L Grepen it Lanö- en Wow, Voor Dammers. ït Zaterdag 14 Januari 1911. 55e Jaargang. No. 4847. DERDE BLAD. r9 CCLXXX. ÊSOJ «T,l «BS, *35» VAN OLIE EN WIJN. «,Elk ledig en ledig' is alles wat ons hart of verstand niet bezig houdt oi' vult is 'n vergaar- ^□■"bak van schadelijke invloeden." mt3ÊS t»Er zijn menschen, tegenover wie het Noodlot zoo goed als machteloos staat; dat zijn die menschen, die elke ruimte binnen in zich bezet hebben met ziel, met edele smart, en als zij wijs zijn, met blijd schap en begeerte om te helpen." Maeterlinck. .7? - r Voor menschen, die mei open oogen loopen, cn hun ^—handen klaar, om ze uit te steken, is er genoeg le ■Jpzien en te doen in de wereld;; en wanneer 't al eens! t gebeurt, dat we 'n kwartiertje indommelen en onze handen over elkander leggen, dan behoeft daar nog volstrekt de conclusie niet uit getrokken te worden, dat de rest van de wereld: ook stil staat of in den (dut geraakt zou zijn. Alles gaat zijn gang, of ge op reis gaat of thuis blijft. tof ge kranten leest of niet; cn al zoudt ge in geen jaar 'naar het Vredespaleis omkijken, ze bouwen er toch aan voort en bet vordert toch. Er zit niets pf niemand om uw aandacht of belangstelling verlegen de Koningin evenmin als het Ministerie van Oorlog; en al kunnen wij het stellen buiten den bakker, de bak ker zal ter gelegener tijd bewijzen, dat hij het best kan stellen buiten ons. Wie denkt, dat zijn uurtje 'van indommelen of gebrek aan belangstelling schade zal doen aan den wereldgang, vergist zich; hij mag indommelen zoolang hij1 vol, al wou hij :t voor goed doen. Hij kan gemist worden: morgen wordt toch OU krant gedrukt, morgen gaat toch de zon op. morgen komen er toch nieuwe modes uit en de Rijn en de j IK- Maas blijven doorstroomen. Wat van de koningen ge- I zegd wordt: ,,De koning is dood, leve de koning! [Q- is van toepassing op iedereen. De gelederen worden altijd weer aangevuld, en er is nog nooit zoo zwaar 'n slag gevallen, of hij was zoovele etmalen later ver geten. 't Is 'n andere vraag of 't kwartier van indomme- len en het zich uit gemakzucht onttrekken aan din gen. die belangstelling waard zijn, ook tot ons „leven" behooren en daartoe gerakend 'mogen worden, 't Is mis schien niet geheel hetzelfde, of ge gaat rusten van ver moeienis, om nieuwe kraenten te verzamelen, of dal ge 't doet. omdat ge lijdt aan Japansche jicht, alias luiheid. Waarschijnlijk is er wel verschil tusschen de J woorden: „Wat kan mij dat schelen?" en „Ik ben zoo moe; laat mij even met rust I", net zoo goed als ca* verschil is tusschen het afscheid nemen van twee menschen, die elkaar zat zijn geworden, en tusschen dat van twee anderen, die aan elkaar gehecht zijn geraakt. Want al zit er niets of niemand om ons ver legen, en al behoeven wij1 ons niet te verbeelden, dat de aarde morgen niet draaien zal, als wij' van avond ons hoofd komen neer te leggen, er is toch iets in het groote wereld- en menschengcdce, toch iets in aL datgene wat er voorvalt in Europa en in Den Haag, aan het Ministerie van Oorlog of Finantiën en in de achterbuurten, dat ongevraagd 'n zeker recht schijnt te hebben op. onze aandacht; zoo niet op onze belanstelling. :t Zou kun nen wezen 't is maar 'n veronderstelling dat er hier of daar 'n gewond mensch lag te kreunen van pijn, 'n kreunen zóó zacht, dat geen priester of leviet het A hoorde, en dat wij daar voorbij komende, toevallig y wat wijn bij ons hadden, om zijn wanden uit te was- schen en vut olie, om. de pijn van die wonden te verzachten. Die Samaritaan, op den weg tusschen Je ruzalem en Jericlio was ook niet uitgetogen met dc opzettelijke bedoelingvan barmhartigheid te plegen, maar toen hij verwonding en pijn ontmoette, zal hij toch wel blij geweest zijn, op dat kreunen gelet te hebben en hulp te kunnen bi'cden. Voor 't overige raakte die vreemdeling die bovendien neg 'n vijand van zijn volk was hem weinig; maar de toestand waarin tdie vreemdeling verkeerde, veranderde de verhouding. Want er is 'n groot verschil tusschen bemoeizucht en belangstelling, 'n groot verschil tusschen 'n mensch uit te hooren en hem deelnemend aan te hooren. ke naar uw beste weten cn vermogen te raden, te helpen, te vertroosten en... door goed in te dringen in zijn toestand... hem dat gevraagde beetje sympathie te geven. Maar als ge daaraan toe zijt en liw gevoelen van 1 sympathie reeds tot actie is overgegaan, dan begint het gevaar te naderen van misverstand. Dan moet gc zeer voorzichtig zijn; en niet meer aan al de woorden denken, die men u zei toen raad cn hulp, vertroosting en sympathie nog komen moesten. Want 4 kan wezen, dal na het geven van den gcvraag<lcn raad, de gevraagde hulp, de a[gebeden vertroosting of sympathie, die man liever alléén zijn weg gaat, of dat hij bij u vandaan komende toevallig 'n ander ontmoette, die hem ongevraagd en als vanzelf raad en hulp, vertroosting en sympathie, bood. en dat hij ze liever van dien ander aannam. Niet omdat hij iets tegen u heeft, integen deel - maar omdat die ander „ik cn weet uiet wat in zich heeft, dat hem althans in zijn waardeering boven u plaatst. Nu begint de groote moeilijkheid, want 't geval ont staat, dat hij u dit niet zeggen durft en gij hem. niet meer begrijpt. Maar waar uw versland in deze voor 'n gesloten deur staat, daar moet uw wijsheid en uw tact, cn bovenal uw zelfvergeten, 'n raadsel oplossen, dat uw genegenheid nooit in slaat zou zijn te raden. Dan treedt ge alsof uzelf 'n goeden raad gegeven was stil en bescheiden terug, totdat... luister goed!... totdat men u weer roept, om op dezelfde vriendelijke en welwillende wijze olie en wijn te gieten in de wonden van hen, die aan den weg lagen te kreunen of bij; u aan klopten om raad of om hun hart "Uit te storten. Uw plicht verzaken, uw plicht van hulp en toewijding, moogt ge nooit, zoomin om 'n recht, dat gij vermeent gekrenkt te zijn. als om eenige andere reden. Belang stelling moet er zijn en geholpen moet er worden, door ieder, die daarvoor in de termen valt of daartoe wordt verkozen, totdat... n ander komt, die dé taak overneemt. Dit geldt ten opzichte van personen en zaken, en hij. die niet ter bestemder ure weet terug te treden of los te laten. ook al doet dit pijn zal zichzelf later veel te verwijten hebben. Was ik duidelijk, toen ik in bovenstaande regelen 't verschil traditie duidelijk le maken tusschen belang stelling en bemoeizucht9 Zal daardoor bij 'n enkele de olie en den wijn niet in verdenking komen? Dat zou mij leed toen en ik zou gaan vreezen niet duidelijk ge noeg te hebben gesproken. Want het was mijn bedoe ling ieders belangstelling te wekken voor alles wat er in grooteren of kleineren kring rondom ons plaats grijpt aan het Ministerie van Oorlog en met de kinderen van dronken Janus, die gisteren hun moeder verloren; wat er gebeurt met het geld van Carnegie en met onze eigen belastingspenningen. Ik heb uw belangstelling wil len wekken voor wat er in Houndsditch is voorge vallen en voor het geschil onder uw eigen dak; voor wat de Keizer van Duitschland professoreert en voor wat uw eigen vriend gisteren opmerkte. Want in alles is leering niet alleen, maar alles kan aanleiding wezen tot het geven van uw belangstelling, tot het aanwenden van uw olie cn uwen wijn, om wonden te verzachten en de pijn minder te doen worden. H. d. H. t Eerste hoeft nog nooit zegen gewerkt, het laatste altijd, 't Eerste heeft nooit anders gemaakt dan 'n nog diepere yerwonding, terwijl van 't laatste genezing uit- Èn omdat wij' niet weten langs welke hagen wij zullen komen, evenmin als wij weten welke menschen wij onlmoeten zullen, is het raadzaam, om zonder tot bemoeizucht te vervallen altijd vervuld te zijn van zekere eerlijke belangstelling, die in zichzelf cn uit den aard harer natuur, altijd olie en wijn met zich draagt, en gereed is die in voorkomende gevallen aan te wenden. Hier kan, door spitsvondige lieden, veel tegen in ge bracht worden, 't Kan wezen, dat olie en wijn te duur fijn of het meedragen ervan Ie lastig en te vermoeiend is. t Kan gebeuren en dit komt nog al eens voor - dat de aangeboden hulp niet begeerd wordt, of te laat komt. en dat de „Samaritaan" evenzeer met zijn olie en zijn figuur verlegen raakt, 't Kan wezen, dat ge. even als die echte Samaritaan uw „vijand" op de been helpt of uil 'n moeilijkheid redt en dat hij daarna schoon ui tegenspraak met de parabel uwe welwillende belangstelling mei ondank, zoo niet ergm, beantwoord!, t Kan zelfs we'zen, dat hij u gaat aanklagen van, toen gij hem hielpt, afgedwaald te zijn op 'n terrein dat ge niet betreden mocht, en daarbij zichzelf weet' wijs te maken, dat hij "n daad doet van groot plichtsbesef. Dat alles kan gebeuren; maar... -...om bij 't bewijzen van vriendelijkheid of belang stelling. op dankbaarheid te gaan rekenen of er later n zekere aanspraak op te maken, is al heel laag bij den grond. En iets _met zich meedragen, moet en dóet 'n mensch altijd, in zijn hoofd of in zijn hart, 'n plan of n teleurstelling, belangstelling of onvcrschiTghcid welk laatste zooveel wil zeggen als leegheid. En om dat elke eigenschap en elke neiging 'n zekere beko ring of tegenzin vergezelt, en daarvan ons humeur en onze stemming afhangt, daaruit ons karakter wordt op gebouwd, is het mijns inziens verstandig en goed, ons die dingen eigen te maken die ons het gelukkigst doen zijn. En dan is mij gebleken, dat belangstelling te heb ben in alles vooral in die dingen, waardoor 'n mensch of n groep menschen lijdt of bedroefd is 'n groote voldoening geeft niet alleen, maar ons ook klaarder en zuiverder doet denken, en steeds scherper de <ren- zen gaat aanwijzen, waar belangstelling in bemoeizucht «aan" k toetreden in indringerigheid zou ovcr- n 7?an °-p '.n I^der, zou dreigen met ladder en al 1 zeer belangstellend, om ongevraagd die ladder even vast te houden, totdat die man naar beneden gekomen is; maar als die man ongedeerd weer op den grond staat, en ge zoudt dan ook weer on gevraagd - die ladder voor hem naar huis dragen dan zou uw hulp en belangstelling sterk gaan gelifte» op uitslovcnj en bemoeizucht, en ze zou die qualifieatie dan ook verdienen. Als er 'n mensch tot u komt om Wad of hulp, om vertroosting 0f... om 'n beetje svmpn- thic als h<i toevallig aan uw deur aanklopt een van de honderd adr-ssen d e hij kent, cn die hem alle S,na-°/ °,?VerSVhi!l S zün din is het zeker uw plicht, niet alleen hem aan te hooren, maar hem ook CLV. HET BEMESTEN VAN AARDAPPELEN- EN GROENTENLAND. Werklieden en burgers hebben dikwijls één of enkele sneezien aardappelen- en groentenland in gebruik om daarop voor eigen gezin te turnen. Het is hun streven daarvan flinke opbrengsten te bekomen, maar vooral ook omi fijne, heerlijke aardappelen te telen en niet zulke „zeepige" of „stijve" knollen. Als het land geschikt is, kan bij verstandige bemesting een goede opbrengst aardappelen heel goed gepaard gaan mcl aardappelen van goede kwaliteit. Velen hebben gezien of gelezen, dat „kunstmest" voor dit doel zeer goed is en villen dit navolgen. Wij zullen trachten zoo juist mogelijk aan te geven, hoe de be mesting dient te zijn. Wij geven op het benoodigde voor cén snees 1/42 bunder 240 M2 of 16 oude roeden). Per snees is noodig: 2025 K.G. superphosphaat (14 p.Ct.). 1015 K.G. patenlkali en 1025 K.G. zwavelzure ammoniak. De aardappel is gewoonlijk het hoofdgewas en de ervaring in streken waar men veel goede winteraard appelen teelt, hoeft geleerd, dat de opgegeven combinatie van kunslmest geen gevaar oplevert voor de kwaliteit. Sommigen zullen wel eens bemest hebben met niets dan eenige kilo's chilisalpeter per snees. Voor een enkel jaar gaat dit mot liet gewas wel eens goed, maar de aardappels zijn toch dik wij Ls minder fijn. Het volgen de jaar helpt alleen chili weinig of niets meer. Ik raad daarom iedereen at een stukje tuingrond slechts met wat chili te bemesten. Dc planten halen ■drie voedingsstoffen uit den grond en wel: lo. phos- phorznur, wat in super voorkomt; 2o. kali. wrat in patentkali zit; en 3o. stikstof, een bestanddeeL uit zwa velzure ammoniak of chili. Het zal nu wel duidelijk zijn, dat het niet opgaat alleen met chili te bemesten. In den kunstmesthandel noteert men per 100 K.G. Super kost ongeveer f 2.75 per 100 K.G., patenlkali f 7 per 100 K.G. .zwavelzure ammoniak f 15 per 100 K.G. en chili f 12 per 100 K.G. Kleine partijtjes moet men allijd veel duurder beta len. Als eenige belanghebbenden te zamen koopen kun nen zij wel tegen dc gewone prijzen terecht. Naar dezen maatstaf kost de opgegeven bemesting per snees f 2,75f 3,50. Dit is niet zoo weinig, maar men mag daaivoor beslist rekenen op flinke opbrengsten. Wil men goedkooper bemesten, dan kan op niet te lichten grond de patentkali wal la»er genomen worden b.v. 6 K.G. per snees, maar geheel weglaten ervan acht ik verkeerd. Van chili groeien de aardappelen jeer goed. maar men is vooral op laag land en zwaren grond minder zeker van de gewenschte kwaliteit. Op lichten grond, die flink uit het water ligt teelt men meest altijd goede aardappelen en daar kan men in plaats van zwavel zuren ammoniak chili nemen b.v, 1015 K.G. per snees, of van ieder de heli' Super en patentkali kan mo. van nu af al uitstrooien en mede onderspitten. De regen kan het toch niet weg spoelen. Zwavelzure ammoniak en chili strooit men pas uit vóór men begint te poten. Chili over aardappelen strooien, als ze reeds staan te groeien, is niet goed voor de teelt van fijne kwaliteit eelaardappelen. Kaïniet is wel iels goedkooper dan patenlkali, maar de kwaliteit der aardappelen is bij bemesting met kaïniet minder zeker. Ook moet het reeds in den herfst over het veld gestrooid worden. Ten gerieve van menschen met kleine stukjes bouw land verkoopen de kunstmesthandelaars een klaar ge maakt mengsel, dat „aardappelmest" heet, het bevat 5 p.Ct. stikstof als ammoniak, .7 p.Ct. phosphorzuur uit super en 7 p.Ct. kali uit patentkali. Het kost f 8 100 K.G. Wil men het gebruiken dan neemt men per snees 3045 K.G., kostende f 2.40f 3.40. Wie veel kunstmest noodig heeft, moet geen meng sels koopen; maar wie slechts 1 of 2 snees te bemes ten heeft, kan het heel goed wagen, als hij van een soliden kunstmesthandelaar koopt. Zulken aardappelmest gebruiken ze thans veel bij de teelt van duinaardappelen en met zeer goed gevolg. Hel meeste gevaar voor stijve aardappelen levert be mesting niet verschen koemest op vooral als die pas in het voorjaar juist vóór het spitten over hel land koint. Go d verteerden-mest of zulke, die eetvge weken uitgespreid ligt. zonder direct ondergespit te worden, geeft meer kans op puike aardappaen. Ileejt het land een lichte bemesting met modder, compost of stalmest ontvangen, dan kan er nog wat kunstmest bij .b.v. een derde of de helft van wat liier- voren is opgeg-ven. Gok kan men boven de gewone bemesting per snees 10 KG. aardappelmest met een lepel o£ met de hand in de plantgaten werpen vóór men den poter erin legt. Ze groeien dan vlugger op en de kans is groo- ter, dat ze volledig ontwikkelen en daarom veel goe de knollen geven. In mooie zx>mers, waarin het eer te weinig dan te veel regent, hebben we weinig of goen last, dat de aardappelen te spoedig ziek worden en niet volledig uitgroeien. In zulko jaren teelt men de fijnste aard appelen. Maar al te dikwijls is het anders en komt de ziekte al vroeg, wat schadelijk is voor opbrengst en .deugdelijkheid der aardappelen beide. Maar ook hiervoor is raad. Wie zeker wil wezen, dient zijn aardappelen in het laatst van Juni, en 2 of drie weken later nog eens te laten besproeien met Bordeausche pap. Dat is een deugdelijk iniddeL Als belanghebbenden het samen door éen man laten doen, is dat wel te regelen. In. de klei- streken in het Noorden van Friesland worden tien- duizenden mudden aardappelen geteeld en de bou wers aldaar besproeien ieder jaar alles, meestal zelfs driemaal. Ook te Andijk, waar ze de aardappelteelt zóo fijn kennen, besproeit men alle winteraardap pelen en zelfs vele vroege. Heel goed is het ook de poters eenige weken voor j het planten wat warmer te plaatsen in platte kistjes. Zij krijgen dan spruiten, die niet langer dan 23 j centimetere mogen worden. Dreigen deze te lang te worden, dan zet men de poters maar in het licht. De spruiten blijven dan kort en worden stevig. Gespro- ten aardappelen zijn vroeger rijp en daarom in den regel beter van kwaliteit. Als men ze in het laatst1 van Maart of begin April plant is vroeg genoeg. i Naast de bekende Zeeuwscheblauweaard- appelen, teelt men thans meer en meer de Bra-' v o's. Deze aardappel blijft in het voorjaar lang goed. Op lichten grond zijn de Eigenheimers, die in Friesland „B orgers" heeten, ook best- Op zwaar deren grond zijn ze nogal gauw ziek. De poters moe ten niet kleiner zijn dan 5 in een. ons en niet zwaar- 1 der dan 3 in een ons. Wel is het een voorname zaak, dat men alleen planters bewaart van stoelen, die vrij van .krulziekte" zijn en veel mooie aardappels geven. Wie op al deze dingen let, kan veel en toch goede aardappelen- telen. Wie de kosten van de door j ons aanbevolen bemesting hoog vindt, moet beden- ken, dat hij die veel halen wil, ook niet bang moet zijn om verbetering aan te brengen. In de Streek durven de bouwers gerust te bemesten voor f 5f S per snees. Zij telen dan meestal eerst vroege aardap pelen en dan nog enkele slaboonen of reuzenbloem- kool na. Nu nog wat over kunstmest bij de groenten. Voor vroege groenten b.v. spinazie, vroege kropsla, vroege bloemkool, peulen, doppers, boonen enz. is chili werk zamer dan zwavelzure ammoniak. Ook is het zoo uitstekend voor deze gewassen tijdens den groei nog ééns of tweemaal wat chili te geven, b.v. 2%5 KG. per snees en per keer. Dat is 12 ons per 10 vierkante Meters. Voorzichtig dus, want chili is zeer sterk werkend! Vooral voor spinazie is chili als overbemesting zoo uitstekend. Bij sla moet men chili liever oplossen in water en aldus bij de planten gieten. Men neme niet meer dan 1 lepel chili op 10 Liters gieter vol) water. Zoo kan men ook de aardbeien helpen. Neemt de chilibemesting niet ster ker; maar als het noodig is bemeste men liever een keer vaker ermee. Voor late kool: roode winterkool, Deensche witte kool, gele kool, spruit- en boerenkool, reuzenbloem- kool en Zweedsche rapen is zwavelzure ammoniak beter dan chili. De kooien zijn vaster en beter ge schikt voor bewaring. De bemesting met super en patentkali blijft het zelfde. Wij hebben nog altijd gezwegen over bemesting met kalk. Aardappelen kunnen er in het geheel niet tegen en daarom moet men dit gewas geen kalkbe- mesting geven. In éen geval is kalk probaat, nl. als de kool last heeft van „k n o p". Geeft dan boven de andere bemestingen nog 100 KG. stuif kalk per snees van den herfst tot het voorjaar; wanneer komt voor kool niet zóo nauw. Het kan 14 dagen voor het planten nog wel. Groenten geteeld in kunstmest zijn wat smaak aan gaat, het fijnst van alles. In gewonen mest worden ze nimmer zóo delicaat! Wie op niet te lichten kleigrond, die dikwijls be mest is met goeden modder of stalmest, en daarom vermoedelijk nog niet arm aan kali is, zeer zuinig wil bemesten met kunstmest bij aardappelen, kan misschien volstaan met per snees 15 KG. super en 7% KG. zwavelzuren ammoniak. Deze lichte be mesting kost pi. m. f 1.80 per snees. Wie-liever chili aanwendt, probeere het met 15 KG. super en 10 KG. chili per snees. D. E. LANDMAN. l*i'ol>lc4-ni .No. 22. van R. C. Leonhard te Velp. Zwart. 6 9 9 9. 9 16 9 9 9 9 9 26 9 9 ME 36 I Of 46 WIL Stand zwart 14 schijven op: 8, 11 tot 17, 19, 22, 24, 27, 28 en 30. Stand wit 12 schijvefl op: 26, 33, 35, 36 tot 39, 42, 44, 45, 47 en 49. Oplossingen van dit probleem in te zenden uiterlijk Maandag 23 Januari aanstaande. Slagzet in dc Partij. Onderstaande stand kwam voor in een partij ge speeld tusschen de heeren D. Olie, N. Niedorp (wit) en Van E. (zwart). De laatste zet van zwart was 1721. Wit maakte nu een zeer aardige combina tie, die de winst van de partij verzekerde. Zwart 46 Alles betreffende deze rubriek te richten aan het Bureau Schager Courant en voorzien van het opschrift „Damrubriek". Oplossing Probleem No. 21, van P. J. Waiboer, Anna Paulowna. Stand zwart 5 schijven op: 11, 17, 25, 38, 39 en een dam op 21. Stand wit 6 schijven op: 13, 19, 28, 30, 35, 48 en een dam op 46. Oplossing: Wit: 138. Zwart: 25.: 34. 2822. 17 28. 46 45. 21 3. 1914. 3 20. A 4534. 39 30. 35 15 en wint A. Zwart: 3 25. Wit: 3530. 25 34. 45.: 49 en wint Goede oplossingen ontvangen" vanJ. K. te Zuid- scharwoude, N. J. S., Jn. F. en P. N. te Oudesluis, L. K. Czn. te Noordscharwoude, K. V. te Koegras, J. D. te Warmenhuizen, C. S. te Keinsmerbrug, G. de W., C. v. G. en H J. G. te Schagen, J. C. de J. en B. te Anna Paulowna, 1D. A. B. te St. Maar ten, Joh. v. d. S. te Wieringerwaard, D. D. te Den Helder, D. O. te N. Niedorp. PROBLEEMWEDSTRIJD. Met het probleem in onze rubriek van 31 Decem ber is de probleemwedstrijd, die in April 1910 door ons werd uitgeschreven, geëindigd. De belangstelling voor dezen wedstrijd was groot; geregeld ontvingen wij vele oplossingen. Ook aan medewerking van de zijde onzer lezers ontbrak het niet, velen hunner toch zonden ons meerdere malen de door hen gemaakte problemen of eindspelen. Van de vele oplossers zijn er zeven die het groot ste aantal te behalen punten, zijnde 22, bereikten. Deze zijn de heeren: D. A. Blom, St. Maarten, R. Blankevoort, en P. J. Waiboer, Anna Paulowna, H. J. Groot en G. de Waard, Schagen, K. Veuger, Koe gras en P. Nannis, Oudesluis. Voor deze oplossers zal de volgende week aan het bureau van ons blad geloot worden om de 2 voor dezen wedstrijd beschikbaar gestelde prijzen. Den uitslag zullen wij in de volgende rubriek mede- deelen, waarna de prijzen door de winnaars, aan ons bureau kunnen worden afgehaald. Bepaalden wij ons in 1910 tot het plaatsen van voor 't meerendeel eenvoudige problemen, om ieder in de gelegenheid te stellen aan den wedstrijd mede te doen, voor dit jaar hebben wij besloten, om de ande re week resp. 'n eenvoudig en 'n meer ingewikkeld vraagstuk te plaatsen. Wij hopen, dat onze lezers ons evenzoo en zoo mogelijk nog meer dan het vorig jaar hunne belangstelling- zullen toonen door het in zenden der oplossingen en vraagstukken. wit. Stand zwart 17 schijven op: 2, 6 tot 11, 13 tot 16, 18, 19, 21, 23, 24 en 26. Stand wit 17 schijven op: 25, 27, 30, 32 tot 36, 38 tot 41, 43, 45, 46, 47 en 48. Oplossing: Wit: 27—22. Zwart: 18 27. 2520. 14 25. 3228. 23 32. 36—31. 27 47. 38 27. 21 32. 4944. 47 29. 34 1. 25 34. 39 8. 2 13. CORRESPONDENTI E. D. O. Azn. te N. Niedorp. Voor vraagstuk onge schikt. De slag is heel aardig, doch ^6 stand te on natuurlijk. De schijf op ruit 31 is onverklaarbaar. K. V. te Koegras. Niet geschikt voor plaatsing. Binnenlandsch Nieuws. DE GEVOLGEN VAN EEN BIOSCOOP-VOORSTEL LING. Gisteravond kwam een bewoner van de Oude Gracht te Utrecht op z'n slaapkamer tot de ontdekking, dat er een man onder het ledikant verscholen lag. Hij telefoneerde onmiddellijk naar de politie, sloot de slaapkamerdeur af en wachtte vol ongeduld op de komst van agenten. Die waren als de wind in het huis aanwezig en tot het uiterste bereid stapte men met overweldigend gebaar de kamer binnen, om den inbreker-dief bij z'n kladden te nemen. Men dook onder het ledikant waarachtig de kerel lag met z'n beenen lang uit onder het bed. Een fiksche greep en de politie pakte in een paar ledige schoe nen. Toen kwam er een broek te voorschijn...... en een inbreker was er niet Nur schoenen en 'n pantalon; geen kerel!! Oplossing van het raadselde kinderen van den heer des huizes waren den avond te voren naar een bioscoop-voorstelling geweest en hadden daar oen film gezien met een inbrekers-scène, schoenen en een broek talentvol tegen elkander gelegd, nèt of het de beenen en de voeten waren van een man, alles na tuurgetrouw nagebootst, je zoudt zweren, dat er een kerel lag. Dat hadden de kinderen buitengewoon leuk ge vonden, zóo leuk, dat ze 't voor de grap thuis ook eens zouden doen, om vader en moeder aan 't schrik ken te maker.. En dat geschiedde; de kinderen na men een pantalon van vader en 'n paar bottines, cn arrangeerden met verrassende genialiteit beenen en voeten van een dief. Toen kropen ze in hun efgen bedje... om af te wachten. De kinderen hebben suc ces gehad. Papa en mam zijn er ingevlogen. Leeüjk ook. De geschiedenis vermeldt niet, of de jongelui hedenmorgen cok etwas hebbe?; ondervonden. En van dat alles heeft nu de bioscoop de schuld!! ONGELUK! il Betreffende het treurig ongeluk te Zaamslag wordt nog nader het volgende gemeld: De burgemeester, dc heer P. J. Wortman, was Dins dagmiddag met den g?meent<M>nlvanger, den heer J. Geclhoedt. op de eendenjaeht gegaan. Beiden hadden zich geruimen tijd \erdckt opgesteld, doch toen bleek, dat zij geen vogels onder schot konden krijgm, ricj> de heer Wortman den heer Geclhoedt, die een eind verder zat. toe: „Laai ons maar naar huis gian, want ze komen deze keer toch niet." Dc heer Geelhoedt vond dit goed cn stapte toen op; kort daarop hoorde hij een schot vallen, waar door de heer Geelhoedt in de meening verkeerde dat de heer Wortman nog enkele vogïls onder schot had gekregen en eerstgenoemde den burgemeester toeriep: „Heb je nog wat?" Hij kreeg hierop evenwel geen antwoord en ging daarop onmiddellijk naar den burgemeester, wien hij. tot zijn groote ontsteltenis op den grond vond liggen en bij nader onderzoek moest de heer Geclhoedt tot de treurige ontdekking bomen, dit de heer Wortman reeds overleden was en dat hij de volle lading van zijn eigen geweer in het hoofd had gekregen. Het bleek dat het geweer van den heer Wortman verward was geraakt tegen een paal met prikkeldraad, waardoor de haan was overgigian met het bekende noodlottige gevoïg. Dat de droeve dood van den algemeen grachten burgemeester, tevens secretaris, met groote verslagen-1 heid is vernomen, laat zich wel begrijpen. De heer Worlman, die 10 jaar burgemeester in Zaam slag is geweest, werd door dc pneentenaren. ook door andersdenkenden, zeer bemind, wat dezen iner hij de verkiezingen voor de Piov. Staten nog overtuigend is g-bleken, toen hij in deze gemeente van de 620 stemmen er 412 op zich vereen gde. Ziin heengaan op deze tragische wijze is voor de gemeente dan ook een groot verlies.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9