Verdenkt gij uw nieren wel
39Jste Staatsloterij.
Gemengd Nieuws.
RECLAMES.
bestuur een onderzoek worden ingesteld naar de mo
gelijkheid tot oprichting van een eigen orgaan voor
den goheelen Bond ,met een oplaag van 1000 exempla
ren Het bestuur zal zich daartoe in verbinding stel
len met verschillende uitgevers, alsmede inlichtingen
inwinnen omtrent een geschikt redacteur, enz., ten
einde /voor 25 Mei 1910 omlijnde voorstellen te kun
nen (indienen bij1 liet Hoofdbestuur.
Met oen opwekking om vooral de propaganda-ver-
gadering te bezoeken, sloot de voorzitter de bijeen
komst.
ZIJN NUMMER.
Te Amsterdam, werd gisteren iemand telefonisch' ge
feliciteerd, <laar op zijn nummer de f 100.000 was ge
vallen, helaas echter pp zijn telefoonnummer. Voor
den grappenmaker was 'l maar goed dat hij aan liet
andere eind van do telefoon stond 1 N. v. d. D.
ARME KLEINE.
Sedert Donderdagmorgen elf uur werd te Ambt
Almelo vermist hel 5-jarig kind van J. t. D. aldaar.
Alle nasporingen bleven vruchteloos totdat gisteravond
in een hpulloods van gebrs. Israëls aldaar het lijkje
werd gevonden onder een stapel omgevallen planken;
ONGELUK.
Men meldt uit Hoorn
Terwijl Donderdagmiddag een smid een bout aan
het smeden was, sprong deze uit de tang en kwam
in het oog van den werkman terecht.
Hevig bloedende werd hij verbonden, doch moest
zich 'daarna onmiddellijk te Amsterdam onder genees
kundige behandeling stellen. Het oog zal de ongeluk
kige rwel moeien missen.
INBRAAK TE ROTTERDAM.
Omtrent een inbraak in de Weste Wagenstraat te
Rotterdam tonlleenen wij' aan de „N. R. Ct." nog de
navolgende bijzonderheden
Een hoofdagent van politie, die Donderdagnacht om
streeks 3 uur de Weste Wagenstraat .passeerde, zag
eensklaps drie mannen komen uit 'de deur, die toe
gang geeft tot het onbewoonde, boven den winkel van
de bestolen firma gelegen bovenhuis. Hij' zette hen.
met .een uit tegenovergestelde richting komenden ,po-
litie-agent na.
Het (drietal vluchtte door de Trouwsteeg naar (de
Zandstraat en verdween, maar de agent had twee hun
ner herkend. Daarom begaf hij zich dadelijk met de
agenten, inmiddels ter plaatse verschenen, naar de
woning van Bakker, bijgenaamd Roode Klaas, in de
Hofstraat no. 11, en trof daar aan den recidivist Ver
meulen, wonende ojpi den Schiedamschedijk no. 131.
een der vluchtelingen. Even later kwam Roode "Klaas
ook thuis en werd mede ingerekend, als de tweede
verdachte. Beiden werden gebracht naar het politie
bureau in de Pauwensteeg en zijfn daar opgesloten.
Een huiszoeking in de woning van Roode Klaas
had geen resultaat, zoodat het gestolene, bestaande uit
f 2100 pan bankpapier en specie, vermoedelijk in den
tijd, idat de agenten de vluchtelingen uit het oog ver
loren, is verborgen bij1 een derde.
Het onderzoek in perceel 19 in de Weste Wagen-
straat, hoek (Halve Maanstraal, ingesteld, bracht aanj
het licht, dat de inbrekers zich met een valsehen sleu- 1
telt ot het onbewoonde bovenhuis toegang hebben ver
schaft. I
Uit de keuken van dat bovenhuis, aan de achter
zijde gelegen, zijn zij over een glazen lantaarn op
een plat dak gekomen. Op dat platte dak komt een
raampje uit, dat toegang geeft tot de magazijnen van
de firma J. H. Keiler en Zoon. Door dat raampje
in die magazijnen geklommen zijn de inbrekers in
den winkel en van daar op het kantoor gekomen na
een dubbele sluitdeur te hebben opengebroken. Op
het kantoor lieten zij, voor aan het werk te gaan, de
gordijnen voor de ramen, die in de Halve Maanstraat j
uitkomen, zakken. Toen werd de brandkast onder lian-
den genomen. De voorzijde er van werd opengescheurd;'
het slot verwijderd en daarop zijn de binnendeur en
een lade, zich onder de kast bevindende, opengebroken;
In die Iade lag het gestolen geld.
De firma is tegen inbraak verzekerd. Haar i win
kel en magazijnen zijn bij nacht onbewoond.
De twee aangehouden recidivisten zijn herkend als
deel uitmakende van het drietal, dal de hoofdagent
Remmig het bovenhuis zag verlaten. Beiden zijn bij
justitie en politie bijzonder goed bekend en kwamen,
herhaaldelijk in handen.
Winkel.
Tot tellers hij de aanstaande Volkstelling zijn door
Burgemeester en Wethouders benoemd de heeren J.
van Dijk, S. P. Vries, P. Smit Gz. en A. Slot.
Winkel.
De Donderdag ingedeelde lotelingen van de lichting
1910, H. de Wit en P. Appel, zijn voorloopig inge
deeld bij het 2e Regiment Huzaren te 's-Gravenhage.
Winkel.
Donderdagavond vergaderde de afdeeling Winkel der
Noordhollandsche Vereeniging Het Witte Kruis, ten
huize van den heer A. Wjt, ter behandeling hoofd
zakelijk van den beschrijvingsbrief.
Tegenwoordig 10 leden.
De voorzitter de heer J. Breebaart Kzn. opende
de vergadering, waarna de notulen der vorige verga
dering door den secretaris Dr. Melchior worden ge
lezen en onder goedkeuring der vergadering vastge
steld.
In verhand met het bestolene in de vorige verga
dering omtrent het ophalen der faecaliën, deelt de
voorzitter mede, dat daarin op afdoende wijze is voor
zien door toevoeging san een tweeden man bij den
lonnenwagen.
De bergplaats der faecaliën en het verstrekken van
een paard en stoffen voor het mengen dier faecaliën is
eveneens met den heer Breebaart pp afdoende wijze
geregeld.
Tot afgevaardigde ter algemeene vergadering woi-
den na herhaalde stemming benoemd, de heeren. 1
Strijker en L. Beijneveld, die heiden verklaarden (do
benoeming' aan te nemen.
Bij de behandeling van den beschrijvingsbrief vbor
do op 5 October a.s. te houden algemeene vergade-
rin<» wordt besloten, de afgevaardigden op te dragen:
8'ij do herkiezing voor lieden van het Hoofdbestuur
te stemmen op de heeren Barnouw, Hoeufft en Swarl.
aftredende leden, en op den heer G. dc Ven in
do vacature Ooslra Voor 2 leden der Commissie
van bestuur voor Hcideheuvel te stemmen op de hee
ren L. Vlaanderen Pz. en D. van Heijden, aftreden
de leden.
Omtrent de overige te behandelen punten Wordt'
den afgevaardigden vrij mandaat gegeven, om naar be
vind van zaken te handelen.
Di. KUYPER.
Naar aanleiding Van het pok door Uns overgeno
men stukje van De Tijd over dr. Kinpers achter
uitzetting (zie vorig no.) schrijft Land en Volk:
De Tijd oppert het denkbeeld, dat het Kamerlid
dr. Kuypcr aan zijne medeleden ih de afdeeling zou
hebben te kennen gegeven, dat hij voor oen benoe
ming tot voorzitter niet in aanmerking wensehte te
komen.
Zijn wij goed ingelicht, dan is zulk een mededee-
ling niet vernomen.
De verrassing moet dr. Kuyper te pijnlijker hebben
getroffen, doordat hij zelf als oudste in jaren gedu
rende de stemming met de leiding der vergadering was
belast.
Het spreekt vanzelf, dat men daarna hem niet voor
het ondervoorzitterschap in aanmerking1 kon brengen.
De overtuiging schijnt inderdaad bij vele onzer volks
vertegenwoordigers levendig te zijn, dat de eer van
het Nederlandsche volk niet gedoogt, dat dr. Kuyper
vooralsnog een ©ereplaats inneme in het staatkundig
leven.
Het zou zijn te betreuren, zoo de partijen der rech
terzijde de ,zorg hiervoor overlieten aan de oppositie.
VERDRONKEN.
Donderdagmiddag ongeveer 1 uur, zoo meldt de
Dordr. Ct., ging D. Slingerland, zandschipper te Al-
blasserdam, met zijn drie zoons in een schouwtje
gezeten de Noord op om naar hun werk te gaan,
toen zij een sleep zagen aankomen en vroegen om
mede te sleepen. Dat gaf door de felle vaart van den
sleep zoo'n schok, dat het schouwtje omsloeg en
allen te water gingen. De vader verdronk. Zijn lijk
is nog niet gevonden.
BLOEDVERGIFTIGING.
Dinsdagnacht kwam te Scheveningen ontijdig van
de derde haringreis binnen d elogger SCH 4 42 van
de Maatschappij Scheveningen, schipper Jacob v. d.
Harst. De schipper werd doodziek aangebracht, lij
dende aan bloedvergiftiging, welke ontstaan was door
een klein wondje aan de hand. Den volgenden dag
overleed de patiënt. Schipper v. d. Harst behoorde
tot de flinkste schippers van de Maatschappij. De
overledene was ook een der fortuinlijkste schippers
van de Scheveningsche vloot en behoorde steeds tot
de hoogste besommers. In 2 reizen had hij nu reeds
f 10.000 besomd, terwijl het schip nu weder 10 last
aan boord had.
5de KLASSE, 7de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN,
f 100.000: 4580.
f 1000: 878, 7601, 7874, 10494, 13021, 13541.
f 400: 4115, 6080, 10212, 12314, 13328, 15213,
17693, 18488, 19793, 20980.
f 200: 651, 1825, 2921, 6243, 17034.
f 100: 131, 6068, 11426, 12451, 13941, 15197,
19671, 19957.
Prijzen van f70.
27 3158 5483 7971 10041 12107 15048 18982
87 213 591 983 129 330 54 19037
143 297 602 992 233 360 91 138
570 328 909 8115 352 433 209 216
581 489 914 130 359 452 313 250
642 782 6113 181 576 545 325 317
661 882 172 325 619 623 483 383
709 930 229 355 787 13004 494 420
836 957 281 411 793 64 498 434
841 4026 306 420 844 256 503 476
988 263 331 460 870 262 680 795
1145 687 449 496 994 286 833 887
236 703 627 569 11125 310 853 20072
257 707 678 659 135 318 914 102
385 721 704 696 197 493 16023 119
457 752 715 823 207 509 50 231
553 781 814 963 247 643 51 359
690 898 816 9018 287 718 230 437
815 899 836 149 290 722 233 524
848 924 880 161 318 743 414
999 930 7048 170 346 770 421
2100 935 53 211 534 998 555
132 948 89 220 650 14026 946
263 979 239 249 683 124 17740
417
991
255
266
863
133
18120
464
5046
323
302
873
307
127
470
138
624
532
879
344
311
810
336
787
592
884
621
317
3079
374
811
735
896
745
713
91
378
921
781
899
764
843
113
426
970
852
913
892
919
ZIJ HADDEN GELIJK.
Het tooneel vertoont het ambtsvertrek van een
schout In een Zwabiscli dorp. Twee huurlieden wa
ren voor den schout verschenen, om hun twistzaak,
een geschil over de grens van een stuk land, door
zijne wijsheid te laten beslechten.
De eerste klager komt aan het woord en legt zijn
zaak voor den schout uit. „Jij hebt gelijk!" beweert
de Zwabische Salomo. De andere man echter protes
teert en eischt, dat ook hij aan het woord moet
komen, om zijn zaak te verdedigen. Na een toestem
mend gebaar van den schout begint hij. Als hij geëin
digd heeft, zegt de man des rechts: „Nou heb jij
gelijk!"
Daarna meent de veldwachter, die als chef dei-
plaatselijke politie het verhoor bijwoonde, ook iets in
het midden te moeten brengen: „Maar mijnheer de
schout, ze kunnen toch niet allebei gelijk hebben;
als de eene gelijk heeft, dan heeft de andere on
gelijk."
Toen deze woorden van wijsheid, hooger dan des
schouts wijsheid, door den dienaar der gestrenge
wet waren uitgesproken, trad de schout op den veld
wachter toe en sprak ernstig en met grooten nadruk:
„En nou heb jij gelijk."
Daarna zijn de beide twistnede huurlieden naar
de dorpsherberg gegaan en hebben hun twistzaak
met vuisten beslecht.
DE STORM IN ZUID-WALES.
Betreffende den storm, die een groot gedeelte van
Engeland en in het bijzonder Zuid-Warwickshire en
Zuid-Wales teisterde, geven de Enge Is die bladen nog
eenige bijzonderheden.
Te Aberavon steeg de Avon tot zoodanige hoogte,
dat bruggen werden weggeslagen, terwijl de rivier,
buiten hare oevers trad en in de straten stroomde,
waar het water eene hoogte bereikte van vijf tot zes
voet en alles, dat zich op zijn weg bevond, mede-
sleurde.
Te Ilfracombe werd de grootste regenval sedert
vijf-en-dertig jaren waargenomen; de lagere gedeelten
der stad zijn geheel ondergeloopen, ten gevolge waar
van groote schade aan de huizen werd aangericht en
in vele winkels de aanwezige voorraden geheel bedor
ven werden.
Een groot gedeelte van den Ronddha en Swansey-
Bay-spoorweg is vernield, zoodat het verkeer geheel
moest worden gestaakt.
De berichten maken melding van vijf menschen-
levens, die rechtstreeks ten gevolge van de ramp
verloren gingen, terwijl eene oude vrouw te George
town ten gevolge van den schrik overleed.
Te Neath brak een paniek uit onder de bevolking
wegens het gerucht, dat het Gnell-reservoir zou zijn
gebarsten. De ongerustheid week echter aldra op de
mededeeling van de overheid, dat het reservoir niet
gebarsten was, maar dat het overvloedige water daar
uit wegvloeide.
EEN MERKWAARDIGE KRANKZINNIGE.
Een merkwaardig geval van krankzinnigheid wordt
gemeld uit Philadelphia. De politie aldaar nam ©en
meisje in hechtenis, dat door oplichting zich in ver
schillende winkels suikergoed en kinderspeelgoed had
verschaft en dal ©ogenschijnlijk ongeveer 14 jaar oud
was. Tot groote verbazing van den rechter verhaald©
beklaagde, dat zij 26 jaar oud, tweemaal getrouwd en
éénmaal gescheiden was. Zij' had, volgens haar verhaal,
een onweerstaanbare manie om kleeren van een meisje
van 12 tot 14 jaar te dragen. Hierom "was zij door
haar vader onterfd en door haar echtgenoot verlaten.
Zij speelde '1 liefst op straat met de kinderen krijgertje
en touwtje-springen en kleedde thuis poppen aan. De
veertienjarige van 26 is nu in een gesticht geplaatst.
RE DOODSTRAF.
In de eerstvolgende zittingsperiode van de Russischo
Doema zal de opheffing van de doodstraf weder eens
ter sprake komen. (Volgens een officieele statistiek, die
binnenkort in druk zal verschijnen, zijn in Rusland
in het jaar 1908 niet minder dan 2d69 doodvonnissen
geveld, d. i. ongeveer 7 psr dag. De meeste veroor
deelden hadden zich schuldig gemaakt aan roof en
plundering; wegens misdaden legen den staat Werden
slechts enkelen ter dood veroordeeld. Odessa staat, wat
het aantal ter dood gebrachten betreft, bovenaan met
30 p.Gt. van alle terechtstellingen.
Chomjakof, de president der Rijksdoema, heeft aan
een journalist verklaard, dat hij de voltrekking van
de doodstraf op de wijze, zooals dit thans geschiedt,
voor onzinnig houdt, daar de regeering een aantal
personen terecht doet s taan voor misdaden, die reeds
lang vergoten zijn en de veroordeelde misdadigers dik
wijls zelfs niet weten, voor welk feit zij de straf on
dergaan.
PRESIDENT TAFT.
President Taft is bezig zich bij de mijnwerkers be
mind (e maken. Te Butte, in den Slaat Montana, is
hij in mijnwerkerscosluum 1200 voet diep in een mijn
gedaald en heeft daar de werkers „hartelijk de hand
gedrukt". Wieer hoven den grond gekomen, werd hij
luide door de mijnwerkers toegejuicht.
EEN GROOTSCH WERK.
Dc stad New-Vork ligt op oen landtong, die aan
do eene zijde door de IIudsonriviei aan de andere
door do Oost-rivier wordt begrensd.
Sedert eenigen tijd is dc stad door tunnels onder
der Hudson-rivier met 'h!et vasteland verbonden en ny
onlangs is ook het werk voltooid,, waardoor ten be,
hoeve van den PennsyIvanig-spoorweg de stad Atny.
York met Long Island-City door vier tunnels onder
de Oost-rivier is verbonden.
I Het werk werd verricht door de firma Pearson, aan
wie het werd gegund tegen eene 'door die fiinia te
stellen cautie van 400.000 pond sterling, met het oog
op de mogelijkheid van mislukking van den tunnel-,
bouw.
Deze werd zeer bemoeilijkt door den toestand van
den bodem der Oost-rivier. Voor een groot gedeelte
moesten do tunnels door drijfzand en modder worden
gegraven.
Bij den tunnelbouw door het drijfzand moesten de
werklieden arbeiden tin caissons, gevuld met gecom
primeerde lucht, ten einde weerstand Ie kunnen bie
den aan den druk van het drijfzand,
j Dag en nacht waren de geneesheeren bijl de hand
lot het nemen van maatregelen tot redding van de
lieden, die ten gevolge van het gevaarlijk werkje, waar
hij zij blootgesteld waren aan ©en druk van 31 En-
gelsche ponden per vierkanten Engclschcn duim, on
gesteld werden.
Telkens ook dreigde liet gevaar, dat hel gewelf van
den tunnel door het drijfzand werd ingedrukt of door
de gecomprimeerde lucht uiteengeslagen werd.
Heit werk werd in de maand Juli van het jaar 1904
aangevangen en nu onlangs voltooid. De lengte van
elk der vier tunnels bedraagt 6000 yards.
DE WESPEN-FEE.
Een Fransche spreekwijze zegt, dat alle smaken in
deze wereld geoorloofd zijn, zelfs de zonderlingste.
De Engelschen hebben altijd den naam gehad van ex
centriciteit. Alleen hoort men tegenwoordig minder
daarvan dan vroeger. Om nu weer eens te toonen,
dat deze hoedanigheid nog niet geheel verloren is,
doet een jonge dame uit Andover van zich spreken
door een zeer bijzondere passie. Zij heeft zich opge
worpen als redder van de wesp. Met een ijver
we zouden bijna zeggen een betere zaak waardig,
vreesden we niet den toorn der schoone, die de hare
natuurlijk de beste der wereld acht treedt zij op
tegen alle vooroordeel tegen de versmade wespen.
Zij geeft slechts toe dat haar beschermelingen laf
zijn (overigens ook al geen bewonderenswaardige
eigenschap) en slechts hun tegenstander aanvallen
als zij denken dat hij bang is. Wie elke plotselinge
beweging vermijdt, behoeft hen niet te vreezen. Zij
vertelt wonderen van de intelligentie der „lieve
beestjes", wier reinheid en sierlijkheid zij ten hoog
ste roemt. Bovendien bezitten zij de ongelooflijke
eigenschap van aanhankelijkheid. (In letterlijken zin
heeft zeker niemand daaraan getwijfeld, die werd
vereerd met een wespensteek). Zij voedt de lieve
diertjes met honig uit de hand en wende ze zelfs
aan orde in de etensuren! Zij heeft op die wijze reeds
een leger wespen opgevoed, enkelen zelfs leert zij
kunstjes, ze trekken een wagen of klimmen op een
ladder.
Een houten hut met glazen wanden is het nacht
verblijf harer lievelingen, die zij bij dag gerust kan
laten uitvliegen, zij keeren steeds tot haar terug,
zetten zich vertrouwelijk op haar hals. Natuurlijk
heeft de jonge dame reeds volgelingen gevonden.
Wespentemmen is de laatste liefhebberij onder de
Engelsche dames.
Staat gij op met een ellendig gevoel in uw rug?
Pijn in de lendenen en zijden?
Zijt gij prikkelbaar of moedeloos? Zonder ener
gie?
Is uw urine bewolkt, zanderig of brandend?
Heeft uw water een onnatuurlijke kleur?
Loost gij te veel of te weinig urine?
Zijt gij waterzuchtig of rheumatisch?
Wanneer gij het geringste verschijnsel van een
nier- of blaasziekte hebt, dan zijt gij nooit veilig
voor een plotselinge ineenstorting der nieren of van
de blaas. Uw ziekte kan zelfs een hoogere- trap be
reikt hebben dan gij denkt en hoe langer zij veron
achtzaamd wordt, des te dieper kan zij wortel schie
ten.
Alleen een speciaal nierengeneesmiddel kan iederen
wortel van een nierziekte uitroeien en dë werkelijke
oorzaak der ziekte genezen. Dit is de reden, dat
Foster's Rugpijn Nieren Pillen duurzaam genezen. Zij
dienen uitsluitend voor nier- en blaaskwalen. Zij wer
ken in overeenstemming met de natuur en geven aan
de nieren hun gezondheid terug, terwijl zij een na
tuurlijke werking der blaas herstellen, zoodat het
bloed behoorlijk gefiltreerd wordt en de vloeibare
onzuiverheden geregeld uit het lichaam worden afge
voerd.
Ziet toe, dat de juiste naam Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen op de doos voorkomt. Zij zijn te Schagen
verkrijgbaar bij den heer J. ROTGANS. Toezending
geschiedt franco na ontvangst van postwissel 9. f 1.75
voor éen, of f 10.voor zes doozen.
en snelde toen zoo spoedig mogelijk langs een ander
pad het niets kwaads vermoedende jonge paar ach
terna.
Het gelukte hem ongemerkt en bijtijds post te vat
ten bij een viersprong, en zich te verschuilen in een
dicht boschje kreupelhout. Plet toeval was hem gun
stig. Het jonge paar ging juist op de daar staande
tuinbank zitten. De luistervink spitste de ooren, op
dat maar geen enkel woord van het onderhoud der
beide gelieven hem zou ontgaan. Zij spraken fluiste
rend en schenen elkaar veel liefs en teeders te zeg
gen te hebben.
Opeens vertoonde zich een hatelijke grijnslach om
de lippen van den kamerdienaar. Hij had wel opge
merkt hoe die beide harten een eeuwig verbond had
den gesloten. De kleine schalksche liefdegod Amor
had een overwinning behaald.
Langzaam en onhoorbaar sloop de kamerdienaar uit
zijn schuilhoek, zonder dat de minnenden hem had
den ontdekt. „Dat was een meesterstuk van mij,"
fluisterde hij, terwijl hij naar dat gedeelte van het
park terugkeerde, waar het gezelschap verzameld was,
en waar zijn tegenwoordigheid werd vereischt. „Zoo,
zoo, mijn mooie mijnheer Erich... jij bent dus ver
liefd op dat malsche goudvischje van Almenrode... I
dat zal moeilijk gaan, mijn jongen, heel moeilijk,"
en een leelijke grijnslach speelde er om zijn lippen.
„Ja jongeheer, ik herinner mij nog heel goed, hoe jij
mij als een worm meende te moeten vertrappen
maar Frans laat zich niet trappen, mijnheertje. Ten
minste niet door een zoon van een... van een landloo-
per zonder vaderland," zeide hij lachend en wreef
zich daarbij zeer verheugd de handen. „Jij weet nog
niet hoe machtig ik ben... ik zal er wel voor zorgen
dat deze liefdesdroom precies op tijd eindigt."
Wanneer de beide jonge meuschen op dit oogen-
blik het door haat verwrongen gelaat van Frans had
den kunnen zien, zij zouden niet zoo onbezorgd en
vroolijk aan de toekomst hebben gedacht.
Nu maakten zij in hun onwetendheid duizenderlei
plannen voor de toekomst. Het was hen zoo heerlijk j
tn moede, zooals dat alleen twee menschen kan zijn,
die weten hoe innig veel zij van elkaar houden.
HOOFDSTUK XIII.
„Wanneer ik maar wist wat er met ons Antje is
gebeurd? zeide molenaar Tobias op een zwoelen
Juliavond tot zijn vrouw, die juist uit het huis kwam
en hem een glas schuimend bier onder den linde
boom, zijn lievelingsplaats bracht.
„Hoezoo?" vroeg moeder Martha, terwijl zij op de
breede bank naast haar echtgenoot plaats nam en
eenig breiwerk voor den dag haalde. „Mij komt het
voor, dat ons kind zich zeer opgeruimd en gelukkig
gevoelt."
„Dat zal ook wel,"' vervolgde zij na eenig naden
ken, „maar zij is wel veranderd, daarin heb je ge
lijk man... er ligt iets in haar blik, dat er vroeger
niet in was. Zij is plotseling bedaarder en verstandi
ger geworden."
Sturm had een vervaarlijke slok uit de.*, kan ge
nomen en schudde mismoedig het hoofd. „Hm, hm,
ik weet het niet, wat ik zeggen zal," meende hij
eindelijk, „het meisje is zoo geheel anders dan ge
woonlijk... lieve hemel, vroeger was zij de levenmaak
ster van huis en hof, maar nu, in eens veranderd;
uren lang zit zij met de handen in den schoot en
staart nietsdoend voor zich uit."
„Dat is niets van beteekenis," zeide moeder Martha
geruststellend, „zoo heb ik ook gedaan, toen ik jou
lief had... ik heb ook dikwijls zoo thuis gezeten, wan
neer jij mij reeds lang hadt verlaten en dan heb ik
ook wel tot midden in den nacht naar de maan
zittei. staren en droomen ik was dan zoo wonder
lijk te moede, ik weet zelf niet hoe."
„Ja, dat is allemaal goed en wel," bromde de mole
naar, „wanneer het liefde is die haar te pakken heeft,
is het mij goed. Maar vroeger hield zij, toch ook veel
van Martin daarbij komt nog, dat zij zich om niets
behoeft te bekommeren, zij weet immers, dat ik het
heel gaarne zal zien, dat zij met hun beiden een
paar worden, het kan dus geen liefdesmart zijn, die
haar het harte pijnigt."
„Nu, dan is het heimwee naar Martin," zeide moe
der Martha lachend.
„Kijk, daar schiet mij nog iets in het hoofd," zeide
Sturm, „laatst trof ik haar, juist toen zij uit het
bosch kwam je weet, de meid is nu eenmaal ver
zot op het bosch, en dagelijks gaat zij er heen,
toen zij een roos in de hand had, een mooie, witte
roos, een prachtexemplaar."
„Nu, wat zou dat?" vroeg moeder Martha, terwijl
zij haar man lachend op den schouder klopte. „Zij
zal dien uit onzen tuin meegenomen hebben."
„Neen," beweerde Tobias hoofdschuddend. „Dit was
oen bijzondere roos, zooals er in onzen tuin niet
groeien. En toen ik haar vroeg, vanwaar zij dien
loos had, toen werd zij beurtelings rood en bleek in
het gelaat en zij liep mij voorbij zonder antwoord
te geven. Sedert dien dag kijkt zij mij niet meer in
ce oogen en het is mij, alsof zij mij bepaald ont
wijkt."
„Ach, dat zijn kinderachtigheden," bracht de vrouw
in het midden. „Kom drink je glas eens uit. dan zal
ik het je nog eens vullen en zal je wel wat andere
gedachten krijgen. Wat zou ons kind kunnen deren?
zij heeft het zoo goed als iemand ter wereld."
De molenaar had er niets op tegen, dat zijn vrouw
liem nog een frisch glas bier bracht, maar toen zij
na een korte poos terugkwam, meende hij hoofdschud
dend: „Weet je vrouw, wat wij niet moesten dulden?
dat ons kind zooveel omgaat met de freule van het
slot. Soort bij soort, waarachtig het deugt niet voor
haar. Ongelijk hoort niet bij elkaar; wie weet wat
voor malligheden zij onze meid daar in het hoefd
hebben geblazen. Vrouw, heb je geen oogen in j?
hoofd, zie je niet hoe ons kind alle dagen in haar
Zondagsche plunje rondloopt het is precies alsof
ons eenvoudig boerenkleedje niet goed genoeg meer
voor haar is."
Maar op al deze grieven liet de molenaarsvrouw
maar een gullen lach hooren en door haar opgeruimd
humeur wist zij weldra de zorgen van haar man
te doen verdwijnen. Wel is waar nani de moeder zich
in het geheim voor, toch eens een ernstig woordje
met Antje te spreken, want al wilde zij haar man
niet bekennen, dat hij volkomen gelijk had, zoo was
het toch ook haar moederlijk oog niet ontgaan, dat
haar dochter sedert het voorjaar eensklaps eene ge
heel andere was geworden.
Zoo was het dan ook inderdaad.
Vroeger had men niet gemakkelijk een vroolijker
en opgeruimder kind kunnen vinden, dan de eenige
dochter van Tobias Sturm, den molenaar van Almen-
rode. Een ieder mocht Antje gaarne lijden om haar
vroolijk en beminnelijk karakter. Met haar lieve stem
zong zij den ganschen dag, van den vroegen morgen
tot den laten avond, zoodat menige voorbijganger
bleef staan en met plezier naar het opgewekte ge
zang luisterde.
Eensklaps was het anders geworden. Antje leek
het zingen verleerd, 't onschuldige vriendelijke lachje
was verdwenen en ha,d plaats gemaakt voor een dwe
pende droefgeestigheid, die wel het gelaat van het
meisje in zijn volle schoonheid deed uitkomen, maar
niet zoo lief en aantrekkelijk was, als haar vroeger
zoo gulle lach. Ook de groote blauwe oogen hadden
eensklaps eene andere uitdrukking gekregen. Het
schertsende, plagende, schalksche duiveltje was uit
haar oogen verdwenen, daarvoor was in de plaats ge-
kotuon nadenkende ernst en dwepende droomerig-
heid, die men vroeger nimmer bij haar had aange
troffen. Antje was eensklaps een zelfbewuste vrouw
geworden, het kinderlijke in haar wezen was verdwe
nen.
Moeder Martha kreeg van Antje op haar gedurig
vragen maar heel weinig bescheid. Het jonge meisje
wist immers zelf niet wat haar deerde. Een diepe
weemoed had haar overvallen en een vurig verlan
gen sprak er uit haar omfloersten blik.
Evenals vroeger ging zij bijna dagelijks, wanneer
de zon hoog aan den hemel stond, naar haar lieve
lingsplekje in het woud. En op de grasvlakte daar
gebeurde het dikwijls dat zij een jong en voornaam
heer ontmoette, die als toevallig uit het dichte bosch
kwam aanwandelen en dan niet naliet een kwartiertje
met het meisje te babbelen. Wat zij met elkaar be
spraken was zeer onschuldig. Maar wat hun monden
niet uitspraken, zeiden hun oogen des te duidelijker.
Sultan, de trouwe gezel van zijn meesteres, scheen
met den nieuwen vriend van haar niet bijster inge
nomen, want telkens als de jonge graaf naderde l'et
hij een dof gebrom hooren.
Zoolang graaf Wolf, want die was het natuurlijk»
bij Antje bleef, verloor Sultan hem geen seconde uit
het oog. Eens had Wolf hem willen streelen, maar
dat was dezen slecht bekomen, want Sultan op deze
aanraking niet gesteld, had nijdig naar de hand ge
hapt
De ontmoetingen der beide jongelui waren werke
lijk toevallig, want graaf Wolf zeide tenminste nooit,
wanneer hij naar de plek in het bosch zou komen.
Ook Antje verried niet of de komst van haar nieu
wen kennis ook eenigen invloed had op haar komen
en gaan op haar lievelingsplekje. Maar instinctmatig
gevoelden deze twee menschen, dat het hun g°e^
deed en gelukkig maakte, wanneer zij elkaar ont
moetten.
Ook graaf Wolf, de geblaseerde jonge man, 8^
zich geheel over aan de bekoring die het onge
kunstelde Antje op hem uitoefende. In haar nabij
heid voelde hij zich een nieuw mensch, wanneer k®
ia haar mooie oogen keek, leek de verdere werel®
hein klatergoud en vol valsehen schijn, die daar 'er
achter hem lag; dan werd zijn gemoedsleven heiliger
en reiner, dan was hij werkelijk een ander en ®eD
beter mensch.
Wordt vervolgd.