Toch onschuldig. Woensdag 20 October 1900. 53ste Jaargang. No. 4593. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Binnenlandsch Nieuws. SCHAKER Alfcmi Nieuws- COURANT. Adwertcnüe- LuniMlal Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau SCHABEL, Laan O 4. Interc. Telephoon No. 20. Uitgevers i TÉAPIÜIAM Co. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad. Zitting van Dinsdag 19 October. EEN DIEVEGGE. De eerste beklaagde met wien onze sterfelijke oogen mochten kennis maken vandaag, was een lid van het schoone geslacht, Lamberta van Koll ge naamd, een 23-jarige jonge dame, te Utrecht gebo ren en laatstelijk in betrekking te Enkhuizen bij den manufacturier H. H. Kusters, bij wien ze primo Fe bruari jl. in dienst getreden was. Ze is sinds eenigen tijd met inachtneming der noodige formaliteiten, heel eerbiedig opgesloten ge worden in het Alkmaarsche Maison de Conversatie, wantzij heeft het blijkens eene tegen haar uit gebrachte dagvaarding met de eerlijkheid zoo heel nauw niet genomen. Integendeel! Hare begrippen om trent het mijn en dijn waren tamelijk ruim, om 't niet krasser uit te drukken. De zucht naar opschik, die ook haar beheerschte, dreef haar tot het wer pen van een begeerig oog op den welvoorzienen win kel haars patroons. De jonge dame wist met groote handigheid allerlei benoodigdheden, die naar hare meening onontbeer lijk waren om zich „naar den eisch" uit te dossen, weg te kapen, met welke aardigheden zij al in Juni dezes jaars begon. Eerst in September d.a.v. werd haar „magazijn" (want zoo kon men het wel noe men) ontdekt. Zij had dit op haar slaapkamertje opgeslagen, maar 't werd ontdekt door 't echtpaar Kusters en het duurde nu niet lang of zij zat veilig onder dak te Alkmaar wat zij aan justitiëele bemoei ingen, die natuurlijk niet uitbleven, te danken had. De O. v. J. vond, nadat de echtelieden Kusters vol doende iwaren verhoord; het bewijs van den aan Lamberta ten laste gelegden diefstal bewezen. Des te minder verschoonbaar vond Z.E.G. dezen, daar hij was begaan in eene betrekking, bij het bekleeden waarvan zij een zeker vertrouwen genoot. De schen ding daarvan dient voorbeeldig gestraft te worden. Nevens de sombere zijde die deze strafzaak aan kleeft, wou spreker toch niet verzuimen, ook op de lichtzijde te wijzen, die hierin bestaat, dat de ge daagde tot dusverre een blanco strafregister had. Eisch: 4 maanden gevangenisstraf. De rechtskundige raadsman van beklaagde, Mr. P. A. Offers, verzocht in zijn pleidooi aftrek van preven tieve hechtenis, zoodanig, dat na dien aftrek geen straf meer overbleef en zijne cliënte de gevangenis weer kon verlaten. DAT GAF NIETS! Klaas Mantel, een stevige kerngezonde schippers knecht van 33-jarigen ouderdom, geboren en wonende te Broekerhaven, gem. Bovenkarspel, was in verzet gekomen tegen een onlangs door deze rechtbank tegen hem wegens wederspannigheid gewezen vonnis, daar dit hem even te zwaar toescheen. Wat hem evenwel niet veel baatte. Want de O. v. J. releveerde dat beklaagde nu al voor den derden keer wegens wederspannigheid tegen de politie te recht stond (in 190i en in 1907 is sinjeur ook al deswege veroordeeld de laatste maal óok voor een maand!) dus ee» flinke straf is nu volgens Z.E.G. zeer zeker niet misplaatst. De O. v. J. eischte bekrachtiging van het tegen Mantel gewezen vonnis (1 maand gevangenisstraf). TEGEN DE POLITIE. Gert Bessering uit Hem (gem. Venhuizen), had al daar den rijksveldwachter Roodenboog op 27 Augus tus jl. op eene leelijke manier beleedigd, door dezen te verwijten dat hij, als ambtenaar, van een boer, die in de termen viel voor bekeuring, een rijksdaal der aannam als belooning en dan verder den man ongemoeid liet, terwijl diezelfde ambtenaar hem (be klaagde) juist moest hebben. Een leelijke insinuatie, waarvan de rijksveldwachter natuurlijk verbaal opmaakte en waar niet veel van „heel" bleef toen de O. v. J. Bessering uitnoodigde daaromtrent hier eens uit te wijden. De heer Officier stak zijne gemoedsstemming over deze handelwijze niet onder stoelen of banken en gispte de wijze van optreden, door beklaagde betracht, geducht De eisch luidde: eene week gevangenisstraf. DIEFSTAL VAN JONGE EENDEN. De volgende beklaagde, Luid Rond geheeten, een eenden- en koeienboer uit Schermerhorn, had zich heden te verantwoorden wegens wederrechtelijke toe- eigening van eenige eendenpullen, toebehoorende aan zijn gemeentenaar Klaas Nooi, die op een goeden dag de beestjes miste. Wel had Klaas de beestjes door ettelijke uitsnijdingen en afkortingen van di verse zwem- en vliegorganen zóo toegetakeld dat er naar de bescheiden meening van den E.A. heer Prae- sus niet veel meer van een op dergelijke manier „ken baar" gemaakten eendvogel overbleef, maar dat was voor Luid geen bezwaar om toch 't stelletje als „goeden buit" te verklaren en stiekum in te palmen. Rond stapte vierkant over alle bezwaren heen. Maar dat brak hem op als „der kat de kaas" want van zijne handigheid in deze werd veel meer notitie genomen dan hem aangenaam kon wezen. Luid werd op 't bokkebankie gerequireerd en mocht zich wegens den beganen diefstal in een door den O. v. J. ingestelden eisch tot f25 boete of 10 dagen brommen verheugen. H ij lekker, dat kun je begrij pen! KERMIS-NAWEEëN. Kees Bakker van Oosterblokker was den 23 Au gustus jl. aldaar druk aan 't kermis vieren in het gröote café van den heer A. Bijl aldaar, niet ver van 't sierlijke raadhuis. Zoo druk was Kees bezig, dat hij een bierflesch nam en er mee op den stevigen kop van Paulus Buis man sloeg dat het er van bomde! Pauw, die niks geen aanleiding gaf, was niet erg in zijn hum! Dat snap je. En even begrijpelijki s de geanimeerde vechtpartij die volgde en die de politiemannen J. Rientsma (rijksveldwachter uit Hoorn) en J. Tuinman (ge meente-veldwachter van Blokker, woonachtig te O.- Blokker) aanleiding tot een lijvig verbaaltje gaven. De O. v. J. eischte tegen Kees wegens diens op treden 2 weken gevangenisstraf. Zeker niet te veel, als men bedenkt, hoe gemeen hij Rientsma heeft ge schopt. DUUR VERZUIM. Teunis Dirk Bruin uit Den Helder kwam nu aan de beurt. Hij had verzuimd, om als eigenaar van een paar honden, van het bezit dezer beestjes aan gifte te doen voor de plaatselijke belasting. Deze onachtzaamheid bezorgde hem nog een extra voor recht, want de O. v. J. eischte tegen hem 2 boeten elk van f 4 (ieder der boeten door 1 dag hechtenis te vervangen), WEER TEGEN DE POLITIE. De jongeheer R. Houter van Hoogkarspel had den Feuilleton. 20. Roman van Hoeker. Eindelijk hield het rijtuig voor een kleine kerk in een voorstad stil. Daar woonden kleine renteniers en ambtenaren, die hun laatste levensjaren in allen een voud en kalmte wenschten door te brengen. Bij het matte schijnsel eener straatlantaarn haal-1 de de jonge man zijn horloge voor den dag en keek er vluchtig op. „Het is éen uur liefste," zeide hij in het Duitsch tot de dame en hielp haar uit stappen. „Wij zijn juist nog op tijd." Het jonge paar had slechts weinige schreden te doen en verdween toen in het kerkgebouw. Daar heerschte een schemerachtige duisternis. In de na bijheid van het altaar brandden in een halven cir kel eenige groote kaarsen. Bij het schijnsel daarvan herkennen we in het jonge paar de toekomstige ma joraatsheer van Wolfenstein en mooi Antje, de doch ter van den molenaar van Almenrode. Voor het altaar wachtte reeds een oud gebogen man in priesterkleeding. Met onverschilligen, kouden blik keek hij naar het jonge paar, nadat hij den eer biedigen groet der beide jonge menschen met een flauw lachje had beantwoord. Eerst toen de oude man het zedige, lieve gelaat van Antje zag, werd hij milder en zachter. De oude priester had zijn leven !ang in de kleine kerk gearbeid en daarbij veel «choons en liefs gezien. Hoevelen waren er voor hem getreden met de heiligste gevoelens in hun hart, ®et de meest vaste voornemens voor de toekomst. Hoevelen ook met een gelaat zoo versteend en hard, als maar alleen mogelijk is door de grootste wan hoop des harten. Maar de oude man herinnerde zich nooit zulk een lief onschuldig wezentje te hebben gezien, dat daar nu voor hem was verschenen, om z'ch te laten vereenigen in den onverbreekbaren band "es huwelijks. Hem zoo eenvoudige plechtigheid, waarbij zelfs gewone getuigen ontbraken, hadden voor den to h plde8ter> d'e dergelijke dingen gewoon was, ch iets treffends. Waarom dezen eenigen en schoon den dag des levens in het geheim gevierd? Het is jammerlijk dat deze verheven huwelijksplechtigheid °o in het geniep moest plaats hebben. den regel komt er van dergelijke huwelijken oh veel goeds. Want zulke verbonden in overijling gesloten, meer uit een ziekelijke of overdreven be ding, dan uit werkelijke opofferende liefde bren- rou meestal in de toekomst bittere tranen van be- 27 Aug jl. aldaar iets verkeerds gedaan door den ge meenteveldwachter J. J. v. d. Veer, die aldaar surveil- ieërende was dien dag, te beleedigen, hem voor een valschen wetsdienaar uitmakende. Dat liet V. d. Veer zich natuurlijk niet ongestraft zeggen en hij diende eene aanklacht in. Dit had ten gevolge, dat de O. v. J. vandaag tegen Houter met toepassing van de artt. 26667 Wetboek van Strafrecht, wegens beleediging eens dienstdoenden ambtenaars, 1 week gevangenisstraf eischte. HARDHANDSCH. Meindert Wijdenes uit Oostwoud, de volgende be klaagde, was present. Hij had zich te verantwoorden wegens mishande ling aldaar op 26 Augustus jl. zonder veel motief gepleegd, op zijn dorpsgenoot Jan Roos. Roos, daags daarna met een opgezette wang geze gend, liet het er niet bij zitten en liet zijn kastijder voor de vierschaar dagen. De heer Officier knapte den hardhandigen Wijde nes op met een eisch tot f 5 boete of 5 dagen hech tenis. OOK VAN DE KERMIS. Nu volgde Engel Zonneveld uit Wijk aan Zee en Duin. Die had zich den 15den Augustus j.1. op de Akerslooter kermis in het café van den heer Kuit- waard 'te Akersloot, met een stoel in de hand een beetje onvoorzichtig gedragen. Hij had volgens dagvaarding zoo raar met een stoel gemanoeuvreerd, (dien hij van 't tooneel in de danszaal bad gedragen om aan eene uitnoodiging om bij de luidjes in 't dansvertrek te komen zitten te voldoen, met zich voerde), dat de even vóór 't tooneel han gende lamp door hem met bedoelden stoel werd stuk- gestooten, uit den hanger gewipt en op den vloer viel. Een begin van brand ontstond, dat echter ge lukkig tijdig werd bezworen. Een heel regiment getuigen, waarvan de heer Of ficier al bij voorbaat de meest tegenstrijdige verkla ringen verwachtte, trad op. Nu viel het den beer Officier wel mede, dat de verklaringen dier verschillende luidjes lang niet zoo erg uiteen liepen als Z.E.G. zich wel had voorgesteld, maar toch kon spreker, eenmaal het woord verkrij gende tot het nemen van zijn requisitoir, het bewijs niet wettig1 en overtuigend geleverd achten. De heer Officier eindigde dan ook met wegens ge brek aan bewijs, vrijspraak te vragen voor Engel. Een paar Kinderwettenzaken, die met gesloten deu ren werden behandeld, vormden vandaag het slot der zitting. A.s. Dinsdag uitspraken. Har enkar spel (Waarland). Voor het herhalingsonderwijs hebben zich 12 leer lingen aangemeld. Bij het aantal van andere jaren ver geleken is dit vrij hoog te noemen. Meiwe Niedorp. Dinsdag 19 October j.1. werd tusschen de nieuwe kolfclub té Nieuwe Niedorp en de kolfchib „Niet Klappen" een match gehouden als vervolg op die welke onlangs tusschen die beide clubs te Hoogwoud werd gehouden. Thans was „het veld van eer" gekozen in de kolf baan van den heer C. Kooiman te Nieuwe Niedorp. Hoogwoud (had al reeds 1370 punten) sloeg er nu 1421, dus in totaal 2791. Nieuwe Niedorp, had 1180 punten, sloeg er nu 1349, dus totaal 2529. Hoogwoud was dus na de éérste meting der krach ten al de sterkste met 190 punten meer. Heden avond sloeg Hoogwoud 72 punten meer dan N. Niedorp. 't Was een gezellige avond hier, evenals onliangs te Hoogwoud 't geval was. Van weerszijden namen 14 kolvers aan den match deel. Hedenavond sloegen van N. Niedorp de heeren P. Koopman met 262, J. B. Wilken met 238, en D. v. d. Stok met 215, de hoog ste punten. Van Hoogwoud deden dat de heeren A. Hazelhoff met 256, H. de Boer met 248 en K. Dekker met 240 punten. GROENTENHANDEL. Het gaat met den groentenhandel aan den I^mge- dijk stug, er worden lage prijzen besteed, ook de aan koop der bewaarkool voor den winter is trekkend, de lage prijzen der herfstkool oefenen hierop hun in vloed uit. Langedfik. Door een paar vereenigingen aan den Langedijk wor den pogingen aangewend om te komen tot het in stellen van een vereeniging „Voor de Jeugd", die avon den zal organiseeren, waar belangrijke zaken worden besproken, vooral van belang voor hen, die dö school niet meer bezoeken. Zuidscliarwoude. Het Bestuur van de Coöperatieve Verbruiksvereeni- ging „Vooruit" heeft een flink terrein aangekocht ter uitbreiding van de zaak met een afdeeling kruideniers waren. 1 Zuidscharwoude. Tot onderwijzeressen en onderwijzers bij het her halingsonderwijs alhier, zijn benoemd de dames N. Buurs en L. A. Greidanus en de heeren J. Ham Z. G. v. d. Toom en J. du Burck. TYPHUS AAN DEN LANGEDIJK. Burgemeester en Wethouders van Zuidscharwoude laten heden door middel van groote biljetten bekend maken, dat door hen van den Inspecteur der Volks gezondheid mededeeling is ontvangen, dat bij verdere uitbreiding de typhus epidemisch zal worden verklaard. Zij wijzen op het groote nadeel, dat de gemeente daar door zou lijden, aangezien geen of weinig groenten meer zouden worden uitgevoerd, en wijzen' er tevens op, dat de politieverordening op het gebruik en het verontreinigen van slootwater streng zal worden toe gepast. Ziiiilschurnoude. Door den gemeenteraad alhier werd onlangs beslo ten vrijstelling te vragen van het geven van onderwijs in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek. Door Ged. Staten is dit echter geweigerd. 'Thans is beslo ten een met redenen omkleed adres aan dat College te richten met h et verzoek alsnog dispensatie te krij gen aangezien met September a.s. de R. K. school te Noordscharvvoude wordt geopend, en er daardoor lokalen vrij komen, terwijl nu een nieuw lokaal zou moeten worden ingericht voor het desbetreffende on derwijs. HOORN. Door het hoofdbestuur der Noordhollandsche Pluim vee-vereen iging „Het Rashoen", gezeteld te Hoorn is een schrijven gericht aan de volgende Pluimvee- vereenigingen„Aves" te Alkmaar, „Enkhuizen en Om streken" te Enkhuizen, „Bussum" te Bussum Ornis" te Amsterdam, „Flora en Fauna" te Zaandam, Fauna' to Haarlem en de onderafd. van de V. P. N. te Haarlem en waaraan we het volgende ontleenen: Misschien dacht ook die oude priester daaraan, toen zijn blik deelnemend rustte op de liefelijke vrouwengestalte vóór hem. Een klein orgel deed nu zijn zachte tonen hoo- ren, maar hoe onzuiver zij ook klonken, deze muziek maakte op Antje toch een diepen indruk. Met hei lige aandoening was zij op het kussen voor het altaar neergeknield. Zij had de handen over de borst samen gevouwen en keek vol deemoed voor zich neer. Van hetgeen de oude man nu verder zeide verstond het meisje geen woord. Maar al had de priester de taal der engelen ge sproken, Antje zou niet naar hem hebben geluisterd. Zij was te veel aangedaan door de wijding van het oogenblik, dat over den verderen loop van haar leven besliste. Eerst toen Wolf, die naast haar geknield lag, haat' arm aanraakte, begreep zij, dat de ringen moesten worden verwisseld. Toen zij den ring aan haar vinger zag blinken, voer haar een rilling door de leden en keek zij voor de eerste maal den priester in de oogen. Deze moest het stille smeekgebed in haar oogen hebben gelezen en verstaan, want hij breidde zegenend de handen over hun hoofden uit. Ootmoedig boog Antje haar blond kopje en bad in stilte. Daarna liet zij het ge willig begaan, dat Wolf haar in zijn armen sloot. Het was haar zoo onbeschrijflijk zoet en heilig te moede. Een zachte weemoed, die gewoonlijk het heiligste geluk vergezeld, had haar gemoed vervuld. De herinneringen aan haar kindschheid lagen ver achter haar, zij gevoelde zich geheel en al éen met het tegenwoordige. Zij voelde zich éen met den man die haar in de armen sloot, zoodat zij niet eens meer kon denken aan het harteleed, dat zij natuurlijk haar ouders had berokkend. Zij had slechts éen gedachte, Wolf lief te hebben, hem toe te behooren voor tijd en eeuwigheid. Het jonge paar verliet nu de kerk. De paarden trokken weder aan en de jonge vrouw gevoelde zich bevangen door een zoeten, gelukkigen droom, toen 1 zij naast haar echtgenoot zittend, in diens armen rustte en de oogen sloot. Of zooveel geluk ook eeu wig zou duren,? Ook Martin Katzenberger poogde op dat oogen- i blik zijn toekomstig lot te bepalen. Hij was niet meer de vroolijke, vriendelijke jonkman, die hij nog was j voor hij ten oorlog ging. Een duistere, wrevelige trek lag op zijn anders zoo open gelaat en de lippen om zijn mond waren zoo strak en stijf, alsof hij nooit meer zou kunnen lachen. Hoezeer Martin had geleden, sedert het bewustzijn in hem doorgedrongen was: de geliefde zijnB harten voor altijd verloren te hebben, dat wist alleen de Almachtige. Martin was te lomp en te onbeschaafd, dnn dat hli in woorden zou hebben kunnen uitdruk- j keD) wat zijn hart folterde en pijnigde. Maar zelfs, al had hij dit kunnen doen, aan wien zou hij de vreeselijke teluerstelling die zijn hart had moeten verduren, kunnen en durven openbaren?! Den molenaar mocht men niet over zijn kind spre ken .Hij was een onverzettelijk en trotsch man, die hoog liep met tucht en eerbaarheid. Met afkeurend hoofdschudden had hij reeds de laatste paar maan den bemerkt, dat zijn kind anders was geworden., Dat had hem al meer gehinderd dan hij had gezegd, maar nu zij uit zijn huis was weggevlucht, had hij zijn kind uit het hart gerukt en kende hij haar niet meer. Hij was niet een van die liefhebbende natu ren, die alles kunnen vergeven en vergeten. De ware en groote liefde was aan zijn hart vreemd gebleven, wat hem tot zijn kind had aangetrokken, was een gevoel van trotsche teederheid geweest. Nu hij met zijn verwachtingen schipbreuk had geleden, wilde hij de ondankbare vergeten. Voor geen verontschuldiging was hij toegankelijk, hij dacht er niet aan, dat hij in de eerste plaats voor het hem aangedane verdriet den ontvoerder van zijn kind had aan te wijzen. Hij verzette zich met kracht tegen de gedachte dat Antje eigenlijk slechts een eenvoudig, zwak, oner varen kind was, dat in vergeeflijke zwakheid had toegegeven aan de influisteringen van een Jonge man en door wiens schuld zij zich had laten verlei den tot een onbezonnen stap. Tobias Sturm hield zich onverbiddellijk vast aan de overtuiging, dat zijn huis, de eer van zijn naam door de handelwijze van Antje een onuitwischbare schande was berokkend. Hij wist het immers wel hoe, wat Antje had gedaan, dagelijks bij vrienden en kennissen werd besproken en scherp veroordeeld. Die bezoedelaarster van zijn eer wilde hij nooit meer onder de oogen hebben. Toen derhalve op zekeren morgen een brief, die het poststempel Calais droeg en waarvan het adres, dat met bevende hand was geschreven, hem duidélijk verried wie de afzendster van dezen brief was, toen had hij met ijskouden beslistheid het schrijven ver frommeld en ongeopend en ongelezen in het vuur ge worpen. Evenzoo was het gegaan met den derden en vierden brief... toen was er geen brief meer geko men. Maar ook bij de molenaarsvrouw vond Martin met zijn verdriet geen troost. De oude vrouw, die veel te lijden had van de verwijten van haar ruwen man, zocht haar troost in geween en geklaag. Zij was bui tengewoon rijk aan tranen en wilde beklaagd worden, doch had voor den bedrogen jongen man geen enkel woord over. Zoo stond Martin met zijn hevige smart alleen. Hij was ook man genoeg om met geweld ziek te onttrekken aan de doffe verslagenheid, die hem in den beginne had overmeesterd, toen hij begreep dat Antje hem had bedrogen. Maar Martin was niet in staat zich de liefde voor het blonde kind uit het hart te rukken. Hij voelde hoe die liefde met den dag steeds ernstiger en vuriger werd. Hij was ten prooi aan een koortsachtig verlangen naar zijn lief ste. Hij kon haar niet vloeken. Zelfs ai wilden zijn lippen bij het uitbreken van zijn toorn, leelijke woor den spreken over Antje, dan nog verdedigde zijn hart haar. Alle nasporingen die hij had gedaan naar de ver blijfplaats van Antje waren vergeefsch geweest. Hij had zich zelfs de moeite getroost hier en daar per soonlijk naar haar te informeeren, maar overal waren zijn vragen met schouderophalen beantwoord. Menig maal was er een vaag gerucht tot hem doorgedron gen. Men had in den bewusten nacht een vermom den man met Antje in een rijtuig in razende vaart naar het dichtstbijzijnde station zien rijden, maar een nader onderzoek, hetwelk de onvermoeide Martin da delijk ingesteld, wees uit, dat ook dit weer een los gerucht was geweest. Met taaie kracht had zich evenwel de gedachte in zijn hoofd genesteld, dat de Wolfensteiner de hand in het spel had gehad bij de ontvoering van Antje. Hij had wel is waar niet het geringste bewijs daar voor, maar de verwoede uitroepen van den krankzin nigen grootvader, die niet moede werd hem telkens weder met stamelende tong te vertellen hoe hij den Wolfensteiner met Antje in het bosch had aangetrof fen, hadden bij hem toch een sterke argwaan doen ontstaan. Zijn schroomvalligheid weerhield hem persoonlijk op den burcht Wolfenstein een onderzoek in te stel len, maar eindelijk besloot hij toch daartoe. De trot sche heeren daar mochten niet denken steeds onge straft een Katzenberger onheil te kunnen aanbrengen, zeide hij knarsetandend bij zichzelf. Maar ook zijn gang naar Wolfenstein was vergeefs. De oude graaf had hem eerst zelfs niet willen ontvangen, en toen dit eindelijk toch gebeurde, was ten slotte de kamerdienaar Frans als bemiddelaar opgetreden. De graaf had den jongen fieren man bijna niet durven aanzien en bij het noemen van zijn naam was hij ineengekrompen van schrik en ontzetting. „Het is dwaze zotteklap, die jij mij daar voor- zwetst, jongeman," had de graaf eindelijk boos uit geroepen, maar toch had hij moeten beloven onver wijld bij zijn zoon een onderzoek in te stellen of deze zich in werkelijkheid zoover had vergeten, dat hij de dochter van den molenaar van Almenrode had ontvoerd. Het antwoord van den jongen graaf liet niet lang op zich wachten. Het was gedagteekend uit Rome en in dat schrijven had de jonge graaf zijn verwon dering uitgedrukt, hoe men zijn persoon met zulke dolzinnige praatjes in verband kon brengen. Hij was immers reeds ruim zes weken vroeger vertrokken dan de dochter van den molenaar het ouderlijk huis was ontvlucht. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1