Toch onschuldig.
TWEEDE BLAD.
Zaterdag 16 October 1969.
53e Jaargang. No. 4591.
Gemengd Nieuws.
39ste Staatsloterij.
Binnenlandsch Nieuws.
Roman van Hoeker.
OPENHARTIG.
llus u schildert? Hebt u al eenige stukken
de wereld ingezonden?
Pardon, ik schilder niet; maar Mama wenscht,
dat ik 't nu eens met palet en penseel zal beproeven,
en daarom ga ik nu eiken morgen 'n paar uren in
het museum zitten kladden. Ik heb 't geprobeerd
met wielrijden, met schieten, met cricket, met paard
rijden, met alles; maar 't heeft niets gebaat. En nu
probeer ik 't met schilderen; maar 't is, alsof de
heeren ruiken waar 't om te doen is; er bijt er geen
leen toe.
LUCIFERS, BELASTING EN RECLAME.
Onder de vele drukkende belastingen, dio bij de
jongste financieel© hervorming in Duitschland werden
ingevoerd, was er zeker geen zoo weinig populair,
zoo algemeen veroordeeld, zoo buiten alle verhouding
drukkend, als die op de lucifers. Een zoo noodig en
zoo veel gebruikt voorwerp als een lucifer met 150
pet. anderhalf maal de werkelijke waarde te
belasten, is een daad, die in alle kringen, in alle ge
zinnen, waar het pakje lucifers van 10 pfennig nu
met 25 pfennig moet worden betaald, voortdurend
|wordt gevoeld en tot opmerkingen aanleiding geeft.
Reeds dadelijk kwamen snuggere koppen op het
idóo om twee koppen aan één lucifer te Zétten, do
stokjes wat langer, en daardoor de belasting tenmin
ste ietwat dragelijker te maken. Doch de kop van den
fiscus was nog snuggerder; hij doorzag de bedoeling en
decreteerde: van lucifers met twee koppen wordt de
dubbele belasting geheven. Voordat idit decreet be
kend was echter, hadden reeds een honderdtal uit
vinders hun ecrstgcboorte-rccht op het denkbeeld der
al de hoop, spoedig het nieuwontdekte land weer te
zullen aanschouwen, hield de fut er in. Bij het pas-
seeren van den 88011 graad was veel ruw, lastig ijs ge
vonden, maar ten zuiden daarvan werden de velden
weer effen en goed begaanbaar.
Wat den tocht terug ook vergemakkelijkte was, dat
geen ijshutten meer werden gebouwd, doch volstaan
werd met de tent. Wel werd veel kou geleden, maar
de geharde mannen konden er nu beter tegen dan
in den aanvang van hun reis. Den 6en Mei stak een
barre sneeuwstorm op. Gelukkig waren er ijsruggen,
waarachter de mannen bij 't voortgaan wat seliuiling
vonden; maar ten slotte moest de marsch worden ge-1
staakt. Muks werd getracht een ijshut te bouwen; maar
de wind blies om wat Cook en de twee Eskimo's
opstapelden. Zij kropen toen onder de tent en lie
ten zich insneeuwen, waarbij natuurlijk werd gezorgd
voor 't openhouden van oen luchtgaatjo.
Dagen lang werden de drie mannen in dit „ijs-
graf' opgehouden, en de beschikbare voorraad voed- j
sel slonk met bedenkelijke snelheid. Daarbij kwam
nog een pijnlijke onzekerheid: Cook wist niet precies'
meer waar hij was. Er moest dus worden overge
gaan tot het verminderen van de dag-rantsoenen, len
slotte ging het maar weer voorwaarts, altijd in slecht
weer en met betrokken lucht. Het duurde lang
tot den 24 Mei voor weer een nieuwe observatie
kon worden gedaan.
Op genoemden datum kon worden geconstateerd dat
dc positie 81o N.B., 97o W.L. was. Het nieuwe land
was door mist onzichtbaar.
Het ijs, waarop de reizigers zich bevonden, vertoonde
veel spleten en dreef af naar het oosten. Er werd
veel open water vermoed in het westen, op grond
van z.g. „waterluchten" in die richting. De voedsel
voorraad was nu zoo geslonken, dat wilde men 'de
depots, aangelegd aan de Nansen-sond, bereiken, mins
tens 15 Eng. mijl per dag moést worden afgelegd.
Tol dusver was sinds het verlaten van de Pool ge
middeld 12 mijl volbracht. Daar de mannen reeds ta
melijk verzwakt waren, vreesde Cook, niet in staat
te zijn zelfs maar 10 mijl per dag te halen.
Bij het overschrijden van den 83en graad bevonden
Cook en do Eskimo's zich ten Westen van open wa
ter, dat zich in zuidelijke richting uitstrekte. Het ijs,
waarop zij waren, nam nu allengs het karakter aan
van kleine velden. De rantsoenen voor menschen en
honden werden opnieuw verminderd. Het werd en
bleef mistig; maar de worsteling om het land te be
reiken werd 20 lange, moeilijke dagen onverzwakt
voortgezet. Toen klaarde het op; en Cook bemerkte
dat hij zich reeds tamelijk ver zuidwaarts in de Kroon
prins Gustaaf-Zee bevond. Tusschen de reizigers en
5de KLASSE, lfldfl TREKKING.
HOOGE PRIJZEN,
f 1000: 6658, 6978, 7999, 8148, 13686, 15748,
20677.
f 400,: 2467, 3071, 7510, 10626, 19192.
f 200: 4667, 5353, 6840, 14360, 20843.
f 100: 1263, 2006, 4089, 4563, 9589, 10630,11611,
11649, 12492, 12828, 13738, 15795,
17016,
17796, 19761.
Prijzen
van f 70.
19162
26
3256
6155
9402
12120
14338
16690
141
306
165
477
126
352
734
249
167
362
290
570
128
366
757
255
255
503
297
690
138
464
784
278
551
791
311
808
159
720
875
313
569
947
684
845
176
749
998
372
587
958
843
10092
177
816
17095
399
629
4105
994
94
254
857
103
433
638
125
983
203
259
964
104
443
660
249
951
229
291
975
226
574
712'
325
903
280
300
984
367
602
855
539
7063
347
302
15017
406
618
1085
543
97
355
367
142
418
20043
283
562
232
381
416
185
425
149
326
621
239
481
479
292
457
168
494
663
536
507
533
295
458
227
2053
811
554
522
553
339
559
244
109
939
673
700
652
500
591
255
246
969
776
825
760
630
686
286
331
5017
8353
871
13046
731
771
473
469
137
412
11224
153
753
934
519
492
225
504
314
247
802
18045
708
581
331
582
531
282
969
135
771
668
558
645
574
355
974
213
801
672
632
686
592
403
983
540
856
740
681
814
685
457
16031
691
924
755
793
831
748
510
131
723
989
793
854
852
752
560
188
908
879
929
9037
760
678
222
942
884
941
40
803
719
297
952
997
971
83
850
782
382
985
3042
6086
106
857
821
392
997
176
87
126
12095
869
502
19097
191
102
308
104
933
679
148
lend, en de opbrengst der advertenliekosten veroor
looft de firma, de lucifers weder voor den ouden
prijs te verkoopen, zoodat de belasting uit de re
clamekosten wordt voldaan... en er wellicht nog een
winstje opzit.
tweekoppige lucifers in het patent-register doen in- Heibergland in het oosten was open water waar zij
schrijven, Het was een stormloop, die slechts gecvcn- niet over konden. Het ijs was dus blijkbaar afgedre-
aard werd door de uitvinding van de beroemde man- Ven naar het westen; en de kans om Annootok te
chetknoopen zonder sluiting, die een mensch hij de bereiken moest voorloopig worden opgegeven. In het
eerste gelegenheid de beste verliest volgen van een zuidelijke richting lag nu de eenige
In proza en poczie is de prijsverhooging der lu- kans op behoud; het kwam er vooral op aan, Lan-
cifers beschreven en bezongen, prentkaarten met „mem caster Sond te bereiken, waar C.ook hoopte Schotsche
letztes 'steuerfreies Zündholz erop protesteeren tegen walvischvaarders te vinden. Hij nam dus zijn route
de belasting. Maar de fiscus is onyerbiddelhjk door Hassel Sond, welice de beide Ringnes-eilanden
Thans echter is de snuggerste kop van allen op van elkaar sch,ejdt, en daar kon hij door de jacht
een d^ftikbeeld gekomen, dat de lucifers goedkoopei nieuwe eetvoorraden opdoenberen en robben wer-
zal maken, zonder dat de fiscus kans heeft de belas- den geschoten. Langzaam ging het nu weer verder
ting te verhoogen._ over het ijs van Noorweegsche Baai en dan het Wel-
1 Een maatschappij' is te Berlijn opgericht die luci- Hngton-kanaal in. Er was veel open water en de
fors in den handel brengt in doosjes waarop Veda- reizigers moesten over ijsvelden van kleine afmeti'n-
mes zijn gedrukt voor adverteerende firma s. De doos- gen yjj konden dan ook riiet snel vooruitkomen;
jes zien er keurig uit, de reclame is in het oog val- maar gelukkig was de ijsdrift in dc goede richtinf In
ïond on rif onhronost der advorfenhekosten voroor- pionjer Baai ging "het ijs vast zitlen, en daai' Cook
niet met zijn sleden over dat ijs voorwaarts durfde
of kon, trok hij het smalle gedeelte van North Devon
over en kwam zoo in Jones-sond. Daar vonden zij
geen groot wild; er was veel open 'water en de mee-
Hec groote voordeel van deze nieuwste toepassing genomen opvouwbare zeildoeken boot bewees nu goe-
van het reclamedenkbeeld is, dat het de lagere en de diensten.
middenklasse in staat stelt de lucifers weder voor den jfet sigdê en boot ging het nu oostwaarts lan^s
ouden prijs te krijgen. Het denkbeeld dier firma's, de kuslen van jones-sond. Maar door het jagen op
zij heeft zich reeds in het octrooi-register doen VOgels raakte allengs do schietvoorraad op; echter ook
Inschrijven! heeft dus kans op succes. Haar luci- zonder dat slaagden Cook en zijn makkers er in vo-
fers zullen de goedkoopste zijn, en wellicht ook de ggis je bemachtigen, hetzij in strikken, hetzij door het
gebruik van den aartsvaderlijken steenslinger.
Vroeg in September was verder voortgaan onmo
gelijk geworden; en Cook besloot bij Kaap Sparbo in
winterkwartier te gaan.
De vooruitzichten waren voor die overwintering niet
NAAR DE NOORDPOOL. opwekkend; voedsel, brandstof en schietvoorraad ont-
We zijn het slot nog schuldig van de reis van Cook Eraken alle. Bij Kaap Sparbo werd een ondergrondsch
haar de Noordpool. hol gegraven. Voorts werden op de meest primitieve
Den 23en April 1908 werd de terugtocht van de wijzen walrussen, beren, muskusossen e.a. dieren aan-
Pool aanvaard. Daar het al laat in het seizoen werd, gévallen en gedood. Dat leverde voedsel, brandstof en
vreesde Cook dat zijn marsch. vooral tegen het eind, door de huiden dekking en kleeding. De winter-
in hooge mate zou worden belemmerd door de week- nacht werd besteed met het herstellen van de eenige,
heid, en dus moeilijke begaanbaarheid van het ijs- nog overgebleven slede en het gereedmaken van voed-
Dppervlak en door open kanalen. Do eerste dagen seI voor de reis. Den 18en Februari 1909 braken Cook
kwamen Cook en de Eskimo's goed vooruit. IJs en en de twee Eskimo's op en midden April werd An-
jtveer waren goed. Het was Cook's streven den lOOen nootok bereikt. Daar ontmoette Cook den heer Harry
meridaan te volgen, dat is iets westelijker dan de Whitnev. Daar deze door een schip zou worden ge-
route der uitreis. Daardoor zou* in de eerste plaats haald, Het Cook zijn meeste instrumenten onder Whit-
öe verwachte oostelijke drift van het poolijs worden ney's berusting. Zelf meende Cook enkele maanden
beste in 't gebruik. De nieuwe lucifers-maatschappij
is gesticht met een belangrijk kapitaal, en heeft aan
de voornaamste Duitsche lucifersfabrieken reeds groo
te orders voor haar rekening opgegeven.
Hdbld.
UIT OUDE TIJDEN.
Eerstdaags komt een van de oudste ambachtsheer
lijkheden in de Betuwe onder den hamer, n.1. Eist
en Opijnen.
Oorspronkelijk een domein der graven van Gelre,
werd tle heerlijkheid Eist en Opijnen met Neerijnen
en Waardenburg, toenmaals Heyrn of Hierin gehee-
ten, bij oorkonde van 5 Aug. 1265 door Otto II in
leen gegeven aan Rudolf Cock, tegen afstand van Ru-
dolf's bezittingen onder Beesd en Leerdam. Het door
hem gebouwde kasteel te Waardenburg, door sagen
van den toovenaar Faust en de overrompeling door
Lodewijk van Nassau in 1574 vermaard, bestaat nog.
Het Huis te Eist echter is verdwenen, in 1796. Als
historisch weet men er van mede te deelen, dat het
23 September 1607 door de Spanjaarden werd x>ver
vallen. Deze hadden gerekend op de afwezigheid van
den bewoner Ritmeester Du Bois, die, met zijn ge
zin naar de kermis te Geldermalsen gegaan, eerder
teruggekeerd was dan de vijand vermoedde. Zijn held
haftige verdediging kon de sterkte niet redden. Hij
weigerde zich echter over te geven, waarom hij werd
doodgeschoten.
HUIS INGESTORT.
Te Barger-Oosterveen is de woning der familie Kuhl
ingestort. Een bejaarde man werd er onder bedolven
en was onmiddellijk een lijk.
TUINBOUWBELAN GEN.
Begin April van dit jaar werd te Hoorn een ver
gadering gehouden van besturen van verschillende tuin-
bouwvereenigingen in West-Friesland en eenige han
delaars, om van gedachten te wisselen over het in
voeren van het !25 kilo-stelsel op de afslagmarkten
de grootste massa naar h.ct Buitenland gaat. De af
wezigheid van alle handelaars wordt wat minder zwaar
opgenomen; de tuinbouwers hebben al meermalen er
varen. dat hunne belangen den handelaars tamelijk
koud laten. Daarom acht men het te meer noodzakelijk,
dat die tuinbouwers over het algemeen zich wat war
mer gaan maken voor eigen belangen.
De verdere discussie over den aardappclhandel, leidt
er toe, dat de vergaderden Zich persoonlijk uitspreken
voor de invoering van een uniform gewicht voor den
aardappclhandel en daarvoor in hunne vereenigingen
propaganda zullen maken, speciaal voor het 25-Kilo-
stelsel. Algemeen is men van gevoelen dat ten aan
zien van maat en gewicht op onze afslagmarkten
naar meer uniformiteit moet worden gestreefd.
Vervolgens komt aan de orde: de sorteering van
en een bepaald merk voor de uien uit deze omge
ving. Aangezien deze zaak aan den Langedijk en Om
streken reeds aanhangig is, en de heer G. Barten zit
ting hoeft in de commissie van voorbereiding, wordt
hem verzocht het een en ander van zijn bevinding
te willen mcedeelen.
Door de flinke medewerking van den heer C. Wa
genaar, verklaart de heer Barten, was de commissie
reeds vrij wat gevorderd met haren arbeid, doch ge
ringe medewerking anderzijds was oorzaak, dat de com
missie niet vermocht met bepaalde voorstellen te ko
men Toch mee.nt de heer Barten, is de arbeid der
commissie niet vruchteloos geweest; genoemde hande
laar laat thans door zijn eigen arbeiders de door hem
gekochte uien sorteeren, opdat hij zijn afnemers een
behoorlijk product kan toezenden. Nu moge er geen
vaste maat zijn vastgesteld, toch zou al heel wat be
reikt zijn, indien in dc verscliillende vereenigingen per
sonen waren te vinden, die uien wilden leveren vrij
van drielingen en voorts nog wat gelijkmatig gemaakt
door het verwijderen van de zeer groote exemplaren.
Na gedachtenwisseling over de zaak, verklaren dó
aanwezigen in hunne vereenigingen te zullen onderzoe
ken, welke personen bereid zijn, de uien, gesorteerd
als door den heer Barlen is voorgesteld aan
te voeren en te leveren. Bij de bespreking van een
in te voeren merk, wat onder de gegeven omstandig
heden echter niemand nog wenschelijk voorkomt, vraagt
de heer Jonker („West-Friesland") wat men dan moet
aanvangen met de minderwaardige producten? Die moe
ten toch ook van de hand gedaan kunnen worden. Stel
lig, antwoordt de voorzitter, die kunnen ook gewoon
worden gepresenteerd, als we tot de invoering van een
merk komen, maar die worden dan natuurlijk dat
merk niet waardig gekeurd en worden er dan ook
j niet mee bestempeld.
Door den heer Nobel (Sint Pankras) wordt nog me-
dedeeling gedaan van het ijveren in zijne vereeniging,
speciaal in de afdeeling Sint Pankras voor algeheele
veiling, ook van winterproducten. Hoewel hieromtrent
geen besluit wordt genomen,, zit toch wel de meening
voor, dat dit de meest gezonde wijze van afzet zal
wezen.
In den loop der discussiën viel meermalen op te
merken, dat men van verschillende zijden ten zeerste
gevoelde het nut van onderlinge bespreking als op deze
vergadering, al leek dan ook het direct resultaat niet
zoo heel groot. Met feiten werd meermalen aange
toond, dat de verschillende tuinbouwvereenigingen in
het noordelijk deel van onze provincie meer dan tot
nu toe voeling met elkaar dienen te houden; feiten
werden ook aangehaald. Waaruit weldra zou blijken
dat meerdere solidariteit een gebiedende aisch zal
worden voor onze vereenigingen.
Door den heer Koolhaas (Medemblik) werd aan het
einde der vergadering dan ook voorgesteld in den loop
van December nog eens een vergadering uit te schrij
ven, waarin hij dan hoopte ook al de tuinbouwver
eenigingen uit „De Streek" en hare omgeving verte
genwoordigd te zien. Spreker verzekerde daartoe al
zijn persoonlijken invloed te zullen aanwenden.
Besloten werd, dat deze vergadering namens de aan
wezigen op de nu gehouden bijeenkomst door het be
stuur van „Nieuw Leven" zal worden uitgeschreven
Deze opdracht wordt door genoemd bestuur aanvaard.
Hierna wordt door den voorzitter deze vergadering
gesloten met een woord van dank aan de aanwezigen
voor hun opkomst en welwillende medewerking'.
Zij po.
Nu die Keinsmerbrug in de Zijpe hare voltooiing
voor aardappelen.
Behalve dit onderwerp kwamen toen mede andere nadert, kunnen de inwoners van "dien polder trolsch
geneutraliseerd.
Mede konden de nieuw ontdekte kusten (tusschen
84 en 85o N.B. en op geschatte Wi.L. van 102o)
vroeger Thuis te kunnen wezen, door direct per slede
naar Uppernavik te vertrekken. Daarom verliet hij"1 An-
-nootok en begaf zich over het ijs van Melville-baai
misschien nader worden verkend. Met flinke snelhei<| naar de genoemde Deensche nederzetting op de West-
werd zuidwaarts gehouden. Inderdaad werd het be- kust van Groenland, van waar hij per schip naar Ko-
staan der drift in Oostelijke richting geconstateerd, om penhagen verder ging.
die reden werd nog wat meer westelijk gehouden. Voor-
Feuilleton.
zaken op het gebied van het vereenigingsleven ter
sprake en het gevolg was, dat aan Nieuw Leven werd
opgedragen na de aardappel-campagne van het loopen-
de jaar opnieuw een vergadering uit te schrijven. Deze
vergadering werd j.1. oensdag gehouden in het lo
kaal van den heer De Goede te Hoorn en bijgewoond
door vertegenwoordigers van: „Nieuw Leven" te Heer-
hugowaard, „Westerkogge" te Berkhout, „Groentecul
tuur". „Langedijk en Omstr.'' en „Landbouwbelang''
van den Langedijk, „Akkerbouw" te Andijk, „de Een
dnicht" te Medemblik. „Ons Belang'' te Opperdoes en
„West-Friesland" t© Hoorn.
Na opening der vergadering door den voorzitter
van „Nieuw Leven", werd door den secretaris dezer
vereeniging een kort resumé gegeven van het verhan
delde in de vergadering van 3 April j.1. Vervolgens
werd mededeeling gedaan van een paar ingekomen
stukken, waarna de agenda van 3 April weer in be
handeling kwam. Betreurd weftl de afwezigheid van
..De Tuinbouw" te Bovenkarspel, omdat juist daar de
meeste aardappelen worden verhandeld en vandaar uit
19.
„Nu het was christenplicht, en ik was het aan
Bartin verschuldigd," antwoordde Sturm zijn vrouw
pp haar opmerking over den ouden Katzenberger.
„Weet je," zoo vervolgde hij, zich met de hand
iver het hoofd strijkend, „de oude boer is wel een
kalve dwaas, en doordat zij hem in het tuchthuis
Rebben gestopt, zijn de scherpste kantjes er wel af,
maar toch, wat hij meent gezien te hebben in het
osch en op de weide..."
„Leugen," riep de molenaarsvrouw beslist uit en j
likte kordaat met haar breipen op tafel. „God! heeft
en ooit zoo iets afschuwelijks gehoord, ik sta vol-
omen voor Antje in."
„Zeer goed," meende Tobias Sturm. „Het is best
ogelijk hoor, dat hij weer aan het fantaseeren is
éweest en dan ziet hij in eiken boom een Wol-
fensteiner en zou dien het liefst vermoorden. Maar
Jet kwam mij zoo vreemd voor, toen hij deze week
miten adem kwam aanloopen en mij geheimzinnig
h het oor fluisterde: molenaar, houd het oog op je
^ind... daar ginds in het bosch heb ik haar aange
troffen met een Wolfensteiner hij is nog even
jong en mooi als vroeger, maar de duivel kijkt hem
p't de oogen en die heeft je kind geliefkoosd en
Sekust, en zij heeft het gewillig laten begaan. Mole-
Paar, houd je kind in het oog, anders is zij voor eeu-
verloren."
3k"Ja- zoo Is het," zeide Martha minachtend, „toen
nem later heb willen uithooreh, toen heeft hij niets
2j ar Hunnen zeggen, toen bromde hij zoo iets in
beve'6* D' dIe domme kerel... en toen ik op jouw
in Antjo in het verhoor nam, brak het arme kind
dat ^nen los, zoo zeer deed het haar, dat arme wicht,
then 200 iets van haar kon denken."
d„" aal me liever een kruik bier, dat is beter," zei
Lgór ,naar> dle nu wel inzag, dat hij met zijn wel-
praakte vrouw toch aan het kortste eind trok.
DelVii °d beHoede er iemand voor, dat hij het met
'V'at" "vrouwen aan den stok krijgt. Je hebt er altoos
Hef e,en ln te brengen, al heeft men zonneklaar
eve re .volkomen aan zijn zijde." Hij lachte nog
4f "l eu hiermede was het gesprek van Antje's oudera
Uit het kamervenster van Antje straalde nog laat
in den nacht het schijnsel van een lamp. Wie zich
de moeite had getroost naar boven te klimmen, had
Antje bezig kunnen zien met schrijven. Tranen ver
duisterden daarbij haar blik, en wischten telkenmale
weg, wat zij reeds had geschreven. Eindelijk was het
m isje met dit moeilijke en ongewone werk gereed,
en twee met een adres voorziene brieven lagen klaar
op do tafel. Antje zelf pakte nu het meest noodige
in een bundeltje hijeen en in plaats van zich te ont-
kleeden en zich ter ruste te begeven, verliet zij na- j
dat zij de lamp had uitgeblazen, onhoorbaar haar j
kamer. Met zachte schreden liep zij de trap af en
verliet door de gang het huis. Zonder eenig ge-
druisch sloot zij de huisdeur en verdween daarna in
de duisternis van den nacht. j
Daar buiten op den hof lag de trouwe Sultan aan
den ketting. Het dier hield zich kalm toen zijn jonge
meesteres hem voorbijstapte, maar toen het geluid
harer voetstappen in de verte was verdwenen, begon
het trouwe dier luid en klagend te huilen alsof hem
iets vreeselijks was overkomen.
0
Een paar weken daarna spoedde een jongeman met
de soldatenmuts scheef op het hoofd en een pas-
gesneden stok in de hand, zich voort langs den
straatweg, die het dorp Wolfenstein met Almenrode
verhond. Deze jonkman was niemand anders dan Mar
tin Katzenberger, die alle gevaren van den oorlog
moedig en gelukkig had doorstaan en nu door zijn
koning naar zijn haardstede was teruggezonden.
Was de wakkere knaap reeds vroeger flink en
gespierd, nu was dit in nog grooter mate het geval.
Hij was nu een volwassen man, wat men noemt een
kranige kerel, het toonbeeld van gezondheid en kracht
De open, vrijmoedige uitdrukking van zijn gelaat, ver
ried een zacht en onbedorven gemoed.
De weg was hem lang, want hij wist immers dat
thuis Iemand die hem lief en dierbaar was vol onge
duld en verlangen op hem wachtte. Zoo liep ook onze
vriend Martin met groote haast, alsof het fabeltje van
de zevenmijlslaarzen waarheid was geworden en hij
de reus was. Eerst bij de kromming van den weg,
waardoor de vriendelijke molen in het gezicht kwam,
bleef Martin staan en met de linkerhand hoven de
oogen, keek hij rond. of hij misschien niet Antje of
tenminste haar ouders op hem wachtende vond.
Toen hij den molen als uitgestorven zag, ontstemde
hem dat een weinig. Hij hoorde niet eens het ge
zellig geklepper van den molen, dat hem vroeger
steeds zoo aangenaam in de ooren had geklonken.
Tevergeefs beproefde Martin zich vrij te maken van
zijn op die sierlijke brug. Een bewijs dat het polder
bestuur van de Zijpe de verkeerswegen in de beste
orde tracht te brengen, geeft ons ook de Oostzijde van
de Groote Sloot, waar langs het grootste gedeelte een
steenen paardenpad is aangelegd. Ook de bewoners van
het Noordelijk gedeelte van den Belkmerweg richten
hunne blikken dankbaar naar het polderbestuur.
Jaar in. .jaar uit zwemmen zij in den Belkmerweg
in 't water. Die weg ligt hol en het is volstrekt geen
ongewoon verschijnsel als men langen tijd aaneen d®
golven in het paardenpad ziet gaan. Niét alleen gaat
het rijden langs dien weg zeer slecht, maar ook voor
voetgangers is het bijna nooit een aan te bevelen weg.
Nu ligt een hoopje groote steenen en zand bij het
bruggetje aan den Keinsmerweg, welke naar zij hopen,
aangewend zullen worden, om dien weg een klein beetje
te verbeteren.
ONGENOODE GASTEN.
Te Ter Neuzen is binnengekomen het stoomschip
„Magdalena". Aan boord van dit schip bevonden zich
het beklemmende gevoel, hetwelk hem eensklaps was
overvallen. Het was hem te moede evenals voor me-
nigen vreeselijken slag in den oorlog, waarbij het
leven om leven gold.
Eindelijk vatte hij weer moed en liep hij met
versnelden pas naar den molen waar hij wist dat het
liefste woonde, dat hij op de wereld bezat.
Ook toen hij naderbij kwam scheen de molen nog
uitgestorven. Het eerste levende wezen trof hij op
den hof. Het was Sultan de hond, die op den hof
in de zon had liggen droomen en nu geeuwend opstond
en Martin aankeek. Hij moest Martin herkend hebben,
want hij kwam kwispelstaartend op hem af. Maar
hij liet geen vroolijk geblaf hooren, zooals vroeger,
doch vergenoegde zich er mede, de hand van Mar
tin, die hem streelde, te likken.
„Nu Sultan, waar is de meesteres?" vroeg Martin.
„Heeft zij zoo weinig verlangen naar mij, dat zij
niet eens naar buiten komt, om te zien welke vreem
de wandelaar daar aan de deur klopt?"
Alsof de hond hem geen antwoord durfde geven,
zoo keek hij hem droef en treurig aan. Maar op
hetzelfde oogenblik werd de deur geopend en trad
de molenaarsvrouw naar buiten.
„Gegroet moeder!" riep Martin haar toe en was
met éen sprong bij haar. „Daar hen ik eindelijk weer
maar, waar is Antje?"
Nu ontdekte hij, dat de molenaarsvrouw in het
zwart gekleed was, alsof zij kort geleden een lieve
doode naar het kerkhof had gedragen. Een blik op
het anders zoo blozende en vriendelijke gelaat der
oude vrouw, die voor hem steeds als een tweede
moeder was geweest, bewees Martin, dat deze de laat
ste dagen veel eu, hevig moest hebben geweend.
„Bij God, moeder, wat scheelt er aan?" riep Mar
tin uit, terwijl ontzetting zich op zijn gelaat aftee-
kende. „Is er iets gebeurd met Antje?... Het beang
stigde zooeven reeds mijn hart, dat zij mij niet te
gemoet gekomen is. Het vorig jaar heeft zij toch
zoo hartelijk afscheid van mij genomen."
Moeder Martha zuchtte diep en kon het niet ver
hinderen, dat haar de tranen onafgebroken langs de
wangen rolden. „God zij met u, beste jongen," riep
zij snikkend uit. „Ik kan er niets aan veranderen, dat
het zoo gekomen isgij moet daarom maar niet
boos op mij zijn... Groote God," jammerde zij en
bedekte haar gelaat met beide handen. „Wie had
ooit kunnen flenken, dat er zoo iets vreeselijks zou
gebeuren."
„Ja, maar wat is er dam om Gods wil gebeurd?"
riep Martin uit, terwijl hij bleek als een doode werd.
De sterke man begon te sidderen en hij moe§t zich
vasthouden aan een deurpost om niet ineen te zak
ken. „Mijn vermoeden... Heer in den hemel, is er
met Antje een ongeluk gebeurd?"
De goede vrouw wees hem met de hand naar de
huiskamer. „Ga maar naar vader, die zal het je
wel zeggen. Het is nu reeds een paar weken geleden
dat het vreeselijke heeft plaats gehad, maar ik
kan het nog maar niet begrijpen. Lieve hemel, ik heb
het kind toch gekend, vanaf haar eersten zucht, ik
heb het toch zelf ter wereld gebracht... Neen en
dan dat ongeluk en die schande, Martin, dat kan
ik niet overleven."
Juist verscheen Tobias Sturm in de deur. Toen hij
Martin zag liep hij naar hem toe en gaf hem de
hand. „Dag Martin," zeide hij oj) bijna vijandigen toon
en toen de jonge man hem aankeek, bespeurde hij,
hij hem een ontzettende verandering, die er op het
gelaat van den anders zoo vroolijken man had plaats
gehad. Een bittere vijandige trek zetelde op het an
ders zoo welwillende gelaat. Doch voor Martin nog
tijd had gevonden een vraag te doen, had de mole
naar hem reeds bij de hand genomen en in de kamer
getrokken.
„Ik kan het niet langer uithouden," riep Martin
toen uit, „zeg mij toch om Godswil vader Sturm,
waar is uw kind, waar is mijn Antje?" Toen werd de
oude man doodsbleek en zijn oogen flikkerden koorts
achtig Hij rékte zich lang uit en stampte met den
voet op den grond. „Spreek dien naam niet meer
uit," riep hij norsch, „die meid is vervloekt tot in
alle eeuwigheid... mijn halve leven gaf ik er voor,
als ik die veile deerne nooit had gezien."
„Vader Sturm, om 's hemels wille," riep Martin vol
ontzetting, „wat praat je daar voor wartaal... ik kan
het niet geiooven, dat ge daar spreekt van eigen
vleesch en bloed."
De molenaar knikte bevestigend. „Ik heb geen
dochter meer," antwoordde hij dof. „Jij bent mij wel
kom, Martin, je bent de eenige nog die mij herinnert
aan vroegere gelukkige dagen... maar wanneer je
goede vrienden met mij wilt blijven spreek dien naam
dan hier niet meer uit... Je weet welken naam ik
bedoel... o, o!" weeklaagde de oude man en sloeg
zich met gebalde vuisten voor het hoofd. „Zij heeft
mij zooveel leed berokkend die goddelooze deern. Zij
heeft mijn grijs hoofd overladen met schande en
smaad. Ik durf mijn huis niet meer verlaten en nie
mand meer onder de oogen komen. Het allerliefst
stierf ik nog in dit uur. Maar zij zal haar loon krij
gen," ging de ongelukkige man voort, „zij zal oog
sten wat zij heeft gezaaid... Vloek over den schurk
die haar aan het ouderlijk huis heeft ontstolen,