i
Zaterdag 28 Mei I91(t.
54e Jaargang. No 47 LV
DERDE BLAD.
Van dit en van dat.
"1
r
ter
i
Terug! en op 'n afstand asjeblieft! Hier worden
alleen toegelaten, die 't met ons eens zijn. De Ko
ningin mag niet weten, wat er onder haar volk smeult
en geleden wordt. De straten moeten geveegd, de hui
zen versierd worden, de wachten uit gezet, opdat niets,
wat de oogenblikkelijke opgetogenheid zou kunnen be
derven, aan 't licht kome. De glimlach van 'n vorst
is de welvaart der natie.
En op de uren, vastgesteld bij hoog bevel, rijden
j de koetsen voor, en stijgt de Rijksvorstin met ,,dc
Hoop san 't Vaderland'' in, en lacht en groet den
I leugen van 't niet-weten hoe 't eigenlijk is, uit in
hand- en zakdoekengewuif, en laat de Overheid der
stad haren innigen dank overbrengen voor de spon-
S Dl MM KRIK.
BOEREX-VERH AALTJE.
„Zoo!" bromde oude Krelis, toen het vrouwtje
kwam binnen-strompelen en haar parapluie met een
smak tegen de tafel zette; zelve hijgend op een
stoel neervielZoo Aaltje..."
Eft hij bleef naar buiten kijken, naar z'n over
buurman, bij wien ze juist bezig waren een varken
naar binnen te trekken, dat voorgevoel scheen te
tane geestdrift en aanhankelijkheid der burgerij. En hebben van wat hem er wachtteBloedlucht van
er valt 'n lapje van duizend in de armkas der gemeente,
'dat de aangegane schuld nu reduceert tot negen en
I dertig duizenden het politie-corps deelt 'n dooeurtje
j van twee gulden den man, waar de enkeling moeilijk
i den tandarts van kan betalen voor de twee of meer
j tanden, die hem gedurende deze feestdagen werden uit-
gestompt.
I Maar de Koningin is tevreden, en gevoelt zich ge-
lukkig in 't geluk van haar volk. even onwetend als
Deux hommes sont en moi, 1'un jeune, 1'autre vieuvde koningszoon Siddartha, vóór hij tot Buddha werd
Le vieux, c'est ma pensée, a qui rien de la vie j de Verlichte en hem door aanschouwing, zon
CCXLVIII.
AMSTERDAM IX FEESTDOS.
Ne cache son mensonge.
„Deux Hommes".
Paul Delair.
„Die Veredlung des Volkes ist kein Traum
ich will sie in die Hand der Mutter werfen, in die
Hand des Kindes und in die Hande der Bosten."
Pestalozzi.
der versiering, zonder plechlige ontvangst, zonder mas-
kers, door aanschouwing met eigen oogen, door on-
dervraging met eigen mond, de Waarheid gewerd.
En over 'n paar dagen, na nog 'n_ paar etmalen
is 't alweer afgeloopen en voorbij. Dan worden de
vlaggen weer weggeborgen, het verlep!e groen opge
ruimd en de tribunes weer afgebroken. De prinsen,
114 VlU VLU.PU A\ LU 1111 j-yLIJ Ilt Uil A lJUlOtOOVy-Ul UIVLV. r 1 1 1
nauwlijks bekomen van de ontsteitenissen, door de ko- gen van één dag ontwaken op 11 kantoorkrukje, ach
meet van Halley veroorzaakt, ja zelfs onder de ontstel- ter 'n toonbank, voor n klasse, op n bok oi waar
tenis harer bedreigingen door, zijn we hier aa i 't dan ook, maar in geen geval op n vorstelijk praal-
werk getogen, om het koninklijk echtpaar, mitsgaders bed. Dan is de roes voorbij. Dan halen ze voor n
Prinses Juliana, feestelijk en met luister te ontvan- stuiver witte terpentijn, om de vlekken uit hun beste
gen. En dat was goed en gelukkig, 't Leidde onze jas te verwijderen, en de twee dagen, die ze met hun
aandacht af van 'n zóó ernstig en dreigend gevaar, als jongens in „den Hout'„in de duinen in „het Bloe-
'n wereldondergang wezen kan. Want terwijL de ko- mendaalsche bosch" of „de Meer in' van plan wa-
meet op ons aanrende met 'n snelheid en 'n vaart, waar I 'ren door te brengen, worden van het zomer-programma
wij geen begrip van hébben, terwijl de naderende con- afgeschreven. De pret van toen de Koningin in de 'stad
stellatie liet samentreffen van komeet en aarde - was. heeft dit genieten van de natuur onmogelijk ge-
op het overige deel onzer planeet tot 'n consternatie maakt; de centen zijn op.
werd, zelfmoorden veroorzaakte, aanleiding tot krank- De Koningin is er niet wijzer en niet rijker door
zinnigheid whs, processies deed vormen, om Z. H. geworden en de Amsterdammers niet beter en... ar-
iit ij:_iru ii1: __i_ _i ..„i„.,i
slaehtlokaaltje rook... Zich de ooren eerder scheen
te zullen laten afrukken dan toe te geven
„Zoo, Aaltje!"
De andere, de dochter, keek tante met wantrou
wende oogen aan. Was krek de vader, zoodra ze
vermoedde dat iemand om centen of zoo kwam. Had
't tante Aal nooit vergeven, dat zij dat zaakje tus-
schen Klaas Bongers en Dina van den brievengaar
der, in orde had gemaakt, bewerkt had, met haar
taai aanhouden en soebatten, dat vader Theunissen
z'n dochter dat aardige huisje bij het Zandpad niet
ten huwelijk gaf, waardoor de oude Bongers ertoe
kwam om Klaas eene toelage van vijf gulden in de
week, eventjes, te secureeren... Als de bank, hoor!...
En zij trouwen konden wanneer ze maar verkozen.
Zoo'n bemoeial, zoo'n venijnige konkelaarster... Had
er zeker van beide kanten percentjes van gekregen...
Mien kruiste de vuurroode, dikke armen, schoof
de beenen vooruit en bleef tante scherp aankijken.
Vermoedde iets bijzonders
Merkte wel, dal Mien hem met oogen als kool
tjes-vuur zat aan te kijken... Trok er zich geen steek
wan aan... Had z'n berekening al-lang gemaakt....
Liep. met vader, een eindje op. Had tante Aal ook
al knipoogje gegeven... Zoo'n slimmert, die Hannes.
Ze sloffen samen over den straatweg bij 't dorp.
„Jongen' zei oude Krelis, ,,as ze nou toch 's
doorzet.... Je mot denken..."
„Doet ze niet! Allemaal dreigement. Begrijp je
dat nu niet
Even slechts het geluid van de sloffende over steen
tjes schurende boerenvoeten.
Dus jij... jij...?"
Hield hem breede ruige hand voor....
„Nee. dan is 't goed!'
Dadelijk stopte Hannes z'n handen in de broek
zakken, zei in geen vijf minuten woord meer...
Rekende na... 'n Dikke vierduizend stellig..
Wanneer-ie in dezen tijd van liet jaar trouwde was
lastig. Nou ja, maar vierduizend, op z'n minst...
En intusschen kauwde Krelis, wel gerustgesteld,
maar toch nog niet heelemaal-secuur, op de versche
pruim, die hij zich genomen had..
„Hij is een schurk!" riep de oude boer uit, tlie
terecht stond wegens mishandeling van zijn schoonzoon
„een schurk, edelachtbare! Wat ik U zeg!"
En toen de president hem tot kalmte aanmaande;
'm verbood zulke scheldwoorden hier te bezigen, werd
oude Krelis, de beklaagde, nog rooder van opwinding
en gillend klonk zijn uitroep:
„Een falsaris, edelachtbare!.;.. Wie op handslag...
Op handslag!....
Op de voorste bank der getuigen zat dikke, breede
Kannes, met z'n sluwe oogjes en den harden trek om
Oude Krelis schoof z'n tabakspruim naar den an-z'n dikke lippen te schudden van 't lachen... Zoo'n
deren kant van zijn mond dan waar-ie 'm sinds j pret... De ouwe had bij de zesduizend moeten opdok
een kwartier had bewaard, keek zijn zuster aan en ken: Mien d'r moeders-versterf... En toen vader haar
wees naar 't koffiepotje, dat boven het olielichtje zei, dat Hannes hem, op handslag, beloofd had, dat
stondI er niks van komen zou... Toen had Hannes de schou-
„Nouzet tante Aal1 ders opgehaald... „Ik!? Man, je wordt oud. Zeker ge-
Mien schoof d'r stoel met een nijdigen ruk ach- droomd
teruit, schonk in: „Asjeblieft!" zei ze, opmerke- j Tot op den dag, toen vader hel geld had moeten
lijk hard pratend.
Tante slurpte koffie, veegde haar lippen met een
punt van der schort af. Maakte opmerking over het
groeizame weer.
Na eene lange pauze kwam bevestiging van broer
Krelis.
„Bijzonder! Bijzonder!"
Én hij geeuwde, lekker uit, kijkend hoe laat 't
den Paus zijn voorbidding le verzoeken tot afwending mer. De lintjesregen, die ook nu wel volgen zal, stelt was. Nog geen melktijd
van gevaar welke voorbidding nu blijkt misschien j er zooals altijd meer te leur, dan dat zij er vol*- Mien schudde van neen. Nog lang niet.Zóó
wel geholpen te hebben, want er is zoo goed als niets doet; en de ijverzucht, die eerst nog zweeg in hope, makkelijk krijg je me hier niet weg, vadertje
gebeurd terwijl negers offers brachten en dansen gaat zich nu uiten, tot tijd en wijle „the things come in Merkte best, dat ze tante in den weg zat. Heer-
uitvoerden, ter bezwering van het naderend onheil, Pa- motion agaïn" en de vertooning weer opnieuw bo- lijk:.. Juist blijven nu...
rijs en Keulen en nog wel andere steden 'n „Welaan gi*t. j .„Zeg, Krelis!" kwam vrouwtje op eens uit den
dan, gescheiden 1" aanhieven aan 'n galgenbanket, waar- i hoek:
aan de ernst van 'de galg zoo goed als die van het
Hij gromde, alweer geeuwend iets...
„Weet-je 't van Lamers?"
In Mien's oogen schitterde iets. Had ze 't niet
gedacht... Nou op d'r post blijven
,,Ldmers?" vroeg Krelis héél-verbaasd... „Nee!"
Én nog-eens keek-ie op z'n horloge.
„De bonte is kapot... Van nacht om een uur of
drie gekrepeerd... Zoo'n pracht van een beest. Niet
En zoo glijden, dansen, rollen, zingen, pruttelen
scheiden ontbrak, terwijl ondeugende menschenkenners w>j van den eenen dag in den anderen, van de eene
munt sloegen uit de consternatie en alteratie door de generatie in de andere, Eduard begravende, George V
komeet veroorzaakt, en beurs en geweten gelijkelijk be- I verwelkomend, de Koningin en 't Prinsesje wat voor-
zwaardenterwijl, zeg ik, de heele wereld de kluts liegend en enszelf wijs-makend, dat we leven in 'n
kwijt was en er over tobde of wij den dag van morgen sfeer van geluk en wijsheid, als we 'n dag of wat
en overmorgen nog op dit ondermaansche of in andere den kluts kwijt zijn.
gewesten zouden doorbrengen, en publieke redenaars j En misschien is dit alles goedt Waarom zou t niet
hun best deden, om de menschen in bedwang le hou- goed zijn?! Alles kan toch niet wezen en beant- verzekerd. Geen cent!
den of tot rustig afwachten te brengen, sloegen wij woorden aan datgene, waar Natuur en evolutie-eisch „Hm! zei nichtje spottend... Stommerikken ook!
hier zoo kalm onze spijkertjes, om er groen en vlagge- het op toelegden, dat 't wezen zou? Bloesems zijn.
doek aan op te hangen, alsof er in het gansche heelal om er vruchten uit te doen rijpenmaar alle bloe
van geen komeet en de haar vergezellende onrust, sprake sem wordt toch niet tot vrucht!? Neen!.... toch jam-
was. j mer van den bloesemAlle goud kan toch geen zegen
De waarschuwing van Henrick la Been zestien- brengenNeenl... toch jammer van 't goud, en van
honderd en zooveel door de heele wereld met ge- den ziegen nog meer Moet 'n toorts, n lamp. 'n moeder, die" den boer altijd op den kop had gezeten
spitste ooren vernomen, heeft ons zelfs niet doen op- kaars geen licht geven? Moet 'n knecht niet met toe- wiet immers 't heele dorp
kijken. wijding dienen? Moet 'n heer niet met wijsheid en „De vrouw kan elk uur het zesde verwachten...
i goedheid regeeren Waartoe zijn ze dan knecht of Lamers heeft 'r niet eens durven vertellen van de
„God laat ons heden zien. en toont ons aan van verre, heer1 Als de zoetheid aan 't gebak ontnomen werd, bonte
Een sterre met een staart, een vreeselijke sterrc, waartoe diende dan onze smaak? Als geur van bloei- Krelis knikte zwijgend. Voelde dat Mien hem aan-
Dio bliksemt door de lucht en zwaait gelijk oen roe. men geen invloed op ons had en ons niet beweldadigde, treek... Werd onrustig.
Wist natuurlijk, waar 't heen ging
„Tjonge, tjonge!" beklaagde broer, „dat's ongeluk
kig! Héél miserabel... Zeg, Mieptje..."
Over den melktijd, alweer
„Nog lang niet!" Zei Mien resoluut. Sprekend haar
Kijk uit, vrij Nederland! èn Engeland, zie toe!
De geesel is gereed; God heeft hem al in handen,
En zal daarmede slaan óf uwe óf onze landen,
Of beide tegelijk, want in een huisgekijf
Zoo slaat de vader zelfs de kinders op het lijf".
j waar diende dan ons reukorgaan toe? Als schoon- Tante had zoo graag gezien, dat nichtje was gaan
heid ons niet doet bewonderen en verheft, waartoe melken... Toch hoog-tijd
i dienen dan onze oogen? Als wijsheid, waarheid, ge- Mien werd rood als een kers, van woede. Als
zond verstand, nadenken ons den weg niet wijzen. ze baar wilde dwingen... Nou, dan
waartoe hebben wij dan ons onderscheidingsvermogen „Bet!" riep ze, naar de deur gaande, „Bet!"
gekregen, en waartoe dient 't dan? Waartoe dient dan Éen yerre stem antwoordde. Ze schreeuwde nog
We hebben 't gehoord, maar er verder niet over 't een en 't ander? Als er geen handen zijn om aan wat
nagedacht, omdat we het te druk hadden met andere te nemen, waarom is er dan overvloed? En wederom: Krelis trommelde met de vingers op tafel. Zuchtte
dingen. Alleen toen de naam Engeland genoemd werd Als er handen zich uitsteken, om aan te nemen, om eens... Mien kwam terug.
en 't telegram vair Koning Edwards dood ons bereikte, Ie ontvangen, is er toch te kort, Ls er toch begeerte, Zaakje in orde. Ze had zoo'n pijn in d'r arm...
wisten we, dat één der door la Been '«waarschuwden, bede om hulp, cn honger naar voldoening?! De hand, Bet zou wej gaan.
getroffen was. Nederland had 'n kans te meer, vrij die vraagt, is niet minder dan de hand die geeft. Beide Vader mompelde nog iets
gesteld te worden. En 't werd vrij gesteld. De ko- voldoen aan 'n zeer natuurlijken eischen de voort- „Nee, da's best, hoor!" zei Mien. En de triomf,
meet is onze Aarde voorbij gegaan, zonder haar 'n brengende en ontvangende elementen, hemel en aarde, de 'haat, straalden uit de oogen, waarmee ze tante
anderen slag .van beteekenis toe te brengen, dan die, man en vrouw, zijn iets zeer logisch. Kan er met ont- Aaj aankeek
waaronder Edward viel, en het timmeren van zijn kist kenning van die beide van toekomst sprake wezen? Ik
had hier te lande geen anderen weerklank dan het geloof wel, dat de wereld een schouwtooneel Ls, waar-
neertellen... Gedagvaard door Mien... Niks aan te ver
anderen...
Tot dien dag was alles rustig gebleven. Maar dien
avond, bij Stevens, iu „De Roskam", gebeurde 't....
Dat de oude Krelis, die uit baloorigheid al-maar klare
had gedronken... Zeker wel twintig "glaasjes klare... Dat
Krelis op hem was aangevlogen. Knipmes bloot in de
vuist... Een jaap gegeven, dat het bloed tegen den
witten kalkmuur spatte....
De Vries erbij geroepen. Veldwachter had Krelis
naar den burgemeester gebracht....
En wat vader toen al-maar geschreeuwd had, riep
hij ook nu, vóór de rechtbank
„Een schurk! Een falsarismaar dikke Han
nes lachte toch zoo....
Schudde zelfs van pret, toen hij beloofde... Zwe
ren mocht hij Immers niet... De geheele waarheid te
zeggen...
President werd er echt-verontwaardigd over.
Maar 't was dikken Hannes te kras... Die vierdui
zend achthonderd gulden... Toch een prachtzaakie, hè?..
Hij moest vertellen van de „jaap", die oude Krelis
hem in den schouder had gegeven. Dokter had verteld
van gevaar, dat wond kon opleveren.... En hij wees
plekje aan. waar Krelis z'n mes hem geraakt had...
Pijn gedaan?....
Nou, en of...
Van-belang, hoor I"
Dikke Hannes schudde, schudde van het lachen...
„Zoo'n plas bloed!" en bij spreidde z'n forsche
knuisten uit...
„Of een koe geslacht was....
Maar terwijl-ie 't vertelde, trilden de vette schou
ders van het lachen... Hij kon 't niet uithouden....»
Zooals-ie oude Krelis er toch had laten invliegen
Zoo gloeiend... 1
MAITRE CORBEAU.
opslaan en in elkander hameren van wat tribunes en op wij allen, spelen moeten, inaar zou 't nie* goed
eerepoorten, om Koningin Wilhelmina en Prinses Ju- zijn, als wij onze rol ten minste met eenig nadenken
I liana feestelijk te begroeten.
„Nou, besy barstte Mien uit, haar breiwerk mid
den op de tafel smijtend, „best, geeft u aan Lamers
dan maar dat halfjaar uitstel van betaling... Goed...
speelden en er maar niet op los hotsten? Hebben wij Maar u weet, dat notaris Van Houten gezegd heeft,
voorzien. Toen ze komend
ij - - i®rs. die zijne bonte van-nacht
overleden i\.oniri£5 de lcmtste eer te bewijzen kunnen sf.oel, v cini men, niet op zitten k&n, is §een stoel, 'n h£L(l verloren en zoo'n, klcip h&d gekresen door dëit
kort gewieest zijn: „Innige bedroefdheid, veel men- Moeder, die haar kind niet zou liefhebben, is geen kassiertje, gevlucht en gefailleerd, waar-ie z'n dui-
6chen, vors ten praal, plechtigheid" toen Koningin en moedei', 'n Bestuurder, die niet bestuurt, is geen be- ten had belegd... Toen ze voor Lamers uitstel van
1 Prins elkaar aan t Gentraal-Stalion hier ontmoetten, stuurder. Zou dan n man wel n „Man wezen, als betaling kwam vragen bij d'r broer Krelis en Nichtje
I Indien nog....! Want zóó ernstig kan de Dood zijn hij niet nadenkt? als 'er in zijn ziel niet iets woonde Mien er zat, toen had tante Aal direct gedacht:
I keuze niet gedaan hebben, of ,t leven, het altijd voort- van het groote verlangen, dat de „glorie van den tijd" dat loopt mis
I gaande leven, geeft niets van zijn èischen gewonnen: genoemd is: twistzieke koningen tot kalmte te bren- „Je spreekt tegen je vader, meid I" zei ze, en de
Iluistert, maar luistert al voortgaande, en moet. ter- gen? zijn huis vrij te houden van dwaling, onverstand autoritaire, grijze oogen van oude boerin, die gewoon
Iwijldfe eene hand ten afscheid wuift, de andere gereed en willekeur? den leugen te ontmaskeren en de Waar- is tucht onder haar volkje te handhaven, richtten zich
hebben, om het welkom te salueeren. heid aan het licht te brengen Zal hij zijn huis niet op nichtje.
Eer Prins Hendrik aan 't vertellen komt van wat voor dieven sluiten, zoolang de nacht duurt, en niet'. Maar Mien d'r moeder was ook nooit te regeeren
hij zag en medemaakte in Engelands hoofdstad, zul- niet de zon opstaan om zijn strevenden arbeid voort geweest. Net 'n wilde kat, zeieri ze in het dorp...
len er eenige dagen voorbij moeten gaan. Want hier. te zetten? Zal hij den kwade en den weerspannige niet, „Best!" zei nichtje wetend dat ze toch de macht
lis er geen tijd voor. Hier nemen toejuichingen, hulde- 1 zoolang dwingen, totdat deze het goede doet? Zal hij in handen hield, „best, ik houd me er buiten. Laat
Ibetoogingen, eerepoorten, versieringen, cours, recepties,! 'ooit zijn taak opgeven? Beteekent 't woord „Man,-vader z n zin doen!
gastmalen, gala-voorstellingen, enz., de vorstelijke hoof-; dan niet 't zelfde als 't Noorsche „Gudt dat „God Krelis kiupoogae tegen zn zuster. .Moest haar niet
Iden en de vorstelijke attentie volkomen in lxïsla^j, en teekenten eeuwig scheppen, eeuwig ontwarren, eeuwig nijdig maken.,.. Liacnt aan Alien d 1 moeders-vei sterf, hand te drukken.
TOCH VADER EN MOEDER.
Jong moedertje wil op de Rijkspostspaarbank een
spaarduitje vast zetten voor haar zoontje.
Postbeambte: Neen, juffrouw, dat gaat niet, papa
of mama moet zelf komen. Wanneer 'n zusje dat doet,
geeft 't later te veel last.
Jong moedertje druipt verlegen af. Jong vadertje
gaat zelf.
Postbeambte: Hè, wat 'n gezanik! Neen, jonge
heer, dat moet vader of moeder zelf brengen. Wan
neer broers dat brengen, geeft dat later te veel last.
Tableau! (Historisch.)
een democratische vorst.
Het Nuovo Giornale vertelt een aardige geschiede-
Dis, welke de eenvoudige beminnelijkheid van koning
Victor Emmanuel toont. Nog zijn de bladen niet uit
gepraat over den handdruk aan den socialist Ferri
of de Koning ontvangt een socialistisch arbeider Al-
fred Lisi, die een glasblazerij heeft gesticht op coö
peratieven grondslag en audiëntie had gevraagd om
de belangen van zijn vakgenooten bij den koning te
bepleiten. Hij werd na een paar minuten wachten
ormiddellijkbij den koning gebracht. De man zelf
deed het volgende verhaal over zijn bezoek.
Ik verwachtte een rij zalen te moeten doorloo-
pen, en allerlei soldaten te moeten voorbijgaan. Niets
daarvan. Mi#3en in de kamer was de koning De ka
mer was eenvoudig, niet te groot, keelemaal niet
overweldigend.
Trouwens, als ik verlegen was geweest, zou de
houding van den koning mij wel moed hebben gege
ven. Hij kwam glimlachend naar mij toe en zeide:
Beste mijnheer Lisi, het is mij aangenaam u de
Dat ze eiken dag kon opvragen... Zou-ie minstens vijf- Hij liet mij plaats nemen in een fauteuil en eine
Thin*p growing to thiemselves are growth's abuse". duizend gulden moeten uitbetalen. Een ruïne.... Kon- zelf naast mij zitten op een canapé Onmiddellijk b<£
aerken van het gr'oote masker, dat noodzakelijk-1 shnkesnenre in ziin Venus and Adonis", en„"King le ,va°"nafht vaart m-loepen j gon het gesprek. De koning wilde weten hoe onze
bes', hoe wit vader werd, en dat z'n lippen organisatie tot stand kwam. Ik vertelde hem miin
■■bèefden. Den angst, d ie in zn oogen was, en spiedde moeilijkheden bij gebrek van geld en bescherming
wat er nu bij haar, Mien, omging... en ik voegde eraan toe:
„Doe wat jelui wilt!" zei ze. de armen kruisende. I Wij hebben lang uw gezicht niet gezien Sire
t Kan niet. Aaltje', verzekerde vader, pog na-be- behalve op postzegels!"
vend van den schrik, „waarachtig, 't kan niet!" En i De koning lachte opgeruimd en stelde veel belang
met dat-ie 't zei, gaat de deur open. in onze inrichting, de arbeidsvoorwaarden enz
Komt Hannes binnen die nu toch al over het half- I Ik zou uw fabriek wel eens willen zien zeide
jaar met Mien, van Krelis de Jager, „liep..." de koning.
Zag direct, dat er iets broeide. Smeet z'n pet op j Ik antwoordde:
Ide Koningin zal met haar groote-menschenoogen j ordenen zeggen wil?
leven min als 't Prinsesje met haar kinderoogen iets Thin^ growing to
Ibemerken van het groote masker, dat noodzakelijk-- Shakespeare in zijn
|heid misschien wel verplicht was te leggen op het y^ir„ wwt
aangezicht der stad.
Want Amsterdam is „Amsterdam" niet meer. De
|Dam. met zijn haveloos vrijheidsbeeld, alias „Naatje
lEanarm" geheeteu, moeilijk te zoeken achter dat Griek-
Ische marktplein met Ionische zuilen én hooge balda-
Ikijnen, waar groen en vlaggedoek en goud in kwistigen
1 overvloed van neerhangt, en 's avonds electrisch en
lgekleurd licht paleis en menigte overstort met de
Ischoonheid en de bekoring van 'n sprookje. De ar-
Imoede van het te sloopen commandantshuis, verbor-
Igen achter guirlandes en sparregron, verborgen ach-
Iter nog 'n tweede commandantshuis en 'n boogvormig
lamphiüieater, waarop rijke menschen zich plaatsen ver-
loverden, en luide juichen als de Koningin knikt of
Imet haar zakdoek wuift. De toegangen tot den Dam,
I anders hier en daar wijde trechters, om alles door
|te laten wat 'n groote stad kan déboucheeren, .zijn
Inu nauwe toegangen geworden, filtratie-openingen, om
lalles eerst op te vangen en te examineeren, wat zich
lop dit tijdelijk vorstelijk voorhof wagen zou. Vijftig
lagenten zijn hier in staat elke ongewenschte démon-
lstratie te voorkomen. Koningsgezindheid en nadenken-
Ide waakzaamheid sloegen hier de handen ineen: en
I (IR i in n :.ui J
en„"King
Lear" weetj dat
„Time shall unfold what plaited cunning hides",
dat de tijd zal openbaren wat sluwheid verbergt, maar
ook:
„W'ho cover faults, at last shame them derides":
dat hij die fouten verbergt, ten slotte door de schande
belachen zal worden.
|de duizenden, die voor het aangezicht der Koningin
staan, zijn onverdachten, die vrij ingaan.
Waar zijn ontevredenen nu? De anarchisten, so
cialisten, koning;hateis? Waar zijn de stakers, de op-
IbiLsers en slachtoffers van den gruwel in de bouw-
Ibedrijven? Waar zijn de vechters tegen hun eigen brood
|en levensonderhoud? De moordenaars van agienten en
maatschappelijke orde? Waar zijn de armen nu? de ver-
^ezenen, die buiten hun schuld de hand moeten op
bonden, en dit tevergeefs doen, wijl de publieke opinie
jbbm- eén kam weet te hanteeren, bij het scheren der
Menden.' Waar zijn ze nu? Waar zijn nu de klagers
lagers t die zich zouden wenden tot het hoog-
Recht of tot vorstelijke Genade, om te verkrijgpn
zoowel recht voor willekeur als brood voor honger?
Mr zijn ze nu?
Maar nu moet ik nezen beëindigen, anders komt
er weer 'n brief van Trapman, dat hij te lang of
te onbegrijpelijk is d.w.z.Trapman niet; maar
dezen brief net als verleden week. Nou, en 't is
'n schrijver nooit geraden, ruzie met zijn uitgever te
maken.
Als deze brief verschijnt, hoop ik hier of daar aan
'n strand, in de duinen of in 'n bósch te liggen.
IT d. H.
CORRESPONDENTIE
P. d. G. Dat kunt ge vinden in „Levenslicht",
verzameld door P. H. Hugenholtz Jr. Van wien
dat woord is, weet ik niet, ik hoorde het in En
geland meer dan eens zeggen en noteerde het als
spreekwoord. En vraag uwen predikant naar de
verklaring van dat verhaal: die kan er u meer van
vertellen dan ik... Ofschoon, ik dacht, dat ik nog al
duidelijk was. Over 't algemeen schijnen de menschen
den Bijbel niet genoeg te lezen, wat erg jammer is. Ik
voor mij weet geen ander boek, dat zoo boeiend en
zoo leerzaam is.
De ontvangst van uwen brief was mij zeer aange
naam, en ik dank er u vriendelijk voor.
G. G. Neen, dat was louter toeval, 't Woord
nieuwlichter" was oorspronkelijk geen scheldwoord
evenmin als „phariseër", welk laatste woord „vrome'
beteekent. „Suasso-museum" en „Stedelijk-museum"
ziin twee namen voor een en hetzelfde gebouw.
H. d. H.
den grond en gaf z'n meisje een kneepje in het dik
van der arm.
Tante een hand. Vader een groetwuifje..,
Luisterde naar de historie.
Nu, als Uwe Majesteit Asti passeert, kan hij
er een oogenblik blijven!
Wie weet? zeide de koning.
Ik waarborg u niet een geestdriftige ontvangst,
Had al driemaal straaltjes-tabakspruim gespuwd op merkte ik op; maar bij de werklieden moet
't vloertje....
Er tintelde iets in z'n slimme oogen... Laat Han
nes maai- loopen, zeien ze allemaal... Die vindt z'n
weggetje best...
Tante Aal, die al beweging had gemaakt om op
men te
vreden zijn met een zeer eerbiedige ontvangst.
Zeker! zeide de koning glimlachend.
Toen vertelde ik hem van onze moeilijkheden.
De koning hoorde oplettend toe en zeide toen:
Luister eens, ik kan niet veel voor u doen, de
1 n 1 nl V. „1 A l 1_JJ. 1
te stappen, ging weer op haar dooie-gemak zitten... i ministers handelen zooals zij verkiezen in het alge-
Voelde nog kans op overwinning...
En Hannes bleek haar bondgenoot te zijn.
Vond óók, dat vader dien armen donder most hel
pen...
Mien tikte met de punt van haar schoen wijsje te
gen tafelpoot...
Eer dat ze nu toch zou..
meen belang. Ik in de eerste plaats, heb mij te on
derwerpen. Maar zoo mijn woorden de verwezenlij
king van de wenschen van u en uwe kameraden kun
nen vergemakkelijken, zal ik mijn best voor u doen.
Toen merkte ik op, dat ik reeds veertig minuten
bij den koning was. Ik stond op, de koning even
eens. Hij geleidde mij tot de deur. Daar kon ik
„Krek-zool" stemde Hannes in. ,.'t is zooals tante mij niet weerhouden hem te zeggen:
Aal zegt, hoor!.... Je zoudt... Je zoudt slecht wezen.
Krelis als je..."
Vader zweette ervan, dat de druppels in z'n koffie
rolden. Mien zweeg. Lippen stijf-opeengeperst. Drukte,
van matelooze woede, de nagels in net vel van 'r
handen....
„Je weet 'tl"* zei ze eindelijk, schor van opwin-
mijn
op-
aar Hannes gaf vader een knipoogje. Weineen
:ou tóch niet... Allemaal malligheid. Zou hij wel
ze zou
voor zorgen.
Majesteit, Ik ben een arme drommel, maar ik
wilde u een verzoek doen.
Zeg het maar!
Als u 't niet kwalijk - neemt, breng dan
hulde aan de koningin! De koning reikte mij
nieuw de hand en zeide mij:
Met genoegen, zeer zeker.
En hij zeide nog deze woorden:
Morgen zal ik mij bezighouden met uw zaak
om u goed nieuws te kunnen zenden.
Per Dio! het ls een beste man!