wie
Mr. M. W. F. TREUB.
DE STfiIJD OM DEN MAN.
Donderdag 15 September 1910.
54ste Jaargang No. 4578.
zich met J October op dit blad
abonneert, ontvangt de tot dien
datum nog verschijnende num
mers
GRATIS.
DE UITGEVERS.
Plaatselijk Nieuws.
HAË
Alpien fiieiis-
Aira
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, I
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9
ure worden ADVEBTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN een dag vroeger.
Bureau SCKAGE^, Laan 4.
Interc. Telephooe No. 2<>.
Uitgevers i TRAPMAN Si Do.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25: iedere regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Cent
Dit nummer beetaat uit een blad
maar in de steden heeft ongeveer de helft der arbei
dende bevolking het kiesrecht niet. En dat is te be
treuren. Een groot gedeelte van het volk, dal
zelf zoo groot belang heeft bij de wetgeving,
mist allen invloed op die wetgeving. En daarnaast vindt
ge een deel der bevolking, die bewust ol onbewust zijn
eigen belangen bedreigd ziet en een wet dus. waarbij
anderer invloed grooter zal worden, niet anders zal
beschouwen als een gevaar en het zal tegen houden,
pok ala is die wet nog zoo noodig en gewenscht. Men
zal zoodoende het conservatisme en de reactie verster
ken en de democratie verslappen.
Ret uitgangspunt dat men zich moet stellen is, dat
de levensomstandigheden zooveel als mogelijk ge
lijk moeten zijn en nu moet men "beginnen met die
gelijkheid te geven als staatsburgers. Is er nu iets wil
lekeurigere. onrechtvaardigere, minder verdedigbaars te
bedenken dan de scheiduig van kiezer en met-kiezer
van het heden. De tegenstanders van algemeen kies
recht zeggen vaak: wilt ge zeggen dat al die arbeiders
die nu het kiesrecht missen, op de hoogte zijn van al
de vraagstukken der wetgeving'? Weineen. Maar wij
zouden de wedervraag kunnen stellenmeent ge dat
de welgestelde bevolking die nu kiest er van op de
hoogte is'? Evenmin. Als alleen kiezer kon zijn die een
zelfstandig oordeel heeft over elk vraagstuk dat in de
wetgeiende vergadering aan de orde komt, dan konden
er wel 90 p.Ct. der kiezers worden geschrapt en 50
p.Ct. der Kamerleden naar huis worden gestuurd. Wij
beroepspolitici weten te goed hoeveel moeilijkheden en
studi» t geeft om op de hoogte te komen van alle vraag
stukken. En ik, zegt spr.. verklaar het zonder eenigen
schroom, dat ik de helft der vraagstukken ook niet
begrijp en nu mag ik gerust zeggen, dat ik niet het
domste Kamerlid ben. Het komt dikwijls genoeg voor
dat men in de Kamer moet afgaan op het oordeel
van parlijgenooten, die een studie hebben gemaakt van
het onderwerp, hoeveel te meer zal dat dan niet het
geval zijn met de kiezers.
Het eenige dat van den kiezer verlangt kan wor
den is. dat hij inzicht heeft in het politieke leven, zoo
veel dat hij voor zichzelf een keus kan doen, welke
politieke partij de zijne zal zijn. In de practijk verlangt
het kiesrecht niet meer van den kiezer. Want in de
Vervolg.
Velen uwer, zoo vervolgt spreker, hebben mis
schien de opmerking gemaakt, dat wat ik heb ver
teld niet uitsluitend het gevoelen is der Vrijzinnig-
Democraten,, maar dat over die beginselen vrijwel
de groote meerderheid van 't volk 't eens is. Indien
die opmerking is gemaakt, dan zal ik de laatste zijn,
die dit tegenspreekt. Integendeel, het overgroote deel
der denkbeelden die ik heb ontwikkeld is min of
meer gemeengoed geworden. Niet alleen gemeengoed
hier in het land, maar over de heele beschaafde we
reld. Maar, dat neemt niet weg met dit groote ver
schil, dat niemand ontkent dat het deze richting
uitgaat in de maatschappij, maar wel of het ge
wenscht is of niet, de emancipatie van den, vierden
stand, het meer gelijk recht geven niet alleen voor
de wet, maar in de eigenlijke economische berechting
van de arbeidende klasse.
Maar al is men het er dan over eens, dat de
stroom bestaat, dat die stroom
erkent iedereen dat, er zijn zoo vete verschilpunten in "F',*1"-'.'cvc" zegt het te weten, wat het zegt, een dergelijke moe-
het gedrag dat velen tegenover dien stroom innemen. ij e?fd do?n degenen die nu ontkiezerd zijn hls die nu der te bebben gehad. Zal men de vrouwen niet ont-
\rijz.-Dem. zijn onder de politieke partijen in Neder- «pacht b er tusschen hen die het kies- wjkkeien die zijn aangewezen als de opvoedsters van
land degenen, die het meest erkennen het best hoKK°"
dien stroom, maar tevens de noodzakelijkheid
versterking van den demoeratischen
ii uvci eens, uat ue - bpr .noemt het voor hem
krachtiger wordt en al d£ k,cze.r dc" vertegenwoordiger dat bij door een ontwikkelde
:óo vele verschilpunten in an ^paalde politieke beginselen. Die keus kunnen even zegt bet te weten wat bet z(
.-..,^4wfioed doen degenen me nu nnHciezerd 7iin me nu
van meespreken moet hebben. Tot nog toe was het
meespreken alleen aan de mannen, maar wij zien in
heel do wereld een streven bij de vrouwen dat zegt,
dat zij niet langer als onmondige kinderen willen be
handeld worden. De wetgever beschouwt ons onge
veer als minderjarigen, maar wij wenschen over onze
belangen en onze rechten mee te spieken evenals de
mannen.
Niemand zal er aan denken het nut te ontken
nen dat de vrouwen op versehillenderlei gebied het
recht van meespreken hebben, zooals bijvoor
beeld in het arbeidswetje, waarin verschillen
de maatregelen de jeugd en de vrouwen be
treffende zijn opgenomen. Iedereen, zelfs de felste
tegenstanders der vrouwenbeweging, zullen 't hooge
nut ervan inzien dat er voor de vrouwen beperkende
bepalingen zijn voor fabrieksarbeid, zoolang er nog
zoovele arbeidersgezinnen door zullen worden ver
waarloosd. Het is niet noodig dat allen, als gevolg
daarvan erkennen dat op dit oogenblik de sociale wet
geving op den goeden weg is. Er zijn een aantal
vrouwen die meenen, dat voor de mannen, dezelfde
regelen moeten gelden als voor de vrouwen, met
enkele uitzonderingen voor zwangerschap enz. Die
vrouwen willen dat de sociale zorg voor de vrouwen
zich niet verder uitstrekt dan voor de mannen en
dat, als aan de vrouw is verboden langer in de fabriek
te werken dan elf uur per dag, dit ook moet gelden
voor den man.
Als wij de vrouwenbeweging bespreken, denken wij
allereerst aan het wetsontwerp dat is ingediend en
waarbij de vrijheid beperkt wordt der gehuwde vrouw
om ambtenaar te zijn. Ik geloof wel, zegt spr., dat
heel de vrijzinnige fractie met een heel enkele uit
zondering met alle macht deze wet zal bestrijden.
Als er éen reactionnair ontwerp is, dan is het wel
dit. Het gevolg zal zijn als de man ziek is, of als
hij gezond is en het huwelijk kinderloos, dat de
vrouw dan geen betrekking als ambtenaar zal mo
gen bekleeden. Het belang brengt mee, dat de ge
huwde vrouw zich alleen bezig houdt met haar huis
houding, wordt beweerd. Men zal voelen hoe verder
felijk het is, als dergelijke ideeën als deze algemeen
werden,
Spr .noemt het voor hem een zeer groot geluk,
moeder is opgevoed en
lang der geheele maatschappij, van don geheelen vooruit
gang. Vandaar dat wij 't recht hebben tot ons te roepen
al degenen, die Iegelijk Vrijzinnig en Democratisch zijn.
staatsbeleid belang hebben. Maar niet een gelijk wegen zoolang zij ongehuwd is, dan zal zij onder-
=<a'F'. j degenen die het kiesrecht niet hebben, of zij' Wjjzeres mogen zijn, of welke betrekking ook beklee-
c o j... i i"k Anti-Rev. of Sociaal-Democraat ol den maar trouwt zij, danmoetdatuitzijn.de domper
Niet gelijk de Soc.-Dem. die heil zien in den klassen- Y 1 °i1 hc,bbcn éen economisch belang en dat ismoet er 0Pj zij zal zicb met uiets meer bem0eien.
strijd, of de re\clutionnairen van aanleg, maar wij er- dat \n de wetgeving de hulp der misdeelden krachtig ter j Een man> die in de maatSchappij alles doet zich
kennen dat door hervorming verbetermg in de maat- na"d wordt genomen #i voortgezet met alIes bemoeitj die verwaarloost toch zeker zijn
schappelijke .oeslande» ka», worden pcbracM.J* iSX.SS'ê ÏÏÏS2. <=ïï"n.!FU*
W elnu, om nader te onderzoeken, om het beste na j "mdal met de uitvoering van dit
te gaan, of iemand is werkelijk Democratisch gezind of sc, wetgeving versterkt. Algemeen kiesrecht is de
0 V inptcclppil I* H OmAOrotl n nnnrn-mml^kv.rs
niet moeten wij niet alleen letten op het standpunt
dat hjj inneemt tegenover verschillende vraagstukken.
Misschien juist hierom niet, omdat men algemeene
denkbeelden hebben kan, waarvan de uitvoering zoo
moeilijk en ingewikkeld kan zijn, dat men niet kan
verlangen dat men daarover een gevestigde opinie heeft.
In den tegenwoordigen tijd komt het voor Democraat-
zijn, practisch neer op het antwoord, dat men geeft
op de vraag: hoe denkt ge over het kiesrecht. Dat is
het eenige punt, waarvolgens men hen kan classifi-
toetssteen voor democratie of conservatisme.
Wij als democraten willen in de le plaats algemeen
kiesrecht, niet omdat men er alles mee bereikt, maar
omdat de uitvoering der beginselen het democratische
streven in de wetgeving wordt versterkt.
Hetzelfde wat geldt voor het mannenkiesrecht, geldt
ook voor het vrouwenkiesrecht. Dat is later opgekomen
dan het algemeen kiesrecht. Maar dezelfde argumenten
die pleiten voor algemeen kiesrecht doen dat ook voor
vrouwenkiesrecht. Ock hier zal, als men vraagt aan
ceeren. Niet omdat ik meen, dat door het algemeen -
kiesrecht, alle maatschappelijke vraagstukken zijn op- I de vrouwen of daardoor alle vraagstukken zullen wor-
™»Wi \v;0 Hat m!u,( /„„oim, den opgelost, er geen ja op geantwoord kunnen worden.
gelost. Wie dat denkt moet tegelijk zijn, naïef en blind,
de ervaring toch in andere landen leert dat wel anders.
Maar dat is hier ook de vraag niet. De vraag is of
Toch is de kiesrechtvraag DE toetssteen. Een groot ge- de vrouw *ve? a's deK.man b' Nederland in staat
welijke bevolking mist den kiesrecht en juist dat ge
deelte der mannelijke bevolking, hetwelk 't meeste belang
en behoefte heeft aan sociale wetgeving. Die staan bui
ten de inmenging over de verbetering hunner maat
schappelijke positie, omdat zij het kiesrecht missen.
Op het platteland is het kiesrecht het meest uitgebreid,
Feuilleton.
ROMAN
van
CARRY BRACHVOGKL.
de vrouw even gped invloed op de wetgeving noodig
en op de maatschappelijke positie van alle klassen,
als de man. Dat is een waarheid die we niet behoe
ven te herhalen. Spr. noemt voorbeelden die er dui
delijk op wijzen, dat de vrouw even goed het recht
voorbeeld geeft, ook buiten de gewone sleur zich
beweegt, zichzelf wil opvoeden, ook buiten haar huis
houding kijkt, die zou wel haar kinderen en plich
ten verwaarloozen? Er zijn er onder de femininisten
die laag neerzien op die vrouwen die in haar huis
houding geheele bevrediging vinden. Dat is jammer
dat men op deze laag neerkijkt, maar in elke sociale
beweging zoowel bij vrouwen als mannen heeft men
van die excessen, die de zaak bederven. Men moet
wel begrijpen dat deze twee dingen heel goed kun
nen samengaan. De gehuwde vrouw kan haar plich
ten in huis vervullen en evenals de mannen de op
voeding der kinderen dienen, zonder dat men zich
buiten de maatschappij behoeft te houden. Waarom
zouden wij mannen dat alleen kunnen, ons bemoeien
met onze drukke zaken in de maatschappij en nog
oog hebben voor onze kinderen en hun belangen en
waarom zou de vrouw dat niet kunnen? Zijn de
vrouwen dan zoo onmondig, niet in staat om over
de zaken door te denken als wij? Wij mogen over
de handelingen van enkele vurige suffragettes in
Engeland de schouders eens ophalen, eens zuur kij
ken, maar dergelijke uitspattingen doen geen kwaad.
Ingezien wordt na de eerste opwelling, dat aan deze
daden ten grondslag ligt eeu diepere gedachte en
dat ook zij willen meewerken al is het dau op een
overdreven wijze, aan de hooge belangen der vrouw,
van de vrouw, die meer nog dan de man invloed
zal kunnen uitoefenen op de opvoeding der kinderen,
wier invloed dus krachtig- zal meewerken tot opbouw
der maatschappij. (Applaus.)
F'
Trekken we een conclusie uit al datgene wat is
gezegd, dan kan het deze korte zijn, dat naast kies
recht, naast verschillende sociale wetten die noodig
zijn om de tegenwoordige maatschappij hooger te
ontwikkelen, gelet moet worden op de wijze hoe ver
schillende politieke partijen de financiën willen krij
gen en de gelden willen uitgeven.
Op economisch gebied staan de linker- en de rech
terzijde in dit opzicht zeer scherp tegenover elkaar.
Waar de rechterzijde op den voorgrond stelt dat de
groote uitgaven die noodig zijn, moeten worden ver
kregen uit de verhooging der tarieven, doet de lin
kerzijde dat niet. Wij wenschen daaraan niet mee
te doen. Wij willen niet zeggen, dat, als men voor
een bepaalde Industrie bescherming vroeg, dat dit
steeds moest worden afgewezen, men zou ons bereid
vinden dat te bestudeeren, om zoodoende elkaar te
verstaan. Het Nederlandsche beschermingsstelsel is
evenwel een groot woord, dat alleen in zich heeft
dat een groot aantal die 't geld kunnen missen, aan
de schatkist te weinig betalen, en de armen veel te
veel. Het tarief komt hierop neer, dat men niet al
leen de weeldeartikelen wil belasten, dat zou niets
opbrengen, maar dat men belasting zou leggen op
de eerste levensbehoeften en die dus nog duurder
zou maken dan zij nu reeds zijn. Lijnrecht staan
wij hier tegenover. Wij willen sociale hervormin
gen, maar willen niet dat die zullen worden betaald
door hen die het niet kunnen missen, maar door
hen die het wel kunnen betalen. Wij willen ver
scherping der successierechten, met progressie, een
werkelijke inkomstenbelasting met progressie.
Het zit hem juist in de wijze waarop het geld
zal worden binnengebracht, waarop men de conser
vatieven van de democraten kan onderkennen. In
dit opzicht kan men de conservatieven ook kennen
aan de wijze waarop ze het geld uitgeven en spr.
wijst op het eenige wetje van beteekenis door dit
ministerie ingediend en dat 40 millioen gulden vraagt
voor onze kustverdediging. In de le plaats is het
algemeen bekend, dat de deskundigen het nooit eens
zijn over de wijze onzer kustverdediging en wat de
een goed besteed meent, acht een ander weggegooid
geld en zoolang de heeren het daar niet over eens
zijn, noemen wij leeken het allemaal weggegooid
geld.
En waar er millioenen noodig zijn alleen maar voor
de uitvoering van het sociale program der meerder
heid zelf, en daarvoor steeds geen geld is te vinden,
gaat't toch niet aan 40 millioen te geven voor de kust
verdediging, terwijl men nog niet eens weet of het
geld wel goed besteed zal worden. Het gevolg dezer
kustverdediging zal zijn, dat meerdere militaire uit
gaven zullen volgen. Wij zien het telkens als rechts
de meerderheid heeft, wordt de hoogste zorg besteed
aan leger en vloot, daar hebben de heeren altijd geld
voor. En waar men bij sociale wetten kijkt op ton
nen, gooit men voor leger en vloot millioenen over
den balk.
Ik, zegt spr., ben niet iemand, die zal zeggen:
geen man en geen cent, wij moeten pogen om zoo
veel wij kunnen, onze nationale zelfstandigheid te
verdedigen, en ik geloof, dat, als het er op aan
komt, 9/10 van ons volk zoo denkt, maar waar
zooveel millioenen worden besteed, mag als minste
eisch toch wel worden gesteld, dat men tenminste
onderzoekt of het geld wel goed zal worden besteed,
weet men dat niet, besteedt het geld zoolang aan
sociale hervormingen.
Oefent men critiek uit op de uitgaven voor leger
en vloot, dan wordt men van den kant der conser
vatieven uitgemaakt voor iemand zonder vaderlands
liefde. Laat ik dit zeggen: ik ben er voor te vinden,
dat Nederland maatregelen neemt voor zijn verweer
middelen, ook die geld kosten, maar geeft dan de
12
HOOFDSTUK 19.
Een boerenbal. De groote zaal van de Schwabinger
brouwerij was als voor een landelijk feest versierd met
kleurige guirlandes, dennentakken en bonte doeken. In
het midden staat een Meiboom, waar omheen zich hon
derden paren draaien op de schetterende klanken dei-
blaasinstrumenten. Allen zonder uitzondering zijn als
boeren en boerinnen gekleed. Alle landen, alle rassen,
schijnen vertegenwoordigd en zoo natuurgetrouw jrijn
alle costuums gevolgd. Niemand, ook de dames niet
willen hier mooi zijn, maar ieder wil echt zijn, ieder
wil zoo mogelijk voor een echten boer doorgaan. Zich
boerseh gedragen, dat is het programma en het ver-
inaak voor dezen nacht. Allen wilden vergeten, dat
zij stadsmensehen waren, met hun behoeften en gewoon
ten, allen wilden echte boeren zijn. Zijn. niet bloot
spelen. Zij vonden allerlei boereehe woorden uit. Dc
«en verfde zich een blauw oogl, de ander weer wat anders.
Fenals op een echte boerenkermis de jongelui bij
vedel en trom rondom den Meiboom draaien en hoe
rn £.het wordt de feestvreugde hooger stijgt en luid-
luchtiger wordt zoo werd het ook hier steeds joliger,
net was dolle vreugd in het leven, met al zijn eenvou-
"laar sterk genot genot en vreugde die juicht
en springt en lacht en kust, als was er geen morgenrood
dood °P de wereld.
ilde danste sinds zij gekomen was slechts met Ros-
d Zij zagen er heiden zeer aardig uit. Hij in
in i r'en broek met gespen uit zijn geboorteplaats, zij
mik ernslik«' zwarte Zo,.dag,dracht der Salzburgerui,
Jr bet wijde zijden schort en op de haren den breed
kkira !den vilten 'hoed.
le iJ v'clen niet bijzonder op, want het gewoel was
len®,en een elk te veel met zich en zijn te vervul-
Wern bezig. Wanneer de een of ander hen nakeek,
et vriendelijk geknikt of in de handen geklapt.
ten teeken dat zij bevielen.
Tilde was gelukkig, zooals zij sedert lang niet was
geweest. Zeker die geheime theeuurtjes, waarin zij zoo
"eheel aan elkaar toebehoorden,, waren wondermooi
geweest. Maar wondermooi was het oo-k met den ge
liefden man hier rond te draaien, of in een groen
hoekje hand in hand met hem te zitten, over allerlei
zoete nietigheden te praten en de verliefden uit te
hangen. De vreugdetonen van haar hart klonken hoog
op niet de vreugde die overal was.
Ook Olga was zeer tevreden. Op haar frisch geverfd
blonde haar spande zich het groote gouden rad eener
Schwabisehe boerinnenmuts en dat stond haar zoo goed, i
dat zij opzien verwekte. Zij ging van arm tot arm,
hoorde vereeringen en ontving allerlei huldebetuigin- j
gen in den vorm van pepernoten en koekjes. Een jonge
student, die hier een ouden boer voorstelde, zeide tot
haarWat een meid ben jij, jezoudt mij ouden rekel nog
trouwlustig maken, en een dokter, die trots zijn
jeugd reeds een goede practijk had, fluisterde: ..Boeiin,
ge moet niet op mijn spreekuren komen, andere ver
geet ik alle andere patiënten."
Olga was eenvoudig betooverd.
Om Thilde bekommerde zij zich in 4 geheel met
meer. Slechts als de zuster eenmaal met Roshauer op
haar'toekwam, zette zij zich in postuur om haar toe-
koiasligen zwager (zoo noemde zij- Roshauer in haar
gedachten) eens goed op te nemen.
Roshauer vroeg haar direct ten dans en zeide haar
dat zij mooi was, ofschoon hij haar schoonheid niet
naar zijn smaak vond.
Ook de Hoogduitsche Prins was er en had een
blouse van wit linnen aan met zwarten kniebroek en
helroode kousen en een groenen hoed en zorgvuldig
gescheiden haren. Hij zag er fijn uit, als een prins
en toch was hij begeesterd voor dit boerenbal. Maar
de spraak kon hij maar niet te pakken krijgen en
het wezen van het feest bleef hem vreemd.
.Het is eenvoudig" verrukkelijk,zeide hij tot Ros-
hauer „Dit Munchen is in zulke zaken eenig, wer
kelijk eenig. Meent u dat ook niet?"
Loop naar den duivel, wie zegt er vandaag nog
u riei) Roshauer, die volkomen in zija rol was.
'lie prins klapte in de handen, verrukt over het
dialect van zijn vriend en hij probeerde met alle
moeite het na te zeggen, wat hem natuurlijk niet
lukte Maar jij en jou zeide hij nu tegen iedereen
er hij straalde als hij er gelegenheid toe had.
Dansen deed Zijne Hoogheid heel slecht. Hij ge
neerde zicp ook om zijn danseres naar boerenaard
op te tillen en een slag rond te zwaaien. Toen hij
evenwel zijn vrees wat had overwonnen en het had
klaar gespeeld, kwam hij zichzelf als een echten
hoer voor. Nu werd hij zeer vroolijk, amuseerde zich
dol en anderen bovendien door zijn vergeefsche po
gingen om boerseh te spreken. Een mallen flater
maakte hij toen hij Roshauer verzocht hem aan een
dame voor te stellen en sprak van mevrouw de
gravin
Glga, met wie de prins eveneens had kennis ge
maakt, danste gaarne met hem en was niet weinig
trotsch erop, ofschoon het geen kleinigheid was, dit
menschelijke tobbe'paard door het gedrang heen in
het rechte spoor te houden Maar zij wist dat hij
een hoogheid was en zijn blauwe oogen lachten haar
zoo zalig toe, dat zij hem heel vriendelijk aankeek
en dacht: „och arme ziel, jij ook al."
Vroolijk lachend stonden de zusters bij elkaar. Alle
twist en verschil scheen vergeten; het kwam haar
plotseling voor, alsof zij elkaar lief hadden en elkaar
bewonderden.
Tilde vroeg: „is 't niet heerlijk hier?"
„Verrukkelijk, eenvoudig hemelsch. Nooit had ik
gedacht, dat een boerenbal zoo amusant kon zijn.
En zeg, die Roshauer bevalt mij best."
Tilde knikte en keek den schilder n,a, die door
het gewoel heendrong om een Finlandsche boerin
ten dans te vragen, wier schilderachtig costuum hem
reeds lang was opgevallen. Nu werd hem de', weg
versperd door een boerenpaar uit Nederland, dat
langzaam en zeer gewichtig voorwaarts schreed. Hij
draaide het hoofd om en keek hen na en merkte
eerst in 't geheel niet, dat hem van achter iemand
zacht aan den arm trok. Tilde echter bemerkte het.
Haar oogen werden grooter, toen zij herkende wie
daar naast Roshauer stond. Zij pakte haar zuster
bij den arm: „Olga! kijk eens, is zij het?"
„Wie?"
„De kleine Spaansche daar met die die met
Roshauer sprak. Dat is toclr mevrouw Cholevius?"
„Cholevius Cholevius waar heb ik dien naam
meer gehoord?"
„Olga, dat is die Cholevius uit Jena dat ver
schrikkelijke mensch, die met Benedict
..Is die lietDis moet ik eens heel nauwkeurig
bekijken. Die ken ik nog heelemaal niet."
Met een hard en koud gezicht, waarvan elke vreug
de verdwenen was, keek Tilde naar Roshauer en
Marie Cholevius. Zij kon niet hooren dat zij met el
kaar spraken, maar zij bemerkte uit Roshauer's be
vangen lachen, dat de vrouw hem iets vleiends zeide.
Zij droeg een soort Carolus costuum en zij zag er
uit om te stelen.
Met haar vreemde oogen keek zij tot den grooten
man voor haar op. „Het is niet aardig van je, dat
je mij vandaag niet kent. In Scheveniugen hebt ge
mij toch wel herkend. Weet je niet meer, hoe wij
daar aan het strand hebben gewandeld."
„Wel alle duivels jij! Ja kind hoe kom je zoo
hier?"
Zij trok haar sjaal nog wat vaster om de schou
ders, lachte eveu en liet voor een seconde haar
oogleden over de pupillen zakken en opende daarna
weer snel de oogen. Haar stem klonk als een zacht
lokken.
„Vanwaar ik kom? Domme jongen, vraag liever,
waarom ik hier kom."
Hij keek haar aan. Mooi was deze vrouw, mooi,
vurig, vol geheime gedachten, die hij slechts kon
raden. Zonder een woord te zeggen, nam hij haar in
zijn armen en danste met haar rond. De Finlandsche
die hij had willen vragen, stond een paar schreden
van hen verwijderd, maar hij zag haar niet eens.
Met een kleine siddering, als een vogeltje, dat
doornat van den regen, eindelijk in het warme nest
vliegt, zoo vlijde Marie Cholevius zich tegeu Ros
hauer's borst. Door het boerenhemd voelde zij zijn
sterke hartslagen, de hand, die de hare vasthield
was heet en hard, de hand van een krachtig man,
in wier bescherming haar half verwoeste zenuwen
sidderden van genot Eenmaal trok zij onder het
dansen zijn linkerhand zacht tot zich en drukte die
om haar hals. Hij was zeer verbaasd. „Wat scheelt
je?"
Zij liet de hand los en lachte. „Niets zoo maar.
Zij drong zich nog vaster tegen hem aan.
„Loop heen babbel geen onzin,"
„Meen je?"
De dans was ten einde.
Wordt vervolgd.