Jan en Jaap.
Woensdag 29 Juni 1910.
54ste Jaargang No. 4733.
K>4.
Bureau SCHUGEN, Laan
Uitgevers i TRAPMAN Co.
Binnenlandsch Nieuws.
Minui Mtut.
HiuHsuit- UsiimiM
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Wo e n s d a g-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Interc. Telephoon No. 20.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad.
- St. Maartensbrug.
Op het zestal voor predikant bij de Hervormde Ge
meente te Zaandam (Oostzijde) is mede geplaatst
onze predikant, Ds. C. Met.
St. Maartensbrug.
Mej. A. F. Blad te St. Maartensbrug staat no. 1
op de voordracht voor onderwijzeres te Zaandam.
vaktentoonstelling voor het smidsbe
drijf.
Naar wij vernemen wordt de Vaktentoonstelling
voor het Smidsbedrijf te Groningen, Maandag 4 Juli
a.s. des namiddags om 3 uur door den Directeur van
den Arbeid, namens den Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel, geopend, waartoe ook de plaat
selijke autoriteiten zijn uitgenoodigd. Tijdens de ten
toonstelling zullen verschillende specialiteiten lezin
gen houden over organisatie, het vervaardigen van
kunstsmeedwerk en hoefbeslag.
De tentoonstelling wordt gesloten op Zaterdag 9
Juli a.s.
Vooral voor den landbouw verdient het aanbeve
ling deze tentoonstelling te bezoeken.
prov. staten van noord-holland.
Bij besluit der Staten van 20 Juli 1909 werd aan
de Langedijker Winkeliers-, Nering- en Vakvereeni-
ging te Zuid-Scharwoude, voor haren cursus in han
delsonderwijs, over 1910 eene bijdrage fan f 47 ver
leend, o .m. onder voorwaarde, dat van Rijkswege
ten minste f 225 en van Gemeentewege ten minste
f20 werd toegezegd of beschikbaar gesteld, met kos-
telooze beschikbaarstelling van lokaliteit, vuur en
licht.
Bij later schrijven deelde het bestuur mede, dat
door het Rijk slechts f 175 was toegestaan, daarbij
verzoekende dat het provinciaal subsidie desniette
min tot het gestelde bedrag toch mocht worden ver
leend.
Uit het antwoord van den Minister blijkt, dat het
Rijkssubsidie lager werd gesteld, met de bedoelingopgeborgen,
dat de Gemeente op meer krachtige wijze zou steu-
nen dan aanvankelijk ontworpen was.
God. Staten stellen nu voor het bedrag van het
provinciale subsidie ongewijzigd te laten, maar in de
voorwaarden het bedrag van het Rijkssubsidie te wij- stede „De Tweel" is Zondag weer hevig gevochten,
zigen. Een landlooper, algemeen bekend onder den naam
van George, werd door een voorbijganger bewusteloos
gemengde huwelijken. t en padende in zijn bloed gevonden. In hetzelfde kamp
De Bredasche Courant schrijft: werd juist een jaar geleden, ook een bekend type
Dezer dagen kregen wij een statistiekje onder de eerst bewusteloos geslagen en vervolgens in de na-
oogen van de huwelijken, welke verleden jaar te bijzijnde groote beek verdronken.
Amsterdam zijn gesloten. Dit onder den blooten hemel gelegen kamp is
Ziehier een paar veelzeggende cijfers er uit: wijd en zijd onder de landloopers bekend. Bijna el-
Tusschen Protestanten onderling kwamen 2138 ken Zondag komen hier tal van ongunstig bekende
echtverbintenissen tot stand. Tusschen Protestanten personen bijeen, om het in de open lucht gekookte
en Katholieken 751 i middagmaal te gebruiken, waarna de dag verder
Ongeveer een kwart gedeelte van de huwende Pro- meestal drinkende wordt doorgebracht. Bij ons be-
testanten was er dus onverschillig onder, dat hun zoek aan dit werkelijk romantisch gelegen kampe-
verloofde met hen in godsdienst verschilde. ment vonden wij het eenzaam en verlaten. Toch we-
Tusschen Katholieken onderling werden 637 huwe- een nauwelijks gedoofd kolenvuur onder een
lijken gesloten. Tusschen Katholieken en Protestan- z waren eik, een bleekveld je met waschgoed en eenige
ten 751. tasschen en pakketten er op, dat het vertrek slechts
Meer dan de helft van de trouwende Katholieken tijdelijk was.
achtten dus een gemengd huwelijk geen bezwaar.
Dat Protestanten, en met name Hervormde Protes
tanten, over het algemeen verregaande onverschillig
heid op godsdienstig gebied aan Jen dag plegen te
leggen, is algemeen bekend.
Ongetwijfeld heeft de kerk daaraan grootendeels
schuld.
Maar de Katholieke Kerk kan een dergelijk verwijt
niet treffen.
Daar wordt alles gedaan om de kinderen tot geloo-
▼ige zonen der heilige Moeder op te voeden. Daar
wordt met name tegen het gemengde huwelijk krach
tig en dreigend opgetreden.
schien een onbedoelde en ongewenschte navolging
vinden?
De eenvoudige van geest, die in verkiezingsweken
dag aan dag de vriendschap tusschen Protestant en
Katholiek hoort aanbevelen, kan ten slotte in liefde
tusschen die beiden geen bezwaren meer zien.
Want is liefde niet volmaakte vriendschap?
ontaarde ouders.
Men meldt uit Princenhage dd. 23 Juni aan het
D. v. N.:
Toen de heer G. hedenmorgen wandelde in de om
geving van de zwemplaats aan den Hirdesboulevard,
werd hij door een circa I4-jarigen jongen aangespro
ken, die hem om vuur vroeg voor zijn sigaret. Het
ventje, dat er vreeselijk haveloos en verhongerd uit
zag, wekte het medelijden van bedoelden heer op.
Het ventje verhaalde, dat hij reeds negen maanden
rondzwierf in en om Breda, 's Nachts slapende in
de schuren, karren of bosschen, en overdag zijn
eten moest bedelen. Hij zeide een zoontje van Van
E. te zijn, thans aan het Duitenhuis te Princenhage
wonende. Voordat hij begon te zwerven, woonde hij
bij zijn vader en stiefmoeder in de Boeimeerstraat te
Teteringen. Vader en moeder leefden slecht, waren
aan den drank verslaafd, mishandelden hun kinde
ren en lieten ze geheel aan hun lot over. Zelfs op
school kwamen ze nooit.
Toen ging vader van moeder af en vestigde hij
zich aan het Duitenhuis. Het bedoelde jongetje mocht
nu 'noch bij vader, noch bij moeder onder dak ko
men. Geen van beiden zorgden voor zijn voeding of
kleeding en zoo is hij nu reeds negen maanden zwer
vende, ten prooi aan de grootste ellende. Meermalen
werd hij door de politie bij den burgemeester ge
bracht en deze deed zijn best om een einde te ma
ken aan het ellendig bestaan van den armen knaap,
maar te vergeefs.
Nu werd het ventje bij de marechaussee gebracht
te Teteringen; deze bracht het ventje bij den officier
van justitie en thans zal dan eindelijk, dank zij de
justitie en politie, een einde worden gemaakt aan
het ongelukkige leven van den jongen. Wellicht zal
de voogdijraad ingrijpen. De jongen is in het huis
van bewaring, als verdacht van landlooperij, tijdelijk
een landloopers kamp.
Uit Barneveld schrijft men:
In het zoogenaamde landlooperskamp op de hof-
2e suppl. Begrooting, aangevende in ontvangst f 4764,87,
uitgaat f 421o,12V2, vermoedelijk batig saldo f 549.741/2.
2. Idem het besluit van af- en overschrijving van
poften, die te hoog en op posten, die te laag zijn
geraamd, tot een bedrag van f 901,68V2.
3. Idem het besluit tot het doen van uitbetaling
uit den post van onvoorziene uitgaven van f 185.71.
4. Hel opmaken van de voordracht voor zetters
(aftredend de heeren C. Over en C. Borst Mz., welke
laatste heeft medegedeeld, niet voor een eventueele her
benoeming in aanmerking te willen komen). Uitslag
stemming: No. 1 op de voordracht: attr. C. Over: C.
Over 6, M. Rootjes 1 stem, gekozen de heer C. Over.
No, 2 bij eerste stemming: J. Hansen 3, M. Rootjes
3, jb. Slotemaker 1 Stem, bij tweede stemming J. Han
sen 4, M. Rootjes 3 stemmen. No. 1 voor aftr. C.
Borst: M. Rootjes 5, Jb. Slotemaker 1. J. Hansen 1
stem. No. 2, J. Slotemaker 5. J. Kalverdijk 2 stemmen.
5. Voorstel van B. en W. tot het doen plaatsen
van een bliksemafleider op den toren.
Door den Voorzitter is advies gevraagd bij het Bu
reau van de N. Venn. Nederl. Instrumenten Fabriek
te Utrecht. De plaatsing van een z.g. Kooij-afleider
werd door dat bureau ten zeerste aangeraden, omdat
alle kans bestond, dat de toren nog eens geraakt zou
worden. Het kerkbestuur is ook wel genegen, de kerk
van een afleider te voorzien, waarom begrooting werd
gevraagd voor toren en kerk. De totale kosten zouden
f 350 bedragen (f 190 voor de gemeente en f 160 voor
het kerkbestuur, hieronder begrepen alle werkzaam
heden, uitgezonderd het grondwerk, hetwelk goedkoo-
per door een werkman uit de gemeente kan worden
gedaan. Het aantal spitsen bedraagt 15. Met algemeen
goedvinden wordt het voorstel aangenomen.
Ingekomen stukken: Bij gehouden kasverifieatie zijn
kas en boeken in orde bevondende ontvangst bedroeg
fl 113.154.52, de uitgaaf f 110.243,881/2, saldo f 2910.631/2.
In de maand Mei zijn 27 telegrammen ontvangen.
Door den Rijks-ontvanger is aan den Gemeente-ont
vanger afgedragen f 580.
De rondvraag niets opleverende, sluit de Voorzitter
de vergadering, met dank aan de heeren voor hunne
medewerking.
't Zand.
In verband met het plan van de melkfabriek Hol
landia Ie Purmerend, om een eigen melk boot te laten
i loopen, waarvoor een steiger aan Het Zand noodzakelijk
is. werd Dinsdag aldaar vanwege het Ministerie van
Waterstaat een plaatselijk onderzoek ingesteld,
j een lijk!
Te Venlo werd bij den burgemeester door een po
litieagent aangifte gedaan, dat op een gedeeltelijk
overstroomd stuk land in de struiken een lijk was
aangespoeld. Dit lijk was in verregaanden staat van
ontbinding, want het hoofd en de beenen waren ver-
dwenen. Door den burgemeester werd order gegeven
I het lijk te kisten en naar de begraafplaats te bren
gen. Onder geleide van politie trokken vier man van
de gemeentewerken er op uit, om voor de teraarde
bestelling te zorgen. Om bij het lijk te komen, moest
eerst een strook water doorwaad worden. Spoedig
was men bij de griezelige vondst en wat bleek
het lijk was een vogelverschrikker.
Als eene eigenaardigheid vernamen wij, dat hier
heel wat landloopershuwelijken gesloten worden. Geen
verbintenis tusschen man en vrouw wordt namelijk
in dit wereldje voor echt erkend, wanneer zij niet
door den „Burgemeester", eveneens een landlooper,
bekrachtigd is. Als laagste tarief voor deze plechtig
heid werd ons genoemd een flesch jenever.
gemeenteraad oud karspel.
Vergadering van den Raad der Gemeente Oud
karspel. op Dinsdag 28 Juni 1910. des voormiddags
half elf. Present alle leden.
De Voorzitter, de heer M. J. Kroon Mz., heet de
*3x1 uicigcuu
onder de Kathobeken* eid in dit opzicht |,eeren welkom en opent de vergadering, waarna voor
de Protestanten eens zoo groot als onder ezin|" wordt gedaan van de notulen der vorige sa-
Zou het voorheeM Jen menkomst, welke onveranderd worden vastgesteld.
politieke coalitie hier mis- 1- Goedgekeurd wordt de reeds in eomité nagezicne
Feuilleton.
DOOR
C. viebig.
4.
1
Jan hapte naar lucht. En schoof haar dan van
zich af, huiverend, aarzelend, en het vale grauw over
dekte zijn gelaat.
Zij nam evenwel zijn sidderen voor iets anders op,
voor verlegenheid, die Jan was altijd zoo kuisch, had
zich zijn leven lang nooit met vrouwen bemoeid. Aar
zelde hjj nu, haar tot zich te nemen? Dat behoefde
niet te doen. Jaap was nooit de beste geweest,
nij had haar dikwijls gescholden en geslagen. Voor
de menschen jammerde Trien dat Jaap weg was
diaar eigenlijk vond zij Jan beter, zij ging heel teeder
®et hem om, hij kwam nu bijna eiken dag, keek in
"de hoeken, zag wat er alzoo ontbrak, sleepte hout
dfn, kocht kolen, aardappelen en koffie, bracht de
«inderen krentenbrood en gaf ze ook op hun rug
het noodig was, geheel zooals het een goed huis
vader betaamde
En de sneeuw viel steeds maar neder. Nu reeds
adert acht weken. April kwam in het land en nog
altoos was er niet aan het voorjaar te denken. Trien
oelde zich heel wel en gelukkig onder de goede zor-
6en van Jan, zij zag er veel beter uit. Zoo langza-
®erhand vergat zij het zelfs te jammeren. Als een
ojkwa dekte de sneeuw alles toe. Iets als toewijding
a genegenheid mengde zich in Trien's berekening.
wm068t Jaa behouden, dat was nog al logisch, en
w^der zij zoo nu en dan nog eens jammerde en
,t ^ëde, dan voelde hij zich steeds verplicht lom de
j* van zjjn ouden makker bij te staan. Jan vond
tJ^Jaa'd een heel goeien kerel. Wie weet, wan-
termijn, van het wachten eens verstreken
hs heen hoor. Jaap behoefde niet meer terug
Hu dan zou Jan haar -bepaald wel trou-
zette hem haar jongste op den schoot en
bij kwam en ging keek zij hem zoo veel haar
dat nog mogelijk was, verliefd aan.
Dat stuitte Jan tegen de borst. Wanneer zij tegen
hem aan leunde, werd zijn bang hart nog banger, bij
sidderde en beefde van sehrik. Hij hield niet van
dat wijf; eigenlijk van geen enkele vrouw hield hij;
hij had nooit naar haar gekeken, ook niet, teen
hij nog jonger was, de herten met die zachte oogen
en de vlugge jongen waren hem steeds beter be
vallen. En die hadden ook niet zulk een brutaal smoel
werk. O je en nu vooral.
Jan kon aan niets anders denken, niets anders
voelen dan: boven ligt hij. Diep, diep het bosch in,
onder de dennen, en de sneeuw had hem stilzwijgend
toegedekt. Hij kwam nooit meer te voorschijn.
Zjj spraken bijna nooit over Jaap. Het wijf hield
haar mond uit vrees haar ware gevoelens te verklap
pen. Niemand behoefde het te weten, dat Jaap op de
jacht was gegaan, vooral Jan mocht dat niet weten,
want die was de beschermer van dat jachtgebied en
deed dan bepaald niemendal meer voor haar. En
waarom zou zij het zeggen? Hij was bepaald de grens
over getrokken, die ellendeling, en had haar laten
zitten met haar wurmen van kinderen. Ja er was
nooit veel aan hem geweest, hij had gezopen in
plaats van vlijtig te werken. Zij geloofde er ten
laatste zei f aan, dat haar man naar de herberg
had willen gaan. Dat Jaap toch wel dood zou kunnen
zou, daaraan dacht zij geen oogenblik. Slechts des
nachts, wanneer zij eenzaam daar lag, en de wind om
het bouwvallige huisje spookte, geloofde zij een hand
op den kruk van de deur te voelen. En dan schrikte
zij op.
En Jan was nog schuwer om over Jaap te begin
nen, hij had diens naam niet over de lippen gebracht.
Wat behoefde hij ook naar hem te vragen? Hij
wist immers heel goed waar hij was. O God, hoe
verschrikkelijk! Bij dag ging het nog, wanneer hij bij
het wijf was, en voor de kinderen zorgde, dan voel
de hij zich vrijwel gerust: Jaap kon wel onder de
dennen blijven, hij kwam immers voor alles op. Maar
's nachts, wanneer hij op zijn leger rondwoelde, en
niet kon slapen, dan stond de doode van zijn plaats
onder de dennen op, kwam langzaam naar beneden
geloepen, ging door het gansche dorp tot aan de
deur van Jan, trad binnen zender te kloppen, kwam
de verdwenen effecten.
Een eigenaardige kwestie is verleden week te Amster
dam opgedoken, tusschen een op de Marnixstraal wo
nende weduwe en een uitdraagster in een zijstraat van
de Haarlemmerstraat. De weduwe had n.1. eenigen tijd
geleden wat oude rokken aan de uitdraagster verkocht,
begrijpelijkerwijze voor een geringe som. De uitdraag
ster had het goed tusschen haar bergen lompen ge
mengd en dacht reeds niet meer aan het koopje, toen
plotseling een paar rechercheurs bij haar verschenen,
die haar vroegen waar ze de rokken, gekocht van mej.
Zoo en Zoo. vhad gelaten, want in een daarvan
moest voor f aOOO aan effecten genaaid zitten. Dood
schrik van hel vrouwtje, dat zoo'n som alleen maar
van hooren zeggen kendeDe lompen werden over
hoop gehaald in zenuwachtige haastrokken werden
opengelornd, maar... de effecten werden niet gevon
den.
Daar de weduwe er bij blijft, dat haar effecten in
de verkochte rokken moeten zitten, heeft de politie
de handenvol met uit te zoeken of dit inderdaad juist
is en waar de rokken en... de effecten dan gebleven
zijn.
een jeugdig avonturier.
Gistermiddag werd door de gemeentepolitie te Hee
renveen aangehouden de 14-jarige Jan Post, uit Sneek.
Deze bleek al een heel gevaarlijk stukje uitgehaald
te hebben. Zondag had hij zich bij Sneek een héél klein
üeilhoolje toegeëigend en was daarmede moederziel
alleen met een flinken bries het Sneeker meer over
gezeild en tot hier doorgevaren. De politie transporteer
de hem naar huis. Deze jongen schijnt van vreemde
tochten te houdenvoor een paar jaar ging hij uit een
land een paard halen, besteeg het en zou aldus een
rit door Friesland doen. Natuurlijk liep de kleine rui
ter spoedig in den kijkerd en werd hij op transport
gesteld.
moerbeek.
Naar ons uit goede bron wordt medegedeeld, wor
den er pogingen aangewend om te komen tot oprichting
eener Rundveefokvereeniging te Moerbeek.
langedijk.
De jongens, die voor den Kantonrechter zich heb
ben moeten verantwoorden wegens vernieling van een
huis bij de Roskambrug, hebben een ernstige verma
ning gekregen en zullen voor den tijd van drie maan
den worden opgezonden naar eene tuchtschool, indien
zij binnen 2 jaar een dergelijk wanbedrijf plegen.
een jongetje verdwenen.
Te Rotterdam verdiept men zich in gissingen over
het sedert Zondag spoorloos verdwijnen van het 8-jarig
zoontje. Henri, van den tandarts, den heer Verdoorn,
wonende Witte de Withstraat aldaar. Zondagmorgen
half 9 was het uitgegaan om een boodschap te doen,
doch is niet teruggekeerd. Zondag werden reeds enkele
singels en binnenwateren afgedregd, terwijl hedennacht
met twee politiehonden naar een spoor gezocht is, doch
zonder resultaat.
Wieringen.
Naar wij vernemen vermiste de hotelhouder Alb. de
Haan te Hippolytushoef alhier j.1. Maandag een geld
kistje. inhoudende ongeveer f 5CÓ aan geld en tamelijk
wat goud- en zilverwerk. Als vermoedelijke dader ver
denkt men den opperman H. J. Lochner, die in ge
noemd café aan den arbeid was en op den morgen van
dien dag, ongesteldheid voorwendende, zich naar huis
begaf, naar men beweert met een kalkzak op den rug.
waarin zich iets bevond van den vorm van een kistje.
Op de vraag van den opperman E. Z. wat of daar
in dien zak ,zat, moet Lochner dan ook geantwoord
hebben, „een sigarenkistje". Daar ook de Verdere han
delingen van Lochner dien dag zeer verdacht waren,
meende men hem als vermoedelijken dader te mogen
aanhouden, wat dan ook Maandagavond is geschied.
Door den Burgemeester werd hij direct aan een streng
verhoor onderworpenwat ook des Dinsdagsmorgens
werd voortgezet, doch naar men meent niet tot eenige
aanhouden, wat dan ook Maandagavond is geschied.
Wel echter is tijdens het verhoor gebleken, de dief
stal van 35 K.G. lood door dezen verdachte, welke
door hem bij een opkooper was verkocht, doch nu ter
Secretarie berust.
Dinsdagmiddag had overbrenging naar het Huis van
Bewaring te Alkmaar plaats.
Dat een en ander hier veel sensatie veroorzaakt,
valt te begrijpende verdachte die hier, hoewel arbeid
zaam. een losbandig leven leidde en weinig vertrouwen
genoot, moet niet veel sympathie wekken.
gemeenteraad nieuwe niedorp.
Vergadering van. den Raad der gemeente Nieuwe
Niedorp, gehouden op Dinsdag 28 Juni, 's avonds 7
uur. Afwezig de heer Visser.
Voorzitter Burgemeester Koopman, die de verga
dering opent, waarna de secretaris, de heer J. Kuil
man de notulen leest, die onveranderd worden goed
gekeurd en vastgesteld.
Voorzitter doet mededeeling, dat de jongste kasveri
fieatie bij den gemeenteontvanger tot uitkomst had,
dat conform boeken en bescheiden, f 1127.22% in kas
mi-ItfrondML
aan het bed, stak dreigend den vinger op, pakte
hem beet
En Jan brulde om hulp en sprong uit zijn bed,
trok zijn, kleeren aan, hij kon het niet uithouden
om alleen te zijn, rende naar de herberg maar
o wee, die was gesloten. Hij rende verder, het vrije
veld in, buiten zou het beter zijn, in het bosch, op
de weidesneeuw koelde het vuur in zijn aderen. Het
zweet gutste hem langs het gelaat. Het waren ont
zettende nachten. Wanneer hij nu dat wijf, die Trien
maar 's nachts bjj zich had, misschien liet Jaap
hem dan wel meer met rust. Maar het eene leek
hem even ontzettend als het andere.
Jan viel af. Van zijn luide vroolijkheid, waarmede
hij den feestnacht was begonnen, was niets, niets
meer overgebleven. Nu was hij stil; het hoofd tus
schen beide handen gesteund, zat hij 's avonds hij
zijn glas en hij was de laatste die 's nachts uit
de herberg naar huis ging. Zij moesten het licht
uitblazen. „Er wordt gesloten!" anders was hij
tot den volgenden morgen gebleven.
En wat werd er van het jachtgebied van mijnheer
Böllinger? Er ging dit jaar veel wild verloren, de win
ter was streng en lang, de sneeuw lag te hoog,
geen mos, geen halmpje was bloot te krabben. De
dieren in het bosch leden verschrikkelijk gebrek, zij
knabbelden hongerig de basten van de hoornen. Men
had de dieren moeten voederen. Mijnheer Böllinger
hield van zijn plicht en had dat bepaald gaarne wil
len hebben. Eikels, kastanjes, boonen, erwten had
den er gestrooid moeten worden, hooi had men moe
ten neerleggen, maar mijnheer Böllinger lag met jicht
te bed en Jan, die bekommerde zich om niets meer.
Het was een ware schande, het geld in den
zak te steken, het vele geld en niemendal daarvoor
te doen.
Mijnheer Böllinger ontving naamlooze brieven. Toen
schreef hij aan Jan: Is het werkelijk waar, ver
waarloos jij mijn jacht? De duivel zal je halen.
Maar neen, dat kan niet zijn, dat kon en wilde hij
niet gelooven, daartoe had Jan de jacht veel te lief.
Nijd was het en afgunst. Maar Jan moest er vooral
voor zorgen dat het wild goed verzorgd werd, hij
moest dadelijk zooveel voeren als noodig is en alles
maar in het stadje op zijn naam bestellen. En zoodra
de jicht hem met vrede liet, kwam hij weer zelf;
dan zouden zij samen weer op de jacht gaan.
Jan hamerde het hart in het lijf, toen hij dezen
brief had uitgespeld. Hij wilde vrooiijk zijn, alsof
Böllinger hem had geschreven dat alles goed was.
Maar een ijskoude hand werd naar hem uitgestrekt
en drukte hem dadelijk weer neer. Wanneer mijnheer
Böllinger alles wist, wanneer hij het wist. Bloedde
hem, Jan, dan ook niet het hart, dat hij het honge
rende wild niet beter kon verzorgen? Maar hij kon
niet naar boven neen hij kon niet. Dat was een
vaste gedachte van hem
Eindelijk werd het lente, dat wil zeggen, geen len
te, waarin de bloemen bloeien, en de vogels zingen,
maar het was toch zachter buiten en een lichtere
Aprilhemel verhief zich boven veld en bosch.
Nu wilde mijnheer Böllinger niet langer uitblijven
het ging nu beter met hem.
In een doffe wanhoop zag Jan het komende tege
moet: wat zou hij mijnheer Böllinger antwoorden,
wanneer deze schimpte en schold? met recht
ja wat? Hij wilde hem dan smeeken hem te ontslaan;
jachtopziener kon hij niet meer zijn, dat zag hij nu
wel in. Maar dan, wat moest hij dan beginnen? Niet
meer jagen en geen geld meer hebben om het aan
de weduwe en de weezen te geven wat dan? Jan
wist het niet, hij overlegde ook niet, hij kneep als
iemand die duizelig is de beide oogen maar toe. Hem
was het allerellendigst te moede. Gister was hij weer
hij Trien geweest groote hemel, wat had dat wijf
hem aan het lijf gehangen. Wanneer die het nog
eens deed, dan schreeuwde hij haar nog eens, die
kwelling zat, in de ooren: Laat mij met vrede, ik
heb Je man vermoord ik ziezoo nu weet -je
het Dan zou zij hem eindelijk met vrede laten. Hij
voelde zich als verlicht door deze gedachte.
Maar nog nooit had hij ernstig er aan gedacht zijn
geheim prijs te geven. Zeker was het hem dan ge
makkelijker en lichter te moede geweest, wanneer hij
het Iemand had kunnen zeggen maar neen, neen,
het was al te verschrikkelijk.
Slot volgt.