Woensdag Juli 1910. "viste Jaargang. No. J737. Binnenlandsch Nieuws. 1 tti Nisns- Aünttitit- Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVEBTENTIEN in het eerstuitkomend nummer g-plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen da» vroeger. Sureau SOSf AGEftiy Las» O 4, Interc. Tetephoon No. 20. IIStDevers i Co. Prijs per jaar f 8.Franco por post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVEBTENTIEN van t tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent Groote letters worden naai- plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad. GEMEENTERAAD WARMENHUIZEN. Vergadering van den Raad der gemeente War- menhuizen, gehouden op Dinsdag 5 Juli 1910, des voormiddags 10 uur. Allen present. Voorzitter Burgemeester Blom, die de vergadering opent, waarna de notulen worden gelezen, die on veranderd worden goedgekeurd. De jongste kasverificatie bij den gemeente-ontvan ger gehouden, gaf conform bescheiden f 824.54% kasgeld aan. Af- en overschrijvingen waren ter goedkeuring aan Ged. Staten opgezonden, er was goedkeuring op ont vangen, doch moesten worden verhoogd met f 134.45 voor levering van grint, zoodat nu de totale som van af- en overschrijvingen wordt: f 878.02. Het kohier Hondenbelasting dienst 1910 is goed gekeurd van Ged. Staten teruggekomen. Besluit tot het aangaan eener leening, groot f 450, dienst 1910, is mede, evenals suppletoire gemeente-begrooting, goedgekeurd van Ged. Staten ingekomen. Alsook be sluit tot den verkoop van een stukje grond in de Puik, verkochf aan K. Bakkum, en aankoop vaneen stuk grond aangekocht van S. Mars. Mede nog goedgekeurd de aangewezen plaats voor 't houwen van een lokaal voor onderwijs vak j. De verkoop van 't rietbosch „de Woestijn" is niet goedgekeurd door Ged. Staten, in verband met de meerdere waarde, die dat college aan den grond toe kent. K. van Duin, die 't huurde, wou 't koopen en mocht zulks voor f 200 doen, maar dat vonden Ged. Staten te goedkoop, daarom werd 't niet goedge keurd. Van den rijksbetaalmeester is bericht ingekomen, dat door hem aan den gemeente-ontvanger is uitbe taald geworden f 1595.40. Het besluit van den Raad tot overdracht van den grond ten behoeve van de Noorderstoomtram, is door Ged. Staten goedgekeurd. Van de Tiendcommissie in 't 5e tienddistrict in Den Haag is bericht ingekomen dat voor de ge meente Warmenhuizen de afkoop van tienden is vastgesteld op f 382.42. Voor 't college van zetters is de volgende voor- dxacht opgemaakt: le dubbeltal: A. Kraakman (af tredend) en J. Swan. 2e dubbeltal: S. Ligthart en K. Bakkum. Alzoo door den Raad aangenomen. Nu komt aankoop brandbluschmiddelen ter spra ke. In de eerste plaats aankoop brandzeil. De heer Kraakman heeft onderzoek ingesteld en is tot de wetenschap gekomen, dat een brandzeil bij Koster en Van Batenburg te Alkmaar f20 f30 zal kosten, voor het beleggen van een zijdak. De heer Swan meent dat zulk een zeil te klein zal zijn. De heer Kraakman zou het zeil niet grooter wen- schen: dan wordt het te zwaar. De heer Swan wenscht, dat er wordt geïnformeerd door B. en W. De heer Stadegaard wijst er op, hoe de slanghou ders niet op hun post zijn en de slang niet vast houden, wat ze toch moesten doen. De heer De Groot merkt op, dat het zoo moeilijk is pompers voor de brandspuit te krijgen. Ten slotte wordt dit punt in handen van B. en W. gesteld en wordt besloten tot aankoop van nieu we slangen voor de spuit en tot het aankoopen van hrandemmers. Door den Raad is het besluit genomen om grond aan te koopen in de buurtschap „De Krankhoorn" en de straat daar te verbreeden. Kennisgeving van dit besluit is door den Raad aan Ged. Staten gedaan, die echter willen dat er goedkeuring op zal wor den gevraagd. Hiertoe zal worden besloten. Na eenige discussie wordt verder besloten in te gaan op een voorstel van den heer Stadegaard, die toezegt bij hem in den hoek, vlak bij de wed. Gouds blom een stukje grond af te willen staan, dat hij aan het gemeentebestuur cadeau doet. Dan kan daar op het arrestantenlokaal worden gezet. De Raad spreekt zijn genoegen hierover uit en aanvaardt het aanbod in dank. Bovendien zal geïn formeerd worden of de woning waar Geertje Stroo- per gewoond heeft, geschikt is voor arrestanten lokaal. Er werd ook nog over gesproken om 't arrestlo kaal buiten de gemeente te plaatsen, maar men vrees de dat het dan te veel onbeheerd zou staan. Voor 't overige ter fine van afdoening in handen van B. ien W. gesteld. Voor een lokaal voor onderwijs in gymnastiek vak j, zijn drie teekeningen met opgaaf van kosten ingekomen van den architect Leguit uit Alkmaar. Volgens de kleinste zou 't plan kosten f 900, de tweede (3 M. hoog) f 1050, de derde en grootste (5 M. hoog) f 1350. 't Grootste is bovendien voor gym-J nastiek geschikt. De twee kleinere echter slechts uitsluitend voor vrije- en orde-oefeningen. Na eenige besprekingen wordt besloten het lokaal volgens de grootste teekening te kiezen en te doen bouwen. Het zal publiek worden aanbesteed. De secretaris mefkt nog op, bij bespreking daar over, dat het brandspuithuisje naar de meening van den schoolopziener verplaatst moest worden. Het staat op het erf van den heer Veen, dat de school opziener geheel voor de vrije- en orde-oefeningen wenschte te hebben. Men acht daar algetneen veel bezwaren aan ver honden. De gemeente-rekening dienst 1909 wordt door B. en W. aan den Raad aangeboden. Ze sluit in ont vangst op f 26206.11, en in uitgaaf op f 24860.79 aan gevende, en batig saldo van f 1345.32, waarvan ech ter f 889.04 afgaat, voor opbrengst van tienden, wat rentegevend belegd moet worden, zoodat voor den volgenden dienst ruim f 450 overblijft. Voor commissie van onderzoek dezer rekening wor den de heeren Stadegaard, De Groot en Swan be noemd. De behandeling van de politieverordening wordt op voorstel van den voorzitter tot de volgende verga dering verdaagd. Daarna stelt voorzitter voor om het besluit van de vorige vergadering over den verkoop van „de Woes tijn" aan K. v. Duin voor f 200 in te trekken, om dat Ged. Staten dat te weinig vinden. Goedgevonden. Rondvraag. De heer Blankendaal vindt 't noodig, dat de boompjes aan den Ouden Wal naar Schoorl- dam worden opgesnoeid. Zal geschieden. De heer Stadegaard klaagt, dat de politie beter moet toezien op leegstaande huizen. In „De Krank hoorn" Is het ook al gebeurd, dat die letsel kregen. De jongens doen er veel kwaad aan. Voorzitter: „De politie kan er niet altijd zijn, als de jongens er zijn." De veldwachter zal aanzegging hierover krijgen. De heer Swan acht 't noodig dat modderslooten en poelen, particulier eigendom zijnde, worden op geknapt en wenscht dat dit geschiedt, want 't is wèl noodig. Voorzitter zal er aandacht aan schenken. De heer Swan vindt 't verder hoogst noodig, de bedelarij te weren. Ferme jonge kerels loopen hier door 't dorp om een cent te bedelen, 't Is een last voor de burgerij. De heer De Groot merkt op dat er door die lie den niet „gevent" mag worden zonder toestemming van B. en W. Voorzitter zegt dat B. en W. die oude luidjes, die hier al vele jaren komen, niet gaarne verbieden wil len, maar tegen die jongereD zegt voorzitter toe, zijn best te zullen doen. Dan wijst de heer Swan erop, dat de straat hier op verschillende plaatsen in een verschrikkelijken Feuilleton. ROMAN van CA KItY BRACHVOGEL. 2. toestand verkeert. Voorzitter zegt, daar geen hinder van te hebben gehad. Spreker zit nooit op een fiets en in het rij tuig bemerkte hij het niet. En om nu een kolfbaan- tje aan te leggen voor de fietsersWant die zijn 't, die het ergst klagen. Spreker wil echter de straat wel eens nagaan. De heer Swan merkt ten slotte nog op, dat meester Veen eenige kleine herstellingen heeft gevraagd. Zijn pomp bijv. 't Is een beste en hij heeft er weinig aan, zooals ze thans is. En zoo zijn er meer dingen en meester Veen had aan spreker verzocht, dat eens in den Raad te brengen. B. en W. zullen onderzoek instellen. Hierna sluiting. ONGELOOFLIJK BIJGELOOF. In een door vijf gezinnen bewoond hofje te Alk maar woont o. m. een 70-jarig vrouwtje bij haar zuster in. Dit vrouwtje houdt veel van kleine kin deren en ze kwam dan ook meermalen in de woning van haar buurvrouw, een moeder van 4 kinderen, bij wie er een van 8 maanden oud was, welk kindje ze veel streelde en kuste. Dat kindje werd vóór eenige weken ziek, het schud de geregeld met het hoofdje. De moeder, de oorzaak niet kennende, besprak het ziektegeval met de buren en een buurvrouw was van meening dat... het kindje wel betooverd zou zijn. Deze meening vond spoedig ingang. Zou zoo werd er gevraagd het oude vrouwtje niet de oor zaak van het geval zijn? De op dit lumineuze denk beeld komende buurvrouw constateerde dat het kindje precies zoo deed als haar geit, die het vori ge jaar ziek geworden was en door haar man ge slacht werd. Het bloed van het beest was zoo zui ver als het maar kon zijn, maar weken voor het slach ten had het beest ook niets anders gedaan dan met den kop heen en weer schudden. De buurvrouw had vele ziektegevallen van beesten medegemaakt, maar zoo vreemd als de geit deed, had ze nog nooit ge zien. Het besluit werd genomen maar eens een waarzeg ster te raadplegen. Gezegd, gedaan. De waarzegster wist er wel wat op: het kussen waarop het kind sliep, moest men openen. De raad werd opgevolgd, maar er kwam niets bijzonders aan het licht de veeren waren duf en dof, dat was alles. Veertien dagen later werd het kussen wederom geopend en... de veeren waren prachtig glanzend, terwijl er, gevormd van veeren, een wonderlijke roos te voorschijn kwam. Deze werd zorgvuldig weg genomen oii verbrand. Daar had men het al! Het oude vrouwtje werd onmiddellijk de toegang tot de woning en het kind ontzegd en sinds dien beterde het kindje zichtbaar, althans het was veel rustiger. Het is misschien niet overbodig even op te mer ken, dat men middelerwijl ook een dokter geraad pleegd had! De "buurvrouw heeft verzekerd, dat zij er wel voor i oppassen zou, dat het oude vrouwtje haar niet aan- j raakte. Men zou het oudje echter niets doen daar 1 men nog niet de zekerheid had, dat zij schuldig was. Deze buurvrouw is geen Noord-Hollandsche, zij is van uit Kampen hier gekomen. A. Ct. WIE MIST PAARD EN WAGEN? Op weg van Amsterdam naar 't Gooi werden Maan dagnacht eenige verhuiswagens ingehaald door een vrachtwagen, bespannen met éen paard, doch... zon der voerman. Te Muiden aangekomen, heeft men daar de politie met 't gebeurde in kennis gesteld en is deze thans op onderzoek uit. Paard en wagen heeft men te Muiden gestald. DE RAMP MET DE „GOUVERNEUR VAN HEERDT". Zooals we eenige weken geleden in 't kort meld den, trof den gouvernementsschoener „Gouverneur var Heerdt" in de nabijheid van Curagao een ramp, waar bij een aantal mensehen het leven verloren. Over deze ramp lezen we nog in de „Curagaosche Crt." het volgende: Op den avond van Zondag 12 Juni vertrok tegen 10 uur de gouvernementsschoener „Gouverneur van Heerdt" van Bonaire met bestemming naar Curagao. Om de reis te verkorten zou het schip Klein Cu ragao niet zooals gewoonlijk aandoen, week daardoor van den gewonen koers af en kwam, mede door den hevigen wind voortgedreven, veel eerder bij Curagao aan dan men schijnt berekend te hebben. Tegen 2 uur in den nacht werd het schip plotse ling tegen een rots ten oosten van Punt Canon te pletter geslagen .Van de 14 opvarenden hebben zich alleen vijf kunnen redden, waaronder de heer Jan Debrot, nog een ander passagier, de bootsman en twee matrozen. Negen menschenlevens zijn te betreu ren tengevolge van deze schipbreuk, onder wie de heer A. E. J. van den Brandhof, gezaghebber van Bonaire, schipper George Mar. 'ïena, de marechaussee Vos, twee dienstboden van ccn gezaghebber, twee andere vrouwelijke passagiers en twee schepelingen. De lijken van den heer Van den Brandhof en van den schipper zijn Dinsdagochtend 14 Juni aan de noordkust van het eiland bij Koraal Tabak aange spoeld, denzelfden dag ii^pr de stad getransporteerd en 's avonds hegraven onder vele blijken van deel neming. De anclere lijken zijn nog niet gevonden, terwijl van het schip geen spoor is overgebleven. Dit droevig geval hgeft op het heele eiland een diepen indruk gemaakt. ANNA PAULOWNA. Onze groentemarkt mag zich in eene toenemende belangstelling verheugen. Het aantal koopers neemt toe, wat vooral Dinsdag jl. bleek, toen er niet min der dan 16 handelaars aanwezig waren. De prijzen zijn zeer bevredigend. Vooral voor bloem kool wordt een goede prijs besteed. Het blijkt, dat in den Anna Paulownapolder bloemkool kan worden geteeld, die aan de hoogste eischen van quantiteit en qualiteit voldoet. De groenteteelt zal zich stellig in deze richting belangrijk uitbreiden. WARMENHUIZEN. In verband met de lauweren, die het fanfarekorps T.A.V.E.N.U. te Wijk aan Zee heeft geoogst op het concours van 26 Juni en op den eere-wedstrijd van j.1. Zondag bericht men ons, dat er pogingen in het werk schijnen te worden gesteld om het kranige korps, waar Warmenhuizen trotsch op is, een vaandel te ver schaffen. OUDESLUIS. Onze vroegere plaatsgenoot de heer B. Ezer, thans eerste-onderwijzer te Hoek van Holland, is als Hoofd der O. L. School benoemd të Oost op Texel. Oudesluis. De liefhebbers van tooneel zullen met onze a.s. kermis wel kunnen profiteeren, naar men zegt zullen er twee schouwburgtenten komen, nl. een van de firma Wed. Bakker en een van Wijlacker, daarbij heeft de alhier bestaande rederijkerskamer D. I. U. in studie om Kermismaandag op te voeren, „De reis naar Turkije", blijspel in 3 bedrijven, naar het Duitscb var, Oscar Blumenthal en Gustaf Kadelburg. Als het publiek nu maar niet ontbreekt. Hoogwoud Vanwege het gemeentebestuur alhier had Maan dag jl. de herbesteding plaats van eenige straat- en rioleeringswerken met bijlevering van steenen in de Kerkelaan alhier. De inschrijvers waren de heeren Jn. de Boer al hier voor f 567, P. Dekinga te Amsterdam voor f 576, J. Dienaar te Helder voor f 579.50, J. Ehle- bracht te Spanbroek voor f 588, M. Deutekom alhier voor f 655. Het werk is aan eerstgenoemde gegund. ALWEER HOOG WATER. Tengevolge van de geweldige regens is de stand van het boezemwater in Friesland al weer zóo hoog, dat men er in de laag gelegen hooilanden last van Franciska von Merk- droeg een robe, ontworpen naa: een schilderstuk van vroeger eeuwen. En het model dat haar gediend had, had haar bepaald verre over troffen in schoonheid en aantrekkelijkheid en toch was het volkomen waar, wat mevrouw Cholevius tot haar zeide: „Prachtig mooi is uw costuum. Zoo iets krijgt men alleen in München klaar. U ziet er uit als een portret, dat zoo uit zijn lijst is gestapt" Franciska lachte even. „Ja, het gaat nog al. Het moest hier alles zoo veel mogelijk oud-München zijn. Ik loop daar nu niet zoo hoog mee, maar die kunstenaars hebben mij geen rust gelaten. En zoodoende heb ik in de schoon heidsgalerij maar studiën gemaakt." „U heeft zeker bepaald de coupeuze iets aange geven?" „Alles zelf geknipt." „Neen maar, is dat mogelijk?" „O, maar dat is niet zoo moeilijk." Toen de barones zich weer tot de beide dames wendde en met Franciska sprak over de financiëele resultaten van den bazaar, gingen de oogeu van me vrouw Cholevius als in doodelijke vermoeidheid toe T~ zonken de oogleden als in diepen slaaap over "e Wangen. Dat duurde evenwel maar een paar se conden. Dan gaf zij zich met geweld een ruk, opende de oogen wijd en rond, alsof zij zoo juist ontwaakte ei1 sprak met de beide andere dames verder zonder Je aarzelen, als had zij geen seconde den draad van et gesprek losgelaten. „Kijk eens lieve, dat is de jongste Merk!" zeide e barones toen Franciska zich had verwijderd en herder ging om anderen op schuchteren toon haar champagne aan te bieden. Mevrouw Cholevius keek in de haar aangeduide "chting. „De zuster is veel, veel schooner." „Zeker. Maar die van zooeven had iets zeer ele gants gedistingeerds." „O ja! Zij kleedt zich altoos heel goed. Zij moet ook magnifiek te paard zitten, met dat smalle figuur. „U heeft gelijk. Nu, misschien trouwt zij ook wel een sportman, even als haar oudste zuster. „Zij maakt zoo'n ernstigen, soliden indruk indruk, het werd op wat spottenden toon gezegd. „Zij zal wel een man trouwen die harer waardig is." Zij lachte weer haar zielloos lachje, dat de baro nes steeds wat nerveus maakte. HOOFDSTUK 2. Er was maar éen roep over, dat de kunstenaars, die den bazaar voor het zuigelingenhuis hadden ge arrangeerd, zichzelf hadden overtroffen en den roep van München als feeststad bij uitnemendheid weer opnieuw hadden gevestigd. Het bezoek op de voormiddaguren van de drie dagen dat de bazaar had geduurd, liet wel wat te wenschen over, maar in den namiddag verdrongen ziet vele bezoekers. Het was een onophoudelijk gebabbel en gelach en een muziekkorps wierp nog zijn vurige marschen en liederen over de menigte heen. De ge zichten gloeiden, de oogen schitterden, de lucht was zwaar van parfum en bloemengeur en scheen van de geheimste dingen vervuld. De moeders van de dochters, die in den bazaar ver kochten, kwamen ook natuurlijk, om zich te overtui gen van het persoonlijk en finantiëele succes harer kinderen. Om met genoegdoening vast te stellen, dat anderen meisjes niet zoo het hof werd gemaakt en j minder verkochten, of met bedroefden nijd te zien, I dat haar eigen dochters minder gehuldigd en min der afgekocht werden, dan de moederlijke ijdelheid wel had verwacht. Tusschen den namiddag en den avond kwam ook mevrouw de weduwe Von Merk, trots haar vijf-en- vijftig jaar, nog een frissche en voorname verschij ning, in haar slanke gestalte het meest haar jongste dochter gelijkend. Zij had reeds sneeuwwit haar, waar van zij een koketten lok over haar voorhoofd droeg en die zich dan ook zeer pikant met haar zwarte wenkbrauwen en oogen contrasteerde. Op een af stand gezien, leek zij meer de oudste zuster dan de moeder harer dochters, vooral zooals nu, wanneer haar gelaat van innerlijke tevredenheid straalde. Zij zag immers, dat Wladimir Saranoff, de jonge, rijke Rus die Tilde reeds in den loop van den winter op kunstenaarsbals zeer in het oogloopend het hof had gemaakt, haar ook nu weer, misschien wel wat al te zeer volgde. „Te opvallend," dat dachten bepaald alleen die dames, wier dochters wat te veel verwaar loosd werden en die aan de Merks dezen rijken vrijer niet gunden. Tilde zelf had er bepaald niets tegen dat een elk zag hoe zij gevierd werd, en mevrouw Von Merk glimlachte even. Zij lachte als eene wie de stemmen van den nijd als zilverklok- ken in de ooren klinken. Zij was, vóór de statige mijnheer Von Merk haar had getrouwd, de dochter van een arme officiersweduwe geweest; tusschen jam merlijke broodzorgen en brandenden nijd op de rij ken, ging haar jeugd voorbij, tot eindelijk mijnheer Von Merk haar in zijn welgesteld huis voerde. Toen eindelijk haar dochters groot werden (de vader had dat niet beleefd), wilde zij met haar opzien baren. De beide oudsten voldeden geheel aan haar verwachtin gen. Haar oudste, Olga, was maar twee jaar uitge gaan en had toen luitenant Hertling getrouwd. En Tilde „Kom, schoone juffrouw, maakt u een kleine wan deling met mij door de zaal?" had zoo juist Sara noff in zijn hard Russisch-Duitsch en keek met zijn donkere oogen Tilde vleiend aan. „Neen, mijnheer Saranoff, nu niet. Eerst wanneer mevrouw Cholevius weer hier is. Een van ons beiden moet hier zijn, anders loopt alles in het honderd." Hij wilde verder aandringen, toen een kleine bewe ging om de bazaarpost ontstond. Twee heeren waren haar genaderd, die door alle oogen nieuwsgierig wer den gevolgd, terwijl de tongen achter hen geducht aan den ratel geraakten. Zij waren beiden groot, waar var. de een met een stijve, stroeve houding en een „Es ist erreicht" onder den neus, den Pruisischen militair verried. Hetawas zijne hoogheid Prins Chlod- wig, stammend uit een zijlinie van een ergens in Noordduitschland liggend vorstendom, die door zijn e:gen familie als een afvallige werd aangezien. Hij hield namelijk veel van schilderen. Maar hij hield er niet van zooals dat bij vorsten geoorloofd is, als beschermer van de schoone kunst, maar hij beoefende haar als vak. Hij had een weinig talent bij zichzelf ontdekt, had zich op nonactief laten stellen en was naar München gekomen om te schilderen. De mijnheer die hem vergezelde, was dan ook niet zijn adjudant, maar zijn collega Anton Roshauer, die het laatste seizoen met twee damesportretten zeer veel naam had gemaakt. En ook nu gold de algemeene opmerkzaamheid ook slechts hem en niet den prins, die maar door zeer weinigen gekend werd. Toen Tilde hen zag komen, haalde zij dadelijk een pal: brieven te voorschijn. „Mijnheer Roshauer manheer Anton Roshauer mijnheer „Ja, ja," viel hij haar lachend in de rede en hief de beide geganteerde handen omhoog, „zooveel brie ven kan ik niet gebruiken." Hij was van een boerenfamilie uit den omtrek van I alzer en sprak steeds nog wat boersch., omdat hij u i 't hem dat leuk stond en de anderen het gaar ne hoorden. Maar in andere uiterlijkheden speelde hij gaarne den gentleman. Hij haatte alle buitengewone kunste- nr.arsullures, had geen bijzondere toileteigenaardighe den. geen noemenswaardige schulden en geen vrouw die vroeger model geweest was. Hij was een flinke! donkerblonde man, vroolijk en prettig van aard. „Alzoo mijnheer Roshauer, daar zijn uwe brieven. En in mijn winkel is nog een pak. En nu betalen mijnheertje." „Alstublieft," zeide Roshauer vroolijk en gaf Til de een goudstuk. En daar zij het in haar beurs wil ds steken, voegde hij er aan toe: „hé, juffrouw te ruggeven als 't u blieft." „Maar u is gierig," zeide zij met een pruilend lipje. „Natuurlijk! Gierig zulk een arme schilder als ik ben, moet dat wel zijn. En op een bazaar als deze, liegen de dames als gieren op een mensch af. Z'j aten hem het liefst met huid en haar op." Do laatste woorden had de schilder weer tot den Pr,n3 gezegd, die glimlachend had toegeluisterd. Hij, de stijve, welopgevoede loot met het blauwe bloed, vond dezen halven boer, die bovendien een groot kurstenaar was, zeer aantrekkelijk. Wat echt, wat pose was aan Roshauer, kon hij niet ontdekken. Hij wist alleen dit: zoo iets is er bij ons aan huis niet. Terwijl Tilde heel opvallend langzaam naar klein geld zocht, keek Roshauer haar opmerkzaam aan. Tenslotte zeide hij: „Laat maar juffer, ik schenk u de rest, anders moeten wij hier nog tot het volgend jaar blijven wachten op dat kleine geld." Zij lachte hartelijk. „Veel dank in naam der zuige lingen." Roshauer trok een scheef gezicht. Saranoff had al dien tijd met een boos gezicht naar dit gesprek geluisterd. Nu trad h(j, een vraag tot Tilde richtend, direct tusschen haar en den schil der. De prins scheen over dit optreden wat verbaasd en keek zijn vriend vragend aan. Roshauer zeide evenwel gelaten en vroolijk „Hopla!" en wilde ver der gaan Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1