Toch onschuldig.
J
Vrijdag 31 December 1909.
53e Jaargang. No 4033.
TWEEDE BLAÏX
Van het Fïaagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
Eerste Kamer.
Binnenlandsch Nieuws.
Den Haag, 29 December.
Het geweldige „Nickerie-conflict" dat dreigde meer
dan éene „antithese" wakker te roepen, is dan bijge
legd. Wanneer de afgevaardigde voor Emmen zich
nu Donderdagavond had laten gezeggen en de heeren
niet in de woelig-onbekookte stemming waren ge
weest van eene Kamer die hunkert naar het oogen-
biik van „huis-toe" wel, dan zou 't immers alles
op rolletjes zijn gegaan!... De minister heeft een
scheutje water bij z'n wijn geplengd, ds. Roessiugh
ook; aldus werd het „slappe grogje" gemengd, dat
de heeren, in figuurlijken zin, op de valreep dron
kenDe f 5000 blijven op de Begrooting van Su
riname staan; edoch, de minister behoudt vrijheid
van handelen; d. w. z. het geld mag voor een predi
kant of voor een hulpprediker worden besteed,
naar omstandigheden. Onder die conditiën werd de
pais beklonken en raakte de zaak uit de wereld. De
heer Troelstra vroeg intusschen over het geheele ar
tikel hoofdelijke stemming, en dat was volkomen
consequent: de vijf aanwezige soc.-democraten konden
dus „getuigen" tegen het principe en de heer Duys
was ditmaal absent; mengde daardoor geen dissonant
in het tegen-stemmen zijner partijgenooten.
Witre 't niet zulk eene heel-eXeptioneele zitting ge
weest, de heeren hadden allicht aan het redeka -
velen; om niet te zeggen: kibbelen, geraakt
Do heer Lohman bestreed het amend.-Roessingh vin-
nigjes genoeg en de president hief reeds in arren
moede, de handen ten hemel, doodsbenauwd dat
men weer aan het speechen zou gaan. Over de vraag
of de geestelijke belangen te N.-Nickerie nu al of
niet met medewerking van een predikant, die voor
Doop en Avondmaal nu en dan „eventjes" uit Para
maribo overkomt, met een hulpprediker tot hun recht
kunnen komen; dan wel of, zooals ds. De Visser op
den voorgrond stelde, 't „hemelsbreed verschil" tus-
schen een dominé en een godsdienst-onderwijzer niet
uit het oog worden verloren: men vergunne mij deze
quaestie te laten rusten.
De heer Hugenholtz had vuur-gevat over een uit
drukking van mr. Lohman, nl. waar deze over den
„liberalen kerkeraad" van daar-ginds sprak. Zulk een
„toon" wilde de heer Hugenholtz niet hooren in de
Kamer... „Geen staatspropaganda, voor eene bepaalde
richting!" 't Hhd er den heer Hugenholtz „bijna" toe
kunnen brengen om met ds. Roessingh mee te gaan...
't Begon er; vooral toen mr. Ankerman 't noodig
achtte om den heer Lohman in bescherming te ne
men, naar te lijken of we een allerbeminnelijkst en
uitgebreid theologen-dispuutje, met al den aankleve
van dien, zouden tegemoet-stevenen
't Is, gelukkig, anders en beter geloopen. Zooals
reeds gezegd, do minister en de heer Roessingh
waren conciliantDe Kamer raakte allengs weer
in de stemming van den 23en... Suriname en Hoofd
stuk X (Dep. van Koloniën) kwamen in veilige ha
ven. Met innig-vergenoegd gelaat verklaarde de voor
zitter, dat de Kamer „tot nadere bijeenroeping" (ver
moedelijk 15 Februari) is gescheiden.
Dan wacht eene agenda om niet mee te spotten!...
Zoodat de heeren zich, bij hunne ijverige voorberei
ding tot de behandeling der gewichtige dingen, wel
ke de periode half FebruariPaschen zullen vullen,
óok duchtig mogen oefenen in die „Besehrankung",
zelfbeperking, waardoor zich immers „de meester" on
derscheidt
Toen de hamer reeds gebonsd had, spreidde graaf
Van Bylandt op vaderlijk-hartelijke wijze de armen
naar de vergadering uit, en riep den heeren „op z'n
oud-Hol landsch", een aardig-gemoedelijk „Veel heil
en zegen!" toe
In zulk eene teedere Sylvester-stemming ging dan
toch de Tweede Kamer op Woensdag 29 December,
te halfvier ure, uiteen.
Laten we nu maar het Roessingh-incidentje verge
ten, en er voor&l geen „antecedent" van maken om
de totdusver voor het Parlement onschendbare Kerst-
limiet te gaan overschrijden!... Dat zou inderdaad
•en „res mali exempli" zijn...!
Mr. ANTONIO.
dend De heer Franssen heeft zeker niet algeheel on
gelijk waar hij pleit voor het beginsel „gelijke mon
niken gelijke kappen" betreffende de geestelijke be
langen van Indië. Eene „Staatskerk" hebben we nu
®e"n??'?..1' ook ginds, niet meer. Bij het verleenen van
subsidien wordt het principe van rechtvaardigheid,
waarvoor hij in het krijt trad, zeker niet steeds hoog
gehouden. De heer F. vroeg geen bepaald antwoord;
zei, de daden des ministers met belangstelling
te zullen afwachten.
Aan mr. Van der Biesen komt de hulde toe, dat
nij zijne Wagestertsche neigingen ditmaal meesterlijk
in toom wist te houden bij z'n opium-speech, 't Eeni-
ge oolijko zij-sprongetje dat hij waagde, was het
spreken over „eilanden, geheel omringd door water".
De senatoren, die evenals minister Heemskerk
ondanks al hunne statigheid toch wel van een grapje
houden, hadden zich al opgesteld om door mr Van
der Biesen geamuseerd te worden
-Die „eilanden" beloofden iets, maar de rest bleef
tut. De Brabantsche afgevaardigde was zeer ernstig
in zijn betoog over de 20 millioen van den opium
maar „cadeau te geven" aan den inlander. Te doen
als China, dat in vollen ernst binnen tien jaar de
sthuiverij wil opdoeken. D5.t is dan alvast iets van
onze eereschuld jegens Insulinde afgedaan, en
wel: in den vorm van verhoogde Indische „volks
ki acht". Over de regie, die noch als middel tot beteu-
goling van smokkelarij noch als afdoende bestrijding
van het opium-kwaad (volgens mr. Van der B. niet
te vergelijken met den sterken drank, dewelke z. i.
niet schaadt, „mits met mate gebruikt") over de
opium-regie is hij niet te spreken! Zat de heer Van
der Biesen aan de groene tafel, hij zou best weten,
waar de 20 millioen-opium vandaan te halen
Ed/vh' de kans dat deze brave senator zijn uitsteken
de iflenkbeelden in de praktijk zal kunnen verwezen
lijken, voor „afzienbare toekomst", lijkt niet
zeer groot
De 'jneer Van Nierop hield een van zijn picnter-
fussehc specchjes, waarin hij o.a. betoogde dat er voor
de belastingschuldigen in lndië appèl behoort te zijn
van do beslissingen des directeurs van Financiën Hij
schakelde dezen wenk vast aan het stabiel blijven van
het cijfer der Inkomsten-belasting in verband met den
overmatig-langen weg, die schiprt te moeten afgelegd
voordat ten aanzien der aanslagen van Naamlooze Ven
nootschappen zekerheid in bekomen.
Van de reeks ontwerpen, die de Eerste Kamer nog
Woensdag j.1. afdeed, -o.a. „Zekerheidsstelling van
Gemeente-ambtenaren", wijziging Landweerwet, etc., etc.
valt weinig te vermelden.
I och wel ietsVooreerst, dat de premier hier, -
in de rustige atmospheer van den Senaat; waar'het
minste steingefluister een hamertik van baron Schim-
melpenninck tengevolge heeft, dan toch zijn... wel-
gemutst-zijn, laten we zeggen, weer vond. Zoodat
hij aan de verzekering dat het ontwerp betreffende de
Zekerheidsstelling noch wat de sub-ontvangers, de
gloednieuwennoch wat iets anders betreft, iets in-
haerent is, dat „bezorgdheid" kan wekken, grapjes
verkocht. Als daar zijn: „bescheiden", n.1. stukken,
die och-zoo-beseheiden, in den adjectievelijken zin des
woords dan! zijn
En voorts, dat generaal Cool verstandig zal doen
door altijd voor-'t-vuistje-weg te spreken, niet „van
het papier". Zijne verklaring, heden-middag gedaan, dat
Z.Exc. bereid is eene commissie, uit de korps-komman
danten te benoemen, dewelke de hoofdbezwaren, gere
zen tegen de .tegenwoordige rangsplitsing der onder
officieren, ernstig zal hebben te overwegen ze kwam
er flink uit... Toén was de minister Cool een heel
ander man dan dogeen, die daar, onlangs, bij de
Oorlogsbegrooting in de Tweede Kamer, van nota's,
papiertjes, stond te mompelen.... Droog;, dor, onver
staanbaarOok uiterlijke dingen kunnen, in Senaats-
en Parlements-atmospbeer, een bewindsman duchtig
schaden!....
Mr. ANTONIO.
vermeld, dat voor afwisseling door den heer K. zijn
Gramaphone was meegebracht, welke eenige prachtige
nummers ten beste gaf. Daarbij kwam nog den heer
Zon als pianist. Zoodat het geheel een recht gezellige
en nuttige avond was. Het was dan ook ruim midder
nacht toen de voorzitter de vergadeiing sloot, waar
bij hij in de eerste plaats dank bracht aan den lieer De
Jongh, waarbij hij deze ^een vaarwel toeriep, en een
lot weerziens, hierop daverend applaus. WeL een be
wijs dat de vergadering de gevoelens van den voorzitter
deelde. Tevens werd door hem dank gebracht aan
den heer K. en pianist, voor hun aangename afwisse
ling.
RAAD \VI ERIN GEK WA ARD.
Vergadering, gehouden op Woensdag den 29 De-
cember 1909, 's nam. 3 uur.
Voorzitter de lieer K. Hz. Koster, Burgemeester.
Afwezig met schriftelijke kennisgeving van verhin
dering de heer Groneman en met mondelinge do heer
Er zijn dagen geweest, toen het Indisch Begroo-
tings-debat in den Senaat van beteekenis was. Maar,
„Ie combat finit, foute de combattants". De supe
rieure krachten, in staat om over Indië „mee te pra
ten", ze verdwenen allengs of nagenoeg
Woensdag-ochtend was de „gedachtenwisseling", va.
halftwaalf tot c.c. een uur over de Indische Begroo
ting gevoerd, althans bijzonder mat en weinig-bedui
OUDESLUIS.
Dinsdagavond hield do Sociëteit „Burgerkring" al
hier haar eerste buitengewone vergadering in dit seizoen.
Met een woord van welkom aan de opgekomen da-
mes en heeren, met den wensch, dat dezen avond
evenals hare voorgangers wederom een gezellige avond
zal zijn, opent de voorzitten- de vergadering, waarna
door den secretaris de notulen der voorgaande bui
tengewone vergadering worden voorgelezen en zonder
aanmerking goedgekeurd.
Hierna betreedt de heer J. de Jongh, Hoofd dei-
School ie Do Waal op Texel, h.et podium, en ver
gast de aanwezigen op een zestal voordrachten. Het
was voor het eerst, dat den heer De Jongh voor onze
sociëteit optrad, maar zeer zeker zal het den wensch
der aanwezigen zijn, dat deze eerste keer, niet de laat
ste koer zai zijn. De heer De Jongh toch heeft de
gave om geheel alleen, een gezelschap eenige uren hoogst
aangenaam bezig te houden; en niet alleen waren zijn
voordrachten aangenaam, maar ook zeer nuttig hiet
was geen flauwe kost dat door den heer De Jongh
werd opgeschept, maar echte degelijke voordrachten,
vol geest en humor, uitgevoerd met een echt rede
naarstalent.
Jammer, dat van de ruim 50 leden, zoowat de helft
maar met hunne dames waren opgekomen, de thuis
blijvers kunnen zich echter beklagen. Tevens zij nog
Voorzitter opent de vergadering en de secretaris, de
heer Haringbuizen, leest de notulen, die onveranderd
worden goedgekeurd en vastgesteld.
Ingekomen stukken:
a. een schrijven van Ged. Staten, waarbij goed
gekeurd zijn teruggekomen twee kohieren, het eene
van den Hoofdelijken Omslag, en een van de Honden
belasting;
b. van Ged. Staten de door hen goedgekeurde be
groeting dienst 1910;
c. van 't zelfde college de goedgekeurde verorde
ning betreffende het salaris van den gemeente-secre
taris, in den zin. zooals de Raad heeft besloten bij hot
vaststellen van de gemeentebegrooting; jaj
d. een schrijven van het gemeentebestuur van Zijpe,
waarbij een exemplaar van t door Ged. Staten goed
gekeurde besluit om kinderen uit Wieringenvaard op
de school te Oudesluis, gem. Zijpe te laten gaan. De
toelating van Wieringerwaarder kinderen kan primo
December een aanvang nemen, schrijft 't Zijper ge
meentebestuur.
Een ander voor kennisgeving aangenomen.
c. Een schrijven van Ged. Staten, waarin de voor
zitter, Mr. van Tienhoven meldt, dat Z.Exc. de Min.
van Binnenlandsehe Zaken in overweging geeft aan
den Wieringerwaarder Raad, om te willen bevorderen
dat 't tarief, waarnaar de schoolgelden zullen wor
den geheven (blijkens de notulen reeds vastgesteld in
de Raadsvergadering van 29 October 1909) wordt ver
laagd, terwijl wordt opgemerkt, dat vrijstelling voor
minvermogenden ten eenenmale ontbreekt.
Voorzitter zegt, dat deze brief aan B. en W. is ge
richt en uit tijdsgebrek nog niet is afgewerkt. Spreker
wil den brief aanhouden tot de volgende vergadering.
Goedgevonden.
Is verder ingekomen een brief van het gemeente
bestuur van Zijpe, betreffende het schoolgaan van kin
deren uit Wieringerwaard.
Voorzitter zegt, dat de kosten van de schoolgaande
kinderen zijn gevraagd en Zijpe geantwoord heeft, on
geveer f 13 uitgaven jaarlijks per kind te hebben. De
Zijper Raad geeft in overweging, de kinderen van on-
vermogenden in wijk D,. de school aan Oudesluis te
laten bezoeken.
Genoemd worden kinderen van 'n zekeren Johan-
nes, alsook van den werkman van den heer Kater (De
Boer geheeten) die desnoodig tot betalen bereid schij
nen te zijn, terwijl de Zijper Raad schrijft, zich voor
vrijstelling (voor onvermogendente zullen laten vin
den.
Voorzitter wijst er op, dat deze zaak op 't oogenblik
nog niet kan worden afgewikkeld; goedgevonden dit
ter bestemder tijd te doen.
Op de voordracht voor het periodiek aftredende lid
van 't Burgerlijk Armbestuur (J. Kant), komt deze heer
alleen voor. Hij wordt dan ook met algemeene (5)
stemmen herkozen.
Wordt aan do orde gesteld benoeming leden der
commissie tot wering van schoolverzuim. De geheele
commissie treedt tegelijk af. Thans moet opnieuw be
noeming geschieden.
Voorzitter geeft eene kleine toelichting.
Toen de Commissie tot Wering van Schoolverzuim
ingesteld is geworden, kregen daarin zitting de Bur
gemeester, de Wethouders, het Hoofd der School en
de Gemeente-Secretaris, de heer Haringhuizen. Sedert
de benoeming van dit vijftal echter is er in den
toestand eene verandering gekomen.
Men is voorop gaan zetten, dat zoo mogelijk in de
commissie menschen worden gekozen, die schoolgaan
de kinderen hebben. Daarom heeft het aftredende lid
de heer Sleutel zich niet herkiesbaar gesteld.
Thans worden tot leden benoemd de heeren: K.
Koster Hz., J. Zijp Hz., K. Zijp Kz., P. Stadt, C. Ha
ringhuizen, waarvan alleen de heer K. Zijp nieuwbe
noemd is.
Volgt benoeming van een doodgraver. Door Arie
Keuris en Tamis Braaf van Nieuwesluis is gesollici
teerd. 't Is toegestaan, dat Keuris, de tegenwoordige
doodgraver Stark tot Nieuwjaar behulpzaam is.
't Is niet alleen goedgevonden, 't is ook goed ge
gaan.
Voorzitter stelt voor nu tot de benoeming over te
gaan. Arie Keuris wordt met 4 stemmen benoemd. Ta-
mis Braaf krijgt 1 stem.
Volgt een proces-verbaal van de jongste kasverifi-
catie bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat
de ontvangsten f 32703.03, de uitgaven f 15999.50,
zoodat f 16703.53 in kas moest zijn en werd bevon
den.
oorzitter zegt, dat in den loop der maand is op
genomen de geldleening voor de tram (f 19000).
Daarvan is f 5000 thans betaald, maar de resteeren-
de f 14000 zijn voor de helft gedeponeerd bij de
Noordhollandsche Bank, terwijl de andere f 7000 bij
Landbouwcrediet is gebracht.
Voorz. deelt mede dat B en W. het niet noodig
hebben geoordeeld om er een aparte vergadering voor
te beleggen en vraagt of de raad hunne handeling
kan goedkeuren. De raadsleden vinden het eenparig
goed.
De rondvraag levert niets op.
Voorzitter sluit deze vergadering, die vrij zeker de
laatste zal zijn in dit jaar. En hij hoopt, dat allen
elkaar in 't komende jaar weer in gezondheid zullen
mogen ontmoeten.
COLLECTE ALGEMEENE ARMEN.
Voor de algemeene armen der gemeente Zijpe is
gecollecteerd f 488.50 waarbij door een paar commis
sieleden 30 cent werd gevoegd, waardoor aan 188
armen ieder f 2.60 kan worden uitgekeerd in den
vorm van een Nieuwjaarsgift.
ALKMAAR, 29 December.
De laatste vergadering van den Raad in dit jaar,
hedenmiddag gehouden, was in de eerste plaats be
legd tot benoeming en aanvulling van verschillende
commissiën.
Voorts werd benoemd tot leeraar in het werktuig
kundig leekenen en de stoomwerktuigkunde aan de
Burgeravondschool en de Avondschool voor Handwerks
lieden (vacature A. J. Caspers) de heer K. Kohnert
leeraar aan de ambachtsschool te Appingadam.
De verordening op het heffen van marktgeld op
de eierenmarkt werd gewijzigd. Voortaan zal de belas
ting bedragen:
voor minder dan 50 stuks per dag 1 cent
50 tot 100 stuks per dag 2
100 200 3
200 400 -
-100 6oo 7
600 800
eno i aazi
800 1000 tl
1000 stuks en méér, voor elke 200 stuks
of gedeelte daarvan 1 cent meer.
oorts werd vastgesteld eene nieuwe verordening op
het heffen en invorderen van eene belasting op tooneel-
vertooningen en andere openbare vermakelijkheden, ter
vervanging van do verouderde bestaande verordening
van het jaar 1866.
Ten slotte kwam in de volgend© motie van het
Raadslid Pot, welke in een volgende vergadering zal
worden behandeld; indien zijl voldoende wordt onder
steund.
De Raad der gemeente Alkmaar,
Gezien, i f
de vergunning, gegeven door het Dagelijksch Bestuur,
aan personeel der afdeeling Publieke Werken, onder-
afdeeling Bouw- en Woningtoezicht, om buiten dienst
tijd, doch binnen den kring hunner werkzaamheden,
in het belang der gemeente arbeid te verrichten, tegen
extra belooning, voor en onder leiding (toezicht) van
de Plaatselijke Gezondheidscommissie;
Gezien,
de verklaringen, in verweerschrift en rapport, van
den Heer Directeur van publieke werken te Alkmaar,
„dat overstelpende drukte en gebrek aan tijd en geld
Z.Ed. beletten, zich te stellen, en te houden, op de
hoogte van zijn tijd en vak, te rapporteeren binnen
bekwamen tijd, te letten op opname en uitvoering van
werken en onderzoekingen rekening te houden bij de
uitvoering van gemeentewerken met jaargetijden en
weersomstandigheden, enz., enz.;
Gezien, r
de weigering van den Raad, om door aanstelling
van tijdelijk en bekwaam personeel, te geraken tot
opruiming van achterstand en richtige behartiging van
de belangen der gemeente;
Verklaart
Ongewenscht te achten, dat de gemeenteambtenaren
bij publiek© werken, zoowel met. als zonder vergunning
van het Dagelijksch Resluur op hun terrein werk ver
richten builen hun diensttijd, met extra belooning, en
(of t op particulier terrein in hun diensttijd zonder
extra bclooning, en gaat over tot de orde van dein
dag.
Het afwijzend prae-advies van R. en Wl. op een
verzoek van de afd. Alkmaar van den Bond van Nederl.
Onderwijzers, om herziening van de regeling der jaar
wedden, voorzooveel betreft de tegemoetkoming in de
kosten van huishuur en de periodieke verhoogingen
werd, nadat daartoe op voorstel van den heer Uiten-
bosch bij stemming was besloten, wegens onvoltallig
heid der vergadering tot eene volgende aangehouden.
De vergadering ging daarna over in eene geheime
zitting.
WINKEL.
De Nieuwjaarscollecte, die elk jaar gehouden wordt,
heeft nu opgebracht f 379, waarvan wordt bedeeld aan
70 gezinnen. De verdeeling geschiedt klasgewijze. In
de eerste klas bedraagt de gift f 6.—, aan 51 gezin
nen, in de tweede klas f 4.50 aan 9 gezinnen en in
de derde klas f 3.aan 10 gezinnen.
WINKEL.
Als geneeskundige, belast met de doodschouw voor
1910 is door Burg. en Weth. benoemd d© heer W.
Melchior.
Wlnlicl.
Aan den heer S. Vonk. onderwijzer aan de O.
School alhier is wegens ongesteldheid twee maanden
verlof verleend.
Feuilleton.
fiFSoratan wssi Masker.
3$.
De maj'oraatsheer zette een donker gezicht. „Ja,
ja," luidde eindelijk het antwoord, „dat is alles hee
gemakkelijk gezegd wij zijn elkaar zoo seheel
vreemd geworden en ik# kan u alles niet ophelde-
ren wel is waar, wanneer gij mijne redenen zouur
kennen
„Ik zou ze toch nimmer kunnen billijken, viel de
gravin hem boos in de rede, „er is alleen sprake van
om het levensgeluk van uw zoon Erich te verwoes
ten of te behouden."
En aan Wolf denkt ge in het geheel niet! riep
de graaf uit. „Maar het is nu eenmaal een feit, die
zoon is nooit je lieveling geweest."
„Spreek niet over hem," riep de gravin gloeiend
ran toorn uit, „het is ongelukkig genoeg, dat het
hart van een moeder zich afkeerig moet gevoelen
ran haar kind maar ik zie hoe Erich lijdt onder
dezen aanslag van zijn broeder afgescheiden nog
van de liefde, die ik voor mijn jongstgeborene gevoel,
eischt mijn gevoel van rechtvaardigheid, dat de ge-
moedsrust van een hoog begaafd jong man niet ver
woest mag worden door de snoode willekeur van jon
gensachtige luimen en lusten."
He majoraatsheer zuchtte diep. „Je weet zeer hit
tere woorden te gebruiken Clotilde Ja, wanneer
alles zoo gemakkelijk en vlug was uit te maken, als
jij je dat in je eenvoud voorstelt, maar er zijn
nog krachtiger en gebiedender eischen aan welker
macht men zich niet altijd kan onttrekken."
Gravin Clotilde was nu vlak voor haar man gaan
staan en keek hem met fonkelende oogen aan. „En
-welke ontzettende redenen zijn het dan wel, die u
kunnen dwingen het geluk van uw jongsten zoon te
verwoesten?" vroeg zij hem op snijdenden toon. „Hoe
kunt en durft gij het uw plicht als vader noemen,
twee harten te scheiden, die in eikaars bezit hun
hoogste levensgeluk zagen?"
„Dat zijn heele mooie woorden!" viel de graaf haar
in de rede, zich onrustig op zijn stoel hoen en weer
bewegend. „Misschien zal Erich mij later nog wel
eens dankbaar zijn, dat ik hem dit voorbijgaande leed
heb moeten aandoen?... het is niet het hoogste ge
luk, dat men in een huwelijk vindt."
„Dat weet God!" fluisterde de gravin.
Er ontstond nu een drukkende, lange pauze. Clotil
de had weer plaats genomen en staarde langen tijd
naar den grond.
Eensklaps keek zij op. „Het is dus je onherroepe
lijke wil, dat Erich door zijn broeders schuld zoo
diep ongelukkig zal worden?" vroeg zij.
De graaf haalde de schouders op. „Ik kan er niets
aan veranaeren!" antwoordde hij ontwijkend.
if/ederom zweeg de gravin, doch het was aan haar
gemat te zien, dat twee gevoelens in haar binnenste
om den voorrang streden. Eindelijk scheen zij tot
een besluit te zijn gekomen. Met een zachte, smee-
kende uitdrukking keek zij haar man aan, over de
tafel heen stak zij hem de hand toe.
„Wolf," zoo begon zij zachtkens, „het kan u in
geen geval ernst zijn met wat u daar zegt."
„Maar ik bid u, Clotilde ik ik..."
„Neen, voltooi uw zin niet, Wolf," viel de gravin
hem in de rede, terwijl zij haar hand als bezwerend
ophief, „denkaer aan, dat het hier de toekomst van
uw zoon geldt."
„Maar ik verzeker je, dat ik er werkelijk niets aan
doen kan," zeide graaf Wolf, zijn gemalin opnieuw
ontwijkend. „Wolf is meester van zijn eigen heslui
ten nu hij eenmaal om de hand van Angelika
aanzoek heeft gedaan en deze hem is toegezegd, zie
ik met den besten wil van de wereld geen uitweg
meer, zelfs al wilde ik het, hoe zou ik het kunnen
aanvangen om onzen oudsten zoon te bewegen, zijn
rechten op te geven en met hetzelfde recht als
Erich een offer van Wolf verlangt, met evenveel recht
kan Wolf dit eischen van Erich."
„Maar Wolf bemint immers Angelika niet neen
neen, zeg mij wat je wilt, maar het is onmogelijk.
Wolf," vervolgde zij gemoedelijk, „ik ken je niet
meer ben jij nu werkelijk dezelfde man, die mij
vroeger heeft gezworen, dat ik zijn éen en zijn alles
op de wereld zou zijn, die geen hooger geluk kende,
dan mij in de oogen te zien n woorden van liefde
van mijne lippen te mogen hooren."
„Dat is reeds lang voorbij," antwoordde de graaf
droomend. „Jij herinnert je deze heerlijke tijden wel
wat laat Clotilde. Zij zijn reedt lang vervlogen in
de zee der tijden, zoodat ik ze bijna vergeten ben."
Daarbij zag hij er zoo ongelukkig uit, dat een warm
gevoel in Clotllde's hart ontstond, on zij zijn beide
handen greep: „Wolf," riep zij met een stem, wier
zoeten klank de oude man in langen tijd niet had
gehoord. „O, hoe gelukkig hadden wij kunnen zijn
samen... waarom heeft dat alles zóo moeten komen?"
De majoraatsheer zuchtte diep. „Ja waarom," zeide
hij. terwijl hij met een donker gelaat voor zich heen
staarde. „Wij hadden een kostelijk zaad uitgestrooid
Clotilde, en toen kwam de booze vijand en strooide
het onkruid in onze tarwe... en... nu...?" Hij brak
den zin af en lachte hitter.
„De booze vijand," herhaalde de gravin met be
vende lippen. „Ja, waarlijk, hij was het, die tusschen
ons getreden is...... ook nu, in dit oogenblik, herken
ik den duivel, die den ondergang van uw eigen zktÊj-
bemerkto Wolf!" riep zij hartstochtelijk uit,
„waarom heb je geen gehoor gegeven aan mijn smeek
beden, toen het nog tijd wasdeze Frans, die
afschuwelijke man, hij heeft ons beider leven ver-
giitigd en nu wil hij onze kinderen hun geluk
kige toekomst ontrooven."
Met een angstige uitdrukking op het gelaat staar
de de majoraatsheer naar de trotsche vrouw, die in
haar ontroering werkelijk schoon was. „Clotilde," sta
melde hij, terwijl zijn oogen opflikkerden, „zou het
mogelijk zijn, dat gij u nog de tijden kunt herinneren,
in welken wij anders... geheel anders tegenover elkau
der stonden?"
i In plaats van eenig antwoord drukte de gravin de
1 heide handen van haar echtgenoot. „O, ik wilde Wolf,
dat al die booze jaren die wij hebben doorleefd, niets
anders waren dan een booze droom... ik wilde, dat
wij mochten ontwaken in onze oude liefde, in die
onbeschrijflijk zalige uren, die ook reeds zoo lang
verdwenen zijn."
I Een weemoedig lachje speelde er om de lippen van
I den ouden graaf. „Nu is het te laat, Clotilde," fluis
terde hij, „het leven met zijn vreugde en zijn leed,
het ligt achter ons tenminste achter mij Clotilde
voor mij zie ik alleen den dood."
De gravin wilde hem niet terstond antwoorden,
maar toen zij zijn smartelijke gelaatstrekken aan
schouwde, toen gevoelde zij In haar hart, dat hij
maar al te zeer de waarheid had gesproken. „O,
Wolf," zeide zij zacht, „wij hebben veel goed te ma
ken, laat ons daarmede in dit uur beginnen. Zie,
ik kom als smeekelinge tot u heb erbarmen met
uw zoon, met Erich, Wolf."
Gedurende eenige oogenblikken had het gelaat van
den ouden graaf een uitdrukking van stille berus
ting gehad, maar nu keek hij weer boos en knorrig.
„Ik kan niet ik kan niet," riep hij jammerend
uit, „verlang van mij, dat ik de zon uitdoof, dat is
even onmogelijk als wat gij nu van mij verlangt,'/'
Ook het gelaat van de gravin was weder verduis
terd. „Ik begrijp u waarlijk niet," antwoordde zij op
gerekten toon, „het is hier toch te doen om de toe
komst van een uwer zonen dit huwelijk toe te
staan of te verbieden zou voor u een onmogelijk
heid zijn dat begrijp ik niet," ging zij hoofdschud
dende voort, „het is waar, er is hij ons zooveel ge
heimzinnigs en vreemds gebeurd mijn God, ik
ken haast mijzelf niet meer maar deze weigering
van. u overtreft al het tot nu voorgevallene."
De graaf zuchtte diep. „Mijn hemel, hoe moet ik
u alles duidelijk maken," riep hij wanhopend uit, „gij
hebt gelijk, er rust een vloek op ons en ons lot...
de handen zijn mij gebonden, ik moet handelen, ge
lijk ik nu doe, -mijn God kwel en plaag mij niet
zoo, ik kan ik mag niet anders handelen."
De gravin stond van haar zitplaats op. „Dan ver
geve God het u Wolf," riep zij uit, daarbij liep zij
naar de deur alsof zij de kamer wilde verlaten. Maar
eensklaps bleef zij staan en vol vertwijfeling de han
den wringend riep zij uit: „Is het mogelijk, dat een
vader zijn eigen vleesch en bloed kan verderven?
Wolf, bij alles wat u heilig is, denk er aan, dat er
een God boven u Is, aan wien gij eens rekenschap
zult moeten geven. Wee u Wolf, wanneer het u nog
niet voldoende is mijn levensgeluk met voeten te
treden, maar ook uw edelsten zoon wilt opofferen,
terwille van een ellendeling, die ons ongelukkig wil
maken."
Knagende vertwijfeling stond op het gelaat van
den afgeleefden, zwakken man, die ineengedoken op
zijn stoel zat. Geruimen tijd staarde hij voor zich
uit, alsof hij zijn vrouw niet in het gelaat durfde
zien, dan hief hij langzaam het hoofd op en keek
in de met tranen gevulde oogen der gravin. Maar
dadelijk weer sloeg hij de oogen neer. O, hoe gaar
ne had hij die tranen willen drogen, nu zijn vrouw
daar, om zijnentwille weende. Had hij niet zelf een
diep ellendig leven geleid, alleen om zijn vrouw maar
gelukkig te maken? en was het niet vreeselijker
dan elke andere vloek, dat elk zijner handelingen
slechts daartoe dienden, de zijnen diep ongelukkig
te maken? Wederom zag hij voor zich het schrikaan
jagende beeld zijner misdaad zich verheffen tusschen
zijn vrouw en hemzelf.
O, wanneer hij maar niet zulk een lafaard was ge
weest, maar den moed had bezeten om Clotilde zijn