Nieuwe Abonnes Kaarten of -Circulaires. DnËerij TRAPMAN fl Co., Stip. Een praehiifc kenze m hei mmk H e 1 e n e. D e Wognummers zingen begin April te Schagen. Woeusdag Maart 11)10. 54ste Jaargang. No. 4075. ontvangen tot 1 APRIL de Courant GRATIS. Binnenlandsch Nieuws. Meite druk. Spoedige levering. AlfGMED Nieiws- Mmtcmit- LasiisiilliS, •~*ane7SEJ&9. fDit nummer bestaat uit een blad. GEMEENTERAAD VAN WIERINGER WAARD. Vergadering van den Raad der gemeente Wieringer- vraard, gehouden op Dinsdag 15 Maart 1910 's nam. 2 uur. Afwezig Burgemeester Koster. Voorzitter de wethouder de heer Zijp, die de verga dering opent, onder mededeeling van de plotselinge ongesteldheid van den Burgemeester, waardoor hij weinig gelegenheid heeft gehad de stukken vooraf in te zien, wat hij den heeren raadsleden verzocht, !wel in aanmerking te willen nemen. De notulen worden hierna gelezen en goedgekeurd. I Voorzitter deelt naar aanleiding der notulen mede: 'dat de daarin opgenomen benoemingen alle door de betrokkene heeren zijn aangenomen. Ingekomen: een missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken door bemiddeling van Ged. Staten, betreffende de schoolgeldheffing voor in de I Zijpe schoolgaande kinderen. In die missive wordt in overweging gegeven enkele wijzigingen in 't heffings- j besluit aan te brengen en waar daarin van min- en onvermogenden wordt gesproken, alleen minvermo genden te zetten en onvermogenden er uit te laten. Overigens kan Z.Exc. de Minister van Binnenland sche Zaken zich, na toelichting van B. en W. over de schoolgeldheffing te hebben ontvangen, waarbij deze de hier bestaande toestanden uiteenzetten, zeer goed met het heffingsbesluit vereenigen. Voorzitter zegt, dat, bij 't schrappen van de aan gehaalde onvermogenden, het gemeentebestuur ten volle vrij blijft in zijne handelingen ten opzichte van de onvermogenden. De Raad vindt algemeen goed, de voorgestelde wij zigingen over te nemen, waarna de heffingsverorde- ing wordt vastgesteld. 1 Mei as., zal ze in werking treèen. Voorzitter zegt, dat bij B. en W. 't idee van in voering van onderwijs in vrije- en orde-oefeningen (vak j) wordt overwogen. In de gemeente Anna Pau- I lowna is men in hooger beroep gegaan over invoering van vak j, maar afwijzend is daarop beschikt. B. en W. stellen voor, voorloopig de vrije- en orde oefeningen op het schoolplein te laten plaatsvinden, waar we nu het goede seizoen tegemoetgaan. Na der kan worden overwogen, of men tot oprichting van een gebouw of bijv. bestrating van het school plein zal overgaan. Maar verondersteld wordt, dat het beter is, voor loopig den loop dezer zaak na te gaan. Ze is voorloopig in onderzoek bij B. en W., maar spoedig zullen de heeren raadsleden er meer van van vernemen en kan een voorstel van 't Dagelijksch Bestuur worden verwacht. Allen kunnen zich met het voorstel van B. en W., om voorloopig op 't schoolplein de oefeningen in vak j te houden, vereenigen. Volgt verslag over 't onderwijs in 1909. De school telde 31 Januari 61 jongens en 70 meisjes, totaal 131 leerlingen. Het herhalingsonderwijs werd door 9 jongens en i meisjes bezocht. School en woning en leermiddelen verkeerden in goeden toestand. Onder dank goedgekeurd en voor kennisgeving aan genomen. Volgt verslag commissie wering schoolverzuim. Bij de uitvoering van de werkzaamheden der school commissie deden zich geen moeilijkheden voor. Voor kennisgeving aangenomen. Benoeming stembureau voor 't jaar 1910, noodig door de verkiezing voor de Prov. Staten. Bij eerste stemming worden de heeren Kooij en Kaan benoemd en als derde lid de heer Waiboer. Allen nemen hunne benoeming aan. Volgt bespreking toestand begraafplaats. Voorzitter zegt, met B. en W. daarover te hebben gesproken en wil een voorstel daarover toelichten, zeggende: In overleg met B. en W. breng ik 't vol gende voorstel onder uwe aandacht. De oude begraafplaats raakt hoe langer hoe meer in vervallen toestand, wat door velen en ook door B. en W. wordt betreurd. Langzamerhand richt zich het oog onzer ingezete- nen in hunne herinnering aan betreurde afgestorve nen steeds meer naar de nieuwe begraafplaats, maar toch zal ook de oude begraafplaats nog wel bij velen in eerbiedige gedachte zijn gebleven. Om nu, zonder iemand te willen krenken in den eerbied die wij allen aan de laatste rustplaats van ouders, voor ouders of verwanten zijn verschuldigd, meenen B. en W. u toch het volgende voorstel te mogen doen. Ter bevordering van eene vrijwillige en geleide lijke verplaatsing der aldaar bestaande graven en ge- denksteenen, geeft het Bestuur der gemeente de ge legenheid, deze graven en zerken te verplaatsen naar en langs de Zuid- en Oostzijde der kerk. Door het aanleggen van eene fundeering aldaar zou den graven en zerken in goede orde en regelmaat een blijvende plaats zijn aangewezen, waardoor mis schien eene vrijwillige geleidelijke verplaatsing van de bestaande oude graven werd bevorderd en tevens de mogelijkheid ontstond, om in den vervallen toe stand van de oude begraafplaats verbetering te kun- neD brengen. Mocht de raad met dit voorstel mede kunnen gaan, dan verzoeken B. en W. het benoodigd crediet om aan deze plannen begin van uitvoering te kunnen geven. Voorzitter licht toe, dat bij onderzoek, door B. en W. ingesteld ook kennis is genomen van den inhoud van een brief van 't Polderbestuur van November 1880, waarbij dit bestuur als eigenaar van de be graafplaats verklaart, af te zullen zien van het recht om dezen grond terug te nemen, mits na sluiting der begraafplaats deze de eerstvolgende 50 jaren onaangeroerd blijve. Voorzitter acht datgene wat er in 't voorstel van B. en W. wordt bedoeld niet vallende onder 't be grip: aanroeren. Het is heelemaal niet 't doel om eene andere be stemming te geven aan de oude begraafplaats; geens- I zins. Er wordt slechts beoogd, deze op te knappen en door beplanting een beter aanzien te geven. Wat met het oog op de weldra daarlangs komende tram zeker aanbeveling verdient. De overbrenging van graven en zerken is geheel vrijwillig; niemand wordt verplicht. De heer Groneman kan zich met 't denkbeeld om i de oude begraafplaats op te knappen en in een bete- ren toestand te brengen heel goed vereenigen, maar wil toch het nu voorgestelde thans voorloopig voor kennisgeving aannemen, teneinde het terrein eerst eens door de raadsleden in oogenschouw te laten nemen en inlichtingen ter secretarie in te winnen om later eene beslissing te nemen. Dit wordt goedgevonden. Nog wordt besloten, bij den heer Visser te infor- meeren of in diens administratie is te vinden, op welke namen de graven zijn toegestaan; of er eeu wigdurend recht is of hoe dan ook. Voorzitter doet mededeeling, dat is ingekomen het verslag der te Schagen gezetelde gezondheidscom missie. De raadsleden hebben dit verslag ook van die commissie ontvangen. Voor kennisgeving aangenomen. Rondvraag levert niets op. Sluiting der openbare vergadering volgt, waarna de raad in comité-generaal gaat ter behandeling van het kohier voor den Hoof- delijken Omslag. Rieringen. Naar men ons mededeelt, zijn op de Maandag ten huize van den heer C. C. Koorn gehouden vergade ring van „Floralia". tot secretaris gekozen de heer C. M. Koorn en tot penningmeester de heer Joh. Baijs, T>e vergadering werd geleid door den voorzitter den heer Ds. H. Bax. DAMMEN. Zondag 1.1. gaf de heer G. Tuin een simultaan-seance voor de jongste leden der Zijper-damclub. De heer Tuin won er 4 verloor er 2, en wel aan de heeren .T. Beek 't Zand en K. Yeuger te Koegras en maakte 3 remise met de heeren P. de Wit Wz., te Callants- oog, J. Slijkerman te 't Zand en D. Schilder, Stolpen. EEN BELANGRIJKE VINDING. De Bredasche correspondent van de N. Rott. Ct. schrijft Door den heer J. H. Heijntjes, schoenmaker van 3e companie wielrijders te Breda, is een belang de 3e companie wielrijders rijke vinding igedaan. ren belang- Het betreft een nieuw soort schoen, of eigenlijk een nieuw soort schoenzool. Het nieuwe bestaat daarin, dat de zool niet meer uit één stuk wordt gemaakt, maar thans bestaat uit drie smalle reepjes dik leer, waar de eigenlijke zool onder wordt geschoven en met een drietal schroefjes wordt vastgehouden. De drie reepjes, één neusstukje en twee zijstukjes, hebben weinig te lijden en de eigenlijke zool, dat gedeelte, hetwelk het meest aan slijtage on derhevig is, kan telkens gemakkelijk worden ver nieuwd. Bovendien heeft deze „bezuinigingsschoen" een lederen, draaibare hak, waardoor ook van dat ge deelte de slijtage belangrijk wordt verminderd. Bij het leger zijn reeds proeven met dezen „bezuini gingsschoen" genomen, verleden jaar te Vlissingen en te Middelburg met 10 paren, welke proef zoo goed heeft voldaan, dat zij thans met 100 paren zal worden voortgezet. Deze schoenen zijn bestemd om in beproe ving te worden gegeven aan miliciens van de lichting 1910, die bij de najaarsploeg zullen worden ingedeeld. ONDERTROUW- IN HET MOERAS. De Haagsche briefschrijver van „De Tijd" meldt: „Ik heb gehoord, dat de Kamer voornemens is een lange Paaschvacantie te nemen. Vóór eind April zou zij zeker niet bijeenkomen. Mogelijk wordt het begin Mei. Het zou daarbij nu al vast staan, dat zij niet veel later dan half Juni met groote vacantie gaat. Het schijnt, dat geen enkel wetsontwerp van beteekenis voor dadelijke behandeling gereed is, dan alleen de wijzi ging van het vierde boek van het Burgerlijk Wetboek omtrent het bewijs, waaraan men vermoedelijk, in ver band met de eedsquaestie, niet schijnt te durven be ginnen, de wijziging der Militaire Rechtspleging en het wetje tot subsidieering van het meer uitgebreid lager anderwijs. Men hoopt, dat nog enkele wetsontwerpen onder het reces voor behandeling gereed komen. Maar behalve voor de verhoogirig der Gemeentebelasting, bestaat daarop niet veel kans." Na twee jaar regeeren is dit een fraaie toestand. Wij zitten hopeloos in het moeras. Wanneer zal de arbeidersklasse met een krachtige kiesrechtbeweging aan dit konservatief gemoddeT een eind maken? \Taagt Het l Volk. IN 'T JAAR 1910. De heer V. Wijma te Delfstrahuizen (Fr.) heeft eer- vol ontslag aangevraagd als hoofd der school en als... 1 gemeentelijke klokluider! j VOORJAARSWERK. i Aan den Langedijk en omstreken zijn de voorjaars- bakplanten reeds allen op stuk gezet en van de over winterde bakplanten te St. Pancras, zijn reeds bij en kelen al op het veld uitgezet. ONGELUK. Men meldt uit Leiden: Dinsdagmorgen werd op de rails van de Hollandsche Spoor, tussehen de Marialaan en den Galgweg, het verminkte lijk van den 19-jarigen recruut Adrianus van der Kruk, afkomstig uit Loosduinen, gevonden. De jonge man, die nog slechts enkele dagen in garnizoen was, lag voorover met gekruiste armen, het hoofd was van den romp gesneden, zijn képi hing over een paaltje. Zonder twijfel is hij overreden. Of hier een ongeluk in I het $pel is, of dat de ongelukkige, die twee dagen I verlof had, zelfmoord heeft gepleegd, kan nog niet worden uitgemaakt. Het lijk is naar het militair hospi- 1 taal vervoerd om daar geschouwd te worden. DR. KUYPER OVERGESLAGEN. Men schrijft uit Apeldoorn dat de afdeeling van „Patrimonium" aldaar haar 25-jarig beslaan vierde. Zoo wel de feestredenaar, de heer Bult, als een ander spre ker, de heer Van Bruggen, vermeden het den naam van dr. Kuyper te noemen, hoewel vooral de laatste het over de geschiedenis van „Patrimonium" had. Telegrammen werden gezonden aan de koningin en ds. Talmamaar dr. Kuyper werd dezen keer over geslagen. Dat zou een jaar geleden niet zijn gebeurd! DE HAARLEMSCHE EEDSWEIGERAAR ONTSLA' GEN VAN RECHTSVERVOLGING. Het Hof, uitspraak doende in de bekende zaak van den Haarlemschen eedsweigeraar J. Hoogland, vernietigde het bekende vonnis van de Haarlemsche rechtbank, wegens vormgebrek. Opnieuw rechtdoende i werd het ten laste gelegde wel bewezen doch niet strafbaar geacht en de bekl. ontslagen van rechtsver volging. VAN DE LOCOMOTIEF GEVALLEN. Gisteren is op het station Maastricht de onder machinist Cox van de machine gevallen en met zijn rechtervoet onder de locomotief geraakt, ten gevol ge waarvan dit lichaamsdeel gedeeltelijk verbrijzeld werd. VAN ONS KONINKLIJK GEZIN. De Haagsche briefschrijver van de O. H. Crt. schrijft in dit blad 't een en ander over ons Koninklijk ge zin. Wjj laten er hier iets uit volgen Bijna dagelijks zien de nieuwsgierig-belangstellende getrouwen de Koningin met Prinses Juliana uitrijden i naar de Bosehjes; in gesloten rijtuig gaat 't naar den Scheveningschen weg, waar voorbij de tol de kap van 't rijtuig neergaat en in open landauer door de heer lijke Bosehjes wordt getoerd. Bij een dezer tochtjes deed zich dezer dagen een aardig geval voor. In een der huizen uit 't Park al daar werd 30 April j.1. een tweeling geboren, die even eens in deze voorjaarsdagen van de heerlijke natuur genieten. De jonge Prinses, daar rondrijdende, werd door haar geleidster opmerkzaam gemaakt op de twee aardige kleinen, die op denzelfden dag geboren als de vorstelijke baby, wel een bijzonder groetje verdien den. Het rijtuig hield stil en die kleine Prinses moest het leuke tweelingpaar een handje geven, waarna het rijtuig zijn weg weer vervolgde. Uit de geheele wijze, waarop de Prinses wordt op- Feuilleton. ROMAN van HANS VON ZOBELTITZ. 6. Het glimlachje dat de laatste oogenblikken om de lippen van den ouden Flehr had gespeeld was weer verdwenen en de diepe rimpels, waaruit de dorps barbier tweemaal in de week met den besten wil van de wereld de grijze stoppels niet kon wegkrijgen, waren weer even diep als straks teruggekomen. Wat de ritmeester eigenlijk wel wilde? Het was anders zijn gewoonte niet, iemand bij zich te laten komen. Hoogmoedig was hij niet. Hij liep de armste hut binnen, en in de school was hij dik wijls genoeg. Wat hij toch wel wilde? En daar zat waarachtig ook de oude mevrouw aan het venster en knikte hem op zijn groet heel plech tig terug ja dat deed zij reeds van verre. Ja die oude mevrouw! Ja ja toen zij op Rohlbeck was gekomen, toen was zij nog jong geweest en mooi en vroolijk. Zij had met vier paarden gereden met een dienaar op den bok. De tijden waren wel veran derd ook voor de heerschappen op het slot. Van landbouw hadden zij niet het minste begrip. Zeker een arme klopte ook nu niet tevergeefs aan de deur. En wanneer men er goed over dacht, moest men be kennen, dat zij ook in het schoolhuis menigmaal had den geholpen. Wat of de ritmeester nu toch wel wilde? „Binnen!Dat werd op den ouden barschen toon door den ritmeester geroepen. „Zoo, ben je daar meester Ja ja, de ritmeester begreep nog maar niet, dat men tegenwoordig u moest zeggen, dat wilde er bij deD ouden soldaat niet in. Dus bleef het bij jij en jou en anders nam hij zijn toevlucht tot de meest waze omschrijvingen. „Zoo meester, ben je daar," herhaalde hij. „Goe den dag. Dat wil zeggen, of het een goeden dag is, zal dat weten?" Hij stond midden in de kamer. Aan het venster de oude mevrouw, aan den haard Wilhelm Hac- Kentin en beiden knikten den meester vriendelijk toe. Meester boog beleefd en wreef zich verlegen wachtend, de magere handen. „Wij zullen maar liever gaan zitten, meester," zoo begon de ritmeester, maar bleef staan, om na een poosje voort te gaan: „maar man, waarom ga jij nu niet zitten? Toe daar I „Dus jawel dat wil zeggen, wij moeten een ernstig woord met elkaar praten." Daarop begon de oude ritmeester zijn gewoonte weer te volgen» en beende dwars door de kamer. Het was hem gemak kelijker om zijn gedachten te uiten, als hij in de kamer op en neer liep. In goed vloeiende zinnen was het hem evenwel niet mogelijk zijn gedachten te zeggen. „Dus jawel dat wil zeggen, gister was ik in Rackow. Daar was iemand, die er verstand van heeft, dat wil zeggen, men zegt het. Een operazanger uit Rusland en daar heeft juffrouw Helene gezongen. En die mijnheer Schwarz of nu ja, ik kan nooit geen namen onthouden die heeft een heel verwonderd gezicht gezet. Ja het kan ook wel zoo zijn, dat wil zegen ik heb zelf gevonden, dat Lene heel mooi zong. Dus de man heeft allerlei praatjes verkocht, een wonderster en zoo, zoo als dat in geen honderd jaar voorkomt. En dat het zonde was, als zulk een stem geheel verborgen bleef, niet tot openbaarheid kwam Bah, openbaarheid een afschuwelijk woord. Ja en zij hebben daar allemaal met mij gepraat als dollen dat wil zeggen die zanger vooraan, en dan die van Rackow en Wilhelm en zij riepen maar: Helene moet naar Berlijn. Dat wil natuur lijk zeggen dat is het haakje waar de kan aan hangt. Haar kunst en zingen is perfect, maar beste Flehr, met de school, ze noemen dat methode, is het nog niet zoo als het wezen moet. Zoo iets als de punten op de i's. Dus naar Berlijn, naar de eene of andere .groote leermeesteres. In Berlijn heb je natuurlijk van dat soort. Wat heeft men eigenlijk in Berlijn niet!? Maar, ik bedoel, dat kost een bom duiten in Berlijn. Die Berlijners plukken levenden en dooden En daardat wil zeggen, ik zou toch eerst wel eens aan meester Flehr willen vragen, op zijn geweten af, of die volgens zijn kennis gelooft dat wii zeggen, of die werkelijk meent, dat het met de stem van juffrouw Helene werkelijk iets bij zonders is." De oude ritmeester had zich warm gebabbeld. Ten slotte had hij de woorden afgerafeld,. terwijl hij driemaai de kamer op en neer was gestoven. Nu eerst keek hij naar den schoolmeester en toen stond hij eensklaps stil en was verwonderd. Het was ook wel een heel verwonderlijk iets wat hij daar zag. De lange gestalte was niet meer krom, maar recht en stram. Langzaam was het hoofd omhoog gegaan, de rug had zich gestrekt en daar stond hij nu kaars recht met de handen gevouwen op de borst en zijn oogen schitterden vol jeugdig vuur. Niets zeide hij dan: „Lieve God, ik dank u, dat ik dit oogenblik nog beleef!" Hij zeide het zoo diep ontroerend, dat de oude mevrouw het aan het venster uitsnikte. Ook den ritmeester moest het aangepakt hebben. Maar hij knorde slechts een paar onverstaanbare to nen en riep den meester toe: „Dat wil zeggen, wij spelen hier toch geen come- die. Men moet op een goed gestelde vraag een duide lijk antwoord hebben, anders hale je de duivel." Anders had een dergelijke aanval Flehr dadelijk uit zijn figuur gebracht. Maar ditmaal niet. Met opgeheven hoofd gaf hij ten antwoord: „Ja ritmees ter, dat zult u hebben. Ik ben maar een eenvoudig dorpsschoolmeester, maar van het zingen heb ik wat meer verstand dan velen mijner collega's. Dat moet ten mensch wel aangeboren zijn. Daarom kan ik ook den ritmeester volgens eer en geweten verklaren: zulk een stem als die van juffrouw Helene, komt er misschien éen in de honderd jaar. Dat heb ik den pastoor reeds voor jaar en dag gezegd." „Ja, ja, ja, dat weet ik, dat weet ik," zoo weerde de oude ritmeester af, en dan begon hij zijn wandeling weer door de kamer, met steeds sneller schreden. en het is wel menschenplicht, zulk een gave Gods te benutten," waagde de meester nog te zeg gen. „Plicht, plicht," riep de oude woedend. „Ik weet alleen wat plicht is. Dat behoeft men mij waarachtig niet te zeggen. Dat wil zeggen, of het voor Lene een geluk is, daarop komt het alleen maar aan. Zoo'n meisje dwaze dingen in het hoofd praten ja en wannere het tot haar schade is, wat dan? In het openbaar optreden maar dan moet ik toch eerst in het graf liggen! Moet een Hackentin mis schien als een comediante op het tooneel staan?" De moede stem der oude mevrouw klonk daartus- schen: „Voor een werkelijk groote kunstenares maakt dat toch een uitzondering Hackentin. Denk aan den Zondag, dat een gravin Rossi „Comediante blijft comediante." „Maar papa, niemand heeft er toch in ernst van het theater gesproken," meende Wilhelm. „Naast de operazangeres staat toch de concertzangeres." „Die doet het toch ook in het openbaar. Dat wil zeggen, die zingt voor geld ook voor vreemde men sch en." Toen werd de figuur van den ouden Flehr nog eenmaal stram. Zijn hoofd was reeds weer op de borst gezonken, de armen slap langs het lichaam gegleden, maar nu was alles weer leven en gloed aan hem. „Met verlof ritmeester," begon hij en zijn anders zoo gedempte stem klonk nu vast en warm. „Komt het dan alleen op het uiterlijke aan, of juf frouw Lene eenmaal de menschen op deze of die manier zal begeesteren? De hoofdzaak is dat meen ik toch niet. De hoofdzaak is dat de juffrouw het leert doen. Wanneer de lieve God een menscb zulk een wondergave heeft geschonken, begenadig'.. Hij hem boven millioenen anderen, maar Hij legt hem ook plichten daarvoor op. Dat wilde ik u straks reeds zeggen: ds plicht om in de kunst het hoogste te zoeken. En omdat men dat niet alleen kan, moeten allen die dien persoon liefhebben, daarbij helpen. Daar is nu eenmaal niets aan te veranderen, rit meester, met verlof gezegd. Want wanneer het niet geschiedt, wordt Gods gave vermorst en dan ver morst men ook den ganschen mensch. Hij had zoo groot kunnen worden, maar hij werd arm en klein. Ongelukkig wordt hij, die mensch, ritmeester. En al werd hij met alle andere goederen der wereld over laden, hij werd klein, arm en ongelukkig...." De ritmeester was blijven staan en keek met zijn, mond open naar zijn schoolmeester, die zoo spreken kon. De oude mevrouw was opgestaan en kwam op haar man toe en bad zachtkens: „Papaatje!" Het tikken van de klok kon men hooren, zoo stil was het. Totdat de ritmeester eensklaps zeide: „Die Lene heeft een goede advocaat in onzen Flehr je zou zoo zeggen." Hij keek een paar maal naar rechts en links, bromde, trok aan zijn grijze geweldige snor ren. „Dat wil zeggen, meester, ik ben nog niet van plan om ja en amen te zeggen. Maar ongelukkig ongelukkig mag onze lieve Lene niet worden." Wordt vervolgd. leiden knikten den meester vrienaenjK Keen nu naai

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1