Toch onschuldig.
Ven* De
53e Jaargang. So 4(>03.
TWEEDE BLAJ)
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Roman van Hoeker.
ALKMAAR, 4 November 1001).
J. H. is een zwager van Krlllef.
Bij de behandeling van een klein zaakje voor de
Amsterdamsche Rechtbank, weigerde de eerste getui
ge den eed af te leggen, wegens gemoedsbezwaar. Pre
sident Meinesz zag van het hooren van dezen getuige
af. Doch de subst.-offciier mr. Bruyen koos dit geval
als inleiding tot zijn requisitoir.
,,Ik ze^f behoor, zei spr. tot een genootschap, het
welk den eed niet beschouwt als noodig om de waar
heid te zeggen. Maar hier wordt de eed door de wet
gevorderd. Zoolang die wet bestaat en zoolang niet
blijkt dat deze getuige behoort tot een kerkgenoot
schap, acht ik hem tot het afleggen van den eed ver
plicht. Ik stel getuige daartoe nu nog in de gelegen
heid, of zal anders zijn in gijzeling-stelling requiree-
ren."
De president liet den getuige alsnu weder voorko
men:
„lk heb zooeven, toen u zeide gemoedsbezwaar te
De Gemeenteraad heeft gisteren in eene middag- hebben tegen den eed, van het verhoor wat u betreft
en eene avondvergadering de begrooting der gemeente afgezien, maar mijnheer de Officier heeft hier een an-
voor 1910 behandeld en vastgesteld. De behandeling dm- standpunt. U heeft gehoord wat mijnheer gezegd
was gemoedelijk en liep vlot van stapel. Alleen in heeft."
den aanvang dreigde de lucht, toen de heer Pot bij „ik heb beleefd verzocht, mij van den eed te ver-
de algemeene beschouwingen aan een strenge critiek schoonen, EdelAchtbare."
onderwierp het beleid van den Directeur der gemeen- „Er gebeuren op dat punt wel kunsten, maar van
tewerken en de slechte organisatie bij dien tak van een gezeten burger zijn we dat toch niet gewoon. Is
liers boekweltmeel aaniref met rijstmèèl gemengd, hebben bijgedragen, had Donderdag te 2 uur plaats,
en grutten met gort, nu moei ik wel tot de over- in tegenwoordigheid van vele belangstellenden, in de
tuiging komen, dat de smaak en het oog van de bovenzaal van het restaurant Royal, te 's-Gravenhage.
'rx- "«w. T onnnn nnrlor^TTAnr^il */->*. van HATl
dienst. De raad luisterde met aandacht naar het be
toog, maar liet den spreker vrijwel alleen staan in
zijne opvattingen niet alleen, maar somtijds moest
men hem er aan herinneren, dat hij met zich zeiven
in tegenspraak kwam, o. a. toen hij zijne afkeuring
uitsprak over het aangebrachte ijzeren hek bij de ter
reinen der gemeente-reiniging, 'twelk is gemaakt in
u nu misschien bereid den eed af te leggen?"
Getuige legde toen den eed in den gebruikelijken
vorm af.
GEDWONGEN WINKEL NEIUXG.
Door den Minister van Landbouw, Nijverheid cn
Handel is opgedragen aan den hoer A. P. Staalman,
oud-lid der Tweede Kamer Sta ten-Generaal, onder de
overeenstemming met de indertijd door den heer Pot I bcwlcn y.m dcn i)irccteur-Generaal van den Arbeid,
gegeven wenken. Een door hem gedaan voorstel, om
f 1000 uit te trekken voor de tijdelijke aanstelling
van een assistent van den Directeur der gemeentewer
ken, ter inhaling van den bestaanden achterstand, kon
geene ondersteuning vinden en bleef derhalve buiten
behandeling. Het voornaamste, dat overigens bij de
behandeling voorviel, kan worden samengevat in het
volgende:
In verband met de ter sprake gebrachte wensche-
|lijkheid tot instelling van een grondbedrijf en het
hét instellen eener enquête naar de gedwongen win
keinering in Nederland en naar den invloed daarop
geoefend door art. 1637 s Burg. Wetb.
DIRECTIE VAN DEN LANDBOUW
Naar wij vernemen, is de Regeering voornemens na
het vertrek van den heer Lovink het ambt van direc
teur-generaal van den landbouw niet te bezetten.
Aan de drie Inspecteurs, de heeren Löhnis, Van
Hoek en Swaving zal, gaan de bestaande plannen door
LJjaUOIU kUb luotciilug tun Wil öi
dch uitspreken door den Raad voor een algemeen met uitbreiding van hun werkingssfeer een meer zelf-
plan van onteigening, werd naar B. en W. om ad- j standige positie gegeven worden, waarbij zij recht-
vies gezonden een motie van den heer Van Buijsen, streeks onder den Minister zullen staan en met
Iwaarin dit beginsel is neergelegd.
Opnieuw zal bij den Raad aanhangig worden ge
maakt het voorstel van B. en W. om door een be
voegd deskundige een plan te doen opmaken voor
een doeltreffende verbouwing van het raadhuis, een
voorstel dat in den loop van dit jaar niet door den
Raad werd aanvaard.
De werklieden der plantsoenen zagen hunne loonen
verhoogd met f 18 per jaar, wegens het gemiddeld
100 uren per jaar langer werken dan de werklieden,
bij den dienst der gemeentewerken.
Elk der hooistekers werd eene verhooging van jaar
wedde toegekend van f 10, waarmede deze werd ge
bracht op f 50 voor elk. In beginsel sprak de Raad
zich uit voor periodieke verhooging der loonen van
de werklieden, werkzaam in dienst der gemeente. B.
en Wi. zullen ter zake met de nocdige voorstellen bij
den Raad komen. De opzichter der begraafplaats zag
zijn salaris met f 50 verhoogd.
B. en W. namen op zich met de Commissie van
Toezicht op bet stedelijk muziekkorps in overleg te
treden omtrent de wenschelijkheid eener verhooging der
kosten van dit korps met f 500 en de wijze, waarop
eventueel dit bedrag zou behooren te worden besteed.
De heer Uitenbosch zag een door hem gedaan voor
stel, om over te gaan tot de benoeming van een Raads
commissie ad hoe ter voorbereiding van het vraag
stuk der werkloozenverzekering niet ondersteund, zoo
dat dit voorstel buiten behandeling bleef.
Op voorstel van den heer Pot zullen B. en Wi.
overwegen de wenschelijkheid en mogelijkheid eener
verplaatsing van de bestaande bad- en zweminrichting-
Eveneens zal dit college stappen doen om waar
de hier bestaande inrichtingen van onderwijs worden
•bezocht door tal van kinderen uit naburige gemeen
ten het daarheen te leiden, dat met die gemeenten
regelingen worden getroffen omtrent de toelating van
die kinderen en om in verband daarmede eene bij
dezen confereeren.
Aan het hoofd van de afdeeling Landbouw van het
meeste winkeliers niet voldoende zijn ontwikkeld om
met deze zintuigen zuiver meel en grutten van ver-
valscht te onderscheiden. Ik spreek niet van de
enkele knoeiers in den winkelstand, die „Fran-
sche grutten" verkoopen, zoodra ze 25 of 50 percent
gortgrutten door de boekweit hebben gemengd of
van hen die „Russische grutten" verkoopen (zuivere
gort-grutten!), omdat ze boekweit te duur vinden,
ik spreek ook niet van hen die „meel" leveren, om
niet gebonden te zijn door een naam, die herkomst
van dit artikel aangeeft. Ik spreek van de meerder
heid der winkeliers, die zuivere waar wil leveren,
maar niet kan, omdat hunne leveranciers hen be
driegen.
Zóózeer zijn sommige leveranciers er van overtuigd
dat het zeer moeilijk is, gemengd van zuiver meel te
onderscheiden, dat zij bij kris en kras volhouden,
zuiver bockwcitmeel te leveren, een mengsel bij den
winkelier bezorgen, waarin men met het microscoop bij
bij den eersten blik groote hoeveelheden rijstmoel her
kent.
Dit bracht mij er toe een eenvoudige methode, een
„voorloopige methode" van onderzoek, op te sporen
die den winkelier in staat zou stellen na te gaan
of zijn bockwcitmeel vermoedelijk zuiver of vermoe
delijk vervalscht is.
Hier is die methode, waarbij het zaak zal zijn
steieds een monster zuiver boekweitmeel, een monster
zuiver rijstmeel ter beschikking te hebben als ver
gelijkingsmateriaal.
In drie reageerbuisjes (ze kosten pl.m. 5 cent)
brengt men (ongeveer evenveel) in Arijstmeel, in
B boekweitmeel, in G het meel, dat men wil onder
zoeken. Men overgiet de meelsoorten met een oplos
sing van bijtende potasch. (I1/2 gram in 85 c.c. water
waaraan 15 c.c. glycerine wordt toegevoegd) en
schudt ze goed dooreendaarna laat men ze rustig
staan. De vloeistof blijft bij rijstmeel ongekleurd,
bij boekweitmeel verkleurt ze en wordt langzamer
hand donker bruin. Is het monster, dat men onder
zoekt een mengsel van boekweitmeel en rijstmeel,
dan verkleurt ook hier de vloeistof, maar is duide
lijk lichter gekleurd dan bij zuivere boekweit. Bij
vergelijking met zuivere boekweit ziet men dit reeds
na enkele o ogenblikken. Het verschil spreekt na 21
uur veel sterker.
Met de conclusie zij men voorzichtig: niet alle boek
weitmeelsoorten geven een even donkerbruine kleur.
i i i* i_<kt
Departement zal dan komen te staan de ailministra- Maar een duidefijke lichtere kleur wijst op 'vermen-
teur, mr. dr. C. Roest. ging met rijstmeel.
AANBESTEDING. I vindt men zulk een duidelijk kleurverschil', dan
Door het Provinciaal bestuur van Noord-Holland i is er alle reden om zich t® wenden lot het Rijks-
werden Donderdag aanbesteed: j bureau te Leiden, dat gereed staat den windelier na-
Het onderhoud van de duinen op het eiland Ter- der voor te lichten."
schelling behoorende tot de zeewerken in Noord-Hol- VEINZERIJ.
land gedurende de jaren 1910, 1911 en 1912. Minste Men schrijft uit Heerlen aan de „L. "K.":
inschrijver A. G. Swart te Terschelling voor f 5445. „Ach, ach! en 't waar toch zoo'ne gooie man...
De verzwaring van een gedeelte buitenduinregel on- ein richtig schoap... men kont mit èin ker euver
der de gemeente Callantsoog, behoorende tot de wer- >m yaren... Int ein welk tieds: "krank, geopereerd, dood
ken tot de verdediging van de Noordzeekust in de en begraven... 't Is al te erg!" en ze snikte, 't teii
provincie Noord-Holland. Minste inschrijver J. Olden- ger vrouwtje, haar eenig zoontje tegen zich aandruk-
burg Jzn. te Bergen voor f 13.978. j kend.
WARENKENNIS DER WINKELIERS. De heete tranen rolden over de bleeke wangen,
Dr. A. van Raalte schrijft in het Weekblad voor en werden opgevangen in de punt van d'r smoezelige
den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand boezelaar.
J- De winkelierster geraakte, naar mate der aanzwel-
De heer C. van Lennep, onder-voorzitter van den
Nederlandschen Tuinbouwraad, heeft bij deze gele
genheid een rede gehouden.
Het prachtig geschenk ging vergezeld van een al
bum in leder, op welks voor-bladzijde de collectieve
opdracht in kleuren met attributen van den tuinbouw,
op de andere bladzijden de namen der leden van het
centraal bestuur van den tuinbouwraad en aangeslotei
vereenigingen waren gepenseeld, In zijn dankwoord
deed de heer Lovink uitkomen, dat hij het als het
schoonste tijdperk van zijn werkkring beschouwde,
den tuinbouw zelfstandigheid te hebben geschonken.
Minister Talma was door een conferentie verhinderd
do plechtigheid bij te wonen.
EEN KIND VERBRAND.
Tc Wouw bij Ilozendaal had Woensdagavond een
2-jarig kindje van den spoorwegwachter L. v. d. Vliet
het ongeluk een petroleumlampje om te trekken, ten
gevolge waarvan zijn kleertjes in brand vlogen. Op
zijn hulpgeschrei kwam de moeder uit de schuur ge-
loopen en snelde met het in vlammen gehulde kind
naar buiten, waar zij het vuur wist te dooven, daarin
bijgestaan door den machinist v-an eene rangeerende
machine, die het geval had gezien en nu met in olie
gedrenkt poctskaloen de brandwonden van de kleine
nette.
Het kindje was echter cóó ernstig verbrand, dat het
gisteren aan de gevolgen is overleden. Ook de moe
der had nog verschillende brandwonden bekomen.
DE UITVOERING DER TIENDWET.
„Het Huisgezin" schrijft o.a.
Wij hebben op de binnenplaats van het postkan
toor te 's-Hcrtogenbosch de resultaten der Tiendwet
aanschouwelijk voorgesteld gezien in den vorm van
de ingepakte correspondenties, die hierover' op het bu
reau der Tiendcommissie in 's-Hcrtogenbosch zijn af
gewerkt. De brieven voorloopig ruim 45.000
waren daar opgestapeld, om met de klerken te worden
gefotografeerd. Deze reuzenarbeid was gepakt in 49 post
zakken en werd in den voormiddag op 3 wagens ver
voerd van het bureau der Tien deonainissie naar het
kantoor.
In 't geheel zijn niet minder dan 195.000, zegge
honderd-vijt-en-ncgentig-duLzend, perceelen behandeld,
waartoe de duizenden brieven moesten worden in el
kaar gepend. Deze eerste bezending bevat ongeveer 't
driekwart van het geheel. Vóór 10 November moet
de heele massa ve, zonden zijn.
Daar op het bureau der Tiendcommissie de noodige
ruimte was. hebben drie ambtenaren des- posterijen ter
vergemakkelijking van hun werk gedurende vijf we
ken daar gewerkt aan de stempeling en het inschrij
ven van de brieveD, die alle geadviseerd moeten ver
zonden worden.
Aan de brieven zelf heeft een personeel van 32
man gewerkt tot 's avonds half tien, de meesten van
's morgens 7 uur af. Alle stukken moesten vóór het
in zee zenden gecollationneerd worden en op elk stuk
moest behalve de naam der Tiend ook aangegeven
worden de tiendbare vruchten, hetgeen geschiedde door
middel van een cyclostyle.
(ed. V no. 7) over warenkennis voor de winkeliers:
„Al zal zeker in de toekomst de overheid door lende treurigheid van het verhaal, onder den indruk
een welingericht toezicht op den aard der levensmid- bare oogen werden vochtig, vervolgens glijdt de rug
delen de middenstanders zooveel doenlijk beschermen vim haar hand over de tranende ODgen.
tegen knoeierijen van de zijde van hun leveranciers, 't Ongelukkige weeuwtje is nu ver genoeg; ze
móer nog zouden zij gebaat zijn, indien zij zelf be
ter dan nu in staat waren na te gaan of zij al of
niet eerlijk werden bediend.
CIJFERS.
Cijfers noemt men veelal droog en toch, wat kunnen
zij een mensch soms veel vertellen. Vooral als men
eens eenig denkbeeld wil krijgen wat er bijv. in een
groote stad als Londen er eene is, omgaat, eten
vraagt en de winkelierster geeft van haar waren... rijn het alleen de cijfers, die ons daarvan eenig denk-
ÓnveTwachts doet het zoontje zich hooren, en naar beeld kunnen geven.
■buiten wijzende zegt hij: „Kijk, moe, daar gaat va- Het is de Londensche correspondent van het
r!Handelsblad, die het een en ander over Londen mee-
Ik stel mij niet"vöor, dat men de warenkennis der Moeder antwogrdt met 'n oorvijg, waarop het onge- deelt, uit een boek van enkel cijfers, n.1. uit het sta-
toekomstige winkeliers zóo ver zal moeten opvoeren, g erde kInd Eaar buitien loopt en vader roept. tistisch jaarboek van Londen over 1908—09, uitgegeven
dat zü in staat zullen zijn het chemisch-microsco- Bedrogen winkelierster woedend, 't Vrouwtje la- door den London County Council.
Disch onderzoek van eet- en drinkwaren zelf ter han? nd uitdagend naar buiten. Ze neemt het dierbare Het leerde mij, zegt de corresjiondent, dat eigen-
te nemen Maar wel zal men hen naar ik ver- >f onder den arm en yroolijk kuiert het bekende pjk Londen met zijn 28 boroughs, vallende binnen het
trouw 'zóóveel kunnen leeren van allerlei artike- .arBtrin door de Akerstraat maar Kerkrade. administratief beheer van den County Council een be
ien dat zii een voorloopig onderzoek naar grove ver- 1 man grinnikt: ,,'n goeie dag, hè, vrouw...?" volking heeft van 4.815.769 inwoners, terwijl Grooter-
valschingen, zelf zullen kunnen verrichten. Metho- R Londen, dat is Londen met zijn voorsteden, 7.217.939
den voor zulke voorloopige onderzoekingen zijn er SCHAÏTOE boerenknecht W. N„ te menschen herbergt.
niet vele toch reeds eenige. Maar waar het nut van De kldambt) heeft Dinsdag op aandringen Als antwoord op do vragen van een vriend kon
1 zulke voorloopige methoden" zoo evident is, daar Midwolde in ,den tijd van eenige minuten ik hem door dat cijfer-boek mededeelen, dat incn bier
drage tc kunnen heffen hooger dan het thans ver- I voedingsmiddelen-chemici naar zulke me -van een ge j inhoud, leeggedronken, inderdaad eiken avond naar een andere plaats van
schuldiade schoolgeld. Voor het bouwen van een stal g&an zoeken Dat ze die zullen vinden ook. "^^XrTan heeft de jongeman van 9 tot vermaak kan gaan ten minste in den tijd dat alles
dat lijkt mij niet twijfelachtig. krllidenier er >s nachts 12 uur in bewusteloozen toestand doorge- in vollen gang is. Immers, Londen heeft op dit oogen-
Niet behoort in de toekomst elke kruideniere s nac eenee£heer achtte den toestand zeer zorg- blik 51 schouwburgen en 49 music-halls, wat wij „m
een laboratorium op na te houden; maar eea re 3 ^ekkead 'maar door inspuitingen en massage is N. het Hollandsch!" café-chantnnts noemen, of plaat
met reageerbuizen, een paar flesclijes m2_ wekkeiad m:"behouden. Zijn toestand was Woensdag sen waar „specialiteiten" optreden,
kinesvloeistoffen zullen naast eenige eenvoudige in- m het leven Denou music.Jlalls allo andcre waar danspar-
strumentèn bij een goed winkelier evenmin mogen, vrijwel. „^vtik "tijen kunnen worden gegeven, waar gebokst of ge-
ontbreken als een kasregister en een journal. DE ONTPLOFFING BI du}ker van "worsteld wordt, waar de einematograaf wordt vertoond,
In de meening, dat de winkelier in eet- en drink- Nabij Katwijk is deze week door een du ^aar openbare bals plaats hebben, waar concerten wor-
waren van de gewone warenkennis zooveel beb°° *s Rijks Waterstaat een on luitenant. <1™ gegeven zij1 alle zijn hier ten getale van 260.
weten dat hij in staat is tot „voorloopige on e - wrak> uaar het lijk van n, v geweest. De 51 schouwburgen kunnen samen zitplaatsen bie-
kingen" zooals ik ze zooeven bedoelde, ben ik Het zoeken is echter z 113011 aan 60.932 personen, de 49 musichals aan 64.581.
sterkt door mijne recente ervaringen, bij de c HULDE VAN DEN NEDERLANDSCHEN TUIN- Uitgaan is hier duur, dat heb ik al eens meer ver-
op meel en grutten, speciaal bij d® artikelen - BOUW AAN DEN HEER LOVINK. teld. De reden is dat de directies schatten besteden
weitmeel en boekweitgrutten. Het centraal bestuur van den Nederlanascnen j. - a{m fmaic inrichting der lokalen, aan décors en
Onder de „vaklui" zjjn^ er.^ie^hebj bc^uwr^d £?nb1uw Tan *den afge- buitengewoon hoog mc*
schuldigde schoolgeld
met hooiberging en bergplaats voor gereedschappen op
het terrein van en ten dienste der gemeentereiniging
werd f 5900 bewilligd, te vinden uit geldleening.
Ten slotte werd het batig saldo van den dienst 1908
met f 3811.911/2 verminderd en overgebracht op den
loopenden dienst, ter bestrijding van nog te doene
uitgaven voor het slachthuis. Zonder stemming werd
de begrooting in ontvang en uitgaaf vastgesteld op
f 630858.met een post voor onvoorziene uitgaven
van f 5667.71. De Raad ging daarna over in eene zit
ting met gesloten deuren.
EEDSQUAESTIE.
Donderdag weigerde J. H., koetsier te Schoten, die
voor de rechtbank te Haarlem in een zaak van mis
handeling als getuige moest optreden, den eed af te
leggen. Hij verklaarde roomsch-katholiek te zijn, doch
niet aan God te gelooven.
Na herhaaldelijk tot het afleggen van den eed te
zijn uitgenoodigd, zei getuige er de voorkeur aan te
geven gegijzeld te worden, waartoe dan ook op requi
sitoir van den officier werd overgegaan.
De zaak werd tot 11 November geschorst.
Feuilleton.
"VJATj
vHuenauuscueu xuiuu^u» ten betalen, doch vooral ook omdat de huur, die ziji
r„rvalsching van boek- ^"L^irpcteur-generaal van den Landbouw, den nr. yoör schouwburgen moeten geven buitengewoon hoog
ver waren. En inderdaad. dat kunnen ^ed ovink een huldeblijk aan te bieden. is aangezien de belastbare huurwaarde vaak duizen-
dit euvel te bestrijden nog bij de heirt
25.
„Wel mijnheer de graaf," zoo antwoordde Frans
do kamerdienaar, „dan zou ik zeggen, dat u zich
leelijk vergist. Het gerecht houdt zich niet bezig
met gedachten en levensbeschouwingen, maar alleen
met feiten. Wat mij hoogstens ten laste kan worden
gelegd is een onschuldige valsche eed, die in het
ergste geval met 10 jaar tuchthuisstraf gestraft kan
worden en die bovendien reeds na 10 jaar verjaard
was. Voor zoover ik weet is de zoon van den ouden
boer reeds een kwarteeuw dood."
Graaf Wolf richtte zich zenuwachtig in zijn bed
overeind. „Zwijg mij van dien naam," stamelde hij
teet bevende lippen. „Schurk, je weet dat ik dat niet
hooren kan."
Frans lachte minachtend. „Maar dien naam zult ge
2elf toch moeten noemen, wanneer ge bekentenissen
zult doen. Bah!" zoo ging hij voort, „geef u verder
8een moeite, het zal u niet gelukken, mij van u af
fe schudden, ik zit te vast in den zadel, dat zeg
jk u."
Graaf Wolf antwoordde niet op de uitdagende woor-
en van zijn kamerdienaar, maar staarde hem vol
uaat aan. Frans vervolgde; „Heel best, mijnheer de
graaf, ontlast u zich het geweten maar eens, doe
kunt laten en ga Bnei j0 ondergang tege-
nipt ii za3 er gevolg van zijn? Je maakt
gelukkig6'" 3eze3^' maar °°k je vrouw en zonen on-
handenU(*er kreunde en verborg het gelaat ln belde
i "G®'00't fe dan. dat het met een bekentenis al-
weinil8 KrPb6?t? "f raakt mU al heel bijzonder
rii» Buiten de zaak, maar wie er door
ten "at zUt^ü311'* I",ed®|)ur8erB zal worden getrof-
alleen mf T" alleen. Men zal zich er niet
houtvester6 Anton heht T !f Weten' dat g|J den
willen wora gedood, maar men zal ook
O o- h W,aar°m eU dat hebt gedaan."
w P de graa' uit.
zoudt gij het m|j dan euvel duiden, dat ik
de openbare meening, al was het alleen maar om mij
zelf in haar oog te rehabiliteeren, behulpzaam de
hand reik? Welzeker niet, want u zoudt daartoe niet
eens meer in staat zijn."
JSchurk," riep de graaf uit, „ik verdraag je belee-
digingen niet langer."
„Er zal voor jou met den besten wil van de wereld
niets anders overblijven. Wij beiden zijn nu eenmaal
aan elkaar verbonden en kunnen niet meer van el
kaar worden los gemaakt. Dus, men zal naar het hoe
en waarom vragen en ten slotte zult gij voor de we
reld in een licht staan, zoo slecht en verachtelijk,
dat ik het zelfs geen hond zou gunnen."
„Mij treft dat toch niet meer," kreunde de graaf.
„Wanneer het zoover komt, zal het met mij reeds
zijn afgeloopen en een doode voelt toch niets meer
van de verachting der menschen."
„Ach, praat toch niet steeds over doodgaan," riep
Frans. „Jij leutert daar steeds over en je hebt nog
menig jaar te leven, net als ik. Juist je biecht zal
wonderen aan je verrichten. En wanneer er een ver
gelding bestaat, wat ge steeds met zooveel nadruk
beweert, dan zal die er ook wel voor zorgen, dat je
nog een paar jaar aan de algemeene verachting zult
worden prijs gegeven."
Toen de graaf wederom geen antwoord gaf en in
diep gepeins voor zich uitstaarde, veranderde eens
klaps de gelaatsuitdrukking van den kamerdienaar.
„Maar och, laten we toch niet langer komedie te
genover elkaar spelen, geloof jij dan, dat ik het niet
bemerk, dat Jij de zaken wilt omdraaien. Zeg, wie
is het eigenlijk van ons beiden die de bekentenis
van den een tegen den ander heeft te vreezen, jij
of ik? Maak Je toch niet zoo bespottelijk met je ver
langen naar Priester en biecht. Goed ik zal je zin
doen, lk zal Je voor de geheele wereld ontmaskeren
nog vanmiddag ga ik naar het gerecht"
„Frans," schreeuwde de zieke, „je bent een dui
vel."
„Zeer vleiend voor mij," spotte deze, „maar ik wil
u immers een genoegen doen. Je bent kindsch ge
worden, mijnheer de graaf. Je weet eenvoudig niet
meer wat Je wilt en wat je kunt. Maar ik behoef
niet eens naar het gerecht te gaan, het zal voor Je
vrouw, de gravin heel belangwekkend zijn, wat ik
alzoo over Je weet te vertellen."
„Maar het was alleen om haar, dat ik heb gezwe
gen," kermde de zieke man. „Om haar heb ik me
aan Jou, duivel, geketend."
„Blijf bedaard, oude heer," spotte Frans, „wind
u niet op. En voor alles moet u zich er voortaan
voor wachten om mij in het vervolg weer met zulke
-dwaasheden aan boord te komen. Ik zou wel eens
minder goed gehumeurd kunnen zijn dan vandaag
en dan u begrijpt mij' heel goed, u hebt mij te
vreezen en ik u niet. Het zal tijd beginnen te
worden, dat ik u eens vraag hoeveel of u mij denkt
te betalen voor mijn verder stilzwijgen."
„Schavuit," riep de graaf, „heb je mij niet reeds
de helft van mijn vermogen gestolen."
De ander lachte. „Wie zegt u, dat ik ook niet de
andere helft begeer? Wilt ge mij die soms weigeren,
als ik ze ernstig opeisch?"
Met een diepen zucht zonk de majoraatsheer ach
terover in de kussens en keerde het gelaat van den
kamerdienaar af.
„Laat mij alleen," fluisterde hij met loodkleurige
lippen.
De kamerdienaar boog spottend. „Wanneer mijn
heer. de graaf mij noodig heeft, behoeft hij slechts te
schellen," zeide hij en sloop daarop onhoorbaar uit
de kamer.
„Oude, onnoozele hals,-' zeide hij bij zichzelf, toen
hij in de voorkamer was gekomen en zich geeu
wend uitstrekte op de rustbank die daar stond. „Het
wordt werkelijk tijd dat de oude verdwijnt, hij
begint kindsch te worden en zou waarachtig mij het
spel nog wel eens kunnen bederven."
Frans zou bepaald nog wel ongeruster zijn geweest,
als hij in het binnenste van den graaf had kunnen
lezen. In dit oogenblik vatte de ongelukkige zieke
een noodlottig besluit. Hij zonk al dieper en dieper
op het hellend gladde pad, waarop hij zich eenmaal
had begeven. Wat maakte het uit, of hij boete deed
voor de nog ongeboete schuld van het verleden, en
wat hinderde het eigenlijk of daarbij nog een nieuwe
werd gevoegd, die in zekere mate nog een vergelding
in zich sloot.
„Ik moet weer gezond worden, ik moet," brom
de de graaf. „De zomer moet wonderen doen, als
ik maar eerst weer eens kan uitrijden maar dan
dan God mag zijn gevloekte ziel genadig zijn."
Frans mocht zich niet lang verheugen in zijn be-
haaglljko rust, want spoedig verscheen er een lakei
die meedeelde, dat er beneden ln de ontvangkamer
twee heeren waren, die dadelijk mijnheer den graaf
wenschten te spreken.
Toen Frans de ontvangkamer binnentrad, herkende
hij dadelijk in de beide bezoekers Mbert yon
Wolfenstein ed zijn zoon T
De beide heeren presenteerden zich nu veel voor-
fteeliger dan enkele weken geleden op hun zolderkamer
tje. Zij waren nu elegant en naar de laatste mode
gekleed en ook uit hun gelaatstrekken sprak meer
.zelfbewustzijn.
Frans zette het meest onbeschaamde gezicht. „Het
is seer onhandig van den lakei, dat hij u beiden hier
heeft binnengelaten, mijne heeren," zeide hij min-
aelitend. „Mijn meester heeft ten strengste bevolen
u beiden buiten het slot te houden hij wil niet
den minsten omgang met u beiden."
Graaf Egon zwaaide met de rijzweep, die hij in
de hand had, zoodat het wel leek of hij den onbe-
schaamden dienaar wilde tuchtigen. Ook graaf Al-
bert was zeer bleek geworden, maar hij bedwong
zijn toorn en zeide uit de hoogte: „Ik zal mijn neef
over uw onbeschaamdheid spreken dien mij oogen-
blikkelijk bij hem aan."
„Spaar u die moeite," zeide Frans niet minder
uit de hoogte. „Ik ben voldoende in uw beider ver
houding ingewijd en kan u namens mijn meester zeg
gen, dat hij u geen penning meer schenkt."
Met éen sprong stond de jonge graaf voor Frans.
„Schurk, houd je mond of ik rammel je als een
hond af."
Frans keek hem evenwel onverschillig aan. „Wan
neer je als een hond uit dit huis gejaagd wilt wor
den, kunt ge uw gang gaan," was zijn uitdagend
antwoord.
Tot zijn geluk rukte graaf Albert zijn zoon de
zweep uit de handen. „Raak zulk gespuis niet aan,"
zeide de majoor en zich tot Frans wendend zeide hij:
,,ga naar Je meester en dien mij aan. Mijn neef
moet mij ontvangen. Zeg hem erbij, dat ik hem een
brief van houtvester Anton heb te overhandigen."
Nu ontstelde Frans toch. Zijn tegenwoordigheid van
geest verliet hem nu toch voor een wijle. En hij
staarde de beide mannen met groote oogen aan.
„Van denhoutvester Anton?" bracht hij toen
stotterend uit.
De majoor lachte witjes. „Of wanneer je dat aan
genamer in de ooren klinkt, van wijlen den rechtma-
tlgen majoraatsheer van Wolfenstein."
Een oogenblik stond de kamerdienaar als verplet
terd en het ontging den heiden mannen niet, hoe
hij zich geweld moest aandoen om de zelfbeheer-
sching die hij had verloren, terug te winnen. Dade
lijk daarna glimlachte hij. „De heeren schijnen bijzon
der goed gehumeurd te zijn," meende hij luchtig,
„lk zal u het genoegen doen en den graaf uw komst