Wanneer de Nieren ziek zijn
Binneiilandsch Nieuws.
Van het Flaagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
Gemengd Nieuws.
RECLAMES
zien. Gelukkig hebben de bladluizen talrijke vijanden.
Hiertoe behooren de spreeuwen, de musschen, de pie
pers en andere zangvogels, iievenheerbeesljes, gaas- en
zwerfvliegiarven. Maar vooral wind en regen dooden
de bladluizen bij massa'sdaarom zijn er in droge
zomers ook altijd zulke talrijke bladluizenkolonies.
Wil men bladluizen bestrijden, dan moet men de
opgenoemde middelen aanwenden zoodra deze dier
tjes zich beginnen te vertoonen. Afsnijden van erg aan
getaste kopjes is sterk aan tc bevelen o.a. in tuinboo-
nen.
Behalve vloeistoffen kan men ook wel poedervor-
mige stoffen over de planten verstuïven, het liefst mei
een kleinen blaasbalg. Hiervoor is insectenpoeder en
tabaksstof het best, doch ook kalk en gips helpen wel.
Het insectenpoeder is verder nog een zeer werkzaam
middel tegen tal van rupsen, o.a. de bekende, vraat
zuchtige rupsen in aal- en kruisbessen.
Hel bestuiven van planten geschiedt het best na regen
of 's ochtends, vroeg, als de planten nog nat zijn san
den dauw. Men kan de planten ook s avonds bestui
ven na ze vooraf nat gegoten te hebben.
Speciale blaasbalgjes, z.g. zwavel blaas ba tgjes, voor hel
verstuiven van allerlei poeders zijn bij alle handelaars
in luinartikelen te bekomen. Een zoogenaamde „P°p~
derkwast" met lange wollige draden kan in een klem
tuintje heel goed gebruikt worden in plaats van een
duurdere blaasbalg. D E LANDMAN.
nog van het zomer-recès!
Omstreeks 4.15 ure was het comite-generaal heden
geëindigd. Morgen 10 uur is jhr. Van Doorn dan aan
het woord!
De voorzitter wijdde bij den aanvang der zitting
eenige hartelijke woorden aan de nagedachtenis san
prinses Marie, de vorstin-weduwe Von Wied. Graaf
Van By landt weet bij zulke gelegenheid een zoo sober-
indrukwekkenden toon te kiezen dat men ook
zonder dat er van dezen spreker eigenlijke elo
quentie uitgaat, tot luisteren wordt gedwongen;
Zijne herinnering aan de groote gehechtheid, .welke
de thans overleden vorstin steeds voor Nederland, zijn
lief en zijn leed, bewaarde, overdreven is die ze
ker niet. Minister Heemskerk sloot zich met enkele
woorden aan bij dit „in memoriarn" ter eere van de
laatste der Oranje-vorsten en -vorstinnen uit onde-
re generatie, die ons restte. ANTQNIQ
23 Juni.
De vurige wensch om wat er ook, aan beide
kanten, moest opgeofferd worden, uiterlijk Vrijdag
gereed te zijn, heeft de verdere behandeling van het
Octrooi-ontwerp doen blijven een feest van samen
werking en zin om 't elkander makkelijk te maken.
De Regeerings-commissaris, de heer mr. Fruin, zal
ook wel weten, 't een en ander van de „psychologie"
der Kamer. Doch Iemand, die nooit iets had vernomen
van de veelpraterij etc. etc., ook ons Parlement
eigen; en die dan plots kwam te zitten aan de groene
tafel, ter verdediging van een zoo belangrijk voorstel
als 't i. c. gold, hij zou toch wel, na dagen als
van 22 en 23 Juni Jl. „perplex" hebben gestaan, om
met mr. Borgesius te spreken. Düt een lastig of
breedsprakig college!... Deze allerbeminnelijkste ver
gadering van heeren, die slechts bezield zijn door het
verlangen om u tegemoet te komen, uwe taak te ver
gemakkelijken!... Welk een laster!... Welk eene grie
vende miskenning!
Inderdaad de heer Fruin heeft makkelijk werk ge
had,ook heden. Deze regeerings-commissaris maakt
een prettigen indruk. Vertoont zekere gelijkenis,
naar het uiterlijke, met den heer Talma. Maar hij
weet de zaken met meer helderen eenvoud tot u
te brengen en ook het gemis van dat eigenaardige
geaffecteerde, gemaniereerde in spreektrant, dat de
heer Talma niet van zich schijnt te kunnen afschud
den. doet u sympathiek aan.
De taak van mr. Fruin is achter den rug. In de
ochtendzitting van heden wist men zich met meer-
dau-bekwamen spoed door artikelen en amendemen
ten heen te werken. De Octrooi-wet is er!... Excel
lentie en commissaris maakten zich ten slolte vroo-
lijk om het... zonder stemming aannemen van een
amendementje, waarvan de strekking is dat verkoop
van een octrooi, dat verpand werd of waar beslag
op is gelegd, niet slechts kan geschieden door een
notaris, dien de Haagsche Rechtbank heeft aangewe
zen. Den heer Van Doorn komt de eer toe, met na
druk te hebben gewezen op deze gansch-noodelooze
„soesah". De Kamer was te gejaagd om te stem
men en de minister berustte glimlachend... Op deze
manier doel de Tweede Kamer zaken af, zoodra zij
-X— la. £1 i 4a P®vK 1»VJ«« lavc>ft. <%-*»♦ O^Otl
is ook de oudste en taaiste baccil der veelpraterij
niet opgewassen!
Negentien ontwerpen en conclusiën heeft het Par
lement heden afgedaan tusschen 10.30 en 2.30 ure,
moment toen „de deuren gesloten werden" voor
het debat, in tra muros gevoerd, over de „geschut-
leveringen".
Negentien nummers!.... En om den docd niet slechts
„naturaüsatiën en van dat goedje meer' Ook het
voorstel der heeren Van der Molen en De Geer tot
regeling der bevoegdheden, verbonden aan de akten
van bekwaamheid, vermeld in art. 56 a en b der wet
van 17 Aug. 1878 (Stbl. 127), uitgereikt in 1890.
Den heer Van der Molen is de vermoedelijk slechts
„decoratieve" taak opgedragen om deze zaak in
den Senaat te verdedigen. Ook al de „diverse onder
werpen", schuilgaand in doodonschuldig-lijkende wijzi
gingen van Begrootingshoofdstukken. Ook o. a.de
conclusie van het verslag omtrent de inlichtingen
op de adressen van J. Straks, onderwijzer o. 1. s. te
Oosterbeek en van het hoofdbestuur van het Nederl.
Onderwijzersgenootschap, omtrent de vaststelling van
den pensioensgrondslag voor onderwijzers bij over
gang van het bijzonder tot het openbaar onderwijs,
en omgekeerd. De conclusie wijst op de urgentie van
wetswijziging in de aangeduide richting. De minister
Heemskerk was 't eens... Had geen bezwaren. Fatsoe
neerde nog wel een paar schalksche zinneljes, doch
wanneer zelfs de heer TerLa&n geen aanleiding of
lust heeft om het woord te vragen, ja, dè.n moet
zoo'n ministeriëel antwoord toch wel den aller-diffi-
cielste op aarde bevredigen...!
De klok wees halfdrie ure. Ministers waren geko
men, excellentiën waren wïer vertrokken... graaf Van
Bylandt's hamertje tikte, tikte...
De deuren werden gesloten. De heer Thomson ging
den strijd, door hem aangebonden, voeren... Het
„profanum vulgus" werd van tribunes en coulours
verjaagd... Sleutels kraakten in sloten. Het „tableau-
vivant" der Borromeo-interpellatie scheidt ons nu
duivelskind kunnen ontdekken.
Hij stond besluiteloos stil onder de hooge dennen,
die als een hooge muur het grensdal afscheidden.
Zou hij nog eenmaal naar beneden gaan, naar het
dal? Verdrietig ging hij op een ouden boomwortel zit
ten, verborgen achter een haag van klimopplanten.
Hier was tenminste wat dekking, hier zat men goed,
hier bemerkte men den wind niet, wanneer men diep
ineenhurkte.
Of hij misschien was ingeslapen? Een plotselinge
knal schrikte hem op. Heel, heel, dichtbij. Den haan
spannen, opspringen, met het geladen geweer voor
uit stormen, dat alles was het werk van een oogeu-
blik.
Daar stond de kerel voor hem, geen twintig pas
Van hem af. Ha, verrast! Ditmaal had hij Jan
niet zien komen, die zat immers verborgen. Daat
staat hij men ziet hem in den rug een grooten
mageren kerel, heeft er geen besef van, hoe na hem
de vergelding is, hij heeft geen ritselen gehoord,
geen knakken van dood hout, niet den sidderenden
adem van den vervolger, hij voelt zich bepaald zoo
zeker en veilig als thuis. Heel driest en brutaal staat
hij daar in het heldere licht en raapt het wild op,
dat hij zooeven geschoten heeft. Nu buigt hij zich
neer zal hij nu het geweer neerleggen? neen,
hij houdt het nog in de hand.
„Halt!" als een donder davert de stem van. Jan.
De ander springt als een veer omhoog hij
draait zich om een bleek gezicht, een lange zwarte
baard.
„Neerleggen je geweer," brult Jan. „Neerleggen
een. twee drie!"
De wilddief legt het evenwel niet neer. Hij weet
dat wanneer hij het geweer neergooit, en wegrent,
bij henf h<5m de" nek Zal STijpen' hU ls te dicht
Jan schreeuwt, scheldt als een bezetene. HU weet
niet wat hij den ander alzoo niet toebrult. Het zijn
schimpwoorden, bevelen. Zij zijn nu heel dicht bij
LEVE DE MODE!
Dame in een winkel in Den Haag:
„Juffrouw, hebt u ook blouses zonder boord, met
uitgesneden hals?"
„Neen, mevrouw, van den zomer niet, maar tegen
den winter krijgen we ze weer.
SPELEN MET LUCIFERS.
Het vierjarig dochtertje van den rangeerder aan den
Soesterweg te Amerfoort, wist Dinsdag, toen hot even
zonder tcezicht was, een doosje lucifers machtig te
worden. In een oogenblik stond het in lichterlaaie.
Het werd onmiddellijk naar het St. Elisabethsgasthuis
gjebracht. waar het gistermiddag overleed.
DOOR EEN DRIJFRIEM GEGREPEN.
Aan de meelfabriek „De Vlijt", aan den Noorddijk
te Wormerveer, is gisteren de 57-jarige Jasper Keij-
zer bij het omleggen van een drijfriem gegrepen en
rondgeslingerd met het noodlottig gevolg, dat een arm
afgerukt, zijn onderkaak verbrijzeld en zijn borst ern
stig gekneusd werd. In bedenkelijken toestand is de
ongelukkige naar het Gemeentelijke Ziekenhuis ver
voerd.
OVERIJSEL.
De herstemmingen voor «Ie staten van Ovenjsel
hebben voor de vrijzinnige partijen nieuw verlies
opgeleverd. Gelijk men weet ging het om zes ze
tels. Twee te Zwolle, thans door vrijzinnigen be
zet. waarnaar twee vrijzinnigen, een socialist en een
man van rechts dongen. Deze zijn voor de vrij
zinnigen behouden.
De zetels te Enschede, van welke drie er reeds
een bij de eerste stemming verloren was, daar slechts
twee van de drie aftredende vrijzinnige leden in her
stemming kwamen (met drie vrijzinnigen en een
roomsch-katholiek) zijn-thans alle aan andere par
tijen overgegaan. Verkozen zijn twee sociaal-demo
craten en de roomsch-katholiek.
In Ommen ging de herstemming tusschen twee
anti-revolutionnaïren. De aftredenden waren beide vrij
zinnig Ee.n .daarvan is bij eerste stemming gekozen
de andere viel uit.
In het geheel zijn dus vier vrijzinnige plaatsen
verloren. Op het oogenblik zijn de Staten samenge
steld uit 20 vrijzinnigen, 2 socialisten en 25 mannen van
rechts. Voortaan zal de verhouding zijn: 16 vrijzinni
gen, 4 socialisten en 27 van rechts.
KINDERWAGENS.
Dr. Van Lissa schrijft in Het Vaderl.:
Toevallige Omstandigheden geven mij aanleiding de
aandacht van ouders te vestigen cp de zonderlinge adem-
halingskuur, waaraan zij hun kinderen onderwerpen,
als zij die rondrijden in de hoogst onpractische 'kin
derwagentjes, die veel gelijken op kinderstoeltjes op
rollen en die meer en meer in gehruik komen.
in die wncentjes zijn mond en neus der kleinen
niet meer dan een halven meter Van het straatopper-
vlak verwijderd. Het is bepaald onmogelijk een plaats
te vinden, waar liet ademen ongezonder is dan juist
daar. Zelfs bij volkomen widstilte is het gewone straat
verkeer voldoende om op die hoogte een wolk van
slof hangende te houden. Het behoeft geen lang be
toog om te doen inzien, dat het ademen daarin nadec-
lig. ^elfs gevaarlijk kan zijn. Een kap helpt daartegen
niets, want de kinderen blijven op dezeifde hoogte
ademen.. Hoe hooger de wagen, hoe beter des te
zuiverder is de ingeademde lucht.
WREED VERSTOORDE ZALIGHEID.
't Wordt geen roman, waarin ze ondanks alles
elkaar ten slotte tóch krijgen, 't Wordt geen trillend
kinematografisch beeld met een deftig heer, eenige
dienstmeisjes, publiek en er achteraan natuurlijk
agenten, allen zich beijverend om den held van het
stuk in onnatuurlijk snellen, ja razenden wedloop
te achtervolgen, overal onder, door, over, op en in.
Neen, 't worde ditmaal een idyllisch sprookje,
doch, helaas, 't kan eenmaal niet anders, met eenigs-
fcins dramatischen afloop.
Loom staan de eeuwenoude hoornen ia 't Haag
sche bosch en droomen
Onder de kruinen, die even huiveren bij den nacht
zoen, dien zoele avondwind hun. brengt, donkert het
in de loovergewelven.
Tusschen de zware stammen, somher zich scherp
afieekenend tegen de strepen van scheidend licht in
't westen, op een smal pad. aan den rand van het
bosch, waar de weiden nevelen met wit-dampig dek,
komen twee menschen per fiets aangereden. Ze pra
ten niet. terwijl ze zachtkens zij aan zij op 't stalen
ros voortglijden. Ze lachen elkaar toe, de trekken vol
zaligheid. Ze houden van elkaar. Ze zijn onder den
indruk van den prachtigen avond. Ze rijden... arm
in arm.
Als wilden de fietsen het spelletje hunner berijders
navolgen, zoo dicht neigen de stuurstangen naar cikaar
over. Zoo na raken de pedalen elkander.
elkaar, de een staart den ander wild en woest in
het gezicht. De laffe rekel gooit zijn geweer niet
neer, die wil zich blijkbaar nog verzetten. Hij legt
het geweer op Jan aan, mikt nu zet hij het ge
weer nog eenmaal af. Heeft zijn hand gebeefd?
De hand van Jan heeft niet. Hij schiet zeker ep
1 wis als altoos. Een knal! getroffen. En dan komt
hij naderbij met een paar groote, ofrsche sprongen
en staat bij den plat op zijn gezicht neergevallene.
„Heb ik je eindelijk!" en keert hem dan om.
Waar heeft hij dat bleeke gezicht reeds eenmaal
meer gezien? Het is zeer mager. Nog was het geen
nacht. Hij staarde naar den man, hoe was het met
den kerel? Hij betastte hem, nijgde het oor. luister
de aan zijn borst geen adem tocht je meer
Een wilde triumfeerende vreugde verhief zich in
Jan. Die zou hem niet meer voor den gek houden,
die zou geen wild meer schieten in het jachtgebied
van mijnheer Böllinger dat was zeker
„Dood!" zeide ergens iemand. Had hij het zelf
gezegd? Hij keek groot en stijf rondom zich. Ja, hij
had het bepaald zelf luid uitgesproken. Rechtop
stond hij daar, als een overwinnaar. Het recht was
aan zijn zijde, het goede recht, de kerel had op hem
aangelegd, hij moest zich verweren.
Hij knielde neder. Koelbloedig maakte hij zich
gereed den doode wat nauwkeuriger te t onderzoeken.
De jas had de vent verkeerd aangetrokken om hem
later weer om te keeren, dan kon geen haar of bloed
hem verraden. Sluwe kerel! Jan monsterde de arm
zalige plunje.
De doode lag nu op den rug. Heel stijf de beenen
in de verscheurde broek recht voor zich uitgestrekt.
Geen maan, geen sterren, maar de hemel zelf gaf
een bleek licht. Steeds dichter boog Jan zich over
het bleeke gelaat, de gebroken oogen staarden naar
den hemel. Jap keek er strak naar, ze waren grauw-
groen. Hij wilde ze toedrukken, maar zij wilden zich
niet laten sluiten. Op de Hippen lag bloed be
paald een schot juist In het hart.
We oogden dit gelukzalig wielrijderspaartje na, vol
bewondering voor net mouernc rijwiel, waarvan we
dc vele voordeelen die het der menschlieid picut, 1111
nog met één vermeerderd zagen...
Een gil, een vloek, gekletter, gelach.
Vliegensvlug naar dc plek des onheiis 1 En, o Amor.
daar lagen uw vereerders temiddcD van een warwinkel
van rijwielonderdcelen, met een schram en een buil.
1 een geseheurden rok en een elleboog die door de jas
keek- u J
We kunnen verder nog met de moeste zekerheid
mededeelen, dit dit paar. 't welk blijkbaar zoowel de
rijwielsport als elkander vurig bemint, in geen geval
meer op de fiets tot omarmingen zal overgaan, tenzij
stilstaande.
HET GEHEIM VAN ENFIELD.
Sedert jaren kende men in Enfield, dictit bij Londen
een oud heertje onder den naam van den ouden Harry.
Hij was gewoonlijk in een eenigszins versleten blauw
pak gekleed, droeg een monokei, en gaf, als er leer
lingen te krijgen waren, les in het Fransch. De oude
Harry. of eigenlijk mr. Lloyd. woonde samen met een
aardige dochter, een onderwijzeres. Bij verkiezingen
weerde de heer Lloyd zich duchtig voor de liberalen,
tot op zekeren dag de conservatieve agenten ontdek
ten, .dat mr. Lloyd geen Engelschman was, en hern
van de kiezerslijst" deden schrappen. Eenige weken ge-
leden werd het oude heertje ziek. Ondanks het smoe-
ken van zijn dochter weigerde hij een geneesheer tc
raadplegen. Eergisteren stierf de „oude Harry' en een
ouden vriend, dr. Eoot, werd geroepen, om den dood
vast te stellen. Dr. Eoot kwam, onderzocht het lijk en
kogpl in het lijf en is later aan deze wond I
Twee lweren, die op het veld werkten
trachtten tegen te houden, werden ook ht
1 w r v I i I A I I I I I r>V- Olvl
der", antwoordde de jonge dame. „Dat kan niet", zeide
de dokter, „het moet uw moeder geweest zijn en niet
uw vader. Ik heb zelf ook altijd geloofd, dat Lloyd een
man was, maar liier is geen twijfel mogelijk, de doode
is een vrouw". De jonge dame was buiten zich zelve:
„Mijn moeder is reeds 26 jaren dood. Zij stierf bij mijn
geboorte. Als dat mijn vader niet is, wie is het dan?"
Wie is ihet dan, vraagt nu ook geheel Enfield. Na
tuurlijk zijn er nu tal van lieden, die altijd wel ge
twijfeld hadden en die altijd al gedacht hadden dat
Lloyd een vrouw moest zijn. Maar het raadsel, waar
om de „oude Harry" haar waren staat verborgen hield,
is daarmee niet opgelost, en dat houdt de gemoederen
in Enfield en, dank zij de uitvoerige verhalen in de
Engelsche bladen, in geheel Engeland thans ten zeerste
bezig.
DE KONING VAN ITALIë EN DE SOCIALISTEN.
Koning Vlctor Emanuel heeft weder eens een be
wijs van welwillendheid aan de Italiaansche socia
listen gegeven.
Het socialistisch orgaan Lavoro had namelijk een
wielerwedstrijd uitgeschreven en de Koning heeft
daarop aan het blad een gouden medaille als prijs
doen toekomen, waarvoor het hem in warme bewoor
dingen dank bracht.
Dat er eenige wijziging is gekomen in de verhou
ding van sommige socialisten tegenover het koning
schap, is onlangs reeds gebleken uit de uitlatingen
van Ferri.
Thans wordt uit Rome bericht, dat ook een ander
socialist, de afgevaardigde Grasiadi, heeft verklaard,
dat hij niet inziet, waarom de Koning van Italië
niet de leiding zou kunnen nemen bij 2 de sociale
hervormingen en dezelfde weldaden voor de arbeiders
bevolking zou kunnen invoeren, die deze in Duitsch-
land reeds sinds jaren geniet.
DE OVERSTROOMINGEN IN ZUID-HONGARIJE.
Na het ecrs'.e onvolledige en verwarde nieuws over
den watersnood komen thans vollediger berichten. De
aangerichte schade is veel grooter dan aanvankelijk
gedacht werd. Honderden personen zijn voorgoed ge
ruïneerd. Men schat dat er voor minstens 50 millioen
kronen schade is aangericht, terwijl er zeker meer
dan 500 menschen om het leven moeten gekomen
zijn. Alleen op het Turksche eiland Ada Kaleh bij
Orsowa zijn to!dusver 51 lijken aangespoeld, die dooi
de Turksche bevolking op Mohaminedaansche wijze
ter aarde besteld zijn. Een berichtgever in Orsowa
meldt, dat hij op zijn vaart van Bastas naar Orsowa
van het schip af 15 drijvende lijken in den Donau
geteld heeft. De aan de rivier liggende dorpen bie
den een treurig beeld van verwoestirg. Vreeselijk
is de schade in het Tsjemadal'. Het dal, dat hier
en daar een halven kilometer breed is, staat geheel
onder water. Overal drijven boomstammen en balken.
De spoorlijnen hebben ook zeer geleden en het zal
zeker nog zeer geruimen tijd duren eer er weer
sprake kan zijn van een geregeld verkeer. Hongarije is
in geen jaren door zulk een ramp getroffen.
DE BOMAANSLAG.
De roover die gisteren, op eeht Russische wijze, een
bomaanslag in het stadhuis te Friedberg in Hessen
heeft uitgevoerd en daarna in het gebouw Van het
agentschap van de rijksbank binnendrong, om 'de kas
te kapen, heeft niet veel wil van zijn boevenstuk ge
had. Het hoofd van het agentschap Meyer is een poo-
tig man, die tegenover den binnendringenden vreem
deling. uitgedost met een Panamahoed en een zwart
masker, geen kamp gaf. Er ontstond een handgemeen,
waarbij de bankier, voor zijne geopende kluis staan
de, een paar slagen met een stomp voorwerp op het
hoofd kreeg. Daarop trok de roover een revolver en
loste een schot, dat Meyer maar licht wondde. Maar
voor hij bewusteloos in elkaar zakte, zette hij een keel
van geweld op, zoodat de roover het geraden achtte,
beenen te maken. Hij sprong op een andermans fie's,
die buiten stond en trapte er als een bezetene van door,
in de richting van Nauheim. Twee heeren zetten hem
in een auto na, en later trachtte ook de politie hem
in een auto te achterhalen. Een doofstomme jongen
van 13 jaar, die toevallig in zijn weg kwam, kreeg een
trachtten tegen te houden, werden ook »'u, he
de polilie-auto den man in had gehaald
kort voor Nauheim uitgeput bij don wèo
joeg zich den laatstcn kogel, dien hij uk "eer
revolver had, door zijn slaap. Hij lag noo)"1
nuten le reutelen cn gaf toen den mètt
onderzoek bleek, dat de doode een tws r
chauffeur Barkenstcin uit Ilallc a. d. Saaie
zich uit had gegeven voor een reiziger in -| (i
4800 mk„ die men bij hem vond, waren niein
I stig uit het agentschap van de bank, want met
daar geen pfennig. 11 m
Voor het agentschap heeft men nog tWee
niige blikken bommen en een lont gevonden
lilie heeft die in een emmer water gedompeld «tV
ten de stad onder bewaking in het veld noerpft 1
Men vermoedt, dat Barkenstcin ook de me
geweest van den aanslag op de villa van iil
kier Maier le Frankfort a. d. Main, op 14 dezej-
In de kamer, die hij in een holel bewoonde
men nog meer materiaal voor liet venaard
bommen gevonden. ^en M
Men vermoedt, dat Barkenslein een maWv v
heeft gehad, die te Nauheim of te Frankfori H
toefd heeft.
EEN WISKEY-OVKRSTROOMING.
Een werk lang heeft het te Baltimore bijna onoi
houdelijk hevig geregend en een der gevolgen daa
van was. dat Woensdagavond dr omgeving was me,
stroemd door... whiskey. Het doorsijpelende water ha
n.1. de grondvesten van het groote magazijn van
„Gwynnbrook Dislilling Company" bij Owings
flrrmijnd. een gedeelte van liet trotsche gebouw va
negen verdiepingen stortte in, van de 20,000 vate
whiskey. die daar opgeborgen waren, werden er Jflfi
verpletterd en de geurige inhoud stroomde den 'het
vel af over weiden en velden naar de Gwynns Pails
Mijlen in den omtrek was dc lucht als liet war
doortrokken van den geur van oude Manland \vhisLP,
De schade bedraagt ongeveer 250.000 dolt.
EEN VOORHISTORISCHE STAD.
Op de Pantalica, 'n alleenstaande berg bij Syra
cuse, heeft Dr. Orsl de overblijfselen gevonden va
'n groote voorhistorische stad met 'n uitgestrekte n
cropolfs, dat is 'n doodenstad, 'n begraafplaats.
De ongeveer vijf duizend graven, die in de rotse
zijn uitgehouwen, zijn in verscheidene groepen vei
deeld, over 'n oppervlakte van meer Jan vier mijle
in den omtrek. Bij het onderzoek van eenige hoi
derdtallen van deze graven is gebleken, dat zij behod
ren tot de tweede en derde Sieilische periode, d:
overeenkomt met het bronzen en het eerste ijzere
tijdvak. De inhoud was niet rijk, maar toch bevatte
de graven uit de tweede periode een groot aanti
bronzen messen en dolken van zeer primitieven vorm
eenige gouden ringen, vele bronzen hechtnaalden,
aardewerk.
Ter plaatse waar deze stad gestaan heeft me
vermoedt, dat het het oude Herbessus geweest
heeft Dr. Orsi ook de grondslagen van 'n groo
gebouw opgemerkt, het eenige van dezen aard 1
het Oostelijk gedeelte van Sicilië, en hij meent, di
dit het paleis van den vorst geweest is. Het is rech
hoekig van vorm, 37 Meter lang, 12 Meter breed ei
in vele vertrekken verdeeld.
Er is 'n zeer groote ruimte in gevonden met eei
hooge zoldering; al is de zoldering in haar gehee
ook totaal verdwenen, haar steunsels zijn nog aai
wezig. Deze ruimte houdt men voor de feestzaal. Stoe
pen, trappen, bordessen van marmer en basalt zijn di
onwraakbare getuigen van hoe 't eens was, en dez<
spreken van rijkdom en groote weelde.
Jaren is men nu reeds aan de opgravingen bezig
en onder leiding van den directeur van het nati
naai museum te Syracuse worden zij nog steeds voor
gezet.
wordt het geheele lichaam langzamerhand
vergiftigd.
Niels is meer te vreezen dan vergiftiging do«!
urinezuur, omdat dit zoo langzaam voortwoekert
zoo dikwijls niet verdacht wordt, voordat de zi1
zich door het geheele lichaam verbreid heeft.
Het groote werk der nieren is om uit het bk
de urinezuur-vergiflen af te scheiden. Wanneer d
organen echter zwak of ziek zijn, kunnen zij hun wt.
niet behoorlijk volbrengen en wordt het geheele liehaai
langzamerhand vergiftigd.
Dat is de reden, dat gij u zoo afgemat terneergesla
gen en prikkelbaar gevoelt. Het is of gij geen krach:
geen energie of werklust hebt. 's Morgens hebt gij een
ellendig gevoel in uw rug, en pijn in de jetuWffl
en zijden, uw oogen zijn ogeblazen en uw ledematen
rheumatisch, voorat bij vochtig weer. Uw urine is be
wol kt en komt branderig en onregelmatig.
Tenzij het urinezuur onmiddellijk wordt uitgeidre
ven, worden uw levensdoelen aangetast en treden nood
lottige ziekten op; de nieren worden cel na cel ver
nietigd en de blaas verliest misschien haar kracht oa
het water op te houden.
Alleen een nierengoneesmiddel kan het urinezuur op
lossen en de nieren helpen om de onzuiverheden ui
het bloed te fittreeren. Foster's Rugpijn Nieren Pi
len zijn als zoodanig bekend. Zij werken rechtstreeks oj
de nieren en blaas en herstellen hun natuurlijk'
werking.
Let erop. daf de juiste naam Taster s Rugpijn Nie
ren Pillen, en de handteekening van James Eoster o|
de doas voorkomen en weigert alle 'namaak. De echt
zijn te Sehagen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgans
Toezending geschiedt franco lia ontvangst van
wissel a f 1.75 voor één, of f 10.— voor zes
Jan wilde eens verder zien, de jas iosknoopen,
toen raakte zijn, hand den zwaren baard, die lang,
tot op de borst hing. Die baard bewoog drom
mels en duivels') Jezus Maria, die verschoof. Toen
Jan er aan trok gaf de baard steeds meer toe.
Een griezelen liep Jan langs den rug, schuw week
hij terug, maar toch greep hij weer toe, zag niet
scherp genoeg in het bleeke licht de oogen puil
den hem uit het hoofd, en zag toch alles. Daar
had hij den baard in zijn handen, de baard was
valsch en dat dat was Jaap zijn oude ka
meraad.
Jan was geheel en al veranderd, hij was vroolijk
en opgewekt als nog nooit tevoren. Hij was zoo luid
en spraakzaam als niemand hem ooit had gekend.
Hij bedronk zich nogal dikwijls en wanneer hij zoo
dronken, was, dat hij meer dan genoeg had, dan
weende hij, dat hij het uitsnikte.
Nu lachten zij over hem in het dorp. Wat was er
toch met Jan gebeurd?
„Je zuipt toch niet, mijn zoon?" zoo had mijn
heer Böllinger gevraagd. Dat loochende Jan met een
haast, die hem rood maakte en warm. Maar hij moest
drinken wat moest hij anders doen,?
Sedert Vastenavond sneeuwde het. Dag en nacht
waren de vlokken gevallen, zonder ophouden en de
sneeuw hoopte zich steeds Viooger op.
Mijnheer Böllinger, die gekomen was om te jagen,
gaf zijn plan maar lieel ongaarne op. Kon men wer
kelijk dan niet naar boven? Neen er was geen denken
aan, de sneeuw lag een manshoogte, en mijnheer Böl
linger zou daar bepaald in wegzinken.
Toen ging mijnheer Böllinger weer naar Düren te
rug en Jan haalde verlicht adem. Het was merk
waardig, hoe plotseling zijn ijver was verdwenen.
Hij die anders het ellendigste weer niet had ge
schuwd, hokte nu in een hoekje van de herberg. De
dorpelingen verwonderden er zich over, babbelden er
over; maar spoedig verdrong weer iets anders de
belangstelling in Jan.
De schoenmaker in het dorpje was weg en kwaa
maar steeds niet voor den draad, dat duurde nu
vanaf Vastenavond. Dien avond had hij naar de ^er
berg willen gaan, zijn vrouw wist dat, maar
de herberg, waar hij gewoonlijk kwam, was bij nie
geweest en, ook nergens anders. De vrouw jamnt®
de luid, hoe zou zij nu met haar kinderen door
wereld komen? Men moest nu bedelen. Haar
was weg, o, waar was hij toch? Zij wrong zich
wanhoop de handen.
Was de schoenmaker verongelukt? Dood?
daaraan geloofde niemand. Die was het bepaald
bar geworden, dat kijfachtige wijf, die grienende kh
deren, hij was nog een sterke kerel, die alleen v
beter in de wereld zou kunnen rondkomen Hij
'm bepaald gesmeerd en, had zijn familie in denst
gelaten.
Trien jammerde en klaagde aan alle deuren e
huilde zich bijna de oogen uit: waarvan inoesteii
nu leven?
Ja, wanneer die Jan er niet was geweest. De
ste maal was hij tersluiks gekomen, als *a8_n
bang. Aarzelend en stootterend bood hij z'c 1,
kon hij haar met wat helpen? Hij had geboord
Jaap verdwen,en was.
Zij weende hartverscheurend en het zou een s
hebben vermurwd. Zij klampte zich aan hem T
hij was haar eenige vriend, zij zou hem niet
laten.
Haar optreden was Jan lastig en onaangenaam
wat rukte zij hem toch zoo aan het lijf? nluj
hij had niet het hart, haar van zich te stooten.
durfde het ook niet te doen. Hij liet haar wee»
met de armen om zijn hals; hij keek op haar
op haar groezelig gezicht, terwijl dat op zijn. scn
der lag, met hartkloppingen, die hem het Hen
bijna deden barsten. Hij was bang, dat zij het
kloppen van zijn hart zou hooren. Donders, w*1'®
zij eens wist, dat...! (Wordt vervolS