f courant, i 0 '0 m w, m 9 Voor Dammers. •7' SU //jW: 3 I 6? m n u§ 1 De Proviandwagen, De Gezelschapsjuffrouw. Zaterdag 28 Januari 1911. 55e Jaargang. No. 4855. TWEEDE BLAD. Alles betreffende deze rubriek te richten aan het Bureau Schager Courant en voorzien van het opschrift JJamrubriek' Oplossing Probleem 23. van R. C. Leonhard te Velp. Stand zwart 14 schijven op: 8, 11 tot 17, 1>, 22, 24, 27, 28 en 30. Stand wit 12 schijven op: 26, 33, 35, 36 tot 39. 42, 44, 45, 47 en 49. Oplossing: Wit: 2621. Zwart: 17 26. 3631. 27 36. 4741. 36 47. 3731. 26 48. 4440. 48 34. 40 27. 28"39. 35 2. 47 33 of? 2721 en wint. Goede oplossingen ontvangen van: K. J. G., C. v. G. en G. de W. te Schagen, K. V, te Koegras, C. S. te Keinsmerbrug, J. B. te Utrecht, P. N. te Oudesluis, B., J. C. de J. en P. J. W. te Anna Faulowna, L. K. Czn. te Noord-Scharwoude, J. L> te Warmeuhuizen, D. A. B. te Sint Maarten, D. O. Azn. te N. Niedorp, Jac. K. te Zuidscharwoude, P. S. te Oudkarspel. Probleem No. 24 van K. Veuger te Koegras. Zwart. Wit. Stand zwart 11 schijven op: 6, 7, 9, 10, 13, 19, 20, 21, 29, 30 en 35. Stand wit 9 schijven op: 17, 26, 28, 36, 38, 40, 41, 43, 44 en een dam op 46. Oplossingen van dit probleem in te zenden uiter lijk Maandag 6 Februari aanstaande. Het spelen op slagzetten in de partij. De volgende slagzet kwam voor in een partij tus- schen de heeren V. S. E. met wit en K. Stolp met swart, beiden uit Wormerveer. Leerzaam is de wijze, waarop zwart op de slagzet speelt K. Stolp. Zwart. #- IÉ! 12, 13, 15, wu Stand zwart 14 schijven op: 3, 16, IS, 19, 21, 23, 25, 26 en 29. Siand wit 14 schijven op: 27, 30, 31, 32, 34, 35, '37, 38, 40, 41, 42, 43, 45 en 48. 1. Wit: 4339. Zwart: 1217. Cm wil te verlokken op de winst van een schijf uit te gaan. 2 Wit: 3933. Wit loopt in de val. 2. 3. Wit: 24. 14a. 12. 12 21. 48 39. Zwart: 49. 23—28. 9 29. 21 43. 16 38. 25 43. Slaat wit bij den 4den zet Lnplaats van 32 4 on middellijk 34 12, dan is het verloop als volgt: 4a. Wit: 32 12. Zwart: 21 43. 5. 48 39. 19 23. 6. 12 21. 16 38. Een mooie slag. CORRESPONDENTIE. B. te Anna Paulowna. Hoewel eenvoudig is de winstgang heel aardig. Veelal wordt door zwakke spe lers in dergelijke standen de remise genomen. Jac. K. te Zuidscharwoude. Juist., door het offeren van een schijf wordt de winst verkregen; in alle varianten wint wit. Heel aardig. D. O. Azn., Nieuwe Niedorp. Werk bij het samen stellen van problemen zoo weinig mogelijk met dam men. Het gezondene zullen wij gaarne plaatsen. DAMWEDSTIJD. Het aantal inschrijvingen voor den dam wedstrijd, uitgeschreven door den Nat. Dambond in het centra Schagen, bedraagt ruim 20 personen. In ons blad var a.s. Donderdagavond zullen wij de indeeling van de groepen enz. mededeelen. Tot Maandagavond is de inschrijving nog openge steld bij D. DE WAARD, Roomolen^traat 10, Am sterdam. Episode uit den Fransch-Duitschcn Oorlog. DOOR PAUL EN VICTOR MARGUKRITTE. „Allemachtig!" weeklaagde Lebrot, een der wagen bestuurders, terwijl hij met de zweep zijn paard een hevigen slag gaf. De vos was neergezonken in het slijk. Een sneeuwjacht begon te dwarrelen, waarvan de vlokjes op de gezichten bleven plakken, in de plooien des mantels en in de mouwen smolten, de geheele kleeding zwaar makend. De vos sprong weer op, beslijkt tot aan den buik. Zwijgend reed de voerman met den tweeden wa gen achter den eersten. Niettegenstaande de hevige koude, dampten de huiden der paarden, door de krachtsinspanning. Een geelachtig schuim bedekte hunne bitten. Ter hoogte van den eersten wagen marcheerde in alle stilte een kwartiermeester, hoog van gestalte. Hij liet zijn blik weiden over den glooienden weg. Een soldaat, die vooraan marcheerde, begeleidde bet convooi; een andere, achteraan, sloot den troep. „Men zal ze nooit vinden," bromde Lebrot „De macht gaat vallen." De kwartiermeester schudde het hoofd. Ja, 't was ©en ernstig geval. Hij had een van zijn voertuigen moeten laten stilhouden, niet ver voorbij de poort van Vendöme; 't was met kardoezen be laden en er was geen beweging meer in te brengen, daar een ring van den zwengel was gebroken. In den tijd, die tot het aanbrengen van een anderen ring noodig was, waren de anderen hem zóóver voor- mitgekomen, dat hij ze niet meer in kon halen, 't Was niet mogelijk, ze te midden van al die mannen, paarden en voertuigen, die sinds dien morgen de Loire over waren getrokken, terug te vinden. Toch was hij een uitstekende wegenkenner, die er in de Krim, in Algiers, en in. Mexico al heel wat afgeloo- pen had. Bij zijn bruin vel, zijn grijzen, verwilderden baard (hij bad er sinds Sedan niets meer aan ge daan) en harde oogen, lag er op zijn gezicht een trek van nadenken en scherpzinnigheid. Dien avond zou er van eten wel niets komen en zou hij wel buiten moeten slapen en dat bij dit weer... Tamart wist niet wat te doen en stie een verwensching uiL Dan liepen ze eens hier, dan eens daar; op den hoofdweg krioelden soldaten te voet en cavaleristen door elkaar; allen sleepten zich voort en ook langs den weg lagen er verscheidenen, verstijfd van koude. De dragonders vielen haast in den zadel in j slaap, gewiegd dóór den. schommelenden loop van hun uitgehongerde paarden. Eindelijk zag Samart een kruisweg en daar liij meende nu den juislen weg te hebben, begaf hij zich er op met zijn twee wagens, vijf man en vier paar den. Ja, nu had hij de goede richting; hij zou zóo veel eerder zijn doel bereiken. Zij tronken door een kaal, modderig veld, door kreupelhout, waardoor de wind floot en weer treurig huiiae door de onihrader- de takken. Langzamerhand hoorden ze niets meer van het leven, dat men altijd bij een leger verneemt, 't Was stil, alleen van tijd tot tijd klonk een enkel schril geluid, terwijl de avond snel begon te vallen, 't Zal vier uur zijn geweest toen de sneeuw ophield en een natte mist zich over 't land verspreidde, ter wijl de wolken zich steeds meer samenpakten. „Hemel, hoe moet dat verder?" zuchtte Lebrot, maar toen hij hun makker opmerkte, dien Samart als verkenner had uitgezonden, en die in galop kwam aanrennen: „Zeg, kijk eens, er is nieuws. Duret komt gauw terug." Samart's gelaat betrok. Wat zou 't paard kunnen zien, daar 't nog Tende? 't Zou wel niet veel goeds zijn. Of wel, had Duret. van de hoogte de artiliene- convooien en voertuigen gezien? Neen, hij zou het dier zoo de sporen niet gevenOf misschien had hij vijandelijke patrouilles kunnen onderscheiden, Uhlanen soms? Samart werd ongerust, maar ook weer dadelijk trok hij de schouders op. Kom, ze waren immers ver weg! Chansy had zijn legers ieder aan eene zijde van de Loire gebracht! En zoo trokken zij verder, de veteraan weer wat gerustgesteld; hij hoorde nog al tijd en telkens weer het kanongebulder van dien morgen en 't springen van de bruggen van Vendöme en de omliggende gebouwen. Maar daar verscheen Duret weer, op honderd meter afstand; hij bleef staan en riep tegen Samart met verslikte stem eeni- ge zinnen, die de laatste niet hoorde. Ik versta je nie.t k m hier!" riep hij, zijne han den als trechter gebruikend. Toen zag men den man naar de hoogte wijzen, nog plaat' iets roepon, zich over zijn paard buigen en zoo snei mogelijk wegrijden. ,.Dat ziet er niet goed uit," zelde Lebrot. De beide artilleristen, die den tweeden wagen volgden, waren naderbij gekomen en wisselden blik ken met de geleiders. Samart liep steeds verder, met gebogen hoofd; de rimpels in zijn voorhoofd wezen er op, dat hij diep nadacht. Deze galop voerde hem van een groeten v t.iu-J ■anduleus ingevoerd Dojr d; Oouxm.n te l. 'i wcrl ecu lmdlxHiwc-r te lLx-kclt betrapt, die reeds sedert 1907 graan smok kel! r.v.L pl.ia, 00 X) Mark reilüen oiiuook. Voorts werd bij een boer te Ha&suni eene huiszoeking gehouden en wie gesmokkelde goederen jn beslag genoincn. NOG EENS DE NACHTWACHT. I)e Nachtwacht word: dig lijks -s-hrijft het I JhU! door vele bezoekers van net Rijksmuseum Jvzichlifld. naar hot ongeluk: hoe somber Ou dreigend was het ])ool. d(.„ |,ijz„n<le:'on glans ï.iii hol nieuw opgebrachte onbekende! Vroeeer. de dazen waaron hit <le wacht i onbekende! Vroeger, de dagen, waarop bij de wacht had, jong en vol geestdrift Sn de valleien van Sebas- topol, vroeger, toen de voetstappen van zijn paard weerklonken over den drogen bodem van Mexico, zou een dergelijk avontuur hem minder hebben doen ontstellen. Toen was het nog een goede tijd; men ernis rijn d? sporen van de J»:- speuren. De lijci zul deze mort' Als bewijs van de internation: Rembrandts meesterwerk zij ver directeur van hei Rijksmuseum, j'.i bri ontving van de Koi nttg te be- uftwissciieii. bewondering voor Jd. dat «Je hoofd- Van Riemsdijk, een Ier .li* ItaliC, «lroeg het hoofd omhoog, men leefde er vroolljk O» «„rpiri-tho. «aaftn H. M. bel mg i lu-nd biiSMIit.-rinden ,08. Somtijds het handwerk /.waai-. Maar dit deed vro<- W1 hilar leedwezen over ,1.- wandaad b-tniati Titer Inn mpn pin? «Ia nvArwinninc tpppmfiotn i> in. i...r, n De neer Van Riemsdijk heeft H. M. schrijven gezonden onder bijvoeging van i ?en- ,teii>i- 11 n «Ir. lirKfhfi/! r.inn fin N3dl Uitvoerig ii foto, da- er niet toe, men ging de overwinning tegemoet! Maar thans! Zijn hart gevoelde zich gedrukt door al de tegen- «ïclïjk Tiji ^de 'besch.'i spoeden. De ontsteltenis van de nederlagen vóór en ,ncn na Sedan deed nog hare nawerking gevoelen; do honger en koude gedurende de Lolro-campagne had- MOORDAANSLAG TE IUJN SATERWOL DE. den hem afgemat. Samart was te midden zijner droeve "en burgemeester der gemeente Rljnxaterwoudo overpeinzingen, toen hij plotseling door elkaar ge- 18 door I. K., te Bodegraven, een klacht Ingediend schud werd. De weg helde eenigszins, verbreedde teSeu *±i' Aalsmeer, die in hot café van A. Lo- zich tot een kleine open ruimte, door een herberg derus, te Rijnsaterwoude een moordaanslag zou heb- en twee huizen geflankeerd, waarvoor twee of drie 1 b~T1 tïT'Jdegd op hem, welke alleen door toevallige karretjes 6tondcn, waarvan de paarden stonden te oni3taildIgheden werd verijdeld, dampen en te blazen. Plotseling holde de verkenner I DOOI' GEWEIGERD, weg. Samart, de twee geleiders en de twee knechts I Men schrijft aan de N. R. Ct.: werden in zijn vlucht meegesleeptVeenendaal heeft thans ook zijn kerkelijke kwes- „Welnu?" brulden zij. 1 tie. De beer G. J. van de Bovenkamp (raadslid) en Duret stamelde bleek eenige woorden. De Uhlanen 1 ziju eebtgenoote zijn geen lidmaar. der Ned. Herv. waren daar! En alsof hij hunne lansen reeds in zijn Kerk, doch wel als zoodanig gedoopt. Zij gingen vroe- rug voelde, voegde hij er hijgend bij: ger naar geen kerk en hun eerste vijf kinderen wcr- ,„Zij moeten reeds nabij zijn. Het zijn er een tien- den indertijd bij de Ned. Herv. gemeente gedoopt tal. En achter Is minstens een escadron!" Nadat ds. Visser alhier in de Christ- Gerei'. Kerk is Wat te doen? De vijf mannen omringden Samart, I opgetreden, gaan genoemde echtelieden aldaar ter verslonden hem met hunne blikken. Hij was hun j kerke. Toen nu de heer Van de Bovenkamp verleden week zijn tweelingen weer bij do Ned. Herv. gemeente wilde laten doopen, weigerde ds. De Bruin, predikant bij die gemeente, die kindoren tot den doop toe te laten, tenzij de heer v. d. B. de belofte aflegde, voortaan ln de Ned. Herv. Kerk ter kerke te zul len gaan. Die belofte wilde de betrokkene echter niet afleggen. En nu zal het classicaal bestuur te Wijk-bij-Duurstede moeten uit/ taken of e«u predi kant van de Ned. Herv. Kerk in zoo'n geval den God, de Voorzienigheid, het heil, Spoedig! Samart begreep, dat hij onmiddellijk moest handelen. Nog ëen minuut en het zou te laat zijn, zijne mannen zouden vluchten, hem daar alleen laten staan. En de Uhlanen... Rustig alsof men op marsch was of onder een of andere manoeuvre, beval Samart: „Spant af!" En volmaakt rustig, zich zoo spoedig mogelijk haastend, terwijl de vijf artilleristen zenuwachtig de doop mag weigeren, paarden afspanden, begon hij uitvoering te geven EEN AFGROND OP DE MUNT. aan wat hu zich voorstelde, dat moest worden ge- Toen een loopjongen der lirina'Lorié die haar zaak daan. Eerst slapte hij nit zijn wagen op den grond; Cp de Munt 1/ A.n.lerdnm e.o esl gJ heelt us.ero.h-' daarop haalde hl) uit zijn zak een vuurmaker, dien lend den winkel verliet, ondervond nij op hc midjen hU juist den vorige» dag, gebruik makend van zijn der straal gekomen, de zeer zeker niet allcduug.eho verblijf te Vendöme, had kunnen koopen. en naderde sensahe, dal... de grond zich plolseliilg voor hein open den wagen met kardoezen. Hij lichtte den kap op. de en he'.n in zooverre verzoolt il.n a'l-cn zijn hoof.1 De kardoezen lagen netjes op een rel In hunne pa- boven de stecnen bleef ultslcken, VoorbijgantK-rs bevriid- pieren enveloppen gewikkeld. HU nam éen dezer in den hem spoed.g uil zijn benarde positie en 'I jong- zijn handen, stak door middel van zijn vuursteen de niensch kwam mei den schr.K vni «nf ••'•n o briket aan en legde die op den rand van den wagen; opschudding in de buurt. In een oooenblik tijds waren een geel vlammetje kronkelde er zich uit omhoog, tal van oo<»en op hel gat richt Daarna trok hij den kap weer over den wagen. Vol- >t y/'as i.mar efet e d ie- 'en-ba'vn mc'er diep daan sprong hU thans weer In den zadel. De ande- nlCneer, en je kon hel waler zien bomde", ren die hem zelfs niet hadden opgemerkt, haastten Aan wijsgerige opmerkingen geen g.brek. Er waren zich om weg te komen. er. u.c soi.«o«u' Ue.i o«iucigu.ig uer oado veste voor- Zijn WU klaar?" riep hfj. En op denzelfden kalmen SpeIden. toon beval hij: ..As de grond eenmaal te werrekc begint, berg je „In galop, en snel. maar op, kameraad, dan is der geen houe meer Daarop zijn paard de sporen gevende, keerde hij aji op zijn schreden terug. Spoedig hadden zU de plaats 'Anderen weer veronderstelden, dat de buizen der bereikt van waar zU zoo straks sntracht hadden w-ater.u.<l,ng „z.ch hadden lo g.,naakt en langzaam maar Duret te booten Het was tijd. De Uhlanen zaten „ker de hoogle ta gingen." 't Meesl vo£de hand hen dicht, op de bleien. ligt inlusscheu de verklaring, dal door de vooridu- „Halt. beval Samart. rende trillingen van de tram de grond in verzakking De vijf mannen gehoorzaamden met tegenzin. Wil- was »°koincn de hij hen dan doen gevangen nemen? Maar toen Publieke Werken plaatelc mei bekwamen spoed 't zs hun chef zagen blikken In de richting van de ^konde'boutenhekjes den kuU sp^ig daarn; herberg en de huizen, die zU zooeven hadden ver- jb men me, het' d n TOn don a£.onJ Tc, laten, zwegen zij en volgden zijn lievel ,op. De Uhla- 1 DOMIN6 S BEROEPING IN 1700. Wij ontkenen aan de Bronsveld's Stemmen voor Waarheid en Vrede een.ge aardige mededjeiingen over het kerkelijk en godsdienstig leven van vroeger, met name ontleend aan hel kerkelijk archief te Lun'.eren. Ten lijde onzer Hoogmogende Republiek was het huishoudelijk bestuur van ve.s?bi!len<ie Veuwsche flit- telandsgcmeenten in handen der zoogenaamde Ambls- .onkers: edelen, die in hel ambl (d. i. schoutambtl woonden er hun bezittingen hadden. Aan hen s!ond doorgaans ook het recht van de predikanls-berocping. Van zulk een predikanis-bcroeping volge hier eert afechr'fi uit de «kibetreffende no'ulen: „Nadat de ondersiaende Predikanten (volgen na men) m de kerk tot Lunleren bij den ande.en geko- imen wacren, e.nde God Alleroaehlg'i om zijnen zcogen over de aenslaende beroeping'1 ijve.igh gediecden had den. hebben haer Eerw. gecommi'.teerl ds. F. C. Coots. predikant "tot Arnhem, en Sijmcn Brouwer, predikant lot Velp en Roosendaal, 'om de Heeren Jonkeren dee- ses Amp'.s te verzoeken van in haer Eerwd. vergitk^ ringe te willen verschijnen. ,,D:cnsvo'gms heeft sijn Eerwd. gdcesen een no minatie der persoonen soo predikanten als proponen ten, die gsduurende de vacature to Limteren hadden gepreekt gevraegt of haer II.W.Geb. soo over do persoonen selfs aLs over <le manier van Berrcpingo een'ge consideratie hadde; Waarop door Haer H.W.Gco. is geantwoordt: negende de pemoonen gjen de minste oonsideralio te hebben en bclangïnde de manier van beroopingi. dat II.W.Geb. venneer.en. daerin moe! wor den go\x>!glif de vorige vost ingevolgs d' order dier over bij den Quartieio (d. i. Van het Kwartier van Vcluwe) beraeml. „Vervo'gons is ds gan!sche g-meen'e binnrn geroepen, haar de giseyde Nominatie voo-gdecsen en g-vraaght of daer ook iiimand hadde b:j ts vosgsn of tcgsns "do daer op gelelde persoonen ij's hadde te zeggen. „Waerop ds gantsshe gsmeen!e eenparig verklaert heeft van neen, diar na is ds gintsohe g mccnlo nen bereikten de beide wagens, zij verdrongen er zich omheen.'Zij geleken een zwerm vliegen om hun prooi. Eenigen sprongen van hunne paarden en door zochten de proviandkarren, spanden ze af, niettegen staande het protest der boeren, en, zich van de paarden meester makend, maakten zij zich gereed die mee te voeren. Maar uit deiï wagen met kardoe zen sprongen plotseling roode en gele vlammen te voorschijn; een rumoer van geluiden, ontploffingen, rook en bloed. Een menschenhoofd rolde als een groote steen over den grond; zwart berookte licha men vielen languit ter aarde. Een galop van vluch tende ruiters deed den grond van de vallei weer klinken. De artilleristen zagen zwijgend en verschrikt het schouwspel aan. Maar éen stem, die, hoewel kalm, toch wat bevend klonk, gaf bevel: „Op weg, thans!" En tsrwijl zij zich verwij derden, herhaalde Samart op opgewekten toon: „Verder, vrienden!" Handelsblad. rtiimenlctndscli Nieuws. SMOKKELEN IN T GROOT. De „srf. CL" schrijft: Het sino.ckelwezen ;ior. aan onze g-enzen wolig voort. Werd es.st o iling, eene g oots suukkolif.'a re> van si garen van Nijmegen naar Duitschland (Duisburg) ont- uc^.1. Dialis z.jii wod-r een drietal gj\ailen te ve:inei- dcn. In Ellen werd een gronde gma.ir, wiens landerijen gedeel.elêk in Ned eland en gxloe.t 1 jk op Duitsch ge- b.od liggen, met zije handlangers bel.apt op smokkelen van groote hoevee.heden gaan. Een kommies, die hem verdacht, begaf zich voor een ga dagen op reis. doeh keerde ve movnd terug en verbo g z.eh eenlgc nachten in eene hooimijt, mei hel 1 - hiervoor g '1de"resultaat. Ook ontdek.e hij dc berg- wederom buyten g^aen en naderhand persoon voor P e li i I 1 e t o ii. 2. NOVELLE VAN HÜCKER. „En Egbert," zoo vroeg de blinde, „wanneer denk Je op reis ie gaan?" „Vandaag nog, tante. Gedurende mijn afwezigheid kan alles zijn gewonen gang gaan. Bovendien is Frits er ook nog, met wien u het allernoodzakelijkste kunt bespreken." Toen Egbert dezen naam noemde, vloog er over het gelaat der blinde een donkere schaduw, terwijl ook de gezelschapsjuffrouw haar oogen neersloeg. „Als u het goed vindt, mevrouw, zal ik naar mijn kamer gaan," zeide deze bedeesd; en na een toe- Btemmend antwoord liet zij de oude dame met haar neef alleen. „Hoor eens, Egberl," zefde de blinde na een pooe, „daar jij nu toch naar de tentoonstelling gaat, kon je die gelegenheid meteen te baat nemen, om voor mij naar een nieuwe juffrouw om te zien. Zij moet een meisje zijn van goeden huize, muzikaal, een geoefend vooriezeres nu ge weet zelf wel hoo eene Ik er noodig heb." „Heelt u dan ongenoegen gehad met juffrouw Schróder?" vroeg Egbert verwonderd. „Neen, maar mijn neef Frits doet mij zeer veel verdriet aan. Nauwelijks is bij veertien dagen hier, of hij verjaagt reeds mijn gezelschapsjuffer, met wie wij drie jaar in a.le genoegen en eendracht hebben gelee d. Zij heeft zich reeds eenmaal over hem be klaagd. dat hij haar zoo lastig was met zijn opmerk zaamheden, die zij zich niet wenschte te laten wel gevallen. Het meisje is verloofd. Ik heb Frits daar ernstig over onderhouden, maar zonder eenig resul- taaD Mejuffrouw Schruder schreef het nu aan haar verloofde, en deze slaat er op. dat zij dadelijk haar ontslag neemt. Zij wii nu bepaald nog vandaag weg en onder de bes.aande omstandigheden mag en wil ik haar niet langer hier houden." „Fii.s heeft zijn siudenteumanieren nog niet kun nen afleggen," zoo trachtte Egbert zijn neef te ver- on. schuldigen, „en hij heeft nog niet veel gelegen heid gehad met fa.soenlijke vrouwen om te gaan. Ik houd mij ervan overtuigd, dat hij onder uwe hoede, tante, wel langzamerhand wat meer soliede opvattingen zal krijgen. Ik zal uw wensch in de resi dentie evenwel trachten te vervullen." „Goed, beste Egbert." „Nu moet ik u nog even vertellen, van het laat ste bezoek, dat we hebben gehad en van het zon derlinge, dat- daarbij voorviel." ,,'loch geen ongeluk?" „Vvel, zooals u hel noemen wilD Maar stel u ge rust. wij zijn er n.e« bij oet.oxke.i. He. was voor u^..i toeschouwer zelfs een gelegenheid tot inenschenstu- I die." I Egbert deelde nu mede het bezoek van den han-[ delsraad. lot aan het ooganblik dal de twecda bezoe- ker was verschenen en zj be.dan ee.i levendig onder-! houd in het Frunsch hadden gevoe.d. ,,De beide heeren vejmoedeii geen van beiden", ging Egberl voorl, ,,dat onze brave tuinman vroeger langen t.d in Frankrijk heef; g*wo>nd en hel F.ansch spreekt en verstaat ais zijn moedertaal. Hij liet na tuurlijk niet merken, dat hem van hei gesprek geen 1 woord onlg'.ng. Naar hel leek vva> het een bediende van den handoiSraid. 11 ij was h.i.i uil de r.sd.nl.e na gereisd om hem een fatale b xxlsri ap te nrengen." „Zeker wel dat zijn kass.er er vandoor w„s g gaan meende de tan.e. „U heelt hel wel geraden, o s hoon lie gyhoel. Voorlvlucut ge kus.ies. de l.e I ml. n h n. I n. r. n miet gewoon alleen te reizen. In den regel nemen zij °P&espoord, waarvan, hoewel heel zwak, de familie- de u«.verlorene huns harten mee. Ook de kassier van den handeisraad heefl hierop geen uitzondering ge maakt. a.leen is hij Ln zijn brutal.teit nog een schre de verder gegian dan zijn voorgangers, nij heeft na- mel :k de vr.uw van z'jn patroon meegenomen." „Maar dat is al heel sterk", riep de blinde uit. „\vio is die ougeiUKkige eeh!genool wel'? Heeft hij den tuinman zijn iiaa.n niet genoemd?" „Zijn f.rma heet Max Plassenheim." banden tusschen haar en de beide jongens nog be stonden. De jongens waren neven van elkaar, maar wisten van elkanders beslaan niets en waren in heel verschillende omgeving opgevoed. Frits liet tante uit Hamburg komen, waar hij op kosten der gemeente in een gesticht werd opgevoed. Egbert kwam uit een weeshuis in Breslau. Zij liet de jongens verder zeer zorgvuldig opvoeden en maakte lien tot haar erfge namen. Egbert de oudste der beide knapen, toonde Max Plassenhe m, de bruidsjonker", riep tante op een &root-e voorliefde voor den landbouw, en nadat -een wijze, d e aalleen het g-'volg kon zijn van hel de landbouwschool had afgelocpsn, trad hij als oprakelen van een zeer smartelijke hernne.L^. 'rentmeester op den Tulpenhof ln de praktijk op. Eg- „Wat srheelt u, tan:e?" vroeg Egbert zeer oezorgd, bert had zlth grondig bekwaamd, was ijverig eu wan! de blinde was eensklaps doodmleek gewo.den. i werkzaam en bezat een verstandig karakter. De blin- „N.ets mijn jongen", antwoordde rij, „het was 1 dame had haar goed aan geen betere handen i slechts een voarb" gaande zwakte. kunnen toevertrouwen. De jonge man beschouwde do Inderdaad had hel gelaal van tan'.e Geo~g:ne rijn bu^e dame als zijn weldoenster, aan wie hij alles natuurlijke kleur weer teruggekregin en Egbert Yer"'el te danken en rekende het zich tot een duren geheel gerustgeiteld haar. Hij nam evenwel de stil: p al z^n saven en krachten te wijden aam haar overtu'ging mode, dat de naam Plassenheim en het welziJn en dat harer bezittingen, verleden zijner tante, wel de een of andere teedere ,AjD ^en ^aar Jopseren Frits beleefde tante weer herinnering wakker had geroepen en dat een pers ion ™inder genoegen. Hij was wel is waar van de beide van d!en naam ii dat verladen wel een rol moes! heb- J°nSens de meest begaafde, maar hij maakte van ben gïspeeld. "Het scheen alles wel wat vreemd en gaven niet steeds op de beste wijze gebruik, onbegrijpelijk, maar het moest b^paild wel zoo rijn. *"as bovendien lui en lichtzinnig. De weidaden. Maar niet n'.euwig'erig van aard en respect hebbend e e 131116 3311 hem, den vroegeren gestlchtsjon- voo dm es ril ziiiir tan'e, (Fe het ve 1 xlen begraven bewees, nam hij aan als iels, d_t hem volkomen wenschte te zien, dacht hij o^cr het geval niet verder lo®kwam. Zij was daartoe volgens zijn oordeel ver door. p 'lht* ^e'fzucht en zucht naar genot, waren de hoofd- HOOFDSTUK III. eigenschappen van zijn karakter en om zijn doel te Toen Georgine Holler op zoo onverwachte wijze de hereiken deinsde hij voor geen enkel middel terug, eigenares van den Tu penhof was geworden, liet zij A.cbtei een volgens bezocht hij de beste scholen, liep door een rechtsgeleeide navorschingen doen, of er üp gymnasium, luier op de muziekschool, talent van haar nog arme en hulpbehoevende blOcdverwan- bem nooiG maar zijn slechte streken waren ten bestonden, met wie zij haar geluk en rijkdom zou OV0ral de oorzaak, dat men hem wegjoeg, kunnen deelen. De dood nad in de rij harer familie i-i-.<LDk w-.ru .nj s.aa..il ilat sa-u-a.! dat hij bet evenwel zuike groote openingen geslagen, dat er ulthoiiclen mair hal was het ongebonden, slechts twee we-tzen twee knap:n kondeu worden leven dat hem aanstond. Al rijn tijd werd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 5