Aiifiiuitie- Laiitailai
Nieuwe Abonnes
I
Jan en Jaap.
Woensdag 22 Juni 1910.
54ste Jaargang No. 4729.
Bureau SCH^GE^, Lain O 4.
Uitgevers i TRAPMiK Co.
ontvanqen de tot 1 Juli nog riba meldt d.d. 1 Juni 1.1
blad
GRATIS.
Binnenlandsch Nieuws.
i
1
Aloieei Nieuws-
i
Dit blad verschijnt viermaal p6r week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. By inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVEBTENTIEN in het eerstuitkomend nummer g-plaatst.
INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Interc. Teiephoon Mo. 20.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 C9nt.
ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Zoo heeft Langedijk dan in de laatste dagen een
paar nieuwtjes te bespreken, waar de gevolgen wel
niet van uit zullen blijven en die den bedrijvers zul
len doen inzien, dat berouw steeds te laat komt.
EEN GEHEIMZINNIGE ZAAK.
De correspondent van het Handelsblad te Parama-
Heden heeft in het fort Zeelandia een omstandig
tliYYlin0re Vift\1 tilt rerhoor plaats gehad van Killinger, door den procu
I/fff ïiVIlljIIvIlWt} IlllllllllLI o ullh llll reur-generaal en den advocaat-generaal, bijgestaan
UIT LANGEDIJK.
die rijn verstand gebruikt, zich zou laten leenen tot
liet werk van Killinger. De Britsch-Indiërs die Kil
linger uit de districten had laten roepen, wisten niet
v aarom het ging. Hun was alleen gesproken van iets
moeilijks te ondernemen, met beloften voor de toe
komst
De deputatie verzekerde, dat de Britsch-Indiërs
van hooge kaste nimmer hun invloed zullen leenen
tot eenig komplot tegen de Regeering van Hare
Majesteit de Koningin, aan wie zij nog bij de onthul
ling van het standbeeld van den oud-agent-generaal
voor de immigratie, Mr. Barnet Lyon, trouw beloof
den."
LANDBOUAV-ONGEV ALLEN.
De enquête van het Nederlandsch Landbouw-Co-
mité naar het aantal ongevallen in land- en tuin
bouw, geeft de Residentiebode aanleiding om aan te
dringen op voorziening in dezen toestand.
Men kan veilig aannemen schrijft het blad
dat meer dan 5000 ongevallen jaarlijks de Nederland-
sche veldarbeiders treffen. En waarom zouden, de veld
arbeiders moeten missen, wat zoo velen anderen ar
beiders is verleend? Het blad ziet de reden daarvoor
niet in, en schrijft:
Een andere vraag is echter: hoe het beste en het
vlugste tot die verzekering te komen? Men kent de
groote gebreken welke de Ongevallenwet aankleven.
Met aandrang wordt er geijverd, om die gebreken
te verhelpen en de Regeering is doende de wet te
door den commissaris van politie.
Killinger heeft bekend, dat zijn complot op touw
was gezet om het gezag in, Suriname omver te wer
pen. Een tiental personen, zoo geeft hij op, was door
hem ingewijd in zijne plannen, en had opdracht een
zoo groot mogelijk aantal handlangers aan te wer
ven. Men weet reeds van een 150 personen die in de
zaak betrokken zijn.
Killinger beweert, dat de bedoeling was de „om
wenteling" zonder bloedvergieten te doen plaats vin7
Langedijk begint tegenwoordig weer van, zich te den. Alleen de ingewijden zouden in den nacht van
doen spreken. Langen tijd is het goed gegaan, maar den aanslag voorzien worden van revolvers. De ove-
het spreekwoord, dat een vos wel zijn haren, maar rige volgelingen zouden met speciaal voor dit doel
niet zijn streken verliest, schijnt ook op sommigen vervaardigde, stokken worden gewapend. (Na Killinger
hier van toepassing. Ja, lette men maar meer op het mededeelingen heeft inderdaad hedennamiddag de po-
bekende: „Ach, waren alle menschen wijs, en deden litie 146 stokken gevonden, die onder den grond wa-
daarbij wel, de aarde was een paradijs, nu is ze vaak ren begraven.)
'n hel", dan zou er heel wat minder geleden worden. De aanslag zou altijd volgens Killinger's mede-
Maar nog steeds zijn alle menschen niet wijs en doen deelingen ongeveer als volgt worden, afgespeeld,
daarbij ook niet wel, hetgeen onze streek dan ook In den bewusten nacht, wanneer de inspecteur van 1 herzien. Die algemeene herziening zal echte7~nog "wel
voor sommigen meer op een hel dan op een paradijs politie met zijn ploeg manschappen de wacht had, heel wat voeten in de aarde hebben, en 't zou daar-
doet lijken. Pas hebben wij de opzienbarende histo- zou op twee plaatsen in de stad valsch brandalarm om een punt van overweging kunnen uitmaken, eerst
rie van Zuidscharwoude in al hare verschrikkelijkheid worden gemaakt. Een deel der militairen zou dan, aj vast de landarbeiders in de wet op te nemen,
gehoord, of er komt weer wat anders de menschen als gebruikelijk, met een brandspuit uitrukken. Op Daarvan zou dan wel vermoedelijk het gevolg zijn,
verrassen, 't Was gister, Zondag, kermis aan het het politiebureau blijven op zoo'n oogenblik slechts ,jat de wet nog meer ingewikkeld en de gebreken
Oude Niedorper Verlaat, zoo ongeveer de eerste in weinig manschappen achter. Killinger en zijn man- nog lastiger werden. Maar daartegenover staat, dat de
den omtrek. Dit heugelijke feest moest natuurlijk in- schappen zouden dus, wat het politiebureau betreft, tijd voor een algemeene herziening der Ongevallen-
gezet worden met een dronk op het goede afloopen vrij spel hebben. Van het bureau zou men oprukken wet nog njet gekomen is. Ze is daarvoor nog te kort
van alle boerenkermissen, die mekaar opvolgen als naar het fort Zeelandia, de schildwachten met dekens jn werking en we vermoeden, dat er nog jaren mee
paddestoelen uit den grond rijzen. Maar op Veriater overrompelen en onschadelijk maken. De mannen, gemoeid zullen zijn, voor de herziene wet goed tot
kermis werd zooveel hulde gewijd aan den roem van zoowel van de politie als de troepenmacht, die niet haar recht komt. Daarop met de landbouw-ongeval-
Schiedam, dat 't hoofd leeg en de maag vol was. Ge- tot Killinger's volgelingen behoorden, zouden zooveel lenverzekering te wachten, lijkt ons gezien de
volgen bleven niet uit; er werd braaf gevochten, mogelijk door opsluiting onschadelijk worden gemaakt cijfers der enquête allesbehalve aanbevelenswaar-
waarbij naar wij vernemen de eer(?) van Langedijk Daarna zou de Gouverneur aan de beurt zijn, die jjg
aan, goede handen was toevertrouwd. Bij het naar onmiddellijk zou worden afgezet, waarna men Suri- yan ^en anderen kant gaan er echter stemmen
huis gaan zijn echter enkelen wel wat uit den koers name tot vrijstaat zou verklaren onder patronaat van op, om met ingrijpen van regeeringswege te wachten
geweest, tenminste bij sommige bloementuintjes is (Nederland. In Suriname zou men dan een vredesstaat totdat gebleken is, dat het particulier initiatief in
een bezoek gebracht, dat heel gevoegelijk achterwege stichten zonder militairen, h la Bertha von Suttner. deze onmachtig is. In dien geest pleitte nog bij het
had kunnen blijven. Was het echter dit alleen, dan Dat verder de telefoonlijnen zouden worden doorge- jongste begrootingsdebat de heer Havelaar in de
zou men zich bijna kunnen verheugen over den goe- *sneden, het telegraafkantoor bezet, enz. zijn bijzon- Eerste Kamer, maar de heer Stork betoogde toen,
den afloop, maar een Noordseharwouder dorpeling derheden, bij wijze van kruiding der spijze. dat de Regeering met de aankondiging harer plan-
kreeg bij de Roskambrug zoo'n idee om het huis Er is in deze „bekentenis" veel zonderlings, wat nen dat particulier initiatief moet schragen,
naast het café van den heer Schager eens te onthalen tot reserve maant. Vooral die vredesidylles van een, jjoe 't zij, men moge nog zooveel verwachting heb-
op een tractatie van klinkers, en meer dergelijke pro- man die steeds dweepte met al wat militair is, komt ben van een Landbouw-Onderlinge en het initiatief
jectielen, dat de bewoner, zekere O., waarlijk begon mij vreemd voor. der ondernemers prijzen, we zijn bang, dat een vrij-
te denken, dat men aan het afbreken zijner woning- Hoewel een duurzame verovering van het gezag wjnige verzekering zoo zij niet door de wet ge
was. Hij zijn legerstede uit en naar buiten; daar door een avonturier als Killinger, moeilijk denkbaar steund wordt op vele plaatsen ten plattelande op
werd het een verschrikkelijke vechtpartij. De Noord- is, is het toch wel zeker dat het complot tot veel de gehechtheid aan bestaande toestanden zal afstui-
scharwouder, A. M., bekwam verschillende ernstige moeilijkheden had kunnen leiden. Het is gebleken, ten.
.hoofdwonden, en moest wegens zijn ernstigen toe- dat Killinger pogingen deed om ook de plantage-immi In elk geval, wat de Regeering ook laat voorgaan,
stand per vaartuig naar zijn woning worden gebracht, granten m de zaak te betrekken. Was het doel een 0f zy met een bijzondere voorziening in de landbouw-
Te half vier kwam men bij de woning van den veld- opstand op verschillende plantages uit te lokken, ongevallen eerst zal komen of wel de algemeene her
wachter, die geneeskundige hulp noodzakelijk achtte, zoodat een deel der troepenmacht daarheen gezon- ziening zal afwachten en tevens de werking van het
Dr. Rootlieb uit Zuidscharwoude werd toen spoedig den had moeten worden? Dat het verder werkelijk particulier initiatief, het onderzoek betreffende land-
ontboden en door dezen werden de wonden voor zoo- de bedoeling was om brandalarm te maken, en om bouwongevallen heeft aangetoond, dat het Landbouw-
ver mogelijk genaaid. Heden scheen de toestand van geen mensenenlevens op te offeren, is iets waarachter comité met recht aanstuurt op voorziening in den
den man nog al vrij goed, ten minste naar de om- ik mij veroorloof eveneens een vraagteeken te plaat- toestand, hoe dan ook.
standigheden. De politie had hedenmorgen de zaak sen.
reeds in onderzoek.
Als nieuwtje daar overheen kregen we vanmorgen In De West van 31 Mei lezen we omtrent deze aan-
nog den brand te Broek op Langendijk, die twee boe- gelegenheid nog het volgende:
renplaatsen in de asch legde. Deze brand had in den „Gisteravond hebben de Duitsche militairen onzer
beginne, vooral wegens de richting van den wind, troepenmacht geprotesteerd tegen het noemen van
zoo'n ernstig aanzien dat telegrafisch de hulp der hun naam in verband met het complot Killinger.
spuiten van de naburige gemeenten werd ingeroepen; Ook de Britsch-Indiërs blijken niet gesteld op de
ONTSLAG. r
De heer P. Olij, burgemeester der Gemeente Buik
sloot, vroeger van Noord- en Zuid-schermer, heeft
tegen 15 Augustus ontslag aangevraagd.
UITGEHONGERD.
Zondagavond viel te Nijkerk een net gekleed voet-
-O....,.-, m reiziger op den openbaren, weg bewusteloos neer.
deze hadden echter, wegens het actieve optreden van eer van een bondgenootschap met Killinger. Vrijdag Men kon dadelijk aan zijn goed verzorgde kleeding
de spuit te Broek op Langendijk en menigen water- vervoegde zich op ons bureau een deputatie van vijf zle°> dat men niet met een landlooper te doen had.
drager, geen dienst te doen. Naar men zegt is de Britsch-Indiërs van hooge kaste, die verzochten be- dokter werd geroepen, die last gaf den vreem-
brand ontstaan door het spelen van kinderen met luci- kend te maken. 1 dat behalve Jattan, een man van lng per brancard naar het ziekenhuis over te bren-
fers in de nabijheid van het hooi. lage kaste en zonder invloed geen Britsch-Indiër, s
Alle pogingen het bewustzijn te doen terugkeeren
bleven vruchteloos. Eerst Maandagnamiddag kwam
de man weer bij kennis, waarbij het vermoeden van
den geneesheer werd bewaarheid, dat honger de oor
zaak der ongesteldheid was.
De man was van Meppel naar Amsterdam geweest
om werk. Dit was hem toegezegd en nu zou hij
zonder een cent op zak te voet naar vrouw en
kinderen gaan om de blijde tijding te brengen. Vrij
dag had hij het laatst wat genuttigd.
Zijn eergevoel weerhield hem te vragen
Na goed te zijn verpleegd heeft hij nu de reis naar
Meppel voortgezet.
DE JULIANA-BLOEM.
Uit het officieele verslag van den verkoop der Ju-
liana-bloem op 30 April jl. blijkt, dat de netto-op
brengst in totaal f 47.131.62% heeft bedragen. Onder
de gemeenten, waar de opbrengst het grootst was,
merken wij op: 's-Gravenhage met f 8123.51%, Am
sterdam f 4792.78, Arnhem f 2483.23, Haarlem
f 3767.02%, Leiden f 2347.37%, Utrecht f 3057.15%,
Rotterdam f 6041.51.
EEN NIEUWE KNOEIERIJ.
Onder het opschrift „een nieuwe methode van post-
ontduiking" bevat het orgaan van de Vereeniging van
directeuren en commiezen bij de posterij en telegra
fie, de volgende mededeeling:
„Men vestigt onze aandacht op een methode om
gratis drukwerk per post te verzenden. Men schrijft
dan als adres den naam van een willekeurig iemand
in het buitenland, onverschillig waar, vermeldt den
naam van den waren geadresseerde als afzender ach
ter op het stuk en bezorgt het ongefrankeerd per
post.
Wijl de verzending van ongefrankeerde drukwerken
naar het buitenland niet is toegelaten en deze den
afzender moeten worden teruggegeven, wordt het
stuk den pseudo-afzender kosteloos thuisbezorgd."
EEN LEERARES IN DE KOOKKUNST.
Men meldt uit Zeist aan het U. D.:
Sinds lang wordt er door de directie onzer ge
meentelijke gasfabriek naar gestreefd het gasverbruik
zooveel mogelijk te bevorderen, opdat ook in de
volkswoningen het gebruik van kookgas als brand
stof regel worde. Het zijn vooral redenen van hygië-
nischen en economischen aard, welke bij dit streven
voorzitten.
Een nieuw en zeer zeker hoogst origineel middel
tot bereiking van bovengenoemd doel is de benoe
ming van een leerares in de kookkunst, welke de
gascommissie dezer dagen deed.
De taak van deze functionaresse zal zijn voorlich
ting te geven hoe in keukens het gasgebruik het
voordeeligst en doelmatigst kan geschieden. Hoewel
als zoodanig in dienst der gemeente, zal de benoem
de ook worden opgedragen de leiding van den kook
cursus, welke hier door het Nut is opgericht, zoodat
hierdoor de samenwerking is verzekerd tusschen be
doelde kookschool en de gasfabriek.
De benoemde is mej. v. d. Spoel, gediplomeerd
oudieerlinge van de huishoudschool te Amsterdam.
Voor zoover ons bekend, is deze functie een uni
cum in den Tande.
WINKEL.
In deze gemeente is opgericht een voetbalclub, ge
naamd Voetbal-Vereeniging Winkel, waarvan het be
stuur is samengseteld als volgt: voorzitter de heer
G. Nobel, secretaris de heer J. H. B. Buthfer, pen
ningmeester de heer P. Dekker, le captain de heer
J. Koomen Jz. en 2e captain de heer A. Planta.
Het ledental bedraagt 33.
1 St Maartensbrug.
De collecte voor „Ter Wille van het Kind", tot
stichting van het nieuwe zeekoloniehuis te Egmond
aan Zee, heeft in Zuid-Zijpe ruim f 48 opgebracht.
ST. MAARTENSBRUG.
Onze predikant Ds. C. Met komt voor op het
twaalftal voor predikant bij de Hervormde gemeente
te Tiel.
Feuilleton.
DOOR
C. V I E B I G.
2.
O,
Neen, Trien had niet zoo heel ongelijk. Wanneer
hij eerlijk was moest Jan zichzelf bekennen, dat hij
er nu wel fijn tusschenuit was, maar Jaap en
de zijnen dan? De schoenmakerij bracht miserabel wei
nig op, er moest steeds wat worden bij gedaan en
dan ging 't nog niet schitterend. Acht kinderen heb
ben acht monden, die allen naar brood hunkeren en
de inkomsten waren zeer gering.
„Hm! Hm!" In zware gedachten liep Jan verder.
Wanneer hij nu aan Jaap eens wat gaf van wat hij
verdiende? Negenhonderd Mark had mijnheer Böl
linger hem beloofd, en daarbij kwamen nog de pre
mies. Zou Jaap dan het stroopen opgeven? Zeker en
gewis zou hij het doen!
Mijnheer Böllinger was nu gekomen om op herten
te jagen, die schreeuwden nu. Jan geloofde eiken
dag dat hij in den hemel was. De vervallen jachthut
boven op de bergen was weer gerepareerd. Er was een
nieuwe bedekking op het dak gekomen, een bank ge
timmerd, waarop een versch bed van heidekruid en
bladeren. De wanden had hij versierd met verschge-
sneden dennentakken en den bodem bestrooid met
naalden.
Als een koning ontving Jan zijn meester. Zeer ge
makkelijk kon mijnheer Böllinger zich op zijn leger
uitstrekken. Jan dekte hem zorgvuldig met dekens
toe en dan kroop Jan zelf in zijn hoekje.
sloop de wind rondom de hut, en trok nu
had hij gekregen als nooit te voren. Jan was star
over zijn geluk.
Mijnheer Böllinger lachte: een geniale gedachte,
dien duivelschen kerel aan zich te verbinden een
prachtkerel was het zoo goed was hij nog n°°
op schot kunnen komen als dit jaar. Tegen Kers
liet hij Jan een jas maken, een groene met roode
omslagen en knoopen van hertshoorn. Hij kreeg een
groenen hoed met een veer; het deed den rijken man
plezier met den armen duivel te kunnen pronken.
Jan liep als een pauw rond, nu was hij geheel en
al een jachtopziener en hij sprak over „mijn jacht
terrein", en had in de herberg een groot woord.
Van wilddieverij merkte men in 't geheel niets mee:
geen verboden knallen werden meer gehoord. Ner
gens meer. Alles was stil, men was nu heel zeker
van zijn zaak. De boeren lachten, nu kon men het
toch maar duidelijk zien, dat Jan het toch geweest
was
«.wi. dau uea.Lt) ucui
'e en dan kroop Jan zelf in zijn hoekje.
Buiten sloop de wind rondom de hut, en no*. nu
eens aan dit, dan aan dat. Er was buiten 'n geheimzin-
UIS iets in de majestueuze stilte van den nacht. De
storm verhief zijn stem en orgelde boven alles uit;
n'J speelde geweldige melodieën en uit de verte gaf
een hert antwoord.
14e beide mannen vertelden elkaar japhtgeschiede-
nissen; zij sneden op, dat de leugens er duimdik op
agen. Voor Jan waren deze verhalen als het evange
lie. Zijn hart liep over van zaligheid. Mijnheer Böl-
1'nger had een kolossaal hert mogen schieten en Jan
bad den kapitaalsten bok geschoten uit den geheelen
°mi ek. En een belooning voor dezen kleinen dienst
Daar viel waarachtig weer 'n schot. Het viel, toen
1 Jan als steeds zijn jachtgebied doorwandelde. Onder
uit het Hilldal kwam het, kort en scherp, en de
meervoudige echo klonk na. Jan stond eensklaps stil,
als door den donder getroffen; hij spitste de ooren
en snoof in de lucht als een speurende hond, en
dan zette hij het ijlings op een loopen. Daar bene
den, daar beneden in het Hilldal, daar had er een
geschoten. En daar was het ook nog het jachtge-
1 bied van mijnbeer Böllinger.
Hij rende; als een hazewind stoof zijn magere ge
stalte over het heidekruid. Wie was daar geweest?
Wie had daar geschoten? De grens was vlakbij, slechts
daar over de beek.
„Verdoemde schurk!" Tusschen de saamgeknepen
tanden verwensching na verwensching brommend, den
wind die hem heftig in het gezicht blies, als een
vogel doorborend. Hij wist dat hij natuurlijk te laat
zou komen. Wanneer hij beneden aankwam was de
wilddief natuurlijk verdwenen. Maar het spoor kon
'hij misschien nog vinden daarom vlug, vlug! Nu
moest hij bewijzen, dat hij mijnheer Böllinger's belan
gen voorstond en niets mocht hem ontgaan. Maar,
wat drommel, wie zei hem, dat er wild geschoten was,
er kon ook een schot gevallen zijn, zoo uit aardig
heid of om hem, den jachtopziener, te plagen? Neen
neen' Het bloed golfde Jan naar het hoofd, hier
schoot niemand zoo maar voor de grap. De woede
kookte in Jan zijn binnenste. Hij was geheel verge
ten dat ook hij dikwijls genoeg hier had rondgeslo
pen en geschoten had, wat maar ondej zijn geweer
was gekomen. Die tijden waren evenwel voorbij, daar
wist Jan niets meer van.
Nu was hij beneden in het Hilldal. Zonder zich er
gens aan te storen, was hij dwars door het hout ge
broken. Het bloed droop hem van handen en gezicht.
Niets niemand! Hij was te laat gekomen! Als was
hier nooit een schot gevallen, zoo stonden de den
nen in een ondoordringbaar zwijgen gehuld. Lang-
saam sijpelde de beek tusschen de rotsblokken door.
Hier kon, wanneer het zomer was, geen zonnestraal
doordringen, maar ook nu was de hemel er nauwelijks
te -zien;
Het was een echt sluiphoekje. Dikwijls genoeg had
Jan hier overnacht. Alleen of ook met Jaap samen.
Hier was men althans zeer veilig geweest, veiliger
dan op eenig ander plekje. Hoe zou een mensch, die
dit plekje niet kende, het ooit in zijn hoofd krijgen
hier te komen?
i Midden in zijn toorn viel Jan bij zijn zoeken als
't ware over een verlaten bivak.
Hier was de plek nog zag men het, dat daar
een vuur had gebrand, de regen van den herfst had
de verkoolde plek niet met gras kunnen doen be
groeien. Hier was het wild bepaald gestroopt en ge
slacht geworden. De enkele deelen lieten zich in
een zak ook gemakkelijker vervoeren en verstoppen
in Jaap zijn huisje. Ja het was een brutaal stukje
geweest, ,zij hadden zich bepaald, naar jagersrecht,
den lever boven het vuur gebraden. Wel alle drom
mels! Jap bukte zich haastig.
i Daar was nog bloed. Het kleefde aan den grond,
versch, bijna warm nog. De roode droppels waren
i duidelijk te zien op de bladeren. Naar de beek liep 't
spoor hier was een plek vertreden en omgewoeld
- hier was het wild bepaald gestroopt geworden,
öi zooveel bloed! De vochtige bodem had het
niet eens opgeslurpt.
In zijn wilde woede schopte Jan met zijn laars in
het rond, maar ontmoedigd bleef hij eindelijk staan.
Wat nut had zijn toorn? De wilddief was nu bepaald
al wel veilig. Men kon duidelijk het spoor zien -
hier had hij het wild langs gesleept hier was hij
over de beek gesprongen. Daar zette het spoor zich
voort. Met groote, gloeiende oogen keek Jan er
naar. Wat zou mijnbeer Böllinger van dit alles zeg
gen?
Zwaar liet Jan zich op een grooten steen neerval
len, hij moest een poosje gaan zitten. In- zijn leden
was de schrik gevaren, wat moest hij nu beginnen?
Mijnheer Böllinger was zoo tevreden met hem ge
weest nu zou hij bepaald niet meer tevreden
zijn. Een diepe schaamte kroop Jan in het hart, hij
haalde diep adem: dus daarvoor, zou mijnheer Böl
linger zeggen, daarvoor betaaal ik je zoo goed en
laat je rondloopen met geweer en kruit en zeg tot
je: pas op! Hoe kan er nu zoo iets gebeuren? Ja,
hoe kan dat?
Over Jan was een onrust gekomen, hij had geen
rust in het dorp. Tot Kerstmis had men nog geen
sneeuw gehad, bijna een wonder, maar wel nevel en
regen en wat vorst.
Het was; niet prettig buiten en dat vond Jan
ook. En was het dan zoo noodig ook gedurende die
kille nachten buiten rond te sluipen? Maar Jan deed
het. In hooge laarzen die reeds op meters afstand
naar smeer riekten, stapte hij door bosch en veld. Het
waren tochten zonder resultaat.
Niemand vertelde Jan wat hem zoo ronddreef, hij
schreef het ook niet aan mijnheer Böllinger. Zijn
woede at hij alleen op en zoo ook de schaamte en
de smart .Wat hadden andere menschen te weten,
hoe hij geblameerd werd. Slim genoeg dat het een
maal gebeurd was, maar het zou niet meer gebeu
ren. Hij zou oppassen, nog meer dan vroeger, zien mei
honderd oogen en luisteren met honderd opren. Mijn
heer Böllinger was immers zoo goed, mijnheer Böl
linger vertrouwde op hem, hij was immers de be
schermer van zijn jacht hij gunde zich geen mi
nuut rust.
En toch werd er weer geschoten. Weer in het Hill
dal. Jan vond er nog de bewijzen van, zij leken hem
daar ten spot achtergelaten. Ja, daar lag nog een
stuk van het geschoten hert, een volwassen dier.
De wilddief moest gestoord geworden zijn, of het
stuk was hem voor het wegbrengen te zwaar ge
weest. Jan vond het tusschen het dichtbegroeide hout;
roofvogels en kraaien, die er onrustig boven vlogen,
hadden hem den weg gewezen. Toen Jan den volgen
den morgen teruggekomen was met een spade om
het te begraven, was het verdwenen. De wilddief had
het gedurende den nacht gehaald, terwijl de jachtop
ziener voor een paar uur naar huis was. Vervloekte-
moordenaar! Jan liepen de tranen van nijd langs de
wangen.
Het viel den menschen in het dorp op, dat Jan er
zoo ellendig uitzag. Ontbrak hem iets? Hij kwam
niet meer in de herberg. Hij, die er eerst frisch en
bruin had uitgezien, zag nu grauw. De gal zat hem
in het bloed, zeiden de menschen.
Wordt vervolgd.