Nagekomen berichten.
die met dijken, vaarten, wegen enz.,
older, aic —gJSL, lC„, egeu enz., eene igroot gat in den dijk werd geslagen bij de duikersluis
^noervlakte heeft van ruim 1848 hectaren, heeft ruim en slechts een strook van ongeveer lVa meter het wa-
i./.n4aran hplaftthnar on in d»
1691 hectaren belastbaar en in de polderlasten aan
geslagen land, waarvan tegenwoordig ruim 1237 hec
taren wei- en ruim 450 hectaren bouwland.
Op dat weiland, hetwelk in den regel om het an
dere laar gehooid wordt, wil het vee uitstekend ge
dijen, zoowel het melkvee, als dat, voor de vetwei-
derij bestemd. Het melkvee geeft veel melk, het vette
jcan hier eene zwaarte verkrijgen, die elders niet over
troffen wordt, het vleesch ervan is bij de slagers
zeer gewild en zoo is het ook met de schapen. Bo
vendien worden in onze provincie vrij zeker ner
gens meer runderen en schapen op een gelijk bun
dertal gehouden dan hier. En dat die dieren hier
goed ontwikkelen en groeien, bewijzen de vele hooge
bekroningen, door Wieringerwaardsch vee op keu
ringen en tentoonstellingen, ook buiten Noord-Hol
land, zelfs in het buitenland behaald, alsook de bui
tengewoon hooge prijzen, meermalen door buitenlan
ders voor Wieringerwaardsch fokvee, vooral stieren,
besteed.
Ook het bouwland is van uitstekende hoedanigheid
en geschikt voor de teelt van allerlei gewassen. Tar
we, haver, gerst, peulvruchten, karwijzaad, fabrieks-
en voerbieten, gedijen hier best. In vroeger jaren
werden hier ook vlas, koolzaad en kanariezaad ver
bouwd, maar daar de marktprijzen van deze pro
ducten in de laatste jaren zeer zijn achteruit ge
gaan, is de verbouw van deze niet meer loonend,
waarom ze tegenwoordig weinig of niet meer worden
geteeld. Proeven, genomen met verschillende kool
soorten, hebben het overtuigend bewijs geleverd, dat
de bodem ook hiervoor uitstekend geschikt is. Dat
ter keerde.
Erger nog was het bij den storm van 3 Februari
1825, toen het water nog hooger kwam. Op verschillen-1
de plaatsen werd groote schade aan den dijk toege- j
bracht en werden daarin gaten geslagen, die zoo goed i
en zoo kwaad als het ging w-erden gestopt. Mat grooten
angst wachtte men het vloedgetij van den volgenden
dag af. Om 6 uur slond het water reeds hooger dan
den vorigen dag om 11 'uur, doch op het laatste oogen-
blik hield het gewéld van storm en vloed plotseling
op en was het gevaar geweken.
In het laatst der 18e eeuw zijn de Noord- en Xpord-
Westdijk piet paalwerk bezet, hetwelk in 1836 over
eene lengte van 3000 ellen werden vernieuwd, hetgeen
eene uitgave vorderde van f 30.000.
Naar het gerucht gaat, zou onder den grond van
de waard zich. een muur van tufsteen bevinden, door
de Romeinen aangelegd, locpende van N.-Wnaar Z.-O.,
welke muur gediend zou hebben tot een weg, waar-
van men bij eb gebruik kon maken. I
Aan deze laatste mededeeling kan nog toegevoegd j
worden, dat, naar men beweert, in het Oostdeel van
den Anna-Paulownapclder en wel bij den Kneesweg.
insgelijks een ..Romelnsche weg" gevonden zou zijn.
Toen dan in 1610 de indijking tot stand gekomen was,
had den 12den Juli 1611 de loting plaats voor het
toewijzen der kavels, ieder van twintig morgen. Blijk- I
baar waren deze geschat, want, om ieders aandeel ge-
lijk te maken, werd bij eiken kavel een zeker bedrag
aan geld toegewezen, naar het heet: „tot vergelijkinge
van de Gronden".
In artikel 20 van Conditiën en Yoorwaerden,
de zoogenaamde fijnbouw niet grooter uitgebreidheid waer op de landen van ïeringer-aei bj 8
heeft verkregen, is in hoofdzaak te wijten aan 't ge- meene Ingelanden ende Bedijkers dei Selve, geka
mis van snelle en goedkoope middelen van vervoer, ende gedeelt zijn lezen w ij
waardoor de uitbreiding van deze cultuur wordt „Waer naer met bequame crdre geproeedeeit is o
tegengehouden. De thans in aanleg zijnde spoorweg de Cavelinge en is bij ,de blinde lotmge, en ui ïek-
van Schagen naar de Van Ewijcksluis, die door de kinge van Biljetten, van gelijke groote en breete dae
gemeenten Barsingerhorn, Wieringerwaard en Anna- '°e gemaakt. Ier presentie van G. IJ ff Maertsz., La-
Paulowna loopt en v^iarschijnlijk in 1911 geopend kenkooper, Jan Jacobsz. Stoop ende Pieter Jacobsz.
zal worden, zal hierin zeker Verandering en verbe- van Dijk, Schepenen van Alkmaar, een yegelijk le
tering brengen. beurt gevallen, ende aengecavelt, zo volgt.' I
i i i j Vijf en negentig kavelingen werden op deze manier
Uit het aangevoerde blijkt duidelijk, dat de vie- aan verschillende personen toegewezen. I
ring van het derde eeuwfeest van onzen polder al- Ik zal u, zegt spreker, niet vermoeien met het voor-
leszins reden van bestaan heeft en dat het plicht- lezen, van al die namen. Dat onder deze ook de straks
matig is lof en hulde te brengen aan de wakkere genoemde Adriaen Maertsz. Coetenburg voorkomt,
mannen, die hem hebben drooggelegd en die, niet- spreekt vanzelf. Maar ook vinden wij daaronder eenige
tegenstaande velerlei tegenspoeden en teleurstellingen, historische namen, b.v. Jhr. Jan van Egmont, de Heer
een moed en eene volharding hebben getoond, die bo- van Schagen, de Raelsheer Hogerbeets, Mr. Jacob van
ven onzen lof verheven zijn. Mannen, aan wier han- Teylingen e. a.
delen wij het te danken hebben, dat wjj kunnen leven
en arbeiden, dat wij welvaart genieten op een zoo E'1 nu begon spr. tal van bijzonderheden en merk-
heerlijken en prachtigen grond, als wij thans bewonen. waardigheden mee te deelen uit de zoo rijke stof bie-
Het ligt in den aard der zaak, dat gij, mijne hoor-dende geschiedenis van den polder Wieringerwaard. Onze
ders en hoorderessen ,bij deze gelegenheid gaarne hét
een en ander vernemen zult, betreffende de lotgeval
len van onzen polder in den loop der tijden. Het gaat
echter niet aan een geregeld verhaal te geven van allés
wat er is geschied: zulk een kroniek zou zeker ook
lezers zullen begrijpen, dat wij den spreker hier niet
op den voet kunnen volgen en hiervoor verwijzen naar
de brochure, welke de geheele redevoering bevat én
voor 20 cent te verkrijgen is.
Zijn met veel gloed en teekening uitgesproken rede
vervelend zijn, om aan te hooren. Dus dan bij wijzei v°ering besloot de heer Groneman aldus:
van uittreksel, zoo hier en daar een greep. Maar ook 1 »Ik eindig met den hartelijken wensen, uai uw
dit is niet zoo gemakkelijk, als hét schijnt. Om de be- onzei1 heerlijken polder en zijn bewoners bij voort-
langrijkste feiten op te sporen uit de stukken, zouden huring goed moge gaan, dat hij groeie en bloeie nog
de op het polderhuis aanwezige aanteekeningen en no- i eeuwen lang.
tulen over een tijdvak van 300 jaren doorgelezen moetenEr wordt °P dezen dag alom in het land ook feest
worden en dat zou weken en maanden eischen Boven- 8evierd, namelijk dat van den verjaardag van onze
dien zijn die oude schrifturen, hoe fraai raak ook hot>8 vereerde Koningin-Moeder, H. M. Koningin Em-
bewerkt, voor ons dikwijls moeilijk le lezen En Lk ma> aan wie de Natle zooveel heeft te danken. Moge
zou dan ook bezwaarlijk aan uw billijk verlangen heb- het Haar vergund worden nog vele jaren in gezondheid
ben kunnen voldoen, indien ik geen hulp van anderen en voorspoed te leven, tot vreugde van ons Konings
had gekregen. huis en yan het vo^c van Nederland.
Dc heer Mr. P. Dozy, Hoofd-Commies bij de Twee-' °ok onze beste wenschen voor H. M., onze geliefde
de Afdeeling der Provinciale Griffie van Noord-Hol- Koningin Willielmina, voor Z. K. Hoogheid Prins Hen-
land. heeft de welwillendheid gehad, in de daar be- drik del' Nederlanden, Hertog van Mecklenburg en voor
rustende archieven nasporingen te doen en mij de daar- H- K- Hoogheid Prinses Juliana.
bij verkregen uitkomsten schriftelijk mede ie deelen Mo§e het ons vaderland voortdurend welgaan onder
Voor zijne vriendelijkheid breng ik hem hier openlijk de regeering van ons geëerbiedigd en geliefd Oranjehuis
mijn welgemeenden en warmen dank.
Ook onze Polder-secretaris, de heer J. K Kaan Het was met een hartelijk applaus, dat de talrijke
bewees mij groote diensten, door het maken van af- aanwezigen hun goedkeuring hechtten aan en instem-
schriften van merkwaardige en eigenaardige bijzonder- ming uitspraken met de sohoone rede van den heer
lieden en door mij behulpzaam te zijn bij het doorbla- Groneman. Uit zijn tintelend woord sprak te groote
deren van allerlei schrifturen, voor een groot deel uit 'ie'de vcar.V z'i11 Polder, dan dat het geen weerklank zou
de 19e eeuw. Ook aan hem breng ik gaarne hulde en vmden bij allen, die daar aanwezig waren,
dank. -o
Een tweede plechtigheid vroeg nu alras onze aan-
Het octrooi voor de indi|king werd op den 6en Sep- dacbt', nd- de aanbieding van een Tegelplaat door de
etmber 1597 door de Staten van Holland en Westfrks- ingezetenen van Wieringerwaard aan het Polderbestuur
land verleend en dit octrooi werd. wijl men het werk !en geschenke gege\en Het was bij monde van den
niet op tijd gereed kwam, den 6den September 1603 hr. D. Bax dat dit geschiedde met de volgende woorden:
met zes jaren verlengd. Ook daarna is het nog meer
malen verlengd geworden ,o.a. in 1608, tengevolge van
ralerlei tegenspoed, bij de bedijking ondervonden. De
aanvrager van het octrooi was Adriaen Maertszoon Coe
tenburg, wonende te Alkmaar.
In dat Octrooi van 1597 wordt o.a. gezegd:
„Also Adriaen Maertszoon Coetenburg, woonende bin
nen Alkmaer, ons te kennen gegeven heeft hoe dat
Mijnheer de Dijkgraaf!
Mijneheeren Leden van het Polderbestuur!
Gij allen, Dames en Heeren. die deze bijeenkomst met
Uwe tegenwoordigheid vereert!
Eeestgenooten
De Wieringerwaard bestaat dan heden 300 jaar.
1610-1910.
Een merkwaardig jaar, dat jaar 1610!
Wel zijn het mooie gedachten, grootsche herinnerin-
in Noord-Holland, buyien den Yriesschen Zee-Dijk, om
'rent den Keyns, endé Barsinger-horn, ende ten Noord-
Oosten van den Slikkerdijk. gelegen is seker Slvk ge- &€n> die ons vervullen nf deze voor de Wieringerwaard
naemt den Wieringer-W'aert, groot omtrent negen hon- zo° gewichtige dagen. En hoe zou het ook anders kun-
dert Mergen, volgende 't uyterste ende *t grootste Be- nen Die da§en verplaatsen ons toch in het heldentijdvak
stek daer van gemaakt, in sekere Caerte ons vertoont onzel' Vaderlandsche Geschiedenis, een tijdvak, zooals
Welk Slyk so hoog ende goet van gront was dat het misschien geen enkel ander volk weet aan te wijzen,
bequaêm zoude zijn, om bedijkt ende beverst te mogen het t'jdvak van den 80-jarigen bevrijdingskamp.
worden, ende also gsbragt tot' goede Coorn ende Wevd- Aan dien kamP wü ik even herinneren.
Landen". - Wat is het toch geweest, dat in de tweede helft dei-
wordt. machtigen geest, die toen allen bezielde, zelfs
Omtrent het lot stand komen, schrijft de heer Dozy: minsten krijgsknecht en den jmwsten sc. wpsge2®
„De bedijking kwam in liet ïaar 1610 tot stand, doch Wat dreef wat stelde in staat tot dastandvas mg
welken dag daarvoor te noemen? Zulks is mij niet dulden, to die onuitputtelijke offe vaardigheid, lot die
mogelijk en ik geloof dat het bezwaarlijk uit oude bijna ongp!loof]lijke kiachtsui;spannain
stukken zal zijn aan te toonen op welken dag die be- Dat was: de liefde tot de v r ij h e d-
dijking feitelijk als geëindigd kan worden beschouwd. da- terwill© van die vrijheid hebben onze v de
Hoogstens zou ik durven zeggen, dat het werk in den abes gedaan, alles geduld, alles gewaagd, alles gelede
zomer is klaar gekomen en ik zou U dan ook maar En ïds bet nocxlig was geweest, hadden ze zelfs hun
willen adviseeren om de feestviering in den a.s. zomer, dierbaren grond, ontwoekerd aan de zee. liever weer
wel het meest geschikte laargelijde daarvoor, te doen aan de golven prijsgegeven om verbolgens elders een
„iade n^htw-r, vaderland te zoeken dan hier als knecht te leven.
plaats hebben.
Aan dezen raad hebben wij, zooals ge ziet, gevolg ge
geven.
Nadat de bedijking in 1610 was tot stand gekomen.
Inderdaad, dat alles is onuitsprekelijk belangwekkend
en schoon. Maar weet ge wat nog schooner is'?_De glans-
Ui 111 1U1H >VU3 IUI o 1<111VI "UlWTllltll, C7 o j
is men voortgegaan met den dijk, die nog niet volko- rljke ontplooiing van de krachten van her JSeaer an -
men zeewaardig bleek te zijn, te versterken. Men schijnt sche volk, welke ontplooiing op ieder gebied op tii
daarbij; met raïe moeilijkheden te kampen 'te hebben krachtsinspanning is gevolgd, of, juister misscluen, daa -
gehad' gebrek aan de noodige grondstof, natie zomers, uit is voortgevloeid.
verzakkingen ,enz Dit gaf aanleiding dat van de Sta- Thans moge de naam van ons volk. m weerwil van
ten een hieuw octrooi werd gevraagd, hetwelk op den de vermindering zijner staatkundige macht, op meer
23sten Maart 1612 voor vijf laren werd verleend. Eerst dan één terrein een goeden klank bezitten, dat was
in dit vijfjarig tijdvak is het werk geheel ten einde ge- waarlijk niet minder bet geval in de 17de eeuw
bracht en een behoorlijke winterdijk gemaakt. denken aan bouwmeesters als Jacob van Cam-
In het geheel waren 1895 morgen lands aangewon- pen, aan componisten als Johan Sweelinck, aan ge Leer-
"en. meeilndeels voor landbouw en veeteelt geschikt, den als Hugo de Groot aan schilders als R^brandt
-- uruatri opnt> bevol- van Rijn, aan dichters als Joost van den ondel en (le
aarheid mijner daar geuite bewering staat U helder
Al spoedig vestigde zich in de waard eene bevol- van
kuig, doch niet in een eigenlijk gezegd dorp. In 1632 tel- waart
ne men reeds 22 huizen, in 1732 150 huizen en een voor
den geest.
korenmolen, inT849 148 huizen met ongeveer 900 be
woners. Hel meerendeel dier bevolking bchooixie tot de
d»n, Jij zouden „ijna zeggen, woud
nis Megafinsis stondindewa^xl van 1634 tot 1638, richt, dan is he wel de verovering
ft s.i'&s.'de «Md.
Doch indien er één terrein is geweest, waarop de
Nederlanders der 17de eeuw groote dingen hebben ge
wonderen hebben Ver
van den bodem
Sneek aannam. Ook op de zee. de ontwoekering van den Vruchtbaren grond
Wieringerwaard, uit wier naam ik de eer heb te spre
ken.
En daarom zal het U wel niet bevreemden, wanneer
ik van het Polderbestuur vergunning vraag U als een
bewijs hunner sympathie te mogen aanbieden een tegel
tableau, ter versiering van uwe vergaderzaal.
Moge nog tal van jaren uw oog rusten op dit ge
schenk en moge het U dan herinneren, dat Uw wer
ken, onder de degelijke leiding van Uwen Dijkgraaf,
door ons inwoners van Wieringerwaard ten hoogste
wordt op prijs gesteld.
Het doek dat de plaat bedekte werd opgeschoven
en te bewonderen was een mooi stuk werk, dat
vooral in zijn onderlinge kleurenschakeering zoo
recht mooi is. Artistiek en smaakvol als het is
afgewerkt, zal het een pronk in 't Polderhuis zijn.
Geleverd door den heer Biemont te Amsterdam, fir
ma Braat, van de fabriek De Distel,, strekt het die
firma tot eere. Het is natuurlijk dat men met groote
belangstelling een kijkje nam van dit mooie stuk,
waaraan allen uit de gemeente het hunne hadden bij
gedragen.
Een daverend applaus onderstreepte de woorden
van den heer Dr. Bax.
*De heer Groneman bracht hem ook uit naam van
liet Polderbestuur, hartelijk dank voor het zoo keu
rige cadeau. Hij dankte allen die op de inteekenlijst
hadden geteekend en het zoodoende hadden moge
lijk gemaakt dat een dergelijk cadeau kon worden
vervaardigd. Het Polderbestuur stelde dit cadeau op
zooveel te hooger prijs, omdat het niet was een ding
van éen dag, maar over 100 jaar, wanneer wellicht
het vierde eeuwfeest wordt gevierd, in even schoonen
glans als nu zal schitteren. Het Polderbestuur zal
dan, ook in overleg met Dr. Bax gaarne in de raad
zaal van den polder een eereplaats voor dit schoo-
ne geschenk uitzoeken.
En vervolgens sloot de Dijkgraaf met de beste wen-
schen voor het verdere gedeelte van het feest, deze
bijeenkomst.
Er werd nog voorgelezen een telegram van geluk-
wensch van den heer Dr. Schey.
Hierboven vinden onze lezers een afdruk, die hun
eenig denkbeeld kan geven van de plaat.
Onze weg leidde nu naar het tentoonstellings
terrein tegenover de Ned. Herv. kerk. Hier was het
ook'alles in een recht sierlijk feestkleed gestoken.
Een groote poort met de toepasselijke jaartallen 1610
1910, met daarachter een vriendelijke aanleg van
bloemen en planten, gaf toegang tot het terrein. En
dan dadelijk rechts is de entrée tot het hoofdge
bouw.
Daar binnen is men werkelijk de eerste oogen-
blikken verrast. Hier hebben vlugge vingers, waarlijk
iets moois gewrocht, iets moois en iets aantrekke
lijks tevens. In e®n betrekkelijk kleine ruimte, kleu
rig en keurig versierd is daar ondergebracht en
smaakvol gerangschikt alles wat Wieringerwaard maai
bezit aan merkwaardigs en antieks. En dat was
niet gering, meer dan men zelf vast heeft gedacht en
verwacht. Men vond daar van alles en nog wat. Een
schat van voorwerpen, het een nog mooier dan het
andere het een nog merkwaardiger dan het ander.
Opnoemen?: het zou te veel worden, alleen onze cata
logus wees een paar honderd voorwerpen aan. Een
bezoek aan dit gebouwtje gaf bepaald voor menig
een een interessant kijkje.
En huiten, daar vond men alles wat Wieringer
waard, om het zoo eens te noemen, presteert, In den
meest uitgebreiden zin. Want het was juist zoo'n
uitnemend idéé, om alleen den Wieringerwaarders ge
legenheid te geven in te zenden. Zóo en zöo alleen
kreeg men een beeld van het Intensieve leven van
de Wieringerwaard en hare bevolking.
En wat daar te kijk was gesteld? Wie het Wieringer-
waarder vee kent, wie kent de werking van de afdeeling
der Hollandsche Maatschappij en Rundveefokrareeni-
ging en Stierenvereeniging, die weet ook, dat ware pronk-
iuweelen daar aan de lijn slonden geschaard, in hun
hokken waren geplaatst.
Paarden, runderen, waaronder de collectieve inzen
dingen dei- Rund vee fokvereei liging en Stierenvereeni-
ging, wolvee, geiten, bokken, pluimgedierte en konijnen,
alles was er en van de beste kwaliteit. Voor wie van vee
houdt en dat waren er uit den aard der zaak velen,
was het een lust der oogen.
En dan nog land- enluinbouwvcortbrengselen. kaas,
boter, bloemen en planten, dat alles nog ondergebracht
in het hoofdgebouw, een mooie inzending op Zichzelf,
het vervolmaakte den goeden indruk van het geheel.
Op het terrein vonden we verdei- de inzendingen
van de zaken-mannen uit Wieringerwaard, landbouw
werktuigen en gereedschapj>en. meel en granen, voe
derartikelen, zadelmakersartikelen, enz., enz.ook de
jacht en visscheri) was vertegenwoordigd, het laatste
door tal van inzendingen op de visscherij' betrekking
hebbende. Vooral willen we noemen het aquarium dei-
gezamenlijke visschers uit Nieuwesluis.
Nietwaar, onze lezer, krijgt uit deze korte opsom
ming wel den indruk ,dat hier werkelijk iets van be-
teekenis werd te zien gegeven.
iir I^"leenteh,uis K gebouwd in inau. ceweest onderhevig aan allerlei bezwaspn. Maar ook
I Ih ïiiS° W^r<1 ')ema door ProPte, watermolens bezwaren niet teruggedeinsd, doch
Pl£tnenen 2 bown' De uitwatering had aanvankelijk hwr ismenrao gnfnaal gestel-
en J door lw<* sluizen, oen duikersluis in het noorden heeft men_ U1J
de groote of Nieuwersluis in het oosten. De laatste
hiiinlj Z'-' n'e' to*" noc>d'8 bleek, in 1784 opge-
Gveemaal heeft de waard een buitengewoon
VatpL^?i °?genblik doorleefd. De eerste jnaal bij den
«vloed van 14
op
15 November 1775, toen een
de doel was bereikt. En is het begin gelukkig geweest,
het verkregen» is niet alleen behouden, maar ook
belangrijk' verbeterd, dank niet het minst ide kennis,
de geestkracht, het geduld, de volharding der mannen,
die achtereenvolgens onzen polder hebben bestuurd.
Dat erkennen ook de inwoners van de gemeente
Het was op het tentoonstellingsterrein spoedig
een gezellige en prettige levendigheid. Het bezoek
was druk, velen waren gekomen om een, kijkje te
nemen van het ingezondene, mede daartoe gelokt
door het heerlijke weer.
Schagen's Harmoniekapel onder leiding van den
heer Van Tright, gaf aan alles nog meer vroolijkheid
en opgewektheid door hare populaire muziek.
Het was ongeveer te 12 uur dat het Polderbestuur
op het tentoonstellingsterrein aankwam. Het werd
daar ontvangen door de regelingscommissie met den
voorzitter daarvan, den heer Jb. Zijp Hz. aan het
hoofd. Deze sprak het Polderbestuur in de volgen,-
de bewoordingen toe:
Mijneheeren,
Het is mij een groot genoegen U namens het co
mité van uitvoering voor deze tentoonstelling alhier te
mogen ontvangen en met een enkel woord te mogen
toespreken.
Zoo -L: bekend is, werd tot de Afd. Wieringerwaard
der Hollandsche Maatij. van Landbouw in samenwer
king met de door haar opgerichte fok- en contröle-
vel-eeniging en de stierenvereeniging door het Polderbe
stuur het verzoek gericht een tentoonstelling te organi
seeren. Gaarne gaven wij; 'daaraan gevolg, omdat wij
meenden te kunnen rekenen op de medewerking van
alle ingezetenen van de Wieringerwaard, vooral nu het
betrof de herdenking van het 300-jarig bestaan van
den Polder.
En wij hadden daarmee niet mis gezien, want op
den slotzin van onze circulaire: „Onze voorouders brach
ten en lieten ons na een van de beste polders van Ne
derland, laten wij nu ook toonen daarvan een goed
en dankbaar gebruik te hebben gemaakt," beijverde
zich iedereen om aan de rareerende opdracht van het
Polderbestuur gevolg te geven.
Mijnheer de Dijkgraaf, Heemraden, Hoofdingelanden,
Secretaris, Penningmeester, Opzichter en verdere beamb
ten van den Polder, hartelijk welkom op deze plaats.
Teen voor ruim 300 jaar onze kloeke voorouders be
sloten de Wieringerwaard droog te leggen, mocht dit
een reuzentaak genoemd worden. Zij toch moesten zich
behelpen met de primatieve middelen van dien tijd.
en daarvoor in de plaals stellen, moed, ondernemings
geest, volharding en verhouwen in hun werk.
Met hoeveel tegenspoeden hun strijd tegen de heer
schappij van Nep. uil es moest worden gevoerd, een vol-
üardend streven bracht hun de zege en is het niet ook
voor ons verheffend te denken bij deze gelegenheid aan
die stoere mannen van de 16e eeuw, die weldra ook
de Nederland sche vLag zouden ontpjooien over alle deelen
van de wereld.
De eene droogmaking volgde op de ander. Na de Wie
ringerwaard de Beemster, de Purmer, de Wormer, de
Hugowaard, enz. Ook in dit opzicht vooral leert ons
de historie zien, hoe een klein volk groot in daden
kan zijn, en is het Voor ons bij deze gelegenheid goed,
terug te denken aan dien tijd en daar een voorbeeld
aan te nemen voor thans en voor de toekomst.
In onze jxilderbesturen is nog overgebleven die
frissche moed en het volhardend streven van onze voor
ouders. Zij hebben nog steeds het oog en den arm
te richten niet alleen naar de dijken en naar de zee,
maar ook de ontwikkelingsgang van het geheele polder
wezen, stelt steeds aan die besturen hooger e eischen.
Reeds vele jaren houden wij het oog gericht naar het
Wieringeermeer. en hebben verschillende leden van de
Polderbesturen in het Noorderkwartier meegewerkt, om
deze plannen bij de regeering ingang te doen vinden
en meer tot rijpheid te brengen.
Op den achtergrond van het feestterrein zien wij
de spoorwegverbinding gemaakt door onzen polder
met Schagen naar de Van Ewijcksluis, ter verbin
ding van het eiland Wieringen. Ook aan deze belang
rijke zaak voor deze streek en voor de Wieringer
waard in 't bijzonder hebben de ingelanden en het
Bestuur van den Polder Wieringerwaard op krach
tige wijze medegewerkt. Laten wij hopen dat voor
de naaste toekomst deze belangrijke plannen elkan
der mogen opvolgen en weer de spreuk van onze va
deren „Eendracht maakt Macht" ons moge bezie
len en de kracht geven, waardoor nog menige nuttige
zaak in 't belang van ons gewest en in 't belang van
de Wieringerwaard in 't bijzonder kan worden tot
stand gebracht.
Leve de Wieringerwaard! Leve het Polderbestuur!
De beer Groneman daarop antwoordende, zeide dat
men hem ten goede moest houden dat hij maar
met een enkel woord zou antwoorden. Hij wilde
evenwel gaarne getuigen dat zoowel hij als de an
dere leden van het Polderbestuur verrukt waren over
de wijze waarop de verschillende commissiën hare
taak vervulden en over de luisterrijke wijze waarop
het derde eeuwfeest van den polder werd gevierd.
Spr. bracht daarvoor aan allen een warm woord var
hulde en dank.
Met een: „Lang leve de Wieringerwaard!" en
„Lang leve het Polderbestuur!" beantwoordden de
aanwezigen deze hartelijke woorden,
j Vervolgens maakte het Polderbestuur een rond
gang over het terrein om alles te bezichtigen.
Vervolg morgen.
HEERHUGOWAARD.
Gisterenmiddag was de landbouwer J. L. pas van
I huis met een lading zilveruien, toen bij den Donkeren
weg het paard bang werd voor de daar liggende ma
terialen voor den weg. Het dier geraakte los, en het
rijtuig met zijn inhoud, waaronder ook een baal chih-
salpeter, kwam in hel waler terecht. Mpt vereende kracht
werd alles op het droge gehaald. Het rijtuig was betrek
kelijk weinig beschadigd, terwijl de voerman zelf in
tijds van het rij tuig) was gesprongen.
Oudkarspel.
Zondagnacht had de heer P. K. alhier, toen hij per
rijwiel docr Kalverdijk reed, het ongeluk, over een
aan den weg liegenden steen te rijden. In een ondeel
baar oogenblik. lag hij met fiets en al in de nogal vrij
breed..- sloot. Met moeite wist hij zich op een akker
aan de overzijde te werken, maar was nu genood
zaakt, aangezien deze geheel door water omringd is, zich
opnieuw m de sloot te begeven, om den straatweg
te kunnen bereiken. Ook het rijwiel, dat niet belang
rijk beschadigd was, wist hij op hel droge te brengen,
zoodat hij nu, ftcewel doornat, zijn tocht kon ver
volgen.