DE STRIJD Oï DEN UI. Donderdag September 1910. 54sle Jaargang No. 4570. BureauSOHASEK, laan ©4. Uitgevers i St Co, Binnenlansch Nieuws. II Mmtsïlis- LnttnvHil Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVEBTENTIEN in het eerstuitkomend nummer g&plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger. Intere. Telephonn No. 20. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit een blad. Allen, die in onzen wedstrijd wenschen mede e doen en zich nog niet hebben aangemeld, ge- ieven dit deze week voor a.s. Zondag te doen De voorwaarden zijn bekend. De wedstrijd is in 2 afdeelingen gesplitst de le afdeeling voor geoefende spelers de 2e voor on- of mingeoefende spelers. V óórwedstrij den sullen plaats hebben: 11 SEPTEMBER te ANNA PAULOWNA, in „Veer- burg"; 18 SEPTEMBER te KOLHORN, in het café voor been Jb. Smit; 25 SEPTEMBER te SCHAGEN, in het Noordholl. Koffiehuis van den heer J. Vader Az.; 2 OCTOBER a. d. LANGEDIJK, (in het café van ien heer A. Kist te Zuidscharwoude. Eindwedstrijden zullen allen te Schagen plaats vinden op nader te bepalen datums. De Medailles zijn te bezichtigen aan ons Bureau. CORRESPONDENTIE. K. V. te Koegras en anderen. De huisgenoo- t e n van abonné's kunnen gratis deelnemen aan on zen wedstrijd, indien de abonné-zelf althans niet medespeelt. Ingezonden. personen aanbieden, hetgeen in 18 42, toen de wet werd ingevoerd, ongetwijfeld zeer wel mogelijk was; de/c mogelijkheid mag echter, in de tegenwoordige tijdsomstandigheden, wel geheel uitgesloten worden geacht. Eventueele gegadigden voor het burgemees tersambt van Zuidscharwoude hebben dus nog geen enkele reden om hunne sollicitatiën niet in te leve ren. Het schijnt mij toe dat een reden voor de verbods bepaling heeft kunnen zijn de overweging dat een burgemeester, die tevens het notarisambt uitoefent, tegenover zijne ingezetenen-cliènten niet de onaf hankelijkheid behoudt die in zijn positie onvoorwaar delijk noodzakelijk is. Ook voor het waarnemen van' andere betrekkingen door burgemeesters zooals bijvoorbeeld die van agent van verzekeringmaat schappijen, van secretaris en ontvanger van polders etc. zoude dus, om hetzelfde motief, eene dergelijke verbodsbepaling zeer zeker niet misplaatst zijn. Bij het lezen van bovengemeld artikel 8 rijst nog de vraag, of een notaris, die tevens wethouder is, bij ontstentenis van den burgemeester, hoofd der gemeente kan zijn. Zijne onafhankelijkheid zal, daar de waarneming uitteraard tijdelijk is, natuurlijk niet zoozeer in het gedrang komen. Mogelijk wil een der lezers van uw blad deze vraag wel beantwoorden: ik lieb daaromtrent geen wetsartikel of besluit kun nen vinden. Hoogachtend, uw abonné 8.1.8.10. K. Mijnheer de Redacteur, In uw blad van 27 dezer komt voor de mededee- ling uit Zuidscharwoude, dat de burgemeester dier gemeerte'', onlangs tot notaris benoemd, als secre taris ontslag zal nemen, doch het ambt van Burge meester zal blijven waarnemen. Hel dunkt mij, dat dit bericht ietwat sober is gesteld en dat eenige toelichting sommigen niet on gevallig kan zijn. Bij artikel 8, tweede lid, der wet op het notaris ambt is bepaald dat: ,,zij (de notarissen) mogen wij ders niet zijn commissarissen van politie, ontvangers of ambtenaren der registratie of van eenige andere rijksbelasting, noch hypotheekbewaarders, hoofden, se cretarissen, ontvangers of thesauriers van eenig plaat selijk bestuur." Ook de gemeentewet behelst derge lijke bepaling. In het derde lid van hetzelfde artikel 8 wordt gezegd ,,Ket zal intusschen den Koning vrijstaan aan de notarissen, om zeer bijzondere redenen, te vergunnen, met deze hunne betr. kking, die van hoofd, secretaris, ontvanger of thesaurier van eenig plaatselijk be stuur uit te oefenen." Nu komt het mij voor dat deze, „zeer bijzondere redenen" hoofdzakelijk hierin bestaan dat voor het ambt van burgemeester zich geene andere geschikte GOJ EENTERA AD WARMENHUIZEN. Vergadering van den Raad der gemeente Warm en- huizen, gehouden op Woensdag 31 Augustus 1910, 's voormiddags 10 uur. Allen present. Voorzitter Burgemeester Blom, die de vergadering opent, waarna de notulen worden gelezen, die on veranderd worden goedgekeurd. Van Ged. Staten is een schrijven ingekomen, hou dende verzoek, om den legger der wegen aan te vullen: het betreft een niet bepaald als publieken weg gebezigd wordend gedeelte, dat niettemin toch op den legger der wegen moet voorkomen. De wijziging en aanvulling van den legger zal f 100 kosten. Het zal geschieden. Ter tafel komt de rekening over 1909 van de Arinvoogdij. Ze is door eene commissie uit den Raad, met heeren Armvoogden, nagezien en geeft aan: ont vangsten f 6402.88%, uitgaven f 4002.49, voordeelig saido f 2400.39%. De rekening wordt goedgekeurd. Verder wordt besloten om een lokaaltje voor vak j (vrije- en orde-oefeningen) te bouwen te Schoorl- dam, lang 9, breed 6 M., dus eene oppervlakte heb- bennde van 54 vierk. M., geheel in den geest van het lokaaltje te Warmenhuizen. Tor. hoofd van het herhalingsonderwijs wordt be noemd de heer Konijnenburg, Hoofd der School te Warmenhuizen. Daarna wordt de gemeente-begrooting vastgesteld in ontvangst en uitgaaf op f 22310.01% (met een post van f 639.54% voor onvoorziene uitgaven). Onder die begrooting is begrepen de ontvangst, voortspruitende uit de heffing van opcenten uit de grondbelasting tot een bedrag van f1170. Wordt verder medegedeeld, dat de renten van het grootboekkapitaal, vorige jaren bedragende f 977, zijn gereduceerd tot... f 362 en alzoo met ongeveer f600 zijn verminderd. Het kapitaal, dat nog op 't Groot boek staat bedraagt f 14500 tegen 2% pet. rente. Aisnu komt aan de orde het op 1 September plaats vindend jubileum van den klerk ter secretarie alhier, den heer K. de Gues. Voorzitter oppert het denkbeeld om hem van ge meentewege een klein cadeau te geven. De heer Swan zegt: Ik vind het een heel sympa thiek idee, om dezen ambtenaar een cadeau te ge ven Trouw heeft hij steeds zijn plicht gedaan. Heel wat heeft hij te verduren gehad in al dien tijd, waarover hij nooit een woord heeft gezegd, 't Is een zedelijke plicht, hem een blijk van waardeering te geven. De heer Stadegaard verklaart zich er tegen. I>e heer Swan merkt op, dat de gemeentenaren hier er ook veel voor gevoelen en denkt dat de burgerij over het algemeen er wel mede ingenomen zal zijn, als de heer De Geus thans van gemeentewege wordt bedacht. Voorzitter stelt de vraag, wat het cadeau zal zijn. De heer Swan zou het het beste achten, een enve loppe met geldelijken inhoud, te geven, doch geeft 7.iin idee voor beter. "Voorzitter is van meening, bij de bespreking hoe- Veel die inhoud zal bedragen, dat f 60 genoeg zal zijn. De heer Swan zou f 100 willen geven en wijst op de trouwe plichtsbetrachting van den jubilaris. Voorzitter: Ja, maar hij was er blij mee ook, al die jaren! De heer De Groot denkt, dat een briefje vanf 40 ook a,l puur zal zijn; we moeten nu al opcenten beginnen te heffen! Bij rondvraag over het te bepalen bedrag, ver klaart de heer Stadegaard zich blanco, de heer Swan is voor f 100, de anderen voor f 60, welk bedrag dus met meerderheid van stemmen wordt bepaald. 1 September zal er gelegenheid zijn, den jubilaris t? feliciteeren. B. en W. hebben goedgevonden, dat een kleine schriftelijke oorkonde vanwege het ge meentebestuur aan den jubilaris zal worden over-, handigd. Door belangstellende burgers zal eene ver siering worden aangebracht en er zal receptie zijn op bet raadhuis. I)e rondvraag niets van beteekenis opleverende, wordt de vergadering door voorzitter gesloten. OPHEFFING EENER SCHOOL. Door den Raad van State is óngegrond verklaard het beroep, ingediend door den Raad der Gemeente Nihbixwoud tegen het Kon. Besluit ter niet-goedkeu- riiig van zijn besluit tot opheffing der openbare la gere school in het dorp aldaar. ST. PANKRAS. Do gemeente St. Pancras en de Langedijker ge meenten ;.ullen Zaterdag 3 September bezoek ont vangen van den Commissaris der Koningin in deze provincie. OLDERS, HOEDT UW KINDEREN! Onder dit opschrift lezen we in de Limb. Koerier: ,Een jammerlijk waarschuwend staaltje komt ons weder ter oore van de gevaren, die het leven oplevert i voor jonge meisjes, die niet onder voldoend toezicht j staan. Een echtpaar, uit Den Haag afkomstig, had zich na het huwelijk te Vaals gevestigd. Enkele jaren geleden werd door de rechtbank het huwelijk wette lijk ontbonden verklaard: het kostgangerswezen had zijn vaak verderfelijken invloed niet gemist. Het dochtertje werd toegewezen aan den vader, doch daar het meisje blijkbaar meer genegenheid gevoelde voor hare moeder, die inmiddels in Den Haag hertrouwd was met den vroegeren kostganger, dan voor haren vader, die zich eveneens een nieuwe levensgezellin had gekozen en te Vaals woonachtig bleef, vertrok het meisje naar hare moeder in Den Haag. Voor eenige maanden kwamen den vader eigen aardige geruchten ter oore omtrent den levenswandel van zijn dochter, zoodat hij zijn vaderlijke rechten deed gelden en zijn pas 14-jarig dochtertje naar Vaals deed komen, ten einde het onder zijn persoon lijk toezicht te stellen. Na een paar dagen was het meisje evenwel verdwenen, en weer afgereisd naar Den Haag. Met behulp der politie werd het aldaar aangehou den en voor de tweede maal aan den vader overge geven, die de 14-jarige bij een Vaalser bakker in dienstbetrekking deed. Den volgenden dag had het meisje evenwel de bakkerswoning reeds verlaten en werd door den vader te Aken opgespoord. Een paar dagen daarna werd het meisje overge bracht naar het gesticht Soeurs de la Misérioorde te Maastricht. Uit door den vader onderschepte brieven was hem gebleken, dat zijn jeugdig dochtertje in Den Haag in relatie gekomen was met jongelieden uit den ge goeden stand, die het niet te nauw met de zedelijk heid nemen. En toen het meisje slechts een paar dagen in het gesticht te Maastricht vertoefde, wer den de gevolgen van dien omgang duidelijk gecon stateerd in den vorm eener besmettelijke ziekte, wes halve het meisje naar het hospitaal Calvariënberg alhier ter verpleging moest worden overgebracht. De vader stelde uit eigen beweging een onderzoek in naar de Haagsche heeren, met het gevolg, dat hij een klacht indiende tegen die personen, verdacht van overtreding van artt 248 en 247 van het Wetbobk van Strafrecht. Bij het onderzoek, dat thans door de rijkspolitie wordt gevoerd, moeten stuitende dingen aan het licht gekomen zijn, die een schel licht werpen op zedeljjkheidstoestanden in zekere Haagsche kringen. Er zou nl. in het onderhavige geval sprake zijn vau een complotje personen, deels Delftsche studen ten. doch in Den Haag bij hun ouders inwonende, die het er op gemunt hebben meisjes van 1216- jarigen leeftijd zedelijk en lichamelijk ten val te brengen. Eerst worden wandelingen gemaakt naar Scheveningen, de meisjes krijgen champagne te drin ken. om ten slotte, gedeeltelijk onder den invloed van den drank, in een verdacht huis te worden ge bracht, waar zij, met haar eer, vaak ook haar ge zondheid verliezen." DOOR EEN STIER. Te Hoogkarspel is gisteren een man bij het ver weiden van het vee door een stier aangevallen, waar door hij ernstige verwondingen en inwendige kneu zingen kreeg. Onmiddellijk moest geneeskundige hulp worden ingeroepen; hij is naar het ziekenhuis te Enkhuizen vervoerd, i WINKEL. Hoewel het zich aanvankelijk liet aanzien dat 31 i Augustus kalm als alle andere dagen zou voorbijgaan, toch leefde er iets dat er naar streefde om wat fees telijks op touw te zetten. En dat voornemen geluk te en werd werkelijkheid. Door de besturen van in de gemeente bestaande vereenigingen als Harmonie, Rederijkerskamer en Sparta, was besloten een lichtstoet te organiseeren en ze hebben eer van hun werk gehad. Hoe on verwacht ook, hoe kort voor den tijd het besluit ook was genomen, nu de stoet in elkaar gezet moest worden, verschenen er werkelijk aardige lichtcombi- naties, die dank zij het gunstige weer, goed tot hun recht kwamen. Het gevoel dat een dag als 31 Augustus niet als een gewonen dag mag voorbij gaan is zeer zeker op prijs te stellen en een woord van dank aan hen die daarbij hebben toegedragen om dat te verwezen lijken, is zeer verdiend. NIEUWE NIUDORP. De kermis te Nieuwe Niedorp belooft dit jaar een extra attractie te bezitten. In de eerste plaats in den vorm van een schitterend vuurwerk, uit de be roemde fabriek van den heer Gal te Hilligersberg bij Rotterdam, waarvoor veel belangstelling van de rienschen is gebleken, getuige de algemeene deelne ming bij het presenteeren der inteekeningslijst. Met de schoone gelegenheid voor het afsteken van het vuurwerk hier, dat over een flink ruim water gaat, liggende aan beide zijden -aan den dorpsweg, zoodat het een rustige gelegenheid aanbiedt om een massa Feuilleton. ROMAN van CARBÏ BRACHVOGEL. 18. Tilde vond de vertelling over den officier zeer grap pig en begon hartelijk te lachen. „Mijn hemel hoe leuk." 1 „Wat?" „Wel met dien officieer, dat moet je eens aan ülga vertellendie heeft al gesproken over een verloving." Zij lachte totdat zij buiten adem was. Dan vroeg Franzi: „En wat zeg je nu wel van mijn plan?" j Tilde dacht enkele oogenblikken na. „Dat begrijp ik wel, dat je zoo niet kunt verder leven, zoo voor niemendal en steeds met al dien jammer van je leven voor oogen. Meen maar niet dat 'k het ook hier zou uithouden, wanneerZij brak snel af en ging haastig voort: „Je hebt volko men gelijk, wanneer je van hier heengaat. Laat ze maar schimpen, zij houden wel weer op, wanneer sij zien, dat zij er niets mede bereiken," .Dat is lief Tilde, dat je mij helpt En nu goeden nacht, slaap wel." Zij kuste haar zuster en stond op om naar haar *amer te gaan. Toen zij reeds aan de deur stond, riep Tilde: „Fran- 21 k moet nog iets zeggen." a?*1 drtmide zich om. „Wat dan Tilde?" „Ach neen, laat maar het was maar zoo'n plot- 'n& idée. Een andermaal goedennacht Franzi." .zoodoende had ook Franzi met geen enkel woord ets ervaren van de nieuwe vriendschap tusschen Til- ®n Roshauer. Kr rouw Von Merk was totaal vernietigd toen anzi haar heur plan blootlegde. Dia'u dus naaister wil je worden? Dat is machtig, dat heeft ons au precjes nog gemankeerd." een naaister dat is toch maar een Ik wil mij alleen een positie verschaffen en natuurlijk dat aan, waartoe ik talent en lust kf zijn zeer voorname dames, die modiste wor- wanneer de nood haar daartoe dwingt." Wb. „Bij ons is evenwel nog van geen nood sprake. „Toch wel, mama. Mijn nood is. dat ik van een mun, dien ik verafschuw, geld moet aannemen. En bovendien, dat ik geen levensdoel heb." „Phrasen overspannen ideeën." „Moeder, daar ik m ij n leven leven moet, en niet u, zoo zal ik doen wat ik goed en noodig oordeel." „Zonder mijn toestemming?" „Hoe zwaar het mij ook zal vallen ook zonder uw toestemming." Mevrouw Von Merk begon te weenen. Ook Olga begon zich met de zaak te bemoeien cn vond Franzi's idee verschrikkelijk en afschuwe lijk. „Direct vernederend, Ik begrijp niet, hoe een dame aan dergelijke ordinaire gedachten komen kan." „Ja, maar een dame, die zich laat onderhouden door een man, dien zij alle achting moet ontzeggen, dat is zeker niet ordinair he?" Olga haalde de schouders op. „Hij is daartoe veroordeeld. Recht blijlt recht. En door het recht behoeft men zich niet beleedigd te gevoelen." Zoo vertrok dan op een goeden dag Franzi naar Weenen, zonder dat mevrouw Von Merk of Olga haar vaarwel hadden gezegd. „Zij moet maar doen wat zij wil. Wil zij ons te schande maken, goed. Maar dan zal zij ook voor ons niet meer bestaan." Tilde koos de partij van Franzi. Het beviel haar tegenover Oiga te staan. Dien drang tot arbeid van haar zuster begreep zij niet geheel, maar heel goed het verlangen om uit huis te komen en in een an der milieu te leven- „Ach Franzi, jij hebt het goed," zuchtte zij, toen zij met haar op het perron stond en op den snel trein naar Weenen wachtte. „Ik wilde wel, dat ik ook reeds zoover heen was als jij." „Tilde, ik ben werkelijk nog niet zoo ver heen. Ik' heb pas de eerste schrede gezet. Nu heet het eerst leeren en zich voegen en dat laatste vooral kindlief, zal niet gemakkelijk zijn en boven dien duurt het nog lang eer ik voldoende zal verdie nen om van te leven. Maar dan ziet ge, als ik eerst maar zoo ver heen ben, dan moogt ge van mij zeg gen, dat het mij goed gaat." Tilde keek met starre oogen voor zich uit in de verte, waaroverheen zich de glazen boog van het nerron spandö. Voort voort," dacht zij. „Wat moet dat mooi zijn. Héén te 'gaan, in het onbekende met een die men de lief heeft, iets mooiers bestaat er bepaald op wereld niet." Franzi keek haar van terzijde aan. Zij vond haar zuster veel veranderd bij vroeger, harder van trek ken, maar toch teederder van uitdrukking. „Dus, Tilde, heb maar wat geduld. Eeuwig duurt liet ook voor jo-i niet. Een arbeid, een positie vindt een vrouw steeds -- Misschien komt er nog wel wat van je schilderen. En wanneer het je onverhoopt al te machtig wordt, vlucht dan naar mij. Verhon geren zullen wij wel niet." Na het vertrek van Franzi was Olga een nieuw huwelijksplan op het spoor. Zij had een dichter leeren kennen, een werkelijke dichter, maar ook een dichter die veel geld verdien de, wiens stukken in Berlijn repertoirestukken wa ren en die ook op provinciale tooneelen werden op- gevoerd. Olga had hem door een toeval leeren ken- ueu, toen zij met haar kinderen in het Slotpark liep te wandelen. De kleine Madlon wierp met het eendjesvoeren haar gummibal in het water en de dichter haalde het ding er heel beleefd en bereid willig uit. Als vanzelf volgde daarop dat hij met de mooie moeder en de kleintjes verder het park inslenterde, zich natuurlijk voorstelde Hans von Marberg en een weinig over zich en zijn werk vertelde. Hij was juist van Berlijn gekomen en wilde nu in München blijven- München met zijn rust, zijn ge moedelijkheid, zijn kunstenaars, dat trok hem aan evenals alle Noordduitschers als zij het leeren ken nen. Hier wilde hij blijven, hier moest het heerlijk arbeiden zijn. Zoodra hij een passende woning had, hij wilde een villa huren in de voorstad, zou hij vrouw en kinderen laten overkomen. Toen hij van vrouw en kinderen sprak, was Olga een weinig ontgoocheld en dacht, dat het eigenlijk doelloos was langer met hem langs de schemerige wegen te wandelen- Toen zij hem echter in den loop van de weken en maanden (hij had dadelijk gevraagd of hij haai' niet eens mocht komen bezoeken) nader leerde kennen, begreep zij, dat vrouw en kinderen hier meer een lastpost dan een hooggeschat bezit beteekenden. m Hans von Marberg had als piepjong redacteurtje zijn eerste liefde getrouwd, een lief braaf burger meisje, dat toen zeer goed bij hem had gepast. Kin deren kwamen er en toen kromp de toch niet reeds uitgebreide horizon der vrouw nog meer in. De eer kwam, het succes aan eer en geld hief den man omhoog, ver boven het milieu zijner familie, zcodat dit echtpaar, ofschoon vereenigd, eigenlijk mijlenver uit elkaar leefde. Toen Marberg zijn eerste groote succes had be haald en uit het kleine stadje in Thuringen, aan welks gymnasium hij had geleerd, naar Berlijn was getrokken, ontwikkelde hij zich spoedig tot een groot man. Hij werd in rijke, groote huizen uitgenoodigd op sensatie-beluste dames coquetteerdmi met hem en vonden zijn verbaasde onbeholpenheid verrukke lijk. Zijn vrouw paste noch in deze huizen noch bij deze vrouwen en spoedig wist men bijna niet meer, dat Marberg getrouwd was. Hij leefde vroolijk, zelfs een beetje dol, zooals een jonggezel in een groote stad, maar behield ondanks dit alles een innerlijke tegenzin tegen de Berlijnsche dames, die hem om gaven. Hij, die uit een verarmde adellijke familie stamde, voelde te duidelijk het parvenu-achtige vau de leefwijze dier Berlijners en hun geestelijke ar moede. Hij miste daar de werkelijke begeerte naar kunri. Zoo werd het zijn vrouw niet al te moeilijk ge maakt om hem nog voor zich te behouden, hoewel zij hem allang niet meer geheel aan zich verbond. In zijn binnenste riep het evenwel luide om een vrouw, die geheel op zijn hoogte stond en menig maal had hij reeds aan scheiding gedacht (of liever velen der dames die zich om hem verdrongen had den aan scheiding gedacht) maar wanneer het bleek, dat wat hij meende dat hoog stond, heel gewoon tjes dacht en voelde, dan keerde hij teleurgesteld ja, maar toch weer met een groote dankbaarheid in den schoot zijner familie terug. Daar leefde men hem tenminste niet in den weg, nam men zijn tijd niet in beslag, maar liet men hem rustig arbeiden. Olga was hem direct bevallen, zooals alles in München hem beviel. Toen zij hem vertelde, dat Len- bach haar geschilderd had, niet op bestelling, om dat dit te duur zou zijn geweest, maar alleen om dat hij haar teint zoo verrukkelijk vond, toen was bij in de wolken geweest. Was dat niet een hemel- sche stad, waarin men direct een beeldschoone vrouw ontmoette, die door den grooten meester was ge schilderd geworden? Hij was naïef en een dichter bovendien en daar om duurde, het niet lang of hij hield Olga voor een vrouw van beteekenis. Zij ratelde hem van aller lei voor, dezelfde zinnen, die aan Dr. Baumann reeds zoo goed waren bevallen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1