De Lauwerkrans. Donderdag 21 October 1909. 5ttste Jaargang. No. 4594. Bureau SCHAGEN, Laan D 4. Uitgevers i TRAPMAN Co. Bekendmakingen Binnenlandsch Nieuws. Alpneei Niens- MrattMit- LnüiiillK Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Interc. Telephoon No. 20. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. DU nummer bestaat uit een blad. Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan bet zijnen bruiloftsdag zoo had vereerd. onderzoek mochten verhinderen, dan zal daarvan zoo dra mogelijk ter Gemeente-secretarie moeten worden overgelegd eene gelegaliseerde geneeskundige verkla ring, welke op ongezegeld papier kan worden gesteld. GEMEENTE SCHAGEN. o GROOTE NAJAARSVEEMARKTEN. Burgemeester en Wethouders der gemeente SCHA GEN brengen ter algemeene kennis, dat eene buiten gewone keuring zal plaats hebben van het vee be stemd voor de markten op 28 OCTOBER, 4, 11, 18, on 23 NOVEMBER a.s. welke keuring zal aanvangen des morgens te zes ure en alsdan vóór genoemd uur geen vee ter markt zal worden toegelaten. Schagen, den 19 October 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, I H. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. o— LANDWEER. JAARLIJKSCH ONDERZOEK. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Scha gen maken, ingevolge art. 30, tweede lid, der Land- weerwet, bekend, dat het onderzoek van de in het verlofgangersregister dezer Gemeente^ ingeschreven verlofgangers van de Landweer zal worden gehouden in deze gemeente, in het lokaal „Ceres" op Dins dag 2 November 1909, des voormiddags ten negen ure, de verlofgangers, die in 1903 en 1904 naar de Landweer ure, de verlofgangers. Q Landweer zijn overgegaan; des namiddags ten éen kleumde. Daar buiten woei de herfstwind, de gele ure, de verlofgangers, die in 1907 naar de Landweer bladeren der kastanjes voor zich heen drijvend als zijn overgegaan en op Woensdag 3 November 190 9, I angstig fladderende vogels. Grauw was het daar buiten, des voormiddags ten negen ure, de verlofgangers, die en grauw ook in het kamertje van den ouden man. in 1908 naar de Landweer zijn overgegaan en des i Het sjofele bed, de waggelige tafel met den éénen voormiddags ten half elf ure de verlofgangers, die in 1909 naar de Landweer zijn overgegaan. Tot de verlofgangers, die verplicht zijn aan het onderzoek deel te nemen, behooren ook de bij de Landweer geplaatste verlofgangers van het reserve- personeel der landmacht, zoomede de verlofgangers die bij de Landweer dienen krachtens verbintenis tot vrij willigen dienst. Aan het onderzoek behoeft echter niet te wor den deelgenomen door: a. de verlofgangers, die in het loopende jaar over eenkomstig artikel 11 van voornoemde wet voor her halingsoefeningen onder de wapenen zijn geweest; b. de verlofgangers, in het genot van ontheffing van den werkelijken dienst (artikel 15, eerste lid, van voornoemde wet) c. de verlofgangers, die eene der betrekkingen be- kleeden als aangeduid in kolom 2 van de lijst, vast gesteld bij het Landweer-Besluit II, waartoe o. a. behooren de hoofdambtenaren, ambtenaren en be- Dc winter verliep de schouwburg werd gesloten - cn de lauwerkrans op den bruiloftsdag was niet slechts de eerste, maar ook de éénige gebleven. Maar het paartje leefde gelukkig in zijn liefde. Nu kwam de Verlofgangers, die wenschen het onderzoek elders j zomer, en de kapelmeester moest vlijtig er op be- hetzij binnen, hetzij buiten het Landweerdistrict, waartoe zij behooren of op een ander tijdstip te ondergaan, kunnen zich met een daartoe strekkend en met redenen omkleed verzoekschrift wenden tot hunnen Landweerdistrictscommandant. Het verzoek behoeft niet op gezegeld papier te zijn gesteld doch behoort gefrankeerd te worden verzonden. Wordt het verzoek ingewilligd, doch maakt de verlofgan ger van de vergunning geen gebruik, dan wordt deze geacht niet te zijn verleend. Bij het onderzoek moeten de verlofgangers ook medebrengen de aan hen uitgereikte wapenen met toe- behooren. De verlofgangers, die nog niet in het be zit van evenbedoelde voorwerpen zijn gesteld, ontvan gen deze bij het onderzoek. Schagen, den 18 October 1909. Burgemeester en Weihouders voornoemd, De Burgemeester. K. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. Door RUDOLE HER ZOG. dacht zijn, den stillen tijd door het geven van lessen winstgevend te besteden. Zijne vrouw deed het hare en hield met kleine middelen het huishoudentje knap en vroolijk gaande. Schraal genoeg was vaak in de kleine muzikantenwoning de tafel aangerecht. Maar een blik naar den lauwerkrans, die op de beste plaats aan den wand pronkte, was genoeg om den jongen man weer de stoutste illusies voor de toe komst te doen voor oogen zweven. Illusies illusies! Vlinders in den herfst!... En het werd herfst. Het tooneelseizoen begon en liep weer op het einde, en de tweede kapelmeester bleef op den achtergrond, had althans geen, gelegen heid meer om zich te onderscheiden. Ja erger j nog! Voor het volgende seizoen werd zijn engage ment niet hernieuwd. Daar sloop de zorg in de kleine woning en maak- i te zich er thuis, en wdar ook het paartje de blikken heenwendde, overal grijnsde de zorg I zelfs uit de bladeren van den lauwerkrans, die een maal zoo jubelend begroet was geworden als geluks- den Overtoom te Amsterdam door een „op hol ge slagen" auto aangereden werden, is gisteren ten ge volge van de inwendige kneuzingen overleden, 't Was het 11-jarig dochtertje van den heer B., in de le Helmersstraat aldaar. KINDERVERLAMMING. Men meldt uit Leiden: In verband met de in deze gemeente voorkomende gevallen van Polio myclytis acuta infantum (kinder verlamming) is eergisteravond een vergadering van de Gezondheidscommissie gehouden, welke vergadering ook werd bijgewoond' door den inspecteur der volksgezond heid dr. Th. G. den Houter te 's-Gravenhage en dr. E. Gorter, kinderarts te Leiden. De Gezondheidscommissie zal zoo spoedig mogelijk een uitgebreid onderzoek instellen en er zullen bijl de Regiering pogingen worden aangewend om deze ziekte besmettelijk te verklaren. Er zijn thans officieel 17 gevallen geconstateerd, al len bij kinderen beneden twee jaar. De ziekte is niet van kwaadaardigen aard. Sommige ouders houden ech ter hun kinderen reeds van school. OVER HOLLAND VAN VROEGER. Een uit het Fransch vertaald boekje, uitgekomen in 1828 en getiteld: „Denkwürdigkeitem über den Hof Louis Napoleons und über Holland" bevat be legde haar hoofd in zijnen arm en streelde het zacht. „Wij zullen 't verdragen," fluisterde hij. „Zoolang ik jou heb, is alles goed. Jij hebt mij immers het ge- De oude man zat ineengedoken op den gehavenden luh in huis gebracht: op den eersten dag dien krans! stoel, uit welken het stroo aan lange einuen neder-••■Lach toch weer eens, mijn lieve, zoete wijfje!" zijn overgegaan; des voormiddags ten elf hing' Hij had zich in een dunnen, verschoten man- rlofgangers, die in 1905 en 1906 naar de tel gewikkeld, dien hij over de knieën bijeenhield. Hij JM r, m t d 11 rt 4/\*\ I l1 1 t ,ITAA i 11 A KojdcHinnn rtn hlh lA '"""i UCb W C4.Ö 5CYY ul UCU ulo gCIUAö- l r „-i bode. Nog hield de man zich flink; en wanneer hij 1 e &een de titel belooft, een beschouwing over het stille, bleeke gelaat zijner gestadig arbeidende i _nz^ andgenooten uit dien tijd, waaraan wij het vol levensgezellin zag, dan kwam hij naar haar toe en ge~ °.n ®eaen: Tot de bekoorlijkheden der Hollandsche vrouwen behooren blauwe oogen van zeer zachte uitdrukking, schoone oogen en in 't bijzonder een frisch gelaat. Maar niet langer dan tot hun dertigste levensjaar blijven de rozen op hunne wangen onverwelkt. Hare gestalte is sierlijk, maar haar gang minder bevallig dan die der Frangaises, ofschoon veel gracieuser dan die der Engelsche vrouwen. De meesten hebben lee- lijke tanden, hetgeen, behalve aan het klimaat, toe- j geschreven moet worden aan haar overdreven koffie- En zij glimlachte, terwijl de tranen haar uit de goede oogen vloeiden. Maar de zorg grijnsde. Zij had nog niet genoeg gedaan in deze kleine woning. Zij had nog ergers in voorraad. Het vrouwtje werd al bleeker en bleeker, met een drogen, koortsigen gloed in de oogen, met een ril len over den rug zelfs op warme dagen. Dapper nog kampte zij er tegen in tot hare laatste kracht verspild was en zij doodmoede de wapens moest strek ken. De man stond aan haar bed en streelde hare han den. Geen geluid kon hij geven; al zijne bewegingen waren slechts werktuigelijk... Dat zij sterven kon hij begreep 't niet. De arts had hem zonder troost gelaten; en nu dwaalden de hulpelooze blikken der stervende door de kamer en bleven gevestigd op den lauwerkrans, alsof van déar een wonder zou geschie den alsof die krans hem sterken en helpen zou, gelijk reeds zoo vaak in bange uren. Een wonder geschiedde er niet. Met den zinken- hoold te zetten en eene rijke partij te doen. Hij ech ter wilde niets daarvan hooren; want hij geloofde aan ambten bij de Rijks- en bij de gemeentelijke politie; zijne toekomst en hield met onwankelbare trouw aan d. de verlofgangers, die bij de toestemming tot ver- zijne liefde vast. blijf buitenslands vrijstelling hebben verkregen van Jarenlang had hij gestudeerd, jarenlang naar eene de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek aanstelling als kapelmeester gezocht. En langzaam her (art. 27 van voornoemde wet); c0n <je jeugd der beide jonge menschen, die steeds nog e. de verlofgangers, die bij de toestemming tot het *- aangaan van eene verbintenis voor de buitenlandsche zeevaart vrijstelling hebben verkregen van de ver plichting tot het bijwonen van het onderzoek (art. 20 van voornoemde wet); f. de verlofgangers van de Exploitatie-Compagnie der Spoorwegafdeeling van het Regiment Genietroe pen. Voorts wordt de aandacht gevestigd op de volgende wetsbepalingen: dat de verlofganger van de Landweer bij dit onder zoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voor zien van de hem uitgereikte kleeding- en uitrusting stukken, alsmede van zijn zakboekje met daarin ge- hechten verlofpas; dat een arrest van twee tot zes dagen, te onder gaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring, door den Landweerdistricts commandant kan worden opgelegd aan den verlof ganger: lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen; 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevon den; 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont; dat, onverminderd de hiervoren genoemde straf van twee tot zes dagen arrest, de verlofganger, die zich schuldig maakt aan een der feiten daarbij on der lo. tot 4o. genoemd, wordt opgeroepen om op een nader te bepalen tijd en plaats voor den land weerdistrictscommandant te verschijnen tot het onder gaan van een nader onderzoek; dat het personeel van de Landweer wordt geacht onder de wapenen te zijn niet alleen gedurende den tijd, dien het onderzoek duurt, maar in het algemeen, wanneer het in uniform is gekleed, zoodat degenen van dat personeel, die ongeregeldheden plegen of zich aan strafbare feiten schuldig maken, hetzij bij het gaan naar de plaats voor het onderzoek bestemd, hetzij gedurende het onderzoek of bij het naar huis heeren, te dier zake vallen onder de toepassing van het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgs tucht voor het krijgsvolk te lande. De verlofganger, die bij herhaling kleeding- of uit rustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont, wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin gedurende *ten hoogste drie maanden gehou den, De duur van dezen dienst wordt door den Mi nister van Oorlog bepaald, die tevens het korps van het leger aanwijst, waarbij de werkelijke dienst moet Worden vervuld. De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproe ping voor den werkelijken dienst, wordt als deser teur behandeld. Nog wordt den verlofgangers uitdrukkelijk herin nerd, dat het niet-ontvangen eener hoofdelijke kennis geving hen niet ontheft van hunne verplichting tot deelneming aan het onderzoek, maar dat deze open bare kennisgeving eenig en alleen als bewijs geldt, dat de verlofganger behoorlijk ls opgeroepen. stoel, de waschkom op ue latafel, met den gebarsten spiegel er boven ziedaar het gansclie huisraad on geveer. En midden in dit armoedje, als een spot en een noon in deze omgeving, prijkte aan den gewitkalkten wand een reusachtige lauwerkrans, verdord en besto ven, met een vergeeld wit lint er aap. Het werd donker in de kamer. De oude man hief even het ingezonkene, van witte baardstoppels ruige gelaat op en liet de fletse, moede oogen rusten op oen krans. Toen zakte hij slap weder ineen. Hij peinsde. Hij dacht aan het verleden. Toen hij nog een levenslustige en hoopvolle jongeling was, deze oude man, toen had ook hij een beroep en eene liefde gehad. Zijn beroep was de muziek geweest, en zijne liefde een klein, tenger meisje, met groote, den dag schemerde ook een leven weg van de aarde geloovige oogen. Hij wilde haar trouwen; maar- omdat en de duisternis van langen nacht daalde neder zij geen geld had, wilde zijne familie hem dwingen °P den eenzaam achterblijvende. de gedachte aan een huwelijk uit liefde zich uit het ert'g, veertig jaren lang nog sleepte hij zijn over- P. _-zik x. jti.-: bodige leven voort van den eenen dag op den auderen. Slechts éénmaal 's jaars vlamde de matte vonk in hem op, en dat was op den sterfdag zij ner vrouw. Wanneer die dag naderde, begon hij koortsig te werken. Elke arbeid was hem daarbij om het even. Aan de muziek dacht hij reeds lang niet meer. Voor de verdiende penningen kocht hij dan op den' dïg der vereenighig wachtten, zich te <mt- immortetienkrans en bracht dien 's avonds naar bladeren. De eerste teekenen van moedeloosheid ver- yil v0™ gra er g te tooien, toonden zich hij den man, die hard zich moest af- Zf6° was het geweest jaar op aar. Tot op dezen sloven om een stuk brood. Daar, eindelijk, te elfder fukt|'van de boomen6 W ure. scheen het geluk zich over hem te erbarmen. Aan De Qude man Qp den gehayenden stoel kroop nog een theater in eene kleme provmciestad krecg h.j e d- _n den ma£teI en tl d weer den t aanstelling van den Rveed^i ranfr Maar hij voeWe bUk den verdorden iauwerkrans. Toen echter richt- n.ieondergeschiktheid dezer teti^kLng hij zag zjch en gtond wankelende voeten, slechts het groote zonneoog van het geluk stalend op jaar," prevelde hij „dit jaar heb ik geen zich gericht. Alle jannen en iUusies der jeugd, die bloemen. Eu ik sta toch altoos nog bij je in de hij reeds lang beschouwd had als gestorven, zij - waren opeens weer levend geworden, alsof zijl hein nimmer waren ontvreemd. Toen hij zijn eerste maan- delijksche salaris had ontvangen, werd hij zeer ernstig. Lang schreed hij in zijne kamer heen en weer, tot hij' eindelijk glimlachend stilstond.... Ja ja bet moest nu gaani Waarom ook niet? Zij hadden elkaar immers zoo lief.... Op een Zondag zou hunne bruiloft zijn: eene brui loft zonder gasten want tot een feestmaal was er geen geld. En toen zij nu van het gemeentehuis en uit do kerk terugkeerden, zalig aLsof al de schatten der wereld de hunne waren, en in de schamele wo ning op de vierde verdieping bij elkaar zaten, toen stoorde hen het bezoek van den theaterknecht, die schuld, voor dien -- voor dien lauwerkrans..." Met doffe oogen staarde hij naar den wand, en door zijn oude hoofd ging de heugenis van den dag, waarop hij zijne vrouw begraven had. Op dien, dag toch, in den avond, was hem een boekje in de hand gekomen, waarin zij heimelijk en zorgvuldig al hare uitgaven opgeschreven had. En als eerste uitgave on der den datum van den bruiloftsdag, had hij gelezen: voor een lauwerkrans." Toen was hij te keer gegaan als een krankzinni ge... „Mijne vrouw!... Waar is mijne vrouw?... Geef mij mijne vrouw terug!... Heere God, wees barm hartig!" Zijn engel keerde echter niet tot hem terug. en theedrinken. Het bijna overal voorkomende ge bruik van vuurkastjes („stoofjes") bederft de voeten der vrouwen en berooft haar reeds in haar jeugd van eene bekoorlijkheid, die bij de Fransche vrouwen alle andere charmes overleeft. Van minnarijen maakt men in Holland geen geheim. De meisjes uit hooge- ren stand, bezoeken bals zonder hare ouders en gaan met hare minnaars wandelen, zonder dat men daar iets in ziet. De meisjes behooren aan zichzelf, zegt men in Holland, en dus: honny soit qui mal y pense. Het vochtige klimaat maakt het veelvuldig ge bruik van geestrijke dranken noodzakelijk en men heeft dus geen recht het Hollandsche volk dronken schap te verwijten, omdat het veel brandewijn drinkt. Ongetwijfeld is het ook aan den invloed van het kli maat te danken, dat zij, die veel likeur drinken, toch bewaard blijven voor de schadelijke gevolgen er van. Dit is een bijzondere weldaad der voorzienigheid. Bo vendien waken ook de „klappermans", die den gehee- len nacht rondloopen, over de veiligheid van hen, wier verstand geheel en al beneveld is. Over het theaterbezoek spreekt de schrijver aldus: Elk land heeft zoo zijne eigene zeden en gewoonten. Een Franschman echter, die het niet met eigen oogen heeft gezien, zal niet kunnen geiooven, dat men in den voornaamsten schouwburg der hoofdstad „schar retjes" of andere kwalijk riekende gedroogde visch, boterhammen, appels, peren en noten en thee drinkt, kortom, dat men de theaterzaal, eene plaats, die ge wijd moest zijn aan goeden toon en goeden smaak, tot een kroeg maakt. De woningen in de Hollandsche dorpen zien er welvarend uit, de kieeren zijn net en goed en alles spreekt van overvloed en welvaart. De boeren in deze streken dragen meestal een gouden knoop aan den hals en aan de hemdsmouwen, andere gouden of zil veren knoopen aan hun middel enz. Niet minder rijk is de kleederdracht der vrouwen. En toch welk een eentonigën aanblik geeft dit land. Wie éen dorp in Holland heeft gezien, kent alle 1400 dorpen, die Hol land telt. In de omstreken van Amsterdam ziet men overal lieden zich bezighouden met hengelen. Dit is een vreedzaam vermaak, dat zoo goed past hij het rustig karakter der bewoners. In Holland vindt men als slaapplaats een soort groote kasten, „bedsteden" ge naamd, waarin men zich zelf opsluit en waaraan men wel gewoon moet zijn, wil men niet telkens zijn hoofd stooten. Is er iets ongezonders te bedenken, dan altijd op veeren bedden te slapen en tegen de kou zich ook nog te dekken met een veeren bed? ïs er bovendien iets walgelijkers dan biersoep? Iets onbeschaafders dan de gretigheid, waarmee men een dentweeden kapelmeester kwam verzoeken, des avonds oD^etalaüwerkLna mtnTt ntn groote hoeveeIhei(i vleesch zonder brood eet, ja zelfs voor den eersten in te springen tot het dirigeeren ppf t u liet. Dan knikte hij nog vleesch met suiker? Iets gekkers, dan de voorliefde eener opera.Dat was pp. een trouwdag geen aange- 8 st 1 *Lr x^ic«ne?.«l.hun «•»•- naine verrassing; maar plichtvervulling gmg boven allés SjlTn ÏÏS.Tk S ^0^1 ^kten? De dokt°™ daa~r dan Nadat hij zijn vrouwtje ontelbare malen had -voorhobfd en verliet met tastende schreden het huis. begaf de jonge man zich naar het theater en zette zich op den dirigentenstoel. En was 't het ge luk, dat hem tdoorgloei.de, was het de liefde, die storm de door zijn bloed? hoe dan ook, hij voerde den dirigeerstok met zulk een vuur, met zulk eene 'toe wijding dat het orkest zichzelf overtrof en het pu bliek den overgelukkigen kapelmeester door daverende toejuichingen dwong tot herhaaldelijk buigen. De opera liep op een einde. Nogmaals zwaaide de jonge musicus den staf. Daar... wat was dat?.... Hij meende niet goed te zien... Iets groens zwom hem voor de oogen, en hij1 voelde hoe hij bloosde, tot achter de ooren rood werd, als een meisje. Dan slak hij zijne hand uit, trillende van ontroering om in ont vangst to nemen wat Jiem van het tooneel werd toe gereikt: dat ruischende, dat groene, de eerste lau werkrans... De wereld verzonk voor hem in het niet. Theater en orkestruim hadden zich reeds geledigd, maar hij stond nog steeds op zijne plaats, met wijd geopende oogen, in welken lachen met Weenen streed, met trillende vingers den krans vóór zich houdend als een heiligdom. Geluk", prevelde hiji „geluk L.. Geluk op on zen' trouwdag!.... Dit is ons bruiloftsgeschenk!".....) En nu vloeiden hem werkelijk de tranen langs de wangen Als een stormwind was hij thuis de tappen opgevlo gen had de deur opengerukt en jubelend zijn vrouwtje aan' zijne borst gesloten. Hij hing haar den lauwer krans om de schouders, danste met haar de kamer rond was als dol van vreugde. Tot laat in den nacht hield hij haar op den schoot, en onder duizend lief kozingen wierp 'hij telkens weer de waag op, wie Kfffi de °dele schenker mocht zijn, die hem op Door den spreienden herfstregen, met den wind in j den rug, ging hij dan voort in de schemering naar het kerkhof. Daar stond hij nu aan het graf, en legde daarop den ouden lauwerkrans met de vergeelde witte lin ten. „Vrouw," zelde hij, „ditmaal kon ik geen immor tellen voor je koopen. Ik heb geen geld, vrouw en ik ben ziek zwaar ziek en moede zoo moede... Daarom breng ik je den lauwerkrans terug Ik heb hem niet meer noodig... Tegen de vol gende Mei tegen de volgende Mei dan ben ik al lang bij je... En wij behooren met ons drieën toch bij elkander niet waar die krans en wij! St. Pankras. Tot leden van het polderbestuur Westbeverkoog on der St. Pankras, zijn herkozen de heeren J. Bijman on G. Bos WiZ., welke laatste tevens opnieuw werd benoemd als secretaris-penningmeester. Wieringen. De heer N. J. Poel hecfl zijne benoeming als lid tan den Gemeenteraad aangenomen. WIERINGEN. Bedankt voor het beroep naar de Doopsgezinde ge- rtieente te Hippolytushoef en Stroe alhier door den heer M. van der" Vegte Jr. te .Wolvcga. DE HOLLENDE AUTO. Een van de twee meisjes, die Maandagavond op ook bijna allen rijk en Holland is het beloofde land voor de apothekers. Men ziet, de schrijver is niet steeds goed te spre ken over ons land en zijn bewoners! Hdbld. SCHAGERRRUG. In de Woensdag gehouden vergadering van den Polder Zijpe en Hazepolder is benoemd tot wegwer ker de heer A. Doorn Jz. te Schagerbrug. AANBESTEDING. Bij de Woensdag gehouden onderhandsche aanbe steding van den bouw van een ontvanglokaal aan de coöperatieve kaasfabriek „De Eendracht" te Stolper- vlotbrug, werd ingeschreven door: G. Plevier, Schagerbrug, voor f 302; Jb. Dekker, Stolpen, voor f 288; M. Groen, Schagerbrug, voor f 277.60; M. Schrieken, Stolpervlotbrug, voor f 275. Het werk is gegund aan den laagsten inschrijver. GEZINSVERPLEGING. Naar wij vernemen zal door de Zangvereeniging „Euphonla" van Schagerbrug, ten bate der vereeni- glng „Gezinsverpleging" Zijpe en Callantsoog, een concert worden gegeven in de Nederl. Herv. kerk te Callantsoog. EEN AANVARING. Vermoedelijk door het verkeerd begrijpen van sig nalen had gistermorgen te Zaandam een aanvaring plaats tusschen de salonboot Prins van Oranje der maatschappij Alkmaar Pakket en de sleepboot Prins Hendrik, kapitein J. Helstek, van Zaandam. De laat ste werd aan stuurboord aangevaren en zonk, doch kon nog juist op den wal gezet worden. De kapitein kreeg een ernstige hoofdwonde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 1