Toch onschuldig.
Woensdag *2 Februari 11)10.
54ste Jaargang. No. 405!.
SCHAGEN, Laan B4.
Binnenlandscli Nieuws.
Van liet Haagsche Binnenhof.
Eerste Kamer.
CHAC
lliiiiti Niesws-
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Woensdag-,
Donderdag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens"'3
ure worden ADYERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
ItaMiis- LullniUil
Interc. Telephoon No. 20.
Uitgevers TSAPRBAH Co.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADYERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25: iedere regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Cent.
Dit nummer bestaat uit een blad.
Bekendmakingen!
O E M E E Al T ti SCüAUESi.
o
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen.
brengen ter algemeen© kennis, dat de, ingevolge art.
1/7 van het Koninklijk Besluit van 16 December 1902
(Staatsblad no. 222). opgemaakte alphabetische lijst, be
vattende de namen der in deze Gemeente metterwoon
gevestigde eigenaars of beheerders van één of meer
ter vordering aan te bieden paarden, gedurende de
maand Februari, voor een ieder op de Secretarie dezer
gemeente ter inzage is nedergelegd.
Schagen, den 1 Februari 1910.
}- Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. BUIS Jz., l.B.
De Secretaris.
ROGGEVEEN.
EEN LASTIG GEVAL.
Meester: Wat voeren jelui daar uit op de vijfde
bank? Een touw! Hier met dat touwt
Zoo geschiedde het en meester stopte het touw in
zijn zak.
Allo Jap, klonk het uit meesters mond tegen den
knaap, die met louw gespeeld had. Kom eens hier.
voor de klasse en breng je boek mee.
Ja'n kwam er niet uit. Twee groote tranen biggelden
over zijn wangen, maar hij zei niets.
Waar blijf je! herhaalde meester.
Ik kan niet meester, snikte Jan, ik kan me boek
niet vasthouden als ik me handen in me zakken heb
en ik kan me handen niet uit me zakken halen, om
dat ik het touw niet meer heb, waarmee me broek
is vastgebonden.
DIEFSTAL.
/iondagavond tusschen 6 en 8 uur is er een bru-
tajLe diefstal gepleegd in de woning van den heer B.
HeLLo. Matthijs-Balenstraat 9 te Dordrecht. Terwijl
genoemde heer met zijn vrouw ter kerk was, heeft
een ongenood bezoeker zich blijkbaar met een val-
schen sleutel toegang verschaft tot zijn woning en
uit een nachtkastje in de huiskamer den sleutel der
brandkast genomen, deze geopend en zich den in
houd toegeëigend. van een blikken trommel, bestaan
de in een waarde van ongeveer f 17,000 aan effec
ten. benevens een aantal andere geldswaardige pa
pieren. De ledige trommel werd in de kast achter
gelaten. Voorts werd uit een kast ia de voorkamer,
waar de sleutel op stak, oen bedrag van circa f 60
aan zilvergeld, benevens een aantal gouden en zil
veren sieraden meegenomen. Sporen van braak zijn
niet gevonden, zoodat de dief wel goed ter plaatse
bekend moet zijn geweest. Vermoedelijk voor het ge
val hij mocht worden overvallen, had hij de deur der
serre geopend om langs dien weg te kunnen ont
vluchten.
Eerst gisteren tegen den middag werd de diefstal
ontdekt, doordien de vrouw "des huizes de brand
kast. welke in een kast ,in de gang geplaatst was,
vond openstaan. De politie Ls toen dadelijk van het
geval in kennis gesteld en hoeft een onderzoek in
gesteld. D. Ct.
1)E ZEEDIJK TE WESTKAPELLE.
Er wordt voortgegaan met het storten van zak
ken met zand in de door de oeverafschuiving ontstane
gaten in den dijk. Het zand kan worden aangevoerd
uit de vlakbij gelegen duinen, want zooals bekend,
wordt Walcheren tegen de golven van de Noordzee
met uitzondering van den Westkapelschen dijk, door
de duinen beschermd.
Gelukkig was de zee Maandag nog al kalm, waar
door de verzakking niet veel grooter is geworden.
Men kan evenwel alleen bij laag water werken, daar
de verzakking kort na eb weer door het water wordt
overstroomd.
Nader meldt men uit Westkapelle:
Met het herstel der oeverafschuiving wordt gere
geld doorgegaan. Maandag alleen werden ongeveer
1700 zakken zand in het gat geworpen, in het geheel
een kleine tienduizend; ook wordt thans rijsbeslag
aangebracht. Het veel kalmere weer maakt het werk
gemakkelijker en deed het gevaar voor verder onheil
veel verminderen. Ook op enkele andere punten van
den dijk ontstonden gaten van mindere beteekenis.
Thans hebben alle dijkers, ongeveer 240 man, volop
werk aan het herstel van al de schade.
Zuidscharwoude.
Een bekend speler uit Alkmaar gaf gisteravond een
simultaan-séance te Zuidscharwoude voor de leden
van de damclubs aan den Langedijk. Er waren 34
deelnemers. De uitslag was, dat de simultaan-speler
20 partijen won, 11 verloor en 3 remise. De winners
waren de volgende heeren: C. Rutsen, A. Zuidschar
woude, P. van Veen, P. de Geus Sr., A. v. Nienes,
J. de Geus, P. Beers, J. Blokker, J. van Twisker, C.
Wagenaar en T. Kostelijk Tz.
Zuidscharwoude.
A.s. Vrijdag zal te Zuidscharwoude voor het comité
tegen de drijverij der R.-K. geestelijkheid optreden
de heer Van Woerden. Was het bij de lezing van
den heer Van den Brink vol, thans verwacht men
nog meer menschen. Wij vernamen ten minste, dat er
ernstige propaganda wordt gemaakt om de vergade
ring een indrukwekkende te doen worden.
't Zand.
De oudste inwoonster van 't Zand, mej. Wed. Boe
kei geb. Kooijman, herdenkt heden 2 Februari haar
99sten geboortedag. Het oudje mag zich nog steeds
in een goede gezondheid verheugen en kan met het
oog op haren hoogen leeftijd hijzonder kras genoemd
worden.
TWEE MAN OVER BOORD.
Gisterochtend is de Ned. Sleepboot „Oostzee" te Hoek
van Holland binnengekomen met het lijk aan boord
van Johannes Hak uit Rotterdam. De sleepboot vertrok
de vorige week van Huil naar Cuxhaven met een bag
germolen op sleeptouw. Gedurende den hevigen storm
is dje baggermolen omgeslagen met het gevolg dat de
twee opvarenden overboord sloegen. Een hunner ver
dween onmiddellijk in de diepte, terwijl Johannes Hak
na veel moeite kon gered worden, doch door koude
en ontbering overleed hij kort daarop.
SCHURKENSTREEK VAN 'N GEDETINEERDE.
Men meldt uit Utrecht:
Hoewel de veldwachter Tennenten gisternacht een
zeer pijnlijken nacht beeft d'oorgebracht, zal hij geluk
kig, dank zij de spoedige geneeskundige behandeling
van dr. Verweys zijn gezichtsvermogen niet behoeven
te verliezen. i
Gistermorgen kon hij weer gedeeltelijk zijn dienst
waarnemen.
De poeder bestond hoofdzakelijk uit een oplossing
van kopervitriool.
I HOE DE WERKLOOSHEID BEVORDERD WORDT.
Men schrijft uit Haarlem aan Het Volk:
Zaterdag ging de licihting 1909 naar huls. De onte
vredenheid onder de verlofgangers is vrij groot. Een
slechte tijd voor velen, om werk te krijgen, vooral
ook, ohidat zij weer dit jaar voor 26 dagen worden
opgeroepen. Hun eerste herhalingsoefening zou vallen
m 1911. maar met het oog op-de manoeuvres worden
zij dit jaar reeds opgeroepen. Nog erger wordt het
voor hen van de lichting 1909, die met Juni naar
huis gaan. Zes weken kunnen rij dan thuis blijven.
om daarna weer voor 26 dagen onder de wapeneni
te worden geroepen. Is de gewone diensttijd al erg 1
genoeg, op deze manier kan men door den dienst
blijven sukkelen om weer jverk te krijgen.
.MET DE STILLE TROM.
te Heeren veen ging een winkeljuffrouw met ver-
lol van haar patroon voor twee dagen, op reis, om, j
voigenis haar zeggen, dc bruiloft harer zuster te Sneek
bij te wouen. Da bediende van den winkelier bracht
haar naar het spoor en droeg iden koffer, die ongewoon
zwaar was. Zij kwam piet op den bepaalden tijd te
rug cn na onderzoek is nu gebleken, dat er van een
bruiloft harer zuster geen sprake was. Zij moet nu
met een vroegeren patroon, die te L. woonde, ge
huwd is en kinderen heeft, in stilte naar Amerika
vertrokken rijn.
HULPVAARDIGE MUSSCHEN.
Hij heeft een schuurtje gedekt met asphalt en pan
nen, waar een gebeeie troep musschen geregeld rede-
ren avond schuuplaats voor den nacht zoekt. Nu was
dezer dagen de voorgelegen goot volgesneeuwd en de
vogels waren opgesloten en met in staat zich uit deze
gevangenis te bevrijden. Ofschoon de man nu volstrekt
geen vriend der musschen is, kreeg hij medelijden,
veegde de sneeuw weg en de vogels hadden hunne
vrijheid terug.
Den volgenden nacht echter werden de dieren op
nieuw djoor de sneeuw ingesloten en een geweldig ge-
sclueeuw kondigde den volgenden morgen aan, dat
de vogels gaarne hunne vrijheid terug nadden. De
man kon d(e beestjes niet dadelijk helpen wegens
drukke bezigheden. En wat gebeurde nu? Op het
voortdurend geschreeuw der opgesloten musschen
kwamen andere musschen af en in een zeer korten
tijd gingen deze niet pootjes, vleugeltjes en bekjes
hare natuurgenooten bevrijden door gaten in de 1
sneeuw te maken, waardoor de opgesloteaien konden
ontsnappen.
ANNA PAULOWNA.
De liefdadigheidsuitvoering, onlangs door „Zanglust"
in „Veerhurg" gegeven, heett „netto opgebracht de som
van f 46,55, welke som gestort is in de kas van Lief-
dadigheid naar Vermogen.
ANNA PAULOWNA.
Naar wij uit goede bron vernemen, zal de gymnas»
stiek-vereeniging T.O.K.I.D.O. met dames-afdeeling „Kee
nat' Hasselaar" op Zondag 210 Februari eene uitvoe
ring geven in „Veerburg". Voor afwisseling zal dien
avond worden gezorgd.
Anna I'aulowua.
Aan het postkantoor en de daaronder ressorteerendel
hulppostkantoren werd gedurende de maand Januari
1910 ingelegd f 4171,14 en terugbetaald f 5236,72y2.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje draagt
het nummer 981.
POLITIK-NIEUWS.
Op 1 Februari 1910 is gevonden aan de Van
Evvijcksvaart te Anna Paulowna een horlogeketting. In
lichtingen zijn verkrijgbaar ter Secretarie van Anna
Paulowna.
Anna Paulowna, 1 Februari 1910.
De Burgemeester voornoemd,
C. .WIJDENES SPAANS Jr.
OUDE NIEDORP.
Voor de loting der Nationale Militie, lichting 1911,
hebben rich alhier 13 jongelieden aangemeld.
Nieuwe Niedorp.
In de gehouden eden vergadering op Zondag, is hij
de Doopsgezinde gemeente te Oude- ent Nieuwe Niedonpt
lot Diaken benoemd, in de plaats van den heer 'A.
Heijistnian, de heer C. Bunt, en .ot leden der Com
missie lat nazien d jr rekening de heeren J. Teer, K.
de Jong en J. BiPeeker. de twee laatste te Winkel.
WINKEL.
In de algemeene vergadering van de Vrijwillige
Brandweer werden de aftredende bestuursleden de hee-
ren L. Koelman, kommandant, W. Zwaan, officier 2e
kwartier groote spuit, II. Dekker, officier 3e kwartier
groote spuit en P. Honingh, officier 2e kwartier, kleina
spuit, allen herkozen.
De rekening en verantwoording van den penning
meester, den heer II. Dekker, nagezien door de hee
ren K. Meurs, K. Bakker en K. Zeilemaker Jr., werd
in orde bevonden. De ontvangsten bedroegen f 111.861/2,
de uitgaven f 81.771/2, zoodat het zuiver saldo thans
beloopt f 60.09.
Feuilleton.
1 Februari.
De algemeene beraadslaging over de Staatsbegroo-
ting voor 1910, althans wat de „eerste instantie"
vóórdat de ministers aan 't woord komen, betreft,
heeft onze Senaat afgedaan in eene zitting, dewelke
begon te c.c. halftwaalf; waarin ongeveer drie kwar
tier werd gepauseerd, en die eindigde te ruim vier
ure. Dat is andere kost dan de parlementaire; dan
het langdradig menu, hetwelk de jongere, woeliger
zuster van de overzijde des Binnenhofs bij zoo'n ge
legenheid gewoon is op te disschen
Allergemoedelijkste zitting, waarbij geen wolkje van
beteekenis den senatorialen hemel verduisterde. De
„tweede instantie" kan nog verrassinkjes brengen
't is meer aanschouwd, zoo-iets! doch 't lijkt er
voorshands niet naar
Oud-burgervader Van Leeuwen was present, zag
er afgemat uit; man, van wien men 't denken kan
dat het „pak van zorgen", zoolang door hem getorst,
te zwaar werd... De energieke kop van forsche lij
nen heeft een matte, lijdende tint gekregen, die de
zeereis naar en van de Nieuwe Wereld niet heeft
kunnen opfrisschen.
De beer Roëll, de zilvergrijze .Benjamin" van den
Senaat, voelde zich natuurlijk ganschelijk-thuis in
het oude „milieu". Zat er of sinds zijn jongste ver
blijf in senatoriale atmospheer niet zware campagne
jaren liggenInderdaad, deze wakkere en nog-
jeugdige grijsaard ziet er niet uit als iemand, wiens
politieke carrière voor-goed is afgesloten!.
Ware de middag-discussie er niet geweest, de alge
meene beraadslaging over bet budget-1910 zou dit
maal bet summum van onbeduidendheid hebben be
reikt in de Eerste Kamer...!
Dat de lieer Hovy zich verheugt over het zitten
zijner geestverwanten achter de groene tafel; dat in
zijn hart onstuimige liefde voor de bijzondere school
en angstige vreeze voor de gevaren der openbare, -
met haar „neutraliteit" van verdacht gehalte en voor
zijn reukorgaan zeer-vunzige luchtje, is: wist men
't nog niet? En zelfs was er slechts geringe scherp
zinnigheid voor noodig om te kunnen gissen, dat de
neer Hovy aan den sacramenteelen eed vasthoudt;
hoogstens vereenvoudiging van de formule wil toe
staan. Wij hebben den heer Hovy jonger, frisscher
meer-belangwekkend gekend dan "hij nu nog is
Zulke dingen te constateeren stemt weemoedig, doch
de .seniele aftakeling', waarvan 's heeren Hovy's groo-
te vriend en geestverwant eens gewaagde, spaart nu
eenmaal niemand!
De ochtendzitting bracht nog een speech van den
heer Waller. Ik zou alvorens de „Handelingen"
voor mij te hebben niet gaarne tot eene ontle
ding van die rede overgaan, en ik vermoed dat er
meerderen in mijn geval verkeeren. Zooveel was te
hegrijpen, dat de heer Waller, ten aanzien van den
toestand onzer financiën, tamelijk optimistisch ge-
Roman wtsn Hoefeer*.
47.
Na de hartstochtelijke ontboezeming van Martin
steeg er een dof gemompel uit het schitterende ge
zelschap op. Slechts hij wien deze woorden golden,
bleef zwijgen... Wolf stond met het hoofd diep op
de borst gezonken voor zich uit te staren.
Daar hoorde men wederom het klokgelui. Maar nu
maakte het een plechtigen indruk op hem en deed
zijn gemoed weldadig aan. „Antje... mijn vrouw!"
stamelde hij na een lang pijnlijk zwijgen. „Om Gods
wil, mensch spreek!" en het schitterend gezelschap
om zich geheel vergetend, greep hij Martin bij den
arm en vroeg op dringenden toon; ,Jij hebt haar
gevonden in het woud, verstijfd en zonder bewust
zijn, met haar kind? Antje?"
„Ja," antwoordde Martin geroerd door deze plot
selinge verandering bij Wolf. „De dokter heb ik ge
haald en deze heeft gezegd, dat het met haar spoe
dig gedaan zou zijn. Zij heeft nog maar enkele uren
te leven en zij roept om u. Zij kan niet sterven voor
zij u heeft gezien... Ga toch mee."
Het was Wolf te moede, alsof de vreeselijke last,
die op zijn borst had gedrukt, eensklaps daarvan
was afgewenteld. Ja, nu wist hij eensklaps wat hem
te doen stond. Dat was een openbaring Gods, die
hem het laatste oogenblik nog was geworden. Hoe
vreeselijk kwam hem eensklaps zijn streven voor, hoe
erbarmelijk vond hij het nu, dat hij terwille van
het aardsche geluk, het wel en wee van anderen,
het hart had kunnen verraden van haar, die hem
met zulk een kinderlijk vertrouwende liefde had toe
behoord. „Antje Antje!" klonk het hartstochtelijk
▼an zijn lippen, terwijl hij in wanhopig snikken
uitbarstte. Wat een weldaad, dat hij kon weenen.
En zich tot de omstanders wendend, riep hij uit:
••Ja, gij moogt het weten, het zal eindelijk licht wor
den na den langen nacht, hoort het allen, die rond
om mij staat geschaard en mij aanstaart alsof ik een
krankzinnige ben. Ja, Antje Sturm is mijn vrouw!
Martin, breng mij bij haar."
Het gezelschap was diep geschokt en ontroerd.
„Zijn vrouw!" mompelde men rondom.
..Zijn vrouw!" fluisterde ook Clotilde van Wolfen
stein, terwijl zij met wijd opengesperde oogen haar
zoon aankeek. „Barmhartige hemel, Wolf, wat hebt
ge willen doen?" riep zij uit, terwijl zij op haar
zoon toesnelde en zijn beide handen greep. In dit
oogenblik vereenigden zich de harten van moeder
en zoon.
„Moeder moeder," fluisterde Wolf, „ik was een
ellendeling, maar dat is nu voorbij. „Ik heb eene
vrouw en ik heb haar kunnen verraden, haar op
geofferd voor een valsch schijnsel."
Martin, die eigenlijk nauwelijks wist wat er zoo
al voorviel, trok Wolf aan den arm. „Kom toch, er
is geen tijd te verliezen."
„Ja, ik ga mee," zeide Wolf. De gravin legde beide
haar handen op zijn hoofd en fluisterde: „Ga tot i
haar mijn zoon."
Toen werd het haar te machtig en als levenloos
viel zij in de armen van Frans den kamerdienaar.
Zij herstelde zich evenwel weer spoedig van haar
groote ontroering. En toen zij haar oogen opsloeg
huiverde zij toen zij de oogen van den kamerdienaar
vol begeerte op haar gericht zag.
„Onbeschaamde," stamelde zij en richtte zich op. 1
Met een ootmoedige buiging maar met de valsche
oogen strak op haar gericht, stond Frans voor haar.
„Wil mevrouw de gravin mij terstond een onder-
houd toestaan, een ongestoord, geheim onderhoud?"
zeide hij op zacht fluisterenden toon, zoodat geen
ander hem kon verstaan. „Geen tegenspraak voegde
hij er dreigend aan toe, toen een onverholen af- j
schuw zich op haar gelaat afteekende. „Want wat j
ik u in dit uur heb te openbaren, betreft uw eigen j
levensgeluk, het betreft het wel en wee van al de
uwen. Vergeet niet mevrouw, dat ik al jaren lang
de ware meester op het slot Wolfenstein ben ge
weest, en dat ik nu bereid ben u alles te openba
ren. Zult u mij volgen of niet?'"
„Volg mij," antwoordde de gravin hevig ontsteld
en begaf zich naar de kamer, die haar op het slot
Almenrode tot verblijf was aangewezen. Op den voet
volgde haar Frans, op wiens gelaat zich een blijde
triomf afteekende.
„Wacht maar, mijn trotsche graaf," fluisterde hij
in zich zeiven. „Je hebt gemeend in het laatste
oogenblik mij een streep door de rekening te halen
bid en kniel maar bij bet sterfbed van je teerge
liefde ik zal intusschen geen tijd verliezen en
mijn macht doen gelden, en jij, trotsche gravin,
je zult mij toebehooren, nog voor de dag ten einde
is." In hetzelfde oogenblik had hij het vertrek der
gravin bereikt.
HOOFDSTUK XXXVII.
In het midden der kamer was de gravin blijven
staan en keerde zich daar met een trotsche bewe
ging naar hem toe. „Wat heeft u mij mede te dee-
len?" vroeg zij met zooveel afwijzende bitsheid in
haar stem, dat een minder driest persoon dan de ka
merdienaar, zekerlijk den moed verloren zou hebben,
verder met haar te onderhandelen. Frans evenwel
stelde zich ermede tevreden oogenschijnlijk ootmoe
dig voor haar te buigen, om dan zijn stekenden blik
te richten op bet doodsbleeke gelaat der vrouw.
„U zult wel zoo goed zijn mij eenige oogenblik-
ken aan te hooren," zoo begon Frans op de hem
eigen zachten toon. „Het was daar zoo straks een
heel onverkwikkelijk tooneel, dat zich voor onze oogeu
afspeelde."
Hoogmoedig haalde de gravin de schouders op.
„In elk geval heb jij niet te oordeelen over die
dingen, die alleen je meester aangaan," antwoordde
zij uit de hoogte. „Het past den dienaar niet, zich
ongevraagd te bemoeien met zaken, die geheel bui
ten zijn gebied liggen, bedenk dat wel." Frans boog
spottend.
„Ik ben u zeer dankbaar voor het zooeven mij
gegeyen lesje," meende hij, „Wanneer ik desniette
min de vrijheid neem, over aangelegenheden, die een
dienaar eigenlijk niets aangaan, te spreken, dan ver
zoek ik u, mij wel te willen verontschuldigen." De
gravin antwoordde niet, maar keek hem koel en
trotsch aan. Frans stoorde zich daar niemendal aan,
en eenige stappen op de gravin toetredend, begot)
hij op vertrouwelijk fluisterenden toon, die meer nog
dan al het andere de gravin beleedigde: „ik had uw
oudsten zoon niet zooveel dwaasheid toegedacht, zich
bloot te geven op een manier, die alle herstel van
eer geheel buitensluit. Wanneer ik bedenk, hoeveel
moeite en overleg het mij heeft gekost uw zoon te
overreden met juffrouw Angelika te trouwen, en
nu de vruchten van al mijn werk verloren zie gaan,
dan
„Ah, zoo, zoo, dus dat was weer jouw werk, dat
ongelukkige huwelijksplan," viel gravin Clotilde hem
op verachtelijken toon in de rede.
„Jawel, uw dienaar. Ik heb mij veroorloofd een
weinig de voorzienige te spelen en mijnheer uw zoon,
die mij overigens nogal wat verplicht is, er toe te
bewegen het overigens zeer gewenschte huwelijk met
Angelika van Almenrode te
„Onbeschaamde," viel gravin Clotilde uit, wier
trotsch gemoed, de bemoeizucht van den kamerdie
naar niet kon dulden. „Vertrek dadelijk, ik begin
er reeds berouw van te krijgen, dat ik je dit onder
houd heb toegestaan
„Zeg mevrouw, nu moet u niet op zulk een thea-
traleu toon spreken, dat maakt op mij toch niet den
minsten indruk," viel Frans haar brutaal in de rede,
terwijl hij zich uit zijn nederige houding oprichtte
eu de doodsbleek achteruit deinzende vrouw aan
staarde met een driestheid, die hem van nature eigen
was. „U gelieve niet te vergeten, wat ik mij zooeven
reeds veroorloofde op te merken, waarvoor ik eigen
lijk het hooge geluk, een onderhoud met u waardig
gekeurd te worden, heb verworven. Vergeet niet dat
al de jaren, dat ik op bet slot Wolfenstein in naam
de nederige en onderdanige betrekking van Frans
den kamerdienaar heb vervuld, ik het in werkelijk
heid alles naar mijn zin regeerde en de gebiedende
meester ben geweest."
Daarbij rekte hij zich zoo lang mogelijk uit en de
blik zijner stekende kleine oogen was in waarheid
onuitstaanbaar, en het rood schoot de gravin naar
de wangen en zonder dat zij wist wat zij deed hief
zij afwerend de hand op, als van plan hem een
klap te geven.
Sissend van woedt deed Frans een paar stappen
terug.
„Ga niet te ver, mevrouw," zeide hij op dreigen
den toon. „Het zou u kunnen berouwen wanneer u
zich tot zoo iets had laten vervoeren. Luister be
daard naar hetgeen ik u heb te zeggen. Zooals ik u
reeds heb gezegd ben ik al die jaren hier heer en
/tneester op het kasteel geweest. En nu ik dat niet
meer geheim behoef te houden tegenover dat onbe
dachtzame jongmensch, dat zich uw zoon noemt,
spreek ik ook vrij uit, zooals ik dat al reeds lang
zou hebben gedaan, wanneer ik niet dien jammerlijk
zwakken bloed u begrijpt wel reeds, dat ik over
uw man spreek had gemeend uit medelijden te
moeten ontzien." Clotilde geloofde haar ooren niet
te kunnen gelooven. Zij had dezen man met zijn aal
glad gezicht tot alles in staat geacht, maar zij had
toch niet kunnen vermoeden, dat hij zoo alle eer
bied voor haar en hare familie uit het oog zou heb
ben verloren en zoo zou durven spreken over haar
man en haar zoon.
„Ga heen,'" beval de gravin, doch een spottend be-
leedigenden lach was het antwoord.
„Verlaat zelf de kamer, wanneer ge het niet meer
oorbaar acht hier te blijven en met mij te onderhan
delen," was het antwoord. „De weg naar de deur
is vrij, maar," voegde hij er aan toe, toen de gravin,
werkelijk een stap in deze richting deed, „weet dat
wanneer de deur tusschen ons beiden is dichtgevallen,
uw noodlot bezegeld is, en onveranderlijk beslist."
Tegen haar wil bleef de gravin als .aan den grond
genageld staan en staarde met doffen blik dien
vreemden man aan. Wat had die vreeselijke man dan
toch, dat zij nog voor hem moest sidderen?
Wordt vervolgd.