wie Mr. M. W. F. TREUB. DE STfiIJD OM DEN MAN. Donderdag 15 September 1910. 54ste Jaargang No. 4578. zich met J October op dit blad abonneert, ontvangt de tot dien datum nog verschijnende num mers GRATIS. DE UITGEVERS. Plaatselijk Nieuws. HAË Alpien fiieiis- Aira Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, I Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVEBTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN een dag vroeger. Bureau SCKAGE^, Laan 4. Interc. Telephooe No. 2<>. Uitgevers i TRAPMAN Si Do. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Cent Dit nummer beetaat uit een blad maar in de steden heeft ongeveer de helft der arbei dende bevolking het kiesrecht niet. En dat is te be treuren. Een groot gedeelte van het volk, dal zelf zoo groot belang heeft bij de wetgeving, mist allen invloed op die wetgeving. En daarnaast vindt ge een deel der bevolking, die bewust ol onbewust zijn eigen belangen bedreigd ziet en een wet dus. waarbij anderer invloed grooter zal worden, niet anders zal beschouwen als een gevaar en het zal tegen houden, pok ala is die wet nog zoo noodig en gewenscht. Men zal zoodoende het conservatisme en de reactie verster ken en de democratie verslappen. Ret uitgangspunt dat men zich moet stellen is, dat de levensomstandigheden zooveel als mogelijk ge lijk moeten zijn en nu moet men "beginnen met die gelijkheid te geven als staatsburgers. Is er nu iets wil lekeurigere. onrechtvaardigere, minder verdedigbaars te bedenken dan de scheiduig van kiezer en met-kiezer van het heden. De tegenstanders van algemeen kies recht zeggen vaak: wilt ge zeggen dat al die arbeiders die nu het kiesrecht missen, op de hoogte zijn van al de vraagstukken der wetgeving'? Weineen. Maar wij zouden de wedervraag kunnen stellenmeent ge dat de welgestelde bevolking die nu kiest er van op de hoogte is'? Evenmin. Als alleen kiezer kon zijn die een zelfstandig oordeel heeft over elk vraagstuk dat in de wetgeiende vergadering aan de orde komt, dan konden er wel 90 p.Ct. der kiezers worden geschrapt en 50 p.Ct. der Kamerleden naar huis worden gestuurd. Wij beroepspolitici weten te goed hoeveel moeilijkheden en studi» t geeft om op de hoogte te komen van alle vraag stukken. En ik, zegt spr.. verklaar het zonder eenigen schroom, dat ik de helft der vraagstukken ook niet begrijp en nu mag ik gerust zeggen, dat ik niet het domste Kamerlid ben. Het komt dikwijls genoeg voor dat men in de Kamer moet afgaan op het oordeel van parlijgenooten, die een studie hebben gemaakt van het onderwerp, hoeveel te meer zal dat dan niet het geval zijn met de kiezers. Het eenige dat van den kiezer verlangt kan wor den is. dat hij inzicht heeft in het politieke leven, zoo veel dat hij voor zichzelf een keus kan doen, welke politieke partij de zijne zal zijn. In de practijk verlangt het kiesrecht niet meer van den kiezer. Want in de Vervolg. Velen uwer, zoo vervolgt spreker, hebben mis schien de opmerking gemaakt, dat wat ik heb ver teld niet uitsluitend het gevoelen is der Vrijzinnig- Democraten,, maar dat over die beginselen vrijwel de groote meerderheid van 't volk 't eens is. Indien die opmerking is gemaakt, dan zal ik de laatste zijn, die dit tegenspreekt. Integendeel, het overgroote deel der denkbeelden die ik heb ontwikkeld is min of meer gemeengoed geworden. Niet alleen gemeengoed hier in het land, maar over de heele beschaafde we reld. Maar, dat neemt niet weg met dit groote ver schil, dat niemand ontkent dat het deze richting uitgaat in de maatschappij, maar wel of het ge wenscht is of niet, de emancipatie van den, vierden stand, het meer gelijk recht geven niet alleen voor de wet, maar in de eigenlijke economische berechting van de arbeidende klasse. Maar al is men het er dan over eens, dat de stroom bestaat, dat die stroom erkent iedereen dat, er zijn zoo vete verschilpunten in "F',*1"-'.'cvc" zegt het te weten, wat het zegt, een dergelijke moe- het gedrag dat velen tegenover dien stroom innemen. ij e?fd do?n degenen die nu ontkiezerd zijn hls die nu der te bebben gehad. Zal men de vrouwen niet ont- \rijz.-Dem. zijn onder de politieke partijen in Neder- «pacht b er tusschen hen die het kies- wjkkeien die zijn aangewezen als de opvoedsters van land degenen, die het meest erkennen het best hoKK°" dien stroom, maar tevens de noodzakelijkheid versterking van den demoeratischen ii uvci eens, uat ue - bpr .noemt het voor hem krachtiger wordt en al d£ k,cze.r dc" vertegenwoordiger dat bij door een ontwikkelde :óo vele verschilpunten in an ^paalde politieke beginselen. Die keus kunnen even zegt bet te weten wat bet z( .-..,^4wfioed doen degenen me nu nnHciezerd 7iin me nu van meespreken moet hebben. Tot nog toe was het meespreken alleen aan de mannen, maar wij zien in heel do wereld een streven bij de vrouwen dat zegt, dat zij niet langer als onmondige kinderen willen be handeld worden. De wetgever beschouwt ons onge veer als minderjarigen, maar wij wenschen over onze belangen en onze rechten mee te spieken evenals de mannen. Niemand zal er aan denken het nut te ontken nen dat de vrouwen op versehillenderlei gebied het recht van meespreken hebben, zooals bijvoor beeld in het arbeidswetje, waarin verschillen de maatregelen de jeugd en de vrouwen be treffende zijn opgenomen. Iedereen, zelfs de felste tegenstanders der vrouwenbeweging, zullen 't hooge nut ervan inzien dat er voor de vrouwen beperkende bepalingen zijn voor fabrieksarbeid, zoolang er nog zoovele arbeidersgezinnen door zullen worden ver waarloosd. Het is niet noodig dat allen, als gevolg daarvan erkennen dat op dit oogenblik de sociale wet geving op den goeden weg is. Er zijn een aantal vrouwen die meenen, dat voor de mannen, dezelfde regelen moeten gelden als voor de vrouwen, met enkele uitzonderingen voor zwangerschap enz. Die vrouwen willen dat de sociale zorg voor de vrouwen zich niet verder uitstrekt dan voor de mannen en dat, als aan de vrouw is verboden langer in de fabriek te werken dan elf uur per dag, dit ook moet gelden voor den man. Als wij de vrouwenbeweging bespreken, denken wij allereerst aan het wetsontwerp dat is ingediend en waarbij de vrijheid beperkt wordt der gehuwde vrouw om ambtenaar te zijn. Ik geloof wel, zegt spr., dat heel de vrijzinnige fractie met een heel enkele uit zondering met alle macht deze wet zal bestrijden. Als er éen reactionnair ontwerp is, dan is het wel dit. Het gevolg zal zijn als de man ziek is, of als hij gezond is en het huwelijk kinderloos, dat de vrouw dan geen betrekking als ambtenaar zal mo gen bekleeden. Het belang brengt mee, dat de ge huwde vrouw zich alleen bezig houdt met haar huis houding, wordt beweerd. Men zal voelen hoe verder felijk het is, als dergelijke ideeën als deze algemeen werden, Spr .noemt het voor hem een zeer groot geluk, moeder is opgevoed en lang der geheele maatschappij, van don geheelen vooruit gang. Vandaar dat wij 't recht hebben tot ons te roepen al degenen, die Iegelijk Vrijzinnig en Democratisch zijn. staatsbeleid belang hebben. Maar niet een gelijk wegen zoolang zij ongehuwd is, dan zal zij onder- =<a'F'. j degenen die het kiesrecht niet hebben, of zij' Wjjzeres mogen zijn, of welke betrekking ook beklee- c o j... i i"k Anti-Rev. of Sociaal-Democraat ol den maar trouwt zij, danmoetdatuitzijn.de domper Niet gelijk de Soc.-Dem. die heil zien in den klassen- Y 1 °i1 hc,bbcn éen economisch belang en dat ismoet er 0Pj zij zal zicb met uiets meer bem0eien. strijd, of de re\clutionnairen van aanleg, maar wij er- dat \n de wetgeving de hulp der misdeelden krachtig ter j Een man> die in de maatSchappij alles doet zich kennen dat door hervorming verbetermg in de maat- na"d wordt genomen #i voortgezet met alIes bemoeitj die verwaarloost toch zeker zijn schappelijke .oeslande» ka», worden pcbracM.J* iSX.SS'ê ÏÏÏS2. <=ïï"n.!FU* W elnu, om nader te onderzoeken, om het beste na j "mdal met de uitvoering van dit te gaan, of iemand is werkelijk Democratisch gezind of sc, wetgeving versterkt. Algemeen kiesrecht is de 0 V inptcclppil I* H OmAOrotl n nnnrn-mml^kv.rs niet moeten wij niet alleen letten op het standpunt dat hjj inneemt tegenover verschillende vraagstukken. Misschien juist hierom niet, omdat men algemeene denkbeelden hebben kan, waarvan de uitvoering zoo moeilijk en ingewikkeld kan zijn, dat men niet kan verlangen dat men daarover een gevestigde opinie heeft. In den tegenwoordigen tijd komt het voor Democraat- zijn, practisch neer op het antwoord, dat men geeft op de vraag: hoe denkt ge over het kiesrecht. Dat is het eenige punt, waarvolgens men hen kan classifi- toetssteen voor democratie of conservatisme. Wij als democraten willen in de le plaats algemeen kiesrecht, niet omdat men er alles mee bereikt, maar omdat de uitvoering der beginselen het democratische streven in de wetgeving wordt versterkt. Hetzelfde wat geldt voor het mannenkiesrecht, geldt ook voor het vrouwenkiesrecht. Dat is later opgekomen dan het algemeen kiesrecht. Maar dezelfde argumenten die pleiten voor algemeen kiesrecht doen dat ook voor vrouwenkiesrecht. Ock hier zal, als men vraagt aan ceeren. Niet omdat ik meen, dat door het algemeen - kiesrecht, alle maatschappelijke vraagstukken zijn op- I de vrouwen of daardoor alle vraagstukken zullen wor- ™»Wi \v;0 Hat m!u,( /„„oim, den opgelost, er geen ja op geantwoord kunnen worden. gelost. Wie dat denkt moet tegelijk zijn, naïef en blind, de ervaring toch in andere landen leert dat wel anders. Maar dat is hier ook de vraag niet. De vraag is of Toch is de kiesrechtvraag DE toetssteen. Een groot ge- de vrouw *ve? a's deK.man b' Nederland in staat welijke bevolking mist den kiesrecht en juist dat ge deelte der mannelijke bevolking, hetwelk 't meeste belang en behoefte heeft aan sociale wetgeving. Die staan bui ten de inmenging over de verbetering hunner maat schappelijke positie, omdat zij het kiesrecht missen. Op het platteland is het kiesrecht het meest uitgebreid, Feuilleton. ROMAN van CARRY BRACHVOGKL. de vrouw even gped invloed op de wetgeving noodig en op de maatschappelijke positie van alle klassen, als de man. Dat is een waarheid die we niet behoe ven te herhalen. Spr. noemt voorbeelden die er dui delijk op wijzen, dat de vrouw even goed het recht voorbeeld geeft, ook buiten de gewone sleur zich beweegt, zichzelf wil opvoeden, ook buiten haar huis houding kijkt, die zou wel haar kinderen en plich ten verwaarloozen? Er zijn er onder de femininisten die laag neerzien op die vrouwen die in haar huis houding geheele bevrediging vinden. Dat is jammer dat men op deze laag neerkijkt, maar in elke sociale beweging zoowel bij vrouwen als mannen heeft men van die excessen, die de zaak bederven. Men moet wel begrijpen dat deze twee dingen heel goed kun nen samengaan. De gehuwde vrouw kan haar plich ten in huis vervullen en evenals de mannen de op voeding der kinderen dienen, zonder dat men zich buiten de maatschappij behoeft te houden. Waarom zouden wij mannen dat alleen kunnen, ons bemoeien met onze drukke zaken in de maatschappij en nog oog hebben voor onze kinderen en hun belangen en waarom zou de vrouw dat niet kunnen? Zijn de vrouwen dan zoo onmondig, niet in staat om over de zaken door te denken als wij? Wij mogen over de handelingen van enkele vurige suffragettes in Engeland de schouders eens ophalen, eens zuur kij ken, maar dergelijke uitspattingen doen geen kwaad. Ingezien wordt na de eerste opwelling, dat aan deze daden ten grondslag ligt eeu diepere gedachte en dat ook zij willen meewerken al is het dau op een overdreven wijze, aan de hooge belangen der vrouw, van de vrouw, die meer nog dan de man invloed zal kunnen uitoefenen op de opvoeding der kinderen, wier invloed dus krachtig- zal meewerken tot opbouw der maatschappij. (Applaus.) F' Trekken we een conclusie uit al datgene wat is gezegd, dan kan het deze korte zijn, dat naast kies recht, naast verschillende sociale wetten die noodig zijn om de tegenwoordige maatschappij hooger te ontwikkelen, gelet moet worden op de wijze hoe ver schillende politieke partijen de financiën willen krij gen en de gelden willen uitgeven. Op economisch gebied staan de linker- en de rech terzijde in dit opzicht zeer scherp tegenover elkaar. Waar de rechterzijde op den voorgrond stelt dat de groote uitgaven die noodig zijn, moeten worden ver kregen uit de verhooging der tarieven, doet de lin kerzijde dat niet. Wij wenschen daaraan niet mee te doen. Wij willen niet zeggen, dat, als men voor een bepaalde Industrie bescherming vroeg, dat dit steeds moest worden afgewezen, men zou ons bereid vinden dat te bestudeeren, om zoodoende elkaar te verstaan. Het Nederlandsche beschermingsstelsel is evenwel een groot woord, dat alleen in zich heeft dat een groot aantal die 't geld kunnen missen, aan de schatkist te weinig betalen, en de armen veel te veel. Het tarief komt hierop neer, dat men niet al leen de weeldeartikelen wil belasten, dat zou niets opbrengen, maar dat men belasting zou leggen op de eerste levensbehoeften en die dus nog duurder zou maken dan zij nu reeds zijn. Lijnrecht staan wij hier tegenover. Wij willen sociale hervormin gen, maar willen niet dat die zullen worden betaald door hen die het niet kunnen missen, maar door hen die het wel kunnen betalen. Wij willen ver scherping der successierechten, met progressie, een werkelijke inkomstenbelasting met progressie. Het zit hem juist in de wijze waarop het geld zal worden binnengebracht, waarop men de conser vatieven van de democraten kan onderkennen. In dit opzicht kan men de conservatieven ook kennen aan de wijze waarop ze het geld uitgeven en spr. wijst op het eenige wetje van beteekenis door dit ministerie ingediend en dat 40 millioen gulden vraagt voor onze kustverdediging. In de le plaats is het algemeen bekend, dat de deskundigen het nooit eens zijn over de wijze onzer kustverdediging en wat de een goed besteed meent, acht een ander weggegooid geld en zoolang de heeren het daar niet over eens zijn, noemen wij leeken het allemaal weggegooid geld. En waar er millioenen noodig zijn alleen maar voor de uitvoering van het sociale program der meerder heid zelf, en daarvoor steeds geen geld is te vinden, gaat't toch niet aan 40 millioen te geven voor de kust verdediging, terwijl men nog niet eens weet of het geld wel goed besteed zal worden. Het gevolg dezer kustverdediging zal zijn, dat meerdere militaire uit gaven zullen volgen. Wij zien het telkens als rechts de meerderheid heeft, wordt de hoogste zorg besteed aan leger en vloot, daar hebben de heeren altijd geld voor. En waar men bij sociale wetten kijkt op ton nen, gooit men voor leger en vloot millioenen over den balk. Ik, zegt spr., ben niet iemand, die zal zeggen: geen man en geen cent, wij moeten pogen om zoo veel wij kunnen, onze nationale zelfstandigheid te verdedigen, en ik geloof, dat, als het er op aan komt, 9/10 van ons volk zoo denkt, maar waar zooveel millioenen worden besteed, mag als minste eisch toch wel worden gesteld, dat men tenminste onderzoekt of het geld wel goed zal worden besteed, weet men dat niet, besteedt het geld zoolang aan sociale hervormingen. Oefent men critiek uit op de uitgaven voor leger en vloot, dan wordt men van den kant der conser vatieven uitgemaakt voor iemand zonder vaderlands liefde. Laat ik dit zeggen: ik ben er voor te vinden, dat Nederland maatregelen neemt voor zijn verweer middelen, ook die geld kosten, maar geeft dan de 12 HOOFDSTUK 19. Een boerenbal. De groote zaal van de Schwabinger brouwerij was als voor een landelijk feest versierd met kleurige guirlandes, dennentakken en bonte doeken. In het midden staat een Meiboom, waar omheen zich hon derden paren draaien op de schetterende klanken dei- blaasinstrumenten. Allen zonder uitzondering zijn als boeren en boerinnen gekleed. Alle landen, alle rassen, schijnen vertegenwoordigd en zoo natuurgetrouw jrijn alle costuums gevolgd. Niemand, ook de dames niet willen hier mooi zijn, maar ieder wil echt zijn, ieder wil zoo mogelijk voor een echten boer doorgaan. Zich boerseh gedragen, dat is het programma en het ver- inaak voor dezen nacht. Allen wilden vergeten, dat zij stadsmensehen waren, met hun behoeften en gewoon ten, allen wilden echte boeren zijn. Zijn. niet bloot spelen. Zij vonden allerlei boereehe woorden uit. Dc «en verfde zich een blauw oogl, de ander weer wat anders. Fenals op een echte boerenkermis de jongelui bij vedel en trom rondom den Meiboom draaien en hoe rn £.het wordt de feestvreugde hooger stijgt en luid- luchtiger wordt zoo werd het ook hier steeds joliger, net was dolle vreugd in het leven, met al zijn eenvou- "laar sterk genot genot en vreugde die juicht en springt en lacht en kust, als was er geen morgenrood dood °P de wereld. ilde danste sinds zij gekomen was slechts met Ros- d Zij zagen er heiden zeer aardig uit. Hij in in i r'en broek met gespen uit zijn geboorteplaats, zij mik ernslik«' zwarte Zo,.dag,dracht der Salzburgerui, Jr bet wijde zijden schort en op de haren den breed kkira !den vilten 'hoed. le iJ v'clen niet bijzonder op, want het gewoel was len®,en een elk te veel met zich en zijn te vervul- Wern bezig. Wanneer de een of ander hen nakeek, et vriendelijk geknikt of in de handen geklapt. ten teeken dat zij bevielen. Tilde was gelukkig, zooals zij sedert lang niet was geweest. Zeker die geheime theeuurtjes, waarin zij zoo "eheel aan elkaar toebehoorden,, waren wondermooi geweest. Maar wondermooi was het oo-k met den ge liefden man hier rond te draaien, of in een groen hoekje hand in hand met hem te zitten, over allerlei zoete nietigheden te praten en de verliefden uit te hangen. De vreugdetonen van haar hart klonken hoog op niet de vreugde die overal was. Ook Olga was zeer tevreden. Op haar frisch geverfd blonde haar spande zich het groote gouden rad eener Schwabisehe boerinnenmuts en dat stond haar zoo goed, i dat zij opzien verwekte. Zij ging van arm tot arm, hoorde vereeringen en ontving allerlei huldebetuigin- j gen in den vorm van pepernoten en koekjes. Een jonge student, die hier een ouden boer voorstelde, zeide tot haarWat een meid ben jij, jezoudt mij ouden rekel nog trouwlustig maken, en een dokter, die trots zijn jeugd reeds een goede practijk had, fluisterde: ..Boeiin, ge moet niet op mijn spreekuren komen, andere ver geet ik alle andere patiënten." Olga was eenvoudig betooverd. Om Thilde bekommerde zij zich in 4 geheel met meer. Slechts als de zuster eenmaal met Roshauer op haar'toekwam, zette zij zich in postuur om haar toe- koiasligen zwager (zoo noemde zij- Roshauer in haar gedachten) eens goed op te nemen. Roshauer vroeg haar direct ten dans en zeide haar dat zij mooi was, ofschoon hij haar schoonheid niet naar zijn smaak vond. Ook de Hoogduitsche Prins was er en had een blouse van wit linnen aan met zwarten kniebroek en helroode kousen en een groenen hoed en zorgvuldig gescheiden haren. Hij zag er fijn uit, als een prins en toch was hij begeesterd voor dit boerenbal. Maar de spraak kon hij maar niet te pakken krijgen en het wezen van het feest bleef hem vreemd. .Het is eenvoudig" verrukkelijk,zeide hij tot Ros- hauer „Dit Munchen is in zulke zaken eenig, wer kelijk eenig. Meent u dat ook niet?" Loop naar den duivel, wie zegt er vandaag nog u riei) Roshauer, die volkomen in zija rol was. 'lie prins klapte in de handen, verrukt over het dialect van zijn vriend en hij probeerde met alle moeite het na te zeggen, wat hem natuurlijk niet lukte Maar jij en jou zeide hij nu tegen iedereen er hij straalde als hij er gelegenheid toe had. Dansen deed Zijne Hoogheid heel slecht. Hij ge neerde zicp ook om zijn danseres naar boerenaard op te tillen en een slag rond te zwaaien. Toen hij evenwel zijn vrees wat had overwonnen en het had klaar gespeeld, kwam hij zichzelf als een echten hoer voor. Nu werd hij zeer vroolijk, amuseerde zich dol en anderen bovendien door zijn vergeefsche po gingen om boerseh te spreken. Een mallen flater maakte hij toen hij Roshauer verzocht hem aan een dame voor te stellen en sprak van mevrouw de gravin Glga, met wie de prins eveneens had kennis ge maakt, danste gaarne met hem en was niet weinig trotsch erop, ofschoon het geen kleinigheid was, dit menschelijke tobbe'paard door het gedrang heen in het rechte spoor te houden Maar zij wist dat hij een hoogheid was en zijn blauwe oogen lachten haar zoo zalig toe, dat zij hem heel vriendelijk aankeek en dacht: „och arme ziel, jij ook al." Vroolijk lachend stonden de zusters bij elkaar. Alle twist en verschil scheen vergeten; het kwam haar plotseling voor, alsof zij elkaar lief hadden en elkaar bewonderden. Tilde vroeg: „is 't niet heerlijk hier?" „Verrukkelijk, eenvoudig hemelsch. Nooit had ik gedacht, dat een boerenbal zoo amusant kon zijn. En zeg, die Roshauer bevalt mij best." Tilde knikte en keek den schilder n,a, die door het gewoel heendrong om een Finlandsche boerin ten dans te vragen, wier schilderachtig costuum hem reeds lang was opgevallen. Nu werd hem de', weg versperd door een boerenpaar uit Nederland, dat langzaam en zeer gewichtig voorwaarts schreed. Hij draaide het hoofd om en keek hen na en merkte eerst in 't geheel niet, dat hem van achter iemand zacht aan den arm trok. Tilde echter bemerkte het. Haar oogen werden grooter, toen zij herkende wie daar naast Roshauer stond. Zij pakte haar zuster bij den arm: „Olga! kijk eens, is zij het?" „Wie?" „De kleine Spaansche daar met die die met Roshauer sprak. Dat is toclr mevrouw Cholevius?" „Cholevius Cholevius waar heb ik dien naam meer gehoord?" „Olga, dat is die Cholevius uit Jena dat ver schrikkelijke mensch, die met Benedict ..Is die lietDis moet ik eens heel nauwkeurig bekijken. Die ken ik nog heelemaal niet." Met een hard en koud gezicht, waarvan elke vreug de verdwenen was, keek Tilde naar Roshauer en Marie Cholevius. Zij kon niet hooren dat zij met el kaar spraken, maar zij bemerkte uit Roshauer's be vangen lachen, dat de vrouw hem iets vleiends zeide. Zij droeg een soort Carolus costuum en zij zag er uit om te stelen. Met haar vreemde oogen keek zij tot den grooten man voor haar op. „Het is niet aardig van je, dat je mij vandaag niet kent. In Scheveniugen hebt ge mij toch wel herkend. Weet je niet meer, hoe wij daar aan het strand hebben gewandeld." „Wel alle duivels jij! Ja kind hoe kom je zoo hier?" Zij trok haar sjaal nog wat vaster om de schou ders, lachte eveu en liet voor een seconde haar oogleden over de pupillen zakken en opende daarna weer snel de oogen. Haar stem klonk als een zacht lokken. „Vanwaar ik kom? Domme jongen, vraag liever, waarom ik hier kom." Hij keek haar aan. Mooi was deze vrouw, mooi, vurig, vol geheime gedachten, die hij slechts kon raden. Zonder een woord te zeggen, nam hij haar in zijn armen en danste met haar rond. De Finlandsche die hij had willen vragen, stond een paar schreden van hen verwijderd, maar hij zag haar niet eens. Met een kleine siddering, als een vogeltje, dat doornat van den regen, eindelijk in het warme nest vliegt, zoo vlijde Marie Cholevius zich tegeu Ros hauer's borst. Door het boerenhemd voelde zij zijn sterke hartslagen, de hand, die de hare vasthield was heet en hard, de hand van een krachtig man, in wier bescherming haar half verwoeste zenuwen sidderden van genot Eenmaal trok zij onder het dansen zijn linkerhand zacht tot zich en drukte die om haar hals. Hij was zeer verbaasd. „Wat scheelt je?" Zij liet de hand los en lachte. „Niets zoo maar. Zij drong zich nog vaster tegen hem aan. „Loop heen babbel geen onzin," „Meen je?" De dans was ten einde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 1