Nieuwe Abonnes
Kaarten of -Circulaires.
DnËerij TRAPMAN fl Co., Stip.
Een praehiifc kenze m hei mmk
H e 1 e n e.
D
e Wognummers zingen begin April te Schagen.
Woeusdag Maart 11)10.
54ste Jaargang. No. 4075.
ontvangen tot 1 APRIL de
Courant GRATIS.
Binnenlandsch Nieuws.
Meite druk. Spoedige levering.
AlfGMED Nieiws-
Mmtcmit- LasiisiilliS,
•~*ane7SEJ&9.
fDit nummer bestaat uit een blad.
GEMEENTERAAD VAN WIERINGER WAARD.
Vergadering van den Raad der gemeente Wieringer-
vraard, gehouden op Dinsdag 15 Maart 1910 's nam.
2 uur.
Afwezig Burgemeester Koster.
Voorzitter de wethouder de heer Zijp, die de verga
dering opent, onder mededeeling van de plotselinge
ongesteldheid van den Burgemeester, waardoor hij
weinig gelegenheid heeft gehad de stukken vooraf in
te zien, wat hij den heeren raadsleden verzocht,
!wel in aanmerking te willen nemen.
De notulen worden hierna gelezen en goedgekeurd.
I Voorzitter deelt naar aanleiding der notulen mede:
'dat de daarin opgenomen benoemingen alle door de
betrokkene heeren zijn aangenomen.
Ingekomen: een missive van den Minister van
Binnenlandsche Zaken door bemiddeling van Ged.
Staten, betreffende de schoolgeldheffing voor in de
I Zijpe schoolgaande kinderen. In die missive wordt in
overweging gegeven enkele wijzigingen in 't heffings-
j besluit aan te brengen en waar daarin van min- en
onvermogenden wordt gesproken, alleen minvermo
genden te zetten en onvermogenden er uit te laten.
Overigens kan Z.Exc. de Minister van Binnenland
sche Zaken zich, na toelichting van B. en W. over
de schoolgeldheffing te hebben ontvangen, waarbij
deze de hier bestaande toestanden uiteenzetten, zeer
goed met het heffingsbesluit vereenigen.
Voorzitter zegt, dat, bij 't schrappen van de aan
gehaalde onvermogenden, het gemeentebestuur ten
volle vrij blijft in zijne handelingen ten opzichte van
de onvermogenden.
De Raad vindt algemeen goed, de voorgestelde wij
zigingen over te nemen, waarna de heffingsverorde-
ing wordt vastgesteld. 1 Mei as., zal ze in werking
treèen.
Voorzitter zegt, dat bij B. en W. 't idee van in
voering van onderwijs in vrije- en orde-oefeningen
(vak j) wordt overwogen. In de gemeente Anna Pau-
I lowna is men in hooger beroep gegaan over invoering
van vak j, maar afwijzend is daarop beschikt.
B. en W. stellen voor, voorloopig de vrije- en orde
oefeningen op het schoolplein te laten plaatsvinden,
waar we nu het goede seizoen tegemoetgaan. Na
der kan worden overwogen, of men tot oprichting
van een gebouw of bijv. bestrating van het school
plein zal overgaan.
Maar verondersteld wordt, dat het beter is, voor
loopig den loop dezer zaak na te gaan.
Ze is voorloopig in onderzoek bij B. en W., maar
spoedig zullen de heeren raadsleden er meer van
van vernemen en kan een voorstel van 't Dagelijksch
Bestuur worden verwacht.
Allen kunnen zich met het voorstel van B. en W.,
om voorloopig op 't schoolplein de oefeningen in
vak j te houden, vereenigen.
Volgt verslag over 't onderwijs in 1909.
De school telde 31 Januari 61 jongens en 70
meisjes, totaal 131 leerlingen.
Het herhalingsonderwijs werd door 9 jongens en
i meisjes bezocht.
School en woning en leermiddelen verkeerden in
goeden toestand.
Onder dank goedgekeurd en voor kennisgeving aan
genomen.
Volgt verslag commissie wering schoolverzuim.
Bij de uitvoering van de werkzaamheden der school
commissie deden zich geen moeilijkheden voor. Voor
kennisgeving aangenomen.
Benoeming stembureau voor 't jaar 1910, noodig
door de verkiezing voor de Prov. Staten.
Bij eerste stemming worden de heeren Kooij en
Kaan benoemd en als derde lid de heer Waiboer.
Allen nemen hunne benoeming aan.
Volgt bespreking toestand begraafplaats.
Voorzitter zegt, met B. en W. daarover te hebben
gesproken en wil een voorstel daarover toelichten,
zeggende: In overleg met B. en W. breng ik 't vol
gende voorstel onder uwe aandacht.
De oude begraafplaats raakt hoe langer hoe meer
in vervallen toestand, wat door velen en ook door B.
en W. wordt betreurd.
Langzamerhand richt zich het oog onzer ingezete-
nen in hunne herinnering aan betreurde afgestorve
nen steeds meer naar de nieuwe begraafplaats, maar
toch zal ook de oude begraafplaats nog wel bij velen
in eerbiedige gedachte zijn gebleven. Om nu, zonder
iemand te willen krenken in den eerbied die wij
allen aan de laatste rustplaats van ouders, voor
ouders of verwanten zijn verschuldigd, meenen B.
en W. u toch het volgende voorstel te mogen doen.
Ter bevordering van eene vrijwillige en geleide
lijke verplaatsing der aldaar bestaande graven en ge-
denksteenen, geeft het Bestuur der gemeente de ge
legenheid, deze graven en zerken te verplaatsen naar
en langs de Zuid- en Oostzijde der kerk.
Door het aanleggen van eene fundeering aldaar zou
den graven en zerken in goede orde en regelmaat
een blijvende plaats zijn aangewezen, waardoor mis
schien eene vrijwillige geleidelijke verplaatsing van
de bestaande oude graven werd bevorderd en tevens
de mogelijkheid ontstond, om in den vervallen toe
stand van de oude begraafplaats verbetering te kun-
neD brengen.
Mocht de raad met dit voorstel mede kunnen gaan,
dan verzoeken B. en W. het benoodigd crediet om
aan deze plannen begin van uitvoering te kunnen
geven.
Voorzitter licht toe, dat bij onderzoek, door B. en
W. ingesteld ook kennis is genomen van den inhoud
van een brief van 't Polderbestuur van November
1880, waarbij dit bestuur als eigenaar van de be
graafplaats verklaart, af te zullen zien van het
recht om dezen grond terug te nemen, mits na
sluiting der begraafplaats deze de eerstvolgende 50
jaren onaangeroerd blijve.
Voorzitter acht datgene wat er in 't voorstel van
B. en W. wordt bedoeld niet vallende onder 't be
grip: aanroeren.
Het is heelemaal niet 't doel om eene andere be
stemming te geven aan de oude begraafplaats; geens-
I zins. Er wordt slechts beoogd, deze op te knappen
en door beplanting een beter aanzien te geven. Wat
met het oog op de weldra daarlangs komende tram
zeker aanbeveling verdient.
De overbrenging van graven en zerken is geheel
vrijwillig; niemand wordt verplicht.
De heer Groneman kan zich met 't denkbeeld om
i de oude begraafplaats op te knappen en in een bete-
ren toestand te brengen heel goed vereenigen, maar
wil toch het nu voorgestelde thans voorloopig voor
kennisgeving aannemen, teneinde het terrein eerst
eens door de raadsleden in oogenschouw te laten
nemen en inlichtingen ter secretarie in te winnen
om later eene beslissing te nemen.
Dit wordt goedgevonden.
Nog wordt besloten, bij den heer Visser te infor-
meeren of in diens administratie is te vinden, op
welke namen de graven zijn toegestaan; of er eeu
wigdurend recht is of hoe dan ook.
Voorzitter doet mededeeling, dat is ingekomen het
verslag der te Schagen gezetelde gezondheidscom
missie. De raadsleden hebben dit verslag ook van die
commissie ontvangen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Rondvraag levert niets op. Sluiting der openbare
vergadering volgt, waarna de raad in comité-generaal
gaat ter behandeling van het kohier voor den Hoof-
delijken Omslag.
Rieringen.
Naar men ons mededeelt, zijn op de Maandag ten
huize van den heer C. C. Koorn gehouden vergade
ring van „Floralia". tot secretaris gekozen de heer C.
M. Koorn en tot penningmeester de heer Joh. Baijs,
T>e vergadering werd geleid door den voorzitter den
heer Ds. H. Bax.
DAMMEN.
Zondag 1.1. gaf de heer G. Tuin een simultaan-seance
voor de jongste leden der Zijper-damclub. De heer
Tuin won er 4 verloor er 2, en wel aan de heeren
.T. Beek 't Zand en K. Yeuger te Koegras en maakte
3 remise met de heeren P. de Wit Wz., te Callants-
oog, J. Slijkerman te 't Zand en D. Schilder, Stolpen.
EEN BELANGRIJKE VINDING.
De Bredasche correspondent van de N. Rott. Ct.
schrijft
Door den heer J. H. Heijntjes, schoenmaker van
3e companie wielrijders te Breda, is een belang
de 3e companie wielrijders
rijke vinding igedaan.
ren
belang-
Het betreft een nieuw soort schoen, of eigenlijk een
nieuw soort schoenzool.
Het nieuwe bestaat daarin, dat de zool niet meer uit
één stuk wordt gemaakt, maar thans bestaat uit drie
smalle reepjes dik leer, waar de eigenlijke zool onder
wordt geschoven en met een drietal schroefjes wordt
vastgehouden. De drie reepjes, één neusstukje en twee
zijstukjes, hebben weinig te lijden en de eigenlijke
zool, dat gedeelte, hetwelk het meest aan slijtage on
derhevig is, kan telkens gemakkelijk worden ver
nieuwd. Bovendien heeft deze „bezuinigingsschoen"
een lederen, draaibare hak, waardoor ook van dat ge
deelte de slijtage belangrijk wordt verminderd.
Bij het leger zijn reeds proeven met dezen „bezuini
gingsschoen" genomen, verleden jaar te Vlissingen en
te Middelburg met 10 paren, welke proef zoo goed
heeft voldaan, dat zij thans met 100 paren zal worden
voortgezet. Deze schoenen zijn bestemd om in beproe
ving te worden gegeven aan miliciens van de lichting
1910, die bij de najaarsploeg zullen worden ingedeeld.
ONDERTROUW-
IN HET MOERAS.
De Haagsche briefschrijver van „De Tijd" meldt:
„Ik heb gehoord, dat de Kamer voornemens is een
lange Paaschvacantie te nemen. Vóór eind April zou
zij zeker niet bijeenkomen. Mogelijk wordt het begin
Mei. Het zou daarbij nu al vast staan, dat zij niet
veel later dan half Juni met groote vacantie gaat. Het
schijnt, dat geen enkel wetsontwerp van beteekenis voor
dadelijke behandeling gereed is, dan alleen de wijzi
ging van het vierde boek van het Burgerlijk Wetboek
omtrent het bewijs, waaraan men vermoedelijk, in ver
band met de eedsquaestie, niet schijnt te durven be
ginnen, de wijziging der Militaire Rechtspleging en het
wetje tot subsidieering van het meer uitgebreid lager
anderwijs. Men hoopt, dat nog enkele wetsontwerpen
onder het reces voor behandeling gereed komen. Maar
behalve voor de verhoogirig der Gemeentebelasting,
bestaat daarop niet veel kans."
Na twee jaar regeeren is dit een fraaie toestand.
Wij zitten hopeloos in het moeras. Wanneer zal de
arbeidersklasse met een krachtige kiesrechtbeweging aan
dit konservatief gemoddeT een eind maken? \Taagt Het
l Volk.
IN 'T JAAR 1910.
De heer V. Wijma te Delfstrahuizen (Fr.) heeft eer-
vol ontslag aangevraagd als hoofd der school en als...
1 gemeentelijke klokluider!
j VOORJAARSWERK.
i Aan den Langedijk en omstreken zijn de voorjaars-
bakplanten reeds allen op stuk gezet en van de over
winterde bakplanten te St. Pancras, zijn reeds bij en
kelen al op het veld uitgezet.
ONGELUK.
Men meldt uit Leiden:
Dinsdagmorgen werd op de rails van de Hollandsche
Spoor, tussehen de Marialaan en den Galgweg, het
verminkte lijk van den 19-jarigen recruut Adrianus van
der Kruk, afkomstig uit Loosduinen, gevonden. De
jonge man, die nog slechts enkele dagen in garnizoen
was, lag voorover met gekruiste armen, het hoofd was
van den romp gesneden, zijn képi hing over een paaltje.
Zonder twijfel is hij overreden. Of hier een ongeluk in
I het $pel is, of dat de ongelukkige, die twee dagen
I verlof had, zelfmoord heeft gepleegd, kan nog niet
worden uitgemaakt. Het lijk is naar het militair hospi-
1 taal vervoerd om daar geschouwd te worden.
DR. KUYPER OVERGESLAGEN.
Men schrijft uit Apeldoorn dat de afdeeling van
„Patrimonium" aldaar haar 25-jarig beslaan vierde. Zoo
wel de feestredenaar, de heer Bult, als een ander spre
ker, de heer Van Bruggen, vermeden het den naam
van dr. Kuyper te noemen, hoewel vooral de laatste
het over de geschiedenis van „Patrimonium" had.
Telegrammen werden gezonden aan de koningin en
ds. Talmamaar dr. Kuyper werd dezen keer over
geslagen. Dat zou een jaar geleden niet zijn gebeurd!
DE HAARLEMSCHE EEDSWEIGERAAR ONTSLA'
GEN VAN RECHTSVERVOLGING.
Het Hof, uitspraak doende in de bekende zaak
van den Haarlemschen eedsweigeraar J. Hoogland,
vernietigde het bekende vonnis van de Haarlemsche
rechtbank, wegens vormgebrek. Opnieuw rechtdoende
i werd het ten laste gelegde wel bewezen doch niet
strafbaar geacht en de bekl. ontslagen van rechtsver
volging.
VAN DE LOCOMOTIEF GEVALLEN.
Gisteren is op het station Maastricht de onder
machinist Cox van de machine gevallen en met zijn
rechtervoet onder de locomotief geraakt, ten gevol
ge waarvan dit lichaamsdeel gedeeltelijk verbrijzeld
werd.
VAN ONS KONINKLIJK GEZIN.
De Haagsche briefschrijver van de O. H. Crt. schrijft
in dit blad 't een en ander over ons Koninklijk ge
zin. Wjj laten er hier iets uit volgen
Bijna dagelijks zien de nieuwsgierig-belangstellende
getrouwen de Koningin met Prinses Juliana uitrijden
i naar de Bosehjes; in gesloten rijtuig gaat 't naar den
Scheveningschen weg, waar voorbij de tol de kap van
't rijtuig neergaat en in open landauer door de heer
lijke Bosehjes wordt getoerd.
Bij een dezer tochtjes deed zich dezer dagen een
aardig geval voor. In een der huizen uit 't Park al
daar werd 30 April j.1. een tweeling geboren, die even
eens in deze voorjaarsdagen van de heerlijke natuur
genieten. De jonge Prinses, daar rondrijdende, werd
door haar geleidster opmerkzaam gemaakt op de twee
aardige kleinen, die op denzelfden dag geboren als
de vorstelijke baby, wel een bijzonder groetje verdien
den. Het rijtuig hield stil en die kleine Prinses moest
het leuke tweelingpaar een handje geven, waarna het
rijtuig zijn weg weer vervolgde.
Uit de geheele wijze, waarop de Prinses wordt op-
Feuilleton.
ROMAN
van
HANS VON ZOBELTITZ.
6.
Het glimlachje dat de laatste oogenblikken om
de lippen van den ouden Flehr had gespeeld was
weer verdwenen en de diepe rimpels, waaruit de dorps
barbier tweemaal in de week met den besten wil van
de wereld de grijze stoppels niet kon wegkrijgen,
waren weer even diep als straks teruggekomen.
Wat de ritmeester eigenlijk wel wilde?
Het was anders zijn gewoonte niet, iemand bij zich
te laten komen. Hoogmoedig was hij niet. Hij liep
de armste hut binnen, en in de school was hij dik
wijls genoeg. Wat hij toch wel wilde?
En daar zat waarachtig ook de oude mevrouw aan
het venster en knikte hem op zijn groet heel plech
tig terug ja dat deed zij reeds van verre. Ja die
oude mevrouw! Ja ja toen zij op Rohlbeck was
gekomen, toen was zij nog jong geweest en mooi
en vroolijk. Zij had met vier paarden gereden met
een dienaar op den bok. De tijden waren wel veran
derd ook voor de heerschappen op het slot. Van
landbouw hadden zij niet het minste begrip. Zeker
een arme klopte ook nu niet tevergeefs aan de deur.
En wanneer men er goed over dacht, moest men be
kennen, dat zij ook in het schoolhuis menigmaal had
den geholpen.
Wat of de ritmeester nu toch wel wilde?
„Binnen!Dat werd op den ouden barschen toon
door den ritmeester geroepen. „Zoo, ben je daar
meester
Ja ja, de ritmeester begreep nog maar niet, dat
men tegenwoordig u moest zeggen, dat wilde er bij
deD ouden soldaat niet in. Dus bleef het bij jij en
jou en anders nam hij zijn toevlucht tot de meest
waze omschrijvingen.
„Zoo meester, ben je daar," herhaalde hij. „Goe
den dag. Dat wil zeggen, of het een goeden dag is,
zal dat weten?"
Hij stond midden in de kamer. Aan het venster
de oude mevrouw, aan den haard Wilhelm Hac-
Kentin en beiden knikten den meester vriendelijk
toe. Meester boog beleefd en wreef zich verlegen
wachtend, de magere handen.
„Wij zullen maar liever gaan zitten, meester," zoo
begon de ritmeester, maar bleef staan, om na een
poosje voort te gaan: „maar man, waarom ga jij
nu niet zitten? Toe daar
I „Dus jawel dat wil zeggen, wij moeten een
ernstig woord met elkaar praten." Daarop begon de
oude ritmeester zijn gewoonte weer te volgen» en
beende dwars door de kamer. Het was hem gemak
kelijker om zijn gedachten te uiten, als hij in de
kamer op en neer liep. In goed vloeiende zinnen was
het hem evenwel niet mogelijk zijn gedachten te
zeggen.
„Dus jawel dat wil zeggen, gister was ik in
Rackow. Daar was iemand, die er verstand van heeft,
dat wil zeggen, men zegt het. Een operazanger uit
Rusland en daar heeft juffrouw Helene gezongen. En
die mijnheer Schwarz of nu ja, ik kan nooit geen
namen onthouden die heeft een heel verwonderd
gezicht gezet. Ja het kan ook wel zoo zijn, dat wil
zegen ik heb zelf gevonden, dat Lene heel mooi
zong. Dus de man heeft allerlei praatjes verkocht,
een wonderster en zoo, zoo als dat in geen honderd
jaar voorkomt. En dat het zonde was, als zulk een
stem geheel verborgen bleef, niet tot openbaarheid
kwam Bah, openbaarheid een afschuwelijk woord.
Ja en zij hebben daar allemaal met mij gepraat
als dollen dat wil zeggen die zanger vooraan,
en dan die van Rackow en Wilhelm en zij riepen
maar: Helene moet naar Berlijn. Dat wil natuur
lijk zeggen dat is het haakje waar de kan aan
hangt. Haar kunst en zingen is perfect, maar beste
Flehr, met de school, ze noemen dat methode, is
het nog niet zoo als het wezen moet. Zoo iets als
de punten op de i's. Dus naar Berlijn, naar de eene
of andere .groote leermeesteres. In Berlijn heb je
natuurlijk van dat soort. Wat heeft men eigenlijk in
Berlijn niet!? Maar, ik bedoel, dat kost een bom
duiten in Berlijn. Die Berlijners plukken levenden en
dooden En daardat wil zeggen, ik zou toch
eerst wel eens aan meester Flehr willen vragen, op
zijn geweten af, of die volgens zijn kennis gelooft
dat wii zeggen, of die werkelijk meent, dat het
met de stem van juffrouw Helene werkelijk iets bij
zonders is."
De oude ritmeester had zich warm gebabbeld. Ten
slotte had hij de woorden afgerafeld,. terwijl hij
driemaai de kamer op en neer was gestoven. Nu eerst
keek hij naar den schoolmeester en toen stond hij
eensklaps stil en was verwonderd.
Het was ook wel een heel verwonderlijk iets wat
hij daar zag.
De lange gestalte was niet meer krom, maar recht
en stram. Langzaam was het hoofd omhoog gegaan,
de rug had zich gestrekt en daar stond hij nu kaars
recht met de handen gevouwen op de borst en zijn
oogen schitterden vol jeugdig vuur.
Niets zeide hij dan: „Lieve God, ik dank u, dat
ik dit oogenblik nog beleef!"
Hij zeide het zoo diep ontroerend, dat de oude
mevrouw het aan het venster uitsnikte.
Ook den ritmeester moest het aangepakt hebben.
Maar hij knorde slechts een paar onverstaanbare to
nen en riep den meester toe:
„Dat wil zeggen, wij spelen hier toch geen come-
die. Men moet op een goed gestelde vraag een duide
lijk antwoord hebben, anders hale je de duivel."
Anders had een dergelijke aanval Flehr dadelijk
uit zijn figuur gebracht. Maar ditmaal niet. Met
opgeheven hoofd gaf hij ten antwoord: „Ja ritmees
ter, dat zult u hebben. Ik ben maar een eenvoudig
dorpsschoolmeester, maar van het zingen heb ik wat
meer verstand dan velen mijner collega's. Dat moet
ten mensch wel aangeboren zijn. Daarom kan ik ook
den ritmeester volgens eer en geweten verklaren:
zulk een stem als die van juffrouw Helene, komt
er misschien éen in de honderd jaar. Dat heb ik
den pastoor reeds voor jaar en dag gezegd."
„Ja, ja, ja, dat weet ik, dat weet ik," zoo
weerde de oude ritmeester af, en dan begon hij zijn
wandeling weer door de kamer, met steeds sneller
schreden.
en het is wel menschenplicht, zulk een gave
Gods te benutten," waagde de meester nog te zeg
gen.
„Plicht, plicht," riep de oude woedend. „Ik weet
alleen wat plicht is. Dat behoeft men mij waarachtig
niet te zeggen. Dat wil zeggen, of het voor Lene
een geluk is, daarop komt het alleen maar aan.
Zoo'n meisje dwaze dingen in het hoofd praten
ja en wannere het tot haar schade is, wat dan?
In het openbaar optreden maar dan moet ik toch
eerst in het graf liggen! Moet een Hackentin mis
schien als een comediante op het tooneel staan?"
De moede stem der oude mevrouw klonk daartus-
schen: „Voor een werkelijk groote kunstenares
maakt dat toch een uitzondering Hackentin. Denk
aan den Zondag, dat een gravin Rossi
„Comediante blijft comediante."
„Maar papa, niemand heeft er toch in ernst van
het theater gesproken," meende Wilhelm. „Naast de
operazangeres staat toch de concertzangeres."
„Die doet het toch ook in het openbaar. Dat wil
zeggen, die zingt voor geld ook voor vreemde men
sch en."
Toen werd de figuur van den ouden Flehr nog
eenmaal stram. Zijn hoofd was reeds weer op de
borst gezonken, de armen slap langs het lichaam
gegleden, maar nu was alles weer leven en gloed aan
hem. „Met verlof ritmeester," begon hij en zijn
anders zoo gedempte stem klonk nu vast en warm.
„Komt het dan alleen op het uiterlijke aan, of juf
frouw Lene eenmaal de menschen op deze of die
manier zal begeesteren? De hoofdzaak is dat meen
ik toch niet. De hoofdzaak is dat de juffrouw het
leert doen. Wanneer de lieve God een menscb zulk
een wondergave heeft geschonken, begenadig'.. Hij
hem boven millioenen anderen, maar Hij legt hem
ook plichten daarvoor op. Dat wilde ik u straks reeds
zeggen: ds plicht om in de kunst het hoogste te
zoeken. En omdat men dat niet alleen kan, moeten
allen die dien persoon liefhebben, daarbij helpen.
Daar is nu eenmaal niets aan te veranderen, rit
meester, met verlof gezegd. Want wanneer het niet
geschiedt, wordt Gods gave vermorst en dan ver
morst men ook den ganschen mensch. Hij had zoo
groot kunnen worden, maar hij werd arm en klein.
Ongelukkig wordt hij, die mensch, ritmeester. En al
werd hij met alle andere goederen der wereld over
laden, hij werd klein, arm en ongelukkig...."
De ritmeester was blijven staan en keek met zijn,
mond open naar zijn schoolmeester, die zoo spreken
kon. De oude mevrouw was opgestaan en kwam op
haar man toe en bad zachtkens:
„Papaatje!"
Het tikken van de klok kon men hooren, zoo stil
was het.
Totdat de ritmeester eensklaps zeide: „Die Lene
heeft een goede advocaat in onzen Flehr je zou
zoo zeggen." Hij keek een paar maal naar rechts
en links, bromde, trok aan zijn grijze geweldige snor
ren. „Dat wil zeggen, meester, ik ben nog niet van
plan om ja en amen te zeggen. Maar ongelukkig
ongelukkig mag onze lieve Lene niet worden."
Wordt vervolgd.
leiden knikten den meester vrienaenjK Keen nu naai