I STUUD OM DEN MAN.
Voor Dammers.
OP REIS.
[vierdag 3 September 1910.
54e Jaargang. No 4771.
TWEEDE BLAD.
DE HAAS te Parijs.
li
H M Hl
in.
J. de Haas.
Zwart.
Alle3 betreffende deze rubriek te richten aan het
Bureau Schager Courant en voorzien van het opschrift
„Damrubriek".
De vorige week kwam de heer De Haas, na een i
verblijf van 3 weken te Parijs, weder in ons land.
De lezers weten reeds een en ander van de schit-1
:er<vde resultaten die hij daar behaalde.
Hij speelde o. m. tegen de volgend" Fransche
meesters: Weiss, Bizot, Sonier, Molimard, Fabre en
cok tegen den Senegalees Woldouby, waarover wij
in een onzer vorige rubrieken reeds schreven.
Fabre werd opgevouwen in een match van 6 par
tijen, waarvan de Haas er 4 won, terwijl er 2 als
remise eindigden.
De ontmoeting met Molimard eindigde ook in
het voordeel van De Haas. In deze match won De
K-as 2 partijen en Molimard 1, de ovvige 5 par
tijen werder. remise. Hier na:u de Hollandsche kam
pioen schitterend revanche voor ds rederlaag in
den wedstrijd van Juli 1909 te Parijs waar hij met
3 punten minder dan Molimard als derde aankwam.
Dit was hem niet naar den zin en eenmaal te Parijs,
rustte hij niet alvorens Molimard door hem verslagen
was.
Totaal speelde De Haas te Parijs 32 partijen, waar-
van, hij er slechts 3 verloor. Wanneer men bedenkt,
dat deze 32 partijen tegen de allersterkste Fransche
spelers gespeeld werden, dan zal ieder het met ons
eens zijn dat dit werkelijk een brillant resultaat mag
lieeten en dat De Haas er uitstekend in geslaagd is
de eer van Holland te Parijs hoog te houden. Alleen
tegen Weiss, den wereldkampioen, bleef hij in de
minderheid, van de 3 partijen verloor De Haas 1
en werden 2 remise.
De Franschen zijn het dan ook met de Hollanders
er over eens, dat De Haas na Weiss de sterkste spe-
ler is. Een der eerste Fransche spelers verklaarde
aan een Hollander, die zich met De Haas te Parijs
bevond, dat Holland trotsch kan zijn op zulk een
voorvechter.
Id een match van 5 partijen tegen Weiss, speelde
Molimard 5 maal remise. Molimard verklaart dan
ook, dat hij meer vrees gevoelt voor het spel van j
De Haas dan voor dat van Weiss en schrijft de ne
derlagen van eerstgenoemde tegen Weiss toe aan
suggest'e. Molimard is van meening dat De Haas
tot de allereerste krachten behoort.
De Haas rest nu niet anders dan te zorgen dat
hij ook van Weiss wint. Nu de' anderen overwon
nen zijn, heeft hij alleen nog met Weiss te spelen.
En, zooals hij zelf bij zijn terugkomst in het Ver-
eenigd Amsterdamsch Damgenootschap te Amster
dam verklaarde, hij zal met Weiss matchen.
Komt er geen geld genoeg om Weiss naar Holland
te laten komen, dan gaat De Haas weer naar Parijs.
En wanneer wij verklaringen als bovengenoemde van
landgenooten van Weiss hooren en zijn laatste suc
ces te Parijs weten, dan geven we hem een goede
kans. Wint hij dan niet, remise zal hij zeker maken.
Slechts den tijd, die nog rest aleer de match zal
aanvangen, goed benut en flink getraind. Dit kunnen
we met vertrouwen aan De Haas overlaten,
Aardig( is n,og te vernemen hoe de klassieke spe
lers Barteling ep Chardonnet (beide le klasse spelers
met vereering over wijlen Klaas de Heer Azp. van
de Beemster spreken.
De Heer behoorde in zijn tijd iot de allerbeste
damspelers ep de bovengenoemde Fransche spelers
vertelden dat zij van hem de finesses van de klas
sieke partij geleerd hadden. Volledigheidshalve dient
vermeld dat Klaas de Heer deelnam aan den Inter
nationalen Wedstrijd te Amiëns, gehouden 15 Aug.
1886, waar hij den derden prijs won.
Wij zullen eenige fragmenten van partijen door
De Haas te Parijs gespeeld, behandelen en geven
den dammers in overweging de verschillende varian
ten goed te bestudeeren, hetgeen zeer zeker veel tot
hunne damkennis zal bijdragen.
EINDSPEL
uit de match Fabre-De Haas.
Belangwekkend is de wijze waarop zwart wint, en
leuk de ondervariantep bij A en B aangegeven, die
plaats hadden kunnen vinden-
Wit
Fabre.
Zwart aan zet speelt als volgt:
1. Wit:
Zwart:
2025.
2.
29 20.
25 14.
3.
3530.
1823.
4.
3024.
23 43.
5.
24 13.
1419.
6.
13 24.
4349.
7.
2420. A
4944.
8.
33—29.B
4440.
Wit geeft op.
A. Hier zou zwart, indien wit 2419 gespeeld
had, door 17*21 en 4938 gewonnen hebben.
B. Wit had hier ook 4238 kunnen spelen, waar
op zwart eveneens gewonnen had, nl.
Wit: 4238. Zwart: 44 28.
3833. 28 39.
2014. 3930.
1410.a 3019.
105.b 1946.
a. Op 149 wint zwart door 3013.
b. Op 104 wint zwart door 1913.
BELANGWEKKENDE STAND
uit een partij gespeeld in de match De Haas-Moli-
inard.
Molimard.
Zwart.
W,
'f
16
mè W'mè
offSSv /////V/s
'/m
36
md 'm
WÊ?.
15
25
35
45
I
Wit
De Haas.
De laatste zet van den Hollapdschen kampioep was
roet wit 4034 met de bedoeling als zwart 1420
speelde door 3025 een tempo te winnen. Zooals
de dammers wetep ia de winst van een tempo in
een dergelijke klassieke partij van het grootste
gewicht. Molimard weerlegde dezen zet schitterend
door 242 9, hiermede wit verlokkende als volgt
een schijf te winnen:
1. Wit: Zwart: 2429.
2. 33 24. 1420.
3. 4540. 20 29.
Speelt wit nu 3933 om de schijf op 29 te win
nen, dan vervolgt zwart op de volgende wijze:
1. Wit: Zwart: 1721.
2. 33 24. 2126.
3. 3025 het beste vervolg.
3. Zwart: 19 39.
4 28 17. 26 28.
5. 43 34. 11 31.
6. 36 27. 3832.
en zwart wint een schijf.
Inderdaad eep prachtige combinatie. De Haas zag
evenwei deze afwikkeling en antwoordde op 1420
wijselijk met 3933, waarop de partij met gelijk
aaptal stukken een normaal verloop had en als re
mise eindigde.
Van Rochefort leidde ons uitstapje naar Dinant, het
schitterend middelpunt van de boven Maas vallei. De
spoorrit daarheen door het dal van de Lesse is vol
afwisseling en na Hoyet bepaald ze9r, zéér mooi.
Geen wonder, dat eene wandeling van Hoyet naar
Dinant zonder uitzondering door alle reisgidsen byzonder
wordt aanbevolen.
Meermalen gaat de spoortrein door kortere of langere
tunnels, geboord waar het zeer moeilijk was de baan
langs de Lesse te leggen of ter verkorting van den
weg, die heel wat langer zou zijn als h\j de vele kron
kelingen van het dartele riviertje had moeten volgen.
De tunnels verbinden de dalen.
Verrassend is het gezicht als het juist verlaten dal
zoo heel verschillend is van het volgende.
En dat juist is bij de Lesse-baan zoo vele malen het
geval.
Hier hoog opgaande steile kale rotsen, daar heerlijk
begroeide heuvelen met zacht golvende rondingen mooi
van lijn, verder weer de snel vlietende Lesse aan den
voet van reusachtige rotsgevaarten of vroolijk kabbe
lende tusschen vlakke weiden in het dal met mooi
blank vee een gansche reeks van immer interessante
en het oog boeiende dalvariatiën.
Tal van bruggen zijn over de veel kronkelende Lesse
gebouwd, soms precies voor den ingang van een tunnel,
meermalen hoog boven een ravijn ter verbinding van
twee bergruggen.
Bij de laatste brug, die de Lesse-spoorbaan overschrijdt,
is alle schoonheid van dal, rivier en bergformaties als
het ware op één punt samengetrokken om een prachtig
schoon geheel te vormen.
Die laatste brug is gelegd over de Maas bij de samen
vloeiing van Maas en Lesse te Anseremme, in de on
middellijke nabijheid van Dinant. Ter weerszijden van
de zeer hoog gebouwde brug ziet men in de laagte de
breede Maas, waarlangs tal van hotels, landhuizen,
dorpjes en villa's zijn gebouwd op de smalle strook
gronds tusschen het water en de hooge bergen. Dinant
ligt als een uitgezette speelgoeddoos van boomen,
boomgroepen, kleurige huizen, kerken en torens langs
den oever tot zoo ver het oog reikt. Aan het einde
van het vergezicht waar de Maas weer een bocht
vormt sluit het schilderij af met de groote loopbrug
over de rivier te Dinant en den vreemd gemodelleerden
toren een langgerekten peervorm van de gotische
kerk, die eigenaardig afsteekt tegen de ruwe rots
waarop eenige meters hooger de oude citadel staat,
trots van hare hoogte neerziende op vallei, rivier en
huizenrij.
Als een vreugde-wimpel over al dat schoons wappert
de Belgische vlag van de tinnen der sterkte.
De brug ligt zoo over de Maas, dat ze als het ware
een boog vormt naar den anderen oever zoodat men
van uit den trein een verrukkelijk gezicht heeft in het
boschrijke dal van de Lesse en naar de overbrugde
uitmonding van dit riviertje in de groote Maas.
Enkele minuten sporens van de brug ligt het station
Dinant. Aan hotels geen gebrek.
Het stationsplein is er geheel mee omzoomd.
Vanuit net onze hadden we een prachtig gezicht over
de Maas op de reusachtige kale kalksteenrotsen waarop
de citadel is gebouwd en op den zoo vreemd gevormden
toren van de Notre-Dame. Het welluidend klokkenspel
van dien toren bij heel en half slag was wel zoo welkom
over dag als in den nacht. Aan zulke variatiön zijn w\j
bij ons thuis minder gewoon.
Dinant, dat thans bijna 8000 inwoners telt, mocht er
in 1466 op wel 30.000 bogen.
Of de telling toen wel zoo juist geschiedde als nu heb
ik bij het lezen van die groote getallen wel eens be
twijfeld.
Maar vast staat dat Dinant vroeger een belangrijke
plaats 13 geweest en het zijn heeren Hertogen en
Graven wel eens wat erg lastig kon maken.
Filips de Goede achtte het ten minste in het genoemde
jaar 1466 noodig de Dinanters eens flink onder handen te
nemen. Hij belegerde en veroverde de stad, en liet als
een waarschuwing voor mogelijk later verzet 800 der
meest gegoede burgers gevangen nemen en voor de
oogen der andere burgers in de Maas verdrinken.
Nu, in zoo'n geval voel je den lust om je tegen je
„goeden" heer te verzetten, de eerste jaren wel wat
afkoelen.
Honderd jaar later werd Dinant door de Franschen
geplunderd en weer honderd jaar later bezochten die
minder welkome gasten nóg eens op zoo'n manier de
stad.
Dinant weet dus van belegeren en oorlogen alles te
vertellen.
Gelukkig, dat de citadel boven op de rots geen dienst
meer behoeft te doen. De nieuwere kunst van oorlog
voeren is haar ontgroeid en zij werd daarom in 1879 aan
particulieren verkocht.
Voor een kwartje kan ieder nu de 4r;8 treden van de
trap naar boven opklimmen en daar dan genieten van
het vergezicht, dat Maas en vallei en omringende
bergen den oewonderenden oogen aanbieden.
Als er eens een tandrad naar boven gaat, wil ik dat
toen ook eens komen zien.
In de dertiende en veertiende eeuw was Dinant be-
Feuilleton.
ROMAN
van
CARRY BRACHVOGKL.
19.
,,Ja," aldus Olga, „ik was zeer gelukkig met miju
man. Hij heeft mij op de handen gedragen. Maar
diep in mijn binnenste is toch iets stom gebleven
Mijn man had geen belangstelling voor de letter
kunde. Ik daarentegen heb mij steeds zeer voor 't
drama geïnteresseerd. Maar niet waar, men kan als
vrouw den man niet tot zich opheffen, maar wordt
in zekeren zin, zelfs al is men geestelijk sterker, zijn
schepsel."
Marberg zuchtte.
„Mevrouw, wat u daar zegt. Geloof mij vrij, het
meerendeel der vrouwen denkt er niet aan zich aan
den man aan te passen. Zij hebben haar kleinen
kring van belangstelling, waaruit men ze niet kan
uitdrijven. Het geluk, om een vrije, naar wetenschap
en keunis snakkende vrouw te vinden, dat is voor
de meesten onzer niet weggelegd. Altoos ontmoeten
*vij mannen in ons leven die vrouw te laat. Eerst
dan, wanneer wij reeds gebonden zijn, niet meer los
kunnen van onze oude plichten
Hunne gesprekken bewogen zich zeer dikwijls over
dit thema. Marberg kwam zeer dikwijls bij Olga,
°°k toen hij een villa had gehuurd en zijn vrouw
en kinderen waren overgekomen. Hij stelde zijn vrouw
evenwel niet aan Olga voor.
k. ij passen in 't geheel niet bij elkaar. Zij is een
-leine brave buishen de andere daarentegen..."
fcenbRaakte den zin niet af, maar zijn oogen spra-
s ""'delijker dan alle woorden gekund hadden,
zijn echr hij Olga tot vertrouwelinge van
verbeeirii misère, die zich in zijn opgeschroefde
als 116 ,tot iöta ellendigs vergrootte Hij rekte
zijn vrii V?-tWi^felde de armen ten hemel. „O vrij
vrouw r eu u°6 eenmaal kunnen kiezen! De
h>ii K e£en mij te mogen aandrukken, die voor
beet* .,g68chapen* die op mij gewacht heeft van het
n der wereld af
Ook
van f„ eeD verstandiger en koeler hoofd dan dat
horde a Was het bU deze woorden wel warm ge-
toeStr\ °'Ra bevond zich dan ook spoedig in een
tooit Vau overdrevenheid en opgewondenheid als
&-.I,nj voren. ZIJ beredeneerde: Lenbach had haar
derd een rijk man bad baar getrouwd,
een beroemde wilde het nu doen (dat Hans von,
Marberg zich voor haar wilde laten sche'den stond
voor haar muurvast). Zij was beschikt om een rol
ir. de werel te spelen en aan zijn arm het litteraire
Dnitschland te leeren kennen.
Zij had Marberg's nieuwste stuk in den schouw
burg zien opvoeren en verklaarde het vooi het rijk
ste Duitsche drama sedert Maria Magdalena en be
zwoer hem onophoudelijk, dat sedert Hebbel
dramaturg zooals hij den grooten slag te pakken ha
iouter woorden en zinnen, die zij zich had eigen
maakt of uit tijdschriften had opgediept maar die
bij uen tegelijk naïeven en ijdelen man zijn werking
niet misten. Steeds weer sprak Marberg van zijn
ongelukkig huwelijk, steeds duidelijker van zijn ont
waakten hartstocht voor Olga. Hij las haar voor. Hij
dichtte voor haar. Hij maakte haar tot vertrouwe
linge van zijn plannen en ideeën. Zij, die uit zich
zelf niets had te geven, in 't geheel niets wist,
paste zich snel bij hem aan, zoodat hij in 't geheel
met bemerkte, hoe zij slechts een leege, holle vorm
was, waaraan hij alleen den inhoud gaf, die hem
dan weder in verrukking tot haar deed opzien.
Maar ook in de schittering van haar heele wezen
beviel hem juist dat, wat ook Dr. Baumanu zoo
had aangetrokken.
Mevrouw von Marberg was een van die ordelijke
huisvrouwen, die met haar drang naar zindelijkheid
en zuinigheid anderen menschen het leven tot een
ellende maken. Om een scheefgerukten stoel, een aan
gebrand stuk vleesch, een gebroken kop of schotel
kon zij scènes maken, die het huis deden beven; ook
begreep zij niet, waarom haar man niet midden in
een zin kon ophouden, als het eten op tafel stond.
Olga's nonchalante en gemakkelijke manier \au
huishouden scheen hem daarbij een verlossing van
de pijnlijke huisboudmachine en noemde hij een nieuw
bewijs voor haar geestelijke meerderheid.
„Mevrouw Olga, bij u is geen huishouden, zeide
hij dan wei schertsend.
„Waarom niet?"
I U hebt mij voor een uur reeds aan tafel genoo-
digd en nu is er reeds vijf kwartier om."
Met een hoogmoedige beweging wierp zij het hoofd
in den nek.
,bak, die minutenzoekerij laat ik aan die vrouwen
over, die aan niets anders hebben te denken dan
aan vleesch en boonen."
Bravo, Je hebt gelijk. Er zijn geen verschrikkelij
ker menschen, dan die zoo aan de klok hangen."
i Toen hij bij het eten in het tafellaken een paar
iraaiies ontdekte, waarover de vrouw des huizes heel
grootmoedig heenkeek, dacht hij, dat het leven met
deze vrouw een meidag zou zijn, zingende de schoon
ste liederen Een Meidag waarbij men alle leed des
levens vergeet en in zaligen roes den hemel tege
moet dansen mocht. Hoe het dan kwam, wist geen
van beider,, maar plotseling lag hij voor haar op
de knieën, kuste wild haar handen, zwoer dat hij
zender haar niet meer leven en werken kon en dat
zij de zijne moest worden.
Olga, was zeer bevredigd. Alles was juist zoo ge
komen als zij het tevoren zich had gedacht. Zij had
zich alles ïeeds tevoren helde*- voor den geest ge
haald, ook met mama er enkele woorden over ge
sproken, al was het dan ook niet te veel, want mama
was op sommige punten wel wat ouderwetsch en zij
geloofde niet direct aan de gemakkelijkheid eener
echtscheiding. Olga was evenwel een modern mensch,
wist zoowei in keuken- als wetboek bescheid en had
de zaak reeiis kalm overlegd. i
Gedurende het scheidingsproces wilde Olga op reis,
misschien Vel naar de Rivièra.
Want dan zou er natuurlijk over hen beiden ge
babbeld worden en dan was bet maar beter, dat men
dat uit den weg ging. En dan terugkomst huwe
lijk een schitterend feest een vorstelijke wo
ning bedienden - luxe! Zij sloot gelukzalig de
oogen en hoorde in de verte de sinds langen tijd
verstomde zilveren klokjes.
Merkwaardigerwijze ging het met de scheiding
niet vlug. Marberg was verstrooid en weifelend, wan
neer Olga voorzichtig daarover begon te spreken,
zoodat zij spoedig den indruk kreeg: hij is tegen
deze zaak l iet opgewassen, hij is schuchter, aarze-j
lend, evenals een dichter dat in practische zaken
I 'eegt te zijn. Hier moet de hand eener verstan
dige vrouw ingrijpen, om hem zoodoende tot het ge
luk te kunnen voeren.
Haar fantasie die den laatsten tijd door het lezen
van veel diama's en verzen, nog een aardigen duw
in de hoogie had gekregen, vloog weer op eenmaal
duizenden meters met haar omhoog. Zij wilde een
persoonlijk onderhoud met mevrouw Von Marberg j
hebben, van vrouw tot vrouw. Het was niets onge- j
woons meer dat twee vrouwen het samen eens wer-
den over het wel van een man, dien zij beiden lief
hadden. Het kwam er alleen maar op aan de rechte j
woorden te vinden om deze kleine ganr te roeren
en te overtuigen, dat zij haa- man biet langer in
den weg leven mocht.
Olga trok een elegant zwart kleed aan, zette een
zwarten hoed met reuzenveeren op, poederde haar
wangen, trok een paar scherpe wenkbrauwen- Zij
was zeer tevreden over haar persoon. Zij zag er
ernstig uit, zooals het in deze omstandigheden paste,
maar zag er bovendien charmant genoeg uit, om
het begrijpelijk te maken waarom Marberg zich in
haar had verliefd.
Zij reed met den trein naar de voorstad, waar
oernd door z(jn geslagen koperwaren. Thans prüken
nog^heel wat winkels met die zoogenaamde „Dinande-
ries", meestal groote koperen borden of schotels met
daarin gedreven voorstellingen van steden, landschappen
of geschiedenissen en personen uit do Heilige Schrift.
De honingkoek van Dinant [is mede beroemd en
lekker. Ook heeft Dinant als zooveel andere plaatsen in de
Ardennen, een grot. Jammer dat de nimf, die vo'gans
de sage vroeger die grot bewoonde, en heel wat aan
waarzeggen deed, in de meer verlichte eeuwen is ver
dwenen. Nu wordt die kunst van waarzeggen helaas
alleen nog maar beoefend door dames, die men juist
geen nimfen noemt en wier woonplaatsen niet in Bae-
doker worden opgegeven.
Even boven Dinant op de grens tusschen Dinant en
Aaseremme verheft zich aan den Maasoever een hooge
Epitse kale rotsnaald, de rots van Bayard geheeten. De
straatweg ligt aan de andere zijde van de naald, zoodat
deze geheel vrij staat en door zijn vorm en verweerd
aanzien veel bijdraagt tot het schilderachtige van deze
streek. Een windvaan op hooge ijzeren stang kroont
de rotsnaald.
De rots van Bayard is zoo genoemd naar het paard
van de vier Heemskinderen, die in den tijd van Karei
den Grooten moeten hebben geleefd en die aan de snel
heid en de kracht van Bayard zoovele malen hun leven
hadden te danken.
Bayard sprong eehs op de vlucht voor de mannen
van Karei den Grooten over het dal van de Maas en
liet toen bij dien geweldigen sprong zijn hoefspoor dui
delijk achter op de kale rots,
Naar dat feit heette men de naald, de rots van Bayard.
Yan vader op zoon en van dichter op dichter is deze
geschiedenis zoo oververteld en eindelijk zoo waar ge
worden als de groote grootte van Multatuli's dadels van
Ben Hassan, minus waarschijnlijk hier de dadels.
Vanuit Dinant maakten we een heerlijken rijtoer over
Talmignoul naar Walzin in het Lesse-dal De wegvoert
eerst door Dinant en langs de rots Bayard over d
Lesse brug te Anseremme, waar hij langzaam beeint to
stagen, blijvende bij de Maas tot het hoogste punt van
de rotsen van Colebi, 4 maal zoo hoog als de Schager
toren.
Ons kloek en krachtig tweespan had moeite om
stapvoets die hoogte te bereiken.
Maar voor ons was dat stapvoets gaan een waar genot.
Immers, altijd prachtiger en interessanter en ruimer
werd het uitzicht in de Maasvallei waarop we door
loopend het gezicht hadden.
Diep beneden ons lag eindelijk de brug van Anse
remme, die wij straks over waren gegaan.
De schuiten in de Maas leken al kleiner en kleiner,
de spoortreinen kinderspeelgoed, de groote menschen
kleine kinderen.
Bij een uitzichtskoepeltje hield het rijtuig stil en
haddtn we gelegenheid weer een ander schitterend
deel van het Maasdal te zien. Over de rivier, waar een
stoomboot een zilveren streep van water en schuim
door trok, werd het oog geboeid door het slot en den
tnin van Freijer, heerlijk aangelegd in den stijl der
weelderige Fransche Koningen. Het vergezicht was
ruim en reikte over de bergen aan de overzij, over de
hoogvlakte van Talmignoul met haar graanvelden en
weiden en over de naast bijliggende dalen der Lesse-
streek.
Het rijtuig verliet de Maas en voerde ons over de
hoogvlakte naar het Lesse-dal met als einddoel Walzin.
Naar het Lesse-dal ging het naar beneden en moest
de koetsier op handige wijze met de rem werken om
geen ongeluk bij bochten of hellingen te krijgen. Door
prachtig zwaar geboomte leidde de weg op het eind
door een laan, een berceau van takken en bladeren zóó
dicht aat de zon er geen lichtstraaltje door kon wrin
gen. Maar daar precies naast lag ah tegenstelling een
breede weide te glanzen in het zonnelicht een lust om
te zien. De eigenaar van het kasteel Walzin, de heer
Brugmann, bezit in het park waartoe laan en weide
behooren, een allerheerlijkst stukje natuur.
Hoe weinig zal de trotsche graaf van der Marck,
hertog van Bouillon, gedacht hebben dat zjjn stichting,
het slot van Walzin, ooit in handen zou hebben kunnen
komen van menschen met zoo burgerlijken naam als
Brugmann.
Maar de heef Brugmann heeft het oude slot zoo
prachtig gerestaureerd en omgebouwd tot een heerlijk
modern kasteel, dat de hertog van Bouillon kon hij
het nog eens zien zeker met die verandering wel
vrede zou hebben.
Walzin ligt hoog op een kale rots in een diep dal
van de Lesse. Met een schuit, die langs een lijn wordt
voortgetrokken, bereikt men een weide aan de overzij
vanwaar men een prachtig gezicht op het kasteel heeft,
hoog staande op zijn verweerd voetstuk in welks
spleten en scheuren allerlei vogels hun veilige nesten
hebben gebouwd. E»n waterval in de nabijheid brengt
een schilderachtige afwisseling in deze streek va
groene bargeu, donkere boschlanen en sappige weiden.
Over Anseremme keerden we weer naar Dinant terug.
Een boottocht naar Ha9tière en een bezoek aan
Namen stonden als volgende punten op ons program.
Van deze wil ik rnjja lezers in mijn voorlaatsten
brief verslag doen.
M. VISSER.
(Wordt vervolgd.)
Marberg een poppenhuisje had gehuurd, dat als speel
goed onder hoogopgaand geboomte lag. Alleraardigst
sag het er uit met zijn rood dak, zijn vriendelijke
bloemen op het balcon en het groene gras dat
Mies omzoomde.
Een paai kinderen joelden luid schreeuwend ach
ter elkaar aan.
Olga bekeek alles een poosje
„Zeer net," dacht zij. „Maar hier blijven wij niet.
Dat is kleine stijl. Een man zooals hij behoort in
een andere omgeving.
Zij drukte op de" bel waaronder het spiegelgladde
naamplaatje, waarop Marberg stond. Een meisje met
verhitte wangen, een wit schort en, mutsje op, open
de do deur, nam het visitekaartje in ontvangst en
bracht de vreemde dame in huis.
De kamer waarin Olga vrij lang op de vrouw des
huizes wachtte, was een zoogenaamde tuinkamer,
slechts met bamboestoelen en matten wat opgesierd.
Een oude Japansche kroon hing aan den zolder, geel
mouseline hing er voor de ramen en een schaal fris-
sche bloemen stond er op de tafel. Daarnaast een
sleutelmandje met een morgenblad.
Ofschoon Olga met opzet een dag had gekozen,
waarop Marberg voor theaterzaken op reis moest,
deed het haar toch leed, dat hij haar niet naast
zijn vrouw kon zien.
Het hart klopte haar toch wat onrustig, maar zij
sprak zichzelf moed in. En daar ging de deur reeds
open en mevrouw Von Marberg verscheen. Olga was
verrast toen zij haar zag en tegelijk ontgoocheld.
Naar de schilderingen van den dichter en haar eigen
fantasie had zij zich mevrouw Von Marberg gedacht
zooals men zich een onbeduidende vrouw zoo gaarne
denkt: leelijk, oud, links en smaakloos. In plaats
daarvan"- stond daar een misschien wat te grove
vrouw met een frissche kleur in een eenvoudige
donkergroene japon, die Olga dadelijk als een maak
sel der eerste firma's herkende.
„Zij heeft zich voor mij mooi gemaakt," dacht
Oiga. „Voor tien minuten stond zij bepaald nog in
de keuken en schold en kijfde
Zij boog even en om haar lippen speelde een
vriendelijk lachje.
„Mevrouw, gaat u zitten," zeide mevrouw Von Mar
berg op een toon, die Olga licht deed schrikken- Het
lieve lachje verdween. Dat mensch keek zoo brutaal
uit die half dichtgeknepen oogen.
„Wai verschaft mij de eer van uw bezoek, me
vrouw?" vroeg mevromw Von Marberg, toen Olga
zich op den rand van den rooden crapeau had neer
gelaten. Zij zat tegenover haar bezoekster en zocht
een lorgnet tusschen de haken van haar japon te
voorschijn.
„U staat mij natuurlijk wel toe, ik zie zonder