Donderdag 2! Juli 1910.
54ste Jaargang No. 4740.
Bureau SCHAGEN, Laan O 4.
Uitgevers i TRAPMAN Co.
Ariondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Binnenlandsch Nieuws.
-
11
AtetEfliic- LuiliiTfelil
I.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer g&plaatst.
INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Interc. Telcptaoon \o. 20.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad'
Zitting van Dinsdag 19 Juli 1910.
ECHTSCHEIDING.
Het was een tamelijk onverkwikkelijk zaakje, waar
mede de openbare zitting voor strafzaken heden werd
ingezet.
Beklaagde was Piet van der Vliet, woonachtig op
Texel, waar hij in 1873 geboren werd. Daar 'is hij
op een goeden dag in het huwelijk getreden met een
Texelsche schoone, voor wie zijne liefde échter allengs
afnam. In December j.1. althans werd hij zijn vrouwtje
zoo ontrouw, dat hij zijne vriendschap aanbood aan
een andere schoone en hij vond bij haar een welkome
ontvangst.
De echtgenoote kreeg echter achterdocht en be
merkte de vriendelijke verstandhouding die tusschen Piet
en zijn liefste bestond.
Thans is zij op gTond van den door haar ingestel-
den eisoh tot echtscheiding van Van Vliet gescheiden.
EIEREN ZOEKEN WAS VERBODEN.
De heeren Roobeek en Bijwaard uit Bergen, die
gemeenschappelijk als beklaagden moeten optreden, zijn
weggebleven. Zij hadden zich te verantwoorden ter zake
dat zij op 26 Maart j.1. op landerijen van Willem Bak
aan 't kievitseieren zoeken zijn geweest.
Simon van Wonderen, een 39-jarig Berger arbeider,
die bij Bak werkt, mocht van dezen op 't land de
kievitseieren zoeken. En daarmee op dien Maartdag
bezig zijnde, werd hij door 't tweetal gestoord en ge
hinderd, daar ze ook op hetzelfde land gingen zoe
ken. Beiden werden ze door hem aangemaand om
op te houden en van 'tland te gaan.'t Mocht niet baten.
Toen volgde een aanklacht en stonden de twee hee
ren voor het Kantongerecht te Alkmaar terecht, waar
het ten laste gelegde niet bewezen werd geacht én Zij
werden vrijgesproken.
De Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij 'het
Kantongerecht ging echter in appél, vandaar nu hier
de behandeling.
De O. v. J. vroeg vernietiging van het vonnis des
Kantonrechters, achtte het ten laste gelegde wél wettig
en overtuigend bewezen en requireerde tegen elk dér
twee beklaagden f 4 boete subsidiair 4 dagen hechtenis.
VERZET TEGEN DE POLITIE.
Een Alkmaarsch burger, de 26-jarige 'arbeider Jo-
hannes Korver, kwam medio Mei in opstand tegen den
politieagent Overeem, toen deze met een overirédér
van de stedelijke politieverordening bezig was en hem
wees op het onbehoorlijke van zijn daad.
Maar denk je dat de vreemdeling die later bleek
een IJmuider stoomtrawler-kapitein te zijn daarom
gaf? Niemendal.
De agent verzocht hem zijn naam op te geven, 't Was
vergeefsche moeite.
En Johannes Korver was 'toen zoo manhaftig om
den vreemde haast uit Overeem's handen te scheuren,
toen deze hem beetnam om hem op 't politie-bureau
voor den hulp-officier van justitie te brengen.
Nu gaf beklaagde Korver op dat hij zoo goed hij
kon de politie had geholpen met zijn optreden.
Jammer voor hem dat de heer Officier daar
zoo bitter weinig van wilde gelooven.
Tegen beklaagde, eischte /.E.G. wegens belemme
ring van den politieagent in de uitoefening zijner be
diening1 2 weken gevangenisstraf.
HIJ HAD SCHOENEN NOODIG.
Simon Schram was absent en werd verstekt.
Hij wandelde den lsten Juni in diepe gepeinzen over
„de wisselvalligheden des mensehelijken lots" door
luitjenhorns bekoorlijke wandeldreven in gezelschap
van zijn onafscheidelijke scharensliep, die hem steeds
op reis vergezelt.
Scherpe tongen hebben de menschen wel", mij
merde Sijmon, inaar.... „er is méér, dat geslepen moet
worden" en luid galmde zijn stem weer door 't stille
dorpje.
Ook aan de bruikbaarheid van Simon Veels schaar
twijfelde hij en trad vrijpostig de vestibule binnen bij
Weel om schaar, mes of wat dan ook ter scherping in
ontvangst te nemen.
Doch geen man of vrouw, geen kind zelfs is daar,
om hem stompe spullen te overhandigen. Niets tan
dat allesWél ziet hij een paar schoenen op een
plank staan, die gezien den desolaten toestand waarin
zijn eigen schoeisel verkeert in hooge mate zijne be
geerte opwekken.
Even nog gegluurd,getalmd... één handige greep
en.... weg zijn de stappers.
Dat ontdekt te kwader ure onze Simon Weel. Hij
hoort van zijn buuivrouw Catharina Christina Castri-
cum, vrouw van J. Pater vertellen van het bezoek van
den scharenslijper.
Het einde van de geschiedenis was, dat veldwach
ter Homan de schoenen bij Schram in beslag nam en
dat de O. v. J. tegen hem, een recidivist, 6 weken ge
vangenisstraf eischte.
EEN ANDERE LANGVINGER.
De 29-jarige Mens Majon, een op 23 Juli 1890 ge
boren stoker van Bovenkarspel, die zich onlangs be
zondigde aan diefstal van een paar groote brokken me
taal, die samen een gewicht van 30 kilogram verte
genwoordigen en aan den polder Groolslag toebehoor
de. bekende heden oprecht zijne schuld.
Hij gaf voor dat het uit armoede gebeurd was.
En .dat vilde de heer Officier niet gelooven.
Geen wonderEen man, die 3 gulden daags met
maaien verdiende en thans vier en een half met aard
appels rooien en -laden, heeft geen armoede maar naar
Z.Ë.G.'s meening eer een inkomen, gelijkende op dal
van een Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de
Kantongerechten.
Wegens den diefstal het gestolene werd door Ma-
jon's vrouw, die buiten vervolging bleef, voor f 5 ver
kocht aan koopman Van Kleef te Hoorn, die het voor
12 gulden verkocht aan collega M. Blindeman aldaar
werd tegen Mens een week gevangenisstraf geëischt.
EEN WEDERSPANNIG HEER.
Beene Smit van Enkhuizen, maakte het aldaar den
gemeenteveldwachter Muusze, die hem op 19 Juni, toen
hij erg dronken was, van de openbare straat wilde ver
wijderen. heel lastig door het heftige verzet, bij die ge
legenheid aan den dag gelegd.
Beene is al een oude bekende en wel meer in dé
olie. Dan wordt hij steeds met omzichtigheid behandeld.
Ook nu werd hij aanvankelijk heel zachtzinnig behan
deld, maar dat werd anders, toen hij zoo op zijn poot
begon te spelen en weldra waren agenten Zwier en
Vijzelaar tot hulp van Muusze toegeschoten. Alle drie
werden ze door Smit op schoppen en verzet onthaald
en ze hadden een heel karwei aan hem.
Goede werken worden beloond en zoo kreeg Smit
eveneens zijn loon in den vorm van een eiseh tot
6 weken gevangenisstraf.
ONZE AMERIKAANSCHE VEEHANDELAAR.
De zevende en laatste beklaagde was een gedetineér-
de uit het Huis van Bewaring. Een net in het zwart
gestoken jonge man van 31 jaar, in een gekleede jas.
inet boord en manchetten, kortom in de puntjes uitge
dost. Geen wonder, sinjeur werd gesnapt en opgebor
gen. terwijl hij nog druk bezig was de goê gemeente
te bedriegen, door zich als een deftige rijke ondeme-
mende Amerikaan voor te doen die over duizenden te
beschikken heeft.
Franciscus Poslma. zoo heet hij. was den laats ten
tijd zwervende van 't eene land in het andei-e, zon
der vaste woonplaats, zender middel van bestaan... zon
der geld.
Zijn domicilie is te Bolsward bij zijn ouders, terwijl
hij in de jongste dagen in Noordholland zwierf.
Op 19 Mei kwam hij Koedijk opzoeken en vereerde
een paar veehouders met een bezoek.
r>en een. den heer C. Spaans, werd op de mouw
gcspMd. dat hij, Postma hij noemde zich Palman
10.000 dollars bezat, die op de* Ned. Bank waren
belegd. Voorts was hij Amerikaan en ondernemend vee-
kooper om in Amerika een nieuwe boerderij1 te stich
ten. Voor dat doel wilde hij Hollandsch vee koo-
oen.. Als Spaans hem daarbij wilde helpen, te Warmen-
huizen en te Schagen. De belooning zou niet karig
zijn10 gulden voor elke koe, 3 gulden voor een kalf
Vrij reizen, gratis vertering, enz.,
De Amerikaan in spé wist 't zoo mooi voor te stel
len, dat hij weldra een rijtuig had losgekregen om te
toeren en spoedig zaten hij en Spaans in Warmen-
huizen, waar ze stalden en veriering maakten bij kaste
lein De Geus.
Toen 't op betalen aankwam had Palman'niet
anders dan groot bankpapier. Zijn „geld" zat eigenlijk
in Alkmaar. Of Spaans gemakshalve maar even De
Geus voldoen wou? O, gaarne I En dra was de schuld
bij den hospes gedelgd.
Met den veehouder en landman Jan Helder van
Koedijk zou onze Amerikaan te Alkmaar vee aankoopen
en van 't verdere van de geschiedenis ook van zijn De-
zoek aan Schagen, hebben wij uitvoerig mededeeling
gedaan.
Zijn rijk was spoedig uit en zoo werd hij opgepakt.
Van koetjes en kalfjes koopen en verder de menschen
bedriegen kwam nu niets.
Inmiddels had hij ook te Hoorn al rare streken uit
gehaald, waarvoor hij; oorspronkelijk aangehouden werd
en voor den rechter-commissaris in verhoor moest.
Doch hij werd daarna op vrije voeten gesteld en kreeg
van den rechter-commissaris zelfs 50 cents doortrek-
of 'reisgeld.
Toen begaf hij zich naar Koedijk met het bovenom
schreven resultaat.
Thans stónd hij terecht wegens landlooperij en op
lichterij.
De Officier van Gezondheid. J. W. Decknatel te
Alkmaar had beklaagdes geestvermogens onderzocht en
rapporteerde, dat zijne daden een gevolg zijn van de
gebrekkige ontwikkeling zijner verstandelijke vermo
gens.
In een krankzinnigengesticht behoort hij echter niet
thuis, terwijl het verblijf in de gevangenis zeer kal
meerend op Franciscus heeft gewerkt.
't Is eigenlijk een stumper, die in zijn jeugd zoo
genaamde termijn-stuipen heeft gehad. In de gevange
nis heeft hij ook nog toevallen gesimuleerd én zeer
bedriegelijk en ook heeft hij een poging tot 'vergif
tiging gedaan.
In Duitschland is hij wegens bedrog veroordeeld.
Z.E.G. wilde echter beklaagde's verleden maar ver
der met rust laten en in zijn requisitoir ook niet spre
ken over hetgeen er met Postma is voorgevallen an
Amerika.
In NVormerveer kocht beklaagde, die van «beroep kok
is. een rijwiel, zonder dat te betalen en later beleende
hij 't karretje.
De heer Officier achtte het noodig, dat deze man
met zijn gevaarlijk karakter geruimen tijd uit de maat
schappij werd verwijderd. Wegens landlooperij werd
een dag hechtenis en ter zake oplichterij 2 jaar ge
vangenisstraf geëischt..
Als verdediger trad op Mr. A. Prins, die het hier
een grensgeval achtte. Zijn cliënt behoorde tot de ge
degenereerden in engeren zin. De strafwet vordert, dat
beklaagde vrij is geweest om anders te handelen dan
hij deed. Spreker vindt dat beklaagde niet vrij is ge
weest in zijn wil. Als beklaagde veroordeeld zal worden
wegens oplichting, dan moet niet-ontvankelijk-verkla-
ring plaats vinden meent pleiter en als de rechtbank
deswege wil straffen, dan dringt pleiter op lichtere straf
en aftrek van preventief aan. De ten laste gelegde land-
Na re- en dupliek van Officier en verdediger, wordt
tenslotte de zitting opgeheven.
A.s. Dinsdag alleen uitspraken. Geen zitting.
looperij acht spreker niet bewezen.
VALSCHE MUNTERS.
Men schrijft uit Heerlen d.d. 19 Juli:
Reeds lang vermoedde men, dat te Heerlen of in
den omtrek van Heerlen valsche munters woonden.
Onophoudelijk toch werden er den laatsten tijd val
sche rijksdaalders en vijfmarkstukken in beslag geno
men.
Gisteravond nu is het aan de politie gelukt den
dader in handen te krijgen.
Het is zekere Fen ge r, mijnwerker-caféhouder op
den Sittarderweg te Heerlen, afkomstig uit Oostenrijksch
Polen.
Bij de huiszoeking werden in en achter de kast drie
stukken valsch geld gevonden, eenige stukjes gesmol
ten metaal en ten slotte de smeltkroes, aan welks heng
sel nog eenig uitgegoten metaal kleefde, en vermoedelijk
ook de vormen. Geheel het huis werd ondersteboven ge
zet. Zelfs de beerput werd geledigd. Hierin zat de voor
naamste schat verborgen. Er werden verschillende val
sche rijksdaalders en vijfmarkstukken, plus een massa
gesmolten metaal te voorschijn gehaald.
Fenger en zijn vrouw werden beiden opgepikt. Zij
worden tevens verdacht van koppelarij, die daar reeds
langen tijd schijnt gepleegd te zijn. Op de bekende loon-
dagen waren er in het café verschillende meisjes. Naar
het schijnt; zijn deze het, die de valsche munterij heb
ben onthuld.
EEN GOEDE MAATREGEL.
In de havens van Amsterdam, Rotterdam en Ant
werpen werden uit Engeland honderden afgewerkte paar
den aangevoerd om geslacht te worden. In vaak ellen-
digen toestand kwamen de beesten aan en werden zon
der veel zorg naar de slachtplaatsen gebracht. Door
de Engelsche wetgevende macht is thans een wet aan
genomen, die den uitvoer van paarden verbiedt, tenzij
een veearts, na onderzoek dadelijk vóór de inscheping
ze reisvaardig acht. De wet treedt reeds den len Oclo-
her a.s. in werking.
DUBBEL BEDROGEN.
Men meldt uit Haarlem aan het N. v. d. D.
Eenigen tijd geleden kocht een boer uit den Beem-
ster bij een thans gefailleerd commissionnair in effec
ten te Amsterdam voor f 700 aan effecten. Deze ble
ken later nog niet de helft van de waarde te bezitten.
Hoewel de boer. die geen gevolg aan de zaak wildé
geven, zich tegen niemand over het voorgevallene uit-
het, kwam eenigen tijd daarna iemand bij hem, die
vertelde gehoord te hebben, hoe de boer bedrogen was.
Hij zeide hem, dat hij de zaak nog wel in orde kon
maken en vroeg hem tegen betaling van f 14 de effec
ten mede te geven, dan zou hij 'die inruilen voor pa
pieren ter waarde van f 500. Later stuurde hij intfer-
daad papieren, doch deze bleken nog geen f 40 waard
te zijn.
Deze persoon, J. D.. uit Beets (Friesland) afkom
stig. thans te Amsterdam woonachtig, is door de Am-
sterdamsche politie gearresteerd en door de Haarïem-
sche justitie in hel huis van bewaring aldaar ingesloten.
OP HEETERDAAD BETRAPT.
Twee politieagenten bemerkten eergisterenmorgen
vroeg, dat uit een strocpfabriek op de Lijnbaansgracht
bij de Bloemstraat te Amsterdam een man een vat
weghaalde en zich daarmee verwijderde. Dit leek hun
verdacht. Zij volgden heimelijk den man en zagen dat
hij in de Anjeliersstraat het vat afleverde in een huis,
waar een werkplaats voor suikerwerken is gevestigd!
Zij hielden den man aan, toen hij weer naar buiten
kwam. en begaven zich vervolgens in het huis in de Anje
liersstraat, om den suikerbakker, die elders woonach
tig is. maar hier zijn werkplaats heeft, te arresteeren
Feuilleton.
DE STBIJB 0» DEN MIN.
ROMAN
van
CARRY BRACHVOGEL.
6.
Eranzi was intusschen als een slaapwandelaarster
n haar kamer aangeland. Half droomend ontkleedde
■ij zich en ging liggen. Zij sliep dadelijk in, vast,
:onder te droomen, zooals men kan slapen, na een
rierke inspanning der zenuwen. Na een uur evenwel
cerd zij reeds weer wakker en was zeer verbaasd,
lat het in haar kamer geen donkere nacht was, maar
lat de kaarsen op de nachttafel nog brandden Zij
ïad ze blijkbaar vergeten uit te blazen.
Zij sloeg haar armen om haar hoofd en lag heerlijk
:e soezen. En telkens weer klonk in haar binnen
ste de jubelkreet: hij is mijn!
4 erlangend strekte zij de beide armen uit.
..Ach jij, jjj, wat heb ik om jou geleden en gebe
den al dien tijd. Wat heb ik naar je verlangd
wat een vrees en angst heb ik voor je gehad
•Vat was dat een ellendige, verschrikkelijke tijd
Weet je, mij gaat het als den man, die over het be
vroren meer reed, toen hij aan den anderen kant
was, was hij verbaasd, dat hij gedurfd had... Lieve-
..n^" het was werkelijk het bevroren meer waarover
Eereden heb. Maar mijn hart staat daarom nu
hit Door den nacht en duisternis heen, snelt
Wo ?u naar jou! jij moet bepaald wel wakker
omdat je meent, dat er aan je venster is
al heit' maar het was mijn hart. dat jou toebehoort,
f? er ook mijlen tusschen ons gelegen."
naar d ,d®rlijk verlangen greep haar eensklaps aan
Ven jr d'en Benedict aan mama had geschre-
Zij h dat hem niet had meegenomen!
voor 111 nu in gelukkige eenzaamheid, woord
spel *0orh kunnen lezen, letter voor letter kunnen
gen en dan onder het hoofdkussen kunnen leg-
dit> gplena's een schoolmeisje haar lessen, opdat zij
Zii ,ra,lde den nacht niet zou vergeten.
de 6 en sprong uit bed. Zij wilde naar
«og °nkamer den brief halen. Mama was bepaald
de (i ea saf hem haar bepaald. Toen zij echter aan
eur stond en de stemmen der beide vrouwen
hoorde, ontzonk haar de moed. Neen, zij kon, kon
niet naar binnen gaan en om den brief vragen
zij schaamde zich nu toch te veel.
Zacht sloop zij weer naar haar kamer terug en
dacht over den brief na, zoover als zij dien nog in
haar gedachten kon terugroepen. Zij wist dat er
éen regel in voorkwam, die haar onbegrijpelijk leek,
waarachter zich iets onaangenaams of droevigs scheen
te verbergen. Het was dit gedeelte: schenk mij de
verplichting om u uiteen te zetten, waarom ik nu
eerst met dit groote verzoek tot u kom
Woordelijk wist zij het niet meer, maar zij herin
nerde zich toch nog heel goed, dat de onuitgespro
ken zin dezer woorden, haar een weinig had getrof
fen. Slechts een seconde, slechts een ademtocht lang
maar zij herinnerde het zich toch. Een hindernis
(svas daar geweest, eer hij tot haar gekomen was.
Dat had eenige overwinning gekost. Wat dat wel zou
geweest zijn?
Zij was te moe en te gelukkig om verder na te
denken. Morgen vroeg wilde zij den brief nog een- i
maal lezen, dan zou zij het bepaald wel wat beter
verstaan. En wanneer zij het niet begreep bin
nen tweemaal vier en twintig uur was hij er zelf
en zij zou het hem kunnen vragen.
„O jij!" zeide zij nog eenmaal zacht, teeder, als
sprak zij tot haar geliefde zelf.
Dan sliep zij in
HOOFDSTUK 5.
Twee dagen later liet Dr. Benedict zich bij me
vrouw Von Merk aandienen. Zijn gesprek met haar,
duurde niet lang, maar bevredigde het hart der moe
der volkomen. Zijn positie was uitstekend, hij bood
aan Franzi een behaaglijk, al was het dan nog niet
rijk en weelderig thuis.
„Tenminste voorloopig nog niet, mevrouw! Maar
het is niet uitgesloten, dat later, wanneer ik eerst
professor aan een groote universiteit ben, mijn in
komen zal verdubbeld worden, ja verdrievoudigd."
Ook met de familiebetrekkingen kon mevrouw Yon
Merk zich verzoenen. Hij stamde af van een juris
tenfamilie uit Midden-Duitschland; de ouders waren
reeds lang dood, de verdere familie over de wereld
verstrooid.
„Mijn vrouw moet mijne familie zijn, een andere
heb ik niet"
„Mijn dierbare zoon, zoo mag ik je nu wel noe
men," zeide mevrouw Von Merk bewogen, „Franzi zal
bepaald alles doen, wat in haar krachten is, om u
gelukkig te maken. Zij is goed en plichtgetrouw, al
lijkt zij tot, de stillen te behooren maar dat
alles zal zij u liever zelve zeggen."
Lachend stond mevrouw Von Merk op, gaf Dr.
Benedict de hand, die hij kuste en liet hem alleen.
„Ik zal u haar sturen," zeide zij aan de deur, en
zij ging.
Hij boog met den gelukkigen glimlach van den
verloofde op het gelaat. Dat lachje bleef als ver
steend op zijn gezicht tot mevrouw Von Merk ver
dween. Toen verdween elke trek van vroolijkheid en
een groote lusteloosheid lag er op zijn hoekig, bleek
gelaat, dat een weinig deed denken aan den jongen
Nietzsche.
Hij was op het venster toegetreden en drukte zijn
voorhoofd tegen het glas en wreef zich nerveus de
handen. O wanneer alles nu maar eerst tot een
eind gebracht was, tot een gelukkig einde, Wanneer
hij eindelijk eens zou ontwaken uit die jammerlijke
droomen van deze laatste .weken. Droomen, die hem
vervolgden, waarheen hij ging. Het was een warwin
kel, zoo erbarmelijk, maar boven alle mate zoo kwel
lend, dat hij het in 't geheel niet kon begrijpen, dat
hij met een heel hoofd hierheen was kunnen ko
men
Hierheen. Een bittere trek werd er op zijn gezicht
leesbaar. Wie hem dezen zomer gezegd had, dat hij
een half jaar later hier zou aanlanden? gelachen, ge
schaterd zou hij hebben en gezegd hebben: „nooit
voor mij schitteren er wel andere sterren." Maar
toen was het heilige moeten gekomen, de slimheid
en welsprekendheid eener listige vrouw, die zooveel
beter wist dan hij,, de onverstandige man, hoe men
zich had te gedragen tegenover de noodzakelijkheid
en hoe men ratelende tongen tot zwijgen brengt...
O, dat vrouwen zoo akelig verstandig kunnen zijn.
Als in een wervelstorm was hij voortgerukt. Eerst
had hij zich verzet, met alle krachten verzet dan
steeds zwakker en zwakker. De man met het gezicht
van een geleerde was klei in de handen eener vrouw.
Onmogelijk was het hem eerst toegeschenen, misdadig
en belachelijk tegelijk, maar de vrouw had met haar
zoete kinderstem volgehouden, had geweend en ge
klaagd, dat hij haar ten gronde richtte, en had hem
het paradijs beloofd, als hij gehoorzaamde.
Nu was hij hier en vrijde om juffrouw Von Merk.
Franzi trad binnen, voor 't oog zeer bedaard, maar
haar kleine ooren gloeiden, terwijl haar smalle, wat
magere handen zich ijskoud klemden in de vouwen
van haar japon. Aan de deur bleef zij even staan,
dan kwam zij langzaam nader.
Dr. Benedict zag er nu niet meer zoo overspannen
uit, het gelukkige bruidegomslachje lag nu weder
op zijn gelaat.
„Lieve, lieve Franzi
Zij boog het hoofd, streek met haar hand een
paar maal langs haar japon, snikte haalde diep
adem wilde iets zeggen maar bracht geen en
kel verstaanbaar woord uit.
Toen trok hij haar in zijn armen en kuste haar.
Zij voerden nu een gesprek dat voor alle verloof
de paartjes zoo gelukkig en voor alle andere men
schen zoo nietig is. Zij spraken van vroeger hoe
het was toen zij elkaar nog niet kenden hoe zij
elkaar voor de eerste maal hadden gezien, wanneer
zij het eerst hadden bemerkt, dat zij bij elkaar be
hoorden.
Dr. Benedict lachte en maakte een vroolijken, jeug
digen indruk. Franzi zeide: „Schat, nu moet ik je
nog eens iets vragen
„Vraag maar1
„Zeg eens, wat heeft dat te beteekenen gehad, in
je brief, deze eene passage
„Wat meen je?"
Blozend haalde Franzi den brief uit haar zak. Blo
zend vooral, omdat nu bleek dat hij zoo dikwijls ge
lezen en verkreukeld was. „Ik draag hem steeds bij
mij... Zie je hier: „ontsla mij, mevrouw, van de ver
plichting om u uiteen te zetten, waarom ik eerst he
den met dit groote verzoek tot u kom." Ik kan mij
vergissen," zoo zeide Franzi verder, „maar als ik
dit lees, heb ik zoo het gevoel, alsof daarachter wat
treurigs verborgen ligt."
„Maar kindlief wat een inbeeldingen."
„Neen, neen, het is bepaald, dat daar wat achter
Steekt misschien wilt ge daarover nu liever niet
meer spreken."
„Franzi je moet je zelf vooral niet met dwaze din
gen kwellen en ook mij niet."
„Ik je kwellen? Loop heen, hoe zou dat nu
mogelijk zijn."
Haar stem klonk zoo warm, dat hij opstond en
haar hoofd tusschen zijn beide handen nam. „Lief,
dom kind dat je bent."
Zij keek hem met groote. vochtige oogen aan, die
spraken: „liefste, behoud: slechts je geheim, wan
neer ik het nu nog niet kan begrijpen. Ik wil mij
alle moeite geven om je te begrijpen, zoodat je mij
weldra alles vanzelf zult zeggen."
Hij boog zich over haar heen, om haar mond te
kussen. Legde daarbij zijn handen op haar oogen,
alsof hij haar vertrouwenden blik niet kon verdra
gen.
Wordt vervolgd.