DE STRIJD Oï DEN UI.
Donderdag September 1910.
54sle Jaargang No. 4570.
BureauSOHASEK, laan ©4.
Uitgevers i St Co,
Binnenlansch Nieuws.
II
Mmtsïlis- LnttnvHil
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVEBTENTIEN in het eerstuitkomend nummer g&plaatst.
INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Intere. Telephonn No. 20.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Cent
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit een blad.
Allen, die in onzen wedstrijd wenschen mede
e doen en zich nog niet hebben aangemeld, ge-
ieven dit deze week voor a.s. Zondag te doen
De voorwaarden zijn bekend.
De wedstrijd is in 2 afdeelingen gesplitst
de le afdeeling voor geoefende spelers
de 2e voor on- of mingeoefende spelers.
V óórwedstrij den
sullen plaats hebben:
11 SEPTEMBER te ANNA PAULOWNA, in „Veer-
burg";
18 SEPTEMBER te KOLHORN, in het café voor
been Jb. Smit;
25 SEPTEMBER te SCHAGEN, in het Noordholl.
Koffiehuis van den heer J. Vader Az.;
2 OCTOBER a. d. LANGEDIJK, (in het café van
ien heer A. Kist te Zuidscharwoude.
Eindwedstrijden
zullen allen te Schagen plaats vinden op nader te
bepalen datums.
De Medailles zijn te bezichtigen aan ons Bureau.
CORRESPONDENTIE.
K. V. te Koegras en anderen. De huisgenoo-
t e n van abonné's kunnen gratis deelnemen aan on
zen wedstrijd, indien de abonné-zelf althans niet
medespeelt.
Ingezonden.
personen aanbieden, hetgeen in 18 42, toen de wet
werd ingevoerd, ongetwijfeld zeer wel mogelijk was;
de/c mogelijkheid mag echter, in de tegenwoordige
tijdsomstandigheden, wel geheel uitgesloten worden
geacht. Eventueele gegadigden voor het burgemees
tersambt van Zuidscharwoude hebben dus nog geen
enkele reden om hunne sollicitatiën niet in te leve
ren.
Het schijnt mij toe dat een reden voor de verbods
bepaling heeft kunnen zijn de overweging dat een
burgemeester, die tevens het notarisambt uitoefent,
tegenover zijne ingezetenen-cliènten niet de onaf
hankelijkheid behoudt die in zijn positie onvoorwaar
delijk noodzakelijk is. Ook voor het waarnemen van'
andere betrekkingen door burgemeesters zooals
bijvoorbeeld die van agent van verzekeringmaat
schappijen, van secretaris en ontvanger van polders
etc. zoude dus, om hetzelfde motief, eene dergelijke
verbodsbepaling zeer zeker niet misplaatst zijn.
Bij het lezen van bovengemeld artikel 8 rijst nog
de vraag, of een notaris, die tevens wethouder is,
bij ontstentenis van den burgemeester, hoofd der
gemeente kan zijn. Zijne onafhankelijkheid zal, daar
de waarneming uitteraard tijdelijk is, natuurlijk niet
zoozeer in het gedrang komen. Mogelijk wil een der
lezers van uw blad deze vraag wel beantwoorden:
ik lieb daaromtrent geen wetsartikel of besluit kun
nen vinden.
Hoogachtend, uw abonné
8.1.8.10. K.
Mijnheer de Redacteur,
In uw blad van 27 dezer komt voor de mededee-
ling uit Zuidscharwoude, dat de burgemeester dier
gemeerte'', onlangs tot notaris benoemd, als secre
taris ontslag zal nemen, doch het ambt van Burge
meester zal blijven waarnemen.
Hel dunkt mij, dat dit bericht ietwat sober is
gesteld en dat eenige toelichting sommigen niet on
gevallig kan zijn.
Bij artikel 8, tweede lid, der wet op het notaris
ambt is bepaald dat: ,,zij (de notarissen) mogen wij
ders niet zijn commissarissen van politie, ontvangers
of ambtenaren der registratie of van eenige andere
rijksbelasting, noch hypotheekbewaarders, hoofden, se
cretarissen, ontvangers of thesauriers van eenig plaat
selijk bestuur." Ook de gemeentewet behelst derge
lijke bepaling.
In het derde lid van hetzelfde artikel 8 wordt
gezegd
,,Ket zal intusschen den Koning vrijstaan aan de
notarissen, om zeer bijzondere redenen, te vergunnen,
met deze hunne betr. kking, die van hoofd, secretaris,
ontvanger of thesaurier van eenig plaatselijk be
stuur uit te oefenen."
Nu komt het mij voor dat deze, „zeer bijzondere
redenen" hoofdzakelijk hierin bestaan dat voor het
ambt van burgemeester zich geene andere geschikte
GOJ EENTERA AD WARMENHUIZEN.
Vergadering van den Raad der gemeente Warm en-
huizen, gehouden op Woensdag 31 Augustus 1910,
's voormiddags 10 uur.
Allen present.
Voorzitter Burgemeester Blom, die de vergadering
opent, waarna de notulen worden gelezen, die on
veranderd worden goedgekeurd.
Van Ged. Staten is een schrijven ingekomen, hou
dende verzoek, om den legger der wegen aan te
vullen: het betreft een niet bepaald als publieken
weg gebezigd wordend gedeelte, dat niettemin toch
op den legger der wegen moet voorkomen.
De wijziging en aanvulling van den legger zal
f 100 kosten. Het zal geschieden.
Ter tafel komt de rekening over 1909 van de
Arinvoogdij. Ze is door eene commissie uit den Raad,
met heeren Armvoogden, nagezien en geeft aan: ont
vangsten f 6402.88%, uitgaven f 4002.49, voordeelig
saido f 2400.39%.
De rekening wordt goedgekeurd.
Verder wordt besloten om een lokaaltje voor vak
j (vrije- en orde-oefeningen) te bouwen te Schoorl-
dam, lang 9, breed 6 M., dus eene oppervlakte heb-
bennde van 54 vierk. M., geheel in den geest van
het lokaaltje te Warmenhuizen.
Tor. hoofd van het herhalingsonderwijs wordt be
noemd de heer Konijnenburg, Hoofd der School te
Warmenhuizen.
Daarna wordt de gemeente-begrooting vastgesteld
in ontvangst en uitgaaf op f 22310.01% (met een
post van f 639.54% voor onvoorziene uitgaven).
Onder die begrooting is begrepen de ontvangst,
voortspruitende uit de heffing van opcenten uit de
grondbelasting tot een bedrag van f1170.
Wordt verder medegedeeld, dat de renten van het
grootboekkapitaal, vorige jaren bedragende f 977, zijn
gereduceerd tot... f 362 en alzoo met ongeveer f600
zijn verminderd. Het kapitaal, dat nog op 't Groot
boek staat bedraagt f 14500 tegen 2% pet. rente.
Aisnu komt aan de orde het op 1 September plaats
vindend jubileum van den klerk ter secretarie alhier,
den heer K. de Gues.
Voorzitter oppert het denkbeeld om hem van ge
meentewege een klein cadeau te geven.
De heer Swan zegt: Ik vind het een heel sympa
thiek idee, om dezen ambtenaar een cadeau te ge
ven Trouw heeft hij steeds zijn plicht gedaan. Heel
wat heeft hij te verduren gehad in al dien tijd,
waarover hij nooit een woord heeft gezegd, 't Is een
zedelijke plicht, hem een blijk van waardeering te
geven.
De heer Stadegaard verklaart zich er tegen.
I>e heer Swan merkt op, dat de gemeentenaren hier
er ook veel voor gevoelen en denkt dat de burgerij
over het algemeen er wel mede ingenomen zal zijn,
als de heer De Geus thans van gemeentewege wordt
bedacht.
Voorzitter stelt de vraag, wat het cadeau zal zijn.
De heer Swan zou het het beste achten, een enve
loppe met geldelijken inhoud, te geven, doch geeft
7.iin idee voor beter.
"Voorzitter is van meening, bij de bespreking hoe-
Veel die inhoud zal bedragen, dat f 60 genoeg zal
zijn.
De heer Swan zou f 100 willen geven en wijst op
de trouwe plichtsbetrachting van den jubilaris.
Voorzitter: Ja, maar hij was er blij mee ook, al
die jaren!
De heer De Groot denkt, dat een briefje vanf 40
ook a,l puur zal zijn; we moeten nu al opcenten
beginnen te heffen!
Bij rondvraag over het te bepalen bedrag, ver
klaart de heer Stadegaard zich blanco, de heer Swan
is voor f 100, de anderen voor f 60, welk bedrag
dus met meerderheid van stemmen wordt bepaald.
1 September zal er gelegenheid zijn, den jubilaris
t? feliciteeren. B. en W. hebben goedgevonden, dat
een kleine schriftelijke oorkonde vanwege het ge
meentebestuur aan den jubilaris zal worden over-,
handigd. Door belangstellende burgers zal eene ver
siering worden aangebracht en er zal receptie zijn
op bet raadhuis.
I)e rondvraag niets van beteekenis opleverende,
wordt de vergadering door voorzitter gesloten.
OPHEFFING EENER SCHOOL.
Door den Raad van State is óngegrond verklaard
het beroep, ingediend door den Raad der Gemeente
Nihbixwoud tegen het Kon. Besluit ter niet-goedkeu-
riiig van zijn besluit tot opheffing der openbare la
gere school in het dorp aldaar.
ST. PANKRAS.
Do gemeente St. Pancras en de Langedijker ge
meenten ;.ullen Zaterdag 3 September bezoek ont
vangen van den Commissaris der Koningin in deze
provincie.
OLDERS, HOEDT UW KINDEREN!
Onder dit opschrift lezen we in de Limb. Koerier:
,Een jammerlijk waarschuwend staaltje komt ons
weder ter oore van de gevaren, die het leven oplevert
i voor jonge meisjes, die niet onder voldoend toezicht
j staan.
Een echtpaar, uit Den Haag afkomstig, had zich
na het huwelijk te Vaals gevestigd. Enkele jaren
geleden werd door de rechtbank het huwelijk wette
lijk ontbonden verklaard: het kostgangerswezen had
zijn vaak verderfelijken invloed niet gemist.
Het dochtertje werd toegewezen aan den vader,
doch daar het meisje blijkbaar meer genegenheid
gevoelde voor hare moeder, die inmiddels in Den
Haag hertrouwd was met den vroegeren kostganger,
dan voor haren vader, die zich eveneens een nieuwe
levensgezellin had gekozen en te Vaals woonachtig
bleef, vertrok het meisje naar hare moeder in Den
Haag.
Voor eenige maanden kwamen den vader eigen
aardige geruchten ter oore omtrent den levenswandel
van zijn dochter, zoodat hij zijn vaderlijke rechten
deed gelden en zijn pas 14-jarig dochtertje naar
Vaals deed komen, ten einde het onder zijn persoon
lijk toezicht te stellen. Na een paar dagen was het
meisje evenwel verdwenen, en weer afgereisd naar
Den Haag.
Met behulp der politie werd het aldaar aangehou
den en voor de tweede maal aan den vader overge
geven, die de 14-jarige bij een Vaalser bakker in
dienstbetrekking deed. Den volgenden dag had het
meisje evenwel de bakkerswoning reeds verlaten en
werd door den vader te Aken opgespoord.
Een paar dagen daarna werd het meisje overge
bracht naar het gesticht Soeurs de la Misérioorde te
Maastricht.
Uit door den vader onderschepte brieven was hem
gebleken, dat zijn jeugdig dochtertje in Den Haag
in relatie gekomen was met jongelieden uit den ge
goeden stand, die het niet te nauw met de zedelijk
heid nemen. En toen het meisje slechts een paar
dagen in het gesticht te Maastricht vertoefde, wer
den de gevolgen van dien omgang duidelijk gecon
stateerd in den vorm eener besmettelijke ziekte, wes
halve het meisje naar het hospitaal Calvariënberg
alhier ter verpleging moest worden overgebracht.
De vader stelde uit eigen beweging een onderzoek
in naar de Haagsche heeren, met het gevolg, dat hij
een klacht indiende tegen die personen, verdacht van
overtreding van artt 248 en 247 van het Wetbobk
van Strafrecht.
Bij het onderzoek, dat thans door de rijkspolitie
wordt gevoerd, moeten stuitende dingen aan het
licht gekomen zijn, die een schel licht werpen op
zedeljjkheidstoestanden in zekere Haagsche kringen.
Er zou nl. in het onderhavige geval sprake zijn
vau een complotje personen, deels Delftsche studen
ten. doch in Den Haag bij hun ouders inwonende,
die het er op gemunt hebben meisjes van 1216-
jarigen leeftijd zedelijk en lichamelijk ten val te
brengen. Eerst worden wandelingen gemaakt naar
Scheveningen, de meisjes krijgen champagne te drin
ken. om ten slotte, gedeeltelijk onder den invloed
van den drank, in een verdacht huis te worden ge
bracht, waar zij, met haar eer, vaak ook haar ge
zondheid verliezen."
DOOR EEN STIER.
Te Hoogkarspel is gisteren een man bij het ver
weiden van het vee door een stier aangevallen, waar
door hij ernstige verwondingen en inwendige kneu
zingen kreeg. Onmiddellijk moest geneeskundige hulp
worden ingeroepen; hij is naar het ziekenhuis te
Enkhuizen vervoerd,
i WINKEL.
Hoewel het zich aanvankelijk liet aanzien dat 31
i Augustus kalm als alle andere dagen zou voorbijgaan,
toch leefde er iets dat er naar streefde om wat fees
telijks op touw te zetten. En dat voornemen geluk
te en werd werkelijkheid.
Door de besturen van in de gemeente bestaande
vereenigingen als Harmonie, Rederijkerskamer en
Sparta, was besloten een lichtstoet te organiseeren
en ze hebben eer van hun werk gehad. Hoe on
verwacht ook, hoe kort voor den tijd het besluit ook
was genomen, nu de stoet in elkaar gezet moest
worden, verschenen er werkelijk aardige lichtcombi-
naties, die dank zij het gunstige weer, goed tot hun
recht kwamen.
Het gevoel dat een dag als 31 Augustus niet als
een gewonen dag mag voorbij gaan is zeer zeker
op prijs te stellen en een woord van dank aan hen
die daarbij hebben toegedragen om dat te verwezen
lijken, is zeer verdiend.
NIEUWE NIUDORP.
De kermis te Nieuwe Niedorp belooft dit jaar een
extra attractie te bezitten. In de eerste plaats in
den vorm van een schitterend vuurwerk, uit de be
roemde fabriek van den heer Gal te Hilligersberg
bij Rotterdam, waarvoor veel belangstelling van de
rienschen is gebleken, getuige de algemeene deelne
ming bij het presenteeren der inteekeningslijst. Met
de schoone gelegenheid voor het afsteken van het
vuurwerk hier, dat over een flink ruim water gaat,
liggende aan beide zijden -aan den dorpsweg, zoodat
het een rustige gelegenheid aanbiedt om een massa
Feuilleton.
ROMAN
van
CARBÏ BRACHVOGEL.
18.
Tilde vond de vertelling over den officier zeer grap
pig en begon hartelijk te lachen.
„Mijn hemel hoe leuk." 1
„Wat?"
„Wel met dien officieer, dat moet je eens aan
ülga vertellendie heeft al gesproken over een
verloving."
Zij lachte totdat zij buiten adem was. Dan vroeg
Franzi: „En wat zeg je nu wel van mijn plan?" j
Tilde dacht enkele oogenblikken na.
„Dat begrijp ik wel, dat je zoo niet kunt verder
leven, zoo voor niemendal en steeds met al dien
jammer van je leven voor oogen. Meen maar niet dat
'k het ook hier zou uithouden, wanneerZij
brak snel af en ging haastig voort: „Je hebt volko
men gelijk, wanneer je van hier heengaat. Laat ze
maar schimpen, zij houden wel weer op, wanneer
sij zien, dat zij er niets mede bereiken,"
.Dat is lief Tilde, dat je mij helpt En nu goeden
nacht, slaap wel."
Zij kuste haar zuster en stond op om naar haar
*amer te gaan.
Toen zij reeds aan de deur stond, riep Tilde: „Fran-
21 k moet nog iets zeggen."
a?*1 drtmide zich om. „Wat dan Tilde?"
„Ach neen, laat maar het was maar zoo'n plot-
'n& idée. Een andermaal goedennacht Franzi."
.zoodoende had ook Franzi met geen enkel woord
ets ervaren van de nieuwe vriendschap tusschen Til-
®n Roshauer.
Kr rouw Von Merk was totaal vernietigd toen
anzi haar heur plan blootlegde.
Dia'u dus naaister wil je worden? Dat is
machtig, dat heeft ons au precjes nog gemankeerd."
een naaister dat is toch maar een
Ik wil mij alleen een positie verschaffen en
natuurlijk dat aan, waartoe ik talent en lust
kf zijn zeer voorname dames, die modiste wor-
wanneer de nood haar daartoe dwingt."
Wb.
„Bij ons is evenwel nog van geen nood sprake.
„Toch wel, mama. Mijn nood is. dat ik van een
mun, dien ik verafschuw, geld moet aannemen. En
bovendien, dat ik geen levensdoel heb."
„Phrasen overspannen ideeën."
„Moeder, daar ik m ij n leven leven moet, en niet u,
zoo zal ik doen wat ik goed en noodig oordeel."
„Zonder mijn toestemming?"
„Hoe zwaar het mij ook zal vallen ook zonder
uw toestemming."
Mevrouw Von Merk begon te weenen.
Ook Olga begon zich met de zaak te bemoeien
cn vond Franzi's idee verschrikkelijk en afschuwe
lijk.
„Direct vernederend, Ik begrijp niet, hoe een dame
aan dergelijke ordinaire gedachten komen kan."
„Ja, maar een dame, die zich laat onderhouden
door een man, dien zij alle achting moet ontzeggen,
dat is zeker niet ordinair he?"
Olga haalde de schouders op.
„Hij is daartoe veroordeeld. Recht blijlt recht. En
door het recht behoeft men zich niet beleedigd te
gevoelen."
Zoo vertrok dan op een goeden dag Franzi naar
Weenen, zonder dat mevrouw Von Merk of Olga haar
vaarwel hadden gezegd. „Zij moet maar doen wat zij
wil. Wil zij ons te schande maken, goed. Maar dan
zal zij ook voor ons niet meer bestaan."
Tilde koos de partij van Franzi. Het beviel haar
tegenover Oiga te staan. Dien drang tot arbeid van
haar zuster begreep zij niet geheel, maar heel goed
het verlangen om uit huis te komen en in een an
der milieu te leven-
„Ach Franzi, jij hebt het goed," zuchtte zij, toen
zij met haar op het perron stond en op den snel
trein naar Weenen wachtte. „Ik wilde wel, dat ik
ook reeds zoover heen was als jij."
„Tilde, ik ben werkelijk nog niet zoo ver heen.
Ik' heb pas de eerste schrede gezet. Nu heet het
eerst leeren en zich voegen en dat laatste
vooral kindlief, zal niet gemakkelijk zijn en boven
dien duurt het nog lang eer ik voldoende zal verdie
nen om van te leven. Maar dan ziet ge, als ik eerst
maar zoo ver heen ben, dan moogt ge van mij zeg
gen, dat het mij goed gaat."
Tilde keek met starre oogen voor zich uit in de
verte, waaroverheen zich de glazen boog van het
nerron spandö.
Voort voort," dacht zij. „Wat moet dat mooi zijn.
Héén te 'gaan, in het onbekende met een die men
de
lief heeft, iets mooiers bestaat er bepaald op
wereld niet."
Franzi keek haar van terzijde aan. Zij vond haar
zuster veel veranderd bij vroeger, harder van trek
ken, maar toch teederder van uitdrukking.
„Dus, Tilde, heb maar wat geduld. Eeuwig duurt
liet ook voor jo-i niet. Een arbeid, een positie vindt
een vrouw steeds -- Misschien komt er nog wel wat
van je schilderen. En wanneer het je onverhoopt
al te machtig wordt, vlucht dan naar mij. Verhon
geren zullen wij wel niet."
Na het vertrek van Franzi was Olga een nieuw
huwelijksplan op het spoor.
Zij had een dichter leeren kennen, een werkelijke
dichter, maar ook een dichter die veel geld verdien
de, wiens stukken in Berlijn repertoirestukken wa
ren en die ook op provinciale tooneelen werden op-
gevoerd. Olga had hem door een toeval leeren ken-
ueu, toen zij met haar kinderen in het Slotpark
liep te wandelen. De kleine Madlon wierp met het
eendjesvoeren haar gummibal in het water en de
dichter haalde het ding er heel beleefd en bereid
willig uit.
Als vanzelf volgde daarop dat hij met de mooie
moeder en de kleintjes verder het park inslenterde,
zich natuurlijk voorstelde Hans von Marberg
en een weinig over zich en zijn werk vertelde.
Hij was juist van Berlijn gekomen en wilde nu
in München blijven- München met zijn rust, zijn ge
moedelijkheid, zijn kunstenaars, dat trok hem aan
evenals alle Noordduitschers als zij het leeren ken
nen. Hier wilde hij blijven, hier moest het heerlijk
arbeiden zijn. Zoodra hij een passende woning had,
hij wilde een villa huren in de voorstad, zou hij
vrouw en kinderen laten overkomen.
Toen hij van vrouw en kinderen sprak, was Olga
een weinig ontgoocheld en dacht, dat het eigenlijk
doelloos was langer met hem langs de schemerige
wegen te wandelen- Toen zij hem echter in den loop
van de weken en maanden (hij had dadelijk gevraagd
of hij haai' niet eens mocht komen bezoeken) nader
leerde kennen, begreep zij, dat vrouw en kinderen
hier meer een lastpost dan een hooggeschat bezit
beteekenden. m
Hans von Marberg had als piepjong redacteurtje
zijn eerste liefde getrouwd, een lief braaf burger
meisje, dat toen zeer goed bij hem had gepast. Kin
deren kwamen er en toen kromp de toch niet reeds
uitgebreide horizon der vrouw nog meer in. De
eer kwam, het succes aan eer en geld hief den
man omhoog, ver boven het milieu zijner familie,
zcodat dit echtpaar, ofschoon vereenigd, eigenlijk
mijlenver uit elkaar leefde.
Toen Marberg zijn eerste groote succes had be
haald en uit het kleine stadje in Thuringen, aan
welks gymnasium hij had geleerd, naar Berlijn was
getrokken, ontwikkelde hij zich spoedig tot een groot
man. Hij werd in rijke, groote huizen uitgenoodigd
op sensatie-beluste dames coquetteerdmi met hem
en vonden zijn verbaasde onbeholpenheid verrukke
lijk.
Zijn vrouw paste noch in deze huizen noch bij
deze vrouwen en spoedig wist men bijna niet meer,
dat Marberg getrouwd was. Hij leefde vroolijk, zelfs
een beetje dol, zooals een jonggezel in een groote
stad, maar behield ondanks dit alles een innerlijke
tegenzin tegen de Berlijnsche dames, die hem om
gaven. Hij, die uit een verarmde adellijke familie
stamde, voelde te duidelijk het parvenu-achtige vau
de leefwijze dier Berlijners en hun geestelijke ar
moede. Hij miste daar de werkelijke begeerte naar
kunri.
Zoo werd het zijn vrouw niet al te moeilijk ge
maakt om hem nog voor zich te behouden, hoewel
zij hem allang niet meer geheel aan zich verbond.
In zijn binnenste riep het evenwel luide om een
vrouw, die geheel op zijn hoogte stond en menig
maal had hij reeds aan scheiding gedacht (of liever
velen der dames die zich om hem verdrongen had
den aan scheiding gedacht) maar wanneer het bleek,
dat wat hij meende dat hoog stond, heel gewoon
tjes dacht en voelde, dan keerde hij teleurgesteld
ja, maar toch weer met een groote dankbaarheid in
den schoot zijner familie terug. Daar leefde men
hem tenminste niet in den weg, nam men zijn tijd
niet in beslag, maar liet men hem rustig arbeiden.
Olga was hem direct bevallen, zooals alles in
München hem beviel. Toen zij hem vertelde, dat Len-
bach haar geschilderd had, niet op bestelling, om
dat dit te duur zou zijn geweest, maar alleen om
dat hij haar teint zoo verrukkelijk vond, toen was
bij in de wolken geweest. Was dat niet een hemel-
sche stad, waarin men direct een beeldschoone vrouw
ontmoette, die door den grooten meester was ge
schilderd geworden?
Hij was naïef en een dichter bovendien en daar
om duurde, het niet lang of hij hield Olga voor
een vrouw van beteekenis. Zij ratelde hem van aller
lei voor, dezelfde zinnen, die aan Dr. Baumann reeds
zoo goed waren bevallen.
Wordt vervolgd.