Jan en Jaap. Woensdag 29 Juni 1910. 54ste Jaargang No. 4733. K>4. Bureau SCHUGEN, Laan Uitgevers i TRAPMAN Co. Binnenlandsch Nieuws. Minui Mtut. HiuHsuit- UsiimiM Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag-, Wo e n s d a g-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bjj inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger. Interc. Telephoon No. 20. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad. - St. Maartensbrug. Op het zestal voor predikant bij de Hervormde Ge meente te Zaandam (Oostzijde) is mede geplaatst onze predikant, Ds. C. Met. St. Maartensbrug. Mej. A. F. Blad te St. Maartensbrug staat no. 1 op de voordracht voor onderwijzeres te Zaandam. vaktentoonstelling voor het smidsbe drijf. Naar wij vernemen wordt de Vaktentoonstelling voor het Smidsbedrijf te Groningen, Maandag 4 Juli a.s. des namiddags om 3 uur door den Directeur van den Arbeid, namens den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel, geopend, waartoe ook de plaat selijke autoriteiten zijn uitgenoodigd. Tijdens de ten toonstelling zullen verschillende specialiteiten lezin gen houden over organisatie, het vervaardigen van kunstsmeedwerk en hoefbeslag. De tentoonstelling wordt gesloten op Zaterdag 9 Juli a.s. Vooral voor den landbouw verdient het aanbeve ling deze tentoonstelling te bezoeken. prov. staten van noord-holland. Bij besluit der Staten van 20 Juli 1909 werd aan de Langedijker Winkeliers-, Nering- en Vakvereeni- ging te Zuid-Scharwoude, voor haren cursus in han delsonderwijs, over 1910 eene bijdrage fan f 47 ver leend, o .m. onder voorwaarde, dat van Rijkswege ten minste f 225 en van Gemeentewege ten minste f20 werd toegezegd of beschikbaar gesteld, met kos- telooze beschikbaarstelling van lokaliteit, vuur en licht. Bij later schrijven deelde het bestuur mede, dat door het Rijk slechts f 175 was toegestaan, daarbij verzoekende dat het provinciaal subsidie desniette min tot het gestelde bedrag toch mocht worden ver leend. Uit het antwoord van den Minister blijkt, dat het Rijkssubsidie lager werd gesteld, met de bedoelingopgeborgen, dat de Gemeente op meer krachtige wijze zou steu- nen dan aanvankelijk ontworpen was. God. Staten stellen nu voor het bedrag van het provinciale subsidie ongewijzigd te laten, maar in de voorwaarden het bedrag van het Rijkssubsidie te wij- stede „De Tweel" is Zondag weer hevig gevochten, zigen. Een landlooper, algemeen bekend onder den naam van George, werd door een voorbijganger bewusteloos gemengde huwelijken. t en padende in zijn bloed gevonden. In hetzelfde kamp De Bredasche Courant schrijft: werd juist een jaar geleden, ook een bekend type Dezer dagen kregen wij een statistiekje onder de eerst bewusteloos geslagen en vervolgens in de na- oogen van de huwelijken, welke verleden jaar te bijzijnde groote beek verdronken. Amsterdam zijn gesloten. Dit onder den blooten hemel gelegen kamp is Ziehier een paar veelzeggende cijfers er uit: wijd en zijd onder de landloopers bekend. Bijna el- Tusschen Protestanten onderling kwamen 2138 ken Zondag komen hier tal van ongunstig bekende echtverbintenissen tot stand. Tusschen Protestanten personen bijeen, om het in de open lucht gekookte en Katholieken 751 i middagmaal te gebruiken, waarna de dag verder Ongeveer een kwart gedeelte van de huwende Pro- meestal drinkende wordt doorgebracht. Bij ons be- testanten was er dus onverschillig onder, dat hun zoek aan dit werkelijk romantisch gelegen kampe- verloofde met hen in godsdienst verschilde. ment vonden wij het eenzaam en verlaten. Toch we- Tusschen Katholieken onderling werden 637 huwe- een nauwelijks gedoofd kolenvuur onder een lijken gesloten. Tusschen Katholieken en Protestan- z waren eik, een bleekveld je met waschgoed en eenige ten 751. tasschen en pakketten er op, dat het vertrek slechts Meer dan de helft van de trouwende Katholieken tijdelijk was. achtten dus een gemengd huwelijk geen bezwaar. Dat Protestanten, en met name Hervormde Protes tanten, over het algemeen verregaande onverschillig heid op godsdienstig gebied aan Jen dag plegen te leggen, is algemeen bekend. Ongetwijfeld heeft de kerk daaraan grootendeels schuld. Maar de Katholieke Kerk kan een dergelijk verwijt niet treffen. Daar wordt alles gedaan om de kinderen tot geloo- ▼ige zonen der heilige Moeder op te voeden. Daar wordt met name tegen het gemengde huwelijk krach tig en dreigend opgetreden. schien een onbedoelde en ongewenschte navolging vinden? De eenvoudige van geest, die in verkiezingsweken dag aan dag de vriendschap tusschen Protestant en Katholiek hoort aanbevelen, kan ten slotte in liefde tusschen die beiden geen bezwaren meer zien. Want is liefde niet volmaakte vriendschap? ontaarde ouders. Men meldt uit Princenhage dd. 23 Juni aan het D. v. N.: Toen de heer G. hedenmorgen wandelde in de om geving van de zwemplaats aan den Hirdesboulevard, werd hij door een circa I4-jarigen jongen aangespro ken, die hem om vuur vroeg voor zijn sigaret. Het ventje, dat er vreeselijk haveloos en verhongerd uit zag, wekte het medelijden van bedoelden heer op. Het ventje verhaalde, dat hij reeds negen maanden rondzwierf in en om Breda, 's Nachts slapende in de schuren, karren of bosschen, en overdag zijn eten moest bedelen. Hij zeide een zoontje van Van E. te zijn, thans aan het Duitenhuis te Princenhage wonende. Voordat hij begon te zwerven, woonde hij bij zijn vader en stiefmoeder in de Boeimeerstraat te Teteringen. Vader en moeder leefden slecht, waren aan den drank verslaafd, mishandelden hun kinde ren en lieten ze geheel aan hun lot over. Zelfs op school kwamen ze nooit. Toen ging vader van moeder af en vestigde hij zich aan het Duitenhuis. Het bedoelde jongetje mocht nu 'noch bij vader, noch bij moeder onder dak ko men. Geen van beiden zorgden voor zijn voeding of kleeding en zoo is hij nu reeds negen maanden zwer vende, ten prooi aan de grootste ellende. Meermalen werd hij door de politie bij den burgemeester ge bracht en deze deed zijn best om een einde te ma ken aan het ellendig bestaan van den armen knaap, maar te vergeefs. Nu werd het ventje bij de marechaussee gebracht te Teteringen; deze bracht het ventje bij den officier van justitie en thans zal dan eindelijk, dank zij de justitie en politie, een einde worden gemaakt aan het ongelukkige leven van den jongen. Wellicht zal de voogdijraad ingrijpen. De jongen is in het huis van bewaring, als verdacht van landlooperij, tijdelijk een landloopers kamp. Uit Barneveld schrijft men: In het zoogenaamde landlooperskamp op de hof- 2e suppl. Begrooting, aangevende in ontvangst f 4764,87, uitgaat f 421o,12V2, vermoedelijk batig saldo f 549.741/2. 2. Idem het besluit van af- en overschrijving van poften, die te hoog en op posten, die te laag zijn geraamd, tot een bedrag van f 901,68V2. 3. Idem het besluit tot het doen van uitbetaling uit den post van onvoorziene uitgaven van f 185.71. 4. Hel opmaken van de voordracht voor zetters (aftredend de heeren C. Over en C. Borst Mz., welke laatste heeft medegedeeld, niet voor een eventueele her benoeming in aanmerking te willen komen). Uitslag stemming: No. 1 op de voordracht: attr. C. Over: C. Over 6, M. Rootjes 1 stem, gekozen de heer C. Over. No, 2 bij eerste stemming: J. Hansen 3, M. Rootjes 3, jb. Slotemaker 1 Stem, bij tweede stemming J. Han sen 4, M. Rootjes 3 stemmen. No. 1 voor aftr. C. Borst: M. Rootjes 5, Jb. Slotemaker 1. J. Hansen 1 stem. No. 2, J. Slotemaker 5. J. Kalverdijk 2 stemmen. 5. Voorstel van B. en W. tot het doen plaatsen van een bliksemafleider op den toren. Door den Voorzitter is advies gevraagd bij het Bu reau van de N. Venn. Nederl. Instrumenten Fabriek te Utrecht. De plaatsing van een z.g. Kooij-afleider werd door dat bureau ten zeerste aangeraden, omdat alle kans bestond, dat de toren nog eens geraakt zou worden. Het kerkbestuur is ook wel genegen, de kerk van een afleider te voorzien, waarom begrooting werd gevraagd voor toren en kerk. De totale kosten zouden f 350 bedragen (f 190 voor de gemeente en f 160 voor het kerkbestuur, hieronder begrepen alle werkzaam heden, uitgezonderd het grondwerk, hetwelk goedkoo- per door een werkman uit de gemeente kan worden gedaan. Het aantal spitsen bedraagt 15. Met algemeen goedvinden wordt het voorstel aangenomen. Ingekomen stukken: Bij gehouden kasverifieatie zijn kas en boeken in orde bevondende ontvangst bedroeg fl 113.154.52, de uitgaaf f 110.243,881/2, saldo f 2910.631/2. In de maand Mei zijn 27 telegrammen ontvangen. Door den Rijks-ontvanger is aan den Gemeente-ont vanger afgedragen f 580. De rondvraag niets opleverende, sluit de Voorzitter de vergadering, met dank aan de heeren voor hunne medewerking. 't Zand. In verband met het plan van de melkfabriek Hol landia Ie Purmerend, om een eigen melk boot te laten i loopen, waarvoor een steiger aan Het Zand noodzakelijk is. werd Dinsdag aldaar vanwege het Ministerie van Waterstaat een plaatselijk onderzoek ingesteld, j een lijk! Te Venlo werd bij den burgemeester door een po litieagent aangifte gedaan, dat op een gedeeltelijk overstroomd stuk land in de struiken een lijk was aangespoeld. Dit lijk was in verregaanden staat van ontbinding, want het hoofd en de beenen waren ver- dwenen. Door den burgemeester werd order gegeven I het lijk te kisten en naar de begraafplaats te bren gen. Onder geleide van politie trokken vier man van de gemeentewerken er op uit, om voor de teraarde bestelling te zorgen. Om bij het lijk te komen, moest eerst een strook water doorwaad worden. Spoedig was men bij de griezelige vondst en wat bleek het lijk was een vogelverschrikker. Als eene eigenaardigheid vernamen wij, dat hier heel wat landloopershuwelijken gesloten worden. Geen verbintenis tusschen man en vrouw wordt namelijk in dit wereldje voor echt erkend, wanneer zij niet door den „Burgemeester", eveneens een landlooper, bekrachtigd is. Als laagste tarief voor deze plechtig heid werd ons genoemd een flesch jenever. gemeenteraad oud karspel. Vergadering van den Raad der Gemeente Oud karspel. op Dinsdag 28 Juni 1910. des voormiddags half elf. Present alle leden. De Voorzitter, de heer M. J. Kroon Mz., heet de *3x1 uicigcuu onder de Kathobeken* eid in dit opzicht |,eeren welkom en opent de vergadering, waarna voor de Protestanten eens zoo groot als onder ezin|" wordt gedaan van de notulen der vorige sa- Zou het voorheeM Jen menkomst, welke onveranderd worden vastgesteld. politieke coalitie hier mis- 1- Goedgekeurd wordt de reeds in eomité nagezicne Feuilleton. DOOR C. viebig. 4. 1 Jan hapte naar lucht. En schoof haar dan van zich af, huiverend, aarzelend, en het vale grauw over dekte zijn gelaat. Zij nam evenwel zijn sidderen voor iets anders op, voor verlegenheid, die Jan was altijd zoo kuisch, had zich zijn leven lang nooit met vrouwen bemoeid. Aar zelde hjj nu, haar tot zich te nemen? Dat behoefde niet te doen. Jaap was nooit de beste geweest, nij had haar dikwijls gescholden en geslagen. Voor de menschen jammerde Trien dat Jaap weg was diaar eigenlijk vond zij Jan beter, zij ging heel teeder ®et hem om, hij kwam nu bijna eiken dag, keek in "de hoeken, zag wat er alzoo ontbrak, sleepte hout dfn, kocht kolen, aardappelen en koffie, bracht de «inderen krentenbrood en gaf ze ook op hun rug het noodig was, geheel zooals het een goed huis vader betaamde En de sneeuw viel steeds maar neder. Nu reeds adert acht weken. April kwam in het land en nog altoos was er niet aan het voorjaar te denken. Trien oelde zich heel wel en gelukkig onder de goede zor- 6en van Jan, zij zag er veel beter uit. Zoo langza- ®erhand vergat zij het zelfs te jammeren. Als een ojkwa dekte de sneeuw alles toe. Iets als toewijding a genegenheid mengde zich in Trien's berekening. wm068t Jaa behouden, dat was nog al logisch, en w^der zij zoo nu en dan nog eens jammerde en ,t ^ëde, dan voelde hij zich steeds verplicht lom de j* van zjjn ouden makker bij te staan. Jan vond tJ^Jaa'd een heel goeien kerel. Wie weet, wan- termijn, van het wachten eens verstreken hs heen hoor. Jaap behoefde niet meer terug Hu dan zou Jan haar -bepaald wel trou- zette hem haar jongste op den schoot en bij kwam en ging keek zij hem zoo veel haar dat nog mogelijk was, verliefd aan. Dat stuitte Jan tegen de borst. Wanneer zij tegen hem aan leunde, werd zijn bang hart nog banger, bij sidderde en beefde van sehrik. Hij hield niet van dat wijf; eigenlijk van geen enkele vrouw hield hij; hij had nooit naar haar gekeken, ook niet, teen hij nog jonger was, de herten met die zachte oogen en de vlugge jongen waren hem steeds beter be vallen. En die hadden ook niet zulk een brutaal smoel werk. O je en nu vooral. Jan kon aan niets anders denken, niets anders voelen dan: boven ligt hij. Diep, diep het bosch in, onder de dennen, en de sneeuw had hem stilzwijgend toegedekt. Hij kwam nooit meer te voorschijn. Zjj spraken bijna nooit over Jaap. Het wijf hield haar mond uit vrees haar ware gevoelens te verklap pen. Niemand behoefde het te weten, dat Jaap op de jacht was gegaan, vooral Jan mocht dat niet weten, want die was de beschermer van dat jachtgebied en deed dan bepaald niemendal meer voor haar. En waarom zou zij het zeggen? Hij was bepaald de grens over getrokken, die ellendeling, en had haar laten zitten met haar wurmen van kinderen. Ja er was nooit veel aan hem geweest, hij had gezopen in plaats van vlijtig te werken. Zij geloofde er ten laatste zei f aan, dat haar man naar de herberg had willen gaan. Dat Jaap toch wel dood zou kunnen zou, daaraan dacht zij geen oogenblik. Slechts des nachts, wanneer zij eenzaam daar lag, en de wind om het bouwvallige huisje spookte, geloofde zij een hand op den kruk van de deur te voelen. En dan schrikte zij op. En Jan was nog schuwer om over Jaap te begin nen, hij had diens naam niet over de lippen gebracht. Wat behoefde hij ook naar hem te vragen? Hij wist immers heel goed waar hij was. O God, hoe verschrikkelijk! Bij dag ging het nog, wanneer hij bij het wijf was, en voor de kinderen zorgde, dan voel de hij zich vrijwel gerust: Jaap kon wel onder de dennen blijven, hij kwam immers voor alles op. Maar 's nachts, wanneer hij op zijn leger rondwoelde, en niet kon slapen, dan stond de doode van zijn plaats onder de dennen op, kwam langzaam naar beneden geloepen, ging door het gansche dorp tot aan de deur van Jan, trad binnen zender te kloppen, kwam de verdwenen effecten. Een eigenaardige kwestie is verleden week te Amster dam opgedoken, tusschen een op de Marnixstraal wo nende weduwe en een uitdraagster in een zijstraat van de Haarlemmerstraat. De weduwe had n.1. eenigen tijd geleden wat oude rokken aan de uitdraagster verkocht, begrijpelijkerwijze voor een geringe som. De uitdraag ster had het goed tusschen haar bergen lompen ge mengd en dacht reeds niet meer aan het koopje, toen plotseling een paar rechercheurs bij haar verschenen, die haar vroegen waar ze de rokken, gekocht van mej. Zoo en Zoo. vhad gelaten, want in een daarvan moest voor f aOOO aan effecten genaaid zitten. Dood schrik van hel vrouwtje, dat zoo'n som alleen maar van hooren zeggen kendeDe lompen werden over hoop gehaald in zenuwachtige haastrokken werden opengelornd, maar... de effecten werden niet gevon den. Daar de weduwe er bij blijft, dat haar effecten in de verkochte rokken moeten zitten, heeft de politie de handenvol met uit te zoeken of dit inderdaad juist is en waar de rokken en... de effecten dan gebleven zijn. een jeugdig avonturier. Gistermiddag werd door de gemeentepolitie te Hee renveen aangehouden de 14-jarige Jan Post, uit Sneek. Deze bleek al een heel gevaarlijk stukje uitgehaald te hebben. Zondag had hij zich bij Sneek een héél klein üeilhoolje toegeëigend en was daarmede moederziel alleen met een flinken bries het Sneeker meer over gezeild en tot hier doorgevaren. De politie transporteer de hem naar huis. Deze jongen schijnt van vreemde tochten te houdenvoor een paar jaar ging hij uit een land een paard halen, besteeg het en zou aldus een rit door Friesland doen. Natuurlijk liep de kleine rui ter spoedig in den kijkerd en werd hij op transport gesteld. moerbeek. Naar ons uit goede bron wordt medegedeeld, wor den er pogingen aangewend om te komen tot oprichting eener Rundveefokvereeniging te Moerbeek. langedijk. De jongens, die voor den Kantonrechter zich heb ben moeten verantwoorden wegens vernieling van een huis bij de Roskambrug, hebben een ernstige verma ning gekregen en zullen voor den tijd van drie maan den worden opgezonden naar eene tuchtschool, indien zij binnen 2 jaar een dergelijk wanbedrijf plegen. een jongetje verdwenen. Te Rotterdam verdiept men zich in gissingen over het sedert Zondag spoorloos verdwijnen van het 8-jarig zoontje. Henri, van den tandarts, den heer Verdoorn, wonende Witte de Withstraat aldaar. Zondagmorgen half 9 was het uitgegaan om een boodschap te doen, doch is niet teruggekeerd. Zondag werden reeds enkele singels en binnenwateren afgedregd, terwijl hedennacht met twee politiehonden naar een spoor gezocht is, doch zonder resultaat. Wieringen. Naar wij vernemen vermiste de hotelhouder Alb. de Haan te Hippolytushoef alhier j.1. Maandag een geld kistje. inhoudende ongeveer f 5CÓ aan geld en tamelijk wat goud- en zilverwerk. Als vermoedelijke dader ver denkt men den opperman H. J. Lochner, die in ge noemd café aan den arbeid was en op den morgen van dien dag, ongesteldheid voorwendende, zich naar huis begaf, naar men beweert met een kalkzak op den rug. waarin zich iets bevond van den vorm van een kistje. Op de vraag van den opperman E. Z. wat of daar in dien zak ,zat, moet Lochner dan ook geantwoord hebben, „een sigarenkistje". Daar ook de Verdere han delingen van Lochner dien dag zeer verdacht waren, meende men hem als vermoedelijken dader te mogen aanhouden, wat dan ook Maandagavond is geschied. Door den Burgemeester werd hij direct aan een streng verhoor onderworpenwat ook des Dinsdagsmorgens werd voortgezet, doch naar men meent niet tot eenige aanhouden, wat dan ook Maandagavond is geschied. Wel echter is tijdens het verhoor gebleken, de dief stal van 35 K.G. lood door dezen verdachte, welke door hem bij een opkooper was verkocht, doch nu ter Secretarie berust. Dinsdagmiddag had overbrenging naar het Huis van Bewaring te Alkmaar plaats. Dat een en ander hier veel sensatie veroorzaakt, valt te begrijpende verdachte die hier, hoewel arbeid zaam. een losbandig leven leidde en weinig vertrouwen genoot, moet niet veel sympathie wekken. gemeenteraad nieuwe niedorp. Vergadering van. den Raad der gemeente Nieuwe Niedorp, gehouden op Dinsdag 28 Juni, 's avonds 7 uur. Afwezig de heer Visser. Voorzitter Burgemeester Koopman, die de verga dering opent, waarna de secretaris, de heer J. Kuil man de notulen leest, die onveranderd worden goed gekeurd en vastgesteld. Voorzitter doet mededeeling, dat de jongste kasveri fieatie bij den gemeenteontvanger tot uitkomst had, dat conform boeken en bescheiden, f 1127.22% in kas mi-ItfrondML aan het bed, stak dreigend den vinger op, pakte hem beet En Jan brulde om hulp en sprong uit zijn bed, trok zijn, kleeren aan, hij kon het niet uithouden om alleen te zijn, rende naar de herberg maar o wee, die was gesloten. Hij rende verder, het vrije veld in, buiten zou het beter zijn, in het bosch, op de weidesneeuw koelde het vuur in zijn aderen. Het zweet gutste hem langs het gelaat. Het waren ont zettende nachten. Wanneer hij nu dat wijf, die Trien maar 's nachts bjj zich had, misschien liet Jaap hem dan wel meer met rust. Maar het eene leek hem even ontzettend als het andere. Jan viel af. Van zijn luide vroolijkheid, waarmede hij den feestnacht was begonnen, was niets, niets meer overgebleven. Nu was hij stil; het hoofd tus schen beide handen gesteund, zat hij 's avonds hij zijn glas en hij was de laatste die 's nachts uit de herberg naar huis ging. Zij moesten het licht uitblazen. „Er wordt gesloten!" anders was hij tot den volgenden morgen gebleven. En wat werd er van het jachtgebied van mijnheer Böllinger? Er ging dit jaar veel wild verloren, de win ter was streng en lang, de sneeuw lag te hoog, geen mos, geen halmpje was bloot te krabben. De dieren in het bosch leden verschrikkelijk gebrek, zij knabbelden hongerig de basten van de hoornen. Men had de dieren moeten voederen. Mijnheer Böllinger hield van zijn plicht en had dat bepaald gaarne wil len hebben. Eikels, kastanjes, boonen, erwten had den er gestrooid moeten worden, hooi had men moe ten neerleggen, maar mijnheer Böllinger lag met jicht te bed en Jan, die bekommerde zich om niets meer. Het was een ware schande, het geld in den zak te steken, het vele geld en niemendal daarvoor te doen. Mijnheer Böllinger ontving naamlooze brieven. Toen schreef hij aan Jan: Is het werkelijk waar, ver waarloos jij mijn jacht? De duivel zal je halen. Maar neen, dat kan niet zijn, dat kon en wilde hij niet gelooven, daartoe had Jan de jacht veel te lief. Nijd was het en afgunst. Maar Jan moest er vooral voor zorgen dat het wild goed verzorgd werd, hij moest dadelijk zooveel voeren als noodig is en alles maar in het stadje op zijn naam bestellen. En zoodra de jicht hem met vrede liet, kwam hij weer zelf; dan zouden zij samen weer op de jacht gaan. Jan hamerde het hart in het lijf, toen hij dezen brief had uitgespeld. Hij wilde vrooiijk zijn, alsof Böllinger hem had geschreven dat alles goed was. Maar een ijskoude hand werd naar hem uitgestrekt en drukte hem dadelijk weer neer. Wanneer mijnheer Böllinger alles wist, wanneer hij het wist. Bloedde hem, Jan, dan ook niet het hart, dat hij het honge rende wild niet beter kon verzorgen? Maar hij kon niet naar boven neen hij kon niet. Dat was een vaste gedachte van hem Eindelijk werd het lente, dat wil zeggen, geen len te, waarin de bloemen bloeien, en de vogels zingen, maar het was toch zachter buiten en een lichtere Aprilhemel verhief zich boven veld en bosch. Nu wilde mijnheer Böllinger niet langer uitblijven het ging nu beter met hem. In een doffe wanhoop zag Jan het komende tege moet: wat zou hij mijnheer Böllinger antwoorden, wanneer deze schimpte en schold? met recht ja wat? Hij wilde hem dan smeeken hem te ontslaan; jachtopziener kon hij niet meer zijn, dat zag hij nu wel in. Maar dan, wat moest hij dan beginnen? Niet meer jagen en geen geld meer hebben om het aan de weduwe en de weezen te geven wat dan? Jan wist het niet, hij overlegde ook niet, hij kneep als iemand die duizelig is de beide oogen maar toe. Hem was het allerellendigst te moede. Gister was hij weer hij Trien geweest groote hemel, wat had dat wijf hem aan het lijf gehangen. Wanneer die het nog eens deed, dan schreeuwde hij haar nog eens, die kwelling zat, in de ooren: Laat mij met vrede, ik heb Je man vermoord ik ziezoo nu weet -je het Dan zou zij hem eindelijk met vrede laten. Hij voelde zich als verlicht door deze gedachte. Maar nog nooit had hij ernstig er aan gedacht zijn geheim prijs te geven. Zeker was het hem dan ge makkelijker en lichter te moede geweest, wanneer hij het Iemand had kunnen zeggen maar neen, neen, het was al te verschrikkelijk. Slot volgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1