GrSliBïl I Lift' 811 -i-ü-jys tg** Toch onschuldig. Saterdag J3 Nuvember 1909. 53e Jaargang. No. 4(107. TWEEDE BLAD. Uit en voor de Pers. Roman van Hoeker. i n g hier XOIII. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN OVEH DEN OECONOMISOHEN TOESTAND DEK LAND- AKBEIDEKS. De Staatscommissie voor den Landbouw geeft zeer lezenswaardige algemeen© beschouwingen over den ooco- nomischen toestand der landarbeiders. 'Over het algemeen zijn de loonen in de laatste vijf- jn-twintig jaren overal gestegenvooral de oogstwerk- saamheden worden thans veel hooger betaald. Neemt nen celiter in aanmerking, dat de levensstandaard der jehecle samenleving beduidend is gestegen, dan wordt duidelijk, dat de welvaart der landarbeiders, die uitsluitend van hun verdiensten moeten leven, minder is toegenomen dan men uit de loonsvermeerdering op zichzelf zou onderstellen. Men heeft in do laatste jaren van de zijde der land bouwers nog al eens klachten over de stijging der loo nen gehoord. Dat deze loonen zonder bezwaar konden worden betaald, blijkt intusschen wel uit de stijging der grond prijzen, die in de meeste streken veel grooter is dan de verhooging der loonen. Voor den landbouwersstand ware het intusschen te ivenschon geweest, dat de loonen meer gerezen waren en de la naprijzen [niet hooger geklommen waren en wel om de volgende redenen lo. Worden oe landbouwers later gedwongen hoogere loonen te betalen, dan zal het bedrijf op het dure land niet meer mogelijk zijn en eveneens wordt het voor hen moeilijker uitgaven te doen voor verzekeringen van hun personeel als uitvloeisel van sociale wetten. 2o. Als de loonen hooger zijn. verdienen de land bouwers met kleine bedrijven ook meer dan thans. Grondgebruik is een gewaardeerd middel om het inkomen der landarbeiders te verhoogen, zegt de Com missie terecht. Wanneer een arbeider slechts ecnige aren aardap pelen- en groenteland heeft, is dit al een aanmerkelijk voordeel. Kan hij wat meer land tegen matigen prijs in gebruik krijgen, dan zal de arbeider er over liet algemeen beter aan toe zijn. Hij wordt onafhankelijker, werkt aangenamer, heeft moer kans om vooruit te ko men en gevoelt zich iets hooger staande op den maat schappelijke ladder. Het is een groot bezwaar, dat er in den landbouw 's winters te weinig werk is. Arbeiders, die zelf grond in gebruik hebben, behoeven de werkloosheid niet zoo te duchten. Helaas, worden de voordeelen van het grondgebruik |door arbeiders dikwijls geheel of grootendeels weer te niet gedaan door de veel te hooge pacht- of koop prijzen van het land. Onomwonden zegt de Commissie waar het op staat in de volgende schildering: Arbeiders, die er in geslaagd zijn om in het be r. 1r.r-.r1 lmmpn OD 11UJI -- droevig Zoodoende eindigt de man, die zijn geheele l .1.1.:: 1 r« T-» rrrvr» /~»11H Pil f\ fl Cf zit van een eigen Huisje met land te komen, teren dit hun ouden dag" niet zelden weer in. Dit feit stemt wven heeft gespaard, als hij een langen ouden dag precies als hij, die niet heeft gespaard, n.1. bei commissie voor den Landbouw is de „Vcrzamel der C o n c 1 u s i c n waarvan de voornaamste volgen 1. De bevolking in de landbouwende gemeenten neemt minder toe dan het geboorte-overschot bedraagt. In verreweg de meerderheid dier gemeenten is echter wel degelijke toeneming der bevolking te coiistatee- ren en deze toeneming overtreft de afneming in enkele andere. 2. In streken met buitengewone arbeidsgelegenheid neemt de bevolking a.erker toe dan het geboorteover schot bedraagt. Inzonderheid geldt dit van de groote steden. 3. Het aantal in het landbouwbedrijf werkzame per sonen neemt in verhouding tot de geheele bevolking en tot de in andere beroepen werkzame personen af. 4. Zij, die wegtrekken, zijn meestal de meer jeug dige en energieke personen. In vele streken heeft de trok vooral aan vrouwelijke dienstboden in don land bouw gebrek doen ontstaan. 5. Het is noodig, dat ook van Overheidswege meer dere aandacht worde gevestigd op de groote betcekonis van goed drinkwater en verbetering van do bodem verontreiniging in do nabijheid van woningen ten plat lenlande, en dat, waar noodig, uit de Staatskas sub sidie worde verleend aan plat.e-ands gemeenten voor het oprichten en instandhouden van drinkwaterleidingen. 6. liet is noodig dat van Staatswege, waar daar aan behoefte bestaat, de vestiging van geneeskundigen ten plattcnlande meer dan thans worde bevorderd. 7. Met steun van Rijkswege ware hel uitschrijven van prijsvragen betreffende den bouw van weinig kost bare, doelmatige en aantrekkelijke arbeiderswoningen ten pLattenumde te bevorderen. 8. Er behoort naar gestreefd te worden het her- halingsonderwijs zoodanig in te richten, dat liet meer dan to^ dusverre rekening houdt met de eischen van het pracliscke leven. 9. Het geven van onderricht aan arbeidersdochters cn -vrouwen, in hetgeen in het arbeidershuishouden te pas komt, is wenschelijk. 10. Dc bevoegdheid, bij artikel 15 der leerplicht wet aan de gemeentebesturen verleent, behoort in eene verplichting te worden omgezet, met dien verstande, dat het aantal perioden, waarin verlof kan worden verleend, zooveel mogelijk worde beperkt. 11. De bescherming van den landarbeid behoort wettelijk te worden geregeld. 12. Hét is wenschelijk den loonarbeid van het kind beneden den twaalfjarigen leeftijd te verbieden. Zoo danig verbod zou bevorderlijk zijn. voor de verstan delijke, zedelijke en lichamelijke ontwikkeling van het kind en met de belangen van den landbouw en de welvaart van het arbeidersgezin wel vereenigbaar zijn. 13. Veiligheids- en andere beschermende voorschrif ten nopens den omgang met dieren, alsmede den om gang met en de inrichting van machines en andere gevaarlijke werktuigen, mogen niet ontbreken. 14. De verstrekking van grond cn van grondcre- diet aan landarbeiders behoort wettelijk en onder Staatstoezicht te worden geregeld op de aangegeven grondslagen. 15. Grondgebruik is een belangrijk middel tot ver betering van "den oeconomischen toestand der land arbeiders. Bevordering daarvan is een zaak van al gemeen belang. 16. Dc gelegenheid voor zoodanig gebruik is den landarbeiders veelal in onvoldoende mate of slechts op voor hen te bezwarende voorwaarden geboden. 17. Deze hulp (van den Staat) moet erop gerich,t zijn om de landarbeiders in staat te stellen zich een arbeiderspLaatsje of wel een los arbeidersperceel te ver schaffen, dat hen niet verhindert hun arbeid in loon dienst te besteden en waardoor zij inkomsten als aan vulling van hun loon kunnen genieten. 18. Bij het verschaffen van een arbeidersplaatsje moet aan den eigendombij het verschaffen van een los arbeidersporceel aan de pacht de voorkeur worden ge geven. 19. Aan het arbeidersgrondgebruik en alles, wat tonnen gouds, en voor de onhandelbare kinderen bijna Wat vcorls bij'ni iedereen verwonde: t, is do.houding mderhall' miliioen. Saam loopt dit tegen de vijf milli- i van Dr. Kuyper's politieke geestverwanten. Hij werd oen. weder of bleef voorzitter van de aiitirevolulionnai.ro Nu is het hinderlijkste hierbij, dat deze bedragen I Kamerclub. In de Standaard deelt vooral dan zoo hoog staan, zoo men ze per gast be rekent. Zoo is in het Voorl. Verslag op Hoofdstuk 4 uitgecijferd, dat in do Rijkstuchtscholen elke deugniet per jaar f 840 aan liet Rijk kost' cn in dc Rijksopvoc- dijhjgigcstichlen f 730. En dan is het logies er nog pivvivo "-Je -- A li- J.y /\all I1C-L til 1A/1UVJ - 7 Oen moeten hun toevlucht nemen tot de instellingen ,ml verband houdt, behooren zoo weinig mogelijk voor armenzorg. De kinderen kunnen weer op de- uaJi behoort worden ge in- kosten te worden verbonden. 20. De landbouw-ongevallen-verzekering zoodra mogelijk bij afzonderlijke wet te w< regeld. 21. Voorziening in de behoeften van oude en valide landarbeiders is dringend noodzakelijk. Met deze eindconclusie, die den doorwrochten ar beid besluit, zal wel ieder rechtgeaard Nederlander gaarne instemmen. niet eens bijgerekend, want nam men ook de rente en aflossing op van de gebouwen, zoo zou het ecüs'e bedrag stellig over de f 900 loopen. Hoeveel beste, brave jongens zijn er nu, voor wie vader of voogd zulk een som 's jaars apart kan leg gen'/ Feitelijk wordt er alzcc voot de deugnieten beter 'gezorgd, dan voor de patente jongens. Negenhonderd gulden per jaar voor 6611 kind, het grenst aan overdadige weelde. Toch is hier in beginsel niets aan te doen. Als ge twee kinderen hebt, waarvan het é.énc ziekelijk, hat andere flink gezond is, zal het ziekelijke kind u per jaar altoos meer kostenen in zedelijken zin genomen, is het niet anders. Maar al geven we dit toe, toch kan men zich moei lijk aan den indruk onttrekken, dat Jusitie op slechten voet met de zuinigheid leeft. Voor een verwaarloosd kind dat aan een particuliere vereeniging wordt toe vertrouwd, wordt slechts f 180 betaald, en het Rijk zelf besteedt in zijn gestichten bij de f 900. Reeds hierom schijnt afgeven aan particuliere ge stichten wat slechts even kan, stellige eiseh, maar ook bovendien zal het Departement do beambten meer op do vingers moeten zien. Wie in 's Rijks dienst Rijks- geld administreert, beeldt zich zoo licht in, dat er geen opmaken aan is. JIct Voorl. Verslag vraagt zelfs of er niet te veel beambten zijn, Alleen die beambten verslinden 's jaars over do drie ton. Dr. KUYPER'S ZWIJGEN. Dr. Bronsveld schrijft in zijne Kroniek in de Stem men voor Waarheid en Vrede het volgende: In ons midden is tot heden ook Dr. Kuyper een man geweest, die opkwam voor den naam en de eer van Christus. En al behoorden wij niet tot zijn corps, wij streden toch onder éen Hoofd. Wat hij misdoet wordt geschreven op rekening van de christenen, en in zooverre is een misstap van Dr. Kuyper iets, waar mede wij tot op zekere hoogte solidair zijn. Wij heb ben het dus betreurd, dat er van hem dingen open baar werden gemaakt, en zelfs door hem beleden, die hem, naar do algemeeno overtuiging, niet tol eere ver strekten. Wjj zijn altijd wel beducht geweest, dat te avond of te morgen door Dr. Kuypor het een of an der gedaan zou worden, dat bewees, hoe 't zijn ka rakter aan adel ontbreekt. Meermalen hebben wij het uitgesproken, dat wij in hem zagen een man van groote gaven, niaar niet van groot karakter. Uit hetgeen wij nu weten over zijn verhouding tot den heer Lehmann en mej. West 111 ever is duidelijk gebleken, dat deze gewezen minister niet kieschkeu- rig is, waar het geldt de gasten die hij noodigt aan zijn disch, en de middelen, waarvan hij zich bedient tot het bevorderen van de macht zijner partij. Wij gaan niet verder, want wij wachten altijd nog de beloofde verdediging. Maar over het wegblijven van die verdediging spreken wij hier onze verwondering en onze verontwaardiging uit. Een man, die in ons midden zulk een hooge plaats inneemt, op wien zoo velen zien, en die zoo hard over anderen vaak heeft geoordeeld, moet niet dulden, dat er op zijn integriteit een smet blijft kleven, hoe gering ook. Hij moet het verdragen kunnen, dat men hem tegen 't licht houdt, dat men hem beziet van alle kanten. Daartoe aange zocht en uitgedaagd moet hij-zelf daartoe medewerken. Natuurlijk zijn er aanvallen, die hij stilzwijgend zich getrooster zijn beschuldigingen, die zich zelve weer leggen er zijn fouten, die niet compromitteeren, en geboekt werden als allen menschen eigen tekortkomin gen-; maar er zijn ook aanklachten, die men moet weer leggen en tot zwijgen brengen. En dit is hier het geval. Indien het waar is, wat Dr. K. wordt ten laste gelegd, dan daalt hij onvermijdelijk in de algerneene achting. Hij moet zich verdedigen en zuiverendat was het algemeen gevoelen, en dat hij het zou doen aller verwachting. Ieder h.ad dan ook stellig gedacht dat Dr. Kuyper eer hij zijn plaats weer innam onder onze volksverte genwoordigers, Jiet woord zou hebben gesproken, dat hem van alle verdenking zuiverde, of door ©en eer- lijke bekentenis van schuld een welgemeend absolvo ontlokte. Maar die verwachting is niet vervuld. De Stan- hij weer zijn goe- i de en zijn slechte nota's uil, alsof er geen wolkjen aan de lucht ware, en aan zijn naam geen niet meer zuivere reuke ware. Buiten de Kamer trachten zijn aanhangers le wed ijveren in betuigingen van het onbeperksl vertrouwen. Het sterkste staat daarvan is wel de verklaring, dat men Dr. Kuyper als leider erkennen en volgen zat, ook al ware het ergste waarheid, wat men van hem heeft verleid of vermoed. „Door dik en door dun zal men hem trouw blijven. Wjj hebben zelden zulk een heilloos fanatisme ge zien. Onbekend is het ons niet, dat men aan mannen, die aan huij land groote diensten bewezen^ zonden uit hun particulier leven vergaf, die men in een ge woon burger niet door do vingers zou zien. Populaire vorsten rekenden er misschien wel op, dat hun zedelijke tekortkomingen zouden worden bedekt met den man tel der liefde. Maar zij maakten dan ook geen aanspraak op den naam en de plaats van Dr. Kuyper. Poseert hij niet in ons midden als het hoofd dor partij, die zich heeft durven noemen de partij van den levenden God'? En als het 1111 eens bleek, dat hij zich had mis gaan, zal men dan daartoe het zwijgen doen en zeg gen ..door dik cn door dun" zullen wij hem als den van God gegeven leider eeren cn trouw blijven'? Dat mag toch niet. O wij weten het, dat Petrus den lieer heeft verloochend, en toch dc rots der gemeente, is geworden. Maar hoe bitterlijk heeft hij zijn zondo beweend, en hoe nadrukkelijk heeft de Heer hem, 11a zijn berouw gerehabiliteerd. Jleofl Dr. Kuyper in de bekende ridderorde-zaak niet gezondigd hij toone het aan: Heeft hij aan goede manieren en eerbied voor 't gezag zich vergrepen hij belijde schuld! Zoolang noch het een, nog het ander gebeurt, is hif naar onze meening, een man, die geen aanspraak heeft op onze achting, cn de partij, die zulk een geblamcer- den leider volgt, zal meer dan ooit ons ergeren, als zij1 aan haar optreden den naam verbindt van den hoogen God. en den heiligen Jezus Christus. Wij verklaren in allen ernst, dat wij ons vérblijden zullen, indien Dr. Kuyper zich volkomen zal kunnen zuiveren, en beschaamd worden diegenen van zijn aan vallers. wien liet in dit geval niet onaangenaam was een „geloovige" te kunnen in opspraak brengen. Zoo dan wachten wij E.u op het einde van deze droeve affaire, Wat berust in Dr. Kuypers macht. Rinnenlandsch Nieuws. O- -- zelfde wijze beginnen en do arbeiders blijven, wat zij geweest zijn, n.1. menschen, die uilsluitend of bijna uitsluitend op loon zijn aangewezen. „Wie eens arm Ls, blijft arm", meenen vele arbeiders en de ervaring leert, dat zij niet geheel ongelijk hebben." Do toestand der oude arbeiders wordt door de Staats commissie terecht diep treurig genoemd. Zij meent, dat er met niet genoeg klem op kan worden aangedrongen, dat alle zeilen worden bijgezet om tiet vraagstuk der voorziening in de behoeften van ouden en invaliden tot een bevredigende oplossing te brengen en dat niet maairegeieii gcuumui 7- i al te sproedig voor bezwaren van financieelen aard wordt slag der Staatscommissie voor den Landbouw. |,rf! Het treurige van den toestand wordt met den dag door de zorg besteed aan de dienstbaren in het land- 1. V dieper gevoeld, want de ontwikkeling der arbeiders neemt bouwbedrijf, de landbouw zelt zich in toenemenden itoe en daarmede het eergevoel en de zorg voor de bloei mag verheugen, toekomst. Dit heeft tengevolge, dat afhankelijkheid van H1R7 IHOlviliiuvAA. Mogen in het belang der landarbeiders nu spoedig de maai uil o maatregelen genomen worden, aangeduid in het ver- j daard bleef zwijgen, en Dr. Kuyper deed niets van t I zich hooren. Eerlijk gezegd, begrijp ik niet, hoe hij D. E. LANDMAN. de welwillendheid van anderen et; het uitzicht op een onverzorgden ouden dag een steeds zwaardere*. last worden. De levensstandaard is overal gerezen. Tengevolge daarvan wordt het contrast tusschen de welvaart der andere standen en de bittere armoede, waartoe de oude arbeider maar al te vaak veroordeeld is, steeds grooter. Ook de rijzing van den levensstandaard in alle klassen der maatschappij heeft tengevolge, dat het gebrek op den ouden dag dubbel wordt gevoeld. Het belangrijkste deel van den arbeid der Staats- als de Tweede Kamer is, binnen treedt zonder zich te hebben ver antwoord, na zóó verdacht te zijn gemaakt. En niet alleen de Kamer, maar de regeering wordt in deze zaak betrokken. Mag zij het gedogen, dat men openlijk met het oog op Dr. Kuyper, ook haar integriteit in twijfel begint j te trekken? Het verwondert mij, dat de leden der Ka- DURE RIJK8GA8TEN. mer dezen gewezen minister, aangaande wiens praktij- Onder dit opschrift schrijft "~U! Het rijk heeft als gisten gevangenen, en onhandelbare kinderen* En die gasten kosten aan bejegenen alsof men nooit ervan heeft gi hgt Rijk hoopen geld. Voor het gevangeniswezen; Nóg eens: ik begrijp van dit alles ni wordt nu weer aangevraagd twee-en-een-half miliioen. minst verklaar ik het mij, dat Dr. Kuvper, ais man i - van eer. met zulk een onteerend gerucht achtervolgd KERKDIEVEN. Te Woensdrecht bij Bergen op Zoom is inbraak ge pleegd in de Roomsch-Katholieke kerk. De dieven hebben de offerblokken opengebroken en van enkele voorwerpen op het altaar het zilverwerk afgerukt. ONTSPOORD. Door verkeerden wisselstand is Donderdag te Oost burg de personentram op een bietentram geloopen. Een man geraakte tusschen de ingeschoven wagens bekneld en het kostte veel moeite hem te redden. Het rollend materieel is belangrijk beschadigd. De passagiers kwamen met den schrik vrij. EEDSWEIGERING. De eedsweigeraar Joh. Hoogland, koetsier te Scho ten, werd heden voor de Haarlemsche Rechtbank weer als getuige gehoord. Ook nu weigerde hij den eed af te leggen. Het openbaar ministerie zag daarna van het hooren van dezen getuige af, zoodat het straf zaakje gewoon verder behandeld werd. Na zeven da gen in gijzeling gezeten te hebben, werd Hoogland dus weer in vrijheid gesteld. Wellicht wordt later een vervolging tegen hem ingesteld. DOOR EEN SCHICHTIG PAARD GEDOOD. Donderdagmiddag reed te Ruinerwolde de landbouwer G. P. niet den arbeider W. van den B. naar huis, 0111 de paarden te voeren. Een der dieren werd schichtig voor kippen, die in de nabijheid van den weg aan 't scharrelen waren. Van den B. sprong van hel voer tuig, om het paard bij1 den bek te grijpen, wat hem ook gelukte. Echter kwamen de dieren niet tot be darenintegendeel begonnen ze feller, en door t hou den van Van den B., naar dezen toe te loopen, waar door hij tegen een telefoonpaal kwam te vallen en hem een rad van den wagen over den nek ging. Van den B. werd bewusteloos opgenomen en overleed wel dra. Van den B. was een vlijtig, oppassend man en va der van middelbaren leeilijd De landbouwer G. P. kwam goed van het ongeval af. Ook hij was van den wagen gesprongen en raakte daarbij nog met het eene been in het leidsel, maar gelukkig er direct.ook weer uit. Ass. Ct.) FERREK. Dit is overkomen aan een van onze Holland- sche coupletzangers, die ergens in de provincie met zijn actueele repertoire moest optreden. Als ervaren man vroeg hij eerst na bij den kastelein van de schouw burgzaal, of zijn publiek op de hoogte was van de onderwerpen van den dagzoo of men er wel eens had gehoord van Ferrer'? De Stand "- i ken als lid en hoofd van een kabinet zulke weinig j xT „m let rijk heert ais gisten gevangenen, krankzinnigen eervolle geruchten van de daken verkondïgd worden, kcn vraagbaak, „voor dien z'n concurrent hoeft u" onhandelbare kin&reojn die gasten kosten .aan heeft f hoord. niet ban, te want dic bjj mijnh^ i 1 - -l„i JA T/'nTrr-i.rvi' o 1 c mort YVU1UI HU nvva uungv. .w^v. voor het krankzinnigenwezen, dat slechts voor een deel voor rekening van het Rijk komt, drie en drie-kwart durft verschijnen in het midden der Kamerleden. niet bang te zijn, want nog nooit opgetreden." ONGELUK OF MISDAAD? Omtrent het geheimzinnige geval aan den Kwee- Feuilleton. oude graaf op bevenden toon voort: „wil je dan mis schien een bedelaar worden, terwijl jij je gansche le ven in weelde hebt gebaad?" „Om Gods wil, vader, wat zegt 11 daar?" riep Wolf ontzet uit, terwijl hij zijn vader als zinneloos aanstaar de. Deze knikte veelheteekcnend met het hoofd. „Ja. het moet gezegd", zeide hij op gedempten toon, „jouw dwaze stijfhoofdigheid dwingt mij er toe, je deze bit tere pil te slikken te geven. Geloof niet, dat onze rijkdom en weelde zoo vast staat, als jij wel denkt dat zoo is", ging de oude op zachten toon voort, ter- wijt hij het hoofd diep voorover boog. O, het was immers zoo ontzettend vernederend en beschamend voor hem, te moeten bekennen: „Vader, ik heb gezondigd, ik heb een lichtzinnige, dwaze daad begaan. Ik heb over mijn volgend leven beschikt, zonder in den roes van den hartstocht ook maar te Vermoeden, wat ik eigenlijk had gedaan." Dat had hij villen en moeten zeggen, maar Wolf deed het niet, bij zweeg. Maar de majoraatsheer hield niet op, zijn zoon te au ondervragen. Hoe minder Wolf tegen zijn rechtmati- <lc —j- gen eisch wist in te brengen, hoe vager en zwakker ben ik dan met uw zoon, uw ecrslg|eboiene - Maar de majoraatsheer keek hem nu onbarmhartig godin van Jiet geluk wenkt je, zooals dat misschien nimmer voor de tweede maal zal geschiedenHet kost jou maar weinig1 Woorden om het liefste en rijkste meisje tot je vrouw te maken. In haar bezit, kunt ge lachen om at de stormen des levens en misschien omdat ge do stormen niel hebt te vreozen, zal het noodlot u ook ontzien, terwijl het u in elk ander geval onbarm hartig zou verpletteren." „Maar vader'stamelde Wolf, wien het in de gedach ten was gekomen. <lat Angelika zich zoo half en half in het cehehn met zijn broeder EricJi had verloofd, „wan- 1 IJ JiAJt JiA/vrivi eens kunnen gebeuren, dat wanneer ik vroeg of laat de oogen .sluit er erfgenamen optreden, die zouden weten te bewijzen, dat zij meer recht op mijne er fenis hebben dan het geheim met zijn neer het meisje mij nu volstrekt niet genegen is, maar een ander bemint." Maar bij deze opmerking schudde de majoraatsheer het hoofd. „Het behoeft u slechts eenige woorden te kosten en zij is de uwe, tiaar vader ik, zijn tiet eens, en <1 at is voldoende. Andere minnarijen komen niet in „Je schikken in het onvermijdelijke, Wolf, dat is het eenijga wat je overblijft. Maar het is ten slotte niet zoo verschrikkelijk voor je, een mooi. rijk meisje te trouwen of heb je soms een andere lief?" Het was voor de eerste maal, dat hij deze vraag tot zijn zoon richtte. Wolf werd gloeiend rood in het gelaat en zweeg gedurende ecnige oogenblikken. „Neen neen", mom- pelde hij. ..ik bemin geen ander." Hij hoorde de bemoedigende woorden van zijn vader niet meer. In het o ogenblik waarin hij Antjc smade lijk verloochende, in plaats van haar te erkennen, was het hem te moede, alsof hij zich voor eeuwig aan den duivel had verkocht. HOOFDSTUK XXI. Een jaar vol ongeluk weegt in een menschelijk leven meer en is moeilijker te dragen dan tien jaren van, l/nmoii niet in uw c" uiuviuj.w ie uiagen uau cieii jaien van, fenis hebben dan gij. doodeliik verschrikt cn <lat ,IS. voldoende Andere muina j ()<>k vvecs voorspoed en zonneschijn, maar het heeft ook onein- „Bij ^.9^'rifp. -, e J°"tfr<l met doffe verglaas- aanmerking, wanneer ik wik dig veel meer Invloed op het karakter en gemoed uit. terwijl hij krijtwit t u daar dienaangaande maar onbe^rgd den mensch want terwijl de menschen in den de oogen naar zijn _vaderWolf voelde zich geheel vernieti^ hij wist^ niet, van hot trplulf mnnr «1 to 7ppv hun 7e1fstflTifHp- ovna ciooii nioi f" u^ntiotor zijn tegenspraak werd, des te gebiedender eni aan formuleerde zijn vader zijn wil. Voor do eerste maal En als ik nu eens een bedrieger was? of oen Kn aiJ> IK I1U cviu> \s\su vrvrvr tl O tfwLrmnst OIltWOrDCIl. In het ttiiuioiiuiG fAv.- o i beirogen bedrieger? Neem het voor mijn part zoo ge h id hjj ,adlt als majoraatshcer van Wolfenstein ervaring, Ieeren zichzelf en niet anderen vertrouwen P in dat wilt", ging hij voort met heesche stem. \\m- bcsUum tc kunnen ,eiden aan d« en Ieeren ten slotte hun eigen geluk en vrede beves- •k neer het uitkomt 11a mijn dood, <ktt gij zU[s m ge van Antje Sturm en nu zou er een ander tigen JK.G1 ,1 -x», imtcohpn naam IC \OCrCIl, me nu J Jmnnmie. Hpt nPKtp ib ilat man mpp.stpr tb nvpr pip-ph hpslni- mensch mis- „isuLn zeide zijn vader met dwaze knaap, dat is niet zoo wil mij niet lan ger ondervragen, dat zal ik niet dulden, ik laat mij niet dwingen mijn geheim te ontsluieren WoJf' Wolf!" riep hij eensklaps 111 groote wanhoop uit, „on dervraag mij niet langer. Wanneer er onrecht is ge pleegd, dan is dat gxiaan, terwille van jou en je moe- 1 vnnr ifilui beiden en de vurige liefde op zou kunnen doen gelde Maar hoe was dat in Godsnaam toch mogelijk'? Het was tevergeefs, dat Wolf met alle machter er bij 1 L rtiohooilm IrtlahAim kwam het tusschen hen tot een even ernstig als 011 Verkwikkelijk debat Do Jonge graaf geraakte steeds meer en meer uitk„mt na mijn uuuu, 1s-J "be u 1 zijde van Antje verlegenheid, terwijl zijn vader het atee^B. m°' IJL!:.. rechtigd bent, iden trotschen naam te dc gevaar beslaan, dreigender dan ecmg - viel zich te bedwingen en ieder oogenbhk in e^gendom heet. Wanneer men ,.pn bedelaar i schien vermoedde cn dat hem zijn zeker gewaand et f- dreigde uit te barsten. I zonden van anderen tc boeten dan?" deel zou ontrukken 011 zou kunnen bewerken, dat dit „E11 al moest ik jo er toe dwingen, dwaze jonge mnnl_| u apes ontroofde, naam, eu, I wprrl tnAoiAftiKXTiprn aan iemand, die er meerdere ïech man," riep de majoraatsheer woedend, terwijl aderen op zijn voorhoofd onrustbarend zwollen, „jc zult met Angelika trouwen. „Welk een dolzinnige dwaasheid om een rijk en mooi meisje als Angelika niet te willen trouwen, tui zoo dat dan onmogelijk is, moet het toch een andere zijn, van stand cn rijkdom, cn het moet 'bovendien spoedig geschieden, zeer spoedig „Ik kan niet vader, liet is onmogelijk, ik herhaal het u voor de honderdste maal", riep dc zoon daar na uit, ten prooi aan dc hevigste vertwijfeling. „Jo moet!" riep de majoraaishocr hem boos en ge biedend toe. „ik beveel het je, je moet dwaze 1 jongeling", stamelde hij. terwijl hij in groote ontroe ring naar de stoel van zijn zoon slrompelde. „Weet jij wel wat er voor ons allen op het spel staat? Moet voor jelui beiden en ue vui.py.~-- ,'j. anesti'x? eebaar en zulk een wanhoop op zijn had hij ook in de moeilijke ure, dat hi. >k je dan juist zeggen, wat al zoovele jaren mijn hart der u t Lrffcvoor lf mij nu de kracht tot jo wederom motie meeste, betrok, zich de gelofte gedaan, dat hij l ternoerdrukt?" lot lolu T hel nu doe. Wees een man, weip »jn w< wat hem (lof)r hp( noodlot nn Br.hmi I En toen de jonge graaf nog altoos geen antwoord ^T^L^chtiee cn b^luitelooze van je - de verbazing oanstaa gaf. maar ontstemd naar den grond staarde, voer de a' Eet jongen. g boeten tot de maakt u alles ontroofde, naam, eer, wai uu.. Er heersehte in het vertrek een lange stüle. Wolf werd toegewezen' aan iemand die er meerdere ree zuchtte diep en het duurde langen tijd, voor hij zijn j ten op zou kunnen doen gelden dan hij ontroering gedeeltelijk meester was. - - „Maar vader, wat u mij1 daar zegl, is onzin", sta melde hij eindelijk, van zijn stoel opspringend. „Is ,u niet de majoraatsheer van Wolfenstein'? Ben ik niet uw eerstgeborene en erfgenaam wenkt mij niet oen leven van geluk en overvloed?" ,,„,w met harde stem, „neen Het beste is, dat men meester is over eigen beslui ten en daden. Niet de knecht te zijn van een vreemde, noch ten speelhal aan de luimen van een derde, dat wil ook wat beteekenen en is reeds een geluk op zich zelf. Dit eenvoudige lot was ook beschoren aan den jon- gen boschboer Martin Katzenberger, zooals hij nu zijn vader Tm'a and rong', hem toch het geheele geheim 1 over 't algemeen werd genoemd. Dagelij ksch moest te openbaren en hem niet langer in een pijnlijke on- hij arbeiden in het zweet zijns aanschijns. Wij weten zekerheid te laten. De majoraatsheer schudde maar wel dat geen zonnetje van geluk zijn harden arbeid halsstarrig niet het hoofd. „Het is reeds veel te veel, bescheen en verlichtte, en dat hij niet alleen met wat ik u heb gezegd," antwoordde hij met angstig af- t moeite den harden grond bearbeidde, maar dat hij gewend gelaat .gij behoeft je vader daarom niet te ook nog had to strijden een grimmigen strijd met zijn verachten, hoor wolf, want al geschiedde er iets 1 eigen hart, welks wonden nog altijd bloedden. Maar in mijn leven, dat niet door den heugel kon, ik zeg Martin was een man in de volle licteekenis van het het je nogmaals, het was alleen voor je moeder en jouI woord. Hij sprak niet veel, talmde niet, wanneer hfj Hij haalde ruimer adem toen Wolf met beide ban- moest handelen, den zijn rechter hand greep, en die hartelijk drukte. Terwijl anderen in het brecde beraadslaagden over „Maar vader, wat nu te doen?" riep Wolf uit, met de dingen, sloeg hij de handen aan den ploeg. Zoo bad bjj jn de moejnjke ure_ bjj zjjn woning zou dragen, wat hem door het noodlot op de schouders wa„ ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 5