Voor Dammers.
Helene.
ss 'oanss'is
Zaterdag 14 Mei II) Tl
f>4e Jaargang. No 4707.
rwüEÜK BLAI>.
Van het Haagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
I
Binnenlandse!) Nieuws.
We beschikken over den nationalen tijd als een
millionair met guldentjes of riksjes doet. We nemen
't ervan!
Den ganschen middag hebben we gewijd aan de
zeker treurige zaak van den heer J. H. Koek, luit.-
kolonel bij het 3de regiment infanterie te Bergen-op-
Zoom, die bij de Kamer zijn nood was komen kla
gen.
En niet zonder reden!.
Over dit eigenaardige geval morgen (als de minis
ter zich heeft doen hooren) nader.
Mr. ANTONIO.
I Den Haag, 12 Mei.
I Telkens blijkt duidelijker, welk eene goede en
gelukkige keuze de premier gedaan heeft toen hij
generaal Cool aanzocht om de plaats van gen. Sabron
aan de regeeringstafel in te nemen. De heer Van
Idsinga, zeker niet een vriend van vleierij en
van laffe-complimentjes, verzekerde hem van
echtend (toen dan, eindelijk, de conclusie op het
Rdres van den luit.-kolonel Römer, verzoekend „her-
t tel van grieven en betering van onrecht'' aan de
rde kwam), zijn onbeperkt vertrouwen. Van de lip-
en komend eens mans als mr. Van Idsinga beduidt
ulk eene hulde iets. De afgevaardigde uit Bode-
raven is wat taai, wat hardnekkig, soms een tikje
waar op de hand. Maar men neemt 't voor lief te
genover iemand van zijn kunde, zijn hoog karakter,
zijn sterk-sprekend gevoel voor recht en billijkheid.
De veelbesproken zaak-Römer is feitelijk nu van
de baan. Minister Cool, dit is het goede en groote
resultaat, erkende volmondig, dat „er hier en
'daar verkeerde dingen" bij zijn voorgevallen, Hij voeg
de er aan toe, dat deze op het eindoordeel geen in
vloed hadden. De zege, in moreelen zin, is met glans
bevochten. In het „heilige-huisje" van militairisme
is bres geschoten, en geducht ook. De historie
van de conduite-staten, geheime rapporten, etc. be-
oeft niet meer uitgerafeld. Generaal Cool heeft zijn
best gedaan om aan te toonen, dat de overste Rö
mer werkelijk ongeschikt was voor promotie. Daar
gaat 't niet over!... De heer De Savornin Lohman
wond zich noodeloos op. Mr. Van Idsinga had van
ingezonden.
schat van liefde te veroveren en een goeden naam aandacht. Het openingsspel, dat wit in deze partij
te verdienen, door uwe eerlijkheid en rechtschapen- speelde zouden we echter niemand aanraden te spe-
heid onder uwe vrienden en de bewoners van deze len alvorens dit systeem van spelen nauwkeurig be-
landstreek. studeerd te hebben. Het is nogal 'avontuurlijk en
Waarlijk, de nagedachtenis van een man met zul- ingewikkeld,
ke hoedanigheden, die hem de toegenegenheid van
zoo velen deelachtig deed worden, is van de hoog- EINDSPELEN,
ste beteekenis. Het behoort niet tot de zeldzaamheden dat ondanks
Uwe daden in 't verleden zijn voor ons een voor- een geW0nnen stand in de partij, deze door te wei
beeld in de toekomst. nig kennis van het eindspel tot remise wordt gebracht
Uwe gehechtheid en goede zorgen voor uwe fami- We zunen daarom zoo nu en dan een eindspel be-
lie waren onbegrensd. Voor dit alles komen uwe vrien- bandelen en geven den damliefhebbers in overweging
den hier getuigenis afleggen. deze goed te volgen.
Wij kunnen u, besten vriend, geen betere hulde Onderstaande stand kwam voor in een partij waarin
brengen, dan onze vriendschap over te dragen en te zwart de winst verzuimde; door te spelen als wij
bewijzen aan uwe familiebetrekkingen. hieronder aangeven is de partij in alle varianten ge-
Mijnheer de Redacteur.
Het zal ongeveer een twintig jaar geleden zijn, dat
do familie E. C. Willekes MacDonald uit het Koe
gras vertrok naar het verre Westen van Noord-Ame-
rika, en zich vestigde op een „Fruit Farm" in het
plaatsje Aptos, Santa-Cruz county-Californië.
De oudere leden van de Hollandsche Maatschappij
Slaap zacht en rust in vrede en liefde!
wonnen.
Zwart.
Alles betreffende deze rubriek te richten aan Bu-
reau Schager Courant en voorzien van het opschrift
en de Vereeniging tot ontwikkeling van den Land- 1 „Damrubriek".
PARTIJ No. 2.
Gespeeld in den Competitiewedstrijd 19091910,
uitgeschreven door den Nationalen Dambond, tus-
schen de heeren J. H. Woudenberg, Amsterdam,
(wit) en E. L., Haarlem (zwart).
Wit.
5. 3328
6.
Wit.
Zwart.
1.
3127
1721.
2.
3530
2024.
3.
4035
18-23.
4.
4440
1218.
3933
3631
Zwart.
712.
17.
2126.
bouw in Hollands Noorderkwartier, zullen hem en
zijne familie zeker nog gaarne in herinnering bren
gen, nu voor eenige dagen het bericht tot ons kwam,
van het overlijden van den heer MacDonald op 58-
jarigen leeftijd.
Inderdaad was de heer MacDonald niet alleen een I
trouw, maar ook zeer verdienstelijk en bekwaam lid
van verschillende Landbouwvereenigingen, naar wiens
adviezen steeds met aandacht geluisterd werd.
Hoewel niet in den practischen landbouw opgevoed, 1
wekte toch ieder landbouwvraagstuk zijne volle be
langstelling niet alleen, maar kon men ook steeds
op zijne gewaardeerde medewerking rekenen. i
Zijn helder verstand, eenvoudigen aanleg en be- door 2722 uit de opsluiting te komen geen gebruik,
kende eerlijkheid en goede trouw deden hem bij de 9. 1722. 12. 4439 2-^-7.
landbouwers in Hollands Noorderkwartier vele vrien- 10. 28 17 12 21. 13. 3933 711.
den verwerven. J H- 33—28 7 12. 14. 27 22.
De exporthandel van ons rundvee naar verschillen- Gaat uit de opsluiting. Deze afruil geeft een eenigs-
de landen in Europa en daarbuiten, dankt, aan zijne zins avontuurlijk spel door den vooruitgespeelden
Sluit wit op aan den langen vleugel.
8. 4136 11—17. 9. 4944.
Wit maakt van de hem geboden gelegenheid om
k
17.
18.
19.
37
32
38
31
41
16
26 37.
23 32.
6—11.
20.
21.
22.
onvermoeide pogingen om de goede eigenschappen schijf op 22.
van ons melkvee in 't licht te stellen, voor export, 14. 18 22.
relaties aan te knoopen, misschien- een groot deel 15. 31 22 1117.
van de uitbreiding die het afzetgebied nu verkregen
heeft.
Dikwijls heb ik als zijn medewerker in dezen han-
M.,. del kunnen opmerken, hoe zijn optreden en om-
'meetafaan en met zooveel woorden gezegd: ik be- gang met vreemdelingen steeds vertrouwen wekte en
I weer niet, dat de Kamer competent, aangewezen, is verdiende.
om persoonlijke belangen van officieren te verdedi- j Tal van andere zaken, zooals het ontwerpen van
gen. Generaal Eland had 't, met den eenvoud, hem een ploeg voor de tabaksvelden in Deli, waarvan
eigen, eveneens zoo klaar en duidelijk gezegd. Geen verschillende Maatschappijen indertijd honderde be-
1,.kleine middelen" mogen, bij de overweging of een stellingen hebben gedaan, bewijzen voldoende de werk-
officier al dan niet promotie zal maken, worden ge- 1 zaamheid en het doorzicht van dezen bekwamen
bruikt- Wanneer gij, jaren-achtereen, iemand voor man.
zekeren rang ongeschikt oordeelt, zeg hem dat dan Hoewel met een groot gezin vertrokken naar het
ronduit; laat 't hem blijken, maar stel den man niet 'verre Westen van Amerika, bleef zijn hart toch in Hol- stelt wit zijn schijven zeer sterk,
op 't allerlaatst voor een „fait accompli". Generaal land, en was hem niets liever dan met zijn vele vrien-, 31. 812.
16. 22 11 16 7?
Wit.
Zwart 1 schijf op 36 en 3 dammen op 1, 2 en 60.
Wit 1 schijf op 6 en 1 dam op 37.
Ie V a r i a n t.
Wit. Zwart.
1. 37—48.
Gedwongen; los gaan staan kan niet wegens 50-11
Fout. Zwart ruilt af om moeilijk spel te vermij- en 112 van zwart; op de lange lijn blijven kan
den. Het slaan van 16 7 kost echter een schijf.
Door dezen afruil brengt zwart zijn schijven op den
langen vleugel in 't spel
Eland voegt eraan toe: over het algemeen wordt, in den relaties te onderhouden, om daardoor op de hoog- j Niet sterk. Zwart bezorgt zichzelf lastig spel aan
het leger, ieder, wien dat toekomt, bevorderd. Doch: te te blijven van 'tgeen hier in den Landbouw omging den korten vleugel. 1520 was hier de goede voort-
men handhave strikte rechtvaardigheid en loyauteit! en wederkeerig belangrijke beschrijvingen te geven zetting.
iNiemand zal ook generaal Eland betwisten, dat de van dat heerlijke land aan de Stille Zuidzee. j 32. 3933 410.
Kamer, met adressen gebombardeerd, ook nadat zij Tal van jongelieden die van hier vertrokken om zie vorige opmerking,
j zich eenmaal eene opinie heeft gevormd, officieren- ook daar in den land-, tuin- of ooftbouw te gaan, 33. 3328 38. 34. 3127!! 1721.
aangelegenheden heeft na te pluizen. Wie zulk sys- vonden daar terug denzelfden vertrouwden man om Eenigste zet. Op 1318 zou wit laten volgen 28-22
teem bepleit, is noch de ware vriend der officieren- hen met zijne adviezen behulpzaam te zijn. 3833, 3025 en 35:4; op 1520 dezelfde slagzet;
zelve, noch die van het welbegrepen gezag. Als de Stellig zal het velen genoegen doen te lezen, dat 0p 1420 zou volgen van wit 3429, 2822 en
I atmospheer van „het militairisme" zuiver is, dan ook hij in het land zijner inwoning werd geëerbie- 32:5; op 1218 wit 2722, 32:3 (zwart 23:41),
heeft het Parlement zijn neus te houden buiten „de digd als een verdienstelijk man, en kom ik daar- -vvit 4237 en 38:27.
boeken" van het departement. Volkomen juist! Doch om beleefd vragen een plaatsje te geven aan «en 35. 3025 21-26?
i waarborgen moet men hebben, dat de dampkring rein jjq MEMORIAM, 't welk ik overnam uit de Santa- Niet sterk, beter is 1318,
is. Die garantie miste men totdusver al te zeer. Cruz-Surf en vrij vertaald uit het Engelsch als volgt
I Zij wordt geleverd door het eerlijk en absoluut-be- weergeef.
ook niet, zie 2e variant; 3726 van wit geeft het-
4238 12 18. zelfde spel als 3748, omdat wit slechts de velden
4137 1823. 3, 25, 48, 26 kan bezetten. Zie hier voor verder op-
4742 2328. merking achter 4den zet.
1. 36—41.
2. 48—25 of 26.
4137 1923. zie opmerking len zet van wit.
5044 1419. 2. 4147.
4439 1014. 3. 253 4738!
3631. wit zou nu ook op een der velden 25, 48 of 26
kunnen staan. Indien hij op 48 stond zou hetzelfde
Tegenover de wigvormige middenstelling van zwart spei volgen ais nu hij op 3 staat. Indien hij nu
l op 25 of 26 stond zou direct 4729 door zwart ge-
speeld worden.
23.
24.
25.
26.
27.
33
34
40-
37-
22
23
-34
-32
4641
2429.
19 17.
1419.
10—14.
510.
28.
29.
30.
31.
4. 326 3829
5. 26—3.
Op 2648 volgt:
wit 48 18
6—1
45
27
27 en wint.
gevolgd door 913.
trouwbaar woord van een Cool. Nu zijn we op den
beteren weg. De „finesses" van het geval-Römer
boezemen slechts zeer weinigen belangstelling in. De
▼raag, inhoever deze overste al of niet sympathiek,
kundig, goedmilitair was: ze is van zeer-secundair
belang. Niet over personen gaat 't hier, maar over
quaestiën van rechtvaardigheid, waarheid.
De toon van den heer Van Hoogstraten, den
grootsten" man dezer Kamer, in lengtemaat,
was gezwollen, op 't kantje van lachwekkend-wordens
Hoogachtend,
Uw dw.
J. ZIJP Hz.
36. 3833 1218.
Zie vorige opmerking.
37. 4238.
1
Wieringerwaard, 10 Mei 1910.
Rede, uitgesproken aan 't graf van den heer
E. C. Willekes MacDonald te Aptos, California,
door zijn vriend H. A. van C. Torchiana van San
ta-Cruz, in de kapel van het Crématorium te Oak-
land, California, op Maandag 18 April 1910.
Mijne vrienden, zoo zijn wij dan vandaag bijeen
Wit maaakt van den 35en zet van zwart het juiste
gebruik; zwart heeft nu geen enkelen goeden zet van zwart.
zwart 5039 1
5.
6. 3 45.
Indien wit op 34 of 40 slaat dan
wit 61
zwart 1 45 506 en wint.
6. 17
7- 45 1 5045 en wint.
2e V a r i a n t.
Wit Zwart.
1. 375
Los gaan staan kan niet wegens 5011 en 112
meer.
Stand na den 37en zet van wit.
Zwart.
of pathetisch. Wordt er, riep de man, die in Ut- om de laatste eer te bewijzen aan 't stoffelijk over-
recht II J. Roëll verving niet achter den rug van schot van den man dien we hebben leeren liefheb
belanghebbenden, requestranten, om gehandeld!? ben, en eerbiedige hulde te brengen aan zijne nage-
Neen, heeren, daar protesteer ik tegen. Geheimhou- dachtenis.
ding is soms noodig. Wee u, zoo gij het aanzien ik kwijt mij van een vriendenplicht, welke hij
van het leger durft krenken!... De heer Van Hoog- wederkeerig aan mij zoude hebben bewezen,
straten kan waarschijnlijk een, niet-onaardigen toast j Voor hem zoude het eene gemakkelijke taak zijn
slaan op 'n officieren-diner. Maar zijn pathos, ge
zwollen van aard, vormde schril contrast met den
zakelijk-eerlijken, waardigen, echt-sympathieken toon,
dien men van een Eland, van een Cool, ook van mr.
Van Idsinga hoorde.
Bij aen aanvang der vergadering had de voorzitter
een kort woord van waardeering gesproken aan het
adres van oud-minister Nelissen. De Kamer juichte
't van harte toe. Inderdaad wordt mr. N.'s vertrek
uit het Kabinet door allen oprecht betreurd. De heer
Nelissen wass slaaf van zijn plicht, in den letterlij
ken zin des woords. Hij gunde zich geen rust, en
het gevolg was eene zoo-ernstige overspanning var
de zenuwen, dat slapeloosheid de krachten van den
verdienstelijken jurist allengs dreigde te sloopen.
Zou hij de portefeuille behouden hebben, dan ware
herstel vrijwel uitgesloten geweest, want de heer Ne
lissen kin nu eenmaal niet anders dan zich met alle
beschikbare kracht geven aan zijne taak. Waar zulk
alternatief zich voordeed, was ontslag-vragen onver
mijdelijk.'
Het zeggen is en blijft, dat mr. Regout, de Hel-
mondsche gedeputeerde, zal worden geroepen de taak
van den zeer-ijverigen oud-raadsheer voort te zetten.
De heer Loeff durft er zijne brooze gezondheid niet
aan wagen. Intusschen brengt een en ander geduchte
stremming bij den legislatieven arbeid teweeg.
Al voegt de Kamer morgen nog wat bij haar lijstje
van werkzaamheden, bar-onvruchtbaar zal dit jaar
blijven.
geweest, vriendelijke woorden te wijden aan een an
der, omdat steeds eene milde beoordeeling voor alles
wat goed is, voortvloeide uit zijn ontvankelijk ge
moed.
M!jn beste vriend MacDonald, op uw levensweg
vergezelde u zooveel geluk, dat het niet mogelijk is
dit in korte trekken te vermelden, maar toch denk
ik daarbij het meest aan uwe toewijding en liefde als
echtgenoot, de vaderlijke zorgen voor uwe kinde
ren en uwe trouwe vriendschap en plichtsbetrach
ting, die ook voor mij van zoo groote beteekenis zijn
geweest.
Zooals uw leven in het verleden is geweest, zal uwe
nagedachtenis in de toekomst bij ons blijven voort
leven
50—17
2. 546 gedwongen. 3641 en wint.
Indien wit als le zet 3746 speelt zet zwart eerst
■''039, wit moet dan op 5 spelen waarna zwart wint
door 3917 en 3641.
De redactie verzoekt den lezers beleefd, waar zij
in geanalyseerde partijen of eindspelen aanvullingen,
op- en aanmerkingen enz. meenen te kunnen maken,
deze steeds ten spoedigste op te geven. Ook zij is
feilbaar, en zullen opmerkingen den inhoud van deze
rubriek niet anders dan ten goede komen.
SCHAGERBRUG.
Bij onderhandsche aanbesteding is de herstelling,
van 't café „Hei Zijper Veerhuis'', eigenaresse mej.
wed. C. Swarthof, opgedragen aan den heer G. Ple
vier het timmerwerk, aan den heer S. Renooij het
schilderwerk en aan den heer Jb. Bes het metselwerk.
ARME DROMMELS.
Te Bovenpekela (Gr.) zit sedert Dinsdag het ge
zin van den arbeider-schoorsteenveger W. H. zon
der woning, die was afgekeurd. Het kampeert nu
(er zijn samen 9 personen) aan het Hoofddiep in
de open lucht. Een woning was voor de arme liên
niet te krijgen.
WEINIG FRUIT.
Men meldt uit Bangert (N.H.):
De fruittelers alhier, voor wie de maand Maart
Wit.
37. 712.
Er valt niet veel meer aan te doem; op 812 zou
wit met 3430 vervolgd hebben, dreigende 3024,
Uw leven was een leven van opoffering en toewij- zwar(. 8chijfoffers niet verhinderen
ding, niet alleen gewijd aan uwe plichten tegenover 15_20 zou wit naar dam gaan door 27—21,
uwe familie, vrienden en kennissen, maar ook in gg22 35.4; op 1417 voigt 34—29 (om den na- 't begin April zooveel beloofden, klagen zeerover
dienst van deze landstreek en van uw geboortegrond. 23 41 té beletten), 2722 en 32:1. Nu gaat den stand der vruchtboomen en vreezen voor een
Wanneer ieder, 'tzij man, vrouw of kind, waarvoor ^ter ook naar dam.
ge een goede gedachte of wensch hebt gekoesterd gg 16-7 12:1. 41. 3833
39! 34—29 23 34. j 42. 32 3
40. 2823 19 39. 43. 317.
en tot vervulling gebracht, hier konden zijn, dan zou
hunne dankbaarheid aan deze plaats eene hooge wij-
39 28.
17.
Zwart geeft
op.
zeer nadeeligen oogst.
Storm en hagel hebben veel bloesem ontijdig doen
afvallen, voordat de vrucht zich had gezet.
OP DE POLITIE GESCHOTEN.
Twee agenten van politie, die gisternacht te Rot
ding geven.
Maar goede vriend, uw uitvaart is eenvoudig er
in overeenstemming met uw leven onzer damrubriek het naspelen ten zeerste aan. Wit vensteeg en omtrèvinp- "h»éVvt«'n j.rC °cna"
Enkelen streefden naar roem door de wereld te deze partjj y(K)ral laats[e 1Q zetten gQed eefige liedfn dfé zfrh in H» cT 0ms>treeks 3
veroveren, anderen door t verkrijgen van gespeeid en geprofiteerd van de foutieve zetten van verdachte wijze oóhielden Terwiii a;e" eS op
maar gij goede vriend, zocht het beste door de toe- zwart VooraI dP 36 en t yan it verdienen de °ljhlelden; terwijl z.j op deze perso-
genegenheid te verwerven van uwe kennissen, een
r.en bijzonder hun aandacht vestigden, loste een
Feuilleton.
ROMAN
van
HANS VON ZOBELTITZ.
23.
Lene keek haar broer weer aan, alsof zij hetgeen
Wilhelm had gezegd, wederom niet had begrepen. Zij
bewoog de lippen zonder dat zij iets zeide, misschien
bad hij het voor een vraag gehouden.
„Nu hij moet toch wel aannemen, dat het va
der zoo opgewonden heeft, omdat hij zich bij de
'erkiezing voor den gemeenteraad als vooruitstrevend
'andidaat heeft laten proclameeren. Dat heeft vader
bet allerlaatst in, de courant gelezen. Wees goed en
Vriendelijk voor den armen Frits."
Zy fluisterde een ja, maar recht begrepen had zij
haar broer nog niet.
En dan stond zij aan de geopende kist. Eerst als
versteend. Keek naar het stille grijsaardsgelaat, dat
heel erg klein geworden scheen, keek naar de witte
lokken, keek naar de witte handen, waartusschen
Martha een klein kruisje en een ruiker vergeet-mij-
metjes had geplaatst.
Keek dan langzaam den kring rond, naar de an
deren die rondom de kist stonden. En zij zag voor
de eerste maal op al die gezichten den heiligen
ernst en de diepe smart, erkende voor de eerste maal,
dat zij allen van dezelfde droefenis vervuld waren
evenals zij.
Zacht liep zij naar haar moeder, sloeg de armen
om heur hals en kuste haar op het voorhoofd. Zij
trad weder op de kist toe en eindelijk kwamen
de tranen. Zij losten zich zacht op en zij kon stille-
kens een gebed prevelen.
Ook Heckstein stond aan de kist van zijn ouden
vriend.
Toen zij de kamer uitgingen lag Diana voor de
deur en kwispelde met den staart. De pastoor boog
zich voorover en klopte het dier zacht op den kop;
bijna teeder: „en nu praten die verstandige domme
menschen van het hersenlooze creatuur," meende hij
weemoedig en streelde den hond. „Stil Diana. Hij
heeft jou ook lief gehad."
Dan schoof hij zijn hand onder Heiena's arm.
„Kom kind, wij willen eens enkele oogenblikken in
den tuin wandelen."
Zwijgend liepen zij tot aan de groote kastanje, on
der welks schaduw hij met den ouden ritmeester
zoo d.'kwijls had gewandeld. „Kindlief, zij hebben
mij verteld dat jij als buiten je zinnen bent. Dat is
niet goed van je. Zie eens, ik wil Je niet met leege
troostwoorden aan boord komen, ook niet met ver
wijten. Maar ik heb je gedoopt en aangenomen, en
heb ik dus dunkt mij ook wel het recht een paar
ernstige woorden met je te spreken. De Joden heb
ben klaagvrouwen en verscheuren hun kleederen en
str„o<en asch op hun hoofd. Wij Christenen kijken
den dood anders aan. Hij mag geen verschrikking
voor ons hebben. Voor ons is het niet anders dan
de overgang van het wereldlijke tot de eeuwigheid,
1 en wai kunnen wij heerlijkers van een geliefde doode
weten, dan dat het hem wel is.
Zij liep naast hem, met diep gebogen hoofd.
Lene ik ken je,' sprak hij verder. „Zoo waart
ge "reeus van jongsaf aan, steeds kookte het in je
binnenste over, zoowel bij vreugde als bij smart. Het
leven vordert en eischt evenwel maathouden. Denk
er niet alleen aan lief kind, dat je goede vader er
niet meer is. Denk meer er aan, hoe lief hij je
heeft gehad. Ik mag je dat zeggen: je waart in 't
bijzonder zijn lieveling. Nog in de laatste dagen heeft
hij zoo menigmaal over je gesproken, in teederheid
en ook in zorg. Maar de zorg heb ik hem uit het
hoofd .gepraat en dan schitterden zijn mooie blauwe
oogen: „mijn laatste!" zeide hij."
Haar hand beefde op zijn arm. „Oom pastoor," ant
woordde zij heel erg zacht. „Ik heb vader zoo lief,
zoo heel lief gehad. Ik kan eigenlijk niet zeggen hoe
innig wel. Maar nu kwelt mij het verwijt: ik ben
niet goed genoeg voor hem geweest, ik ik heb i
ook niet het rechte vertrouwen in hem gehad."
j „Kind zoo moet ge niet denken. Denk slechts daar
aan, dat ge hem hebt lief gehad. Dat is genoeg en
dat is alles. Het andere: lief kind dat is wel het
lot van alle ouders, dat hunne liefde niet geheel
i vergolden wordt. Een kind kan ouderliefde en
ouderzorgen misschien niet geheel vergelden, want
beiden zijn te groot en te oneindig. Maar daarnaar
vraagt ook het ouderhart niet. Dat wil alleen voe
len, dat de kinderen hen lief hebben en goed doen
in hun zin."
Weder zeide zij: „ik had toch meer vertrouwen
in mijn vader moeten hebben."
„Wanneer kinderen groot worden, Lene, zoo gaan
zij hun eigen weg. Dat is niet anders in de we
reld en door God zelf zoo gewild. Het is dan ook
niet noodig, dat zij eiken keer bij hun ouders komen
en vragen: ben ik op het rechte pad? De hoofdzaak
is, dat het voor hun eigen geweten den rechten
weg is."
Zwijgend liepen zij een stuk verder en kwamen
toen langzaam op hun schreden terug. Toen begon
Heckstein weder: „De Rackowers waren gister bij
mij Lene. Ter wille van jou. Je weet bepaald wel
waarom?'"
„Ja oom pastoor," antwoordde Lene zacht.
„Het is eigenlijk niet het uur, om je geluk te
wenschen, mijn dochtertje. Maar ik denk, dat ik het
toch maar doen zal. Juist in je vaders zin, want
hij heeft nooit iets vuriger voor je verlangd dan een
goeden, braven man. Dat hij dit had mogen bele
ven! Je hebt hem zeker zeer lief, je Neuchateller?"
Toen bleef Helene staan. Zij keek naar den grond.
Tusschen haar wenkbrauwen groeven zich een paar
rimpels.
„Oom Heckstein..." zeide zij aarzelend. „Ik weet
het niet
„Maar lieve Lene
In deze laatste twee dagen was de herinnering aan
Merivaux, de herinnering aan die vluchtige minuten
in het Rackower park somwijlen haar wel door den
zin gegaan. Maar zij had elke gedachte afgeweerd,
e\ enals zij zichzelf aan de liefkozingen van Merivaux
had onttrokken.
„Maar Lene!" herhaalde Heckstein.
Toen richtte zij het hoofd op en keek hem aan.
Heel diep stonden nu de rimpels in het afgetobde
bleeke gelaat.
„Ik weet het werkelijk niet," zeide zij nog een
maal. „Laat mij tijd!" En zij snikte. Dan greep zij
naar de beide handen van den pastoor en drukte die
hartstochtelijk: „dank oom pastoor, u heeft mij toch
goed gedaan. Dank
Zulk een treurende schaar was er nog nooit in
het kleine kerkje van Rohlbeck geweest. Nu werd
eerst duidelijk bewezen, hoeveel liefde de oude ritmee
ter, de eenvoudige man, in zijn kring en daarbuiten
wel had bezeten. Heckstein had gelijk, toen hij in
zijn eenvoudige rede beweerde: „hij is heengegaan
tot eeuwigen vrede en laat hier beneden geen enke
len vijand achter."
Van ver uit den omtrek kwam de landadel. Maar
er kwamen ook boeren en arbeiders uit de dorpen,
met vrouw en kinderen. Op dezen dag, lieten zij
den arbeid rusten, om aan den heer van Rohlbeck