Li r
De heer Meurs meent dat, als iemand hoornen
bestelt, hier de gemeente-opzichter, hij er ook om
moet denken dat ze geplant worden en dat niet
weken moet laten wachten. Het is ditmaal nu niet
zulk een groot bedrag, maar het is toch totaal
weggegooid geld.
De heer Buis: het is door ons vergeten.
De heer Vader: Ons? niet ons, maar de gemeente
opzichter. Deze had van Speets wat ijpenveeren en
wilgenteenep gekocht. De ijpenveeren zijn op het
kerkhof gebracht en ook later geplant. De wilgen
zijn in de sloot geplaatst, bij C .de Boer, omdat die
dingen in het water moeten staan, en vergeten.
De heer Meurs hoopt dat als de gemeente-opzich
ter weer eens boomen bestelt, hij ze niet weer zal
vergeten te planten, dat is toch wel het minste wat
"wij kunnen verlangen.
De heer Roggeveen vestigt de aandacht op de
doode boomen, die vervangen moeten worden. Spr.
wil daarvoor boomen hebben van voldoende capaci
teit en ze oordeelkundiger geplant hebben. Er is
de laatste maal niet voldoende op gelet en voor vol
doenden verschen grond gezorgd.,
Spr. wordt meegedeeld, dat op de begraafplaats
beste ijpenboomen voorhanden zijn.
De heer Bijpost: Wie is belast met het toezicht
op de geplante boomen? Men moet die boomen vol
doende natmaken dan gaan ze niet dood. Hetzelfde
doet zich voor op de Snevert.
De heer Roggeveen acht het planten in het najaar
beter dan in 't voorjaar.
B. en W. beloven alle aandacht.
De heer Roggeveen informeert naar een pomp, het
slaan van een nortonput?
We hooien zoo iets van geheime vergadering en
blijven verder even wijs (dom) als we zijn.
De heer Raat vraagt inlichtingen over den post waar
in de beschoeiingen zijn opgenomen. Voorzitter licht
loe, dal deze zooveel hooger is door de vele herstellingen.
Ook zal een gedeelte nieuw beschoeid moeten wor
den, n.L voor het perceel P. Trapman op de Laan.
De heer Meurs vestigt de aandacht op beton voor
beschoeien. Hout geeft een kolossaal onderhoud.
Met het bewuste gedeelte zal een proef worden ge
nomen.
De heer R. de Liefde, agent van politie, had verhoo
ging salaris gevraagd. B. en W. adviseeren hat salaris
op f 400 te laten, zijnde dit bedrag in overeenstemming
met de diensten die De Liefde presteert. Allen voor.
Bij den post brandwezen spreekt de heer Raat
zijn teleurstelling uit, dat deze post niet is ver
hoogd. Spr. blijft den toestand van ons brandwezen
onvoldoende achten en blijft er op aandringen dat
B. en W. aan deze zaak alle aandacht wijden. Spr.
heeft straks tot zijn genoegen gehoord, dat B. en
W. op reis denken te gaan voor onderzoek, (Mis
schien! zegt voorzitter.) en hoopt dat spoedig voor
stellen tot uitbreiding en verbetering zullen komen.
Voorzitter zegt dat B. en W. al eens prijsopgaaf
van, een stoomspuit hebben gevraagd en die was
f 2900. Dat is een bedrag dat uit de gewone mid
delen niet kan worden bestreden, dus zal er een
geldleening voor moeten worden gesloten, wat een
zaak is, die bij deze begrooting niet kan worden be
handeld. B. en W. zullen evenwel onderzoeken.
De heer G. Muijs vraagt als keurmeester van het
vleesch f 100 verhooging van salaris, nl. van f 100
op f 200. Door de nieuwe verordening die is vast
gesteld op de keuring van het vleesch, zullen er
ook meer bemoeiingen voor den keurmeester uit
voortvloeien. Allen voor.
De heer A. Prins, conciërge van de gemeente
school, vraagt verhooging van salaris. B. en W.
stellen voor f 25 verhooging te geven. Allen voor.
Den post eereblijken stellen B. en W. voor te
brengen van f 300 op f 150. B. en W. bedoelen het
reisje naar Amsterdam door de leerlingen der hoog
ste klasse elk jaar te doen plaats hebben, het reisje
naar Bergen en Schoorl, door de lagere klassen om
het andere jaar.
De heer Raat informeert of het advies der school
commissie is gevraagd.
Voorzitter zegt, dat het advies dier commissie
niet is gevraagd. Dit voorstel is mede een gevolg
van het besluit van voor twee jaar, toen is er ook
bezuinigd. Er worden voor die reisjes groote kosten
gemaakt, en B. en W. achten het bezwaarlijk jaar
in jaar uit dat hooge bedrag, dat er voor n°odig
is, er voor uit te geven.
De heer Raai kan zich met dit voorstel niet ver
eenigen, hij vindt het jammer, dat een deel der
schoolkinderen een reisje naar Bergen en Schoorl
om het jaar wordt onthouden. Men moet zulk een
reisje zelf eens hebben meegemaakt om te weten
wat zulk een uitje voor de kleinen, is. En waar het
blijkbaar nogal moeilijk is geweest de begrooting
sluitende te maken, spijt het mij, dat het 't arme
kind. is, die het gelag moet betalen in den vorm
van het missen van zijn geijkt feestje. Spr. geeft
in ernstige overweging het gewone bedrag weer uit
te trekken-
De heer Roggeveen sluil zich bij deze redeneering
aan en vindt het verkeerd, dat een gedeelte der kin
deren één jaar zullen uitgaan, terwijl de anderen zul
len moeien thuis blijven.
Voorzitter licht toe, dat het de bedoeling is. dat als
de 6e klasse alleen naar Amsterdam gaat, alle kin
deren dat jaar thuisblijven. En kinderen die 3 jaar dn
school hier bezoeken, gaan 2 maal naar Bergen en
Schoorl, dat achten B. en W. voldoende.
De heer Raai zegt nogmaals het te betreuren, dat
het arme kind het hier moet ontgelden. Waar de kin
deren anders viermaal gingen, gaan ze nu tweemaal.
Voor grooten is het bezoek aan Bergen steeds mooi
al gaat men ook meermalen in het jaar. Hoeveel ie
meer is dat niet voor kinderen. Men moet maar eens
hooren wat het voor de kleinen beleekent, weken te
voren heeft men het er al over. En voor de kinde
ren wier oudere zelf hel reisje kunnen betalen is het
niet zoo erg, maar juist voor diegenen die dat niet
kunnen is het 't ergst. En bovendien, afgescheiden van
de leerplichtwei, zal het schoolbezoek er niet door wor
den bevorderd. Spr. stelt voor het oude bedrag te handL
haven.
Vóór: de heeren Raat, Roggeveen en Meurs, de an
dere heeren tegen, dus verworpen.
Bij den post f 25 voor lidmaatschap Kanaalvereeni-
ging, vraagt de heer Raat, of dit goed besteed geld is.
De heer Roggeveen zegt, dat de vereeniging verschil
lende plannen heeft gemaakt, die geld kosten. Nu is zij
in afwachting van de plannen der regeering, met het
oog op de drooglegging der Wieringermeer. De vereeni
ging wil dan trachten haar plan in dat regeeringsplan
te zien opgenomen
De heer Raat geeft de vereeniging in overweging,
gedurende die rustperiode de bijdragen der leden en
donateurs wat te verminderen.
De heer Roggeveen acht dit geld evenwel nog noo-
dig.
Is ingekomen een adres van hel Witte Kruis. De
verbetering van de volksbadinriehting aan De Wiel, die
hoog noodig is, zal f 225 kosten, welk geheel bedrag
aan den Raad wordt gevraagd. Bovendien wordt een
jaarlijksche subsidie gevraagd van f 75 voor onderhoud!,
toezicht, landhuur. enz.
B. en W. stellen voor f 150 te geven voor de zwem
school en f 50 jaarlijksche subsidie. Het is wat veel
gevergd, acht dit college, dat de kosten voor herstel ge
heel voor de gemeente komen.
De commissie voor de begrooting wil f 225 toestaan,
plus f 50 jaarlijksche subsidie.
De heer Asjes was het in beginsel niet met de com
missie eens om het volle bedrag toe te kennen, of
schoon spr. er ten slotte zijn stem aan heeft gegeven.
Hij weet evenwel dat het Hoofdbestuur van Het Witte
Kruis voor dergelijke zaken wel eens meer bijspringt
en acht het ook nu hier daarvoor de gelegenheid. Spr.
gaat dan ook nu met B. en W. mee.
De heer Meurs zegt, dat hij het best vindt, dat Het
Witte Kruis het verzoek heeft gedaan. Spr. is er ze
ker van. dat het besluur niet 'het volle bedrag had
gevraagd, als men zelf over voldoende middelen te be
schikken had gehad. De verbeteringen die men wil
aanbrengen zijn zeer noodzakelijk en een zwemplaats
als we nu hebben is onmisbaar, wil men tenminste
niet. dat de jongens overal zwemmen, soms aan den
publieken weg
Spr. vindt het al heel aardig dat het Witte Kruis
het initiatief heeft willen nemen om zulk een volks
zwemschool te maken en nu dat ding verbeterd
moet worden, is het niet erg, dat de gemeente alle
kosten betaalt.1' Het Witte Kruis zorgt toch reeds
voor toezicht, onderhoud, landhuur.
De heer Buis: daar wordt ook f50 voor gegeven.
De heer Meurs: dat bedrag is niet voldoende,
daar kan alles niet van worden betaald. En boven
dien ben ik, zegt spr., voor de volle bijdrage, omdat
andere dingen bij het Witte Kruis onder de uitga
ven voor de zwemschool moeten lijden.
De heer Bijpost (lid der oommissie) zegt, dat de
commissie eenstemmig van oordeel was, dat waar
het gemeentebestuur verbiedt in alle wateren maar
te zwemmen, dat gemeentebestuur ook verplicht Is,
een inrichting te maken, die voor baden en zwem
men kan worden aangewezen. Het is dan ook het
oordeel der commissie dat de gemeente heeft zorg
te dragen voor de middelen om deze badinrichting
te herstellen en in stand te houden.
De heer Roggeveen herinnert aan de vergadering
van het Witte Kruis, waarop besloten is deze aan
vraag tot de gemeente te richten. Algemeen werd de
verbetering der zwemschool noodig geacht, maar het
Witte Kruis had geen middelen om zelfs maar een
deel te bekostigen. Wordt niet het geheele bedrag
toegestaan, dan zal de heele verbetering ook niet
kunnen worden uitgevoerd. Spr. is het geheel met
den heer Bijpost eens, dat het op den weg der ge
meente ligt voor een zweminrichting te zorgen. Zou
het Witte Kruis moeten helpen betalen, dan zou
het geld daarvoor moeten worden geleend.
De heer Raat kan het best met het advies der
commissie meegaan, maar wilde liever nog verder
gaan. Spr. wil deze badinrichting brengen onder ge-
meente-ëxploitatie. Spr. meent, dat een dergelijke
inrichting die een volkszaak genoemd mag worden,
niet aan het particuliere initiatief mag worden over
gelaten, maar dat het een inrichting moet worden,
die aan alle elschen moet voldoen. Spr. meent ook
dat, de uitgaven bij gemeente-exploitatie niet zooveel
hooger zullen worden. Hij noemt het een plicht der
gemeente dat een inrichting wordt daargesteld, die
'aan, het doel dat men zich voorstelt geheel vol
doet.
Voorzitter is van oordeel, dat een gemeente-ex
ploitatie uit den aard der zaak duurder en omslach
tiger zal worden. Er zal voor toezicht gezorgd moe
ten wordeh, dat aan alle eischen voldoet, ook in de
9 10 maanden, dat de inrichting niet wordt ge
bruikt, zal op de eigendommen der gemeente toe
zicht noodig zijn. En dan acht voorzitter de plaats
ook niet zoo geschikt voor een volksbadhuis, met
in de toekomst schoolbaden. Het is te ver weg. Van
gemeente-exploitatie zou cükn iets kunnen komen als
de waterleiding er was.
De heer Raat licht toe, dat op verschillende an
dere plaatsen hier reeds geprobeerd is een volkszwem
school te stichten, maar dat het water nooit ge
schikt was. En bovendien is de afstand nu niet zoo
groot, met de fiets spoedig genoeg te bereiken.
Voorzitter meent, dat als men spreekt van een
volkszaak, men die niet moet verbinden met het
bereiken per fiets.
De heer Raat bepleit nogmaals de wenschelijk-
heid van gemeente-ëxploitatie, oordeelt dat dit niet
duurder behoeft te zijn. Hij acht hat noodig dat
waar het particuliere initiatief iets heeft opgericht,
dat een algemeene volkszaak blijkt te zijn» en dat
te zwaar wordt voor dat particuliere initiatief, de
gemeente helpt en het werk overneemt.
De heer Bijpost wil zeer vrijgevig jegens het par
ticulier initiatief zijn, wat deze raad steeds is geweest,
maar vooral niel het dooden, door het werk uit han
den te nemen. Spr. acht gemeetntef-exploitalie beslist
omslachtiger en duurder dan bij particulier beheer.
Het vooretel-Raat om gemeente-exploitatie toe te pas
sen, wordt verworpen met alleen de stem van den
heer Raat voor.
B. en W. wijzigen nu in zoover hun voorstel, dat
zij het heele bedrag f 225 aan het Witte Kruis willen
geven met l 50 jaarlijksche subsidie.
Het voorstel wordt nu zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Op het adres van de vereeniging tot het geven van
vakonderwijs in Westfriesland om subsidie, wordt met
algemeene slemmen afwijzend beschikt. B. en W. oor
deelden, dat dit onderwijs in onze gemeente zelf werd
gegeven en door de gemeente werd gesubsidieérd én
dat dit door deze vereeniging nog meer verbrokkeld
zal worden.
De heer Raat motiveert zijn stem mei te wijzen
op het optreden der inspecteurs van het vakonderwijs
en ambachtsonderwijs om meer eenheid en overeen
stemming in dit onderwijs te brengen. Spr. wil het re
sultaat hiervan afwachten en twijfelt niet of dan zal
de Raad bij een eventueele aanvraag om steun, ook
wel willen helpen.
De begrooting der gemeentegasfabriek komt ter spra
ke. De gascommissie stelt voor het salaris van den
len fitter te bepalen op f 12.50, 2en fitter f 9.50. sto
ker f 10.50, hulpstoker f 9.50. dus met f 0.50 te ver-
hoogen. B. en W. hebben geen bezwaar, de Raad even
min, dus wordt dit voorstel en daarna de begrooting
der gasfabriek goedgekeurd met een vermoedelijk ba
tig slot van f 1104.25.
De Hoofdelijke Omslag wordt bepaald van ruim
f 10000 vorig jaar, op ruim f 12000 thans.
De heer Raat vestigt bij den post landverkoop er
de aandacht op, dat dit bedrag op f 550 is bepaald,
terwijl het waarschijnlijk is, dat er niets zal wor
den ontvangen. Spr. zag dien post liever op f 1.
geraamd.
Na enkele discussie blijft de post op f 550 bepaald.
De begrooting wordt nu goedgekeurd in ontvangst
en uitgaaf op f 70691.08, met een post voor onvoor
ziene uitgaven van f 800.
Aan den heer Kaan, 2en ambtenaar ter secretarie
'wordt met algemeene stemmen f 35 toelage gegeven
over 1910.
Bij de rondvraag brengt de heer Raat ter sprake
het verkoopen van gemeentegrond In de Landbouw-
straat. Spr. haalt het voorbeeld van den heer Pluk
ker aan. Het duurde met de beslissing zoo lang. dat
elders werd gebouwd. Spr. vraagt of de formalitei
ten, die aan den verkoop zijó verbonden, niet wat
kunnen worden vergemakkelijkt .Wie bouwen wil,
wil liefst niet zoo lang wachten.
Voorzitter zegt, dat de Raad besluiten moet om
grond te verkoopen, dat mag nu eenmaal niet an
ders. Ged. Staten moeten dat besluit goedkeuren,
dus verloopt er tijd, maar hoogstens een maand.
Het verkoopen van den gemeentegrond staat hier
evenwel in een kwaden reuk. Het heet dat B. en
W. zooveel eischen hebben, maar dat is beslist niet
het geval. In het geval door den heer Raat genoemd,
ls de aanvraag gekomen, de teekening ingeleverd,
en wij hebben er niets meer van gehoord. Hadden
wij het perceel niet aan de overzijde zien verrijzen,
we zouden steeds nog moenen, dat de aanvrager er
over dacht. Van lastige bepalingen of wat ook is
geen sprake.
De heer Raat hoort dat tot zijn genoegen. Spr. brengt
nu ter sprake het gedempte gedeelte bij het spoor,
en vraagt of daarvan nog niet een gedeelte kan worden
beplant. Het zou heel erg verfraaien. Het is toch de
bedoeling dat gedeelte te beplanten?
De heer Buis zegt, dat B. en W. er ook over hebben
gesproken, maar dat de plek die beplant kan worden,
nu nog te klein is. Is er gog een gedeelte gedempt
en is wat daar ligt wat bezakt en bestorven, dan zal
het beter gaan.
Voorzitter zegt, dat het de bedoeling is, het urinoir
te maskeeren en ook voor het gedempte gedeelte
beplanting te maken.
De heer Raat blijft het in de aandacht van B. en
W. aanbevelen.
Hierna sluiting.
(Reeds aan onze Schager Abonné's toegezonden).