Voor Dammers. Zaterdag 31 December 1910. 54e Jaargang. No. 4839. DERDE BLAD. I Binnenlandsch Nieuws. Wijze menschen' hechten niet aan geld; Socratcs bijvoorbeeld. kon 't missen; en ik ben noch van Solon, noch van Bias, noch van Pitacus, noch van eenig andere ster aan den Helleenschcn hemelder Wijs heid te weten kunnen komen, dat hij rijk aan 'aard- sche goederen was, terwijl ons van Jezus bekend is, «lat hij in armoede geboren en niet rijk gestorven is. W ijze mensehen hediten ook niet aan roemwaar schijnlijk omdat zij weten, dat roem dikwijls weinig anders is dan 'n mode, 'n gril. „to be the topic of the day om morgen weer vergeten te woorden; 'n hardlooper voor 'n anderen hardlooper, 'n zanger voor i n anderen zanger, 'n redenaar voor 'n anderen rede- naar, n schilder voor 'n anderen schilder; Hoblin voor I Murillo, Mtrrilüo voor Rafaël. Rafaël voor Van Dijck, Van I Dijck voor Rembrandt, Rembrandt voor den Delft- schen De Veer; waarschijnlijk ook, omdat zij weten. Allee betreffende deze rubriek te richten aan het«n».^"geï!^r "jonden is' Bureau Schager Courant en voorzien van het opschrift u hidiasikostte hem zijn hart, Nebucadnezar ..Damrubriek". aaar me* aJn verstand, ïNapole&n met zijn vnj- neid. De wereldberoemde Munkacksy die „Jezus Oplossing Probleem Ao. 30. Christus voor Pilatus" schilderde, en 'n even groot van D- A- Blom, Sint Maarten. dichter als schilder was, stierf krankzinnig; Vincent Stand zwart 8 schijven op; 8, 9, 10, 13, 17, 18, 27, van Gogh, wiens eenvoudigste krassen nu 'n klein ver- 36 en een dam op 14. j mogen waard zijn, pleegde in 'n vlaag van waanzin Stand wit 8 schijven op: 24, 28, 29, 34, 41, 43, i zelfmoord, door zich de ooren af te snijden; Paul Ver- 47, 48 en een dam op 44. "jfc Mg Mh Oplossing; Wit; 2923. Zwart; 18 38. 4843. 14 26. 43 5 en wint. Goede oplossingen ontvangen van: D. D. te Den Helder. P. J. WT. J. C. de J. en B. 1e Anna Paulowna, Joh. v. d. S. te Wieringerwaard N. J. S.. Jn. F. en P. N. te Oudesluis, S. E. teZijpe, K. V. te Koegras, P. B. Pz, H. J. G., G. de VV. en C. v. G. te Schagen, D. O. Azn. te N. Niedorp, L. K. Czn. te Noords charwoude, J. D. te Warmen- huizen, J. V. Pzn. te Keinsmerbrug. Probleem No .21, van P. J. Waiboer, Anna Paulowna. Zwart laine misschien Frankrijks grootste dichter was te zeer afgeweken, om de afwijkingen van zijn al te natuurlijk Teven te controleeren; Oscar Wilde evenzeer. Beroemd zijn of beroemd worden, wil zeggente staan aan den rand van n afgrond; en elke dichter, schilder, staatsman, schrijver of wat hij ook zijn moge, mag weten dat met de grootere bekendheid van zijn naam, ook de gevaren groeien en toenemen, die hem be dreigen of bedreigen zullen. Engilsche wijsheid leeraart: „A happy life is a bidden life"; ,,'n gelukkig leven is n verborgen leven'. Lees voor „verborgen"': „stil', onbesproken „onopgemerkt" en de specimen van be roemdheid der voorbijgegane en nu levende geslach ten zullen het u bewijzen,' dat dit 'n woord van wijs heid is en van waarheid tevens. Stil zijn weg te mogen gaan, zijn krantje te mogen lezen, zijn. w-erk te doen. zijn schuitje te sturen: in allen eenvoud zijn brood te mogen verdienen en eten, zonder praal van gedoe, zonder praal van geld of mooie klec- ren, zonder altijd n groot woord te voeren; maar wel willend en goed te wezen, stil cn bescheiden doende, met hart en ziel, wat men doen moet, dat is verreweg het beste Qal na.'-- den mooie vloeken wezen, want ik zou 't «loon me', hart en ziel; maar toch vloeken. Och och, wat ben ik weer afgedwaald Eerst eens even zien waar ik gebleven ben. O ja, op Broadvvay, bij Mr. RothschiM. Hij zei: Zie eens, Mr. H. d. H.. eigenlijk zijn de gevoelens van 'n millionnair en van Tl niet-millicrtinair precies dezelfde. U kleedt u eenvoudig, ik ook; u eet totdat uw honger gestild is, ik ook; u werkt cn ik werk; u hebt misschien in Holland nog wel eens n vrij uurtje, ik hier nooit; u zegt. dat u moet rekenen, ik doe het. Welk verschil is er dan tusschen ons? Of is u ook millionnair?" Toen moest ik lachen. Neen, dal was ik niet. Never mind! It 's all tne same, and yet... Toen kwam de aap uit de mouw en hij zei glimlachend en bedaard: ....en toch is 't wel 'n aangenaam gevoel, rijk le wezen. Maar ik herhaal het: „Wijze inenschen hechten niet aan geld. evenmin als aan roem; en toch Door vriendelijke tusschenkomst van den heer Grei- danus. Secretaris der Kamer van Koophandel, had de heer Vlierboom mijn passage van de Cunard-line over geschreven op de Holland-Ainerika-lijn, en vertrok ik Zaterdagmorgen 10 uur met het stoomschip „Nieuw- Amsterdam" uit Hoboken. Ik moest Dirk achterlaten, en hij beloofde mij, als er binnen twee of drie da gen iets belangrijks gebeurde, te zullen marconigrafee- ren. We waren al heel wat uren in zee, de avond was al gevallen en ik zat met 'n paar Franschen en 'n Duitscher in de rookkamer 'n kop thee te drinken, toen een der hofmeesters, met meesterlijke hoffelijkhéid naar mij toekwam en vroeg, of ik zoo en zoo heette. Ik antwoordde bevestigend. Of ik dan zoo goed zou willen zijn bij den kaptein le komen? Bij den kaptein?! vroeg ik verwonderd. En 't kleine groepje dat het in 't Engelsch gevoerde gesprek verstond, was even verwonderd als ik en uitte zich in allerlei gissingen. Want 'n kaptein aan boord van zoo'n zeekasteel is geen „mensch" meer; dat is 'n soort van verheveling, wiens eigenlijke sferen eerder dén héinél raken dan dit ondermaansdie: 'n Koning is, bij hem vergeleken, 'n soort van armvader. ,wien men ter laat- leven iste. Dat is 'n veel gelukkiger leven dan het i stel' instantie mag toespreken. Aan boord van 'n schip van 'n Koning' of 'n beroemd' veldheer of h spreekt niemand, durft cn mag niemand den kaptein groote onderscheiding 't was aan zoo'n krant te mogen werken, bij welke woorden ik derotetijk knik te. En al deze woorden woorden van eere voor de Schager Courant heb ik, vriend Trapman! met vreugde voor u in ontvangst genomen, en met blijdschap geef ik ze u hierbij over. En nu? Zie, ik weet 't: wijze menscben bec-bten niet aan geld; 't zwaartepunt van 't leven ligt ergens an ders dan in 't geldlaadje; maar als ik weet bij ondervinding weet hoe gelukkig het is, uit 'n beurs vol met penningen een handvol te mogen grijpen, waar leed gelenigd kan worden, hoe gelukkig moet 't dan wel zijn ongetelde goudstukken ter bestemder en aangewezener plaatse te mogen offeren, als groo- ter nood aanklopt en 'n beroep doet op het betere In ons! Dan zou ik bijna 'n briefje sturen naar Broad- wav 368, om mijn vriend Rothschi'.d mede te deelen dat ik zijn... „en toch"... volkomen heb begrepen. Wijze mensehen hechten niet aan roem; ik weet 't. Maar als ge midden op den oceaan met eerbied hoort spreken over de krant waaraan ge werkt, ziet, dan doet u dit toch aangenaam, aan, en ge neemt u voor deze boodschap van goed nieuws zoo spoedig mogelijk aan het eigenlijke adres te bezorgen, wat ik bij dezen doe. De vriendelijkheid van Kapitein Roggeveen stelde mij in staat dezen brief aan boord reeds te schrij ven, voor welke vriendelijkheid ik hem dubbel dank baar ben, daar ik, thuis gekomen, heel wat te doen zal vinden. Dat dit geen Nieuwjaarsbrief is, zal mij met de gewone welwillendheid der lezers vergeven worden. H. d. H. Aan boord van de „Nieuw Amsterdam". toespreken, tenzij... deze eerst 't woord tot hem. richt. De bediende vroeg, of bij mij vóór mocht gaan; twee officieren wachtten in de salon, om mij verder te geleiden. De kajuit van den kapitein lag ver weg. Maar ik dien mij toch even te verkleeden! Ik kan toch zoo niet gaan, met die sweater aan en die ongekamde haren! 't Is het uitdrukkelijk verlangen van den kajj- Wlt schijven op: XI, 17, 25, 38, 39 vermaard schilder, die eiken dag in de kranten wordt opgehemeld en opgekamd, en voor ziohzelven weet, dat hij niet zoo knap of zoo geleerd of zoo machtig is, als sommige menschen denken. „Een lieve vrouw ie hebben* en twee goeie vrienden", zegt n Noorsch spreekwoord, „een gait en 'n stroodak, i is meer waard dan koningseer en koningsrijkdom". En ik voor mij, zou mij liever met diezen rijken rijkdom I tevreden stellen, dan met de armoe van n koning, tein- dat u komt zooals u bent, zonder verwijl die toch nooit te voldoen is. BovendienI Ik volg u. „A king has cares, a king has tears. I Het gezellige groepje keek mij na, enkelen een IToud heart, but anxious broast", beetje bang, anderen lachend, ikzelf 'n beetje onge- 1 en van het meerendeel van dit hem toegelegde héb rust- Kon er 'n telegram uit Holland wezen? Zou lik nü weet noch besef. Willem dood zijn? Of Pieke of een van de kinderen? 1 Ik wil trachten wijs te zijn en evenmin heófiten Zou er wat met 6011 van de vrienden gebeurd zijn? j aan geld als aan roem. Kan 't misschien al 'n telegram van Dirk wezen? Eer ik 't wist stond ik voor twee officieren, die Iaat mi. «mr, „F,-, „«ij i. 'bogen, en vriendelijk zeiden; „Meneer, 't zal ons 'n genoegen zijn, u verder te mogen geleiden." God! Kan 'n mensch in zoo'n hangen twijfel nog aan hoffelijkheid denken!? Ik vergat ze geheel en Stand zwart 5 een dam op 21. H Stand wit 6 schijven op: 13, 19, 28, '30, 35, 48 dat dit trachten naar wijsheid van mij, heel goedkoop .n een dam op 46. *s- De hemel heeft elke ader, waardoor geld mij zou Oplossingen van dit probleem worden ingewacht kunnen toevloeien, afgesneden of gesloten; terwijl de uiterlijk Maandag 9 Januari aanstaande. I kans op roem, in betrekking tot mijn persoonalleen Het spelen op Slagzetten in de Partij. i find!'k^'b^rolfen^rdïn "d' h''™ De volgende slagzet is voorgekomen in een partij, Maar ik herhaal het: Wijze menschen andere gespeeld door de heeren I. Weiss, wereldkampioen, (]an ik, wier wijsheid niet goedkoop is hechten en den bekenden damspeler Bonnard van Lyon. Wit njet aan geld, evenmin als aan roem. En toch speelde hier een zet om zwart te verlokken een foutzet te doen! Wij bedoelen dat zwart op dezen zet een schijf kan winnen. Neemt zwart deze schijf dan doet wit een fraaien damslag. Het afspel is als volgt: Bonnard. Zwart. 8, 9, WIL I. Weiss. Stand zwart 18 schijven op: 2, 3, 5, 6, 7, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 20, 23, 25 en 26. Stajid wit 18 schijven op: 24, 29, 31, 32, 33, 34, 36 37, 38, 39, 41, 43, 44, 45, 46, 47, 49 en 50. 3328. Zwart: 2530. 10 30. 13:42. 1. 2. 3. 4. Wit: 34 14. 28 19. 37 48. Mooi berekend! 4. 26 28. 5. Wit: 3934. 30 39. 6. 44 4. Een fraaie slag. Bijzonder mooi is de wijze waarop Weiss op dezen slagzet speelde. Opmerkelijk is de stand der 6 witte schijven op wit's langen vleugel, die oogenschijnlijk nadeelig staan. Wit kan echter door 3228 enz. een geduchten stand innemen op het centrum. Deze soort stellingen zijn ingewikkeld en gevaarlijk voor beide partijen; een ernstige stu die is noodig om in dergelijke standen te weten wat men moet spelen. Daarom geven wij den minder sterken spelers in overweging aan dit soort spel niet eerder te beginnen, dan na voldoende voorafgaande studie. CORRESPONDENTIE. K. V. te Koegras, Uw gezonden probleem zullen wij gaarne plaatsen. Aan het door u gevraagde zal spoedig worden voldaan. D. O. Az. te N. Niedorp. De slagzet is heel aardig. Gij maakt werkelijk goede vorderingen. Het resultaat van de 4 gespeelde partijen met den heer B. is gunstig. Laat deze kleine nederlaag u niet ontmoedigen. Een abonnement op het Bondstijdschrift wordt door ons opgegeven. CCLXXVIII. Van New York naar Rotterdam. Aan boord van het S.S. „Nieuw Amsterdam". Kapitein Adiiaan Roggeveen. OVER GELD EN ROEM. Somo good pcople moet sometimes otlier good P°°ple, with wlioin they should like to be good friinUs;alaSi Lhey often are no more than ships tliat pass ju (Ju jdghL Rut God knows thejn, and after they recognize ea/ch other. H. d. H. Written in the Memorial llook of Mrs. Rosa Northrop. Toen ik Vrijdagmiddag, 9 December den laat- sten dag van mijn verblijf in New-York met mijn vriend E. S. Rothschild 368 Broadway uitgepraat was over huishuur en kleermakersrekeningen, over het afleggen van bezoeken en het niet hebben van tijd daarvoor hij was tweemaal bij mij voorgereden zonder me thuis te treffen vroeg ik hem op t punt van weg te gaan: Zeg, Mr. Rotschild, mag ik eens 'n paar delicate vragen doen? Sure. Mr. d. H. Waarom spreken wij geen Duitsch? Ik heb, om u te bereiken, Engelsch moeten spreken met de be dienden, maar eenmaal bij u zijnde, sprak ik Duitsch, terwijl u mij in 't Engelsch antwoordde. U zijt toch van Duitschen oorsprong? i Ja zeker, van Frankfurt. Maar nog jong naar hier verhuisd zijnde, heb ik geen tijd gehad mijn Duitsch te onderhouden of beter te leeren. And now, if I am obliged or rather forced 1o speak it% I fear it is very poorly. Hier in New-York heeft men geen tijd; men komt Kier alleen tijd te kort. Dat heb ik ondervonden. Maar nu mijn andere vraag. Kunt u mij ook bij eenige benadering duidelijk maken, wat het gevoel is van 'n millionnair? Hij aarzelde. Eindelijk zei hijPlease, herhaal' uw vraag; ik begrijp u niet. Ik deed 't en terwijl ik 't deed, keek hij mij glim lachend en onderzoekend aan. Neen, dat kan ik niet, antwoordde hij heel lang zaam. Dit deel van ons gesprek was heelemaai zeer lang zaam. Is 't een gelukkig gevoel? vroeg ik weer. Gelukkig? Och, niets gelukkiger dan dat van eenig ander mensch, aangenomen dan dat ik ben wat men gelooft, n.1. millionnair. But if..., a very poor one indeed. O zoo, dacht ik. dus een van beneden de zestig millioen dollars, d.w.z. van beneden de honderd vijftig millioen guldens. Dan had ik mij dus woer in mijn greep vergist; dan had ik 't Morgan of de jonge me vrouw Brown Potter jnoeten vragen, toen we van de week met ons viertjes in de voorzaal zaten te praten over Californië waar zij Woensdag naar toeging om haar man te halen en ook praatten over de kunsP van schilderen, en batikken. Maar die gelegenheid kwam voor mij niet meer te rug, morgen moest ik weg eu ik moest mij dus met dezen armen millionnair behelpen. Ik ken in Holland ook wei 'n paar millionnairs, maar och, lieve hemei, daar zal ik maar van zwijgen. Als ze door 't ijs zak ten, en je zoudt ze er uit willen halen, dan zouden ze moord en brand schreeuwen, dat je ze met oiige- wasschen handen aanraakte. Die zevenstuivers-deftige- rijkdom van Holland van: Wie was zijn vader? eu ?hoe heette zijn moeder? en wat doet hij? en wat verdient hij? en je moet niet vergeten, dat ik 'n goeie twee duizend gulden meebreng, en al dat moois meer, van welke antwoorden dan het al of niet geluk van 'n braaf jongenshart moet afhangen, ken ik. Ze zijn wel niet goed wijs in Amerika, maar zóó idioot zijn ze er toch niet. Ën als 'n vader-millionnair 't al wezen mocht, dan is zijn dochter gewoonlijk verstandiger, en zet ze hem, met 'n huwelijksberioht uit 'n anderen slaat, voor 'n fait accompli. En ik kan voorbeeldig rijke ouders en zeer bezorgde moeders in Holland, mitsgaders 'n heeleboel malle en ingebeelde meisiés, die bi groenteboer en 'n krantenschrijVer, 'n bakker en 'n timmerman eigenlijk beneden hun stand vinden om mee om te gaan, laat slaan te trouwen, in allen ernst zeggen, dat ze van Lotie getikt zijn, en.,, hoor goed... indien er door waarachtige liefde is aangeklopt ....'n groote misdaad begaan, en verdienen daarvoor gestraft te worden met eenzaamheid. Al is 'n mensch maar 'n krantenschrijVer of al brengt ie maar kranten rond. dan kan hij toch wel 'n brave vent zijn en weten wat liefde is. Kiezen die lui soms ook huil vrienden en conversatie naar 't gewicht van beurs of vroeg botweg: „Is er 'n telegram voor me?" -Ik geloof 't niet meneer. Maar ik weet niet! antwoordde een hunner. Met militairen stap en in getrainde zwijgzaamheid gingen wij ik in 't midden trappen op en gangen door, en hielden eindelijk stil op 't hoogste bovendek voor 'n zoo leek 't mij althans toe lage deur. Een rijke vestibule gaf toegang tot een nog rijker salon. Een der heeren trad 't salon binnen en sprak; en ik hoorde antwoorden: „Laat meneer binnen ko men." En toen 't klonk als 't woord van Jozef bij de herkenning zijner broeders „Laat alle man van mij uitgaan": „ik wil alleen zijn met me neer." Toen zonk mijn hart en ik dacht aan de schatten van liefde en vriendschap, die ik in Holland bezit, en die ik nu misschien niet meer voltallig zou vin den. Hoe ik binnen kwam, weet ik niet. Ik weet alleen, dat er geen buigingen of plechtige begroetingen plaats hadden, toen de deur achter mij gesloten werd. 'n Man, met 'n gelaat zóo blozend, dat ik aan mijn vader dacht, stond op en kwam met uitgestdken han den naar mij toe. „Dag meneer H. d. H„ ik ben heel blij u aan boord te hebben." Hebt u 'n telegram voor me? Neen! "Vanwaar? Uit Holland of uit New York. Neen; ik weet van geen telegram. Ik kwam hij en ademde 'n „Goddank!" Waaraan heb ik dan de onderscheiding te dan ken, door te worden ontboden? -Ik ontbood u niet; ik verzocht u, vriendelijk genoeg te willen zijn, bij mij te komen. Hier ben ik. Neem plaats, drink 'n kop thee en rook een sigaar met mij; en laat mij u vertellen, dat ik ge durende den heelen tijd van uw verblijf in New- York gehoopt heb, u op mijn schip den terugtocht te zien maken. En zie, nu heb ik u. Ben ik uw gevangene? Als 'n gast, dien men vriendelijkheden bewij zen wil, 'n gevangen man is, ja, dan zijt u mijn ge vangene. Waar logeert u? Nummer 328, deck C. Is alles daar, zooals 't behoort te wezen? Alles! Dat ik niet zien kan, om te lezen of te schrijven, is de schuld van mijn oogen. Er werd 'n wijzer verzet op 'n wijzerbord, dat aan den wand hing, en op een door mij niet gehoorde vraag werd geantwoord, dat nummer 360 tegenover de linnenkamer in orde gebracht moest worden. Van 't linnenmeisje werd niet gesproken; maar er werd geordonneerd, dat 't licht voldoende moest zijn en er desnoods looplampen moesten aangebracht wor den, want dat de meneer, die er zou komen te logee- ren 'n speciale vriend van den spreker d. w. z. van den kaptein was. Toen de wijzer weer op nul geschoven was, werd mij gezegd, dat 't nu wel in orde zou zijn. 'n Bediende bracht thee en sigaren binnen, en wij beiden die kapitein en ik, als twee volleerde deftigdoeners, al bleken wij vijf minuten later 'n paar doodgewone menschjes te zijn zwegen, zoo lang die bediende er was. Er kwam 'n schromelijk vermoeden in mij op. Ik dacht aan dingen, die ik in boeken gelezen, en aan vergissingen, die ik op de planken had zien ge beuren. Ik dacht aan „De groote Schootmans", aan „Tooneelstudiën", en ,,'n Verdieping te hoog", en ik ging vreezen, dat de Kapitein zich in mijn per soon vergiste; en ik gaf die vrees te kennen. 'n Handgebaar legde mij 't zwijgen op Vertel me eens, meneer: Is u H. d. H., die in de Schager Courant schrijft? Ja, commandant. Dan is de zaak in orde. Mijn eenigst begeeren is: met eenig mede-arbeider van d i e courant te mogen spreken; want Schagen is mij even dierbaar ais de zee en dit schip. U moet weten, dat 't de bakermat van mijn familie is, en dat ik er mijn Vrouw vond. Bovendien en dit is 't, wat u en mij elkander als vrienden doet ontmoeten de Schager Courant wordt er gedrukt. De Schager Cou rant is mij -behalve vrouw en kroost het kost baarste wat ik op de wereld bezit. In verloren 't zoogenaajnde aanzien van 'n "betrekking? Nu, dat juren die ook 1 k hier ken is zij mij vaak tot zal dan wel 'n prachtige vriendschap en 'n prachtige 'n vertroosting en 'n blijdschap. Meer dan eenige conversatie wezen i Als ik mijn mond dan maar mag andere courant ter wereld. houden, asjeblieft, want in zoo'n gezelschap zou ik Er werden nog zeer vele woorden van waardee- toch niet anders kunnen dan vloeken, 't Is waar, 'tzou- ring, gezegd over de Schager Courant, en welk een GEMEENTERAAD HOOGWOUD. Vergadering van den Raad der gemeente Hoogwoud,- gehouden op Donderdag 29 December 1910, des voor middags 10 uur. Voorzitter Burgemeester Breebaart, <die de vergadering! opent, waarna de notulen worden gelezen, die onver anderd worden goedgekeurd. Voorzitter deelt mede, naar aanleiding van de no tulen, dat de kosten voor het stichten van een privaat met waterplaats voor heit publiek bij het tramstation te Hoogwoud zijn opgevraagd en dat is opgegeven, dat deze f 80 zullen bedragen. B. en W. stellen voor tot stichting over te gaan. Allen voor. Suppletoire begrooting (ad f 600 in ontvangst en uit gaaf) en betaling hit den post voor onvoorziene uit gaven. beide goedgekeurd teruggekomen van Ged. Staten. Verder wordt medegedeeld Tjat het Kerkhof te Aarts- woud er thans netjes uitziet en flink is opgehoogd; dat de 165 voet diepe welput in de Weere, door den heer Jung daargesteld, de tevredenheid kan wegdragen. Alleen is men niet geheel overtuigd of de pottengelëi- ding wel diep genoeg ligt. Véél geeft de weljput niet, maar hij moet het ook heel hoog opbrengen. De jongste kasverificatie gaf eene ontvangst van f 21211.19, eene uitgaaf van f 17861.921/2, en een ba tig saldo van f 3349.261/2 aan. Volgt schrijven van dokter Pool, waarin hij betuigi. met genoegen de verhooging van zijn tracitement te vernemen en de aanstelling als schoolarts voor twee jaren te aanvaarden. .Voor kennisgeving aangenomen. De verordening voor den schoolarts iuzake het ge neeskundig toezicht op de leerlingen der scholen, is om advies geweest naar de Gezondheidscommissie tc Hoorn, .die geenerlei bedenkingen heeft en hare on rechte ingenomenheid' met dezen eersten stap op dit zoo belangwekkende pad uitspreekt met hare waaidee- ring over het feit dat deze stap van den Raad van Hoog woud uitging. De verordening vindt ook bij den Raad algemecne goedkeuring. Tot doodgraver voor de begraafplaats in de Ker- kelaan wordt uit de vier sollicitanten, de heeren P. Keizer, D. Kos. S. Kuin en G. Klomp, laatstgenoemde gekozen met 5 stemmen, de heer Kos kreeg 2 stemmen. Instructie voor den doodgraver en die voor xlen be graafplaatsopzichter - den heer J. P. J. v. Wijk worden behandeld en goedgekeurd. Goedgevonden wordt uit den Post voor onvoorziene uitgaven f 12 to betalen voor een nieuwe kadasterkaart. De behandeling der verordening op orde en tucht op de scholen, dit onderwerp was alreeds besproken en B. en W. wenschen een voorstel aan den Raad te doen, .belichaamd in eene verordening wordt nog .aangehouden. Besloten wordt met algemeene goedvinden om ach ter he! Raadhuis eenige vruchtbooinen te planten. Tuin man Dekker zal daarmee worden belast. Volgt bespreking Armhuis. B. en W. stellen voor het oude te sloopen en een hieuw te stichten, waarvoor 2 plannen zijn ingekomen; een van f 5000 en een van f 3700. Over sloopen en nieuwbouw waren B. en W. 't wel eens, maar de meerderheid was voor het plan van f 5000. de minderheid van het Dagel. Bestuur, daarentegen voor dat van f 3700. De heer Kooij is niet tegen den bouw van een nieuw Armhuis, maar heeft bezwaar tegen de kosten der plannen, f 3700 is spreker ook te hoog. Boven dien als men zoo'n groot an flink Armhuis zet, schept men de kans, dat er heel wat lieden in zullen komen en dan zou later de 'noodzakelijkheid komen om een Vader en Moeder te benoemen. Spreker zou op de minstmogeliike kosten den meesten prijs stellen. De heer Vijn Vindt het inconsequent van Voorzitter, dat deze de Gezondheidscommissie van Hoorn in deze heeft willen gebruiken als Boeman om den Raad en het Dagelijksch Bestuur te lijmen. Dit voorspel van deze zaak vindt de heer Vijn niet goed. y oorzitter z-egt, dat het rapport is „uitgegaan van de Gezondheidscommissie cn daarop heb "ik ver volgt Voorzitter niet g iufluencee'd. Na eenige bespreking, waaraan ook door andere hee ren wordt deelgenomen komt het tot stemming. Te gen bouw van 5000 g'd. stemden vijf heeren. De hee ren Koorn en Van Diepen stemden vóór. Dus verwor pen. Tegien f 3700 stemde alleen de heer Kooij. De andere zes vóór. Dus aangenomen. Het plan van'f3700 zal eenigszins gewijzigd worden echter moet het vooral niet meer kosten. De wijziging zal gelden de slaapplaatsen, die men beneden wenseht. De f 500 ar mengeld die nog te vangen is, benevens de f 200 armen geld. te innein op volgenden dienst zullen, zoo wordt na eenige bespreking bepaald, niet voor den bouw van het Armenhuis worden aangewend. Bij de rondvraag vestig! de beer Kooij de aandacht op eenige reparatie, aan te brengen aan den steiger aan de Langereis. Voorzitter draagt den heer Kooij op. daarvoor te zorgen. De heer Kooij' aanvaardt dié opdracht. Niets meer aan de orde zijnde volgt Sluiting, nadat de Voorzitter onder dank voor genoten medewerking den heeren een genoegeiijk uiteinde van 't jaar heeft gewenscht. W ARMENHUIZEN. De Tuinbouw- en HandeLsvereenig!ng „Langedijk en. Omstreken heeft weder eene afdeeling verloren. War- menhuizen is 1 Januari 1911 los van de vereeniging. Woensdag 28 Deo. is de nieuwe tuinbonwvereemgitig „De Noord opgericht met Koninklijke goedgekeurde statuten. De leden van de commissie van voorbereiding zijn allen voor het définitieve bestuur gekozen. Bij de ver deeling \an de verschillende functies onderling werd tot voorzitter gekozen de heer P. Slot Kz., oud-voor zitter der afdeeling; tot secretaris de heer P. Tromp die zich bij de voorbereidende werkzaamheden reeds zeer verdienstelijk heeft gemaakt en tot penningmeester dó heer P. Vlam Pzn., oud-penningmeester. Het bestuur bestaat uit zeven leden. De cijfers voor de in de schuren aanwezige voor raad zijnde kool zijn als volgtroode 555700, gele 52400 witte 110000 stuks, terwijl de voorraad uien beslaat uit 2600 baal gewone en 250 baal roode uien Nog weinig goed is verkocht, ondanks de flinke prij zen. J I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1910 | | pagina 13