rep ui! M- en Tuinbouw. Toch onschuldig. ,at.erria? 20 November 1900 53e Jaargang. No 4(511. DERDE BLAD Roman van Hoeker. Binnenlandsch Nieuws. ir Cr" XaV. CULTIVATORS. Onder de nieuwere machines in gebruik bij de te genwoordige uitoefening van het landbouwbedrijf, be lenden dc cultivators eene belangrijke plaats. De naam cultivator is een verzamelnaam voor een (roep landbouwwerktuigen, die eigenlijk thuis behoo- en onder de eggen, doch in tegenstelling met laatst- enoemde meestal rusten op wielen of soms op het aam sleepen. Het groote voordeel dezer machines tegenover de Jgen is, dat zo minder wrijving geven dan de laatst- moemde, omdat de slepende wrijving vervangen is oor de rottende, die zooveel minder trekkracht vergt. Do wielen hebben verder het voordeel, dat een rc- ielinatige d iepgang aan weerszijden kan worden ver kregen en liet werktuig gemakkelijk vervoerd en uit werk gesteld kan worden. Het raam van den cultivator wordt in den regel jit staal of uit smeedijzer vervaardigd. De tanden be taalt gewoonlijk uit rechtopstaande stelen, die beneden mn scharen zijn voorzien. Bij eenvoudige cultivators bestaan steel en schaar uit één stuk; bij de meer samengestelde machines kan pen de scharen verwisselen naar gelang van den ver- eischtcn arbeid. Bij de nieuwerwetsche veerlandcultivators kunnen de charen na afslijting van het benedendeel worden om- jezet. Indien de grond ondiep omgewerkt zal worden, kiest nen in het algemeen breede scharen, doch voor die- >ere bearbeiding' geeft men aan de smallere tanden len voorrang. In het algemeen verdient het aan beve ilig de stelen zoo smal mogelijk te maken. Het beste materiaal voor de vervaardiging der scha len is staal. Zij dienen zoo in het raam van den cul tivator te worden geplaatst, dat de gemaakte voren op onderling gelijken afstand komen. De zijdelingsdie ruimte moet zoo groot mogelijk genomen worden om het gevaar voor verstopping van den cultivator zoo gering mogelijk te maken. Bij goede cultivatora dienen de scharen met hunne stelen zoodanig aan lïet raam te worden bevestigd, dat dit er niet zwakker door wordt en de scharen foch zijdelings kunnen verschoven en verwisseld wor den. Bij sommige madiines kan men de scharen ook nog lioogcr of lager en meer of minder sdiuin stel len. Werkt een cultivator door middel van beitels of schoffels, dan noemt men hem dikwijls grubber. Deze kan vooral gebruikt worden voor het losmaken ran den grond en b et vernietigen van onkruid. Amerika leerde ons de veertaud-cultivators kennen, die werken door middel van halfcirkelvor- reerende stalen tanden. Zij hebben het voordeel, dat te veerend en trillend door den grond bewegen en bij het boven brengen van onkruid minder verstoppen ian de oudere systemen. Aanvankelijk waren de tanden bevestigd aan voren- ekkers, die aan het vooreinde voorzien met een schar- ier, aan het raam waren bevestigd. In Nederland zijn ;e in wat eenvoudiger vorm nagemaakt. De tanden ijn vast in een raam bevestigd, doch zijn wel ver telbaar. Dc veertandcullivators zijn geschikte werktuigen voor liet losscheuren en bijeenverzamelen vafn togel en an- |derc wortelonkruiden. Is er veel onkruid op een los ten grond, dan kunnen ze toch nog verstoppen, wat nog lastiger is dan bij gewone eggen, die men beter lichten kan. Door een doelmatige plaatsing der tanden kan dit DQzwaar echter zoo gering mogelijk worden gemaakt.t Er bestaan ook sleepcultivators, voorzien [van veerende tanden, die met een hefboom meer of i minder diep gesteld kunnen worden en die boven de pvielcultivators het voordeel hebben. dat ze op klui- lerig land regelmatiger door den grond loopen. Zij vereischen voor denzclfden arbeid echter meer trek kracht. Bekende cultivators zijn die, volgens het sysleem Bij deze zijn de schaarstelen op een hori- ïontalen as vastgemaakt, die in een loodrecht vlak jedraaid kan worden. Met een langen arm, die langjs icn boog in verschillende standen kan worden vast draaien alle tanden om hun as en kan men le scharen meer of minder diep Laten werken of ge heel uit het werk stellen. Bij andere construetiën zijn de tanden vast in het bevestigd. De diepgang der machine rondt daarbij uitsluitend geregeld door de wielen hooger if lager te stellen. Op vele cultivators heeft men ook een zitplaats voor len bestuurder aangebracht, die vanaf deze plaats den jang der machine regelen kan. In het algemeen verdient deze manier van liestu- "ing van landbouwmachines de voorkeur. Op het voetspoor der practische Amerikanen gaat nen er hier gelukkig ook meer en meer toe over. Cultivators kunnen in het moderne bedrijf veelvul- Feuilleton. 28. Toen Wolf op de vraag van Martin geen antwoord ;af, maar ontevreden de schouders ophaalde, voegde dartin aan hetgeen hij reeds had gezegd, nog met na- toe: „Wees voorzichtig mijnheer. Denk om jezelf mijn beer, want zoowaar als er een God leeft, als 11c hoor lat Antje ook maar éen traan door jouw schuld leeft moeten schreien, dan 1& je laatste uur aange- iroken." Wolf wilde een hoogmoedig antwoord geven, maar oen hij Martin in de oogen keek, en daarin een on- vrikbaar besluit las, toen overviel hem een lichte en sloeg hfj de oogen neer. „Spaar uw woorden. Ik weet heel goed wat mij e doen staat." „Wel^u, wanneer ge dat. weet," antwoordde Martin reelbeteékenend. „Ga nu weg mijnheer, wij hebben met elkander gemeen en vergeef mij, dat ik •ooeven onwillekeurig u bijna, den nek heb doen jreken." Hij keek nu bedaard toe, hoe Wolf haastig ie teugels aanlegde en handig in' den zadel sprong. .Maar mijnheer vergeet niet, wat ik u gezegd heb," n°u eenmaal aan toe en stak waar schuwend de rechterhand op. „ik. ben nlet iemand ,1e zwetst of bluft, God zegene u, wanneer u goed oor Antje Is. maar Zijn vloek en verdoemenis treffe i, wanneer dat niet zoo Is." Wolf antwoordde niet, maar drukte den ongedul- ig trappelenden renner de sporen in de zijden zoo lat het dier In wilde vaart voorultstoof. „Groet Antje van mij," klonk het zai:ht van den lenzaam achterblijvenden man, maar de ruiter kon niet meer hooren. Do Jonge boer hervatte ln het zweet zijns aanschijnt :ljn arbeid, alsof er niets gebeurd was, maar zijn ge dip worden aangewend. In bepaalde gevallen vervan gen ze mét voordeel den ploeg bij het omdoen der stoppels. in iiet voorjaar zijn ze zeer aan le beve len op voldoend droge, lichtere gronden. Zij' doen daar meer volkomen en met minder arbeid liet werk, dat voorheen door ploeg en egge tezamen werd ver richt. Op zware, natte kleigronden brengen de cultivators dikwijls don zwaren ondergrond te veel boven en zijn daar dus niet op li lume plaats. In verschillende 5treken wordt de grond, voor de teelt van haver bestemd, des voorjaars een of twee maal met een cultivator bewerkt, vóór aleer men tot het zaaien der haver overgaat. De waarde van deze en andere nuttige werktuigen is beduidend voor den modernen landbouw, die wel in de eerste plaats sterk vooruitgekomen is door het doelmatig gebruik van kunstmest en het opbloeiend vereenigingsleven, zich o.a. uitend in den coöperatie^ ven aankoop van Landbouwbenoodigdhedcn, doch die ook veeL geprofiteerd heeft van de nieuwere en be tere landbou wwerk t u ige 11 I11 het jaar 1905 is er door hel Instituut voor landbouwwerktuigen en -gebouwen le Wapeningen met medewerking van de Groninger Maatschappij van Land bouw een onderzoek ingesteld naar liet werk der veer landcultivators, welke in die provincie voel in gebruik zijn. In het uitgebrachte rapport wordt gezegd: „Vatten wij de resultaten van liet onderzoek teza men, dan is gebleken, dat de veerlandcultivators uit stekende werktuigen zijn voor het breken en kruime len van den geploegden akker en het bovenbrengen va tl onkruidze verdienen in het najaar in de meeste gevallen de voorkeur boven beitel- en ossehoorn-eggc; in het voorjaar moet men met het gebruik van deze werktuigen voorzichtig zijn." De merken Greif, Osborne, Schwartz en Martin le verden alle zeer goed werk. Op enkele punten heeft het verslag opmerkingen gemaakt, die wel tot verbe tering geleid zullen hebben. D. E. LANDMAN. UIT DE VARKENSFOKKERIJ. Ons wordt van particuliere zijde uit Wieringerwaard medegedeeld: Dat klein vee, mits men er de rechte soort van heeft, ook nogal iets kan opbrengen, kan uit het volgende blijken: Zelf heb ik een varkensfokkerij en tracht ik zooveel mogelijk le klasse dekbeeren te krijgen. Eerst breng ik die beeren bij mijn eigen dieren en zie wat resultaten er van komen en dan eerst stel ik ze voor iedereen beschikbaar. Bij de laatste Paaschtentoonstelling kreeg ik met een raszuiveren Yorkshire-beer den len prijs,h en van de resultaten met dit fokdier wil ik iets meedeelen. De heer L. had hij 2 zeugen door dezen beer ge dekt 22 stuks biggen, die alle voor 13 14 gulden per stuk verkocht zijn. De heer B. had van een eer sten worp 12 stuks, welke f 100 opbrachten. Zelf had ik er 11 hij 1 zeug, welke op een leeftijd van 7 weken voor f 10 per stuk verkocht werden. De heer K. verkocht 11 stuks voor f 12.75. De koopers kochten deze afstammelingen van mijn Yorkshire-beer zeer gaarne omdat het zulke goede vleeschdieren waren. Mij dunkt, dat de fokkers over de resultaten met deze fokkerij verkregen, zeer tevreden kunnen zijn en er spreekt duidelijk uit wat de uitkomsten kun nen zijn van een goeden dekbeer. Men schrijft wel eens in couranten over de resul taten met koeien verkregen, maar wat hier is mee gedeeld behoeft voor de voordeelen die een koe kan geven niet onder te doen, EEN CONDUCTEUR IN VERLEGENHEID. Donderdagmiddag ontdekte een conducteur van lijn 4 der Amsterdamsche stadstram, toen een passagier hem een boekje van 25 kaartjes vroeg, tot zijn niet geringe ontsteltenis dat hij zijn portefeuille kwijt was, waarin hij al zijn boekjes had opgeborgen. De man was natuurlijk danig in de war, want hij had vooreen waarde van ongeveer f 20 aan boekjes in zijn porte feuille gehad. Zijn passagier kreeg met hem te doen, informeerde hoeveel schade hij had beloopen en gaf hem de twintig gulden Onze conducteur was in de wolken, en vergat niet, den naam en het adres van den royalen gever te vra gen, voor het geval, dat de verloren portefeuille te rugkwam... maar daar wilde deze niet van weten. Hij verdween, zonder zich hekend te maken. Toen de conducteur thuis kwam vond hij daar zijn verloren schat! De eerlijke vinder had zich gehaast om de portefeuille, waarin de naam en het adres van den conducteur voorkwamen, terug te laten brengen. De eerste gang van den conducteur was naar het kantoor van de Gemeentetram, om van het gebeurde kennis te geven, en de f20 te deponeeren, die hij meende nu niet te mogen behouden, maar weer ter beschikking van den onbekenden gever te moeten stel len. MOORD TE VLODROP. Omtrent een te Vlodrop, bij Roermond, geplcegden moord meldt men nader, dat de misdaad geschied is bij gelegenheid der kermis aldaar. Moors, leen oppassend jongeLing van 20 jaar, werd des morgens aan de rivier de KoerA in de nabijheid van eenige café's, met een steekwonde in de borst gevonden. Het lijk vertoonde ook schrammen in het gezicht. Jeurissen, die eveneens een ernstige steekwonde had gekregen, is ter verpleging naar de kliniek te Roermond overgebracht. Door de justitie, die gjsternamlddag oen onderzoek in Loco instelde, en door dr. Stijns de sectie op het lijk van 'den verslagcne liet verrichten, werden acht personen in streng verhoor genomen. Gisteren is geboeid door de marechaussee van Vlo drop naar de gevangenis te Roermond gebracht J., landbouwer le Vlodrop, verdacht van het toebren gen van oen levensgevaarlijken messteek in de rech terzijde aan Jeurissen. Omtrent den dader van den moord op Moors is nog niets bekend. Do verwondingen zijn toegebracht in vechtpartijen, wélke in den nacht van Dinsdag op Woensdag na middernacht plaats hadden. HET KAMERLID 1)E MEESTER. Hoewel de gezondheidstoestand van het Kamerlid De Meester na zijn jongste ernstige ziekte op het oogenblik bevredigend is, valt den patiënt het loopen nog vrij moeilijk. EEN STAD „JULIANA" IN AMERIKA. Voor enkele dagen meldden we dat het Loopuyt- dorp in het Koegras den naam Julianadorp zal verkrijgen. Ook in Amerika komt een stad van dien naam. In den staat Alabama zal de Pulman Goal en Cokes Company onder directie van een Hol lander, den heer J. Bernhard, kolenmijnen in exploi tatie brengen. Hard wordt er gewerkt om spoedig aan te vangen. De aannemersfirma L. de Groot en E. J. Bakker, die ook te Amsterdam aan de IJ kade en te Zaandam werken uitvoert, is bezig een spoorlijn aan te leggen door maagdelijke bosschen naar de hoofdlijnen. Binnen een half jaar zal daar een stad moéten verrijzen voor circa zesduizend inwoners, wel ke bal genoemd worden „Juliana". EEN ZONDERLINGE VONDST. Een agent van politie te Hilversum vond gisteren in de Nassaulaan een broodlcar onbeheerd staan. Bij onderzoek bleek de inhoud te bestaan uit 25 konijnen en 15 levende kippen. Uit Baarn werd nog gisteren bericht ontvangen, dat de dieren daar gestolen vvarpn, terwijl men voor het gemakkelijk vervoer bij een bakker op Soestdijk de kar had ontvreemd. HIJ PROBEERDE HET NOG EENS. De man, die in Utrecht de firma Van Kempen voor een paar diamanten oorknoppen, ter waarde van f 2400, heeft opgelicht, heeft zich aanstonds van daar naar Amsterdam begeven en getracht daar ver der zijn slag te slaan. Eerst heeft hij gepoogd de gestolen voorwerpen in een goudsmidswinkel te gelde te maken. Toen hem dat niet gelukte, heeft hij zich gewend tot een juwe lierszaak, waar hij weer een valschen adellijken naam opgaf en onderhandelingen opende over den aankoop van een diamant. Die verliepen ook niet naar genoe gen, de argwaan van den juwelier Werd opgewekt, maar onze man, die beloofd had terug te komen, rook lont de politie was inmiddels ook op het spoor gekomen van den listigen oplichter, en hij vertoonde zich niet meer. Er wordt ijverig naar hem gezocht. ONGELUK. i De smid S., te Heel, wilde Donderdagmorgen een geladen jachtgeweerpatroon met een lucifer doen ont branden. De patroon sprong af en trof S. dermate in het oog, dat dit lichaamsdeel geheel verbrijzeld werd. I VOOR DE DERDE MAAL. Voor de derde maal heeft op het emplacement van het Centraalstation te Amsterdam, nabij het nieuwe j westelijk viaduct, een ontsporing plaats gehad. Wederom was het een goederenwagen, thans van J den trein, welke eergisteravond te 11.45 van daar naar Haarlem vertrok, die uit de rails geraakte. Den geheelen nacht was jaien bezig den weg vrij te maken. Gisteren kon dé treinenloop ongestoord plaats hebben. OUDESLUIS. Alhier circuleert hij de inwoners een adres, ter teekening, gericht aan den Gemeenteraad, met ver zoek te Oudesluis wederom een politieagent le sta- tionneeren. Rustverstoring, straatschenderij en ver nielzucht zijn hier de oorzaak van. EEN ZONDERLING TESTAMENT. De correspondent der Telegraaf te Haarlem schrijft: ln 1804 overleed te Haanetm een zonderling' per sonage. Het was de horlogemaker Johannes Colombie, die in de Kleine Houtstraat zijn woning had. In de geschriften van die dagen wordt hij voorge steld ais een zonderling en dat lnj een zonderling was, blijkt wel het beste uit zijn testament, waarin hij al zijn hebben en houden., bestaande uit eenige onroe rende goederen en ongeveer f 16.000 aan contanten, vermaakte aan 't Ned. Gereformeerd Diaconiehuis, het Lutersehe weeshuis en het Roomsche Godshuis, ge naamd „St. Jacobte zamen voor gelijke deelen, op voorwaarde, dat de regenten van die stichtingen die nalatenschap zouden admmislreeren en gedurende 200 i jaar kapitaal en rente onaangeroerd zouden laten, om de som die daardoor zou zijn ontstaan, in het jaar 2004 te gebruiken tot het oprichten van fabrieken en trafieken, voornamelijk van de zoodanigen, die zoo uit Engeland als uit andere landen, hier worden inge voerd (Colombie was vooral een groot hater der En- gelschenj. Die fabrieken zouden moeten produeeeren zijden en wollen stoffen, grove en fijne lakens, carsayes, grove en fijne kanten, borduurwerk, zoo ook ijzerkramerijen, van spijkers, sloten en knieren, en ook zou moeten worden verbonden een schaapskweekerij om zooveel woL te winnen als maar ©enigszins mogelijk zou zijn. Verder zal uit liet te stichten fonds moeten worden gebouwd een fabriek van Engelsche horloges, pendules, enz., waartoe alle benoodigdheden, zoo van veerein, glazen als sleutels, door deskundigen moesten worden aangekocht en de gefabriceerde goederen zullen niet duurder mogen worden verkocht dan 5 0/0 minder zicht was nog bleeker en strakker dan vroeger. Nu wist hij in alle opzichten, dat voor hem geen hoop meer overbleef en dat hij er toe veroordeeld was, eeuwig alleen te blijven. HOOFDSTUK XXII. De herberg „Het hongerige Hert", een kleine spe lonk gelijk, die door het volk zoo werd genoemd, was niet ver van het dorp Wolfenstein en lag in 't bosch. Deze herberg verheugde zich reeds eenigen tijd in een paar voorname logé's, die men daar in het ge heel niet zou hebben verwacht. Graaf Albert van Wolfenstein en zijn waardige telg Egon hadden daar hun intrek genomen. Zij voelden zich tot deze kroeg nu juist niet zoo aangetrokken, maar de haat die 1111 eenmaal in het dorp bestond tegen al wat Wolfen stein heette, had het den waard in de dorpsherberg onmogelijk gemaakt hen op hun verlangen te herber gen. Daar de beide graven bijna den geheelen dag niet thuis waren, maar ochijnbaar doelloos den ganschen omtrek doorkruisten en de bedden in het Hongerige Hert niet zoo kwaad waren, hadden zij niet zoo heel erg te klagen. ln het late avonduur van een mooien zomerdag liep de kamerdienaar Frans langs een boschweg naar deze aerberg. De geheimzinnige manier waarop Frans zich voor elk levend wezen trachtte te verbergen, door allerlei zijpaden te gaan, wees er op, dat deze man, weer niet met de beste bedoelingen zich op pad had begeven. Zoo was het dan ook inderdaad, j De beide graven, die hun strijd om hun toekom stig bestaan streden, met de volharding van men- schen die weten dat dit hun laatste redmiddel was, hadden begrepen dat de kamerdienaar Frans meer van het leven van zijn meester wist, dan hij hun j wel had willen bekennen. Zij waren evenwel niet van dat soort menschen, die zich spoedig laten afschrik ken en het was bij hen een voldongen feit gewor den, dat er een of ander geheim moest bestaan, waar van' de ontsluiering voor hen groote voordeelen zou kunnen meebrengen. Een ieder gelooft toch gaarne aan een voor hem gelukkig toeval. Wanneer het hun gelukte, de waarheid van de door hen vermoede feiten vast te stellen, dan waren zij dan die uit andere landen Hier worden ingevoerd. Mocht op dien verkoop schade worden geleden, dan zou die moeten worden verhaald uil het in 2001 aan zienlijke fonds of uit den interest daarvan. Die laatste bepaling is ook al weer een uiting van een haat van Colombie, niet alleen tegen de Èngel- schen, maar tevens tegen alles, wat van buitculand- schen oorsprong is. In het testament, dat thans nog bewaard wordt in een brandkast, ingemetseld in het muurwerk van de regentenkamer van het Diaconiehuis der Ned. 1 ter- vormde gemeente, in de St. Jansstraat te Haarlem, staat onder meer dat Colombie mei zijn stichting van fabrieken en trafieken tot doei Heeft te beproeven of in 2004 er geen mogelijkheid zal bestaan een einde le maken aan onbeschaamde bedelarij, en of het niet mogelijk zal wezen armen en noodlijdenden in hun nooddioift te verzorgen, waarom hij dan ook de erf genamen aanraadt, uit de gelden van zijn fonds in het jaar 2004 bedelaars, en tot nooddruft vervallenen, die nog maar eenigszins kunnen werken, aan den ar beid le zetten, en vooral jonge kinderen aan den kost te helpen. Dit zonderlinge testament waarin en hier blijkt het zonderlinge nog eenigszins meer uit werd ge stipuleerd, dat als dc veroenigjngen hierboven bedoeLd, het niet met al de er in gestelde voorwaarden zouden wenschen te aanvaarden, het nagelaten kapitaal dan zonder eenige reserve zou vervallen aan de algemeene armen van Haarlem, en aan de Roomsche gemeente te Heemstede, ieder voor een deel, is door de re genten van de Godshuizen der Diaconie, der Luther- schen en van het St. JacobsgesticJit in 1804 aanvaard, en na gedurende ongeveer 40 jaar aan de dienstboden van den overledene het vruchtgebruik te hebben ge laten. wordt de nalatenschap thans beheerd door zes personen, waarvan er twee uit ieder van de besturen der vereenigingen. Wat er in 2004 zal gebeuren, als uitvoering zal moeten worden gegeven aan den wil van den erf later, zal onzen nazaten wel blijken. Er zullen nog wel eenige moeilijkheden kunnen rij zen. waar toch de heer Colombie ook het loon, dat in de fabrieken en trafieken zal mogen worden ver diend, duidelijk hoeft gestipuleerd. Die loonen verschillen heel wat met het loon, dat de arbeider van (hans eischt. Intusschen, het kapitaaltje is tlians al heel aardig aangedikt. Öf het mogelijk zal zijn, in 2004 daarvan alles tot sland te brengen, wat de 'erflater zich voorstelde, zal de tijd wel leeren. I)E STRANDING VAN HET STOOMSCHIP „MARS" Men schrijft uit Den Helder: Toen Zaterdag jl. te Den Helder de stranding van het stoomschip „Mars" bekend werd, dacht men na tuurlijk het allereerst aan het redden van de équi page en de wakkere bemanning van de reddingsvlet haastte zich dan ook, dit vaartuig zoo spoedig moge lijk te voorschijn te brengen. Dit werk liep vlug ge noeg van stapel, daar de op den zeedijk gestationneer- de vlet op een wagen geplaatst is, maar het recht streeks zes kiezen bleek door de holle zee en het vliegend stormweer onmogelijk. Na een kort beraad, besloot men wagen en vlet, door paarden getrokken langs den lcortsten weg, naar de strandingsplaats te voeren, en men nam alzoo den Strooweg, en verder de binnenzijde der duinen, 't Vervoer langs den Stroo weg ging echter met groote moeilijkheden gepaard, daar deze weg in een treurigen toestand verkeert en het vooruitkomen met den zwaar beladen wagen in hooge mate belemmerde. Het was een geluk voor de opvarenden van het stoomschip „Mars", dat het zóo hoog zat, dat zij het zonder gevaar gemakkelijk verlaten konden en zoodoende de hulp van de beman ning van de reddingvlet niet noodig hadden. Was ech ter hulp noodig geweest, dan zou „het misschien te laat komen" van de vlet als oorzaak hebben de slecht onderhouden toestand van den Strooweg. Aangezien de Strooweg een Rijksweg is, zou het wel overweging verdienen, dat door de betrokken autoriteiten ter plaatse een onderzoek ingesteld werd, opdat men niet vroeg of laat voor het feit te staan komt: „dat de put gedempt wordt, als het kalf verdronken is." Aan onze wakkere menschenredders valt dan niets te ver wijten. DE BURGEMEESTER VAN EGMOND. Voor het Amsterdamsche hof zal 7 December a.s. In hooger beroep behandeld worden de zaak van den heer P. P., burgemeester van Egmond a. Zee, door de rechtbank te Alkmaar tot 14 dagen gevangenis straf veroordeeld wegens het uitgeven en gebruik maken van valsche hetalingsmandaten waarop hij we gens voorschotten en onkosten ln verband met den bouw van een gasfabriek gelden van den gemeente ontvanger geïnd had, nadat hij eerst deze betalings mandaten door de wethouders had laten ondertee- kenen. Herinnerd mag hierbij worden aan het feit, dat Ge deputeerde Staten van Noord-Holland tijdens de in- 1 siructie en ook daarna geen enkelen stap hebben ge daan om den heer P. als burgemeester te Schorsen of aan H. M. de Koningin tot ontslag voor te dra- i gen. Ook de Alkmaarsche officier van justitie die 1 maand gevangenisstraf eischte vond geen termen om hierbij tegelijk ontslag uit zijn positie als burgemees ter te vragen, daar de heer P. het vertrouwen zijner onmiddellijke administratieve chefs had behouden. Onmiddellijk na het bekend worden van het Alkmaar- I sche vonnis is er door het grootste gedeelte der burgerij van Egmond werk gemaakt van de indiening van een gratieverzoek aan de Koningin. De afloop van deze zaak voor het Amsterdamsche Iïof wordt met groote belangstelling tegemoet gezien, te meer daar mr. J. Kappeyne v. A. Coppello als ver dediger optreedt. voor altijd geborgen en behoefden zij er zich niet meer over te bekommeren wat er van hen zou wor den, als de tweeduizend gulden, die de laatste gift van hun grafelijken neef was, zou zijn opgeteerd. j Zij hadden heimelijk een brief aan den kamerdie naar: gezonden, waarin zij hem dringend om een ge heim onderhoud hadden gevraagd. Toen Frans evenwel op de bepaalde plaats niet verschenen was, schreven zij hem nog een tweeden J en derden brief. Hun volharding scheen indruk te hebben gemaakt op Frans, want eindelijk had hij het besluit genomen een conferentie met de heeren te hebben. Vader en zoon wachtten reeds op hem. Zij brachten hem naar een achterkamer van de kroeg, welke zij voor geld en goede woorden van den herbergier j hadden gehuurd. Daar bij het schijnsel van een wal mende vetkaars, begroetten zij hun bezoeker zoo be leefd mogelijk. Zij presenteerden hem een glas wijn en wat eten, maar Frans, die een betere keukenmeid had dan de vrouw van den kroeghouder, bedankte voor alles. „Wat verlangt u van mij?" vroeg Frans op den man af, terwijl hij nu eens den graaf, dan weer diens zoon Egon aankeek. De beide heeren bedachten zich een oogenblik. Het lëek wel of de onverstoorbare kalmte van den an der hen wat in verwarring bracht. Daarbij gingen zij aan de wankelende tafel zitten en knikten hem veelbateekenend toe. „Jij bent een slimme vos zoo ik meen," zoo begon graaf Albert op gedempten toon, den kamerdienaar onderzoekend aankijkend. Het gelukte hem evenwel niet den ander te doorgronden, diens gelaat bleef on beweeglijk en strak. „Willen wij samen eens een zaakje maken? Je weet heel goed waarom wij hier verblijven." „Ja, op mijn eer, ik geloof dat jij dat hoel goed weet," voegde graaf Egon er aan toe. l.Het Is. voor mij al te veel eer, dat u denkt, dat ik zooveel weet," antwoordde Frans na een korte stilte, terwijl hij de beide mannen onnoozel aankeek, „maar lk zie werkelijk niet in, op welke wijze ik u van dienst xou kunnen zijn ik moest u laatst im mers al meedeelen, dat mijn heer niet van zins ls, ook maar het geringste meer voor u te doen." „Maar daarvan is nu ook geen sprake meer," viel de majoor hem met een afwijzende handbeweging in de rede. „Wanneer jij een eerlijke kerel was, op wien men zich zou kunnen verlaten, dan geloof ik dat uw heer ons spoedig niets meer zou hebben te bevelen." „Hoe moet ik dat begrijpen?" vroeg Frans. „Kort en goed," bracht de majoor in het midden, „het is hier de vraag een geheim op het spoor te komen. Wij vertoeven nu reeds eenige maanden hier in den omtrek, maar het ls ons nog niet gelukt iets te ontdekken." Frans Lachte sarcastisch. „Ontdekkingen zullen er ook wel niet komen. En wanneer er werkelijk ©enig ge heim bestond, zou men er wel voor hebben gezorgd, dat het niet aan de groole klok werd gehangen. En onderzoekingen zijn derhalve, eerlijk gezegd, zeer on gerijmd en dwaas." Graaf Albert sloeg met der. vuist op tafel. „Voor den duivel mijnheer, het is juist daarom dat wij u hebben geroepen. Laten wij er geen doekjes om win den, maar de zaken ruiterlijk en flink behandelen. Ik wil u zeggen wat ik vermoed. Mei de vermoording van d*en houtvester Anton is het niet recht toege gaan." „Och kom, hoe dat zoo?" „Val mij niet in de rede, maar hoor mij tot het eind toe aan. Ik heb de bewijzen daarvan in mijn zak, zoo ook den brief, waarover ik uw meester reeds heb gesproken." „Nu, en". „Ik vermoed, dat mijnheer neef. een zeer bedriegelijk spel heeft gjespeeld, en de kunst heeft verstaan mij Inijn rechtmatig erfdeel te ontfutselen." Frans lachte flauwtjes, terwijl geen trek op zijn ge laat verried, of de woorden van den ander hem ook eenige belangstelling inboezemden. „U spreekt een zeer groot woord maar zeer gelaten uit", zeide Frans, „wanneer u zoo zeker van de zaak is, waarom liet u mij dan naar deze kroeg komen?"- De majoor wilde een driftig antwoord geven, en zijn zoon die nog korter aangebonden, had Frans reeds Lang zeer boos aangezien en voelde zich de vingers

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 9