Donderdag 2! Juli 1910. 54ste Jaargang No. 4740. Bureau SCHAGEN, Laan O 4. Uitgevers i TRAPMAN Co. Ariondissements Rechtbank te Alkmaar. Binnenlandsch Nieuws. - 11 AtetEfliic- LuiliiTfelil I. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer g&plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger. Interc. Telcptaoon \o. 20. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad' Zitting van Dinsdag 19 Juli 1910. ECHTSCHEIDING. Het was een tamelijk onverkwikkelijk zaakje, waar mede de openbare zitting voor strafzaken heden werd ingezet. Beklaagde was Piet van der Vliet, woonachtig op Texel, waar hij in 1873 geboren werd. Daar 'is hij op een goeden dag in het huwelijk getreden met een Texelsche schoone, voor wie zijne liefde échter allengs afnam. In December j.1. althans werd hij zijn vrouwtje zoo ontrouw, dat hij zijne vriendschap aanbood aan een andere schoone en hij vond bij haar een welkome ontvangst. De echtgenoote kreeg echter achterdocht en be merkte de vriendelijke verstandhouding die tusschen Piet en zijn liefste bestond. Thans is zij op gTond van den door haar ingestel- den eisoh tot echtscheiding van Van Vliet gescheiden. EIEREN ZOEKEN WAS VERBODEN. De heeren Roobeek en Bijwaard uit Bergen, die gemeenschappelijk als beklaagden moeten optreden, zijn weggebleven. Zij hadden zich te verantwoorden ter zake dat zij op 26 Maart j.1. op landerijen van Willem Bak aan 't kievitseieren zoeken zijn geweest. Simon van Wonderen, een 39-jarig Berger arbeider, die bij Bak werkt, mocht van dezen op 't land de kievitseieren zoeken. En daarmee op dien Maartdag bezig zijnde, werd hij door 't tweetal gestoord en ge hinderd, daar ze ook op hetzelfde land gingen zoe ken. Beiden werden ze door hem aangemaand om op te houden en van 'tland te gaan.'t Mocht niet baten. Toen volgde een aanklacht en stonden de twee hee ren voor het Kantongerecht te Alkmaar terecht, waar het ten laste gelegde niet bewezen werd geacht én Zij werden vrijgesproken. De Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij 'het Kantongerecht ging echter in appél, vandaar nu hier de behandeling. De O. v. J. vroeg vernietiging van het vonnis des Kantonrechters, achtte het ten laste gelegde wél wettig en overtuigend bewezen en requireerde tegen elk dér twee beklaagden f 4 boete subsidiair 4 dagen hechtenis. VERZET TEGEN DE POLITIE. Een Alkmaarsch burger, de 26-jarige 'arbeider Jo- hannes Korver, kwam medio Mei in opstand tegen den politieagent Overeem, toen deze met een overirédér van de stedelijke politieverordening bezig was en hem wees op het onbehoorlijke van zijn daad. Maar denk je dat de vreemdeling die later bleek een IJmuider stoomtrawler-kapitein te zijn daarom gaf? Niemendal. De agent verzocht hem zijn naam op te geven, 't Was vergeefsche moeite. En Johannes Korver was 'toen zoo manhaftig om den vreemde haast uit Overeem's handen te scheuren, toen deze hem beetnam om hem op 't politie-bureau voor den hulp-officier van justitie te brengen. Nu gaf beklaagde Korver op dat hij zoo goed hij kon de politie had geholpen met zijn optreden. Jammer voor hem dat de heer Officier daar zoo bitter weinig van wilde gelooven. Tegen beklaagde, eischte /.E.G. wegens belemme ring van den politieagent in de uitoefening zijner be diening1 2 weken gevangenisstraf. HIJ HAD SCHOENEN NOODIG. Simon Schram was absent en werd verstekt. Hij wandelde den lsten Juni in diepe gepeinzen over „de wisselvalligheden des mensehelijken lots" door luitjenhorns bekoorlijke wandeldreven in gezelschap van zijn onafscheidelijke scharensliep, die hem steeds op reis vergezelt. Scherpe tongen hebben de menschen wel", mij merde Sijmon, inaar.... „er is méér, dat geslepen moet worden" en luid galmde zijn stem weer door 't stille dorpje. Ook aan de bruikbaarheid van Simon Veels schaar twijfelde hij en trad vrijpostig de vestibule binnen bij Weel om schaar, mes of wat dan ook ter scherping in ontvangst te nemen. Doch geen man of vrouw, geen kind zelfs is daar, om hem stompe spullen te overhandigen. Niets tan dat allesWél ziet hij een paar schoenen op een plank staan, die gezien den desolaten toestand waarin zijn eigen schoeisel verkeert in hooge mate zijne be geerte opwekken. Even nog gegluurd,getalmd... één handige greep en.... weg zijn de stappers. Dat ontdekt te kwader ure onze Simon Weel. Hij hoort van zijn buuivrouw Catharina Christina Castri- cum, vrouw van J. Pater vertellen van het bezoek van den scharenslijper. Het einde van de geschiedenis was, dat veldwach ter Homan de schoenen bij Schram in beslag nam en dat de O. v. J. tegen hem, een recidivist, 6 weken ge vangenisstraf eischte. EEN ANDERE LANGVINGER. De 29-jarige Mens Majon, een op 23 Juli 1890 ge boren stoker van Bovenkarspel, die zich onlangs be zondigde aan diefstal van een paar groote brokken me taal, die samen een gewicht van 30 kilogram verte genwoordigen en aan den polder Groolslag toebehoor de. bekende heden oprecht zijne schuld. Hij gaf voor dat het uit armoede gebeurd was. En .dat vilde de heer Officier niet gelooven. Geen wonderEen man, die 3 gulden daags met maaien verdiende en thans vier en een half met aard appels rooien en -laden, heeft geen armoede maar naar Z.Ë.G.'s meening eer een inkomen, gelijkende op dal van een Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de Kantongerechten. Wegens den diefstal het gestolene werd door Ma- jon's vrouw, die buiten vervolging bleef, voor f 5 ver kocht aan koopman Van Kleef te Hoorn, die het voor 12 gulden verkocht aan collega M. Blindeman aldaar werd tegen Mens een week gevangenisstraf geëischt. EEN WEDERSPANNIG HEER. Beene Smit van Enkhuizen, maakte het aldaar den gemeenteveldwachter Muusze, die hem op 19 Juni, toen hij erg dronken was, van de openbare straat wilde ver wijderen. heel lastig door het heftige verzet, bij die ge legenheid aan den dag gelegd. Beene is al een oude bekende en wel meer in dé olie. Dan wordt hij steeds met omzichtigheid behandeld. Ook nu werd hij aanvankelijk heel zachtzinnig behan deld, maar dat werd anders, toen hij zoo op zijn poot begon te spelen en weldra waren agenten Zwier en Vijzelaar tot hulp van Muusze toegeschoten. Alle drie werden ze door Smit op schoppen en verzet onthaald en ze hadden een heel karwei aan hem. Goede werken worden beloond en zoo kreeg Smit eveneens zijn loon in den vorm van een eiseh tot 6 weken gevangenisstraf. ONZE AMERIKAANSCHE VEEHANDELAAR. De zevende en laatste beklaagde was een gedetineér- de uit het Huis van Bewaring. Een net in het zwart gestoken jonge man van 31 jaar, in een gekleede jas. inet boord en manchetten, kortom in de puntjes uitge dost. Geen wonder, sinjeur werd gesnapt en opgebor gen. terwijl hij nog druk bezig was de goê gemeente te bedriegen, door zich als een deftige rijke ondeme- mende Amerikaan voor te doen die over duizenden te beschikken heeft. Franciscus Poslma. zoo heet hij. was den laats ten tijd zwervende van 't eene land in het andei-e, zon der vaste woonplaats, zender middel van bestaan... zon der geld. Zijn domicilie is te Bolsward bij zijn ouders, terwijl hij in de jongste dagen in Noordholland zwierf. Op 19 Mei kwam hij Koedijk opzoeken en vereerde een paar veehouders met een bezoek. r>en een. den heer C. Spaans, werd op de mouw gcspMd. dat hij, Postma hij noemde zich Palman 10.000 dollars bezat, die op de* Ned. Bank waren belegd. Voorts was hij Amerikaan en ondernemend vee- kooper om in Amerika een nieuwe boerderij1 te stich ten. Voor dat doel wilde hij Hollandsch vee koo- oen.. Als Spaans hem daarbij wilde helpen, te Warmen- huizen en te Schagen. De belooning zou niet karig zijn10 gulden voor elke koe, 3 gulden voor een kalf Vrij reizen, gratis vertering, enz., De Amerikaan in spé wist 't zoo mooi voor te stel len, dat hij weldra een rijtuig had losgekregen om te toeren en spoedig zaten hij en Spaans in Warmen- huizen, waar ze stalden en veriering maakten bij kaste lein De Geus. Toen 't op betalen aankwam had Palman'niet anders dan groot bankpapier. Zijn „geld" zat eigenlijk in Alkmaar. Of Spaans gemakshalve maar even De Geus voldoen wou? O, gaarne I En dra was de schuld bij den hospes gedelgd. Met den veehouder en landman Jan Helder van Koedijk zou onze Amerikaan te Alkmaar vee aankoopen en van 't verdere van de geschiedenis ook van zijn De- zoek aan Schagen, hebben wij uitvoerig mededeeling gedaan. Zijn rijk was spoedig uit en zoo werd hij opgepakt. Van koetjes en kalfjes koopen en verder de menschen bedriegen kwam nu niets. Inmiddels had hij ook te Hoorn al rare streken uit gehaald, waarvoor hij; oorspronkelijk aangehouden werd en voor den rechter-commissaris in verhoor moest. Doch hij werd daarna op vrije voeten gesteld en kreeg van den rechter-commissaris zelfs 50 cents doortrek- of 'reisgeld. Toen begaf hij zich naar Koedijk met het bovenom schreven resultaat. Thans stónd hij terecht wegens landlooperij en op lichterij. De Officier van Gezondheid. J. W. Decknatel te Alkmaar had beklaagdes geestvermogens onderzocht en rapporteerde, dat zijne daden een gevolg zijn van de gebrekkige ontwikkeling zijner verstandelijke vermo gens. In een krankzinnigengesticht behoort hij echter niet thuis, terwijl het verblijf in de gevangenis zeer kal meerend op Franciscus heeft gewerkt. 't Is eigenlijk een stumper, die in zijn jeugd zoo genaamde termijn-stuipen heeft gehad. In de gevange nis heeft hij ook nog toevallen gesimuleerd én zeer bedriegelijk en ook heeft hij een poging tot 'vergif tiging gedaan. In Duitschland is hij wegens bedrog veroordeeld. Z.E.G. wilde echter beklaagde's verleden maar ver der met rust laten en in zijn requisitoir ook niet spre ken over hetgeen er met Postma is voorgevallen an Amerika. In NVormerveer kocht beklaagde, die van «beroep kok is. een rijwiel, zonder dat te betalen en later beleende hij 't karretje. De heer Officier achtte het noodig, dat deze man met zijn gevaarlijk karakter geruimen tijd uit de maat schappij werd verwijderd. Wegens landlooperij werd een dag hechtenis en ter zake oplichterij 2 jaar ge vangenisstraf geëischt.. Als verdediger trad op Mr. A. Prins, die het hier een grensgeval achtte. Zijn cliënt behoorde tot de ge degenereerden in engeren zin. De strafwet vordert, dat beklaagde vrij is geweest om anders te handelen dan hij deed. Spreker vindt dat beklaagde niet vrij is ge weest in zijn wil. Als beklaagde veroordeeld zal worden wegens oplichting, dan moet niet-ontvankelijk-verkla- ring plaats vinden meent pleiter en als de rechtbank deswege wil straffen, dan dringt pleiter op lichtere straf en aftrek van preventief aan. De ten laste gelegde land- Na re- en dupliek van Officier en verdediger, wordt tenslotte de zitting opgeheven. A.s. Dinsdag alleen uitspraken. Geen zitting. looperij acht spreker niet bewezen. VALSCHE MUNTERS. Men schrijft uit Heerlen d.d. 19 Juli: Reeds lang vermoedde men, dat te Heerlen of in den omtrek van Heerlen valsche munters woonden. Onophoudelijk toch werden er den laatsten tijd val sche rijksdaalders en vijfmarkstukken in beslag geno men. Gisteravond nu is het aan de politie gelukt den dader in handen te krijgen. Het is zekere Fen ge r, mijnwerker-caféhouder op den Sittarderweg te Heerlen, afkomstig uit Oostenrijksch Polen. Bij de huiszoeking werden in en achter de kast drie stukken valsch geld gevonden, eenige stukjes gesmol ten metaal en ten slotte de smeltkroes, aan welks heng sel nog eenig uitgegoten metaal kleefde, en vermoedelijk ook de vormen. Geheel het huis werd ondersteboven ge zet. Zelfs de beerput werd geledigd. Hierin zat de voor naamste schat verborgen. Er werden verschillende val sche rijksdaalders en vijfmarkstukken, plus een massa gesmolten metaal te voorschijn gehaald. Fenger en zijn vrouw werden beiden opgepikt. Zij worden tevens verdacht van koppelarij, die daar reeds langen tijd schijnt gepleegd te zijn. Op de bekende loon- dagen waren er in het café verschillende meisjes. Naar het schijnt; zijn deze het, die de valsche munterij heb ben onthuld. EEN GOEDE MAATREGEL. In de havens van Amsterdam, Rotterdam en Ant werpen werden uit Engeland honderden afgewerkte paar den aangevoerd om geslacht te worden. In vaak ellen- digen toestand kwamen de beesten aan en werden zon der veel zorg naar de slachtplaatsen gebracht. Door de Engelsche wetgevende macht is thans een wet aan genomen, die den uitvoer van paarden verbiedt, tenzij een veearts, na onderzoek dadelijk vóór de inscheping ze reisvaardig acht. De wet treedt reeds den len Oclo- her a.s. in werking. DUBBEL BEDROGEN. Men meldt uit Haarlem aan het N. v. d. D. Eenigen tijd geleden kocht een boer uit den Beem- ster bij een thans gefailleerd commissionnair in effec ten te Amsterdam voor f 700 aan effecten. Deze ble ken later nog niet de helft van de waarde te bezitten. Hoewel de boer. die geen gevolg aan de zaak wildé geven, zich tegen niemand over het voorgevallene uit- het, kwam eenigen tijd daarna iemand bij hem, die vertelde gehoord te hebben, hoe de boer bedrogen was. Hij zeide hem, dat hij de zaak nog wel in orde kon maken en vroeg hem tegen betaling van f 14 de effec ten mede te geven, dan zou hij 'die inruilen voor pa pieren ter waarde van f 500. Later stuurde hij intfer- daad papieren, doch deze bleken nog geen f 40 waard te zijn. Deze persoon, J. D.. uit Beets (Friesland) afkom stig. thans te Amsterdam woonachtig, is door de Am- sterdamsche politie gearresteerd en door de Haarïem- sche justitie in hel huis van bewaring aldaar ingesloten. OP HEETERDAAD BETRAPT. Twee politieagenten bemerkten eergisterenmorgen vroeg, dat uit een strocpfabriek op de Lijnbaansgracht bij de Bloemstraat te Amsterdam een man een vat weghaalde en zich daarmee verwijderde. Dit leek hun verdacht. Zij volgden heimelijk den man en zagen dat hij in de Anjeliersstraat het vat afleverde in een huis, waar een werkplaats voor suikerwerken is gevestigd! Zij hielden den man aan, toen hij weer naar buiten kwam. en begaven zich vervolgens in het huis in de Anje liersstraat, om den suikerbakker, die elders woonach tig is. maar hier zijn werkplaats heeft, te arresteeren Feuilleton. DE STBIJB 0» DEN MIN. ROMAN van CARRY BRACHVOGEL. 6. Eranzi was intusschen als een slaapwandelaarster n haar kamer aangeland. Half droomend ontkleedde ■ij zich en ging liggen. Zij sliep dadelijk in, vast, :onder te droomen, zooals men kan slapen, na een rierke inspanning der zenuwen. Na een uur evenwel cerd zij reeds weer wakker en was zeer verbaasd, lat het in haar kamer geen donkere nacht was, maar lat de kaarsen op de nachttafel nog brandden Zij ïad ze blijkbaar vergeten uit te blazen. Zij sloeg haar armen om haar hoofd en lag heerlijk :e soezen. En telkens weer klonk in haar binnen ste de jubelkreet: hij is mijn! 4 erlangend strekte zij de beide armen uit. ..Ach jij, jjj, wat heb ik om jou geleden en gebe den al dien tijd. Wat heb ik naar je verlangd wat een vrees en angst heb ik voor je gehad •Vat was dat een ellendige, verschrikkelijke tijd Weet je, mij gaat het als den man, die over het be vroren meer reed, toen hij aan den anderen kant was, was hij verbaasd, dat hij gedurfd had... Lieve- ..n^" het was werkelijk het bevroren meer waarover Eereden heb. Maar mijn hart staat daarom nu hit Door den nacht en duisternis heen, snelt Wo ?u naar jou! jij moet bepaald wel wakker omdat je meent, dat er aan je venster is al heit' maar het was mijn hart. dat jou toebehoort, f? er ook mijlen tusschen ons gelegen." naar d ,d®rlijk verlangen greep haar eensklaps aan Ven jr d'en Benedict aan mama had geschre- Zij h dat hem niet had meegenomen! voor 111 nu in gelukkige eenzaamheid, woord spel *0orh kunnen lezen, letter voor letter kunnen gen en dan onder het hoofdkussen kunnen leg- dit> gplena's een schoolmeisje haar lessen, opdat zij Zii ,ra,lde den nacht niet zou vergeten. de 6 en sprong uit bed. Zij wilde naar «og °nkamer den brief halen. Mama was bepaald de (i ea saf hem haar bepaald. Toen zij echter aan eur stond en de stemmen der beide vrouwen hoorde, ontzonk haar de moed. Neen, zij kon, kon niet naar binnen gaan en om den brief vragen zij schaamde zich nu toch te veel. Zacht sloop zij weer naar haar kamer terug en dacht over den brief na, zoover als zij dien nog in haar gedachten kon terugroepen. Zij wist dat er éen regel in voorkwam, die haar onbegrijpelijk leek, waarachter zich iets onaangenaams of droevigs scheen te verbergen. Het was dit gedeelte: schenk mij de verplichting om u uiteen te zetten, waarom ik nu eerst met dit groote verzoek tot u kom Woordelijk wist zij het niet meer, maar zij herin nerde zich toch nog heel goed, dat de onuitgespro ken zin dezer woorden, haar een weinig had getrof fen. Slechts een seconde, slechts een ademtocht lang maar zij herinnerde het zich toch. Een hindernis (svas daar geweest, eer hij tot haar gekomen was. Dat had eenige overwinning gekost. Wat dat wel zou geweest zijn? Zij was te moe en te gelukkig om verder na te denken. Morgen vroeg wilde zij den brief nog een- i maal lezen, dan zou zij het bepaald wel wat beter verstaan. En wanneer zij het niet begreep bin nen tweemaal vier en twintig uur was hij er zelf en zij zou het hem kunnen vragen. „O jij!" zeide zij nog eenmaal zacht, teeder, als sprak zij tot haar geliefde zelf. Dan sliep zij in HOOFDSTUK 5. Twee dagen later liet Dr. Benedict zich bij me vrouw Von Merk aandienen. Zijn gesprek met haar, duurde niet lang, maar bevredigde het hart der moe der volkomen. Zijn positie was uitstekend, hij bood aan Franzi een behaaglijk, al was het dan nog niet rijk en weelderig thuis. „Tenminste voorloopig nog niet, mevrouw! Maar het is niet uitgesloten, dat later, wanneer ik eerst professor aan een groote universiteit ben, mijn in komen zal verdubbeld worden, ja verdrievoudigd." Ook met de familiebetrekkingen kon mevrouw Yon Merk zich verzoenen. Hij stamde af van een juris tenfamilie uit Midden-Duitschland; de ouders waren reeds lang dood, de verdere familie over de wereld verstrooid. „Mijn vrouw moet mijne familie zijn, een andere heb ik niet" „Mijn dierbare zoon, zoo mag ik je nu wel noe men," zeide mevrouw Von Merk bewogen, „Franzi zal bepaald alles doen, wat in haar krachten is, om u gelukkig te maken. Zij is goed en plichtgetrouw, al lijkt zij tot, de stillen te behooren maar dat alles zal zij u liever zelve zeggen." Lachend stond mevrouw Von Merk op, gaf Dr. Benedict de hand, die hij kuste en liet hem alleen. „Ik zal u haar sturen," zeide zij aan de deur, en zij ging. Hij boog met den gelukkigen glimlach van den verloofde op het gelaat. Dat lachje bleef als ver steend op zijn gezicht tot mevrouw Von Merk ver dween. Toen verdween elke trek van vroolijkheid en een groote lusteloosheid lag er op zijn hoekig, bleek gelaat, dat een weinig deed denken aan den jongen Nietzsche. Hij was op het venster toegetreden en drukte zijn voorhoofd tegen het glas en wreef zich nerveus de handen. O wanneer alles nu maar eerst tot een eind gebracht was, tot een gelukkig einde, Wanneer hij eindelijk eens zou ontwaken uit die jammerlijke droomen van deze laatste .weken. Droomen, die hem vervolgden, waarheen hij ging. Het was een warwin kel, zoo erbarmelijk, maar boven alle mate zoo kwel lend, dat hij het in 't geheel niet kon begrijpen, dat hij met een heel hoofd hierheen was kunnen ko men Hierheen. Een bittere trek werd er op zijn gezicht leesbaar. Wie hem dezen zomer gezegd had, dat hij een half jaar later hier zou aanlanden? gelachen, ge schaterd zou hij hebben en gezegd hebben: „nooit voor mij schitteren er wel andere sterren." Maar toen was het heilige moeten gekomen, de slimheid en welsprekendheid eener listige vrouw, die zooveel beter wist dan hij,, de onverstandige man, hoe men zich had te gedragen tegenover de noodzakelijkheid en hoe men ratelende tongen tot zwijgen brengt... O, dat vrouwen zoo akelig verstandig kunnen zijn. Als in een wervelstorm was hij voortgerukt. Eerst had hij zich verzet, met alle krachten verzet dan steeds zwakker en zwakker. De man met het gezicht van een geleerde was klei in de handen eener vrouw. Onmogelijk was het hem eerst toegeschenen, misdadig en belachelijk tegelijk, maar de vrouw had met haar zoete kinderstem volgehouden, had geweend en ge klaagd, dat hij haar ten gronde richtte, en had hem het paradijs beloofd, als hij gehoorzaamde. Nu was hij hier en vrijde om juffrouw Von Merk. Franzi trad binnen, voor 't oog zeer bedaard, maar haar kleine ooren gloeiden, terwijl haar smalle, wat magere handen zich ijskoud klemden in de vouwen van haar japon. Aan de deur bleef zij even staan, dan kwam zij langzaam nader. Dr. Benedict zag er nu niet meer zoo overspannen uit, het gelukkige bruidegomslachje lag nu weder op zijn gelaat. „Lieve, lieve Franzi Zij boog het hoofd, streek met haar hand een paar maal langs haar japon, snikte haalde diep adem wilde iets zeggen maar bracht geen en kel verstaanbaar woord uit. Toen trok hij haar in zijn armen en kuste haar. Zij voerden nu een gesprek dat voor alle verloof de paartjes zoo gelukkig en voor alle andere men schen zoo nietig is. Zij spraken van vroeger hoe het was toen zij elkaar nog niet kenden hoe zij elkaar voor de eerste maal hadden gezien, wanneer zij het eerst hadden bemerkt, dat zij bij elkaar be hoorden. Dr. Benedict lachte en maakte een vroolijken, jeug digen indruk. Franzi zeide: „Schat, nu moet ik je nog eens iets vragen „Vraag maar1 „Zeg eens, wat heeft dat te beteekenen gehad, in je brief, deze eene passage „Wat meen je?" Blozend haalde Franzi den brief uit haar zak. Blo zend vooral, omdat nu bleek dat hij zoo dikwijls ge lezen en verkreukeld was. „Ik draag hem steeds bij mij... Zie je hier: „ontsla mij, mevrouw, van de ver plichting om u uiteen te zetten, waarom ik eerst he den met dit groote verzoek tot u kom." Ik kan mij vergissen," zoo zeide Franzi verder, „maar als ik dit lees, heb ik zoo het gevoel, alsof daarachter wat treurigs verborgen ligt." „Maar kindlief wat een inbeeldingen." „Neen, neen, het is bepaald, dat daar wat achter Steekt misschien wilt ge daarover nu liever niet meer spreken." „Franzi je moet je zelf vooral niet met dwaze din gen kwellen en ook mij niet." „Ik je kwellen? Loop heen, hoe zou dat nu mogelijk zijn." Haar stem klonk zoo warm, dat hij opstond en haar hoofd tusschen zijn beide handen nam. „Lief, dom kind dat je bent." Zij keek hem met groote. vochtige oogen aan, die spraken: „liefste, behoud: slechts je geheim, wan neer ik het nu nog niet kan begrijpen. Ik wil mij alle moeite geven om je te begrijpen, zoodat je mij weldra alles vanzelf zult zeggen." Hij boog zich over haar heen, om haar mond te kussen. Legde daarbij zijn handen op haar oogen, alsof hij haar vertrouwenden blik niet kon verdra gen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1