1 rtEBtie- Lani Toch onsck uldig. Woensdag 12 Januari 11)10. 1 54ste Jaargang. No. 4639. 0 4. Binneniandsch Nieuws. S!oman van Hoeker. n v 8 II mi"""" Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens nre worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau 3€!M4IGE$j Laan Interr. Telephoon No. 20. Uitgevers i TRJ&FFsS^fêi Go» Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.80. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Vit nummer beetaat uit een blad LANGEDIJK. Door de afd. alhier van de Vereeniging tot steun van Verwaarloosden en Gevallenen zal a.s. Zaterdag 15 Januari een lezing met lichtbeelden worden gehou den door Ds. J. C. Knuttel van Terborg, ten locale van D. Stam te Noordscharwoude. Steunt zooveel mo gelijk dit goede doel! IJANGEDIJK. De nieuw opgerichte Schoenmakers-patroons- en Schoenwinkeliersvereeniging „Eensgezindheid" aan den Langedijk heeft zich een bestuur gekozen, dat als volgt is samengesteld: H. Duijn, Oudkarspel, voorz., P. Veen, Zuidscharwoude, secretaris en L. Dekker, Noordscharwoude, penningmeester. De vereeniging telt thans 11 leden, dat is op 1 na alle schoenmakers aan den Langedijk. Protestanten en katholieken hebben elkaar hier als flinke mannen de hand gereikt en zullen dus waarschijnlijk als broeders éen toonen, dat het bestaan voor alles hoofdzaak is en alle andere kwestiën slechts bijzaak. De vereeniging is opgericht na eene rede van den heer K. Frieling van Amster dam, voorz. van den Ned. Bond van Schoenmakers- patroons-vereenigingen. Doel der vereeniging is alle schoenmakersartikelen tegen denzelfden prijs te ver- koopen en elkander bij ziekte kosteloos hulp te ver- leenen. Oudkarspel. Op het Noordeinde dezer gemeente schijnt de lieve jeugd de uitvinding te hebben gedaan, dat wanneer men onder tegen den lantaarnpaal schopt, het gloei kousje breekt. Ouders, waarschuwt uw kroost eens; elk kousje kost geld! ROODVONK TE UTRECHT. Met het oog op het heerschen der roodvonk te Utrecht is door B. en W. besloten alle lagere scho- Iod gesloten te houden tot 18 Januari. Het Utr. Dbl. verneemt, van bevoegde zijde, dat de heerschende ziekte volstrekt geen reden geeft tot zoo ernstige ongerustheid, als sommigen schijnen te koesteren. De ziekte is op het oogenblik, wat men noemt aan het luwen. Het aantal sterfgevallen neemt reeds af. Maar men vond het, nu men met de bestrij ding op den goeden weg schijnt te zijn, toch raadza mer momenteel iedere kans op besmetting weg te i nemen, te meer, waar men door een tijdelijke sluiting der scholen alles zou doen medewerken ten goede voor een spoedige verdwijning der ziekte. Wïeringerwaard. In de vergadering der Damclub alhier is het be stuursvoorstel om eenmaal per maand bijeen te ko men afgestemd, terwijl aangenomen werd, om in het vervolg eiken len en 3en Donderdag der maand een damavond te houden, waarop echter ook geschaakt kan worden. De aftredende penningmeester, de heer P. Kiste- maker, is als zoodanig herbenoemd. Voorts is besloten op 15 Januari a.s. een onderlin- gen dammiddag te houden bij mej. de Wed. Boon alhier. Met een opwekkend woord sloot de voorz., de heer H. Koster Kz. de vergadering. Wieringerwaard. Bij inschrijving is voor f 485 aan den heer M. Groen ta Schagerbrug de afbraak gegund van het door het bestuur der Naaml. Venn. Spoor-(Tram)weg Wierin- genSchagen aangekochte oude huis en slachtplaats van den heer A. Hoogland alhier. De heer A. Droog te Kolhorn had ingeschreven voor f515, doch daar diens biljet niet ingevuld was geheel overeenkomstig de voorschriften, kon hem 't werk niet worden ge gund. RAAD HOOGWOUD. Vergadering op Dinsdag 11 Januari 1910, 's mor gens om 11 uur. Voorzitter Burgemeester Breebaart. Afwezig de heer Hartog, met kennisgeving van verhindering wegens ziekte. Opening door voorzitter. Daarna lezing der no' - len, deze worden onveranderd goedgekeurd. Naar aanleiding van de notulen deelt v ter mede, dat van Ged. Staten een schrijven is .o- men, waarbij goedgekeurd is het raadsbesluit een goldleening aan te gaan en om grond achter de Ker- kelaan te verhuren. En zulks in het vertrouwen, dat minstens f 200 jaarlijks zal worden afgelost op de geldleening. Voorzitter licht toe, dat dit trouwens ook 's Raads bedoeling is. Voor kennisgeving aangenomen. Voorzitter wil ook nog spreken over verhuring van den grond Zuidzijde Kerkelaan. De bedoeling van den Raad is, om dien grond aan belanghebbenden te verhuren. Zijn er perceelen over dan zijn er wel, die zulke perceelen in huur willen hebben. Ook voor het perceel achter het raadhuis is een gegadigde, die dat wil hebben. B. en W. hebben echter het idee om vooraf de noodige voorwaarden vast te stellen; termijnen, be hoorlijke asfcheiding der perceelen door flinke afhek- king etc. Ook moet het kerkhof hier nog wat worden ver hoogd. De daarvoor benoodigde zoden kunnen nu nog van den weldra te verhuren grond worden betrokken en kosten dan niets. Het per el achter het raadhuis bijv. kan gemakkelijk worden afgestoken ten dienste van de kerkhof-verhooging. Hij, die dien grond wil huren, wil dien toch als bouwland, exploiteeren. B. en W. krijgen machtiging, om een en ander naar eisch uit te voeren. Besteding afscheidingshekken zal publiek plaats vinden onder de vier smeden in de gemeente. Verhuring van den grond Zuidzijde Kerkelaan (290 M. lang en 12% M. breed in 't geheel) zal min stens 50 cents per strekkenden Meter geschieden. Contract met de noodige voorwaarden zal door B. en W. worden opgemaakt- Van Ged. Staten is ingekomen goedgekeurd besluit tot f 1000 kasleening en tot f 10 betaling uit den post onvoorziene uitgaven. Voor kennisgeving aangenomen. Van den Nieuwe Niedorper gemeenteraad is een brief ingekomen over de kwestie salarisregeling Lan- gereizer school, waarin die Raad wenscht, gemeen schappelijk te vergaderen, doch, daar de heer v. d. Stok als raadslid heeft bedankt, waardoor de Raad onvoltallig is, wordt uitstel gewenscht geacht, tot de N. Niedorper Raad voltallig is. En als het contract maar wordt nageleefd, komen er geene geschillen. Im mers in eene gemeenschappelijke vergadering kan alles bij stemming worden uitgemaakt en de gewone weg worden gevolgd. Voorzitter zegt dat B. en W. dezen brief hebben behandeld en het er niet mede eens zijn. De zaken zijn zoowat altijd in eigen vergaderingen geregeld; gemeenschappelijke vergaderingen zijn nooit gehouden. En dan de vacature van den heer v. d. Stok! Voorzitter vindt op grond van de bepalingen, vervat in de gemeentewet, dat er nog geen vacature is. Want de heer v. d. Stok blijft raadslid totdat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd. N. Niedorp schrijft dat de Raad daar niet voltallig is, maar die is wel voltallig. 't Blijft zoo intuss en maar steeds 7 tegen 7 stemmen en de zaak w:n* niet j Daarom willen B. en W. van Hoogwoud nu maar eens niet met N. Niedorp correspondeeren of vergade ren, aangezien ze daarvan geene resultaten verwach Feuilleton. ten. Ze hebben zich rechtstreeks tot Ged. Staten ge wend en een en ander uiteengezet en tot Ged. Sta ten het verzoek gericht, N. Niedorp te verzoeken de over 1908 verschuldigde f 166.39 spoedig te voldoen. En ook de begrooting Langereizer school terug te zenden. Gevraagd wordt, of indien die begrooting niet is vastgesteld, Hoogwoud evengoed betalingen voor school Langereis mag doen. Op den verrekenstaat staat ook de vermeerdering van het salaris van meester M. de Jong. Antwoord van Ged. Staten zal door Hoogwoud wor den afgewacht. Voorzitter deelt mede, dat heden geplaatst zal wor den de f 3700 afgeloste hypotheek Koedooder op het perceel van D. op den Kelder, groot ongeveer 4 H.A. met een huis, staande en gelegen aan den Boe keiweg alhier. Machtiging wordt aan B. en W. verleend om de sloot bij de Kerkelaan en het Kerkeweidje, die vol modder zit in overleg met het kerkbestuur uit te laten baggeren. En ook om de sloot Zuidzijde Ker kelaan, die evenzeer overladen is met baggerspecie, voor ingebruikgeving der perceelen grond aldaar, te laten opknappen. Rondvraag. De heer Kooij merkt op, dat er wat steenen losgaan bij den betonsteiger aan de Langereis, wat hij schadelijk acht voor dien beton-muur vanwege het water, dat er voortdurend blijft staan. Voorzitter verzoekt den heer Kooij, dat deze aan den Langerei zer metselaar Jaap Silver opdraagt, dat karweitje in orde te maken. De heer Kooij zal aan het verzoek voldoen. De heer Vel zou een 4-tal boomen achter de kerk te Aartswoud, benevens eenige boom-stompen willen zien weggerooid. Ze hangen daar over Waiboer's land en moesten er uit. Men weet echter niet of het kerk bestuur of de gemeenteraad in deze zeggingschap heeft. Zal worden nagezien door voorzitter. Rapport zal dan volgen. Voorzitter oordeelt, dat de gemeente daar geene eigendommen heeft. Alleen het gebruik van het kerkhof. De Raad machtigt intusschen met algemeen goed vinden van voorzitter en den heer Vel, om in overleg met het betrokken kerkbestuur tot oprui ming dier bc- .n te geraken. Hierna sluiting. \n«rd«icharwoude. Naar e vernemen zal heel waarschijnlijk door de Katholiteki-.i geen debatter worden gezonden naar de vergadering, waar de heer Van den Brink zal spre ken over Godsdienst en Socialisme, op 17 Januari a.s. Dit is iechter in het geheel nog geen definitief besluit, zoodat verandering nog zeer wel mogelijk is; hoogst waarschijnlijk is het echter zeker. Enkele R. K. hoeren schijnen echter wel bereid, zoo men dit wenscht, met den heer Van den Brink van gedachten te willen wisselen. Ook de heer L. H. Obdam wil in zijn no. van j.1. Zaterdag iemand heen-1 zenden, n.1. de heer Haazevoet, die in Amsterdam den Jieetr v. d. Brink „Schaakmat" stelde!? Arrondisscments-Rechtbank te Alkmaar. Uitspraken: Pieter P.. Urscm, verduistering, 4 maanden gevan genisstraf. Klaas S., Enkhuizen, wederspannigheid, 7 dagen ge vangenisstraf. Jan V.. U' -est, wederspannigheid, 7 dagen gevan genisstraf. Jan L„ Er. „huizen, wederspannigheid, 7 dagen ge vangenisstraf. Apdries N. en Johannes H., Castricum, jachtwet- overtreding, ieder f 10 boete of 4 dagen hechtenis en f 6 boete of 4 dagen, ter vervanging van het in be slag genomen geweer. Willem Kr., bedelarij, 't Zand, 12 dagen hechtenis. Pietertje M.. bedelarij:, Wognum, 3 dagen hechtenis. Dirk van der B.. Hoogwoud, iru.,.i„,.„vling, f 10 boete of 10 dagen hechlenis. TROELSTRA IX HET ZUIDEN. Men schrijft uit Heerlen aan Het Volk: Ik berichtte reeds, dat door een aantal roomsch- katholieken den vorigen Woensdag op een vergadering was besloten om geen debatter te zenden naar de ver gadering van Troelstra. Kapelaan Erens vond het be ter, dat Troelstrh. voor „zijn eigen mennekes" praat te. Natuurlijk dlat het advies luidde: „De katholieke arbeiders mogen die vergadering niet bezoeken". De Nieuwe Limburger Koerier" die een ajankon- digjing der vergadering (advertentie) aanvaard had, stortte daarover in het Zaterdagnummer krokodillentranen uit en beloofde haar lezers plechtig, zooiets nooit weer te zullen doen. In een hoofdartikel werden de katho lieken aangespoord niet ter vergadering te gaan. Wij leefden in spanning. We dachten allen: wat zal er terechtkomen van Troelstra's vergadering? Onze spanning werd verhoogd toen van roomsche zijde het praatje werd rondgestrooid, dat Troelstra toch niet kwam en de naam alleen op het manifest stond voor reclame. Troelstra was inmiddels gearriveerd. In le vende lijve kon hij zelf aanschouwen hoe, van katho lieke zijde gewerkt wordt ;tegen het voortdringen der sociaal-democratie Versierd met gele banden om den arm, trokken de roomsche fanatici Zondag Heerlen door met een „vracht manifesten. Voor de kerken was een aantal opgeschoten jongens geplaatst, die ieder die uit de kerk kwam, voorzien moesten van het noodige „te gengif' tegen de sociaal-democratie. De mannen var» „Eer en Deugl" brachten huis aan huis een vlug schrift van de Katholiek Sociale Actie rond, n.1. „Gods dienst en Sociaal-Democratie".Ten slotte werd er nog een manifest verspreid aan alle katholieke en christe lijke arbeiders van Heerlen, waarvan het slot luidt: „Katholieken, het is 'thans onze plicht eensgezind te zijn. Niemand^ van welken rang of stand ook, kan naar de vergadering der S.D.A.P. gaan zonder afbreuk te doen aan onze solidariteit en ons algemeen pre test. Op ieder van ons rust de plicht allen te steunen, door zijn voorbeeld. Katholieken, toont u eensgezind en gaat onder geen voorwendsel heden naar de ver gadering der socialisten". Dtr. Gortei's „moraal" was natuurlijk niet vergeten om daarmede de Arbeiders van ons afkeerig te ma ken. Zou er na zoo'n actie nog een katholiek arbeider naar de vergadering komen? Dat was de vraag die tve ons stelden. Het was inmiddels half vijf gewor den. Troelstra, schrijver dezes en de voorzitter der afdeeling Heerlen-Kerkrade van de S. D. A. P. stap ten. alsof er niets gebeurd was, naar het vergaderlo kaal. En. waarachtig, ook nog voor liet lokaal had den onze tegenstanders post gevat met anren vol pam fletten. Ook wij kregen er nog een, waarvoor wij na tuurlijk beleefd dankten. Wat zal het met de vergadering worden? vroeg ik nog eens a an Troelstra. Wij zulien zien, antwoordde deze, terwijl hij de kruk van de deur in handen had om de zaal binnen te gaan. Troelstra ging binnen en.... Ja, wie zal het met de pen beschrijven wat e op dat oogenblik in ons allen omging. Een donderend hoera klonk als uit één mond uil de opeengepakte massa van mens;' n die de zaal tot in den nok vulden. Aan het gejubel scheen haast geen einde te komen. Ziedaar, klerikale heeren, de vruchten van uw werk Zouden de katholieke arbeiders de vergadering toch bezoeken? Och, meer dan 300 moesten er terug wordeni gestuurd, omdat de zaal niet meer menschen kon l>ev- gen. 42. Zijn zaak stond slecht, en Wolf begreep dat 't vol gende oogenblik noodlottig voor hem kon worden. Daarbij gevoelde hij hoe zijn eigen krachten minder werden en hij alle macht moest aanwenden om kalm hij een verlof voor mij te krijgen, ik had een paar te goed gevoelde hoe aller oog op hem was gericht, j „Nu dan," zoo ging Frans voort, „wil ik de waar heid bekennen, en ik moet wel pardon vragen dat ik het waag als ondergeschikte, het woord te voeren in dit schitterend gezelschap." Hij zweeg even, terwijl hij beleefd naar enkele kan ten boog. Niemand zag daarbij het ironische lachje, dat een oogenblik om zijne lippen speelde. „De jonge heer graaf heeft de groote goedheid gehad mij te helpen bij de vestiging van mijn huishouden. In mijn zeer afhankelijke positie was het voor mij zeer moeilijk om een vrouw te zoeken. Toen ik nu dv i zoon van mijn meester in het vertrouwen nam, wist kunnen nadenken. Hij was nog niet genoeg schurk, m in hetzelfde oogenblik het hoofd te kunnen bie den aan de vermaningen van zijn geweten en de aan- allen van zijn tegenstanders. Het was alsof zijn blik beneveld werd, en een dui- eling maakte zich van hem meester. „Ik kan en mag u niet onvoorwaardelijk gelooven," eide de baron van Almenrode na een pauze van eenig ogenblikken. „Deze man beweert," en hierbij wees ij op Martin „dat gij de verblijfplaats kent van e ongelukkige molenaarsdochter Nu goed, dan unt gij u rechtvaardigen door het meisje zelf, Zeg ■ns waar het meisje te vinden is, en wij zullen het aar vragen. Blijkt uwe onschuld, waaraan ik niet ag twijfelen, dan zal ik de eerste zijn, die bereid s, u eene schitterende genoegdoening te geven ot zoolang moet ik weigeren, u de hand van mijn ind toe te vertrouwen." Wolf kon geen antwoord vinden. De verrassing an dezen avond was te groot en te onverwacht voor em losgekomen, dan dat hij zich van alles een hel er denkbeeld had kunnen vormen. Het werd hem teeds duisterder voor den geest, hij gevoelde hoe ijn knieën knikten en hij dreigde ineen te zakken. Daar, in dit oogenblik, waarin hij reeds alles ver oren waande, trad in nederige houding de kamerdie- aar Frans naar voren en den jongen graaf eerbiedig e hand kussend, zeide hij met van ontroering trii nde stem: „Vergiffenis graaf, dat ik den sluier ophef van het :eheim, dat uwe goedheid tot nu toe mij toestond bewaren." Wolf geloofde te droomen, toen hij in dezen geha- n mensch zoo onverwacht een redder en bondgenoot [ag. Hij had toch een oogenblik geloofd, dat het op- eden van den boschboer he werk was geweest vaD en kamerdienaar. „Spreek..., spreek!" fluisterde hij en hield de gen naar den grond geslagen, omdat hij maar ai samenkomsten gehad met Antje Sturm, en de mole naarsdochter stemde er in toe, de mijne te worden en is met mij gevlucht, daar ik er niet op durfde rekenen, dat wij den zegen harer ouders zouden krijgen op ons verbond." „Met jou met jou?" stamelde Martin, terwijl zelfs zijn lippen krijtwit werden. De aderen op het voorhoofd zwollen daarna op, en hij balde de harde vuisten alsof hij van plan was Frans als een do' hond neer te slaan. Maar in het volgende oogen X vielen de armen hem slap langs het lichaam. „Jawel met mij," antwoordde de kamerdienaar zege vierend lachend, terwijl hij uit zijn borstzak een saam- gevouwen papier te voorschijn haalde. „Hier is de trouwacte, den dertienden October te Londen opge maakt, zoodat ik wettelijk verbonden ben aan Antje Sturm." Een gemompel van verbazing en verrassing over dezen onverhoopten afloop deed zich nu hooren. Maar het meest verbaasd was Wolf zelf, die nog r' 'd zijn eigen ooren maar niet durfde gelooven. Intusschen ging het document van hand tc .and. Ten slotte kreeg Almenrode het, en ook deze moot, hoe ongaarne ook de echtheid ervan erkennen. „Maar mijn hemel, hoe is zooiets mogelijk," riep Almenrode uit, zijn dochter medelijdend aanziende. „Het is de waarheid," zeide Frans gestreeld en zich tot den majoraatsheer wendend, vroeg hij nede rig: „ik mag toch immers wel blijven rekenen op de goedheid van mijn heer en gebieder?" De oude graaf antwoordde niets, want hij snapte van alles wat er was voorgevallen nog niet veel. Slechts instinctmatig zeide een voorgevoel hem, dat het een nieuwe schurkenstreek was, die de kamer dienaar daar bedreef. Almenrode bon zijn gevoelens niet meer meester blijven. Hij sprong eensklaps op Frans los en greep hem woest bij de schouders. „Kerel, Je liegt alles, Ik voel het, waar is je vrouw?" Maar daar veranderde de glimlach van het gelaat van Frans, in een leelijken grijns. „Vergeef mij, mijn- heer de baron, ik ben niet jong meer en zulk een lief vrouwtje als ik nu heb, bewaar ik als een zeld- 1 zame schat... Mijn God, de heeren zullen mij begrij pen,' wij leven nog in de wittebroodsweken en dan..." Hi bij trok hij zulk een koddig gezicht, dat en kelen van het gezelschap in een schaterlach uitbra ken. Van alle zijden haastte men zich nu den jongen graaf deelnemend de hand toe te steken en te ver zekeren, dat men geen oogenblik de lage beschuldi ging had geloofd. G, mensch bekommerde zich meer om den jon gen boer, wien door den kamerdienaar te verstaan werd gegeven, dat hij vlug de zaal moest verlaten. Martin kwam maar al te graag dit bevel na, want alleen op herhaald aandringen van Almenrode bad hij er in toegestemd aldus op te treden. En nu zijn optreden zulk een onverhoopt einde had gebracht, voelde hij zich dubbel ellendig. Dus de jonge graaf, laf en gemeen als hij was, had hem in het bosch wat voorgelogen. Antje was niet zijn vrouw, maar die van den kamerdienaar, die waarachtig wel haar va der had kunnen zijnen waarheid moest het im mers toch zijn, want het stond zwart op wit, voor zien van alle stempels en zegels Gebroken naar lichaam en ziel liep dé arme Mar tin naar zijn eenzame woning. In het slot had men gepoogd de verstoorde feest vreugde weer wat te herstellen, maar dat was niet gelukt. De verloving was evenwel geproclameerd ge worden en Angelika, bleek en strak als een marme ren beeld, had haar bevende hand moeten leggen in de rechterhand van den jongen graaf Wolf van Wol- fensteln, die haar op dat oogenblik met een zegevie rend lachje had aangekeken. XXXII. In de natuur was het overal stil geworden. Alles sliep zijn winterslaap. Het vroolijke gezang van de vogels was verstomd en de eentonigheid van den win ter had zich over de gansche omgeving uitgespreid. Antje woonde nog altoos in het kleine landhuis, dat zoo vriendelijk gelegen was aan den oever van het Comomeer. Maar zij wist eigenlijk nauwelijks dat zij leefde. Er had een gansche ommekeer met haar ,t„,ts gegrepen, nu had zij het leven in al zijn wreed- u "erde leeren kennen. Wat zij vroeger voor waarhol.. 'd gehouden, was haar nu gebleken leu gen .e ziji.. L-dert zij '»V if, dien zij had liefgehad als een god heid, in zijn ware gedaante had leeren kennen, was er in haar binnenste iets gebroken. Zij had Wolf niet weer willen zien en eindelijk had een vertrekkend rijtuig haar doen weten dat Wolf uit de villa was vertrokken. Toen eerst had zij haar huilplaats verlaten. Nu al haar geluk verwi. was haar leven ledig en zonder inhoud, gevoelde zij eerst goed, wat zij verloren had, nu zij haar ouderlijk huis den rug had toegekeerd. En wat nu? Telkens weer stelde de wanhojjige jonge vrouw zich deze vraag. Wat moest er worden van haar en van den kleinen jongen, dien zij den haren noemde. Hier in dit huis, waarin zij de gelukkigste, maar ook de ellendigste uren van haar leven had doorge bracht, kon zij niet langer blijven, dat stond voor haar vast. Maar waarheen zou zij gaan? Zij huiverde terug voor de gedachte naar het ouderlijk huis terug te keeren en haar ouders om vergiffenis te sme ken. Het was voor haar geen geheim gebleven, dat haar vader haar had gevloekt en zij dus op geen vriendelijke ontvangst in den molen had te rekenen. Maar afgezien van de gezindheid harer ouders ten haren opzichte, zou haar trots toch niet hebben ver gund, als eene bedelares terug te keeren naar die plaats, welke zij in jeugdige onbezonnenheid eens had verlaten, om een gelukkige en hoopvolle toekomst te gemoet te gaan. Nu was 't geluk verdwenen en de gelukkige droom ten eindeontnuchterd bekeek zij de wereldsche zaken. Doch waarheen zij ook den blik wende van uit alle hoeken grijnsde haar de bange en angstaanja gende werkelijkheid aan. Antje, het onervaren, eenvoudige dorpskind, kon 't nog maar altoos niet begrijpen, dat zij haar geheele leven verspild had, aan een onwaardige, en haar nu prijs gaf aan de ellende! Wel had hij haar geld ge boden, hij wilde haar toekomst verzorgen, maar het genadebrood kon zij onmogelijk door de keel krijgen. Zij wilde aan den verrader niet het kleinste geluk to danken hebben. Daartoe was zij te trotsch en bezat zij te veel karakter. Neen, neen, er moest een andere, een betere uitweg gevonden worden, maar het bleef tevergeefsch dat de jonge vrouw zich afmartelde en dag aan dag peinsde over een middel, om in haar eigen levensonderhoud te voorzien; nu zij h t hart had verloren, aan het welk zij zich vol vertrouwen had vastgeklemd, nu gevoelde zij op eens, hoe machteloos en verlaten zij tegenover de wereld stond. De uren van smart en vertwijfeling hadden Antje nog meer gelouterd ec erijpt, dan de weken van ge luk en weelde het hac ^en kunnen doen. Wordt vervolgd, ie» SM. i S.L L l «I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1