Wanneer de Nieren ziek zijn Binneiilandsch Nieuws. Van het Flaagsche Binnenhof. Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. RECLAMES zien. Gelukkig hebben de bladluizen talrijke vijanden. Hiertoe behooren de spreeuwen, de musschen, de pie pers en andere zangvogels, iievenheerbeesljes, gaas- en zwerfvliegiarven. Maar vooral wind en regen dooden de bladluizen bij massa'sdaarom zijn er in droge zomers ook altijd zulke talrijke bladluizenkolonies. Wil men bladluizen bestrijden, dan moet men de opgenoemde middelen aanwenden zoodra deze dier tjes zich beginnen te vertoonen. Afsnijden van erg aan getaste kopjes is sterk aan tc bevelen o.a. in tuinboo- nen. Behalve vloeistoffen kan men ook wel poedervor- mige stoffen over de planten verstuïven, het liefst mei een kleinen blaasbalg. Hiervoor is insectenpoeder en tabaksstof het best, doch ook kalk en gips helpen wel. Het insectenpoeder is verder nog een zeer werkzaam middel tegen tal van rupsen, o.a. de bekende, vraat zuchtige rupsen in aal- en kruisbessen. Hel bestuiven van planten geschiedt het best na regen of 's ochtends, vroeg, als de planten nog nat zijn san den dauw. Men kan de planten ook s avonds bestui ven na ze vooraf nat gegoten te hebben. Speciale blaasbalgjes, z.g. zwavel blaas ba tgjes, voor hel verstuiven van allerlei poeders zijn bij alle handelaars in luinartikelen te bekomen. Een zoogenaamde „P°p~ derkwast" met lange wollige draden kan in een klem tuintje heel goed gebruikt worden in plaats van een duurdere blaasbalg. D E LANDMAN. nog van het zomer-recès! Omstreeks 4.15 ure was het comite-generaal heden geëindigd. Morgen 10 uur is jhr. Van Doorn dan aan het woord! De voorzitter wijdde bij den aanvang der zitting eenige hartelijke woorden aan de nagedachtenis san prinses Marie, de vorstin-weduwe Von Wied. Graaf Van By landt weet bij zulke gelegenheid een zoo sober- indrukwekkenden toon te kiezen dat men ook zonder dat er van dezen spreker eigenlijke elo quentie uitgaat, tot luisteren wordt gedwongen; Zijne herinnering aan de groote gehechtheid, .welke de thans overleden vorstin steeds voor Nederland, zijn lief en zijn leed, bewaarde, overdreven is die ze ker niet. Minister Heemskerk sloot zich met enkele woorden aan bij dit „in memoriarn" ter eere van de laatste der Oranje-vorsten en -vorstinnen uit onde- re generatie, die ons restte. ANTQNIQ 23 Juni. De vurige wensch om wat er ook, aan beide kanten, moest opgeofferd worden, uiterlijk Vrijdag gereed te zijn, heeft de verdere behandeling van het Octrooi-ontwerp doen blijven een feest van samen werking en zin om 't elkander makkelijk te maken. De Regeerings-commissaris, de heer mr. Fruin, zal ook wel weten, 't een en ander van de „psychologie" der Kamer. Doch Iemand, die nooit iets had vernomen van de veelpraterij etc. etc., ook ons Parlement eigen; en die dan plots kwam te zitten aan de groene tafel, ter verdediging van een zoo belangrijk voorstel als 't i. c. gold, hij zou toch wel, na dagen als van 22 en 23 Juni Jl. „perplex" hebben gestaan, om met mr. Borgesius te spreken. Düt een lastig of breedsprakig college!... Deze allerbeminnelijkste ver gadering van heeren, die slechts bezield zijn door het verlangen om u tegemoet te komen, uwe taak te ver gemakkelijken!... Welk een laster!... Welk eene grie vende miskenning! Inderdaad de heer Fruin heeft makkelijk werk ge had,ook heden. Deze regeerings-commissaris maakt een prettigen indruk. Vertoont zekere gelijkenis, naar het uiterlijke, met den heer Talma. Maar hij weet de zaken met meer helderen eenvoud tot u te brengen en ook het gemis van dat eigenaardige geaffecteerde, gemaniereerde in spreektrant, dat de heer Talma niet van zich schijnt te kunnen afschud den. doet u sympathiek aan. De taak van mr. Fruin is achter den rug. In de ochtendzitting van heden wist men zich met meer- dau-bekwamen spoed door artikelen en amendemen ten heen te werken. De Octrooi-wet is er!... Excel lentie en commissaris maakten zich ten slolte vroo- lijk om het... zonder stemming aannemen van een amendementje, waarvan de strekking is dat verkoop van een octrooi, dat verpand werd of waar beslag op is gelegd, niet slechts kan geschieden door een notaris, dien de Haagsche Rechtbank heeft aangewe zen. Den heer Van Doorn komt de eer toe, met na druk te hebben gewezen op deze gansch-noodelooze „soesah". De Kamer was te gejaagd om te stem men en de minister berustte glimlachend... Op deze manier doel de Tweede Kamer zaken af, zoodra zij -X— la. £1 i 4a P®vK 1»VJ«« lavc>ft. <%-*»♦ O^Otl is ook de oudste en taaiste baccil der veelpraterij niet opgewassen! Negentien ontwerpen en conclusiën heeft het Par lement heden afgedaan tusschen 10.30 en 2.30 ure, moment toen „de deuren gesloten werden" voor het debat, in tra muros gevoerd, over de „geschut- leveringen". Negentien nummers!.... En om den docd niet slechts „naturaüsatiën en van dat goedje meer' Ook het voorstel der heeren Van der Molen en De Geer tot regeling der bevoegdheden, verbonden aan de akten van bekwaamheid, vermeld in art. 56 a en b der wet van 17 Aug. 1878 (Stbl. 127), uitgereikt in 1890. Den heer Van der Molen is de vermoedelijk slechts „decoratieve" taak opgedragen om deze zaak in den Senaat te verdedigen. Ook al de „diverse onder werpen", schuilgaand in doodonschuldig-lijkende wijzi gingen van Begrootingshoofdstukken. Ook o. a.de conclusie van het verslag omtrent de inlichtingen op de adressen van J. Straks, onderwijzer o. 1. s. te Oosterbeek en van het hoofdbestuur van het Nederl. Onderwijzersgenootschap, omtrent de vaststelling van den pensioensgrondslag voor onderwijzers bij over gang van het bijzonder tot het openbaar onderwijs, en omgekeerd. De conclusie wijst op de urgentie van wetswijziging in de aangeduide richting. De minister Heemskerk was 't eens... Had geen bezwaren. Fatsoe neerde nog wel een paar schalksche zinneljes, doch wanneer zelfs de heer TerLa&n geen aanleiding of lust heeft om het woord te vragen, ja, dè.n moet zoo'n ministeriëel antwoord toch wel den aller-diffi- cielste op aarde bevredigen...! De klok wees halfdrie ure. Ministers waren geko men, excellentiën waren wïer vertrokken... graaf Van Bylandt's hamertje tikte, tikte... De deuren werden gesloten. De heer Thomson ging den strijd, door hem aangebonden, voeren... Het „profanum vulgus" werd van tribunes en coulours verjaagd... Sleutels kraakten in sloten. Het „tableau- vivant" der Borromeo-interpellatie scheidt ons nu duivelskind kunnen ontdekken. Hij stond besluiteloos stil onder de hooge dennen, die als een hooge muur het grensdal afscheidden. Zou hij nog eenmaal naar beneden gaan, naar het dal? Verdrietig ging hij op een ouden boomwortel zit ten, verborgen achter een haag van klimopplanten. Hier was tenminste wat dekking, hier zat men goed, hier bemerkte men den wind niet, wanneer men diep ineenhurkte. Of hij misschien was ingeslapen? Een plotselinge knal schrikte hem op. Heel, heel, dichtbij. Den haan spannen, opspringen, met het geladen geweer voor uit stormen, dat alles was het werk van een oogeu- blik. Daar stond de kerel voor hem, geen twintig pas Van hem af. Ha, verrast! Ditmaal had hij Jan niet zien komen, die zat immers verborgen. Daat staat hij men ziet hem in den rug een grooten mageren kerel, heeft er geen besef van, hoe na hem de vergelding is, hij heeft geen ritselen gehoord, geen knakken van dood hout, niet den sidderenden adem van den vervolger, hij voelt zich bepaald zoo zeker en veilig als thuis. Heel driest en brutaal staat hij daar in het heldere licht en raapt het wild op, dat hij zooeven geschoten heeft. Nu buigt hij zich neer zal hij nu het geweer neerleggen? neen, hij houdt het nog in de hand. „Halt!" als een donder davert de stem van. Jan. De ander springt als een veer omhoog hij draait zich om een bleek gezicht, een lange zwarte baard. „Neerleggen je geweer," brult Jan. „Neerleggen een. twee drie!" De wilddief legt het evenwel niet neer. Hij weet dat wanneer hij het geweer neergooit, en wegrent, bij henf h<5m de" nek Zal STijpen' hU ls te dicht Jan schreeuwt, scheldt als een bezetene. HU weet niet wat hij den ander alzoo niet toebrult. Het zijn schimpwoorden, bevelen. Zij zijn nu heel dicht bij LEVE DE MODE! Dame in een winkel in Den Haag: „Juffrouw, hebt u ook blouses zonder boord, met uitgesneden hals?" „Neen, mevrouw, van den zomer niet, maar tegen den winter krijgen we ze weer. SPELEN MET LUCIFERS. Het vierjarig dochtertje van den rangeerder aan den Soesterweg te Amerfoort, wist Dinsdag, toen hot even zonder tcezicht was, een doosje lucifers machtig te worden. In een oogenblik stond het in lichterlaaie. Het werd onmiddellijk naar het St. Elisabethsgasthuis gjebracht. waar het gistermiddag overleed. DOOR EEN DRIJFRIEM GEGREPEN. Aan de meelfabriek „De Vlijt", aan den Noorddijk te Wormerveer, is gisteren de 57-jarige Jasper Keij- zer bij het omleggen van een drijfriem gegrepen en rondgeslingerd met het noodlottig gevolg, dat een arm afgerukt, zijn onderkaak verbrijzeld en zijn borst ern stig gekneusd werd. In bedenkelijken toestand is de ongelukkige naar het Gemeentelijke Ziekenhuis ver voerd. OVERIJSEL. De herstemmingen voor «Ie staten van Ovenjsel hebben voor de vrijzinnige partijen nieuw verlies opgeleverd. Gelijk men weet ging het om zes ze tels. Twee te Zwolle, thans door vrijzinnigen be zet. waarnaar twee vrijzinnigen, een socialist en een man van rechts dongen. Deze zijn voor de vrij zinnigen behouden. De zetels te Enschede, van welke drie er reeds een bij de eerste stemming verloren was, daar slechts twee van de drie aftredende vrijzinnige leden in her stemming kwamen (met drie vrijzinnigen en een roomsch-katholiek) zijn-thans alle aan andere par tijen overgegaan. Verkozen zijn twee sociaal-demo craten en de roomsch-katholiek. In Ommen ging de herstemming tusschen twee anti-revolutionnaïren. De aftredenden waren beide vrij zinnig Ee.n .daarvan is bij eerste stemming gekozen de andere viel uit. In het geheel zijn dus vier vrijzinnige plaatsen verloren. Op het oogenblik zijn de Staten samenge steld uit 20 vrijzinnigen, 2 socialisten en 25 mannen van rechts. Voortaan zal de verhouding zijn: 16 vrijzinni gen, 4 socialisten en 27 van rechts. KINDERWAGENS. Dr. Van Lissa schrijft in Het Vaderl.: Toevallige Omstandigheden geven mij aanleiding de aandacht van ouders te vestigen cp de zonderlinge adem- halingskuur, waaraan zij hun kinderen onderwerpen, als zij die rondrijden in de hoogst onpractische 'kin derwagentjes, die veel gelijken op kinderstoeltjes op rollen en die meer en meer in gehruik komen. in die wncentjes zijn mond en neus der kleinen niet meer dan een halven meter Van het straatopper- vlak verwijderd. Het is bepaald onmogelijk een plaats te vinden, waar liet ademen ongezonder is dan juist daar. Zelfs bij volkomen widstilte is het gewone straat verkeer voldoende om op die hoogte een wolk van slof hangende te houden. Het behoeft geen lang be toog om te doen inzien, dat het ademen daarin nadec- lig. ^elfs gevaarlijk kan zijn. Een kap helpt daartegen niets, want de kinderen blijven op dezeifde hoogte ademen.. Hoe hooger de wagen, hoe beter des te zuiverder is de ingeademde lucht. WREED VERSTOORDE ZALIGHEID. 't Wordt geen roman, waarin ze ondanks alles elkaar ten slotte tóch krijgen, 't Wordt geen trillend kinematografisch beeld met een deftig heer, eenige dienstmeisjes, publiek en er achteraan natuurlijk agenten, allen zich beijverend om den held van het stuk in onnatuurlijk snellen, ja razenden wedloop te achtervolgen, overal onder, door, over, op en in. Neen, 't worde ditmaal een idyllisch sprookje, doch, helaas, 't kan eenmaal niet anders, met eenigs- fcins dramatischen afloop. Loom staan de eeuwenoude hoornen ia 't Haag sche bosch en droomen Onder de kruinen, die even huiveren bij den nacht zoen, dien zoele avondwind hun. brengt, donkert het in de loovergewelven. Tusschen de zware stammen, somher zich scherp afieekenend tegen de strepen van scheidend licht in 't westen, op een smal pad. aan den rand van het bosch, waar de weiden nevelen met wit-dampig dek, komen twee menschen per fiets aangereden. Ze pra ten niet. terwijl ze zachtkens zij aan zij op 't stalen ros voortglijden. Ze lachen elkaar toe, de trekken vol zaligheid. Ze houden van elkaar. Ze zijn onder den indruk van den prachtigen avond. Ze rijden... arm in arm. Als wilden de fietsen het spelletje hunner berijders navolgen, zoo dicht neigen de stuurstangen naar cikaar over. Zoo na raken de pedalen elkander. elkaar, de een staart den ander wild en woest in het gezicht. De laffe rekel gooit zijn geweer niet neer, die wil zich blijkbaar nog verzetten. Hij legt het geweer op Jan aan, mikt nu zet hij het ge weer nog eenmaal af. Heeft zijn hand gebeefd? De hand van Jan heeft niet. Hij schiet zeker ep 1 wis als altoos. Een knal! getroffen. En dan komt hij naderbij met een paar groote, ofrsche sprongen en staat bij den plat op zijn gezicht neergevallene. „Heb ik je eindelijk!" en keert hem dan om. Waar heeft hij dat bleeke gezicht reeds eenmaal meer gezien? Het is zeer mager. Nog was het geen nacht. Hij staarde naar den man, hoe was het met den kerel? Hij betastte hem, nijgde het oor. luister de aan zijn borst geen adem tocht je meer Een wilde triumfeerende vreugde verhief zich in Jan. Die zou hem niet meer voor den gek houden, die zou geen wild meer schieten in het jachtgebied van mijnheer Böllinger dat was zeker „Dood!" zeide ergens iemand. Had hij het zelf gezegd? Hij keek groot en stijf rondom zich. Ja, hij had het bepaald zelf luid uitgesproken. Rechtop stond hij daar, als een overwinnaar. Het recht was aan zijn zijde, het goede recht, de kerel had op hem aangelegd, hij moest zich verweren. Hij knielde neder. Koelbloedig maakte hij zich gereed den doode wat nauwkeuriger te t onderzoeken. De jas had de vent verkeerd aangetrokken om hem later weer om te keeren, dan kon geen haar of bloed hem verraden. Sluwe kerel! Jan monsterde de arm zalige plunje. De doode lag nu op den rug. Heel stijf de beenen in de verscheurde broek recht voor zich uitgestrekt. Geen maan, geen sterren, maar de hemel zelf gaf een bleek licht. Steeds dichter boog Jan zich over het bleeke gelaat, de gebroken oogen staarden naar den hemel. Jap keek er strak naar, ze waren grauw- groen. Hij wilde ze toedrukken, maar zij wilden zich niet laten sluiten. Op de Hippen lag bloed be paald een schot juist In het hart. We oogden dit gelukzalig wielrijderspaartje na, vol bewondering voor net mouernc rijwiel, waarvan we dc vele voordeelen die het der menschlieid picut, 1111 nog met één vermeerderd zagen... Een gil, een vloek, gekletter, gelach. Vliegensvlug naar dc plek des onheiis 1 En, o Amor. daar lagen uw vereerders temiddcD van een warwinkel van rijwielonderdcelen, met een schram en een buil. 1 een geseheurden rok en een elleboog die door de jas keek- u J We kunnen verder nog met de moeste zekerheid mededeelen, dit dit paar. 't welk blijkbaar zoowel de rijwielsport als elkander vurig bemint, in geen geval meer op de fiets tot omarmingen zal overgaan, tenzij stilstaande. HET GEHEIM VAN ENFIELD. Sedert jaren kende men in Enfield, dictit bij Londen een oud heertje onder den naam van den ouden Harry. Hij was gewoonlijk in een eenigszins versleten blauw pak gekleed, droeg een monokei, en gaf, als er leer lingen te krijgen waren, les in het Fransch. De oude Harry. of eigenlijk mr. Lloyd. woonde samen met een aardige dochter, een onderwijzeres. Bij verkiezingen weerde de heer Lloyd zich duchtig voor de liberalen, tot op zekeren dag de conservatieve agenten ontdek ten, .dat mr. Lloyd geen Engelschman was, en hern van de kiezerslijst" deden schrappen. Eenige weken ge- leden werd het oude heertje ziek. Ondanks het smoe- ken van zijn dochter weigerde hij een geneesheer tc raadplegen. Eergisteren stierf de „oude Harry' en een ouden vriend, dr. Eoot, werd geroepen, om den dood vast te stellen. Dr. Eoot kwam, onderzocht het lijk en kogpl in het lijf en is later aan deze wond I Twee lweren, die op het veld werkten trachtten tegen te houden, werden ook ht 1 w r v I i I A I I I I I r>V- Olvl der", antwoordde de jonge dame. „Dat kan niet", zeide de dokter, „het moet uw moeder geweest zijn en niet uw vader. Ik heb zelf ook altijd geloofd, dat Lloyd een man was, maar liier is geen twijfel mogelijk, de doode is een vrouw". De jonge dame was buiten zich zelve: „Mijn moeder is reeds 26 jaren dood. Zij stierf bij mijn geboorte. Als dat mijn vader niet is, wie is het dan?" Wie is ihet dan, vraagt nu ook geheel Enfield. Na tuurlijk zijn er nu tal van lieden, die altijd wel ge twijfeld hadden en die altijd al gedacht hadden dat Lloyd een vrouw moest zijn. Maar het raadsel, waar om de „oude Harry" haar waren staat verborgen hield, is daarmee niet opgelost, en dat houdt de gemoederen in Enfield en, dank zij de uitvoerige verhalen in de Engelsche bladen, in geheel Engeland thans ten zeerste bezig. DE KONING VAN ITALIë EN DE SOCIALISTEN. Koning Vlctor Emanuel heeft weder eens een be wijs van welwillendheid aan de Italiaansche socia listen gegeven. Het socialistisch orgaan Lavoro had namelijk een wielerwedstrijd uitgeschreven en de Koning heeft daarop aan het blad een gouden medaille als prijs doen toekomen, waarvoor het hem in warme bewoor dingen dank bracht. Dat er eenige wijziging is gekomen in de verhou ding van sommige socialisten tegenover het koning schap, is onlangs reeds gebleken uit de uitlatingen van Ferri. Thans wordt uit Rome bericht, dat ook een ander socialist, de afgevaardigde Grasiadi, heeft verklaard, dat hij niet inziet, waarom de Koning van Italië niet de leiding zou kunnen nemen bij 2 de sociale hervormingen en dezelfde weldaden voor de arbeiders bevolking zou kunnen invoeren, die deze in Duitsch- land reeds sinds jaren geniet. DE OVERSTROOMINGEN IN ZUID-HONGARIJE. Na het ecrs'.e onvolledige en verwarde nieuws over den watersnood komen thans vollediger berichten. De aangerichte schade is veel grooter dan aanvankelijk gedacht werd. Honderden personen zijn voorgoed ge ruïneerd. Men schat dat er voor minstens 50 millioen kronen schade is aangericht, terwijl er zeker meer dan 500 menschen om het leven moeten gekomen zijn. Alleen op het Turksche eiland Ada Kaleh bij Orsowa zijn to!dusver 51 lijken aangespoeld, die dooi de Turksche bevolking op Mohaminedaansche wijze ter aarde besteld zijn. Een berichtgever in Orsowa meldt, dat hij op zijn vaart van Bastas naar Orsowa van het schip af 15 drijvende lijken in den Donau geteld heeft. De aan de rivier liggende dorpen bie den een treurig beeld van verwoestirg. Vreeselijk is de schade in het Tsjemadal'. Het dal, dat hier en daar een halven kilometer breed is, staat geheel onder water. Overal drijven boomstammen en balken. De spoorlijnen hebben ook zeer geleden en het zal zeker nog zeer geruimen tijd duren eer er weer sprake kan zijn van een geregeld verkeer. Hongarije is in geen jaren door zulk een ramp getroffen. DE BOMAANSLAG. De roover die gisteren, op eeht Russische wijze, een bomaanslag in het stadhuis te Friedberg in Hessen heeft uitgevoerd en daarna in het gebouw Van het agentschap van de rijksbank binnendrong, om 'de kas te kapen, heeft niet veel wil van zijn boevenstuk ge had. Het hoofd van het agentschap Meyer is een poo- tig man, die tegenover den binnendringenden vreem deling. uitgedost met een Panamahoed en een zwart masker, geen kamp gaf. Er ontstond een handgemeen, waarbij de bankier, voor zijne geopende kluis staan de, een paar slagen met een stomp voorwerp op het hoofd kreeg. Daarop trok de roover een revolver en loste een schot, dat Meyer maar licht wondde. Maar voor hij bewusteloos in elkaar zakte, zette hij een keel van geweld op, zoodat de roover het geraden achtte, beenen te maken. Hij sprong op een andermans fie's, die buiten stond en trapte er als een bezetene van door, in de richting van Nauheim. Twee heeren zetten hem in een auto na, en later trachtte ook de politie hem in een auto te achterhalen. Een doofstomme jongen van 13 jaar, die toevallig in zijn weg kwam, kreeg een trachtten tegen te houden, werden ook »'u, he de polilie-auto den man in had gehaald kort voor Nauheim uitgeput bij don wèo joeg zich den laatstcn kogel, dien hij uk "eer revolver had, door zijn slaap. Hij lag noo)"1 nuten le reutelen cn gaf toen den mètt onderzoek bleek, dat de doode een tws r chauffeur Barkenstcin uit Ilallc a. d. Saaie zich uit had gegeven voor een reiziger in -| (i 4800 mk„ die men bij hem vond, waren niein I stig uit het agentschap van de bank, want met daar geen pfennig. 11 m Voor het agentschap heeft men nog tWee niige blikken bommen en een lont gevonden lilie heeft die in een emmer water gedompeld «tV ten de stad onder bewaking in het veld noerpft 1 Men vermoedt, dat Barkenstcin ook de me geweest van den aanslag op de villa van iil kier Maier le Frankfort a. d. Main, op 14 dezej- In de kamer, die hij in een holel bewoonde men nog meer materiaal voor liet venaard bommen gevonden. ^en M Men vermoedt, dat Barkenslein een maWv v heeft gehad, die te Nauheim of te Frankfori H toefd heeft. EEN WISKEY-OVKRSTROOMING. Een werk lang heeft het te Baltimore bijna onoi houdelijk hevig geregend en een der gevolgen daa van was. dat Woensdagavond dr omgeving was me, stroemd door... whiskey. Het doorsijpelende water ha n.1. de grondvesten van het groote magazijn van „Gwynnbrook Dislilling Company" bij Owings flrrmijnd. een gedeelte van liet trotsche gebouw va negen verdiepingen stortte in, van de 20,000 vate whiskey. die daar opgeborgen waren, werden er Jflfi verpletterd en de geurige inhoud stroomde den 'het vel af over weiden en velden naar de Gwynns Pails Mijlen in den omtrek was dc lucht als liet war doortrokken van den geur van oude Manland \vhisLP, De schade bedraagt ongeveer 250.000 dolt. EEN VOORHISTORISCHE STAD. Op de Pantalica, 'n alleenstaande berg bij Syra cuse, heeft Dr. Orsl de overblijfselen gevonden va 'n groote voorhistorische stad met 'n uitgestrekte n cropolfs, dat is 'n doodenstad, 'n begraafplaats. De ongeveer vijf duizend graven, die in de rotse zijn uitgehouwen, zijn in verscheidene groepen vei deeld, over 'n oppervlakte van meer Jan vier mijle in den omtrek. Bij het onderzoek van eenige hoi derdtallen van deze graven is gebleken, dat zij behod ren tot de tweede en derde Sieilische periode, d: overeenkomt met het bronzen en het eerste ijzere tijdvak. De inhoud was niet rijk, maar toch bevatte de graven uit de tweede periode een groot aanti bronzen messen en dolken van zeer primitieven vorm eenige gouden ringen, vele bronzen hechtnaalden, aardewerk. Ter plaatse waar deze stad gestaan heeft me vermoedt, dat het het oude Herbessus geweest heeft Dr. Orsi ook de grondslagen van 'n groo gebouw opgemerkt, het eenige van dezen aard 1 het Oostelijk gedeelte van Sicilië, en hij meent, di dit het paleis van den vorst geweest is. Het is rech hoekig van vorm, 37 Meter lang, 12 Meter breed ei in vele vertrekken verdeeld. Er is 'n zeer groote ruimte in gevonden met eei hooge zoldering; al is de zoldering in haar gehee ook totaal verdwenen, haar steunsels zijn nog aai wezig. Deze ruimte houdt men voor de feestzaal. Stoe pen, trappen, bordessen van marmer en basalt zijn di onwraakbare getuigen van hoe 't eens was, en dez< spreken van rijkdom en groote weelde. Jaren is men nu reeds aan de opgravingen bezig en onder leiding van den directeur van het nati naai museum te Syracuse worden zij nog steeds voor gezet. wordt het geheele lichaam langzamerhand vergiftigd. Niels is meer te vreezen dan vergiftiging do«! urinezuur, omdat dit zoo langzaam voortwoekert zoo dikwijls niet verdacht wordt, voordat de zi1 zich door het geheele lichaam verbreid heeft. Het groote werk der nieren is om uit het bk de urinezuur-vergiflen af te scheiden. Wanneer d organen echter zwak of ziek zijn, kunnen zij hun wt. niet behoorlijk volbrengen en wordt het geheele liehaai langzamerhand vergiftigd. Dat is de reden, dat gij u zoo afgemat terneergesla gen en prikkelbaar gevoelt. Het is of gij geen krach: geen energie of werklust hebt. 's Morgens hebt gij een ellendig gevoel in uw rug, en pijn in de jetuWffl en zijden, uw oogen zijn ogeblazen en uw ledematen rheumatisch, voorat bij vochtig weer. Uw urine is be wol kt en komt branderig en onregelmatig. Tenzij het urinezuur onmiddellijk wordt uitgeidre ven, worden uw levensdoelen aangetast en treden nood lottige ziekten op; de nieren worden cel na cel ver nietigd en de blaas verliest misschien haar kracht oa het water op te houden. Alleen een nierengoneesmiddel kan het urinezuur op lossen en de nieren helpen om de onzuiverheden ui het bloed te fittreeren. Foster's Rugpijn Nieren Pi len zijn als zoodanig bekend. Zij werken rechtstreeks oj de nieren en blaas en herstellen hun natuurlijk' werking. Let erop. daf de juiste naam Taster s Rugpijn Nie ren Pillen, en de handteekening van James Eoster o| de doas voorkomen en weigert alle 'namaak. De echt zijn te Sehagen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgans Toezending geschiedt franco lia ontvangst van wissel a f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes Jan wilde eens verder zien, de jas iosknoopen, toen raakte zijn, hand den zwaren baard, die lang, tot op de borst hing. Die baard bewoog drom mels en duivels') Jezus Maria, die verschoof. Toen Jan er aan trok gaf de baard steeds meer toe. Een griezelen liep Jan langs den rug, schuw week hij terug, maar toch greep hij weer toe, zag niet scherp genoeg in het bleeke licht de oogen puil den hem uit het hoofd, en zag toch alles. Daar had hij den baard in zijn handen, de baard was valsch en dat dat was Jaap zijn oude ka meraad. Jan was geheel en al veranderd, hij was vroolijk en opgewekt als nog nooit tevoren. Hij was zoo luid en spraakzaam als niemand hem ooit had gekend. Hij bedronk zich nogal dikwijls en wanneer hij zoo dronken, was, dat hij meer dan genoeg had, dan weende hij, dat hij het uitsnikte. Nu lachten zij over hem in het dorp. Wat was er toch met Jan gebeurd? „Je zuipt toch niet, mijn zoon?" zoo had mijn heer Böllinger gevraagd. Dat loochende Jan met een haast, die hem rood maakte en warm. Maar hij moest drinken wat moest hij anders doen,? Sedert Vastenavond sneeuwde het. Dag en nacht waren de vlokken gevallen, zonder ophouden en de sneeuw hoopte zich steeds Viooger op. Mijnheer Böllinger, die gekomen was om te jagen, gaf zijn plan maar lieel ongaarne op. Kon men wer kelijk dan niet naar boven? Neen er was geen denken aan, de sneeuw lag een manshoogte, en mijnheer Böl linger zou daar bepaald in wegzinken. Toen ging mijnheer Böllinger weer naar Düren te rug en Jan haalde verlicht adem. Het was merk waardig, hoe plotseling zijn ijver was verdwenen. Hij die anders het ellendigste weer niet had ge schuwd, hokte nu in een hoekje van de herberg. De dorpelingen verwonderden er zich over, babbelden er over; maar spoedig verdrong weer iets anders de belangstelling in Jan. De schoenmaker in het dorpje was weg en kwaa maar steeds niet voor den draad, dat duurde nu vanaf Vastenavond. Dien avond had hij naar de ^er berg willen gaan, zijn vrouw wist dat, maar de herberg, waar hij gewoonlijk kwam, was bij nie geweest en, ook nergens anders. De vrouw jamnt® de luid, hoe zou zij nu met haar kinderen door wereld komen? Men moest nu bedelen. Haar was weg, o, waar was hij toch? Zij wrong zich wanhoop de handen. Was de schoenmaker verongelukt? Dood? daaraan geloofde niemand. Die was het bepaald bar geworden, dat kijfachtige wijf, die grienende kh deren, hij was nog een sterke kerel, die alleen v beter in de wereld zou kunnen rondkomen Hij 'm bepaald gesmeerd en, had zijn familie in denst gelaten. Trien jammerde en klaagde aan alle deuren e huilde zich bijna de oogen uit: waarvan inoesteii nu leven? Ja, wanneer die Jan er niet was geweest. De ste maal was hij tersluiks gekomen, als *a8_n bang. Aarzelend en stootterend bood hij z'c 1, kon hij haar met wat helpen? Hij had geboord Jaap verdwen,en was. Zij weende hartverscheurend en het zou een s hebben vermurwd. Zij klampte zich aan hem T hij was haar eenige vriend, zij zou hem niet laten. Haar optreden was Jan lastig en onaangenaam wat rukte zij hem toch zoo aan het lijf? nluj hij had niet het hart, haar van zich te stooten. durfde het ook niet te doen. Hij liet haar wee» met de armen om zijn hals; hij keek op haar op haar groezelig gezicht, terwijl dat op zijn. scn der lag, met hartkloppingen, die hem het Hen bijna deden barsten. Hij was bang, dat zij het kloppen van zijn hart zou hooren. Donders, w*1'® zij eens wist, dat...! (Wordt vervolS

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 6