54e Jaargang. No. 4801. Woensdag 26 October 1910. TWEEDE BLAD. GEMEEINTERAAD SCBAGEN. Uier Conl Vergadering op Dinsdag 25 October 1010, des morgens te 10 uur. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer Jhr. J. P. W. van Doorn, bur gemeester, secretaris de heer A. C. Roggeveen, Na opening der vergadering volgt lezing en goed keuring der notulen. Door Ged. Staten is goedgekeurd de geldleening van f 20.000. Op het adres van de Vrijwillige Brandweer Lycur- gus om een subsidie voor de herdenking van haar 20-jarig bestaan, wordt met algemeene stemmen f25 gegeven. Is ingekomen van de afdeeling Schagen van de Holl. Maatsch. van Landbouw een adres om een Paardenmarkt te stichten op den len Maandag van October. Dan zal deze markt kunnen slagen, er is handel in jonge paarden enz. Het adres wordt ge steld in handen van B. en W. om praeadvies. Van bewoners van de Nieuwstraat en van aan liggende perceelen is een adres ingekomen met het verzoek de Nieuwstraat niet vol te plaatsen met rijtuigen op Donderdag. Daar deze zaak tot de competentie van B. en W. behoort, wordt het adres voor kennisgeving aange nomen. B. en W. beloven alle aandacht aan deze zaak te zullen wijden. Van de afdeeling Schagen van den Bond v. Staats- pensionneering was een adres ingekomen met het verzoek of onze Raad wilde teekenen het verzoek aan H. M. de Koningin in zake pensionneering ('t z.g. petitionnement). B. en W. stellen voor dit adres dat niet op zegel is, voor kennisgeving aan te ne men, omdat het niet op zijn plaats is bij een ver tegenwoordigend college als de Raad is. Aldus besloten. Op een bezwaar, ingebracht door den minister, be sluit de Raad den datum van vaststelling van de verordening regelende de invordering van het kaas- geld te bepalen op 1 December ip plaats van op 1 September. Inzake de eertijds door den Raad aangenomen marktregeling op drukke markten, (zijnde de markt Vóór en na de groote najaarsmarkt en dezen dag zelf) vragen B. en W. intrekking van dat besluit. Hierbij was bepaald de vette koeien meer in weste lijke richting te plaatsen en de schapen te brengen op de Hoogzijde. B. en W. wenschen hierin meer vrijheid en meenen dat de regeling van de markt aan B. en W. behoort. Ook uit een practisch oog punt is het beter dat B. en W. vrijheid van han delen hebben eo in staat zijn in aansluiting met den aanvoer de plaatsing van het vee te regelen. Zij wenschen daarom dat besluit in te trekken, ook omdat daar reeds bezwaren tegen zijn ingebracht en is het hun bedoeling de zaak te laten zooals ze tot dusver was. De heer Roggeveen is het volmaakt met B. en W. eens, dat de regeling aan dit college kan wor den overgelaten, maar toch achtte spr. het wel noo- dig dat de proef eens werd genomen zooals in het bewuste raadsbesluit staat uitgedrukt. Men is van zijp aanvoer niet zeker en ook op de markt vóór de groote najaarsmarkt is de aanvoer zeer groot. Spr. zou dus op dien dag de schapen willen ver plaatsen en de vetmarkt opschuiven. Voorzitter wijst er op, 'dat ook op andere Don derdagen in dit gedeelte van het jaar de aanvoer soms heel groot is en dan toch ook de gewone regeling moet gelden. B. en W. willen liever niet aan een raadsbesluit gebonden zijn. De heer Asjes is dat met voorzitter eens, ook den vorigen Donderdag was de aanvoer zeer groot. Bo vendien is de toestand geheel anders dan vorig jaar. Nu is het marktterrein voor de plaatsing van koeien verlengd. Voorzitter ziegt, dat de aanvoer van vette koeden steeds grooter wordt en nu vinden de koopers en ver- koopers dier dieren het niet aangenaam, met hun vee voor andere koeien plaats te moeten maken. Zij re deneeren: wij komen hier bijna elke week, terwijl de anderen eenmaal per jaar markten, en daarvoor zou den wij moeten inruimen. De heer Buis zegt, dat om drieërlei reden de toe stand moet blijven zooals hij nu is. Ie Is de vetmarkt zoo groot als nooit te voren en moet de plaats daar voor blijven; 2e wordt alle ruimte achter de kerk dan niet onbenut gelaten, waarover de menschen daar steeds klagen en kunnen de schapen daar geplaatst worden en ten 3e, als de nieuwe verordening in werking is, heeft het gemeentebestuur het recht, voor het Raad huis en verder een gedeelte te reserveeren voor door gang en dan kunnen dus ook de schapen er beter door. En bovendien is spr. er in 't algemeen niet voor, de markt steeds te verplaatsen. De heer Meurs heeft geen bezwaar de vette koei en op dezelfde plaats te laten. Maar met volle mark ten staan de koeien in de volle passage, die is to taal versperd, en dat kan niet zoo blijven. De heer Buis: als de nieuwe verordening er is, kunnen wij dat openhouden. De heer Meurs: zal dat ook gebeuren? Voorzitter: als de nieuwe verordening van kracht is ja. Nu kunnen we het nog niet doen, omdat we nog leven onder de oude verordening. De heer Meurs: op drukke markten moet de door tocht evengoed openblijven. De koeien moeten meer het marktplein op geplaatst worden, daar is nog ruimte genoeg. De heer Raat vindt het gewaagd, dat de proef, zooals de Raad die indertijd wilde niet wordt ge nomen. De passage moet vrij gehouden blijven en als de schapen achter de kerk blijven zal dat moei lijk worden. Spr. is het met den heer Roggeveen eens, dat de markt vóór de groote markt even druk, soms nog drukker is dan de groote markt zelf, en daarom wil spr. op dien dag ook de schapen op de Gedempte Gracht. Achter de kerk moet het ruim blijven voor de koeien, die moeten in die richting verplaatst worden en als de schapen er staan gaat dat niet en zal men dus de markt hier en de pas sage niet kunnen ontlasten. Spr. dringt er dus op aan de proef te nemen. De heer Buis zegt, dat aan schipper Ligthart ver boden is zijn koeien aan den rooster achter de kerk te plaatsen, daar zal dus ruimte komen en dus de markt ook daarheen verplaatst kunnen wor den. De heer Raat meent dat dit als gevolg zal heb ben dat Ligthart zijn koeien tusschen de andere zal laten staan en de markt dus niet zal worden ont last. De heer Meurs wil gaarne B. en W. alle vrijheid met de regeling geven, als de. passage maar ruim komt. Spr. acht het verplaatsen der vetmarkt ook niet gewenscht. Voorzitter belooft alle aandacht van B. en voor het vrijhouden der passage en na nog eenige deliberatie wordt het raadsbesluit ingetrokken en algemeen de wen- schelijkheid uitgesproken de vetmarkt niet te verschui ven. De heer Raat wil voor de vetmarkt meer ruimte reserveeren, tot de trap achter de kerk en de leuning daar verlengen. Voorzitter zegt, dat dit reeds bij B. en W. in onder zoek is. Volgt de gemoentebegrooting. Door den gemeente-secretaris was verhooging van jaarwedde verzocht en B. en W. stelden dit voor te brengen van f 900 op f 1000. De commissie belast met het onderzoek der begrooiing, kon daarmee niet mee gaan. Zij was niet ongenegen het salaris te vorhoogen, maar achtte het totale bedrag dat aan salarissen voor het gemeente-secretarie werd uitgegeven méér dan vol doende in vergelijking met de verrichte werkzaamheden. B. en W. handhaafden hun voorstel, evenals dat om aan den ambtenaar ter secretarie, den heer Wortel, f 50 verhooging te geven, waartegen de commissie de zelfde bezwaren had aangevoerd. De heer Raat geeft in overweging hier het advies van B. en W. te volgen, omdat hij de verhooging zeer billijk vindt en een salaris van f 900 niet voldoende acht voor een secretaris van Schagen. Spr. vindt even wel de opmerking der commissie niet ongegrond en lijkt het hem ook niet onmogelijk dat hier de werkzaam heden ter secretarie gedaan kunnen worden door werk krachten die men minder zal behoeven te betalen. Spr. wil dan ook in de- toekomst die pogingen zien aan gewend die in deze gewenschte richting zullen leiden, maar thans een billijke verhooging reeds toekennen. De heer Meurs (lid der commissie) acht het sa laris van den secretaris op f 1000 volstrekt niet te hoog. Maar de kwestie is eigenlijk deze, dat wij in een gemeente als Schagen wel 3 seretarissen heb ben. Zoowel de le als de 2e ambtenaar hebben het radicaal. En spr. gelooft dat dit voor een plaatsje als Schagen wel eenige luxe kan worden genoemd. Als wij de salarissen moeten regelen naar de capaci teiten, die de ambtenaren hebben, zal dat voor de gemeentekas te bezwaarlijk worden, en zal dat be vorderen dat de heeren hier blijven en niet naar elders solliciteeren. Heel geschikt kunnen wij op onze secretarie 1 ambtenaar missen, Spr. vergelijkt Schagen bij Anna Paulowna en Barsingerhorn, waar respectievelijk de burgemeester secretaris is en met 1 ambtenaar het werk afdoet, en te Barsingerhorn, waar de gemeente-secretaris tevens ontvanger is en het met een jongetje redt. En al gaat die vergelij king niet heelemaal op, toch mogen wij gerust con- staieeren dat 1 ambtenaar hier meer dan voldoende is. En dan heb ik tegen een flinke salariëering nie mendal. De heer Asjes (lid der commissie) zegt het met de heeren Meurs en Raat eens te zijn. Het is geens zins de bedoeling het tractement van den secreta ris hoog gènoeg te noemen. Voorzitter concludeert dan ook dat de verhooging van het salaris feitelijk buiten beschouwing blijft, daarmee gaat men algemeen wel accoord. Het eeni ge verschil is, dat men het aantal ambtenaren te 'hoog en te duur acht. Soms zijn er ook wel tijden, dat er 1 ambtenaar te veel is, maar op andere tijden is dat weer niet het geval. Een gemeentesecretarie is geen particulier bedrijf, hier is veel periodiek werk, dat op een bepaalden tijd af moet zijp. Dan is het eens drukker, dan weer stiller. En men zit op de secretarie heusch niet met de armen over el kaar. En bovendien de toestand is eenmaal zooals hij is, een gevolg van de omstandigheden en daarin direct verandering te brengen, dat gaat nu eenmaal niet. De le ambtenaar is steeds solliciteerende en als deze het geluk heeft benoemd te worden, dan zul len we eens nagaan of deze vacature onvervuld kan blijven. Het is zonder verdere hulp te probeeren. We zouden ook door de aanschaffing van een schrijf machine of zoo, verbetering in de hulpmiddelen kun nen brengen. B. en W. zijp gaarne bereid dat te onderzoeken. Maar omdat de omstandigheden nu eenmaal zoo zijn, kan men niet tot de ambtenaren zeggen: we zullen jelui tractement laag houden, De heer Meurs redeneert anders, n.1. zoo: wij ver- hoogen het salaris niet, anders raken wij de jongelui moeilijker kwijt. Hoe hooger hun salaris, hoe moei lijker voor hen om zich te verbeteren. Zoo wordt het ook op verschillende kantoren geregeld. Men zegt: ja, je verdient eigenlijk meer, gelet op je capaciteiten, maar ik kan je met meer betalen. Voorzitter: men houdt ze dan toch in zijn dienst. De heer Meurs: Ja, op het salaris dat zij verdienen. Vooizitter: men zou die personen ook wat tegemoet kunnen komen. De heer Meurs: de commissieleden waren het allen eens dal er een overcompleet van personeel was. U is dat blijkbaar niet geheel met ons eens. Als wij hier besluitener is er éen te veel en dat werd doorgevoerdi dan was het in drukke tijden niet zoo erg als de heeren 's avonds eens een paar uur terug kwamen, bijv. \an 6—8. En als dat geschiedde met een goede sa la riet-ring, geloof ik niet dat de ambtenaren er zelf iets op tegen zouden hebben. Wij hebben hier toch geen hoogere salarissen te geven ook al zijn wij er van overtuigd, dat het totale bedrag hoog genoeg is. Het is geen filantropische inrichting. Werkelijk, zegt spr., ik ben niet tegen een betere salarieering, maar alleen bij in krimping van het personeel. Voorzitter: een tractement van f 250 voor een 2en ambtenaar is toch niet hoog. De heer Meurs: Juist, het gaat niet langer op. een jongmensch, die het radicaal van gemeente-secretaris heeft, nog langer te laten loopen op een salaris van f 250, het moest noodig op f 400 worden gebracht. Maar op die manier wordt het voor een gemeente toch te duur. Zoo is het met den heer Wortel ook. Volgens zijn capaciteiten moest hij noodig meer ver dienen. Maar het is wat anders, of wij het kunnen geven. En bovendien, hoe meer wij hem geven, hoe moeilijker raken wij hem kwijt. Voorzitter: al geeft de Raad hem f 50 verhooging, dan is dat nog geen salaris waarop hij hier zal blijven. Spr. meent, ook, dat die vergelijking met Anna Paulowna en Barsingerhorn niet opgaat. Scha gen is de hoofdplaats van een kiesdistrict, met Land- tweer en Militie zijn hier bemoeiingen die dkar niet voorkomen. Dat alles bij elkaar geeft meer werk en daarvoor is een ambtenaar noodig, terwij] de tweede het loo- pende werk verricht. Bij de afschaffing van een amb tenaar zullen er misschien aanmerkingen van hooger hand komen over eventueel vergissen en dat zou spr. hoogst onaangenaam vinden. Dat is, zoolang hij hier is, nog nooit gebeurd. De heer Meurs meent, dat het ook de verkeerde wereld zou zijn, als er bij een overcompleet van personeel de zaken niet in orde waren. Voorzitter zegt dat de werktijd van 912 en 14 uur noodig is voor het werk en dat er geen werkkracht overcompleet is. Toch belooft hij na mens B. en W. overweging. Na nog enkele discus sie wordt het voorstel om f 100 salaris meer aan den secretaris te geven zonder stemming aangeno men. Volgt nu het adres van den heer Wortel, len. ambtenaar ter secretarie, om verhooging van jaar wedde, nl. in overeenstemming met de salarissen der onderwijzers, eveneens met periodieke verhoo gingen. De heer Meurs informeert of de ambtenaar Kaan, die niels heeft gevraagd, nu ook niets krijgt. B. en W. oordcelen, dat het volgende jaar Wortel wel zal slagen om een andere betrekking te krijgen en dat voor Kaan dan een andere regeling komt. Bo vendien willen wij straks voorstellen Kaan f 35 extra- belooning te geven voor opnieuw inrichten van de be volkingsregisters. De heer Meurs acht op de vraag van den Voorzitter over dezen post hoofdelijke stemming noodig. De heer Raat' zegt, dat het hem spijt dat de heer Meurs over dezen post hoofdelijke stemming vraagt en nu de te hooge uitgaven vcor de secretarie allen schijnt te willen verhalen op dezen ambtenaar. En al mag het nu waar zijn, dat het aantal ambtenaren wat groot is, even waar is het ook. dat een salaris van f 550 voor een len ambtenaar geen overdadig tractement ge noemd mag worden. In verband met de hoogere le- venseischen die gesteld worden, is een inkomen van f 550 maar even voldoende. Met Kaan is het een heel ander geval, omdat deze bij zijn vader thuis is en heeft hij dus niet dat noodig wat Wortel noodig heeft en een bedrag van f 11, waarvan een fatsoenlijk kost huis zal moeten worden betaald is niet veel. Spr. be pleit de salarisverhooging van den heer Wortel en geeft den Raad in ernstige overweging de verhooging toe fie staan, een eisch des tijds als spr. een fatsoenlijke salarieering noemt. De heer Meurs vindt het eigenaardig, dat de heer Raat zich uitgeeft voor gedachten lezer, door van spr. te zeggen, dat hij tegen zal stemmen, alleen omdat hij hoofdelijke stemming vraagt. Spr. had een geheel an der motief om dat te vragen, omdat hij aan zijn stem persé de verklaring wenschle te verbinden, dat hij alleen voorstemde onder den nadrukkelijken wensch, dat het per soneel op de secretarie zal worden ingekrompen. Het was volstrekt spr.'s bedoeling niet deze f 50 bezuini ging op Wortel le verhaten. Met algemeene stemmen wordt de verhooging toe gestaan. Bij den post reiskosten vraagt de heer Raat naar het verschil in het bedrag daarvoor over verschil lende jaren. Spr. wordt ingelicht, dat dit van omstandigheden afhangt,, of B. en W. het een en ander moeten onderzoeken, zoo bijv. nu misschien voor het brand- wezen. De heer C. de Boer, doodgraver, had verhooging van salaris gevraagd. B. en W. stellen voor dit sa laris te brengen van f 200 op f 225, met vrije wo ning. Allen voor. Bij den post bestrating Informeert de heer Raat of dit voor gewoon onderhoud is. Spr. geeft in overweging meer regelmaat In het vernieuwen te brengen. Voorzitter zegt, dat dit de bedoeling is. De heer Meurs brengt met het oog op den post onderhoud begraafplaats ter sprake het geval, dat wilgenteenen, die geplant moesten worden, in de sloot zijn blijven liggen en nooit geplant zijn. Spr. zegt dat dit hem is meegedeeld en vraagt of dat waar is. De heer Buis moet tot zijn leedwezen toegeven, dat het waar is. Ze zijn te lang in het water blij ven liggen,.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 5