rep ui! M- en Tuinbouw.
Toch onschuldig.
,at.erria? 20 November 1900
53e Jaargang. No 4(511.
DERDE BLAD
Roman van Hoeker.
Binnenlandsch Nieuws.
ir Cr"
XaV. CULTIVATORS.
Onder de nieuwere machines in gebruik bij de te
genwoordige uitoefening van het landbouwbedrijf, be
lenden dc cultivators eene belangrijke plaats.
De naam cultivator is een verzamelnaam voor een
(roep landbouwwerktuigen, die eigenlijk thuis behoo-
en onder de eggen, doch in tegenstelling met laatst-
enoemde meestal rusten op wielen of soms op het
aam sleepen.
Het groote voordeel dezer machines tegenover de
Jgen is, dat zo minder wrijving geven dan de laatst-
moemde, omdat de slepende wrijving vervangen is
oor de rottende, die zooveel minder trekkracht vergt.
Do wielen hebben verder het voordeel, dat een rc-
ielinatige d iepgang aan weerszijden kan worden ver
kregen en liet werktuig gemakkelijk vervoerd en uit
werk gesteld kan worden.
Het raam van den cultivator wordt in den regel
jit staal of uit smeedijzer vervaardigd. De tanden be
taalt gewoonlijk uit rechtopstaande stelen, die beneden
mn scharen zijn voorzien.
Bij eenvoudige cultivators bestaan steel en schaar
uit één stuk; bij de meer samengestelde machines kan
pen de scharen verwisselen naar gelang van den ver-
eischtcn arbeid.
Bij de nieuwerwetsche veerlandcultivators kunnen de
charen na afslijting van het benedendeel worden om-
jezet.
Indien de grond ondiep omgewerkt zal worden, kiest
nen in het algemeen breede scharen, doch voor die-
>ere bearbeiding' geeft men aan de smallere tanden
len voorrang. In het algemeen verdient het aan beve
ilig de stelen zoo smal mogelijk te maken.
Het beste materiaal voor de vervaardiging der scha
len is staal. Zij dienen zoo in het raam van den cul
tivator te worden geplaatst, dat de gemaakte voren
op onderling gelijken afstand komen.
De zijdelingsdie ruimte moet zoo groot mogelijk
genomen worden om het gevaar voor verstopping van
den cultivator zoo gering mogelijk te maken.
Bij goede cultivatora dienen de scharen met hunne
stelen zoodanig aan lïet raam te worden bevestigd,
dat dit er niet zwakker door wordt en de scharen
foch zijdelings kunnen verschoven en verwisseld wor
den. Bij sommige madiines kan men de scharen ook
nog lioogcr of lager en meer of minder sdiuin stel
len.
Werkt een cultivator door middel van beitels of
schoffels, dan noemt men hem dikwijls grubber.
Deze kan vooral gebruikt worden voor het losmaken
ran den grond en b et vernietigen van onkruid.
Amerika leerde ons de veertaud-cultivators
kennen, die werken door middel van halfcirkelvor-
reerende stalen tanden. Zij hebben het voordeel, dat
te veerend en trillend door den grond bewegen en
bij het boven brengen van onkruid minder verstoppen
ian de oudere systemen.
Aanvankelijk waren de tanden bevestigd aan voren-
ekkers, die aan het vooreinde voorzien met een schar-
ier, aan het raam waren bevestigd. In Nederland zijn
;e in wat eenvoudiger vorm nagemaakt. De tanden
ijn vast in een raam bevestigd, doch zijn wel ver
telbaar.
Dc veertandcullivators zijn geschikte werktuigen voor
liet losscheuren en bijeenverzamelen vafn togel en an-
|derc wortelonkruiden. Is er veel onkruid op een los
ten grond, dan kunnen ze toch nog verstoppen, wat
nog lastiger is dan bij gewone eggen, die men beter
lichten kan.
Door een doelmatige plaatsing der tanden kan dit
DQzwaar echter zoo gering mogelijk worden gemaakt.t
Er bestaan ook sleepcultivators, voorzien
[van veerende tanden, die met een hefboom meer of i
minder diep gesteld kunnen worden en die boven de
pvielcultivators het voordeel hebben. dat ze op klui-
lerig land regelmatiger door den grond loopen. Zij
vereischen voor denzclfden arbeid echter meer trek
kracht.
Bekende cultivators zijn die, volgens het sysleem
Bij deze zijn de schaarstelen op een hori-
ïontalen as vastgemaakt, die in een loodrecht vlak
jedraaid kan worden. Met een langen arm, die langjs
icn boog in verschillende standen kan worden vast
draaien alle tanden om hun as en kan men
le scharen meer of minder diep Laten werken of ge
heel uit het werk stellen.
Bij andere construetiën zijn de tanden vast in het
bevestigd. De diepgang der machine
rondt daarbij uitsluitend geregeld door de wielen hooger
if lager te stellen.
Op vele cultivators heeft men ook een zitplaats voor
len bestuurder aangebracht, die vanaf deze plaats den
jang der machine regelen kan.
In het algemeen verdient deze manier van liestu-
"ing van landbouwmachines de voorkeur.
Op het voetspoor der practische Amerikanen gaat
nen er hier gelukkig ook meer en meer toe over.
Cultivators kunnen in het moderne bedrijf veelvul-
Feuilleton.
28.
Toen Wolf op de vraag van Martin geen antwoord
;af, maar ontevreden de schouders ophaalde, voegde
dartin aan hetgeen hij reeds had gezegd, nog met na-
toe:
„Wees voorzichtig mijnheer. Denk om jezelf mijn
beer, want zoowaar als er een God leeft, als 11c hoor
lat Antje ook maar éen traan door jouw schuld
leeft moeten schreien, dan 1& je laatste uur aange-
iroken."
Wolf wilde een hoogmoedig antwoord geven, maar
oen hij Martin in de oogen keek, en daarin een on-
vrikbaar besluit las, toen overviel hem een lichte
en sloeg hfj de oogen neer.
„Spaar uw woorden. Ik weet heel goed wat mij
e doen staat."
„Wel^u, wanneer ge dat. weet," antwoordde Martin
reelbeteékenend. „Ga nu weg mijnheer, wij hebben
met elkander gemeen en vergeef mij, dat ik
•ooeven onwillekeurig u bijna, den nek heb doen
jreken." Hij keek nu bedaard toe, hoe Wolf haastig
ie teugels aanlegde en handig in' den zadel sprong.
.Maar mijnheer vergeet niet, wat ik u gezegd heb,"
n°u eenmaal aan toe en stak waar
schuwend de rechterhand op. „ik. ben nlet iemand
,1e zwetst of bluft, God zegene u, wanneer u goed
oor Antje Is. maar Zijn vloek en verdoemenis treffe
i, wanneer dat niet zoo Is."
Wolf antwoordde niet, maar drukte den ongedul-
ig trappelenden renner de sporen in de zijden zoo
lat het dier In wilde vaart voorultstoof.
„Groet Antje van mij," klonk het zai:ht van den
lenzaam achterblijvenden man, maar de ruiter kon
niet meer hooren.
Do Jonge boer hervatte ln het zweet zijns aanschijnt
:ljn arbeid, alsof er niets gebeurd was, maar zijn ge
dip worden aangewend. In bepaalde gevallen vervan
gen ze mét voordeel den ploeg bij het omdoen der
stoppels. in iiet voorjaar zijn ze zeer aan le beve
len op voldoend droge, lichtere gronden. Zij' doen
daar meer volkomen en met minder arbeid liet werk,
dat voorheen door ploeg en egge tezamen werd ver
richt. Op zware, natte kleigronden brengen de cultivators
dikwijls don zwaren ondergrond te veel boven en zijn
daar dus niet op li lume plaats.
In verschillende 5treken wordt de grond, voor de
teelt van haver bestemd, des voorjaars een of twee
maal met een cultivator bewerkt, vóór aleer men tot
het zaaien der haver overgaat.
De waarde van deze en andere nuttige werktuigen
is beduidend voor den modernen landbouw, die wel
in de eerste plaats sterk vooruitgekomen is door het
doelmatig gebruik van kunstmest en het opbloeiend
vereenigingsleven, zich o.a. uitend in den coöperatie^
ven aankoop van Landbouwbenoodigdhedcn, doch die
ook veeL geprofiteerd heeft van de nieuwere en be
tere landbou wwerk t u ige 11
I11 het jaar 1905 is er door hel Instituut voor
landbouwwerktuigen en -gebouwen le Wapeningen met
medewerking van de Groninger Maatschappij van Land
bouw een onderzoek ingesteld naar liet werk der veer
landcultivators, welke in die provincie voel in gebruik
zijn.
In het uitgebrachte rapport wordt gezegd:
„Vatten wij de resultaten van liet onderzoek teza
men, dan is gebleken, dat de veerlandcultivators uit
stekende werktuigen zijn voor het breken en kruime
len van den geploegden akker en het bovenbrengen
va tl onkruidze verdienen in het najaar in de meeste
gevallen de voorkeur boven beitel- en ossehoorn-eggc;
in het voorjaar moet men met het gebruik van deze
werktuigen voorzichtig zijn."
De merken Greif, Osborne, Schwartz en Martin le
verden alle zeer goed werk. Op enkele punten heeft
het verslag opmerkingen gemaakt, die wel tot verbe
tering geleid zullen hebben.
D. E. LANDMAN.
UIT DE VARKENSFOKKERIJ.
Ons wordt van particuliere zijde uit Wieringerwaard
medegedeeld:
Dat klein vee, mits men er de rechte soort van
heeft, ook nogal iets kan opbrengen, kan uit het
volgende blijken: Zelf heb ik een varkensfokkerij
en tracht ik zooveel mogelijk le klasse dekbeeren te
krijgen.
Eerst breng ik die beeren bij mijn eigen dieren en
zie wat resultaten er van komen en dan eerst stel
ik ze voor iedereen beschikbaar.
Bij de laatste Paaschtentoonstelling kreeg ik met
een raszuiveren Yorkshire-beer den len prijs,h en van
de resultaten met dit fokdier wil ik iets meedeelen.
De heer L. had hij 2 zeugen door dezen beer ge
dekt 22 stuks biggen, die alle voor 13 14 gulden
per stuk verkocht zijn. De heer B. had van een eer
sten worp 12 stuks, welke f 100 opbrachten. Zelf had
ik er 11 hij 1 zeug, welke op een leeftijd van 7
weken voor f 10 per stuk verkocht werden. De heer
K. verkocht 11 stuks voor f 12.75.
De koopers kochten deze afstammelingen van mijn
Yorkshire-beer zeer gaarne omdat het zulke goede
vleeschdieren waren.
Mij dunkt, dat de fokkers over de resultaten met
deze fokkerij verkregen, zeer tevreden kunnen zijn
en er spreekt duidelijk uit wat de uitkomsten kun
nen zijn van een goeden dekbeer.
Men schrijft wel eens in couranten over de resul
taten met koeien verkregen, maar wat hier is mee
gedeeld behoeft voor de voordeelen die een koe kan
geven niet onder te doen,
EEN CONDUCTEUR IN VERLEGENHEID.
Donderdagmiddag ontdekte een conducteur van lijn
4 der Amsterdamsche stadstram, toen een passagier
hem een boekje van 25 kaartjes vroeg, tot zijn niet
geringe ontsteltenis dat hij zijn portefeuille kwijt was,
waarin hij al zijn boekjes had opgeborgen. De man
was natuurlijk danig in de war, want hij had vooreen
waarde van ongeveer f 20 aan boekjes in zijn porte
feuille gehad. Zijn passagier kreeg met hem te doen,
informeerde hoeveel schade hij had beloopen en gaf
hem de twintig gulden
Onze conducteur was in de wolken, en vergat niet,
den naam en het adres van den royalen gever te vra
gen, voor het geval, dat de verloren portefeuille te
rugkwam... maar daar wilde deze niet van weten. Hij
verdween, zonder zich hekend te maken.
Toen de conducteur thuis kwam vond hij daar zijn
verloren schat! De eerlijke vinder had zich gehaast
om de portefeuille, waarin de naam en het adres
van den conducteur voorkwamen, terug te laten
brengen.
De eerste gang van den conducteur was naar het
kantoor van de Gemeentetram, om van het gebeurde
kennis te geven, en de f20 te deponeeren, die hij
meende nu niet te mogen behouden, maar weer ter
beschikking van den onbekenden gever te moeten stel
len.
MOORD TE VLODROP.
Omtrent een te Vlodrop, bij Roermond, geplcegden
moord meldt men nader, dat de misdaad geschied is
bij gelegenheid der kermis aldaar.
Moors, leen oppassend jongeLing van 20 jaar, werd
des morgens aan de rivier de KoerA in de nabijheid
van eenige café's, met een steekwonde in de borst
gevonden. Het lijk vertoonde ook schrammen in het
gezicht.
Jeurissen, die eveneens een ernstige steekwonde
had gekregen, is ter verpleging naar de kliniek te
Roermond overgebracht.
Door de justitie, die gjsternamlddag oen onderzoek
in Loco instelde, en door dr. Stijns de sectie op het
lijk van 'den verslagcne liet verrichten, werden acht
personen in streng verhoor genomen.
Gisteren is geboeid door de marechaussee van Vlo
drop naar de gevangenis te Roermond gebracht J.,
landbouwer le Vlodrop, verdacht van het toebren
gen van oen levensgevaarlijken messteek in de rech
terzijde aan Jeurissen.
Omtrent den dader van den moord op Moors is
nog niets bekend.
Do verwondingen zijn toegebracht in vechtpartijen,
wélke in den nacht van Dinsdag op Woensdag na
middernacht plaats hadden.
HET KAMERLID 1)E MEESTER.
Hoewel de gezondheidstoestand van het Kamerlid
De Meester na zijn jongste ernstige ziekte op het
oogenblik bevredigend is, valt den patiënt het loopen
nog vrij moeilijk.
EEN STAD „JULIANA" IN AMERIKA.
Voor enkele dagen meldden we dat het Loopuyt-
dorp in het Koegras den naam Julianadorp
zal verkrijgen. Ook in Amerika komt een stad
van dien naam. In den staat Alabama zal de Pulman
Goal en Cokes Company onder directie van een Hol
lander, den heer J. Bernhard, kolenmijnen in exploi
tatie brengen. Hard wordt er gewerkt om spoedig aan
te vangen. De aannemersfirma L. de Groot en E. J.
Bakker, die ook te Amsterdam aan de IJ kade en
te Zaandam werken uitvoert, is bezig een spoorlijn
aan te leggen door maagdelijke bosschen naar de
hoofdlijnen. Binnen een half jaar zal daar een stad
moéten verrijzen voor circa zesduizend inwoners, wel
ke bal genoemd worden „Juliana".
EEN ZONDERLINGE VONDST.
Een agent van politie te Hilversum vond gisteren
in de Nassaulaan een broodlcar onbeheerd staan. Bij
onderzoek bleek de inhoud te bestaan uit 25 konijnen
en 15 levende kippen. Uit Baarn werd nog gisteren
bericht ontvangen, dat de dieren daar gestolen vvarpn,
terwijl men voor het gemakkelijk vervoer bij een
bakker op Soestdijk de kar had ontvreemd.
HIJ PROBEERDE HET NOG EENS.
De man, die in Utrecht de firma Van Kempen
voor een paar diamanten oorknoppen, ter waarde van
f 2400, heeft opgelicht, heeft zich aanstonds van
daar naar Amsterdam begeven en getracht daar ver
der zijn slag te slaan.
Eerst heeft hij gepoogd de gestolen voorwerpen in
een goudsmidswinkel te gelde te maken. Toen hem
dat niet gelukte, heeft hij zich gewend tot een juwe
lierszaak, waar hij weer een valschen adellijken naam
opgaf en onderhandelingen opende over den aankoop
van een diamant. Die verliepen ook niet naar genoe
gen, de argwaan van den juwelier Werd opgewekt,
maar onze man, die beloofd had terug te komen, rook
lont de politie was inmiddels ook op het spoor
gekomen van den listigen oplichter, en hij vertoonde
zich niet meer. Er wordt ijverig naar hem gezocht.
ONGELUK.
i De smid S., te Heel, wilde Donderdagmorgen een
geladen jachtgeweerpatroon met een lucifer doen ont
branden. De patroon sprong af en trof S. dermate in
het oog, dat dit lichaamsdeel geheel verbrijzeld werd.
I VOOR DE DERDE MAAL.
Voor de derde maal heeft op het emplacement van
het Centraalstation te Amsterdam, nabij het nieuwe
j westelijk viaduct, een ontsporing plaats gehad.
Wederom was het een goederenwagen, thans van
J den trein, welke eergisteravond te 11.45 van daar
naar Haarlem vertrok, die uit de rails geraakte.
Den geheelen nacht was jaien bezig den weg vrij
te maken. Gisteren kon dé treinenloop ongestoord
plaats hebben.
OUDESLUIS.
Alhier circuleert hij de inwoners een adres, ter
teekening, gericht aan den Gemeenteraad, met ver
zoek te Oudesluis wederom een politieagent le sta-
tionneeren. Rustverstoring, straatschenderij en ver
nielzucht zijn hier de oorzaak van.
EEN ZONDERLING TESTAMENT.
De correspondent der Telegraaf te Haarlem schrijft:
ln 1804 overleed te Haanetm een zonderling' per
sonage.
Het was de horlogemaker Johannes Colombie, die
in de Kleine Houtstraat zijn woning had.
In de geschriften van die dagen wordt hij voorge
steld ais een zonderling en dat lnj een zonderling was,
blijkt wel het beste uit zijn testament, waarin hij al
zijn hebben en houden., bestaande uit eenige onroe
rende goederen en ongeveer f 16.000 aan contanten,
vermaakte aan 't Ned. Gereformeerd Diaconiehuis, het
Lutersehe weeshuis en het Roomsche Godshuis, ge
naamd „St. Jacobte zamen voor gelijke deelen, op
voorwaarde, dat de regenten van die stichtingen die
nalatenschap zouden admmislreeren en gedurende 200
i jaar kapitaal en rente onaangeroerd zouden laten, om
de som die daardoor zou zijn ontstaan, in het jaar
2004 te gebruiken tot het oprichten van fabrieken en
trafieken, voornamelijk van de zoodanigen, die zoo uit
Engeland als uit andere landen, hier worden inge
voerd (Colombie was vooral een groot hater der En-
gelschenj.
Die fabrieken zouden moeten produeeeren zijden
en wollen stoffen, grove en fijne lakens, carsayes, grove
en fijne kanten, borduurwerk, zoo ook ijzerkramerijen,
van spijkers, sloten en knieren, en ook zou moeten
worden verbonden een schaapskweekerij om zooveel
woL te winnen als maar ©enigszins mogelijk zou zijn.
Verder zal uit liet te stichten fonds moeten worden
gebouwd een fabriek van Engelsche horloges, pendules,
enz., waartoe alle benoodigdheden, zoo van veerein,
glazen als sleutels, door deskundigen moesten worden
aangekocht en de gefabriceerde goederen zullen niet
duurder mogen worden verkocht dan 5 0/0 minder
zicht was nog bleeker en strakker dan vroeger. Nu
wist hij in alle opzichten, dat voor hem geen hoop
meer overbleef en dat hij er toe veroordeeld was,
eeuwig alleen te blijven.
HOOFDSTUK XXII.
De herberg „Het hongerige Hert", een kleine spe
lonk gelijk, die door het volk zoo werd genoemd, was
niet ver van het dorp Wolfenstein en lag in 't bosch.
Deze herberg verheugde zich reeds eenigen tijd in
een paar voorname logé's, die men daar in het ge
heel niet zou hebben verwacht. Graaf Albert van
Wolfenstein en zijn waardige telg Egon hadden daar
hun intrek genomen. Zij voelden zich tot deze kroeg
nu juist niet zoo aangetrokken, maar de haat die
1111 eenmaal in het dorp bestond tegen al wat Wolfen
stein heette, had het den waard in de dorpsherberg
onmogelijk gemaakt hen op hun verlangen te herber
gen.
Daar de beide graven bijna den geheelen dag niet
thuis waren, maar ochijnbaar doelloos den ganschen
omtrek doorkruisten en de bedden in het Hongerige
Hert niet zoo kwaad waren, hadden zij niet zoo heel
erg te klagen.
ln het late avonduur van een mooien zomerdag liep
de kamerdienaar Frans langs een boschweg naar deze
aerberg. De geheimzinnige manier waarop Frans zich
voor elk levend wezen trachtte te verbergen, door
allerlei zijpaden te gaan, wees er op, dat deze man,
weer niet met de beste bedoelingen zich op pad had
begeven.
Zoo was het dan ook inderdaad,
j De beide graven, die hun strijd om hun toekom
stig bestaan streden, met de volharding van men-
schen die weten dat dit hun laatste redmiddel was,
hadden begrepen dat de kamerdienaar Frans meer
van het leven van zijn meester wist, dan hij hun
j wel had willen bekennen. Zij waren evenwel niet van
dat soort menschen, die zich spoedig laten afschrik
ken en het was bij hen een voldongen feit gewor
den, dat er een of ander geheim moest bestaan, waar
van' de ontsluiering voor hen groote voordeelen zou
kunnen meebrengen. Een ieder gelooft toch gaarne
aan een voor hem gelukkig toeval.
Wanneer het hun gelukte, de waarheid van de door
hen vermoede feiten vast te stellen, dan waren zij
dan die uit andere landen Hier worden ingevoerd.
Mocht op dien verkoop schade worden geleden, dan
zou die moeten worden verhaald uil het in 2001 aan
zienlijke fonds of uit den interest daarvan.
Die laatste bepaling is ook al weer een uiting van
een haat van Colombie, niet alleen tegen de Èngel-
schen, maar tevens tegen alles, wat van buitculand-
schen oorsprong is.
In het testament, dat thans nog bewaard wordt in
een brandkast, ingemetseld in het muurwerk van de
regentenkamer van het Diaconiehuis der Ned. 1 ter-
vormde gemeente, in de St. Jansstraat te Haarlem,
staat onder meer dat Colombie mei zijn stichting van
fabrieken en trafieken tot doei Heeft te beproeven of
in 2004 er geen mogelijkheid zal bestaan een einde le
maken aan onbeschaamde bedelarij, en of het niet
mogelijk zal wezen armen en noodlijdenden in hun
nooddioift te verzorgen, waarom hij dan ook de erf
genamen aanraadt, uit de gelden van zijn fonds in
het jaar 2004 bedelaars, en tot nooddruft vervallenen,
die nog maar eenigszins kunnen werken, aan den ar
beid le zetten, en vooral jonge kinderen aan den kost
te helpen.
Dit zonderlinge testament waarin en hier blijkt
het zonderlinge nog eenigszins meer uit werd ge
stipuleerd, dat als dc veroenigjngen hierboven bedoeLd,
het niet met al de er in gestelde voorwaarden zouden
wenschen te aanvaarden, het nagelaten kapitaal dan
zonder eenige reserve zou vervallen aan de algemeene
armen van Haarlem, en aan de Roomsche gemeente
te Heemstede, ieder voor een deel, is door de re
genten van de Godshuizen der Diaconie, der Luther-
schen en van het St. JacobsgesticJit in 1804 aanvaard,
en na gedurende ongeveer 40 jaar aan de dienstboden
van den overledene het vruchtgebruik te hebben ge
laten. wordt de nalatenschap thans beheerd door zes
personen, waarvan er twee uit ieder van de besturen
der vereenigingen.
Wat er in 2004 zal gebeuren, als uitvoering zal
moeten worden gegeven aan den wil van den erf
later, zal onzen nazaten wel blijken.
Er zullen nog wel eenige moeilijkheden kunnen rij
zen. waar toch de heer Colombie ook het loon, dat
in de fabrieken en trafieken zal mogen worden ver
diend, duidelijk hoeft gestipuleerd.
Die loonen verschillen heel wat met het loon, dat
de arbeider van (hans eischt.
Intusschen, het kapitaaltje is tlians al heel aardig
aangedikt.
Öf het mogelijk zal zijn, in 2004 daarvan alles tot
sland te brengen, wat de 'erflater zich voorstelde, zal
de tijd wel leeren.
I)E STRANDING VAN HET STOOMSCHIP „MARS"
Men schrijft uit Den Helder:
Toen Zaterdag jl. te Den Helder de stranding van
het stoomschip „Mars" bekend werd, dacht men na
tuurlijk het allereerst aan het redden van de équi
page en de wakkere bemanning van de reddingsvlet
haastte zich dan ook, dit vaartuig zoo spoedig moge
lijk te voorschijn te brengen. Dit werk liep vlug ge
noeg van stapel, daar de op den zeedijk gestationneer-
de vlet op een wagen geplaatst is, maar het recht
streeks zes kiezen bleek door de holle zee en het
vliegend stormweer onmogelijk. Na een kort beraad,
besloot men wagen en vlet, door paarden getrokken
langs den lcortsten weg, naar de strandingsplaats te
voeren, en men nam alzoo den Strooweg, en verder
de binnenzijde der duinen, 't Vervoer langs den Stroo
weg ging echter met groote moeilijkheden gepaard,
daar deze weg in een treurigen toestand verkeert
en het vooruitkomen met den zwaar beladen wagen
in hooge mate belemmerde. Het was een geluk voor
de opvarenden van het stoomschip „Mars", dat het
zóo hoog zat, dat zij het zonder gevaar gemakkelijk
verlaten konden en zoodoende de hulp van de beman
ning van de reddingvlet niet noodig hadden. Was ech
ter hulp noodig geweest, dan zou „het misschien te
laat komen" van de vlet als oorzaak hebben de slecht
onderhouden toestand van den Strooweg. Aangezien
de Strooweg een Rijksweg is, zou het wel overweging
verdienen, dat door de betrokken autoriteiten ter
plaatse een onderzoek ingesteld werd, opdat men niet
vroeg of laat voor het feit te staan komt: „dat de
put gedempt wordt, als het kalf verdronken is." Aan
onze wakkere menschenredders valt dan niets te ver
wijten.
DE BURGEMEESTER VAN EGMOND.
Voor het Amsterdamsche hof zal 7 December a.s.
In hooger beroep behandeld worden de zaak van den
heer P. P., burgemeester van Egmond a. Zee, door
de rechtbank te Alkmaar tot 14 dagen gevangenis
straf veroordeeld wegens het uitgeven en gebruik
maken van valsche hetalingsmandaten waarop hij we
gens voorschotten en onkosten ln verband met den
bouw van een gasfabriek gelden van den gemeente
ontvanger geïnd had, nadat hij eerst deze betalings
mandaten door de wethouders had laten ondertee-
kenen.
Herinnerd mag hierbij worden aan het feit, dat Ge
deputeerde Staten van Noord-Holland tijdens de in-
1 siructie en ook daarna geen enkelen stap hebben ge
daan om den heer P. als burgemeester te Schorsen
of aan H. M. de Koningin tot ontslag voor te dra-
i gen. Ook de Alkmaarsche officier van justitie die 1
maand gevangenisstraf eischte vond geen termen om
hierbij tegelijk ontslag uit zijn positie als burgemees
ter te vragen, daar de heer P. het vertrouwen zijner
onmiddellijke administratieve chefs had behouden.
Onmiddellijk na het bekend worden van het Alkmaar-
I sche vonnis is er door het grootste gedeelte der
burgerij van Egmond werk gemaakt van de indiening
van een gratieverzoek aan de Koningin.
De afloop van deze zaak voor het Amsterdamsche
Iïof wordt met groote belangstelling tegemoet gezien,
te meer daar mr. J. Kappeyne v. A. Coppello als ver
dediger optreedt.
voor altijd geborgen en behoefden zij er zich niet
meer over te bekommeren wat er van hen zou wor
den, als de tweeduizend gulden, die de laatste gift
van hun grafelijken neef was, zou zijn opgeteerd. j
Zij hadden heimelijk een brief aan den kamerdie
naar: gezonden, waarin zij hem dringend om een ge
heim onderhoud hadden gevraagd.
Toen Frans evenwel op de bepaalde plaats niet
verschenen was, schreven zij hem nog een tweeden J
en derden brief. Hun volharding scheen indruk te
hebben gemaakt op Frans, want eindelijk had hij
het besluit genomen een conferentie met de heeren
te hebben.
Vader en zoon wachtten reeds op hem. Zij brachten
hem naar een achterkamer van de kroeg, welke zij
voor geld en goede woorden van den herbergier j
hadden gehuurd. Daar bij het schijnsel van een wal
mende vetkaars, begroetten zij hun bezoeker zoo be
leefd mogelijk. Zij presenteerden hem een glas wijn
en wat eten, maar Frans, die een betere keukenmeid
had dan de vrouw van den kroeghouder, bedankte
voor alles.
„Wat verlangt u van mij?" vroeg Frans op den
man af, terwijl hij nu eens den graaf, dan weer diens
zoon Egon aankeek.
De beide heeren bedachten zich een oogenblik. Het
lëek wel of de onverstoorbare kalmte van den an
der hen wat in verwarring bracht. Daarbij gingen
zij aan de wankelende tafel zitten en knikten hem
veelbateekenend toe.
„Jij bent een slimme vos zoo ik meen," zoo begon
graaf Albert op gedempten toon, den kamerdienaar
onderzoekend aankijkend. Het gelukte hem evenwel
niet den ander te doorgronden, diens gelaat bleef on
beweeglijk en strak.
„Willen wij samen eens een zaakje maken? Je
weet heel goed waarom wij hier verblijven."
„Ja, op mijn eer, ik geloof dat jij dat hoel goed
weet," voegde graaf Egon er aan toe.
l.Het Is. voor mij al te veel eer, dat u denkt, dat
ik zooveel weet," antwoordde Frans na een korte
stilte, terwijl hij de beide mannen onnoozel aankeek,
„maar lk zie werkelijk niet in, op welke wijze ik u
van dienst xou kunnen zijn ik moest u laatst im
mers al meedeelen, dat mijn heer niet van zins ls,
ook maar het geringste meer voor u te doen."
„Maar daarvan is nu ook geen sprake meer," viel
de majoor hem met een afwijzende handbeweging in
de rede. „Wanneer jij een eerlijke kerel was, op
wien men zich zou kunnen verlaten, dan geloof ik
dat uw heer ons spoedig niets meer zou hebben te
bevelen."
„Hoe moet ik dat begrijpen?" vroeg Frans.
„Kort en goed," bracht de majoor in het midden,
„het is hier de vraag een geheim op het spoor te
komen. Wij vertoeven nu reeds eenige maanden hier
in den omtrek, maar het ls ons nog niet gelukt iets
te ontdekken."
Frans Lachte sarcastisch. „Ontdekkingen zullen er ook
wel niet komen. En wanneer er werkelijk ©enig ge
heim bestond, zou men er wel voor hebben gezorgd,
dat het niet aan de groole klok werd gehangen. En
onderzoekingen zijn derhalve, eerlijk gezegd, zeer on
gerijmd en dwaas."
Graaf Albert sloeg met der. vuist op tafel. „Voor
den duivel mijnheer, het is juist daarom dat wij u
hebben geroepen. Laten wij er geen doekjes om win
den, maar de zaken ruiterlijk en flink behandelen. Ik
wil u zeggen wat ik vermoed. Mei de vermoording
van d*en houtvester Anton is het niet recht toege
gaan."
„Och kom, hoe dat zoo?"
„Val mij niet in de rede, maar hoor mij tot het
eind toe aan. Ik heb de bewijzen daarvan in mijn zak,
zoo ook den brief, waarover ik uw meester reeds heb
gesproken."
„Nu, en".
„Ik vermoed, dat mijnheer neef. een zeer bedriegelijk
spel heeft gjespeeld, en de kunst heeft verstaan mij
Inijn rechtmatig erfdeel te ontfutselen."
Frans lachte flauwtjes, terwijl geen trek op zijn ge
laat verried, of de woorden van den ander hem ook
eenige belangstelling inboezemden. „U spreekt een zeer
groot woord maar zeer gelaten uit", zeide Frans,
„wanneer u zoo zeker van de zaak is, waarom liet u
mij dan naar deze kroeg komen?"-
De majoor wilde een driftig antwoord geven, en
zijn zoon die nog korter aangebonden, had Frans reeds
Lang zeer boos aangezien en voelde zich de vingers