Toch onschuldig.
Woensdag 20 October 1900.
53ste Jaargang. No. 4593.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAKER
Alfcmi Nieuws-
COURANT.
Adwertcnüe- LuniMlal
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau SCHABEL, Laan O 4.
Interc. Telephoon No. 20.
Uitgevers i TÉAPIÜIAM Co.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad.
Zitting van Dinsdag 19 October.
EEN DIEVEGGE.
De eerste beklaagde met wien onze sterfelijke
oogen mochten kennis maken vandaag, was een lid
van het schoone geslacht, Lamberta van Koll ge
naamd, een 23-jarige jonge dame, te Utrecht gebo
ren en laatstelijk in betrekking te Enkhuizen bij den
manufacturier H. H. Kusters, bij wien ze primo Fe
bruari jl. in dienst getreden was.
Ze is sinds eenigen tijd met inachtneming der
noodige formaliteiten, heel eerbiedig opgesloten ge
worden in het Alkmaarsche Maison de Conversatie,
wantzij heeft het blijkens eene tegen haar uit
gebrachte dagvaarding met de eerlijkheid zoo heel
nauw niet genomen. Integendeel! Hare begrippen om
trent het mijn en dijn waren tamelijk ruim, om 't
niet krasser uit te drukken. De zucht naar opschik,
die ook haar beheerschte, dreef haar tot het wer
pen van een begeerig oog op den welvoorzienen win
kel haars patroons.
De jonge dame wist met groote handigheid allerlei
benoodigdheden, die naar hare meening onontbeer
lijk waren om zich „naar den eisch" uit te dossen,
weg te kapen, met welke aardigheden zij al in Juni
dezes jaars begon. Eerst in September d.a.v. werd
haar „magazijn" (want zoo kon men het wel noe
men) ontdekt. Zij had dit op haar slaapkamertje
opgeslagen, maar 't werd ontdekt door 't echtpaar
Kusters en het duurde nu niet lang of zij zat veilig
onder dak te Alkmaar wat zij aan justitiëele bemoei
ingen, die natuurlijk niet uitbleven, te danken had.
De O. v. J. vond, nadat de echtelieden Kusters vol
doende iwaren verhoord; het bewijs van den aan
Lamberta ten laste gelegden diefstal bewezen. Des
te minder verschoonbaar vond Z.E.G. dezen, daar hij
was begaan in eene betrekking, bij het bekleeden
waarvan zij een zeker vertrouwen genoot. De schen
ding daarvan dient voorbeeldig gestraft te worden.
Nevens de sombere zijde die deze strafzaak aan
kleeft, wou spreker toch niet verzuimen, ook op de
lichtzijde te wijzen, die hierin bestaat, dat de ge
daagde tot dusverre een blanco strafregister had.
Eisch: 4 maanden gevangenisstraf.
De rechtskundige raadsman van beklaagde, Mr. P.
A. Offers, verzocht in zijn pleidooi aftrek van preven
tieve hechtenis, zoodanig, dat na dien aftrek geen
straf meer overbleef en zijne cliënte de gevangenis
weer kon verlaten.
DAT GAF NIETS!
Klaas Mantel, een stevige kerngezonde schippers
knecht van 33-jarigen ouderdom, geboren en wonende
te Broekerhaven, gem. Bovenkarspel, was in verzet
gekomen tegen een onlangs door deze rechtbank
tegen hem wegens wederspannigheid gewezen vonnis,
daar dit hem even te zwaar toescheen.
Wat hem evenwel niet veel baatte. Want de O. v.
J. releveerde dat beklaagde nu al voor den derden
keer wegens wederspannigheid tegen de politie te
recht stond (in 190i en in 1907 is sinjeur ook al
deswege veroordeeld de laatste maal óok voor
een maand!) dus ee» flinke straf is nu volgens
Z.E.G. zeer zeker niet misplaatst.
De O. v. J. eischte bekrachtiging van het tegen
Mantel gewezen vonnis (1 maand gevangenisstraf).
TEGEN DE POLITIE.
Gert Bessering uit Hem (gem. Venhuizen), had al
daar den rijksveldwachter Roodenboog op 27 Augus
tus jl. op eene leelijke manier beleedigd, door dezen
te verwijten dat hij, als ambtenaar, van een boer,
die in de termen viel voor bekeuring, een rijksdaal
der aannam als belooning en dan verder den man
ongemoeid liet, terwijl diezelfde ambtenaar hem (be
klaagde) juist moest hebben.
Een leelijke insinuatie, waarvan de rijksveldwachter
natuurlijk verbaal opmaakte en waar niet veel van
„heel" bleef toen de O. v. J. Bessering uitnoodigde
daaromtrent hier eens uit te wijden.
De heer Officier stak zijne gemoedsstemming over
deze handelwijze niet onder stoelen of banken en
gispte de wijze van optreden, door beklaagde betracht,
geducht
De eisch luidde: eene week gevangenisstraf.
DIEFSTAL VAN JONGE EENDEN.
De volgende beklaagde, Luid Rond geheeten, een
eenden- en koeienboer uit Schermerhorn, had zich
heden te verantwoorden wegens wederrechtelijke toe-
eigening van eenige eendenpullen, toebehoorende aan
zijn gemeentenaar Klaas Nooi, die op een goeden
dag de beestjes miste. Wel had Klaas de beestjes
door ettelijke uitsnijdingen en afkortingen van di
verse zwem- en vliegorganen zóo toegetakeld dat er
naar de bescheiden meening van den E.A. heer Prae-
sus niet veel meer van een op dergelijke manier „ken
baar" gemaakten eendvogel overbleef, maar dat was
voor Luid geen bezwaar om toch 't stelletje als
„goeden buit" te verklaren en stiekum in te palmen.
Rond stapte vierkant over alle bezwaren heen. Maar
dat brak hem op als „der kat de kaas" want van zijne
handigheid in deze werd veel meer notitie genomen
dan hem aangenaam kon wezen.
Luid werd op 't bokkebankie gerequireerd en mocht
zich wegens den beganen diefstal in een door den
O. v. J. ingestelden eisch tot f25 boete of 10 dagen
brommen verheugen. H ij lekker, dat kun je begrij
pen!
KERMIS-NAWEEëN.
Kees Bakker van Oosterblokker was den 23 Au
gustus jl. aldaar druk aan 't kermis vieren in het
gröote café van den heer A. Bijl aldaar, niet ver
van 't sierlijke raadhuis.
Zoo druk was Kees bezig, dat hij een bierflesch
nam en er mee op den stevigen kop van Paulus Buis
man sloeg dat het er van bomde!
Pauw, die niks geen aanleiding gaf, was niet erg
in zijn hum! Dat snap je.
En even begrijpelijki s de geanimeerde vechtpartij
die volgde en die de politiemannen J. Rientsma
(rijksveldwachter uit Hoorn) en J. Tuinman (ge
meente-veldwachter van Blokker, woonachtig te O.-
Blokker) aanleiding tot een lijvig verbaaltje gaven.
De O. v. J. eischte tegen Kees wegens diens op
treden 2 weken gevangenisstraf. Zeker niet te veel,
als men bedenkt, hoe gemeen hij Rientsma heeft ge
schopt.
DUUR VERZUIM.
Teunis Dirk Bruin uit Den Helder kwam nu aan
de beurt. Hij had verzuimd, om als eigenaar van
een paar honden, van het bezit dezer beestjes aan
gifte te doen voor de plaatselijke belasting. Deze
onachtzaamheid bezorgde hem nog een extra voor
recht, want de O. v. J. eischte tegen hem 2 boeten
elk van f 4 (ieder der boeten door 1 dag hechtenis
te vervangen),
WEER TEGEN DE POLITIE.
De jongeheer R. Houter van Hoogkarspel had den
Feuilleton.
20.
Roman van Hoeker.
Eindelijk hield het rijtuig voor een kleine kerk in
een voorstad stil. Daar woonden kleine renteniers en
ambtenaren, die hun laatste levensjaren in allen een
voud en kalmte wenschten door te brengen.
Bij het matte schijnsel eener straatlantaarn haal-1
de de jonge man zijn horloge voor den dag en
keek er vluchtig op. „Het is éen uur liefste," zeide
hij in het Duitsch tot de dame en hielp haar uit
stappen. „Wij zijn juist nog op tijd."
Het jonge paar had slechts weinige schreden te
doen en verdween toen in het kerkgebouw. Daar
heerschte een schemerachtige duisternis. In de na
bijheid van het altaar brandden in een halven cir
kel eenige groote kaarsen. Bij het schijnsel daarvan
herkennen we in het jonge paar de toekomstige ma
joraatsheer van Wolfenstein en mooi Antje, de doch
ter van den molenaar van Almenrode.
Voor het altaar wachtte reeds een oud gebogen
man in priesterkleeding. Met onverschilligen, kouden
blik keek hij naar het jonge paar, nadat hij den eer
biedigen groet der beide jonge menschen met een
flauw lachje had beantwoord. Eerst toen de oude
man het zedige, lieve gelaat van Antje zag, werd
hij milder en zachter. De oude priester had zijn leven
!ang in de kleine kerk gearbeid en daarbij veel
«choons en liefs gezien. Hoevelen waren er voor
hem getreden met de heiligste gevoelens in hun hart,
®et de meest vaste voornemens voor de toekomst.
Hoevelen ook met een gelaat zoo versteend en hard,
als maar alleen mogelijk is door de grootste wan
hoop des harten. Maar de oude man herinnerde zich
nooit zulk een lief onschuldig wezentje te hebben
gezien, dat daar nu voor hem was verschenen, om
z'ch te laten vereenigen in den onverbreekbaren band
"es huwelijks.
Hem zoo eenvoudige plechtigheid, waarbij zelfs
gewone getuigen ontbraken, hadden voor den
to h plde8ter> d'e dergelijke dingen gewoon was,
ch iets treffends. Waarom dezen eenigen en schoon
den dag des levens in het geheim gevierd? Het is
jammerlijk dat deze verheven huwelijksplechtigheid
°o in het geniep moest plaats hebben.
den regel komt er van dergelijke huwelijken
oh veel goeds. Want zulke verbonden in overijling
gesloten, meer uit een ziekelijke of overdreven be
ding, dan uit werkelijke opofferende liefde bren-
rou meestal in de toekomst bittere tranen van be-
27 Aug jl. aldaar iets verkeerds gedaan door den ge
meenteveldwachter J. J. v. d. Veer, die aldaar surveil-
ieërende was dien dag, te beleedigen, hem voor een
valschen wetsdienaar uitmakende.
Dat liet V. d. Veer zich natuurlijk niet ongestraft
zeggen en hij diende eene aanklacht in. Dit had
ten gevolge, dat de O. v. J. vandaag tegen Houter
met toepassing van de artt. 26667 Wetboek van
Strafrecht, wegens beleediging eens dienstdoenden
ambtenaars, 1 week gevangenisstraf eischte.
HARDHANDSCH.
Meindert Wijdenes uit Oostwoud, de volgende be
klaagde, was present.
Hij had zich te verantwoorden wegens mishande
ling aldaar op 26 Augustus jl. zonder veel motief
gepleegd, op zijn dorpsgenoot Jan Roos.
Roos, daags daarna met een opgezette wang geze
gend, liet het er niet bij zitten en liet zijn kastijder
voor de vierschaar dagen.
De heer Officier knapte den hardhandigen Wijde
nes op met een eisch tot f 5 boete of 5 dagen hech
tenis.
OOK VAN DE KERMIS.
Nu volgde Engel Zonneveld uit Wijk aan Zee en
Duin. Die had zich den 15den Augustus j.1. op de
Akerslooter kermis in het café van den heer Kuit-
waard 'te Akersloot, met een stoel in de hand een beetje
onvoorzichtig gedragen.
Hij had volgens dagvaarding zoo raar met een stoel
gemanoeuvreerd, (dien hij van 't tooneel in de danszaal
bad gedragen om aan eene uitnoodiging om bij de
luidjes in 't dansvertrek te komen zitten te voldoen,
met zich voerde), dat de even vóór 't tooneel han
gende lamp door hem met bedoelden stoel werd stuk-
gestooten, uit den hanger gewipt en op den vloer
viel. Een begin van brand ontstond, dat echter ge
lukkig tijdig werd bezworen.
Een heel regiment getuigen, waarvan de heer Of
ficier al bij voorbaat de meest tegenstrijdige verkla
ringen verwachtte, trad op.
Nu viel het den beer Officier wel mede, dat de
verklaringen dier verschillende luidjes lang niet zoo
erg uiteen liepen als Z.E.G. zich wel had voorgesteld,
maar toch kon spreker, eenmaal het woord verkrij
gende tot het nemen van zijn requisitoir, het bewijs
niet wettig1 en overtuigend geleverd achten.
De heer Officier eindigde dan ook met wegens ge
brek aan bewijs, vrijspraak te vragen voor Engel.
Een paar Kinderwettenzaken, die met gesloten deu
ren werden behandeld, vormden vandaag het slot der
zitting.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Har enkar spel (Waarland).
Voor het herhalingsonderwijs hebben zich 12 leer
lingen aangemeld. Bij het aantal van andere jaren ver
geleken is dit vrij hoog te noemen.
Meiwe Niedorp.
Dinsdag 19 October j.1. werd tusschen de nieuwe
kolfclub té Nieuwe Niedorp en de kolfchib „Niet
Klappen" een match gehouden als vervolg op die
welke onlangs tusschen die beide clubs te Hoogwoud
werd gehouden.
Thans was „het veld van eer" gekozen in de kolf
baan van den heer C. Kooiman te Nieuwe Niedorp.
Hoogwoud (had al reeds 1370 punten) sloeg er nu
1421, dus in totaal 2791.
Nieuwe Niedorp, had 1180 punten, sloeg er nu 1349,
dus totaal 2529.
Hoogwoud was dus na de éérste meting der krach
ten al de sterkste met 190 punten meer. Heden
avond sloeg Hoogwoud 72 punten meer dan N. Niedorp.
't Was een gezellige avond hier, evenals onliangs te
Hoogwoud 't geval was. Van weerszijden namen 14
kolvers aan den match deel. Hedenavond sloegen van
N. Niedorp de heeren P. Koopman met 262, J. B.
Wilken met 238, en D. v. d. Stok met 215, de hoog
ste punten.
Van Hoogwoud deden dat de heeren A. Hazelhoff
met 256, H. de Boer met 248 en K. Dekker met
240 punten.
GROENTENHANDEL.
Het gaat met den groentenhandel aan den I^mge-
dijk stug, er worden lage prijzen besteed, ook de aan
koop der bewaarkool voor den winter is trekkend, de
lage prijzen der herfstkool oefenen hierop hun in
vloed uit.
Langedfik.
Door een paar vereenigingen aan den Langedijk wor
den pogingen aangewend om te komen tot het in
stellen van een vereeniging „Voor de Jeugd", die avon
den zal organiseeren, waar belangrijke zaken worden
besproken, vooral van belang voor hen, die dö school
niet meer bezoeken.
Zuidscliarwoude.
Het Bestuur van de Coöperatieve Verbruiksvereeni-
ging „Vooruit" heeft een flink terrein aangekocht ter
uitbreiding van de zaak met een afdeeling kruideniers
waren. 1
Zuidscharwoude.
Tot onderwijzeressen en onderwijzers bij het her
halingsonderwijs alhier, zijn benoemd de dames N.
Buurs en L. A. Greidanus en de heeren J. Ham
Z. G. v. d. Toom en J. du Burck.
TYPHUS AAN DEN LANGEDIJK.
Burgemeester en Wethouders van Zuidscharwoude
laten heden door middel van groote biljetten bekend
maken, dat door hen van den Inspecteur der Volks
gezondheid mededeeling is ontvangen, dat bij verdere
uitbreiding de typhus epidemisch zal worden verklaard.
Zij wijzen op het groote nadeel, dat de gemeente daar
door zou lijden, aangezien geen of weinig groenten
meer zouden worden uitgevoerd, en wijzen' er tevens
op, dat de politieverordening op het gebruik en het
verontreinigen van slootwater streng zal worden toe
gepast.
Ziiiilschurnoude.
Door den gemeenteraad alhier werd onlangs beslo
ten vrijstelling te vragen van het geven van onderwijs
in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek. Door
Ged. Staten is dit echter geweigerd. 'Thans is beslo
ten een met redenen omkleed adres aan dat College
te richten met h et verzoek alsnog dispensatie te krij
gen aangezien met September a.s. de R. K. school
te Noordscharvvoude wordt geopend, en er daardoor
lokalen vrij komen, terwijl nu een nieuw lokaal zou
moeten worden ingericht voor het desbetreffende on
derwijs.
HOORN.
Door het hoofdbestuur der Noordhollandsche Pluim
vee-vereen iging „Het Rashoen", gezeteld te Hoorn
is een schrijven gericht aan de volgende Pluimvee-
vereenigingen„Aves" te Alkmaar, „Enkhuizen en Om
streken" te Enkhuizen, „Bussum" te Bussum Ornis"
te Amsterdam, „Flora en Fauna" te Zaandam, Fauna'
to Haarlem en de onderafd. van de V. P. N. te
Haarlem en waaraan we het volgende ontleenen:
Misschien dacht ook die oude priester daaraan,
toen zijn blik deelnemend rustte op de liefelijke
vrouwengestalte vóór hem.
Een klein orgel deed nu zijn zachte tonen hoo-
ren, maar hoe onzuiver zij ook klonken, deze muziek
maakte op Antje toch een diepen indruk. Met hei
lige aandoening was zij op het kussen voor het altaar
neergeknield. Zij had de handen over de borst samen
gevouwen en keek vol deemoed voor zich neer. Van
hetgeen de oude man nu verder zeide verstond het
meisje geen woord.
Maar al had de priester de taal der engelen ge
sproken, Antje zou niet naar hem hebben geluisterd.
Zij was te veel aangedaan door de wijding van het
oogenblik, dat over den verderen loop van haar leven
besliste. Eerst toen Wolf, die naast haar geknield
lag, haat' arm aanraakte, begreep zij, dat de ringen
moesten worden verwisseld.
Toen zij den ring aan haar vinger zag blinken,
voer haar een rilling door de leden en keek zij voor
de eerste maal den priester in de oogen. Deze moest
het stille smeekgebed in haar oogen hebben gelezen
en verstaan, want hij breidde zegenend de handen
over hun hoofden uit. Ootmoedig boog Antje haar
blond kopje en bad in stilte. Daarna liet zij het ge
willig begaan, dat Wolf haar in zijn armen sloot.
Het was haar zoo onbeschrijflijk zoet en heilig
te moede. Een zachte weemoed, die gewoonlijk het
heiligste geluk vergezeld, had haar gemoed vervuld.
De herinneringen aan haar kindschheid lagen ver
achter haar, zij gevoelde zich geheel en al éen met
het tegenwoordige. Zij voelde zich éen met den man
die haar in de armen sloot, zoodat zij niet eens meer
kon denken aan het harteleed, dat zij natuurlijk haar
ouders had berokkend. Zij had slechts éen gedachte,
Wolf lief te hebben, hem toe te behooren voor tijd
en eeuwigheid.
Het jonge paar verliet nu de kerk. De paarden
trokken weder aan en de jonge vrouw gevoelde zich
bevangen door een zoeten, gelukkigen droom, toen
1 zij naast haar echtgenoot zittend, in diens armen
rustte en de oogen sloot. Of zooveel geluk ook eeu
wig zou duren,?
Ook Martin Katzenberger poogde op dat oogen-
i blik zijn toekomstig lot te bepalen. Hij was niet meer
de vroolijke, vriendelijke jonkman, die hij nog was
j voor hij ten oorlog ging. Een duistere, wrevelige
trek lag op zijn anders zoo open gelaat en de lippen
om zijn mond waren zoo strak en stijf, alsof hij
nooit meer zou kunnen lachen.
Hoezeer Martin had geleden, sedert het bewustzijn
in hem doorgedrongen was: de geliefde zijnB harten
voor altijd verloren te hebben, dat wist alleen de
Almachtige. Martin was te lomp en te onbeschaafd,
dnn dat hli in woorden zou hebben kunnen uitdruk-
j keD) wat zijn hart folterde en pijnigde. Maar zelfs,
al had hij dit kunnen doen, aan wien zou hij de
vreeselijke teluerstelling die zijn hart had moeten
verduren, kunnen en durven openbaren?!
Den molenaar mocht men niet over zijn kind spre
ken .Hij was een onverzettelijk en trotsch man, die
hoog liep met tucht en eerbaarheid. Met afkeurend
hoofdschudden had hij reeds de laatste paar maan
den bemerkt, dat zijn kind anders was geworden.,
Dat had hem al meer gehinderd dan hij had gezegd,
maar nu zij uit zijn huis was weggevlucht, had hij
zijn kind uit het hart gerukt en kende hij haar niet
meer. Hij was niet een van die liefhebbende natu
ren, die alles kunnen vergeven en vergeten. De ware
en groote liefde was aan zijn hart vreemd gebleven,
wat hem tot zijn kind had aangetrokken, was een
gevoel van trotsche teederheid geweest. Nu hij met
zijn verwachtingen schipbreuk had geleden, wilde hij
de ondankbare vergeten. Voor geen verontschuldiging
was hij toegankelijk, hij dacht er niet aan, dat hij
in de eerste plaats voor het hem aangedane verdriet
den ontvoerder van zijn kind had aan te wijzen. Hij
verzette zich met kracht tegen de gedachte dat
Antje eigenlijk slechts een eenvoudig, zwak, oner
varen kind was, dat in vergeeflijke zwakheid had
toegegeven aan de influisteringen van een Jonge
man en door wiens schuld zij zich had laten verlei
den tot een onbezonnen stap. Tobias Sturm hield
zich onverbiddellijk vast aan de overtuiging, dat zijn
huis, de eer van zijn naam door de handelwijze van
Antje een onuitwischbare schande was berokkend.
Hij wist het immers wel hoe, wat Antje had gedaan,
dagelijks bij vrienden en kennissen werd besproken
en scherp veroordeeld. Die bezoedelaarster van zijn
eer wilde hij nooit meer onder de oogen hebben.
Toen derhalve op zekeren morgen een brief, die
het poststempel Calais droeg en waarvan het adres,
dat met bevende hand was geschreven, hem duidélijk
verried wie de afzendster van dezen brief was, toen
had hij met ijskouden beslistheid het schrijven ver
frommeld en ongeopend en ongelezen in het vuur ge
worpen. Evenzoo was het gegaan met den derden en
vierden brief... toen was er geen brief meer geko
men.
Maar ook bij de molenaarsvrouw vond Martin met
zijn verdriet geen troost. De oude vrouw, die veel te
lijden had van de verwijten van haar ruwen man,
zocht haar troost in geween en geklaag. Zij was bui
tengewoon rijk aan tranen en wilde beklaagd worden,
doch had voor den bedrogen jongen man geen enkel
woord over.
Zoo stond Martin met zijn hevige smart alleen.
Hij was ook man genoeg om met geweld ziek te
onttrekken aan de doffe verslagenheid, die hem in
den beginne had overmeesterd, toen hij begreep dat
Antje hem had bedrogen. Maar Martin was niet in
staat zich de liefde voor het blonde kind uit het
hart te rukken. Hij voelde hoe die liefde met den
dag steeds ernstiger en vuriger werd. Hij was ten
prooi aan een koortsachtig verlangen naar zijn lief
ste. Hij kon haar niet vloeken. Zelfs ai wilden zijn
lippen bij het uitbreken van zijn toorn, leelijke woor
den spreken over Antje, dan nog verdedigde zijn hart
haar.
Alle nasporingen die hij had gedaan naar de ver
blijfplaats van Antje waren vergeefsch geweest. Hij
had zich zelfs de moeite getroost hier en daar per
soonlijk naar haar te informeeren, maar overal waren
zijn vragen met schouderophalen beantwoord. Menig
maal was er een vaag gerucht tot hem doorgedron
gen. Men had in den bewusten nacht een vermom
den man met Antje in een rijtuig in razende vaart
naar het dichtstbijzijnde station zien rijden, maar een
nader onderzoek, hetwelk de onvermoeide Martin da
delijk ingesteld, wees uit, dat ook dit weer een los
gerucht was geweest.
Met taaie kracht had zich evenwel de gedachte in
zijn hoofd genesteld, dat de Wolfensteiner de hand
in het spel had gehad bij de ontvoering van Antje.
Hij had wel is waar niet het geringste bewijs daar
voor, maar de verwoede uitroepen van den krankzin
nigen grootvader, die niet moede werd hem telkens
weder met stamelende tong te vertellen hoe hij den
Wolfensteiner met Antje in het bosch had aangetrof
fen, hadden bij hem toch een sterke argwaan doen
ontstaan.
Zijn schroomvalligheid weerhield hem persoonlijk
op den burcht Wolfenstein een onderzoek in te stel
len, maar eindelijk besloot hij toch daartoe. De trot
sche heeren daar mochten niet denken steeds onge
straft een Katzenberger onheil te kunnen aanbrengen,
zeide hij knarsetandend bij zichzelf. Maar ook zijn
gang naar Wolfenstein was vergeefs. De oude
graaf had hem eerst zelfs niet willen ontvangen, en
toen dit eindelijk toch gebeurde, was ten slotte de
kamerdienaar Frans als bemiddelaar opgetreden. De
graaf had den jongen fieren man bijna niet durven
aanzien en bij het noemen van zijn naam was hij
ineengekrompen van schrik en ontzetting.
„Het is dwaze zotteklap, die jij mij daar voor-
zwetst, jongeman," had de graaf eindelijk boos uit
geroepen, maar toch had hij moeten beloven onver
wijld bij zijn zoon een onderzoek in te stellen of
deze zich in werkelijkheid zoover had vergeten, dat
hij de dochter van den molenaar van Almenrode had
ontvoerd.
Het antwoord van den jongen graaf liet niet lang
op zich wachten. Het was gedagteekend uit Rome
en in dat schrijven had de jonge graaf zijn verwon
dering uitgedrukt, hoe men zijn persoon met zulke
dolzinnige praatjes in verband kon brengen. Hij was
immers reeds ruim zes weken vroeger vertrokken
dan de dochter van den molenaar het ouderlijk huis
was ontvlucht.
Wordt vervolgd.