1
rtEBtie- Lani
Toch onsck uldig.
Woensdag 12 Januari 11)10.
1
54ste Jaargang. No. 4639.
0 4.
Binneniandsch Nieuws.
S!oman van Hoeker.
n
v 8
II mi""""
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens
nre worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau 3€!M4IGE$j Laan
Interr. Telephoon No. 20.
Uitgevers i TRJ&FFsS^fêi Go»
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.80.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Vit nummer beetaat uit een blad
LANGEDIJK.
Door de afd. alhier van de Vereeniging tot steun
van Verwaarloosden en Gevallenen zal a.s. Zaterdag
15 Januari een lezing met lichtbeelden worden gehou
den door Ds. J. C. Knuttel van Terborg, ten locale
van D. Stam te Noordscharwoude. Steunt zooveel mo
gelijk dit goede doel!
IJANGEDIJK.
De nieuw opgerichte Schoenmakers-patroons- en
Schoenwinkeliersvereeniging „Eensgezindheid" aan
den Langedijk heeft zich een bestuur gekozen, dat als
volgt is samengesteld: H. Duijn, Oudkarspel, voorz.,
P. Veen, Zuidscharwoude, secretaris en L. Dekker,
Noordscharwoude, penningmeester. De vereeniging telt
thans 11 leden, dat is op 1 na alle schoenmakers aan
den Langedijk. Protestanten en katholieken hebben
elkaar hier als flinke mannen de hand gereikt en
zullen dus waarschijnlijk als broeders éen toonen, dat
het bestaan voor alles hoofdzaak is en alle andere
kwestiën slechts bijzaak. De vereeniging is opgericht
na eene rede van den heer K. Frieling van Amster
dam, voorz. van den Ned. Bond van Schoenmakers-
patroons-vereenigingen. Doel der vereeniging is alle
schoenmakersartikelen tegen denzelfden prijs te ver-
koopen en elkander bij ziekte kosteloos hulp te ver-
leenen.
Oudkarspel.
Op het Noordeinde dezer gemeente schijnt de lieve
jeugd de uitvinding te hebben gedaan, dat wanneer
men onder tegen den lantaarnpaal schopt, het gloei
kousje breekt. Ouders, waarschuwt uw kroost eens;
elk kousje kost geld!
ROODVONK TE UTRECHT.
Met het oog op het heerschen der roodvonk te
Utrecht is door B. en W. besloten alle lagere scho-
Iod gesloten te houden tot 18 Januari.
Het Utr. Dbl. verneemt, van bevoegde zijde, dat de
heerschende ziekte volstrekt geen reden geeft tot
zoo ernstige ongerustheid, als sommigen schijnen te
koesteren. De ziekte is op het oogenblik, wat men
noemt aan het luwen. Het aantal sterfgevallen neemt
reeds af. Maar men vond het, nu men met de bestrij
ding op den goeden weg schijnt te zijn, toch raadza
mer momenteel iedere kans op besmetting weg te i
nemen, te meer, waar men door een tijdelijke sluiting
der scholen alles zou doen medewerken ten goede
voor een spoedige verdwijning der ziekte.
Wïeringerwaard.
In de vergadering der Damclub alhier is het be
stuursvoorstel om eenmaal per maand bijeen te ko
men afgestemd, terwijl aangenomen werd, om in het
vervolg eiken len en 3en Donderdag der maand
een damavond te houden, waarop echter ook geschaakt
kan worden.
De aftredende penningmeester, de heer P. Kiste-
maker, is als zoodanig herbenoemd.
Voorts is besloten op 15 Januari a.s. een onderlin-
gen dammiddag te houden bij mej. de Wed. Boon
alhier.
Met een opwekkend woord sloot de voorz., de heer
H. Koster Kz. de vergadering.
Wieringerwaard.
Bij inschrijving is voor f 485 aan den heer M. Groen
ta Schagerbrug de afbraak gegund van het door het
bestuur der Naaml. Venn. Spoor-(Tram)weg Wierin-
genSchagen aangekochte oude huis en slachtplaats
van den heer A. Hoogland alhier. De heer A. Droog
te Kolhorn had ingeschreven voor f515, doch daar
diens biljet niet ingevuld was geheel overeenkomstig
de voorschriften, kon hem 't werk niet worden ge
gund.
RAAD HOOGWOUD.
Vergadering op Dinsdag 11 Januari 1910, 's mor
gens om 11 uur.
Voorzitter Burgemeester Breebaart.
Afwezig de heer Hartog, met kennisgeving van
verhindering wegens ziekte.
Opening door voorzitter. Daarna lezing der no' -
len, deze worden onveranderd goedgekeurd.
Naar aanleiding van de notulen deelt v ter
mede, dat van Ged. Staten een schrijven is .o-
men, waarbij goedgekeurd is het raadsbesluit een
goldleening aan te gaan en om grond achter de Ker-
kelaan te verhuren. En zulks in het vertrouwen, dat
minstens f 200 jaarlijks zal worden afgelost op de
geldleening.
Voorzitter licht toe, dat dit trouwens ook 's Raads
bedoeling is. Voor kennisgeving aangenomen.
Voorzitter wil ook nog spreken over verhuring van
den grond Zuidzijde Kerkelaan. De bedoeling van
den Raad is, om dien grond aan belanghebbenden te
verhuren. Zijn er perceelen over dan zijn er wel,
die zulke perceelen in huur willen hebben.
Ook voor het perceel achter het raadhuis is een
gegadigde, die dat wil hebben.
B. en W. hebben echter het idee om vooraf de
noodige voorwaarden vast te stellen; termijnen, be
hoorlijke asfcheiding der perceelen door flinke afhek-
king etc.
Ook moet het kerkhof hier nog wat worden ver
hoogd. De daarvoor benoodigde zoden kunnen nu nog
van den weldra te verhuren grond worden betrokken
en kosten dan niets. Het per el achter het raadhuis
bijv. kan gemakkelijk worden afgestoken ten dienste
van de kerkhof-verhooging. Hij, die dien grond wil
huren, wil dien toch als bouwland, exploiteeren.
B. en W. krijgen machtiging, om een en ander naar
eisch uit te voeren.
Besteding afscheidingshekken zal publiek plaats
vinden onder de vier smeden in de gemeente.
Verhuring van den grond Zuidzijde Kerkelaan (290
M. lang en 12% M. breed in 't geheel) zal min
stens 50 cents per strekkenden Meter geschieden.
Contract met de noodige voorwaarden zal door B.
en W. worden opgemaakt-
Van Ged. Staten is ingekomen goedgekeurd besluit
tot f 1000 kasleening en tot f 10 betaling uit den post
onvoorziene uitgaven. Voor kennisgeving aangenomen.
Van den Nieuwe Niedorper gemeenteraad is een
brief ingekomen over de kwestie salarisregeling Lan-
gereizer school, waarin die Raad wenscht, gemeen
schappelijk te vergaderen, doch, daar de heer v. d.
Stok als raadslid heeft bedankt, waardoor de Raad
onvoltallig is, wordt uitstel gewenscht geacht, tot de
N. Niedorper Raad voltallig is. En als het contract
maar wordt nageleefd, komen er geene geschillen. Im
mers in eene gemeenschappelijke vergadering kan
alles bij stemming worden uitgemaakt en de gewone
weg worden gevolgd.
Voorzitter zegt dat B. en W. dezen brief hebben
behandeld en het er niet mede eens zijn.
De zaken zijn zoowat altijd in eigen vergaderingen
geregeld; gemeenschappelijke vergaderingen zijn nooit
gehouden. En dan de vacature van den heer v. d.
Stok! Voorzitter vindt op grond van de bepalingen,
vervat in de gemeentewet, dat er nog geen vacature
is. Want de heer v. d. Stok blijft raadslid totdat de
geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd.
N. Niedorp schrijft dat de Raad daar niet voltallig
is, maar die is wel voltallig.
't Blijft zoo intuss en maar steeds 7 tegen 7
stemmen en de zaak w:n* niet
j Daarom willen B. en W. van Hoogwoud nu maar
eens niet met N. Niedorp correspondeeren of vergade
ren, aangezien ze daarvan geene resultaten verwach
Feuilleton.
ten. Ze hebben zich rechtstreeks tot Ged. Staten ge
wend en een en ander uiteengezet en tot Ged. Sta
ten het verzoek gericht, N. Niedorp te verzoeken de
over 1908 verschuldigde f 166.39 spoedig te voldoen.
En ook de begrooting Langereizer school terug te
zenden.
Gevraagd wordt, of indien die begrooting niet is
vastgesteld, Hoogwoud evengoed betalingen voor
school Langereis mag doen.
Op den verrekenstaat staat ook de vermeerdering
van het salaris van meester M. de Jong.
Antwoord van Ged. Staten zal door Hoogwoud wor
den afgewacht.
Voorzitter deelt mede, dat heden geplaatst zal wor
den de f 3700 afgeloste hypotheek Koedooder op
het perceel van D. op den Kelder, groot ongeveer 4
H.A. met een huis, staande en gelegen aan den Boe
keiweg alhier.
Machtiging wordt aan B. en W. verleend om de
sloot bij de Kerkelaan en het Kerkeweidje, die vol
modder zit in overleg met het kerkbestuur uit
te laten baggeren. En ook om de sloot Zuidzijde Ker
kelaan, die evenzeer overladen is met baggerspecie,
voor ingebruikgeving der perceelen grond aldaar, te
laten opknappen.
Rondvraag. De heer Kooij merkt op, dat er wat
steenen losgaan bij den betonsteiger aan de Langereis,
wat hij schadelijk acht voor dien beton-muur vanwege
het water, dat er voortdurend blijft staan. Voorzitter
verzoekt den heer Kooij, dat deze aan den Langerei
zer metselaar Jaap Silver opdraagt, dat karweitje in
orde te maken. De heer Kooij zal aan het verzoek
voldoen.
De heer Vel zou een 4-tal boomen achter de kerk
te Aartswoud, benevens eenige boom-stompen willen
zien weggerooid. Ze hangen daar over Waiboer's land
en moesten er uit. Men weet echter niet of het kerk
bestuur of de gemeenteraad in deze zeggingschap
heeft. Zal worden nagezien door voorzitter. Rapport
zal dan volgen. Voorzitter oordeelt, dat de gemeente
daar geene eigendommen heeft. Alleen het gebruik
van het kerkhof.
De Raad machtigt intusschen met algemeen goed
vinden van voorzitter en den heer Vel, om in
overleg met het betrokken kerkbestuur tot oprui
ming dier bc- .n te geraken. Hierna sluiting.
\n«rd«icharwoude.
Naar e vernemen zal heel waarschijnlijk door de
Katholiteki-.i geen debatter worden gezonden naar de
vergadering, waar de heer Van den Brink zal spre
ken over Godsdienst en Socialisme, op 17 Januari a.s.
Dit is iechter in het geheel nog geen definitief besluit,
zoodat verandering nog zeer wel mogelijk is; hoogst
waarschijnlijk is het echter zeker.
Enkele R. K. hoeren schijnen echter wel bereid,
zoo men dit wenscht, met den heer Van den Brink
van gedachten te willen wisselen. Ook de heer L. H.
Obdam wil in zijn no. van j.1. Zaterdag iemand heen-1
zenden, n.1. de heer Haazevoet, die in Amsterdam den
Jieetr v. d. Brink „Schaakmat" stelde!?
Arrondisscments-Rechtbank te Alkmaar.
Uitspraken:
Pieter P.. Urscm, verduistering, 4 maanden gevan
genisstraf.
Klaas S., Enkhuizen, wederspannigheid, 7 dagen ge
vangenisstraf.
Jan V.. U' -est, wederspannigheid, 7 dagen gevan
genisstraf.
Jan L„ Er. „huizen, wederspannigheid, 7 dagen ge
vangenisstraf.
Apdries N. en Johannes H., Castricum, jachtwet-
overtreding, ieder f 10 boete of 4 dagen hechtenis en
f 6 boete of 4 dagen, ter vervanging van het in be
slag genomen geweer.
Willem Kr., bedelarij, 't Zand, 12 dagen hechtenis.
Pietertje M.. bedelarij:, Wognum, 3 dagen hechtenis.
Dirk van der B.. Hoogwoud, iru.,.i„,.„vling, f 10
boete of 10 dagen hechlenis.
TROELSTRA IX HET ZUIDEN.
Men schrijft uit Heerlen aan Het Volk:
Ik berichtte reeds, dat door een aantal roomsch-
katholieken den vorigen Woensdag op een vergadering
was besloten om geen debatter te zenden naar de ver
gadering van Troelstra. Kapelaan Erens vond het be
ter, dat Troelstrh. voor „zijn eigen mennekes" praat
te. Natuurlijk dlat het advies luidde: „De katholieke
arbeiders mogen die vergadering niet bezoeken".
De Nieuwe Limburger Koerier" die een ajankon-
digjing der vergadering (advertentie) aanvaard had, stortte
daarover in het Zaterdagnummer krokodillentranen uit
en beloofde haar lezers plechtig, zooiets nooit weer
te zullen doen. In een hoofdartikel werden de katho
lieken aangespoord niet ter vergadering te gaan.
Wij leefden in spanning. We dachten allen: wat
zal er terechtkomen van Troelstra's vergadering? Onze
spanning werd verhoogd toen van roomsche zijde het
praatje werd rondgestrooid, dat Troelstra toch niet
kwam en de naam alleen op het manifest stond voor
reclame. Troelstra was inmiddels gearriveerd. In le
vende lijve kon hij zelf aanschouwen hoe, van katho
lieke zijde gewerkt wordt ;tegen het voortdringen der
sociaal-democratie
Versierd met gele banden om den arm, trokken
de roomsche fanatici Zondag Heerlen door met een
„vracht manifesten. Voor de kerken was een aantal
opgeschoten jongens geplaatst, die ieder die uit de
kerk kwam, voorzien moesten van het noodige „te
gengif' tegen de sociaal-democratie. De mannen var»
„Eer en Deugl" brachten huis aan huis een vlug
schrift van de Katholiek Sociale Actie rond, n.1. „Gods
dienst en Sociaal-Democratie".Ten slotte werd er nog
een manifest verspreid aan alle katholieke en christe
lijke arbeiders van Heerlen, waarvan het slot luidt:
„Katholieken, het is 'thans onze plicht eensgezind
te zijn. Niemand^ van welken rang of stand ook, kan
naar de vergadering der S.D.A.P. gaan zonder afbreuk
te doen aan onze solidariteit en ons algemeen pre
test.
Op ieder van ons rust de plicht allen te steunen,
door zijn voorbeeld. Katholieken, toont u eensgezind
en gaat onder geen voorwendsel heden naar de ver
gadering der socialisten".
Dtr. Gortei's „moraal" was natuurlijk niet vergeten
om daarmede de Arbeiders van ons afkeerig te ma
ken.
Zou er na zoo'n actie nog een katholiek arbeider
naar de vergadering komen? Dat was de vraag die
tve ons stelden. Het was inmiddels half vijf gewor
den. Troelstra, schrijver dezes en de voorzitter der
afdeeling Heerlen-Kerkrade van de S. D. A. P. stap
ten. alsof er niets gebeurd was, naar het vergaderlo
kaal. En. waarachtig, ook nog voor liet lokaal had
den onze tegenstanders post gevat met anren vol pam
fletten. Ook wij kregen er nog een, waarvoor wij na
tuurlijk beleefd dankten.
Wat zal het met de vergadering worden? vroeg
ik nog eens a an Troelstra.
Wij zulien zien, antwoordde deze, terwijl hij de
kruk van de deur in handen had om de zaal binnen
te gaan.
Troelstra ging binnen en.... Ja, wie zal het met
de pen beschrijven wat e op dat oogenblik in ons
allen omging.
Een donderend hoera klonk als uit één mond uil
de opeengepakte massa van mens;' n die de zaal tot
in den nok vulden. Aan het gejubel scheen haast geen
einde te komen.
Ziedaar, klerikale heeren, de vruchten van uw werk
Zouden de katholieke arbeiders de vergadering toch
bezoeken? Och, meer dan 300 moesten er terug wordeni
gestuurd, omdat de zaal niet meer menschen kon l>ev-
gen.
42.
Zijn zaak stond slecht, en Wolf begreep dat 't vol
gende oogenblik noodlottig voor hem kon worden.
Daarbij gevoelde hij hoe zijn eigen krachten minder
werden en hij alle macht moest aanwenden om kalm hij een verlof voor mij te krijgen, ik had een paar
te goed gevoelde hoe aller oog op hem was gericht, j
„Nu dan," zoo ging Frans voort, „wil ik de waar
heid bekennen, en ik moet wel pardon vragen dat ik
het waag als ondergeschikte, het woord te voeren in
dit schitterend gezelschap."
Hij zweeg even, terwijl hij beleefd naar enkele kan
ten boog. Niemand zag daarbij het ironische lachje,
dat een oogenblik om zijne lippen speelde. „De jonge
heer graaf heeft de groote goedheid gehad mij te
helpen bij de vestiging van mijn huishouden. In
mijn zeer afhankelijke positie was het voor mij zeer
moeilijk om een vrouw te zoeken. Toen ik nu dv i
zoon van mijn meester in het vertrouwen nam, wist
kunnen nadenken. Hij was nog niet genoeg schurk,
m in hetzelfde oogenblik het hoofd te kunnen bie
den aan de vermaningen van zijn geweten en de aan-
allen van zijn tegenstanders.
Het was alsof zijn blik beneveld werd, en een dui-
eling maakte zich van hem meester.
„Ik kan en mag u niet onvoorwaardelijk gelooven,"
eide de baron van Almenrode na een pauze van eenig
ogenblikken. „Deze man beweert," en hierbij wees
ij op Martin „dat gij de verblijfplaats kent van
e ongelukkige molenaarsdochter Nu goed, dan
unt gij u rechtvaardigen door het meisje zelf, Zeg
■ns waar het meisje te vinden is, en wij zullen het
aar vragen. Blijkt uwe onschuld, waaraan ik niet
ag twijfelen, dan zal ik de eerste zijn, die bereid
s, u eene schitterende genoegdoening te geven
ot zoolang moet ik weigeren, u de hand van mijn
ind toe te vertrouwen."
Wolf kon geen antwoord vinden. De verrassing
an dezen avond was te groot en te onverwacht voor
em losgekomen, dan dat hij zich van alles een hel
er denkbeeld had kunnen vormen. Het werd hem
teeds duisterder voor den geest, hij gevoelde hoe
ijn knieën knikten en hij dreigde ineen te zakken.
Daar, in dit oogenblik, waarin hij reeds alles ver
oren waande, trad in nederige houding de kamerdie-
aar Frans naar voren en den jongen graaf eerbiedig
e hand kussend, zeide hij met van ontroering trii
nde stem:
„Vergiffenis graaf, dat ik den sluier ophef van het
:eheim, dat uwe goedheid tot nu toe mij toestond
bewaren."
Wolf geloofde te droomen, toen hij in dezen geha-
n mensch zoo onverwacht een redder en bondgenoot
[ag. Hij had toch een oogenblik geloofd, dat het op-
eden van den boschboer he werk was geweest vaD
en kamerdienaar.
„Spreek..., spreek!" fluisterde hij en hield de
gen naar den grond geslagen, omdat hij maar ai
samenkomsten gehad met Antje Sturm, en de mole
naarsdochter stemde er in toe, de mijne te worden
en is met mij gevlucht, daar ik er niet op durfde
rekenen, dat wij den zegen harer ouders zouden
krijgen op ons verbond."
„Met jou met jou?" stamelde Martin, terwijl
zelfs zijn lippen krijtwit werden. De aderen op het
voorhoofd zwollen daarna op, en hij balde de harde
vuisten alsof hij van plan was Frans als een do'
hond neer te slaan. Maar in het volgende oogen X
vielen de armen hem slap langs het lichaam.
„Jawel met mij," antwoordde de kamerdienaar zege
vierend lachend, terwijl hij uit zijn borstzak een saam-
gevouwen papier te voorschijn haalde. „Hier is de
trouwacte, den dertienden October te Londen opge
maakt, zoodat ik wettelijk verbonden ben aan Antje
Sturm."
Een gemompel van verbazing en verrassing over
dezen onverhoopten afloop deed zich nu hooren. Maar
het meest verbaasd was Wolf zelf, die nog r' 'd zijn
eigen ooren maar niet durfde gelooven.
Intusschen ging het document van hand tc .and.
Ten slotte kreeg Almenrode het, en ook deze moot,
hoe ongaarne ook de echtheid ervan erkennen.
„Maar mijn hemel, hoe is zooiets mogelijk," riep
Almenrode uit, zijn dochter medelijdend aanziende.
„Het is de waarheid," zeide Frans gestreeld en
zich tot den majoraatsheer wendend, vroeg hij nede
rig: „ik mag toch immers wel blijven rekenen op de
goedheid van mijn heer en gebieder?"
De oude graaf antwoordde niets, want hij snapte
van alles wat er was voorgevallen nog niet veel.
Slechts instinctmatig zeide een voorgevoel hem, dat
het een nieuwe schurkenstreek was, die de kamer
dienaar daar bedreef.
Almenrode bon zijn gevoelens niet meer meester
blijven. Hij sprong eensklaps op Frans los en greep
hem woest bij de schouders. „Kerel, Je liegt alles,
Ik voel het, waar is je vrouw?"
Maar daar veranderde de glimlach van het gelaat
van Frans, in een leelijken grijns. „Vergeef mij, mijn-
heer de baron, ik ben niet jong meer en zulk een
lief vrouwtje als ik nu heb, bewaar ik als een zeld- 1
zame schat... Mijn God, de heeren zullen mij begrij
pen,' wij leven nog in de wittebroodsweken en dan..."
Hi bij trok hij zulk een koddig gezicht, dat en
kelen van het gezelschap in een schaterlach uitbra
ken. Van alle zijden haastte men zich nu den jongen
graaf deelnemend de hand toe te steken en te ver
zekeren, dat men geen oogenblik de lage beschuldi
ging had geloofd.
G, mensch bekommerde zich meer om den jon
gen boer, wien door den kamerdienaar te verstaan
werd gegeven, dat hij vlug de zaal moest verlaten.
Martin kwam maar al te graag dit bevel na, want
alleen op herhaald aandringen van Almenrode bad
hij er in toegestemd aldus op te treden. En nu zijn
optreden zulk een onverhoopt einde had gebracht,
voelde hij zich dubbel ellendig. Dus de jonge graaf,
laf en gemeen als hij was, had hem in het bosch wat
voorgelogen. Antje was niet zijn vrouw, maar die
van den kamerdienaar, die waarachtig wel haar va
der had kunnen zijnen waarheid moest het im
mers toch zijn, want het stond zwart op wit, voor
zien van alle stempels en zegels
Gebroken naar lichaam en ziel liep dé arme Mar
tin naar zijn eenzame woning.
In het slot had men gepoogd de verstoorde feest
vreugde weer wat te herstellen, maar dat was niet
gelukt. De verloving was evenwel geproclameerd ge
worden en Angelika, bleek en strak als een marme
ren beeld, had haar bevende hand moeten leggen in
de rechterhand van den jongen graaf Wolf van Wol-
fensteln, die haar op dat oogenblik met een zegevie
rend lachje had aangekeken.
XXXII.
In de natuur was het overal stil geworden. Alles
sliep zijn winterslaap. Het vroolijke gezang van de
vogels was verstomd en de eentonigheid van den win
ter had zich over de gansche omgeving uitgespreid.
Antje woonde nog altoos in het kleine landhuis,
dat zoo vriendelijk gelegen was aan den oever van
het Comomeer. Maar zij wist eigenlijk nauwelijks dat
zij leefde. Er had een gansche ommekeer met haar
,t„,ts gegrepen, nu had zij het leven in al zijn wreed-
u "erde leeren kennen. Wat zij vroeger voor
waarhol.. 'd gehouden, was haar nu gebleken leu
gen .e ziji..
L-dert zij '»V if, dien zij had liefgehad als een god
heid, in zijn ware gedaante had leeren kennen, was
er in haar binnenste iets gebroken.
Zij had Wolf niet weer willen zien en eindelijk
had een vertrekkend rijtuig haar doen weten dat Wolf
uit de villa was vertrokken.
Toen eerst had zij haar huilplaats verlaten.
Nu al haar geluk verwi. was haar leven ledig
en zonder inhoud, gevoelde zij eerst goed, wat zij
verloren had, nu zij haar ouderlijk huis den rug had
toegekeerd. En wat nu?
Telkens weer stelde de wanhojjige jonge vrouw
zich deze vraag. Wat moest er worden van haar en
van den kleinen jongen, dien zij den haren noemde.
Hier in dit huis, waarin zij de gelukkigste, maar
ook de ellendigste uren van haar leven had doorge
bracht, kon zij niet langer blijven, dat stond voor
haar vast. Maar waarheen zou zij gaan? Zij huiverde
terug voor de gedachte naar het ouderlijk huis terug
te keeren en haar ouders om vergiffenis te sme
ken. Het was voor haar geen geheim gebleven, dat
haar vader haar had gevloekt en zij dus op geen
vriendelijke ontvangst in den molen had te rekenen.
Maar afgezien van de gezindheid harer ouders ten
haren opzichte, zou haar trots toch niet hebben ver
gund, als eene bedelares terug te keeren naar die
plaats, welke zij in jeugdige onbezonnenheid eens had
verlaten, om een gelukkige en hoopvolle toekomst te
gemoet te gaan.
Nu was 't geluk verdwenen en de gelukkige droom
ten eindeontnuchterd bekeek zij de wereldsche
zaken. Doch waarheen zij ook den blik wende van uit
alle hoeken grijnsde haar de bange en angstaanja
gende werkelijkheid aan.
Antje, het onervaren, eenvoudige dorpskind, kon 't
nog maar altoos niet begrijpen, dat zij haar geheele
leven verspild had, aan een onwaardige, en haar nu
prijs gaf aan de ellende! Wel had hij haar geld ge
boden, hij wilde haar toekomst verzorgen, maar het
genadebrood kon zij onmogelijk door de keel krijgen.
Zij wilde aan den verrader niet het kleinste geluk
to danken hebben. Daartoe was zij te trotsch en
bezat zij te veel karakter.
Neen, neen, er moest een andere, een betere uitweg
gevonden worden, maar het bleef tevergeefsch dat de
jonge vrouw zich afmartelde en dag aan dag peinsde
over een middel, om in haar eigen levensonderhoud
te voorzien; nu zij h t hart had verloren, aan het
welk zij zich vol vertrouwen had vastgeklemd, nu
gevoelde zij op eens, hoe machteloos en verlaten zij
tegenover de wereld stond.
De uren van smart en vertwijfeling hadden Antje
nog meer gelouterd ec erijpt, dan de weken van ge
luk en weelde het hac ^en kunnen doen.
Wordt vervolgd,
ie» SM. i S.L L l «I