Voor Dammers. Zaterdag 24 September 1910. 54e Jaargang. No. 4783. DËRDË BLAD" tijd niet eens gegund om z'n boterham te eten. Hij voelde trouwens geen honger, daar was Koen Tuinders veel te angstig voor. 't Klemde om z'n hart en schoot soms naar z'n keel, dat 't was of ie zou stikken. De kameraden moesten soms drie-, viermaal wat vragen, voordat Koen er begrip van had Een, die pasc een dag of drie, vier op den winkel was, maakte er zich nijdig om, had gevraagd of ie bij geval Oostindisch doof was... Maar een van de ouderen wenkte hem. Moest Koen Tuinders maar met rust laten. ,,Hij gaat er nog kapot van!" zei de knecht, die op hem volgde, en ook al bij de acht jaar bij baas Hoyer werkte. De oude meesterknecht zei niets. Die dacht er aan, hoe Marie nog vóór een week of zes aan den winkel was geweest om Koen iets te zeg gen, met het jongsken op haar arm. Een fiksch, Alle3 betreffende deze rubriek te richten aan het aardig wijf, met van die heldere, goedige oogen. Bureau Schager Courant en voorzien van het opschrift Ze had het kindje de armpjes naar vd laten uit- Dainrubriek". OPLOSSING PROBLEEM No. 13. Van D. Dissel te Den Helder. Siand zwart 11 schijven op: 6, 8. 9, 10, 12, 1G. 18, 19, 20, 25, 26 en een dam op 46. Stand wit 11 schijven op: 21, 27. 30, 34, 35. 38. 43, 44. 47, 48 en 50. Oplossing: Wit: 38—32. Zwart: 46:38. 27—22, 26:28. 48—42. 25:34. 42 2 en wint. Goéde oplossingen ontvangen van: C. S. te Keinsmerbrug, K. V. te Koegras, D. strekken en laten wuiven met een armpje. Hij had gezien, dat ze haar man stilletjes een zakje tabak toestopte... Extra fijne... Eene verrassing... „Van kleinen Pieterman, voor paatje!" had ze hem toegefluisterd. En haar man op den schouder geklopt, zoo fideel, zoo echt hartelijk, dat de oude meesterknecht hard en stevig op z'n tabaks- niet Dokter moet straks wegDe koetsier is er waren, zijn Ze weggegaan: de Koning en de Konin- niet... Dokter moet straks eg van Beigië. En 'n minuut of wat later onze eigen Plotseling' werd de deur die wachtkamer van Koningin en haar mani Albrecfat en zijn vrouw gingen spreekkamers Scheidde met een ruk geopend, schokje, naar Laeken en onze koningin naar Soesfdijk. En toen sp ee kamers .ene aae, Dokter in zijn de stroom van menschen. die ai uren en uren hadden wit-Unnen^as^-—'met geagiteerden* blik kijkend naai- staan darren op den Dam en langs l Damrak om het zevental Denkend aan 't vele. dat hij nog had nog n laatste koningsgroet te krijgen was tenigge- af tf doen 'vóór zes uur „Gauw dan maar asje- vloeid en weer verloopen in de drukke stad. toen de hl' ft uut I infanteristen en de cavaleristen en de huzaren en de iet... ie vo gt-hinnen 't Hart bons- tffeclenlui en de kruideniers en de dienders en dé Koen ging de spreekkamer binnen. n kran,emnenschen en de haliekluivere en dc klin0cljes. „Watls 6^ Tuinders.Ja. ik kom straks wel j spuwers en de'diens-meisjes en de lecgtoopers wéér aan, hoor..." En dokter maakte reeds aanstalten om den volgende in spreekkamer „Eén minuut, dokter!" smeekte de bleeke, ge jaagde man, „een secondetje „Nou, wat is er dan? Zeg 't gauw... Je ziet..." Koen mompelde op heesehen toon, wat... Dokter irriteerde 't blijkbaar. Midden in de dolle drukte van spreekuur kwam die man me daar waar achtig vragen over... bijzonderheden van dat geval... „Dat weet je dok wel!" zei dokter, zich niet be wust van de wonde, die hij ging slaan, „natuur lijk hóógst bedenkelijk... Hoogst bedenkelijk't Spijt me voor jou, vriend... De vader óok aan tering gestorven, hè?...'Neen... Neen... In de gegeven om- pruim moe*; knauwen, anders zou ie waarachtig nog standigheden... Néén Bel Joh. v. d. S te Wieringerwaard. PROBLEEM No. 14. Van L. de Beer te Amsterdam. Zwart. iJi Uirn L IV.XAM.H TV en, anuci D avj u. ie naaittvuu& geschreid nebben. Want zijn eigen brave wijf had j Nóg mompelde Koen Tuinders, die zich van schrik ie betrekkelijk kort geleden verloren, en ze wisten aan de tafel had moeten vasthouden... Want hij kón, allemaal op den winkel wat 'n verdriet dat voor hij wou niet gelooven, dat zijne Marie hem bleef„Neen," zei dokter, „je moet je voorbereiden I Koen had z'n vrouw, dien middag, wel driemaal 't haar natuurlijk zoo makkelijk mogelijk maken, hè? .toegewuifd, 't laatst vóórdat zij den hoek van de Ja, d&ar kan ik geen antwoord op gevenHoe te Den Helder, B. te Anna Paulowna, J. F., P. N. zijstraat insloeg. lang nog, zoo'n geval?... Dat is niet te bepalen, en M. de V. Azn. te Oudesluis, J. D. te Warmen- „Jelui lijken wel een vrijend paartje!" had een -t Lijkt me snel-verloopend.Neen, vriend, heusch, huizen, D. A. B. te Sint Maarten, P. J. W. te Anna van de kameraden gespot, maar Koen werd er je raoet je niet vleien, dat... maar ik kóm straks „iftwna u T n T V n Ho w te Scharen. volstrekt niet boos om. Ging lustig aan het werk; wel aan, hoor.'... Die poeiers om den hoest tegen trok zoo'n vroolijk en gelukkig gezicht, dat 't een te gaan, den prikkel te verzachten, maar doorgebrui- genot was om ernaar te kijken. ken... Nou, dag Tuinders... Ik kom straks wel 't Zal een week erna zijn geweest, dat Koen 's Dokter had de deur van spreekkamer al openge- morgens ver over tijd op den winkel kwam... Was maakt: nog nooit geberd. 't Werd halfacht, acht uur, „Wie volgt! Gauw een beetje!" de klok wees al kwart over negenen... Geen Koen' Koen stond beneden, in de vestibule met een arm Tuinders. De baas kwam om de vijf minuten uit het. tegen den muur geklemd, 't hoofd op elleboog ge- kantoortje... drukt, te schreien als een kind. Huisknecht poogde „Is-ie er nou nog niet?" stapte dan in de werk- hem te kalmeeren. Wou hem laten drinken. Een van plaats rond, haalde z'n horloge voor den dag! Vloek- de meiden wilde hem in de keuken laten komen... te grommend tegen den meesterknecht, alsof die Den stakkert... Maar Koen weigerde alles. Het ge er schuld van wasjammer van zijn schreien klaagde door de gang van „Zoo'n luiwammes! Zoo'n slampamper! Terwijl die het groote heerenhuis. Een minuut of wat zat hij karwei voor meneer Teunissen ligt te wachtenin doffe wanhoop, op de bank bij de straatdeur. Zijn Zoo'n... Ik zal hem..." De oude meesterknecht liet jammeren ging in kreunen over, als van iemand, den baas uitrazen. Elk woord was nu olie in het die snerpende, snijdende pijn verduurt vuur... Maar zelf begreep-ie er geen steek vanToen liep hij de straat op. Kon zich niet te-binnen brengen, dat Koen, in al De oude meesterknecht was hem al tegemoet-ge- die jaren, driemaal over tijd was geweestgaan... Besefte dat er iets-ergs zou gebeuren... „Daar hèb-ie hem!" riep de krullejongen opeens... De baas stond wijdbeens in de werkplaats. Hij Ze keken allen naar de deur. Hij was 't. Bleek kookte... Rukte zoo heftig aan zijn rossige knevels, als een doek, met wilde oogen... Hemdsboord wijd- dat >t leek of hij ze wilde kapot-trekken open... 't Zweet gutsend over z'n wangen... Vruchteloos had de meesterknecht hem trachten „M'n vrouw... van-nacht zoo ziek geworden... Zóo te sussen... Gepoogd te beduiden, hoe ongelukkig erg ineens..." zei Koen hijgend, gejaagd, met Koen Tuinders was... Met eene stervende vrouw... den klank van een, die zijn tranen met alle geweld „Praatjes! overdrijving! smoesjes! Dat kennen we," moet bedwingen. „Zoo erg... De dokter..." had het buikige mannetje met het varkensprofiel ge- Stand zwart 4 schijven op: 3, 4 11 en 21 en dam-' "Dat kan me allemaal aiks schelen!" schreeuwde schreeuwd. men od 12 en 36 de haas, met zijn knijpende keelstem, en het kleine, Toen kwamen ze, de meesterknecht en Koen r. 1 - - - .A ri l Wit Stand wit 3 schijven op13, 19 en 21 en t Schuim kwam men op 5 en 20. meneer Teunissen manneken werd vurrood van nijdigheid... „je weet vergde alle krachten... Zijn geduld met Koen was ~sê£- wdp hem wat toe. die uo owuu, uivv -- -jX-I— r 2 dam- dikke mannetje m©t den borsteligen knevel en het Tuinders. De baas balde de vuisten. profiel van varkentje, dat zich opblaast... 't Buikige hem op de lippen... Karwei van n 3 1 A 3 7Ün COfl 111 d Oplossing van dit probleem in te zenden uiterlijk - -- Maand;)"1 3 October as dat de karwei van meneer Teunissen ligt te wach- uitgeput... Hij schreeuwde hem wat toe. ct ar7TTTTFFV TV ra; tiTittt ten... Als je vrouw ziek is, dan moet je hulp schaf- Met wijd starende oogen luisterde de man j i j r AKI IJmanj maar mij niet laten stikken... Zulke men- zooeven van dokter het doodvonnis van Marie had ii i volgende slagzet werd gemaakt door den heer schen kan ik niet gebruiken... Dank-ie wel, hoor! gehoord, naar hem Mosselman (zwart) in een partij tegen den heer II. Voor jou vijftig anderen... Aan iederen vinger hon- werd 't hem klaar. J. v. d. Broek (wit) te Rotterdam. Begreep eerst nietToen rr~1 tot hun gpwone bezigheden en werkzaamheden waren weergekeerd, de Koninklijke standaard voor goed althans voor 'n poosje was neergehaald en opge rold, de hofrijtuigen niet meer tenigreden naar" het Militie-gebouw op den Singel, men weer loopen mocht op den Dam tol op hei randje van de „heilige kleine steentjes", toen 't consigne van „niel meer doorla ten" van de tourniquets san "t Cehtraal-Stnlion was opgeheven, toen ging binnen 'n uur tijds. alles weer zijn ouden ging van zooveel etmalen geleden, toen de Koningin en haar gasien er nog niel waren en Amster dam of het Koninklijk paleis nog niet was de zeil steen van ieders belangstelling. Want aan belangstelling heeft het niet ontbroken. Zoo is de Rex Imperator Willem II in 1907 zelfs niet ontvanger. Dit is den 19den October 1883 Leopold bij zijn bezoek aan Am sterdam en zijn verblijf in 't Paleis niet overkomen. Er was bij die beide gelegenheden enthousiasme, dat spreekt van zelf. 'n Massa menschen is gauw genoeg opgewonden, vooral wanneer men den spreker niet al te duidelijk verstaan kan, maar zooals nu was het enthousiasme die vorige keeren niet. In 1882 stond er 'n stukje in 't Handelsblad en aan 't station speel de de kapel van 't 17de de Braban?onne, maar dat was dan ook alles. Zij zijn Leopold en zijn vrouw - omdat Koning Willem en Koningin Emma op 't Loo waren toen alleen naar 't station gescharreld, om nog even in Den Haag en Rotterdam rond te kijken, en vandaar naar Brussel terug te keeren. Het bezoek, van Wilhelm in 1907 was meer pompeus, meer op zienbarend, ontroerde Europa 'n klein beetje en Am sterdam heel erg, omdat Duitschland 'n zeer groot rijk is vooral sedert 1870, toen de legende van Keizer Barbarossa, die in 't Kyfhausergebergle toefde, in ver vulling kwam - en ook, omdat hier meer dan dertig duizend Duitschers wonen; maar de schokkende aan doening van broederschap, die nu gevoeld is. heeft men toen niet kunnen waarnemen, 't Bleef officieel zoo niet onder de vorsten dan toch tusschen majesteit en volk. Er waren legenden in omloop van ,,'n ijze ren vuist", van „sic volo sic jubeo'"„ik wil het en ik beveel het", en menigeen, die zich niet zoo gauw door handjes- en zoentjes geven van de wijs laat bren gen, heeft dien ernstigen of strengen? keizerskop met achterdocht gade geslagen, trachtende ie raden, wat er achter die oogen omging. Dit deed de massa niet; hei volk dat oppervlakkig is schreeuwde maar, zooals 't altijd doet. als 't glimmende knoopen cn ge neraalsuniformen ziet. Het volk?! Ge Ijgbt er maar op te blazen -en nog niet eens met 'n koningsadem om 't uit den band te doen springen of in tranen Ie doen wegsmeltenen volksleiders, of zij die graag daarvoor doorgaan mogen wel bedenken welk vuur 't is, dat zij met hunne oratorische en poëtische blaas balgen doen opvlammen. Want pater B. van Meurs heeft wel gelijk, als hij in zijn „Pepermuntjes" zegt 't Volk is als een kind te sussen Bang voor oorlog is 't gerust. Als de keizer aller Russen Duitschlands keizer heeft gekust., Mosselman Zwart Wit Van den Broek. Wit: Zwart: 25—30. 34:14. 17—221! 2920. 22 42. 38:47. 18:49. Inderdaad een verrassende damzet. EINDSPELEN. derd... Ik kan niet helpen dat je vrouw ziek is... Oude meesterknecht greep hem hij een arm 'n mooie geschiedenis... Ik..." De baas verdween Maar z'n krachten schoten tekort... in het poortje. Koen had niets verstaan van wat Vóórdat de kameraden 't hadden kunnen verhoe- hij zei... Woelde maar met de onrustige vingers den, was de man, in zijn nu uitbarstende wanhoop; door de klamme haren. Wilde naar huis terugin de felle, dolle pijn van zijn waanzinnige smart, Zoo gauw, zoo snel mogelijkop den baas aangevlogen. En de oude meesterknecht had hem toen terzij- Het dikke lichaam van den patroon bonkte tegen genomen, op die rustige, gemoedelijke wijze, waar- den muur mee hij met de lui kon omgaan. Koen weten te „Wie is een ploert! wie is een slampamper!" gil- krijgen in het hokje, voor meesterknecht gereser- de Koen Tuinders. Een der vuisten klemde, schroef- j veerd. Sloot de deur, want de baas hoefde er niks- de aan de keel van den baas, die blauw werd van van te hooren. Liet Koen water drinken; op het verstikkende benauwdheid... De andere hand patste, eenige stoeltje, dat er was, zitten. Legde hand ver- beukte op 't dikke lijf... trouwelijk op zijn schouderDe kameraden vochten, rukten i Vernam toen het treurige van dien nacht. Hoe Er werd hulp, hulp geroepen... Marie tegen een uur of twee wakker was geworden, Dochter van den baas gilde om politie,... in een hoestbui... Ze had 't in de laatste dagen zoo Maar Koen was door 't dolle, 't razende heen. De erg te pakken; had vroeger, voor haar huwelijk, smart over wat dokter hem zooeven gezegd had, ook wel eens gekucht... Zelfs eens wat bloed op- maakte 'dat hij wreken wou z'n ellende op den haas, gesoien... Maar moeder had gezegd: dat slijt met die hem had getart, gescholden de jaren. Als ze nu maar eens over de vijf-en-twintig Met z'n vieren overmeesterden zij hem. De baas was, dan vergroeide dat wel... Koen had ze gewekt, jag half-bewusteloos op den grond. En toen Koen want ze had, dien. nacht, zoo n vreemd-zoetigen smaak Tuinders weer tot bezinnen kwam, stond naast hem in den mond. Hij stak 't licht aan, en plotseling; ggjj agent van politie, die al assistentie had geroe- daar golfde 't over deken en lakens. Daar was alles pen... Was 't nieuwe ongeluk over hem gekomen--. rood... En bij elk hoestgeluid golfde 't opnieuw... De officier, rekening houdend met de omstandig- Marie jammerde, dat 't net-was als bij vader-zaliger, loed had gespuwd... Ze wees schreiend naar heden van het geval, wès in zijn eisch wegens ern- e in de wieg, wakker geschrokken door het godruisch die ook bloed had gespuwd... ze wees scureienu uaa, het kindje in de wieg, wakker geschrokken door het stige mishandeling zeer clement tegen Koen Tuinders. gedruisch... Koen had haar gesmeekt om te zwijgen, Maar 't had een haartje gescheeld of de baas zou Toen de deskundige de doodstil te liggen- Had compres van koud water op haar horst gelegd, eene buurvrouw te-hulp geroe pen... Was naar den dokter gevlogen. Had zóo lang moeten schellen, kloppen, smeeken, voordat dokter Hoe mooi eindspelen vaak in een partij kunnen meekwam... Had eerst boodschap uit een bovenraam voorkomen, bewijst het hieronder gegeven voorbeeld, gekregen, dat dokter morgen vroeg wel eens zou ko- dat in een partij voorkwam tusschen de heeren J. men kijkenMaar Koen hield vol, schelde nog Jimmink en A. Slijkerman in een wedstrijd te 't eens... Had, in z'n wanhoop, geschreeuwd dat-ie naar Zand. de politie zou gaan... Een menschenleven was ermee Stand wit; 9, 14, 36 en 45. A. Slijkerman. gemoeid... Hij zou de heeren van 't fonds waarschu- Stand zwart: 6, 17, 35 en dam op 48. Jb. Jimmink. Wen... Een passeerende agent kwam erbij... Op-eens Wit die aan zet was, speelde 94, waarop zwart ging de straatdeur open, dokter zelf, kant en op de volgende aardige manier de partij uitmaakte: klaar. Had gedacht: anders krijg-je morgenavo Wit: Zwart: 35—40. weer allerlei stukjes in de kranten... Interpeliaue 45 34. 48 9. in den raad misschien, 'n Heele sensatie 4 11. 6 17. Zulke dingen worden tegenwoordig opgeblazen...- 3631. 1721 en wint. Maar inwendig kookte 't bij dokter, ia z'n eers nachtrust gestoord, van woede... Enfin, hl) was dM De volgende eindstelling ontvingen wij van den meegegaan met Koen Tuinders. Marie had inmidde s heer P. j Waiboer te Anna Paulowna. nog meer bloed opgegeven... Dokter zei dat t zeer Stand zwart 2 schijven op: 14 en 30, dam op 21. ernstig was... Gaf zijne voorschriften. Zou morgen Stand wit 2 schijven op: 27 en 44, dammen op 15 vroeg terugkomen... Antwoordde verder niets op en 16. Koen's vragen... Stapte haastig weg, naar z'n huis Zwart vraagt 2 stukken, hetgeen wit de partij terug, toch wat gekalmeerd in z'n verontwaardi- doet winnen door: ging door het besef van den toestand, w aarm ij Wit: 1510. Zwart: 21 35 gedwongen. patiënte had aangetroffen 10 19! 3549 gedwongen a. Dat alles had oude meesterknecht uit Koens ver- 19 35 en wint. haal begrepen. De arme kerel sloeg de handen vóór a. Indien zwart speelt 3034 dan wit 162 en bet gezicht en barstte uit in gejammer van raae- wint. looze smart... En meesterknecht ging naar het kan- Het is leerzaam eindstellingen goed te bestudee- toortje van den baas... Had daar harde karwei... ren, daar menigmaal door te weinig kennis van Want de baas tierde er op los... Schreeuwde aai het eindspel een partij wordt verloren. Wij zullen bem niet schelen kon... Dan maar een ander.. met gegevens uit onzen wedstrijd, dit '^ter aantoo- Gelukkig hoorde Koen Tuinders er niets van. nen. was weer op weg naar huis, naar Marie... De resi CORRESPONDENTIE. liet hem koud, onverschillig J. v. d. S. te Wieringerwaard. Zeker, de stand van probleem No. 13 is zeer onnatuurlijk, door den in de wachtkamer van dokter zaten vijf menscne stand der witte schijven op 21 en 27. Wij plaatsten en Koen was numero vier. De klok wees al «en mi- het probleem omdat het door een onzer oplossers nuten vóór tweeën... Hij zat op beete koien. oiu» samengesteld werd en omdat de slag werkelijk aar- eindelijk den gang in, naar den knecht, om dig is. Soortgelijke problemen worden echter slechts vragen of hij niet vóór zou kunnen gaan... De hij groote uitzondering geplaatst was zoo lastig K. K Azn te Koegr. m D. O. Azn. te Nieuwe En ze vonden 't allemaal best Eene oude juf- Niedorp De door u ingebonden oplossing van pro- frouw knoopte praatje aan, doch vruchteloos, wan bloem No 18 is foutief, inpLaats van 46: 37 kan Koen Tuinders luisterde niet naar wat ze zei, zoo zwart bij den 2en zet met den dam naar 32 slaan dat de juffrouw er haast toe zou gekomen ij Z'. oplossing c™ JMmanr voorhoofd, zag er zóo onrustig, ongelukkig uit, dat zii er zich mee vergenoegde met eene andere juf frouw knikjes van verstandhouding te wisselen...... zich voorbereidend om straks den knecht van dok ter toch eens uit te hooren-.. wat 't was met dien er-om koud zijn geweestToen de deskundige de Rechtbank had uitgelegd, waarom de kwetsuren, ge geven het gestel van den mishandelde, zoo'n ernstig karakter droegen, keken de rechters toch eens met scherpe attentie naar den beschuldigde... De voorzitter van de Rechtbank vroeg hem, of hij spijt gevoelde van 't gebeurde. De fletsche, waterige oogen van den man in het zondaarskamertje hadden eene starende, zoekende uitdrukking. Blijkbaar begreep hij niet goed... Hij peinsde, voelde men, over heele-andere dingen,.. Van vroeger, toen zij er nog was... De vrouw met de vriendelijke, zachte, goedige oogen, die met kleinen Pieterman va kwam opzoeken, en dan verrassinkjes maar datzelfde volk, dat zoo aandoenlijk is en ge makkelijk te verteederen door koningszoenen of 'n ora- torischen zoetelaar, dat tranen met tuiten schreit als er 'n kind overreden wordt, sleept met plezier en de onaandoenlijkheid van 'n beul koningskinderen en eigen kroost naar 'n guillotine of onder 'n Jaggernantswagen, wanneer toevallig de stem van den redenaar, die in de mode is, dien kant aanraad). Het „Hosannah!" en het „Kruisigt hemis uitgeschreeuwd door dezelfde monden, omdat den ©enen dag 'n troepje schippers en boeren, en den anderen dag het Sanhedrin aan 't woord was. De volksgunst is ruim zco onbetrouwbaar als de gunst van 'n koning, en wie er wdarde aan hecht, is niet wijs. En toch,... zonder vertrouwen kunnen we niet le ven. Gunst hangt van den wind en van weersgesteld heid af en als Gods hoogiste recht genade was, dan zou ik zoo vrij wezen evenzeer aan Zijn Liefde als aan Zijn Recht te twijfelen. Vertrouwen kan zich alleen grondvesten op Liefde, zooals Geluk op haar met ze kerheid gebouwd kan worden. En is 't waar, dat zij 'n gave is van Boven? 'n gave? niets meer? en niets anders? Dan is het onze plicht haar te ontwikkelen, te betrachten, te bestudeeren. te kweeken, zooals wij alles wat wij ontvingen en wat ontvingen wij niet? betracht, bestudeerd, ontwikkeld, aangekweekt moet worden. Wij hebben oogen, maar wij moeten er mee leeren zien; handen, maar wij moeten er mee leeren werken. Zoo moeten wij leeren hooren, leeren verstaan, leeren lezen, leeren begrijpen, leeren liefhebben ook. En wie het getal zijner jaren met iets meer dan twee- kruisjes schrijft, mag weten, dat hij die school is bin nen gegaan en dat de lessen vaak moeilijk zijn. Maar leeren moet hij het, wil zijn ziel niet verdorren of het schip van zijn waarachtigheid niet stranden op 'n klip van verdwazing en zelfbedrog. Waarom ik dit alles schrijf? Och, mij heeft ontroert de sprake van 'n koningin, die kwam in onze veste en in haar eenvoudig gewaad gehuld, gezeten in 'n rijken koningskoets, ons toeknikte en toelachte met haar lieve sprookjesoogen. En toen ik 't geheim van die mooie blauwe oogen had vermoed en geraden, toen daar ook evenals toen Keizer Wilhelm liier was konings- voor hem meebrachtvervallen verhalen de ronde deden, en in die verjialen qpen- Over zulke dingen peinsde de bieene, baringen kwamen uit de school eener vorstinne, toen man in het bankje, de sinds vele weken wt werd 't m(j Z(K> wonderlijk rijk en overvloedig, dat ik die als-ie iets verdiende 't aan drank u g V'"'hem van dien i-ijkdom en van dien overvloed in de binnen- te vergeten... Om te stillen de pijn, kamers waar ik kwam, moest uitdeelen. Mag ik 'n schroefde en schroeide... - -1 mishandeling, op zijn vroegeren patroon gepleegd Hij knikte nu, maar zóo wezenloos, zóo koud en werktuigelijk... Dat 't ook den officier frappeerde. En in raadkamer bespraken de heeren het geval nog Een paar der edelachtbaren vonden wel aanleiding om „kassian" te hebben. Maar een derde, benevens de president, wezen op het type van alcoholist Totaal gedegenereerd, hè!... Daarover waren zij 't allen eens. En ook, dat dergelijke individuen zoo lang moge lijk uit de maatsi happij verwijderd moesten blijven. Oók voor hun eigen belang „Volkomen waar!" erkende ook de barmhartigste der edelachtbaren Zoodat voor den beklaagde, het vonnis ten slotte toch minder clement luidde dan sommigen verwacht hadden MAïTRE CORBEAU. voorkomende in deze rubriek. man. NA 'T SFIiEEKL'UK. de"'i maar Precies halftwee terug bent" had boet gezegd- «want anders heb je een kwartje ziin'«" 't kUn me n'ks scheien. Er moet hier orde en nog üaa uei waren nog twee patiënten bij-gekomen, zoodat de «Zeker, baa<"« ord en 2ich den kaecht al iets had gemompeld van; „Ja, ik weet De klok wees al bijna vijf minuten óver tweeën, had het schelletje niet gerinkeld... En er CCLXV. ALS UIT 'N Sl'ROOKJE. Geen kwam vergt cfs tot u. Troost liadt gij steeds, Gg droegt de snui t van hen, die klaagden, mede, En zalfdet zacht de pijnen weg huns leeds. Uw wezen was éen harmonie, éen, vrede En wie zóo zijn, l ven op aarde reeds Het leven van Gods uitverkooi-nen mede. Jeanne Kegneke van Stuwe. Ze zijn weg. Vi rieden week Zaterdag, tegen vieren toen de krant verscheen waarin ik verteide. dat Ze het huisgezin .- - zijn dagen wijdde aan 't geluk zijner onderdanen en hielp, waar hij 'dit vermocht. Zij is nu getrouwd met 'n koning en haar onderdanen hebben haar den naam Van ..Wel dadigheid" gegeven. Ze is teer en zacht en men hoort niel waar zij g|aat. Maar men raadt haar lichte nadering. Hare blauwe oogen hebben wondere diepten van goed heid. Zij is goed voor al wat klein en zwak is, voor al wat iijdt en bedroefd. Zij toovert waar zij gaat 'n welvaart van blijdsohappen rondom zich en inderdaad is zij 'n fee, die haar witte handen., als leliën opheft in luchten van misère en wanhoop. En het arme volk van Brussel kent haar en heeft haar lief. Zij is „verduldig" en lijdzaam en daardoor 'n steun voor haren man en 'n heil voor haar volk. Door haar groote voorbeeld van liefde en zelfvergeten 'n liefde die nooit faalt, ook niet als zij gekwetst \fordt'n zelfvergeten, waar altijd het denken aan ande ren voor in de plaats treedt heeft zij weer de edelste gevoelens opgewekt, die bij 'n volk aanwezig zijn. en ook verwaarloosd 1 nen worden. Dat volk heeft den tooverwiekslag van n engel gehoord en is er door aangeraakt en zal nu stil-aan ontwaken tot 'n liooger leven, voorgelicht door zijn Koningin. En een van de vertellingen dezer sprookjeskoningin luidt Er was eens... Ja, 't is net 'n sprookje, maar ft is toch heusch gebeurd... Er was eens 'n Vlaamsche jongen, die doof was en stom. en die bij zijn vader en moeder woonde. En 'n oude dienstmeid, 'n familie stuk, ordende het huishouden. De Vlaamsche jongen, die niet spreken en niet hooren kon, borg in zijn graf- stille wezen 'n hoogstrevende, breedmenschelijke ziel. Hij werd schilder. Hij werd 'n groot artist, en toen zijn vader stierf, zag hij wel kans. om met zijn kunst l-. L"":Ie houden. Hij schelste en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 9