar schreden terug, ter
wijl een donkere blos haar gelaat overdekte. „Ah
zoo," antwoordde zij, „ja nu weet ik het zeer goed,
waar ik u reeds eenmaal heb ontmoet," en zij vertel
de den verbaasden Wolf, hoe hij eens haar speelge
noot Martin had geslagen, omdat deze hem had wil- J
len beletten Antje een potje met aardbeien te ont-
nemen."
„Daar verneem ik voor de eerste maal welk een
booswicht ik als jongen ben geweest," lachte Wolf,
nadat Antje haar verhaal geëindigd had. „Dan moet
u mij veroorloven juffrouw, dat ik bij gelegenheid
mijn misdrijf weder goed maak,"... en onwillekeurig
de blanke hand van het meisje vattend, voegde hij er
met schitterende oogen aan toe: „Wanneer ik u
n eer eens mocht ontmoeten mejuffrouw Antje Sturm,
?anh.m°et u mij toestaan, u een kleine vergoeding aan
"eten voor de toenmaals ontroofde aardbeien."
wén 7il niet n°odig," stamelde het meisje ver-
ir het te,w? werkeliik blijde intusschen den molen
meer dwalen 66V,egen te ''ebben. „Nu kunt gij niet
woning en vlak daa^i "daar is reeds mijnS VaderS
binnen een half uur'kLnw l0°Pt d®, StraatWhef f?
menrode zijn, mijnheer de grea?" °P
scheid1'1" vroen^Wolf011 Z6ker wel een hand tot af"
!u moet mij fenminste toestaan"i"nprap,nd?n toon'
uwe goedheid" toestaan u te bedanken voor
brul* op „et 1„„„! den
wijzen Maar nu moet ik naar huis, ik heb evengoed
al te lang 0p mijn lievelingsplekje vertoefd en moe
der zal knorren, dat ik haar niet help in de keuken."
Zij knikte den jongen man vriendelijk toe en verwij
derde zich toen met Sultan in de richting van den
molen.
Wolf was blijven staan en staarde haar na tot
haar slanke gestalte in den molen verdween; daarna
vervolgde ook hij zijn weg.
HOOFDSTUK VII.
Tegen een der hooge vensters van het nieuwe woon
vertrek op het slot Wolfenstein leunde een oud en
gebogen man, die staarde met doffe oogen naar het
heerlijke zomerlandschap, dat zich in groote pracht
voor zijn blik uitbreidde. Groene weiden en landou
wen, golvende graanvelden, overal een heerlijke rijk
dom der natuur. Daartusschen lagen in het vriendelijk
groen van het woud gedeeltelijk verscholen, aardige
dorpen. Een breede, gelijk zilver blinkende stroom
slingerde zich door het land, en aan den horizon
strekte zich een onafzienbare bergketen uit.
Maar de eenzame tegen het venster leunende man,
scheen geen oog te hebben voor al die heerlijk
heid der natuur. Van tijd tot tijd zuchtte hij diep,
alsof hij gebukt ging onder zwaar geheim leed. Som
tijds streek hij met de blanke, vermagerde hand
over de oogen, en het was alsof hij een traan uit
zijn oogen wegveegde.
Moeilijk zou men in dezen gebogen man met zijn
vergrijsd haar en verwelkte gelaatstrekken, den trot-
schen en gebiedenden graaf Wolf van Wolfenstein
hebben herkend, zooals die voor ongeveer twintig ja
ren zich presenteerde.
Onheilspellend had de onmeedoogende tijd het
vroeger zoo mooie gelaat van den graaf verwoest
en de tijd had een trouwen bondgenoot gevonden in
den daemon in den eigen boezem van den majoraats
heer. Gewetenswroeging en knagend zelfverwijt had
den den trotschen man al die jaren rust noch duur
gegund en hadden des te sterker hun invloed doen
gelden, omdat de graaf nog maar steeds angstvallig
het verleden verborgen hield en de nabijheid van
den schurkachtigen kamerdienaar moest dulden.
O, wat hij er niet voor gegeven zou hebben, wan
neer hij het gebeurde ongedaan had kunnen maken.
Nog eenmaal voor de beslissende keuze geplaatst, hoe
gaarne zou hij dan met de zijnen liever nood en el
lende hebben getrotseerd, in plaats van de vergulde
ellende te dragen, die hem in de oogen van andere
menschen stempelde tot een der benijdenswaardigste
en gelukkigste der stervelingen, terwijl hij zelf schier
bezweek onder de ellende van eigen hart en gewe
ten.
Als een drenkeling had hij zich vastgeklampt aan
GASONTPLOFFING.
Door de onvoorzichtigheid van een werkman had
gisteravond, tusschen 9 en 10 uur, een geweldige gas
ontploffing plaats in de autogarage van den heer H.
Engelbert en Co., Bezuidenhout 71, Den Haag. On
der den vloer van de groote hal, waar eenige auto's
en rijwielen stonden opgesteld, is eene bewaarplaats
van steenkolen, waarin zich een vrij groote hoeveel-
datgene wat hem redding dacht te brengen, maar
hij was in de lange jaren tot de erkentenis gekomen,
dat alles wat hij had ondernomen om zich te red
den, van de ellendige vertwijfeling des harten, tever
geefs was gebleven. Hij was onredbaar vervallen van
kwaad tot erger en moest blijven gebukt gaan onder
den vloek van onverzoende schuld.
De tijd van worstelen en kampen was nu voorbij,
graaf Wolf gaf zich nu over aan den loop der din
gen. Het was hem alles onverschillig.
Gravin Clotilde begreep haar echtgenoot niet meer.
Zij daaht niet aan de offers die haar man had ge
bracht omdat zij die natuurlijk niet kende. Zij dacht
alleen aan eigen verdriet en eigen offers, die zij had
moeten brengen en dit vervreemdde haar steeds meer
van haar man. De verhouding tusschen de beide echt-
genooten werd steeds koeler en vormeiijker.
Met bloedend hart zag graaf Wolf dit. Hij had zijn
eichtgenoote nog steeds zielslief en dit was het
eenige wat hem op de wereld nog interesseerde, de
liefde van zijn vrouw.
Zijn grootste ergernis bleef zijn kamerdienaar, die
zich steeds tusschen hem en zijn vrouw plaatste.
Eerst had hij den strijd met Frans aangebonden,
maar die was verre zijn meerdere en sterkere en
moest hij dus het onderspit delven. Steeds beleefd
en dienstvaardig, waar zijn diensten als dienaar wer
den gevraagd, stond hij toch steeds alle toenadering
tusschen de beide echtelieden in den weg. Zijn blik
was voldoende om een lachje van de lippen van den
graaf te verdrijven en zijn hatelijke tegenwoordig
heid was voldoende om de warmere gevoelens, die
gravin Clotilde bestormden, te doen bevriezen.
Aan dat alles dacht de ongelukkige eenzame man,
toen hij het weelderige landschap aan zijn voeten
aanschouwde en zijn verwrongen gelaatstrekken ver
rieden duidelijk de hevige zielepijn.
Op den weg die naar Wolfenstein voerde weerklonk
plotseling het geratel van een naderend rijtuig. Graaf
Wolf, die nog altoos in gedachten verdiept was,
schrikte op. Hij had geheel en al vergeten, dat hij
vandaag bezoek verwachtte van den baron van Al
menrode met diens dochter en nog eenige familiën
uit den omtrek. Hoe moeilijk het hem ook moest
vallen, in dit oogenblik den gelukkigen en gastvrijen
huisheer te spelen, durfde hij er toch niet aan den
ken om den een of anderen vreemde een blik te
laten werpen ln de onbeschrijfelijke ellende van zijn
gemoed. Zoo trotsch mogelijk, het hoofd fier omhoog
ging hij daarom zijn gasten tegemoet.
I Ook gravin Clotilde had de komst der gasten be-
j merkt. Zij trad op hetzelfde oogenblik de kamer uit
en de gang in, toen haar man daar verscheen. Zij
begroetten elkaar vriendelijk maar vormelijk, hun
groet maakte een groot verschil bij de warme teeder-
heid van jaren geleden.
Graaf Wolf reikte zijn gemalin den arm, en zoo
liepen beiden de breede met tapijten belegde trap
af, naar de gasten die beneden reeds op den hof wa
ren aangekomen
De oudste zoon van het grafelijk paar was niet
thuis, maar wel graaf Erich. Dezen troffen de ouders
bij hun gasten aan. Hij had hen reeds begroet en
bracht ze nu bij zijn ouders.
Graaf Erich was lang niet zulk een mooie man als
zijn broeder. Hij bezat ook niet zulke innemende
manieren. Hij had slechts een middelmatige gestalte,
daarbij een ernstig stug gelaat en was toch het spre
kend evenbeeld zijner moeder, ofschoon hij al hare
gratie miste.
Zijn blik sprak van een standvastig en eerlijk ka
rakter, maar ook van goedhartigheid en trouw. Bij
den eersten blik op het gelaat van dezen jongen
man, moest een ernstig toeschouwer zichzelf beken
nen, dat wat graaf Erich miste aan uiterlijk schoon,
volkomen werd vergoed door den rijkdom van zijn
gemoed en door zijn aangeboren begaafdheid.
Het gezelschap, bestaande uit den baron van Almen
rode en nog een grafelijke familie uit den omtrek,
begaf zich onder vroolijk gebabbel naar het park,
waar men eerst zou koffiedrinken en de verdere gas
ten afwachten.
Later tegen den avond, zouden de jongelui onder
do gasten een bal-champêtre houden, terwijl de oude-
j re dames en heeren een spelletje whist zouden ma-
i ken
I De avondpartijen op het slot Wolfenstein waren in
den omtrek bekend om hare gezelligheid; vooral sedert
de jonge graaf zich weder met de leiding had be
last. Deze was onuitputtelijk in het bedenken van
nieuwe verrassingen. Nu eens improviseerde hij een
vuurwerk, een ander maal wist hij door een mooie
verlichting der parklanen een verrassend effect te
bereiken.
Men kan het zich best verklaren, dat Wolf de ver
klaarde lieveling van zijn vader was, terwijl de kalme
Erich het zeer natuurlijk vond dht hij voor de schit
terende begaafdheden en groote aantrekkelijkheden
van zijn broeder wat op den achtergrond moest blij
ven .Toch waren er vele gasten, die er de voorkeur
aan gaven met den jongsten zoon te verkeeren in
plaats van met den oudsten.
Wordt vervolgd.