Vrijdag 30 September I9J0.
54e Jaargang. No. 4786.
EXTRA BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
laser Combi.
RAAD VAN ANNA PAULOWNA.
Vergadering op Donderdag 29 September 1910, des
avonds ten 7 uur.
Afwezig de heer G. van Mullem.
Voorzitter de heer Wijdenes Spaans, burgemeester.
Na opening der vergadering volgt de lezing en
goedkeuring der notulen.
Van Ged. Staten is goedgekeurd terugontvangen
het besluit omtrent het aangaan eener kasgeldlee-
ning.
De laatste kasopname gaf een ontvangst van
f 59681.03%, een uitgaaf van f 58107.50%, dus was
in kas en moest zijn f 1573.53.
Voorzitter deelt mede, dat het uitdiepen der Spoor-
put is begonnen en dat van de Holl. IJz. Spoorwegm.
Vas ingekomen het bericht dat een vroege trein op
Donderdagmorgen naar Schagen niet kon worden in
gelegd en dat de vroege trein op Maandagmorgen
zou blijven bestaan.
Van de "Vereeniging tot het geven van Vakonderwijs
in est-Friesland was een adres ontvangen met het
verzoek om f 10 subsidie. B, en W. stellen voor af
wijzend te beschikken. De vereeniging stelt zich ten
doel vakonderwijs te geven in Westfriesland, daartoe
■behoort Anna Paulowna niet, dus zal deze gemeente
daarvan n et genieten. Bovendien geeft de gemeente
aan de Ambachtsschool te Helder een subsidie, waar
het onderwijs nog veel verder gaat. Alle heeren ver
klaren zich voor afwijzende beschikking
V oorzitter deelt 'mede, dat zooals de heeren bekend
is, indertijd besloten is een galdleening aan te gaan
voor den tram WieringemiSchagen van f 5000 en
met de aflossing te beginnen éen jaar nadat dit ge-
heele bedrag, dat door het trambestuur in gedeelten
werd opgevraagd, zou zijn gestort. Gevraagd wanneer
of dat zou zijn, kon hierop door het Trambestuur geen
definitief antwoord worden gegeven en werd bij Ge-
mecntccrediet gold geleend, met de bepaling dan in
1912 met de aflossing te beginnen. Nu is juist gisteren
de 'rest gestort en zou volgens het Raadsbesluit vol
gend jaar, dus in 1911 met de aflossing moeten wor
den begonnen, maar bij Gemoentecrediet is bepaald in
1912. Voorzitter stelt nu namens B. en W. voor het
eerste Raadsbesluit in te trekken en te bepalen, om in
1912 met de aflossing te beginnen. Dit zal te meer
door Ged. Staten worden goedgevonden, omdat maar
f 1500 is geleend en f 500 uit de gewone m'ddelen
is betaald, dus feitelijk al reeds f 500 is afgelost Al
len voor.
De heer Johannes Koster was van het besluit van
den Raad, om hem geen teruggave te verleenen van
Hcofdelijken Omslag over de jaVen 1908 en 1909 (over
1910 had hijlhet ontvangen I omdat de tijd van bezwaar
schriften reeds lang was verstreken, in hooger beroep
gekomen bij Ged. Staten. De Raad moest nu advies
uitbrengen op dit bezwaarschrift en handhaafde zijn
inno133' Scnomen besluit dat de bezwaarschriften over
1908 en 1909 veel te laat waren ingediend, met alse-
meene stemmen.
Mejuffrouw J. v. d Werff, onderwijzeres aan
School III, had eervol ontslag aangevraagd tegen 1
November. Voorzitter had haar gevraagd naar de
reden en hem werd meegedeeld dat zij solliciteerde
naar de betrekking van ambulant onderwijzeres te
Amsterdam. Zes sollicitanten waren er voor haar, en
zij zou dus nu spoedig worden benoemd, waarom zij
al reeds maar ontslag aanvroeg. Zij was evenwel ge
negen wel wat langer te blijven als die benoeming
niet spoedig los kwam. De oproeping voor een nieu
we onderwijzeres had 11 sollicitanten opgeleverd en
voorzitter stelde nu voor het ontslag te geven tegen
1 Januari a.s. of zooveel eerder als de opvolgster in
functie was.
De heer Van -Haaften acht dat te bezwaarlijk voor
de Juffrouw, als die soms eerder dan 1 Januari een
benoeming had, en haar opvolgster was er niet, zoo
zou zij moeten blijven en dat gaat niet op, acht
spreker.
Voorzitter zegt, als dtt geval zich mocht voordoen,
de Raad in een volgende vergadering het ontslag op
een vroegeren datum kan bepalen. Hierna neemt de
Raad het voorstel met algemeene stemmen aan.
De heer P. Dekker had ontslag aangevraagd als
besteller van goederen en B. en W. stelden, nu voor
deze betrekking meteen op te heffen. Deze dienst
brengt zeer weinig op, al.» is het tarief ook nog zoo
laag, er wordt door de burgerij geen gebruik van
gemaakt. Het goed wordt door de particulieren zelf
en door andere vrachtrijders bezorgd, zoodat deze
dienst geen reden van bestaan heeft en de f 40 sub
sidie die er voor wordt uitgegeven, wel kunnen wor
den uitgewonnen.
Met 1 October vroeg Dekker dan ook ontslag en
B. en W. wilden tegen dien datum den dienst op
heffen. Nu had evenwel K. Smit gevraagd of hij
den dienst mocht voortzetten, liefst met de f 40 sub
sidie, maar desnoods wilde hij het doen zonder sub
sidie, maar dan met een eenfeszins verhoogd tarief.
Dekker had toch paard en kar, dus wilde het pro-
beeren. B. en W. hadden dit laatste nog niet kun
nen behandelen, het was pas ingekomen, dus hadden
zij geen advies. Zij stelden wel voor geen f 40 sub
sidie meer te geven. De burgerij bleek weinig waarde
aan den vrachtdlenst te hechten, dus was het niet
gemotiveerd daar f 40 voor te betalen.
De heeren De Graaf en Van Haaften bepleiten de
handhaving van den vrachtdlenst en willen de f 40
subsidie geven, daar het an,ders beslist niet loonend
zal zijn voor Smit.
Voorzitter wijst er op, hoe indertijd bij de subsi-
diëering van Dekker is besloten, dat hij f 40 zou ont
vangen, maar dat de dienst zich ten slotte zelf zou
ïnoeten bekostigen. Geeft de Raad nu weer f 40 aan
een ander, dan gaat men uit de lijn van zijn een
maal genomen besluit. De burgerij blijkt er nu een
maal niet van gediend, waarom nu die f 40 er aan
uit te geven?
De heer Blaauboer wil het toch ook nog eens pro-
beeren met Smit, het scheelt zooveel welke persoon
zoo Iets onderneemt.
Voorzitter zegt, dat Dekker het uitnemend heeft
aangepakt en al zijn best heeft gedaan.
De heer De Graaf is bang dat, als de gemeente
de zaak geheel los laat, dat er dan met het tarief
weer zoo willekeurig zal worden omgesprongen. Nu
hebben wij wat controle, die wil spr. gaarne behou
den.
Voorzitter wijst er op, dat die controle behouden
blijft, ook al geeft den Raad geen subsidie. Het is in
plaatsen als Anna Paulowna aan den Raad om een
besteller aan te stellen. Dat kan men doen en heeft
controle op bet tarief, maar daarom hoeft men nog
geen subsidie te geven.
De heer Metzelaar wil het voor 1 jaar probeeren
en maakt hiervan een voorstel.
Voorzitter merkt nog op, dat als de heeren een
besteller subsidieeren voor de Holl. Spoor, er straks
met evenveel recht een gevraagd zal kunnen worden
voor de tram. Het is onbillijk aLs men het eene
deel der bevolking in deze helpt en het andere niet.
Daarom wil men het juist voor 1 jaar probeeren
en het voorstel Metzelaar in stemming gebracht, wordt
aangenomen met 8 stemmen voor, de heeren Waiboer
en Rezelman tegen.
Wordt nu met algemeene stemmen vastgesteld de
instructie voor den oppasser voor het Raadhuis.
De heer Van Haaften maakt de opmerking, dat deze
instructie wel wat laat komt.
De rooilijn voor hel nieuw te bouwen perceel van
de firma Neuvel wordt bepaald op 4 M. en 4 c.M. uil
het hart der sloot, dan komt het in dezelfde rich
ting van de perceelen van Schepers en Jansen. De
verordening eischte 6 M. van uit het hart der sloot,
maar zoowel de Gezondheidscommissie als den Ge-
mecnlecpzichter als de firma Neuvel zelf, kunnen zich
met 4 M. en 4 c.M. vereenigen.
Ook wordt met algemeene stemmen goedgevonden
dat de firma Neuvel het huis bouwt op een voeting
van beton.
Voor de betrekking van bode hadden zich 65 sol
licitanten aangemeld. Voorzitter had daaruit gekozen
een tweetal, nl. Reltje Rijf en Jan Rezel. De eerste
had zich teruggetrokken, zoodat voorzitter den heer
Jan Rezel aan den Raad aanbood om als bode te
benoemen. De informaties waren allergunstigst en
als de Raad Rezel benoemde tot bode, dan zou voor
zitter hem benoemen tot politieagent, want deze be
noeming was aan den burgemeester.
Verschillende heeren betuigden van Rezel, die hen
had bezocht een gunstigen indruk te hebben ontvan
gen. De heer Van Haaften had eveneens een gunsti
gen indruk ontvangen, maar spr. von,d het toch wat
vreemd, waar er zoo'n massa sollicitanten waren, de
Raad éen persoon kreeg om te benoemen. De Raad
had nu geen keus, men moest dezen wel benoemen,
Inen werd daartoe nu gedwongen.
Voorzitter meent dat de heer Van Haaften de zaak
nu wel eens had kunnen omdraaien. De burgemees
ter heeft de benoeming van den politieagent, dat is
het voornaamste deel der betrekking, die Rezel zal
moeten vervullen. Daarop heeft voorzitter dan ook
het meest gelet, of Rezel daarvoor geschikt was.
Nu had ik, zegt voorzitter, Rezel reeds als politie
agent kunnen benoemen en tot den Raad kunnen
zeggen: ziezoo, die heb ik benoemd, nu kunnen de
heeren hem benoemen als bode. Nu bewijs ik den
Raad de beleefdheid van de eerste benoeming en
daarna benoem ik hem als politieagent. Men moet
niet vergeten, dat ik met dien, man moet werken.
De heer Van Haaften kan zich met Rezel best
vereenigen, maar blijft het vreemd vinden, dat de Raad
verplicht is hem te benoemen.
De heer Jan Rezel wordt nu met algemeene stem
men benoemd tot bode.
De driemaandelijksche schoolgeldstaten worden goed-
f keurd voor school III op f 29.72, school II op
56.30, school I op f 76.64.
Bij de rondvraag zegt de heer Bakker het wensche-
lijk te vinden aan de Van Ewijcksluis een urinoir te
plaatsen. Voorzitter belooft onderzoek.
De heer Blankevoort zag gaarne enkele artikelen der
Bouw- en Woning\erorcbning herzien; spr. vestigt bijv.
de aandacht op de bepaling, dat de toegangsbruggen
voor de perceelen minstens 2 M. breed moeten zijn.
Wordt overeengekomen dat de Raadsleden hun be
zwaren aan den Voorzitter zullen kenbaar maken. Deze
zal dan alles verwerken en aan den Raad voorleggen.
De heer Van Haaften meent, dat. nu er drie politie
agenten in de gemeente komen, er een in het volkrijkste
deel, het Westdeel moet worden geplaatst. Zij behoeven
hier niet allen op elkaar te wonen. En voor de balda
digheid van jeugd en grooten, die in Breezand telkens
voorkomen, in net wel noodig dat er een politieagent
woont. Dat zal wel ongeregeldheden voorkomen.
Voorzitter heeft van die baldadigheden in Breézand
nooit veel gehoord.
De heer Van Haaften gelooft dat graag, dat is al
tijd zoo. Spr. noemt als voorbeeld het vuurtje stoken
bij Hoek. waar alles bijna in brand stond; het vernie
len der kaden, en het stroopen. Eiken Zondag zijn er
Stroopers in het veld.
Voorzitter zegt nooit eemge klacht te hebben ont
vangen. Verplicht men een politieagent daar te wonen,
dan zou de gemeente voor een woning moeten zorgen.
De woningen zijn daar nog schaarscher dan hier, en
als de schoonmoeder van Rezel hier niet voor een
woning zorgde, zou "het moeilifk geweest zijn de man
met zijn gezin onder dak te brengen.
De heer Van Haaften meent, dat ook andere ge
meente-besturen de politieagenten hun standplaats aan
wijzen, zonder voor woningen te zorgen.
Voorzitter wijst als tegenbewijs op Zijpe, waar men
voor een rijkspolitie zelfs een woning bouwt. Met een
salaris van f 475, wat Rezel zal genieten, waar klee
ding en bewapening nog af moet, nog de verplichting
op te leggen in Breezand een woning machtig te wor
den, dat acht spr. te bezwaarlijk.
De heer Stammes wijst er ook op, dat het wel niet
zal opgaan Rezel in Breezand te laten wonen. Hij
is aangesteld als politieagent-bode. Hartog is politie
agent en schoonhouder van het Raadhuis, dus het werk
van die menschen eischt, dat zij te Kleinesluis wonen.
De heer Blankevoort acht veel voor het idéé van
den heer Van Haaften te zeggen, maar hij had er
eerder' mee moeten komen.
Voorzitter dacht ook niet dat het in Breezand zoo
erg was gesteld, nooit is er een klacht ingekomen en
bovendien de politie surveilleert er heel veel.
De heer Van Haaften zegt, dat de politie er weinig
komt. In de 10 jaar dat spr. er woont, zijn er eiken
Zondag jagers in het veld en nooit is er politie, nooit
is er een procesverbaal opgemaakt. Dat is toch geen
bewijs dat de politie er veel komt, eenmaal loopen
die stroopers toch tegen de lamp, als de politie op
pad is. Al dergelijke dingen zullen veel verbeteren
als er politie woont. Het is het meest bevolkte deel
van den polder, daar behoort de politie.
Voorzitter acht het toch vreemd, dat als er zoo
veel gebeurt als de heer Van Haaften het nu doet
voorkomen, de heer Van Haaften zelf nooit een
klacht heeft ingediend.
De heer Van Haaften acht dit niet op zijn weg
te liggen. Den een wil men ontzien om zijn deugden,
den ander moet men ontzien om zijn ondeugden. Dat
doet de politie niet. Bovendien kan de politie zich
verdekt opstellen, wat spr. niet doet. Maar als er
politie woont zal het al veel helpen.
De heer De Mazure zegt, dikwijls de politie zelfs
op Zondag te hebben zien surveilleeren. Stroopers
betrappen acht spr. geen gemakkelijk werk.
Voorz. zegt, dat, als de hr. van Haaften een klacht
indient, niet aan den strooper gezegd wordt: dat
heb je te danken aan Van Haaften, spr. behoeft het
daarom niet na te laten om met een klacht te
komen. En dat de politie niet surveilleert is on
waar, spr. noemt nog het voorbeeld toen er zooveel
kippen op Breezand werden gestolen. Nachten en
nachten hebben Tiessen en Hartog er gewaakt, er
is toen door iemand, die dacht dat het de kippen
dieven waren, op hen geschoten.
Van dit punt afstappend, zegt de heer Van Haaf
ten het zeer wenschelijk te achten, dat er op het
Breezand een arrestantenlokaal komt. Er is op Ko
ninginnedag het een en ander gebeurd en waar er
2 vergunningen zijn, gelooft spr. veelal, dat het kal
meerend zal werken als er een cachot is, waar de
politie de arrestanten in kan opbergen. Ze meenemen
naar de Kleine Sluis gaat niet en dat denkbeeld
maakt sommige heeren wel wat vrij.
Voorzitter zegt, dat er op Ewijcksluis ook ver
gunningen zijn, dus daar zou ook een cachot ge
bouwd moeten worden. Spr. heeft een anderen maat
regel ingevoerd, die goedkooper is, en zoo hij hoopt
meer zal helpen. De kasteleins zijn over 't algemeen
vreemde menschen. Als het in hun lokaal niet goed
gaat en zij roepen de politie, gaan de kastelein en
al zijn helpers weg als de politie komt. Zij hebben
het dan eensklaps achter zóo druk, dat zij niets
hebben gezien, geen van allen en men Laat de politie
het zaakje alleen opknappen. Nu heb ik gezegd te
gen de kasteleins, als er weer iets is en politiehulp
is noodig, dan zijn jelui verplicht mee te helpen de
orde te herstellen. Helpen zij niet, dan wordt oogen-
blikkelijk, het kan niet schelen op wat uur het is,
het lokaal ontruimd, de herberg gesloten en zal door
mij aan dien kastelein geen permissie meer worden
gegeven. Gebeurt zoo iets, de heeren weten nu, het
aan zichzelf te wijten te hebben.
Hierna volgt een aangenamer punt van behande
ling.
De Voorzitter zegt, dat hem nu nog rest de aan
gename taak, om het voorwerp overeenkomstig het
verlangen van den Raad, een schrijfbureau, (hetwelk
in de Raadzaal is geplaatst I aan te bieden aan den
gemeente-bode, den heer S. Speets, die met ingang van
1 October a.s. eervol ontslag uit die betrekking heeft
bekomen. Hij vraagt en verkrijgt daartoe machtiging
der vergadering.
De heer Speets wordt hierna tot de vergadering toe-
gelalen en door den Voorzitter ongeveer in de volgende
bewoordingen toegesproken
Waarde Bode der Gemeentel Nog kunnen wij u
zoo noemen, doch na slechts enkele uren zult gij die
betrekking door uw gevraagd en verkregen eervol ont
slag, neerleggen.
Toen die ontslag-aanvrage behandeld werd in den
Raad, was het mij een aangename plicht waar gij eenmaal
vast waart besloten uwe functie neer te leggen, namens
het Dagelijksch Bestuur voor te stellen dit ontslag te
verleenen op de meest eervolle wijze en onder dank
betuiging voor de vele goede diensten in die betrekking
aan deze gemeente bewezen. De Raad besloot eenparig
overeenkomstig dat voorstel en het woord van hulde,
dat ik mij gedrongen gevoelde u daar te moeten brengen,
vond bij den Raad veel bijval.
Het is mij een groot genoegen u te zeggen, dat
deze Raadsvergadering met bedoeling is belegd zoo na
mogelijk aan het oogenblik van uw heengaan. De Raad
wilde als college afscheid van u nemen, wil daardoor
op duidelijke wijze toonen hoe zeer hij uwe plichts
betrachting waardeert. De Raad weet dat veel door
u voor de gemeente is gedaan, dat wel eens al te
veel u is opgedragen, dat ge uwe bezigheden altijd
met toewijding hebt verricht in één woord, dat ge in
de vervulling van uwe betrekking van Bode der Ge
meente groot zijt geweest.
De Raad is van oordeel, dat deze gemeente, die
hij de eer heeft te vertegenwoordigen, meer aan u
verschuldigd is, dan door de hartelijk gemeende woor
den, die ik u als zijn voorzitter breng, kan worden
uitgedrukt, en daarom mag ik u namens de gemeen
te aanbieden, het schrijfbureau, dat ge hier voor u
ziet. Wil dat van de gemeente aannemen als blijk
van groote waardeering, en wanneer gij daaraan naar
wij hopen nog dikwijls, zult werken in de betrek
kingen, die ge blijft vervullen, of wanneer ge in
een oogenblik van rustig neerzitten in uw huiska
mer daarnaar zult zien, moge dan nog menige blijde
herinnering in u opwellen, verbonden aan de vervul
ling der betrekking van bode van de gemeente Anna
Paulowna. Met een warmen handdruk besluit de
voorzitter deze met gloed uitgesproken woorden.
De heer Speets, zichtbaar aangedaan, dankt den
Voorzitter voor zijn waardeerende woorden en de
leden van den Raad voor de aangename en vriend
schappelijke verhouding. Hij brengt den Raad zijn
hartelijken dank voor het cadeau en verklaart dit
blijk van waardeering op hoogen prijs te stellen.
Hij hoopt dat hij nog lange jaren genot van het
bureau mag hebben en brengt ten slotte, zeer be
wogen voor de verrassing hem bereid, nog rnaals
zijn hartelijken dank. De voorzitter en vervolgens elk
lid afzonderlijk wenachen den heer Speets geluk met
het cadeau. Dit wordt hierna door den heer Speets
en den Raad van nabij bezichtigd. Het geheel maakt
een zeer netten indruk en we vernemen dat kleur
en afwerking zijn overeenkomstig meubelen in de
woonkamer van den heer Speets.
Hierna sluiting der vergadering.